Oan Provinsjale Steaten

Transcriptie

1 Oan Provinsjale Steaten Gearkomste : 27 juni 2018 Wurklistnûmer : Ûnderwerp : Vaststelling provinciaal inpassingsplan Windpark Nij Hiddum-Houw Beliedsprogramma : Registraasjenûmer : Portefeuillehâlder : K. Kielstra Behanneljend amtner Oanlieding Europeesje kontekst Koarte gearfetting : Harm Jan Bouwers, (058) , Enerzjytransysje en wergebrûk grûnstoffen : Op 26 oktober 2016 hebt u besloten in te stemmen met de startnotitie voor het opstellen van een provinciaal inpassingsplan voor het windpark Nij Hiddum-Houw. Thans wordt het inpassingsplan aan u ter vaststelling aangeboden. : De provinciale opgave van 530,5 MW opgesteld vermogen aan windmolens maakt deel uit van de Nederlandse bijdrage aan de 2020 klimaatdoelstelingen van Europa. : Het provinciaal inpassingsplan (PIP) voor de realisatie en de gebruiksfase van het windpark Nij Hiddum-Houw wordt ter vaststelling aangeboden. Op grond van artikel 9e van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 3.26 Wro hebt u de bevoegdheid om een inpassingsplan vast te stellen voor een windpark van MW. Voor dit windpark is op grond van artikel 9f van de Elektriciteitswet 1998 de coördinatieregeling van de Wro van toepassing. U hebt ingestemd met het besluit van GS dat burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân bevoegd gezag blijven voor de verlening van de omgevingsvergunningen. Het inpassingsplan maakt het mogelijk dat 16 bestaande molens op de Kop Afsluitdijk worden gesaneerd en er 9 nieuwe worden geplaatst waarbij het totale toegevoegde opgestelde vermogen in het gebied de 36 MW zo dicht mogelijk benadert. Conform de opdracht uit de Startnotitie is bij de ontwikkeling van het plan zo maximaal mogelijk rekening gehouden met omgevingsparticipatie. - 1 /

2 Beslútpunten : 1. In te stemmen met de Nota van Antwoord Zienswijzen en Adviezen en Staat van wijzigingen Windpark Nij Hiddum-Houw; 2. Op grond van het bepaalde in artikel 6.12, tweede lid Wro geen exploitatieplan vast te stellen; 3. Het Provinciaal Inpassingsplan Windpark Nij Hiddum-Houw inclusief alle bijlagen, waaronder het Milieueffectrapport Nij Hiddum- Houw (met aanvulling), vast te stellen; 4. GS op te dragen bij de kennisgeving van de besluiten te vermelden dat op de besluiten afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisisen herstelwet van toepassing is. Taheakke : a. Inpassingsplan Windpark Nij Hiddum-Houw inclusief alle bijlagen b. Milieueffectrapport Nij Hiddum-Houw inclusief alle bijlagen en de aanvulling c. Nota van Antwoord Zienswijzen en Adviezen en Staat van wijzigingen - 2 /

3 Taljochting : 1. Inleiding Op 27 juni 2016 hebt u besloten in te stemmen met het opstellen van een Provinciaal Inpassingsplan (PIP) voor het initiatief voor het windpark Kop van de Afsluitdijk (inmiddels Nij Hiddum-Houw genoemd). Op 26 oktober 2016 hebt u de Startnotitie Nij Hiddum-Houw vastgesteld, waarmee u nadere kaders en randvoorwaarden ten behoeve van de ontwikkeling van het PIP aan ons hebt meegegeven. Tevens hebt u toen besloten de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan, zoals bedoeld in artikel 9e van de Elektriciteitswet 1998, ten behoeve van de ontwikkeling van Nij Hiddum- Houw te coördineren door de voor de verwezenlijking van het windpark noodzakelijke besluiten voor te bereiden en bekend te maken. Daarbij hebt u ingestemd met het besluit van GS dat burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân bevoegd gezag blijven voor de verlening van de omgevingsvergunningen. Thans ligt het definitieve PIP met de bijbehorende stukken ter besluitvorming voor. Zo spoedig mogelijk na uw vaststelling van het PIP zullen burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân met inachtneming van het PIP de omgevingsvergunningen voor het windpark verlenen. In onderstaand voorstel zullen we het plan en de gevolgde procedure nader uiteenzetten. Daarbij zullen we ook uitgebreid ingaan op de door u gewenste omgevingsparticipatie. 2. Leeswijzer In dit PS-stuk zal eerst worden ingegaan op de aanleiding voor het plan, waarbij ook de op dit plan betrekking hebbende moties en toezeggingen kort worden benoemd. Vervolgens wordt het juridisch en beleidsmatige kader behandeld. Daarna wordt het proces van de totstandkoming van dit plan zelf beschreven, waarbij ingegaan wordt op respectievelijk het milieueffectrapport en het inpassingsplan zelf. Vervolgens wordt ingegaan op benodigde vergunningen. In hoofdstuk 8 wordt tenslotte ingegaan op de wijze waarop de inwoners uit de omgeving van het windpark bij de planvorming maar ook de exploitatie van het park betrokken zijn. Omdat er in dit PS-stuk sprake is van diverse samenhangende stukken en overeenkomsten, worden hieronder eerst belangrijkste begrippen toegelicht: Anterieure Overeenkomst: Privaatrechtelijke overeenkomst tussen provincie en initiatiefnemers waarin zoals gebruikelijk afspraken over het verhaal van kosten of het verhaal van te betalen tegemoetkomingen in planschade zijn vastgelegd, zodat de provincie daarbij geen financiële risico s - 3 /

4 loopt. In onderhavige overeenkomst zijn echter ook bovenwettelijke afspraken over bijvoorbeeld geluidsreductie, slagschaduw en het opruimen van molens opgenomen, en zullen ook de overige afspraken van de Omgevingsovereenkomst als Addendum worden opgenomen. Omgevingsovereenkomst: Privaatrechtelijke overeenkomst tussen initiatiefnemers, de Omgevingsadviesraad en de Nederlandse Vereniging van Omwonenden van Windmolens (NLVOW) waarin alle tussen OAR en initiatiefnemers gemaakte afspraken over bovenwettelijke maatregelen op gebied van leefbaarheid (geluidshinder, slagschaduw, etc), maar ook de omgevingsregelingen en omgevingsparticipatie, zijn opgenomen. Omdat de OAR geen rechtspersoonlijkheid heeft, tekent de NLVOW als belanghebbende en worden de afspraken (deels in een later stadium) ook ondergebracht bij de Anterieure Overeenkomst. Milieueffectrapport MER: Wettelijk verplicht onderzoek waarin in het bijzonder de milieueffecten van alternatieven en het voorkeursalternatief zijn onderzocht. Het onderhavige MER geldt als onderbouwing voor zowel het Provinciaal Inpassingsplan als de gemeentelijke omgevingsvergunningen. Provinciaal Inpassingsplan (PIP): Publiekrechtelijk ruimtelijke ordeningsplan dat wordt vastgesteld door Provinciale Staten. Beschikking Wet natuurbescherming Publiekrechtelijke vergunning en ontheffing vanwege de bescherming van Natura 2000-gebieden en beschermde diersoorten, die wordt verleend door Gedeputeerde Staten. Omgevingsvergunningen Publiekrechtelijke vergunningen voor de activiteiten bouwen en milieu, die worden verleend door Burgemeester en Wethouders. Omdat het gaat om twee initiatiefnemers met ieder een eigen inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, worden er twee omgevingsvergunningen verleend. Maatwerkvoorschriften Aanvullende Publiekrechtelijke voorschriften die met inachtneming van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer kunnen worden vastgesteld door Burgemeester en Wethouders. 3. Aanleiding 3.a. Taakstelling We hebben de provinciale taakstelling van 530,5 MW opgesteld vermogen aan windmolens in 2020 aanvaard. Provinciale Staten hebben in december 2014 besloten om voor de realisatie van deze - 4 /

