Opleiding voor de processtap Diagnose/Prognose

Transcriptie

1 1 / 48 Opleiding voor de processtap Diagnose/Prognose

2 2 / 48 Kennismaking Stel jezelf voor: Wat is je functie? Waarvoor of waardoor heb je passie in je werk?

3 3 / 48 Programma Deel 1 Algemeen: Kennismaking Introductie dijkbewakingsorganisatie Leerdoelen en wensen Opbouw waterkering Deel 2 Diagnose: Schadebeelden Faal- en bezwijkmechanisme Deel 3 Prognose: Scenario s schetsen Noodmaatregelen Deel 4 Afsluiten: Zijn de leerdoelen behaald. Evalueren

4 Deel 1: Algemeen 4 / 48 Deel 1: Algemeen - De dijkbewakingsorganisatie - Wat houdt de processtap diagnose/prognose in? - Leerdoelen en wensen. - Opbouw waterkeringen

5 Deel 1: Algemeen 5 / 48 De Dijkbewakingsorganisatie

6 Deel 1: Algemeen 6 / 48 Diagnose/prognose Wat is het doel van deze processtap? Wat is je taak? Wat is je verantwoordelijkheid? WAT, WOT, WBT. Wat betekenen bovenstaande afkoringen? Met welk onderdeel kan het zijn dat je contact opneemt? Wanneer neem je contact op?

7 7 / 48 Verwachtingen Wat verwacht je van de training? Schrijf voor jezelf op wat je verwacht te kunnen en/of te weten aan het eind van de training.

8 8 / 48 Leerdoelen Aan het eind van de training: Deel 1: Algemeen Weet je welke opbouw een waterkering heeft en welke invloed dit heeft op het bezwijken van een waterkering. Deel 2: Diagnose: Weet je welke schadebeelden er aan een waterkering kunnen optreden. Weet je welke faal- en bezwijkmechanisme er zijn en wat hiervan de oorzaken en gevolgen kunnen zijn. Deel 3: Prognose: Kun je scenario s schetsen over het verloop van een faal- en bezwijkmechanisme. Rekening houdend met omgevingsfactoren. Weet je welke noodmaatregelen je wanneer in kunt zetten. En wat hiervan de voor- en nadelen zijn.

9 9 / 48 Type waterkeringen Primaire waterkeringen Duinen Zeedijken Rivierdijken Dammen Constructies Regionale waterkeringen Dijken Kaden keermuren

10 10 / 48 Soorten bekleding Steenbekleding Grasbekleding Asfaltbekleding

11 11 / 48 Dijktaal Welke begrippen horen op de.. te staan?

12 12 / 48 Functie is het keren en begeleiden van water

13 13 / 48 Speciale constructies in keringen Waterontspanners: Dijkvernageling: Damwand: Kabels en leidingen.

14 14 / 48 Deel 2: Diagnose - Schadebeelden - Faal- en bezwijkmechanisme

15 15 / 48 Schadebeelden Welke schadebeelden ken je allemaal? Overleg met je buurman.

16 16 / 48 De schadebeelden Vervormingen Scheuren Beschadiging Uittredend water Constructies Overloop/overslag Drijvende objecten/drijfvuil Menselijke of dierlijke activiteit

17 17 / 48 Schadebeelden Welk schadebeeld zie je en welk formulier hoort hierbij? Waarom kan dit gevaarlijk worden?

18 Schadebeelden Welk schadebeeld zie je en welk formulier hoort hierbij? Waarom kan dit gevaarlijk worden? 18 / 48

19 19 / 48 Schadebeelden Welk schadebeeld zie je en welk formulier hoort hierbij? Waarom kan dit gevaarlijk worden?

20 20 / 48 Schadebeelden Welk schadebeeld zie je en welk formulier hoort hierbij? Waarom kan dit gevaarlijk worden?

21 21 / 48 Schaderegistratieformulier/ waarnemingsformulier Bij het stellen van een diagnose moet je ook de schaderegistratieformulieren controleren. Opdracht: Hebben de dijkwachten het juiste formulier gekozen. Bekijk op de volgende dia s of de dijkwachten het juiste formulier hebben ingevuld.