5 taakstelling aan te wijzen: het IJsselmeer en het project Kop van de Afsluitdijk (thans Nij Hiddum-Houw genoemd). In de Startnotitie van 26 oktober 2016 is aangegeven dat uitgaande van deze besluiten het nog toe te voegen ca. 36 MW opgesteld vermogen in dit gebied nodig is voor het behalen van de taakstelling. De gemeente Súdwest-Fryslân heeft aangegeven een dergelijk windpark planologisch niet mogelijk te willen maken. Op grond van artikel 9e Elektriciteitswet 1998 en artikel 3.26 Wro is de provincie bevoegd om dit door middel van een provinciaal inpassingsplan planologisch mogelijk te maken. Op grond van artikel 9f Elektriciteitswet 1998 zijn wij gehouden om benodigde besluiten voor de aanleg van het windpark te coördineren. 3.b Moties en toezeggingen Met betrekking tot dit plan zijn er in de afgelopen jaren verschillende moties aangenomen en toezeggingen gedaan. In onderstaande tabel worden deze moties en toezeggingen besproken en wordt aangegeven op welke wijze daar invulling aan is gegeven. Wij beschouwen daarmee al deze moties en toezeggingen als afgehandeld. Motie of toezegging 1257 ( ) Oan de inisjatyfnimmers sil oanjûn wurde, dat it in winsk is fan Provinsjale Steaten om neodymium-frije wynmûnen te pleatsen; in moasje hjiroer is earder oannommen. It antwurd fan de inisjatyfnimmers sil weromkeppele wurde oan Provinsjale Steaten ( ) De nota Reikwijdte en Detail en de MER sille as ûnderdiel fan it PIP om it foarjier 2018 hinne foarlein wurde oan PS. Wijze van afhandelen Aan deze motie is invulling gegeven door in de Startnotitie de volgende passage op te nemen: Wij streven naar een duurzame, maatschappelijk verantwoorde samenleving. Dat houdt in dat er bij ontwikkelingen in Fryslân wordt gekeken naar de mogelijke gevolgen daarvan elders. We denken daarbij aan de wijze van winning van benodigde grondstoffen, respect voor mens en natuur, etc. Wij stellen als randvoorwaarde dat het gehele project op een maatschappelijk verantwoorde wijze wordt ontwikkeld en geven aan Gedeputeerde Staten mee daar zo goed mogelijk op toe te zien. In paragraaf 6.2 wij aan hoe wij invulling hebben gegeven aan deze opdracht. De Nota Reikwijdte en Detailniveau ( NRD) beschrijft de aspecten waar het uiteindelijke MilieuEffectrapport (MER) aandacht aan moet besteden en is een uitvoeringsfase in aanloop naar vaststelling van het MER. De concept- NRD dient wettelijk ter inzage te worden gelegd voordat het MER wordt uitgevoerd. Dit hebben wij gedaan vanaf 16 januari Wij hebben u hierover geïnformeerd doormiddel van onze brief nr , verzonden 17 januari Het MER heeft vervolgens, - 5 /

6 1259 ( ) It kolleezje is ree de kommunikaasje nei de omjouwing ta sa optimaal mooglik te meitsjen; draachflak is tige wichtich ( ) De deputearre sil syn uterste bêst dwaan om in maksimale skeafergoeding te realisearjen ( ) It útgongspunt fan it beslút fan 17 desimber 2014 en hoe't de situaasje is, sille goed meinommen wurde by de utwurking fan de startnotysje ( ) Dêr't it kolleezje ynfloed útoefenje kin foar de omjouwing en de gefolgen fan it wynpark, sil it kolleezje dat dwaan ( ) De nota van antwoord mei dêryn de yntsjinne sjenswizen wordt tastjoerd oan de Steaten. gelijktijdig met het ontwerpinpassingsplan, ter inzage gelegen vanaf 10 november Het MER ligt met aanvulling thans als onderliggend stuk bij het PIP ter vaststelling aan u voor. In paragraaf 6.2 van dit PS stuk gaan wij uitvoerig in op de manier waarop wij met de omgeving hebben gecommuniceerd. In hoofdstuk 8 van dit PS stuk wordt ingegaan op de planschaderegeling en op de overeengekomen buren- en dorpenregeling. De betreffende uitgangspunten zijn verwerkt in het PIP, de anterieure overeenkomst die wij met de initiatiefnemers hebben gesloten en dit PS stuk. In hoofdstuk 8 van dit PS stuk wordt ingegaan op de regeling voor omwonenden en de omwonendenparticipatie De Nota van Antwoord is bijgevoegd bi de stukken. Daarin staat ook een tabel,et samenvattingen van alle ingediende zienswijzen en onze antwoorden daarop. 4. Juridisch en ruimtelijk kader 4.1. Juridisch kader Op grond van artikel 9e van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 3.26 Wro hebt u de bevoegdheid om een inpassingsplan vast te stellen voor een windpark van MW. Voor dit windpark is op grond van artikel 9f van de Elektriciteitswet 1998 de coördinatieregeling van de Wro van toepassing. De gemeente Súdwest-Fryslân heeft aangegeven voor het betreffende windpark geen bestemmingsplan te willen maken. U hebt daarop op 26 oktober 2016 besloten om zelf een provinciaal inpassingsplan te maken en hiervoor de provinciale coördinatieregeling toe te passen. U hebt ingestemd met het besluit van GS dat burge- - 6 /

7 meester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân bevoegd gezag blijven voor de verlening van de omgevingsvergunningen. Voor deze omgevingsvergunningen is het PIP een beoordelingskader en de omgevingsvergunningen kunnen daarom pas worden vastgesteld, nadat het PIP door u is vastgesteld. Uit hoofde van de coördinatieregeling hebben het ontwerp-pip en de ontwerpbesluiten (waaronder naast de omgevingsvergunningen ook de door ons afgegeven Wnb-beschikking) gezamenlijk ter inzage gelegen. Ook de vastgestelde stukken zullen na besluitvorming weer gezamenlijk door ons ter inzage worden gelegd. Op het plan is tevens de Crisis- en Herstelwet (Chw) van toepassing. De belangrijkste gevolgen daarvan zijn dat de beroepsprocedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State versneld wordt behandeld en dat degenen die beroep instellen in hun beroepschrift direct hun beroepsgronden moeten opnemen. Het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet verplicht ertoe dat bij het besluit melding moet worden gemaakt van de toepasselijkheid van de Chw en van het vereiste dat beroepsgronden in de beroepschriften moeten worden opgenomen. Daarom wordt u gevraagd te besluiten om GS op te dragen daartoe over te gaan Relatie gemeentelijk bestemmingsplan en beleidskaders De gemeenteraad van Súdwest-Fryslân heeft op 5 oktober 2017 het bestemmingsplan buitengebied Súdwest-Fryslân vastgesteld. Het bestemmingsplan staat de bouw van een windpark met daarbij behorende voorzieningen niet toe. Het thans vast te stellen inpassingsplan voorziet daar wel in. In hoofdstuk 7 van de toelichting van het inpassingsplan wordt nader ingegaan op de verhouding van het provinciale inpassingsplan tot het gemeentelijke bestemmingsplan. Het inpassingsplan dient rekening te houden met een groot aantal landelijke en Europese wetten en regels en/of beleidskaders. Te noemen vallen onder andere de Europese richtlijn 2009/28/EG (waar de landelijke verplichting tot 14% duurzame energie in 2020 uit voortkomt), het Nationale Energieakkoord 2013, de Structuurvisies Infrastructuur & Ruimte, Windenergie op Land, Derde Nota Waddenzee en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. In hoofdstuk 4 van het inpassingsplan worden al deze beleidskaders behandeld. Daar wordt ook ingegaan op ons eigen provinciale beleid. De verschillende PS- en GS- besluiten welke voorafgingen aan dit plan, maar ook het Uitvoeringsprogramma en de Beleidsbrief duurzame energie en de Structuurvisie Grutsk op e Romte en de Verordening Romte worden besproken. In het inpassingsplan is zorgvuldig met al deze beleidskaders rekening gehouden en is zo nodig een afweging gemaakt tussen de verschillende, soms tegengestelde belangen vanuit de diverse beleidsterreinen. - 7 /

8 5. het Milieueffectrapport (MER) met aanvulling Ten behoeve van voorliggend inpassingsplan is een milieueffectrapport (MER) opgesteld, welke in een later stadium naar aanleiding van een advies van de Commissie voor de m.e.r. nog is aangevuld. Het gaat om een gecombineerd plan-mer/besluit-mer opgesteld als onderbouwing voor het inpassingsplan en de omgevingsvergunningen. Het MER en de aanvulling van het MER worden door burgemeesters en wethouders ook gebruikt als onderbouwing voor de door hen te verlenen omgevingsvergunningen. Notitie Reikwijdte en detailniveau (NRD) Als eerste stap in de procedure is een Notitie Reikwijdte en detailniveau (NRD) opgesteld. In de NRD wordt aangegeven welke zaken er precies in het MER onderzocht worden. De concept-nrd heeft ter inzage gelegen van 16 januari tot 26 februari 2017 en is ook ter advisering voorgelegd aan de Commissie voor de m.e.r. Wij hebben u hierover geïnformeerd door middel van onze brief dd. 17 januari 2017, nr Op 11 april 2017 hebben wij, gelijktijdig met het college van Burgemeester en Wethouders van Súdwest-Fryslân, de NRD vastgesteld. De Commissie voor de m.e.r. heeft geadviseerd om in het MER onder andere helder te beschrijven in hoeverre de locatie Nij Hiddum- Houw beter of slechter scoort ten opzichte van andere locaties. Hiertoe is nog een extra locatieonderzoek uitgevoerd door Antea, als onderdeel van het MER. Paragraaf 5.2 van het inpassingsplan gaat hier nader op in. Gefaseerde aanpak MER Het MER is vervolgens opgedeeld in twee fasen. In de eerste fase zijn een drietal opstellingsvarianten (18 kleinere molens, 11 grotere of 9 grote molens) globaal met elkaar vergeleken met betrekking tot criteria op het gebied van o.a. landschapskwaliteit, leefbaarheid, veiligheid en ruimtegebruik. In dat stadium bleek bijvoorbeeld reeds dat het voldoen aan radareisen (met betrekking tot de defensieradar in Leeuwarden) sterk beperkend werkte op de mogelijke opstellingsvarianten. Op grond van deze globale beoordeling en het advies van de Omgevingsadviesraad 1 hieromtrent hebben wij in onze vergadering van 9 mei 2017 besloten om de variant met 9 grote molens als voorkeursalternatief (VKA) nader uit te werken en te onderzoeken in de tweede fase van het MER. Van belang is om op te merken dat er bij dit VKA nog steeds wordt uitgegaan van een marge voor wat betreft de omvang van de molens: de ashoogte moet liggen tussen de 90 en 140 meter en de rotordiameter tussen de 110 en 136 meter. De maximale tiphoogte ligt daarmee op 208 meter. MER 1 Op de Omgevingsadviesraad wordt in hoofdstuk 8 uitvoerig ingegaan - 8 /

9 In het MER wordt voor alle criteria (ecologie, leefbaarheid, landschap etc) de zogenaamde worstcase variant onderzocht. Dat betekent dat bijvoorbeeld bij het onderzoeken van de geluidseffecten gekeken wordt naar de meest lawaaiige windturbine die binnen de toegestane afmetingen is toegestaan; voor beoordeling van slagschaduweffecten wordt gekeken naar de grootste molen, etc. Het MER beoordeelt daarmee per definitie de meest negatieve variant van het park. Uit het MER zijn uiteindelijk geen issues gerezen welke de realisatie van een windpark met de in het PIP gestelde eigenschappen en afmetingen onmogelijk zouden maken. Wel zullen er voor bepaalde criteria mitigerende maatregelen moeten worden genomen. Zo zou er een stilstandsvoorziening moeten worden opgenomen om te voorkomen dat het park te veel hinderlijke slagschaduw op woningen zou veroorzaken, en moeten, afhankelijk van het uiteindelijk te plaatsen type windmolen, maatregelen worden getroffen om het toegestane gemiddelde geluidsniveau niet te overstijgen (zie ook paragraaf 6.1). Bij de afweging van de criteria spelen het landelijke Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer een grote rol. In deze wettelijke regelingen zijn voor een groot aantal milieuaspecten vaste normen voor windturbines gesteld. Zo mag de totale hoeveelheid slagschaduw op een woning niet boven de 6 uren per jaar uitkomen, en de gemiddelde geluidsbelasting op een woning niet boven de 47 db Lden 2 en 41 db Lnight. Het MER hebben wij vanaf 11 november 2017 tot en met 21 december 2017 tegelijkertijd met ontwerp-pip en de ontwerpbesluiten ter inzage gelegd. Gelijktijdig hebben we ook uw coördinatiebesluit van 26 oktober 2016 ter inzage gelegd (op dit besluit konden overigens geen zienswijzen worden ingediend). Advies Commissie voor de m.e.r. Wij hebben het MER ter advisering voor gelegd aan de Commissie voor de m.e.r. De commissie heeft bij haar beoordeling ook gekeken naar de zienswijzen welke ten aanzien van het MER zijn ingediend. De Commissie heeft in eerste instantie in een voorlopig advies geoordeeld dat het MER nog niet alle essentiële informatie bevat om tot besluitvorming te kunnen overgaan. De Commissie heeft aangegeven informatie te missen over de (relatieve) omvang van de hinder door geluid, ook onder de norm van het Activiteitenbesluit; de wijze waarop die hinder is bepaald en de wijze waarop het oordeel over de effecten op de leefbaarheid tot stand is gekomen. Daarnaast heeft de Commissie nog een aantal aanbevelingen gedaan. In de bijgevoegde Nota van Antwoord op Zienswijzen en Adviezen (NvA) wordt nader ingegaan op deze adviezen. Naar aanleiding van dit voorlopige advies is er een aanvulling op het MER d.d. 7 februari 2018 gemaakt waarin met name helderder is omschreven hoe tot de beoordeling zoals deze in het MER staat, 2 Lden staat voor: level day, evening, night en is een Europese voorgeschreven norm voor gemiddelde geluidsbelasting - 9 /