22 Schaderegistratieformulier Zie werkblad 1. Is het juiste formulier correct ingevuld? 22 / 48

23 Schaderegistratieformulier Zie werkblad 2. Is het juiste formulier correct ingevuld? 23 / 48

24 24 / 48 Diagnose stellen Het schadebeeld is doorgegeven. Nu moet de diagnose gesteld worden. Welke onderzoeken kun je allemaal verrichten? Wat wil je te weten komen? Wat is het doel van je onderzoek?

25 25 / 48 Faal- en bezwijkmechanisme Wat is een faal- en bezwijkmechanisme? Welke faal- en bezwijkmechanisme zijn er?

26 26 / 48 De faal- en bezwijkmechanisme Per animatie (overleg in tweetallen): Vul werkblad 3 in. Wat zijn oorzaken? Wat zijn de gevolgen? Animaties: yadz1k1gn

27 27 / 48 Deel 3: Prognose - Omgevingsfactoren - Terugblik op dagdeel 1 - Scenario s schetsen (dagdeel 2) - Noodmaatregelen (dagdeel 2)

28 28 / 48 De Processtap prognose. Wat houdt deze stap in? Overleg in tweetallen.

29 29 / 48 Omgevingsfactoren Welke factoren kunnen van invloed zijn op het verloop van een schadebeeld?

30 30 / 48 Verwachte waterstanden

31 31 / 48 Bebouwing

32 32 / 48 Opbouw waterkering Steenbekleding grasbekleding Primaire kering: Rivierkering en zeekering asfaltbekleding Regionale kering

33 33 / 48 Huidige en verwachte weersomstandigheden

34 34 / 48 Verkeer

35 35 / 48 Bomen

36 36 / 48 Einde dagdeel 1: Even terugkijken Wat neem je mee uit de training tot nu toe? Welke inzichten heb je opgedaan? Wat lijkt je het lastigst? Zijn er al leerwensen behaald? Zijn er leerwensen bijgekomen? Wat vind je van de training tot nu toe?

37 37 / 48 Dagdeel 2 - Prognose schadebeeld bepalen - De Noodmaatregelen - Casussen: welke noodmaatregel zet je in?

38 38 / 48 Prognose Vul werkblad 4 in a.d.h.v. 3 casussen. Nog niet werkblad 5. Deze komt later in de training.

39 39 / 48 Noodmaatregelen Wat is een noodmaatregel? Waarom nemen we noodmaatregelen? Wat is het doel van een noodmaatregel? Welke noodmaatregelen ken je al?

40 40 / 48 Type noodmaatregelen De volgende type noodmaatregelen zijn er:

41 41 / 48 Noodmaatregelen (in te vullen door waterschappen zelf) Noodmaatregel 1 Vul in de volgende vijf dia s met de vijf noodmaatregelen die binnen jullie waterschap het meest wordt toegepast. Verwijs de deelnemers ook naar de wikinoodmaatregelen site. Daarop zijn alle noodmaatregelen te vinden: maatregelen

42 42 / 48 Noodmaatregel 2: Werkinstructie erbij. Bespreek per noodmaatregel aandachtspunten en veiligheidsaspecten. Wanneer zet je deze noodmaatregel in. Wat zijn mogelijke alternatieven.

43 43 / 48 Noodmaatregel 3 Werkinstructie erbij. Bespreek per noodmaatregel aandachtspunten en veiligheidsaspecten. Wanneer zet je deze noodmaatregel in. Wat zijn mogelijke alternatieven.

44 44 / 48 Noodmaatregel 4 Werkinstructie erbij. Bespreek per noodmaatregel aandachtspunten en veiligheidsaspecten. Wanneer zet je deze noodmaatregel in. Wat zijn mogelijke alternatieven.

45 45 / 48 Noodmaatregel 5 Werkinstructie erbij. Bespreek per noodmaatregel aandachtspunten en veiligheidsaspecten. Wanneer zet je deze noodmaatregel in. Wat zijn mogelijke alternatieven.

46 46 / 48 Casussen bespreken Bespreek met je buurman de casus en bepaal welke noodmaatregel je inzet. Vul hierbij werkblad 5 in.

47 47 / 48 Slot Zijn je (persoonlijke) leerdoelen behaald? Wat neem je mee uit de training? Wat heb je geleerd? Zijn er nog vragen? Waar wil je nog meer over weten? Evaluatieformulier invullen?

48 48 / 48 Bedankt