10 kon worden gekomen. Daarbij is ook stilgestaan bij de aanvaardbaarheid van de gehanteerde normen zelf en is onderbouwd aangegeven waarom het hanteren daarvan aanvaardbaar is uit het oogpunt van gezondheid. Daarop heeft de Commissie op 6 maart 2018 een positief toetsingsadvies afgegeven. Zij heeft geoordeeld dat provincie en de gemeente met het MER en de aanvulling beschikken over alle informatie die essentieel is voor het volwaardig meewegen van de milieueffecten bij de besluiten over windpark Nij Hiddum-Houw. 6. Het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) Het PIP bevat alle voorschriften welke bij de ontwikkeling van het park in acht moeten worden genomen, zoals aantal, locaties, omvang, geluids- en slagschaduweisen etc. op 6.1. Terinzagelegging ontwerp-pip, Nota van Antwoord Zienswijzen en Adviezen en Staat van Wijzigingen Wij hebben op 30 mei 2017 besloten over het voorontwerp van het inpassingsplan waarin onder andere ook de locatie van die 9 molens is opgenomen. Dit voorontwerp hebben we vervolgens ter advisering toegezonden aan de wettelijke vooroverlegpartners (dit zijn voornamelijk andere overheden). Dit hebben we u gemeld in onze brief van 4 juli 2017 (nr ). Een samenvatting van de vooroverlegreacties en onze reactie hierop staan beschreven in de bijgevoegde Antwoordnota vooroverlegreacties inpassingsplan Windpark Nij Hiddum Houw. Voorafgaand aan vaststelling hebben wij een concept van het ontwerp-pip (de zgn. 95%-versie) ter advisering voorgelegd aan de Omgevingsadviesraad. Hetzelfde is overigens ook gebeurd ten aanzien van een 95%-MER. De adviezen van de OAR hieromtrent en onze reactie hierop staan beschreven in de bijgevoegde Nota van Antwoord Zienswijzen en Adviezen en Staat van Wijzigingen. Vervolgens heeft het ontwerp-pip met de bijbehorende stukken, waaronder het MER, vanaf 10 november 2017 zes weken ter inzage gelegen. Voorafgaand aan de terinzagelegging heeft de stichting Hou Friesland Mooi via een kort geding geprobeerd de publicatie tegen te houden. De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland heeft echter in zijn vonnis van 9 november 2017 de vordering de stichting afgewezen, hetgeen we u gemeld hebben met onze brief van 14 november 2017 (nr ). In totaal zijn er 238 zienswijzen binnengekomen, waarvan 111 unieke. In de bijgevoegde Nota van Antwoord op Zienswijzen en - 10 /

11 Adviezen en Staat van Wijzingen (kortweg NvA) worden alle zienswijzen behandeld. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen. U wordt gevraagd om met deze nota in te stemmen. Ook burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân dienen met deze NvA, voor zover betrekking hebbend op de omgevingsvergunningen, in te stemmen. Onder meer de zienswijzen hebben geleid tot een aantal aanpassingen in zowel het PIP als de Wnb-beschikking en de omgevingsvergunningen. Deze worden alle genoemd in de Staat van Wijzigingen in de NvA, maar de belangrijkste wijzigingen in de regels van het PIP willen we hier ook noemen. Opnemen afspraken uit de anterieure overeenkomst Zoals u bekend is, hebben we een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemers gesloten waarin naast afspraken over bijvoorbeeld kostenverhaal en planschade ook een aantal afspraken tussen de Omgevingsadviesraad en de initiatiefnemers worden geborgd. De belangrijkste zijn een halvering van het brongeluid van de windmolens ten opzichte van wat in het MER is opgenomen tot een maximum van 109,9 db LE den en het geheel uitsluiten van slagschaduwhinder op omliggende woningen. Wij willen benadrukken dat ook zonder deze maatregelen het windpark kan voldoen aan de normen van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer en er daarmee naar onze mening sprake is van een ruimtelijk aanvaardbaar plan. Dat aansluiten bij deze normen ruimtelijk aanvaardbaar is, is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in vele uitspraken over windparken bevestigd. Desalniettemin hebben we gemeend om als gebaar naar de omwonenden deze eisen ook op te nemen in het PIP. Daarmee komen we ook tegemoet aan onder andere de zienswijzen van de gemeente Súdwest-Fryslân en de stichting Hou Friesland Mooi in deze. Begrenzing van het totaal opgestelde vermogen In de Startnotitie van oktober 2016 heb u aan ons opgedragen om ervoor zorg te dragen dat het totale toe te voegen vermogen aan de locatie Nij Hiddum-Houw de 36 MW zo dicht mogelijk benadert. In de uitwerking van deze randvoorwaarde zijn we ervan uitgegaan dat naast de 10 te saneren windmolens van het bestaande park Hiddum-Houw ook tenminste een deel van de zes omringende solitaire windmolens gesaneerd zouden worden. We hebben daarom steeds gestreefd naar een nieuw windpark van ca. 42 MW, en hebben dit getal onder andere ook als een inspanningsverplichting voor de initiatiefnemers in de anterieure overeenkomst opgenomen. Het exacte opgestelde vermogen is echter natuurlijk afhankelijk van de vermogens van de beschikbare turbines, en zal nooit exact kunnen voldoen aan deze 42 MW. Het in het MER onderzochte voorkeursalternatief (VKA) impliceert op grond van de thans op de markt beschikbare turbines, echter een vermogensmarge van 20,7 tot 68,4 MW /

12 Als gevolg van het vastleggen van de toezegging van de initiatiefnemers om de geluidsbelasting ongeveer te halveren (van 112,9 Lden naar 109,9 Lden) wordt dit aan de bovenkant al beperkt tot maximaal 45 MW (groter turbines voldoen niet aan deze extra geluidseis). Om toch invulling te geven aan uw bovengenoemde opdracht alsook een realiseerbaar windpark mogelijk te maken rekening houdende met alle eisen op het gebied van landschap, leefbaarheid en uiterlijke verschijningsvorm, dient er een reële bandbreedte aan opgesteld vermogen te zijn. Wij hebben daarom in het PIP als planregel opgenomen dat het totale generatorvermogen van het windpark moet liggen tussen de 37 MW en 45 MW. Daarmee kan het windpark nog steeds voldoende bijdragen aan de provinciale taakstelling. 6.2 Overige randvoorwaarden met betrekking tot het plan In uw besluit van 17 december 2014 hebt u besloten de eisen te hanteren voor ontwikkeling en uitvoering van een windturbineproject op land m.b.t. overleg, draagvlak, compensatie, participatie, tijdelijkheid en sanering, zoals deze staan in hoofdstuk 9 van de Adviesnotitie. Dit is nog eens bevestigd bij de behandeling van de Startnotitie op 26 oktober 2016 door het aannemen van motie nr. 1333, waarin GS werd opgeroepen de uitgangspunten van het besluit van 2014 goed mee te nemen. Zowel in de Startnotitie als in de eerder genoemde moties zijn daarnaast nog een aantal randvoorwaarden of wensen verwoord welke wij hier tevens zullen behandelen. Communicatie met de omgeving U hebt ons opgedragen om de communicatie met de omgeving zo optimaal mogelijk vorm te geven (motie nr. 1259, zie par. 3.b. van dit PS stuk). Communicatiemedewerkers van de provincie, gemeente en de initiatiefnemers hebben in de voorbereiding van het windpark intensief samengewerkt om zorgvuldig, tijdig en transparant met de omgeving te communiceren. Informatie aan omwonenden is en wordt verstrekt door middel van een nieuwsbrief waar een ieder zich voor aan kan melden. Daarnaast verloopt de informatievoorziening via doorlopende publicaties op de provinciale website. Ook zijn er voorlichtingsbijeenkomsten/inloopmarkten gehouden op 26 januari 2017 (Wons), 11 juni 2017 (Witmarsum) en 23 november 2017 (Witmarsum), die vooraf zijn aangekondigd in regionale en lokale media. Daarnaast is de provincie als toehoorder aanwezig bij de vergaderingen van de Omgevingsadviesraad zodat ook daar een rechtstreekse communicatielijn mee wordt onderhouden. Planschade Met betrekking tot mogelijke planschade wordt nog door de OAR overlegd over een zogenaamde vrijwillige overeenkomst. Daarnaast hebben wij in de anterieure overeenkomst afspraken met de initiatiefnemers gemaakt over verrekening van eventuele plan /

13 schade en zijn wij voornemens om eventuele planschadeprocedures zo effectief mogelijk af te handelen. Onder andere door eventuele claims direct bij de provincie te laten indienen en niet, zoals formeel voorgeschreven, bij de gemeente (die ze vervolgens toch moet doorsturen naar de provincie). Op grond van art. 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient er bij vaststelling van een bestemmingsplan of, in dit geval, een inpassingsplan, ook een exploitatieplan te worden vastgesteld, tenzij voorafgaand aan vaststelling van dat plan een anterieure overeenkomst is getekend waarmee het kostenverhaal is verzekerd. Omdat het laatste hier het geval is stellen wij u voor te besluiten dat er geen exploitatieplan wordt vastgesteld. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) U hebt als randvoorwaarde meegegeven dat het gehele project op een maatschappelijk verantwoorde wijze dient te worden ontwikkeld en ons opgedragen daar zo goed mogelijk op toe te zien. MVO betekent onder andere zo goed mogelijk rekening houden met de mensen en omgeving waarin de onderneming werkt, in dit geval de Kop Afsluitdijk. Wij menen dat dit voldoende vorm heeft gekregen in de manier waarop de initiatiefnemers waar mogelijk tegemoet zijn gekomen aan de wensen van de omwonenden. Dit wordt verder toegelicht in hoofdstuk 8. Daarnaast betekent MVO ook toezien op leveranciers, goede werkomstandigheden en dergelijke. Wij hebben van de initiatiefnemers een verklaring omtrent verantwoord ketenbeheer en duurzame inkoop ontvangen die daar op ziet. Op grond van die verklaring menen wij dat ook voor dat aspect van MVO door de initiatiefnemers op de juiste wijze aandacht wordt besteed. Tijdelijkheid Met betrekking tot de eis van de tijdelijkheid werd in de eerder genoemde Adviesnotitie gesteld dat windmolens na 27,5 jaar weer zouden moeten worden afgebroken. Het is juridisch niet mogelijk om een dergelijke bepaling in het PIP op te nemen. Daarom zijn wij in de eerder genoemde anterieure overeenkomst met de initiatiefnemers overeengekomen dat de windmolens in principe na 27,5 jaar weer zullen worden afgebroken. Gezondheidsmonitoring In een aantal zienswijzen, en ook tijdens de door de OAR gehouden terugkoppelavonden, werd de zorg geuit over mogelijke gezondheidsklachten. De stichting Hou Friesland Mooi heeft daar aanleiding in gezien om een (derde) verzoek tot opschorting van de procedure in te dienen. Wij hebben u daarover afzonderlijk geïnformeerd door middel van onze brief d.d. 17 april 2018, nr In de Nota van Antwoord is aangegeven dat op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten er geen bewijs is voor effecten op de - 13 /

14 gezondheid van omwonenden. Dit is ook meerdere malen en recentelijk door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigd. Desalniettemin hebben de initiatiefnemers naar aanleiding van gesprekken met de Omgevingsadviesraad een inspanningsverplichting op zich genomen om te zien of er bijvoorbeeld in samenwerking met de GGD, een onafhankelijk onderzoeks- of monitoringsprogramma kan worden opgezet. Deze inspanningsverplichting is in het PIP opgenomen als onderdeel van de wettelijk verplichte) MERevaluatie, waarvan de specificaties te zijner tijd nader uitgewerkt zullen worden. Een dergelijke MER-evaluatie is een verplichting die rust bij het bevoegd gezag. GS en B&W zullen er daarom op toezien dat invulling wordt gegeven aan deze inspanningsverplichting. 7. De Wnb beschikking en omgevingsvergunningen We spreken over het windpark Nij Hiddum-Houw. Maar het windpark wordt qua eigendom opgedeeld tussen de vennootschappen: Nuon Wind Developments BV (die eigenaar wordt van 4 van de 9 molens) en de lokale vennootschap Gooyum Houw BV (die eigenaar van de overige 5 molens wordt). Voor de benodigde vergunningen is er daarom formeel sprake van 2 afzonderlijke inrichtingen. 7.a. Beschikking op grond van de Wet natuurbescherming Het project bestaat uit de oprichting en exploitatie van windpark Nij Hiddum-Houw en de verwijdering van in totaal 16 windturbines in het plangebied en de nabije omgeving. Aangezien het project naar verwachting effecten op de natuur tot gevolg heeft, dient hiervoor een passende beoordeling te worden opgesteld en is zowel een vergunning als ook een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming vereist. De passende beoordeling is als bijlage bij de vast te stellen stukken gevoegd alsook als bijlage bij de ontwerp-wnb-beschikking. Uit deze passende beoordeling is met zekerheid komen vast te staan dat het project geen significant negatieve effecten heeft op de Natura 2000 gebieden, waaronder het IJsselmeer en de Waddenzee. Ook zijn ten behoeve van de ontheffingsverlening de effecten van het windpark op de relevante beschermde diersoorten (twee vleermuissoorten en vogels) beoordeeld. Deze beoordeling is opgenomen in het activiteitenplan dat bij de Wnb-beschikking hoort. Daaruit en uit de motivering van het besluit blijkt dat er aan de criteria voor ontheffingsverlening wordt voldaan. Op grond van bovenstaande hebben wij op 17 april 2018 besloten de aangevraagde ontheffing en vergunning op grond van de Wet natuurbescherming te verlenen. Onder de provinciale coördinatieregeling zullen vervolgens het PIP, de Wnb-beschikking en de omgevingsvergunningen (nadat deze door burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest- Fryslân zijn verleend) en alle bijbehorende stukken tegelijkertijd ter - 14 /

15 inzage worden gelegd ter bekendmaking van deze besluiten en om (in principe alleen) degenen die tijdig zienswijzen hebben ingediend tegen de ontwerpbesluiten in de gelegenheid te stellen om een beroepsprocedure te starten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 7.b Omgevingsvergunning en Maatwerkvoorschriften Burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân zullen met inachtneming van het PIP zo spoedig mogelijk de omgevingsvergunningen aan beide initiatiefnemers verlenen. Omdat thans nog niet bekend is welk type turbine uiteindelijk geplaatst zal worden (Nuon dient als staatsbedrijf daar een openbare aanbestedingsprocedure voor te voeren), worden de vergunningen verleend voor (gezamenlijk) 9 turbines met een vermogen (per stuk) van 3,5 MW 5 MW en waarbij wordt voorzien in een totaal opgesteld vermogen van 37 MW-45 MW. In een later stadium zullen nog nadere zogenaamde maatwerkvoorschriften worden vastgesteld, toegespitst op de te plaatsen type windmolen. Met deze maatwerkvoorschriften zal bijvoorbeeld worden voorgeschreven dat er geen slagschaduw op (recreatie-)woningen mag plaatsvinden. Ook worden hiermee eisen met betrekking tot de toegestane geluidsbelasting voorgeschreven. 8. Omgevingsovereenkomst In de startnotitie en de moties nr en nr (zie paragraaf 3.b) hebt u ons opgedragen om er op toe te zien dat bij de ontwikkeling van het PIP zo optimaal mogelijk rekening wordt gehouden met de belangen van de omwonenden van het windpark, zowel qua leefgenot als ook financieel. Wij hebben daarom van de initiatiefnemers geëist om al het mogelijke te doen om de omwonenden in hun wensen, zowel financieel als inhoudelijk, tegemoet te komen. Daarnaast heeft de omgevingsadviesraad zelf met de initiatiefnemers onderhandeld over zaken als burenregeling, omgevingsfonds en omgevingsparticipatie. Dit deze onderhandelingen hebben hun beslag gekregen in een concept- Omgevingsovereenkomst. Bij deze Omgevingsovereenkomst is er rekening mee gehouden dat de zes omliggende solitaire molens gesaneerd worden. De eigenaren krijgen in ruil daarvoor een deelneming aan geboden in de lokale vennootschap Gooyum-Houw. De concept-omgevingsovereenkomst is op 19 maart jl. door de OAR voorgelegd aan de besturen van de verenigingen voor Dorpsbelang van omliggende dorpen en daar positief ontvangen. Vervolgens heeft de OAR deze conceptovereenkomst in een drietal sessies op 26 maart, 27 maart en 4 april voorgelegd aan de omwonenden en inwoners van de omliggende dorpen zelf. Tevens is er op 28 maart vanuit de OAR een presentatie geweest over Omgevingsovereenkomst voor de gemeenteraad van Súdwest-Fryslân /

16 De Omgevingsovereenkomst is op dit moment nog niet geheel afgerond en getekend, maar alle belangrijke hoofdlijnen zijn wel al bekend. En de reacties tijdens bovengenoemde bijeenkomsten waren zodanig dat wij er vanuit mogen gaan dat er ook geen echt inhoudelijke wijzigingen meer zullen komen. De Omgevingsovereenkomst zal ondertekend worden door enerzijds de initiatiefnemers en anderzijds de voorzitter van de OAR en de directeur van de Nederlandse Vereniging van Omwonenden van Windmolens (NLVOW). Om de afspraken ook juridisch daarnaast zo goed mogelijk te borgen zullen wij de Omgevingsovereenkomst vervolgens ook als een Addendum toevoegen aan onze privaatrechtelijke anterieure overeenkomst met de initiatiefnemers. Dit is ten tijde van het verzenden van dit PS-stuk nog niet gebeurd, maar OAR en initiatiefnemers hebben omwonenden en ons toegezegd de Omgevingsovereenkomst te willen ondertekenen voorafgaand aan uw behandeling van dit voorstel op 27 juni as. We zullen u daar dan per brief van op de hoogte stellen. De volledige regeling zal te zijner tijd ook worden gepubliceerd op onze website. De Omgevingsovereenkomst valt uiteen in enerzijds afspraken over de inrichting van het park en het ontwikkelproces en anderzijds afspraken over compensatie en omgevingsparticipatie. Beide zullen we onderstaand afzonderlijk behandelen Afspraken over inrichting en proces De afspraken met betrekking tot de inrichting van het park zijn voor een groot deel al bekend. Ze waren deels al opgenomen in onze anterieure overeenkomst. Enkele afspraken hadden betrekking op maatregelen die ruimtelijk relevant zijn en geregeld kunnen worden in het PIP (zoals het saneren van bestaande windturbines of het verzekeren dat de windturbines een zelfde uiterlijke verschijningsvorm krijgen). Enkele afspraken zagen op het treffen van extra maatregelen op het gebied van geluid en slagschaduw. Het betreft buitenwettelijke maatregelen die niet noodzakelijk zijn voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het PIP. Niettemin hebben wij deze als een gebaar naar de omwonenden toe geborgd in de planregels van het PIP. Andere procesafspraken, die sowieso niet in een PIP geborgd kunnen worden, worden zoals gezegd geborgd in de privaatrechtelijke anterieure overeenkomst. De afspraken die rechtstreeks in het PIP worden verankerd zijn onder andere: Extra sanering van zes omliggende molens: stilstand binnen 18 maanden na plaatsing eerste windturbine nieuwe windpark; Maximaal 109,9 db LE den brongeluidsproductie per windturbine en een beperking van de cumulatie van het geluid van het windpark, het Windpark A7 en twee solitaire windturbines tot 47 db Lden en 41 db Lnight; - 16 /

17 Geen (hinderlijke) slagschaduw voor omwonenden op hun woning (voor zover geen woning in de sfeer van de inrichting); Geen (hinderlijke) slagschaduw op recreatiewoningen; OAR / initiatiefnemers / bevoegd gezag hebben een inspanningsverplichting om een pilotonderzoek uit te voeren naar de eventuele invloed van het windpark op de gezondheid van de omwonenden (in PIP opgenomen als kader voor verplichte MER-evaluatie en monitoring); Alle windturbines krijgen een identieke uiterlijke verschijningsvorm; Afschermen van verlichting doormiddel van lamellen (of schotels) en dimmen van verlichting bij helder weer. Naast bovenstaande worden er in de Omgevingsovereenkomst ook afspraken gemaakt over een project in samenwerking met de hogescholen betreffende het in overleg met de omgeving inregelen van de geluidsreductiemodus, het doen van een 0-meting t.b.v. eventuele schade door bouwverkeer, en het inrichten van één loket ten behoeve van eventuele klachten. Ook de in paragraaf 6.2. genoemde inspanningsverplichting om te onderzoeken in hoeverre er op een wetenschappelijk verantwoorde wijze een gezondheidsmonitor kan worden opgezet maakt deel uit van deze afspraken Afspraken over compensatie en omgevingsparticipatie Planschade De OAR en initiatiefnemers spreken nog met elkaar over een mogelijke manier om planschade vooraf te regelen. Als een dergelijke regeling er komt, dan laat dit overigens onverlet dat omwonenden nog steeds de wettelijk voorgeschreven mogelijkheden voor het indienen van planschadeclaims behouden. Deze planschadeclaims dienen bij de provincie te worden ingediend en zullen, indien toegewezen, door ons op de initiatiefnemers worden verhaald. Planschadeclaims kunnen overigens pas worden ingediend wanneer het plan onherroepelijk is geworden, dus ná behandeling van beroepen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Omgevingsvergoedingen Afspraken met betrekking tot een omgevingsvergoeding en financiele participatie zijn niet ruimtelijk relevant en kunnen daarom niet in het PIP geborgd worden. Met de initiatiefnemers is overeengekomen dat jaarlijks een bedrag van 0,40 per opgewekte MWh beschikbaar gesteld zal worden voor vergoeding aan de omgeving. Afhankelijk van het uiteindelijk te plaatsen type turbine en uiteraard het jaarlijkse windaanbod gaat het daarbij om een budget van ongeveer ,-- tot ,-- per jaar. Hieruit zullen twee verschillende regelingen worden gefinancierd: - 17 /

18 a) een individuele vergoeding (burenregeling) een kleine 70% van het jaarlijks beschikbare budget zal worden uitgekeerd als een individuele vergoeding voor direct omwonenden op een afstand tot maximaal 850 m. van het windpark. Deze regeling geldt ook voor alle woningen in en rondom Cornwerd, aangezien dit dorp binnen deze afstandsgrens ligt. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de daadwerkelijke afstand tot de dichtstbijzijnde molen. Een ruwe indicatie: tussen de 125,-- en 3500,-- per jaar gedurende de looptijd van het park. b) een dorpenregeling Circa 30% van het beschikbare budget zal worden uitgekeerd aan de dorpen tussen de 850 en 1500 meter van het windpark: Zurich en Wons, die vervolgens zelf kunnen bepalen hoe deze bedragen zullen worden aangewend. De verdeling gebeurt ook hier op basis van afstand en ook naar inwonertal. Indicatief: Zurich ca. 5000,-- en Wons ca ,-- per jaar. Omgevingsparticipatie: Naast de vergoedingsregeling wordt er door de initiatiefnemers ook de mogelijkheid geboden om financieel (risicodragend) te participeren in het park. Conform uw randvoorwaarde in de startnotitie gebeurt dat (bij voorkeur via een specifiek voor dit doel op te richten coöperatie) voor maximaal 25% van de totale investeringsomvang. De eigenaren van de zes omliggende solitaire turbines krijgen in ruil voor sanering participatieruimte aangeboden in het deel van de lokale vennootschap Gooyum Houw BV. Afhankelijk van de uiteindelijke omvang van het park zal dit ongeveer 11% van het totale investeringsbudget beslaan. De beschikbare participatieruimte voor omwonenden wordt daarom voor een groot deel aangeboden vanuit de investeringsruimte van Nuon: een kwart van het Nuon deel. Als er na sanering van de zes omliggende molens ook nog enige participatieruimte in het park Gooyum Houw overblijft wordt deze ook aan de coöperatie aangeboden. Op deze manier is de volledige 25% participatieruimte gegarandeerd beschikbaar voor de omgeving. Afhankelijk van de uiteindelijke omvang van het park zal de totale beschikbare investeringsruimte over de omgeving tussen de ca. 5 mln. en 8 mln. liggen. Bij de verdeling van de participatieruimte wordt in de Omgevingsovereenkomst uitgegaan van uitgifte in tranches van 500,--, zodat ook een kleinere beurs mee kan doen. De omgevingsparticipatie is primair bedoeld voor bewoners tot 4500 m. van het windpark. Blijft er participatieruimte over dan wordt dit ook daarbuiten aangeboden, waarbij burgers die dichter bij het windpark wonen voorrang krijgen boven diegenen die verder weg wonen. Het is de bedoeling dat ook binnen de 4500 m de beschikbare participatieruimte wordt verdeeld in een drietal cirkels: - 50% voor omwonenden tussen m. van het windpark - 18 /

19 - 30% voor omwonenden tussen 1500 en 3000 m; - 20% voor omwonenden tussen 3000 en 4500 m. Gebiedsfonds Niet iedereen heeft de mogelijkheid om geld opzij te leggen om te participeren. Daarom is het de bedoeling dat een klein deel van het van bovengenoemde participatieregeling wordt afgeroomd ten behoeve van een gebiedsfonds. Van deze afroming kan een gebiedsfonds gevuld worden waaruit dan bijvoorbeeld projecten en initiatieven met algemeen maatschappelijk nut of ter bevordering van duurzaamheid gefinancierd kunnen worden. Dit gebiedsfonds zou een werkingsgebied tot ca. 6 kilometer rondom het park moeten krijgen. Dit idee dient nog verder uitgewerkt te worden Uitwerking Voor alle duidelijkheid zij benadrukt dat bovenstaande nog slechts een globale omschrijving van alle afspraken en regelingen is. Zoals gezegd wordt dit alles thans nader uitgewerkt tot een door initiatiefnemers en OAR/NLVOW te ondertekenen Omgevingsovereenkomst. Daarna zal de Omgevingsovereenkomst voor wat betreft de financiële regelingen en zeker de participatieregeling nader uitgewerkt moeten worden en juridisch sluitend moeten worden gemaakt. De nog op te richten coöperatie zal daarin ook een belangrijke rol moeten spelen. Omdat het naar alle waarschijnlijkheid nog wel geruime tijd zal duren voordat het park onherroepelijk is, en er daadwerkelijk gebouwd gaat worden, is daar ook nog wel voldoende tijd voor. Wij verwachten niet dat deze Omgevingsovereenkomst alle weerstand tegen het windpark wegneemt. Wij zijn echter wel van mening dat er met deze Omgevingsovereenkomst en de vertaling daarvan in onder andere het PIP en de omgevingsvergunning zo optimaal mogelijk tegemoet is gekomen aan de wensen van de omwonenden. En dat er met de genoemde financiële regelingen daadwerkelijk niet alleen de lasten, maar ook de lusten goed onder de omwonenden verdeeld worden. Kontekst : Met het Rijk zijn afspraken gemaakt over het tot stand brengen van 530,5 MW aan windenergie in In uw besluit van 17 december 2014 hebt u aangegeven bij de Kop van de Afsluitdijk 36 MW te willen toevoegen om aan een deel van de afgesproken taakstelling te kunnen voldoen. Op 26 oktober 2016 hebt u vervolgens besloten daartoe een provinciale coördinatieprocedure op te starten en een doormiddel van een Startnotitie een aantal randvoorwaarden voor het op te stellen inpassingsplan mee te geven /

20 Probleemstelling Probleemanalyze Doelstelling / beëage effekten: Risiko's Probleemoplossing Foarkaroplossing/ Yntegrale ôfwaging Útfiering Monitoaring/evaluaasje : Voor het behalen van de taakstelling is het noodzakelijk dat er bij Hiddum-Houw 36 MW aan het bestaande vermogen wordt toegevoegd. : De gemeente wil dit niet planologisch mogelijk maken. De provincie moet daarom een Provinciaal Inpassingsplan vaststellen. Provinciale Staten hebben politieke en maatschappelijke randvoorwaarden aan de ontwikkeling van het PIP meegeven. Het maken van een PIP is deels gebonden aan wettelijke voorschriften, zoals het opstellen van een milieueffectrapport en daaraan voorafgaand een Nota Detailniveau en Reikwijdte. Daarnaast zijn er door PS randvoorwaarden van meer politiek-maatschappelijk aard meegegeven. : Het behalen van de provinciale taakstelling op een wijze die recht doet aan door PS gestelde randvoorwaarden, wettelijke vereisten en omgevingswensen, met name op het gebied van omgevingsparticipatie en compensatie en ook leefbaarheid en realiseerbaarheid. : De ontwikkeling van een windpark is een politiek en maatschappelijk gevoelige kwestie. Het windpark Nij Hiddum-Houw is noodzakelijk voor het behalen van de provinciale taakstelling. De risico s zijn dat de taakstelling niet wordt gehaald. Vanuit omwonenden wordt nadrukkelijk op vermeende gezondheidsrisico s gewezen. Wij zien geen aanleiding om dergelijke risico s te veronderstellen mede gelet op landelijke rapporten en vaste oordelen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Desalniettemin is als onderdeel van het (MER-)evaluatieprogramma een inspanningsverplichting opgenomen om te bezien of het mogelijk is om hierover een pilotonderzoek op te zetten. : Inpassingsplan vaststellen : Een integrale afweging heeft reeds plaatsgevonden in uw vergadering van 17 december De voorkeursoplossing is derhalve het voorliggende inpassingsplan vaststellen. : Gedeputeerde Staten leggen na uw vaststelling en vergunningverlening door burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân alle besluiten met alle bijbehorende stukken gezamenlijk ter inzage, waarop beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mogelijk is. Na de inwerkingtreding van het plan, de Wnb-beschikking en de omgevingsvergunningen blijven GS en burgemeester en wethouders ieder verantwoordelijk voor handhaving van de door hen genomen besluiten. : Een MER evaluatie na 3 jaar en een verplichte monitoring maken deel uit van het project /

21 Stjoering : Ferfolchproseduere : Kennisgeving en terinzagelegging definitieve besluiten met bijbehorende stukken Oare punten : Ljouwert, Deputearre Steaten fan Fryslân, A.A.M. Brok, foarsitter G. W. Huisman, sekretaris - 21 /

22 UTSTEL Underwerp : Vaststelling provinciaal inpassingsplan Windpark Nij Hiddum-Houw Provinsjale Steaten fan Fryslân Nei it lêzen fan it útstel fan Deputearre Steaten fan Fryslân fan, nr., oangeande Mei it each op Artikelen 3.26 en 3.33 van de Wet ruimtelijke ordening en Artikelen 9e en 9f van de Elektriciteitswet 1998 Oerwagende dat : Provinciale Staten op 17 decmber 2014 hebben ingestemd met de provinciale taakstelling van 530,5 MW opgesteld vermogen aan windmolens in Fryslân in 2020 en daarbij het project Kop Afsluitdijk/ Hiddum Houw hebben aangewezen als locatie waar 36 MW moet worden gerealiseerd; Provinciale Staten op 29 juni 2016 hebben besloten in te stemmen met het opstellen van een Provinciaal Inpassingsplan ten behoeve van een initiatief voor het windpark Nij Hiddum-Houw; Provinciale Staten op 26 oktober 2016 hebben ingestemd met de Startnotitie Windpark Nij Hiddum-Houw en hebben besloten de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan, zoals bedoeld in artikel 9e van de Elektriciteitswet 1998, ten behoeve van de ontwikkeling van Nij Hiddum-Houw te coördineren door de voorbereiding en bekendmaking van de voor de verwezenlijking van het windpark noodzakelijke besluiten; Provinciale Staten op 26 oktober 2016 hebben ingestemd met het besluit dat burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân bevoegd gezag blijven voor de verlening van de omgevingsvergunningen en dat burgemeester en wethouders voornemens zijn om de omgevingsvergunningen te verlenen. Beslute : 1. In te stemmen met de Nota van Antwoord Zienswijzen en Adviezen en Staat van wijzigingen Windpark Nij Hiddum-Houw 2. Op grond van het bepaalde in artikel 6.12, tweede lid Wro geen exploitatieplan vast te stellen 3. Het Provinciaal Inpassingsplan Windpark Nij Hiddum-Houw inclusief alle bijlagen, waaronder het Milieueffectrapport Nij Hiddum-Houw (met aanvulling), vast te stellen. 4. Gedeputeerde Staten op te dragen bij de kennisgeving van de besluiten te vermelden dat op de besluiten afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Sa feststeld troch Provinsjale Steaten fan Fryslân yn harren iepenbiere gearkomste fan, - 22 /