De verbindende kracht van toezicht in gelede systemen: het Nederlandse spoorwegsysteem als casus
|
|
- Veerle Kok
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Sessie A. Toezicht en certificatie De verbindende kracht van toezicht in gelede systemen: het Nederlandse spoorwegsysteem als casus Drs. Jan Lemmens, onderzoeker, sectie veiligheidskunde, TU Delft, Samenvatting Het toezicht op de veiligheid binnen de spoorwegsector is in de afgelopen vijftien jaar veranderd van een intern bedrijfsvraagstuk naar toezicht vanwege de overheid. Toezicht is op dit moment niet een vanzelfsprekendheid meer, maar moet zich steeds opnieuw verantwoorden over het waarom van toezicht. De vraag wordt hierbij steeds belangrijker aan welke eisen dit toezicht moet voldoen. Het toezicht in de spoorwegbranche is op dit moment gericht op het controleren van het handhaven van regels en kijkt hierdoor vanuit een ingezoomd perspectief naar het spoorwegsysteem. De toekomstige taak van de toezichthouder zou erop gericht moeten zijn om zich een oordeel te vormen van wat er speelt in het gehele spoorwegsysteem. Dit vraagt van de toezichthouder dat hij naast een ingezoomd perspectief ook vanuit een uitgezoomd perspectief kijkt naar het spoorwegsysteem. Probleemstelling Periodiek wordt de samenleving er aan herinnerd dat we risico s lopen. Een bijna treinongeluk of een echt treinongeluk: al deze gebeurtenissen laten zien dat absolute veiligheid niet bestaat. De spoorwegsector is op dit moment anders georganiseerd dan vijftien jaar geleden, toen de spoorwegen de NS - nog één organisatie was. Het huidige Nederlandse spoorwegsysteem heeft als kenmerk dat het een geleed systeem is, vergelijkbaar met het wegverkeer, de scheepvaart en de luchtvaart. Het gelede spoorwegsysteem heeft als kenmerk dat er verschillende actoren zijn, die er samen voor zorgen dat het spoorwegsysteem functioneert. Binnen deze actoren kan onderscheid gemaakt worden tussen primaire en secundaire actoren. Tot de primaire actoren horen onder andere de ruim 40 spoorwegondernemingen (zoals: NS Reizigers, Syntus, Veolia Transport, ACTS, DB Schenker, enz) die een licentie hebben om op het Nederlandse spoorwegnet te mogen rijden, maar ook de infrastructuurbeheerders zoals ProRail, KeyRail en NS Spooraansluitingen. Naast deze primaire actoren zijn er verschillende secundaire actoren, zoals het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de toezichtinstanties van rijkswege, zoals de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Het aantal actoren dat deel uitmaakt van het gelede spoorwegsysteem zal in de toekomst mogelijk toenemen. Dit zorgt ervoor dat de organisatorische complexiteit van het gelede spoorwegsysteem groter wordt. Deze toename aan complexiteit kan van invloed zijn op de veiligheid van het spoorwegsysteem. Op dit moment is het toezicht in de spoorwegsector gericht op het controleren van het handhaven van regels per actor, terwijl van de taak van de toezichthouder erop gericht zou moeten zijn om zich een oordeel te vormen van wat er speelt in het gehele gelede spoorwegsysteem. De toezichthouder wordt daarmee een kritische partner voor de sector en vervult een aanzienlijke rol in het goed laten functioneren van het spoorwegsysteem. De toezichthouder is hiermee een partner die de burger helpt met kennis over de actuele toestand van de veiligheid van het systeem. Toekomstig toezicht op het spoor zou uit moeten gaan van twee veronderstellingen. Ten eerste een bekwame toezichthouder, die kennis heeft van het gelede Nederlandse spoorwegsysteem als geheel,de delen waaruit het is samengesteld en de onderlinge relatie tussen deze delen. Ten tweede een toezichthouder die het functioneren van het systeem als geheel voortdurend volgt en waar dat nodig is proactief reageert. Om deze verbindende kracht van toezicht goed te kunnen vervullen is een andere manier van kijken nodig. Een wijze van kijken die oog heeft voor de organisatorische complexiteit van een geleed spoorwegsysteem. Dit roept de vraag op: Wat zijn de kenmerken van het huidig toezicht in de spoorwegsector en aan welke kenmerken moet toekomstig toezicht voldoen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zal eerst worden stilgestaan bij het huidig toezicht in de spoorwegsector. Het tweede deel geeft een beschrijving van de visie op het spoorwegtoezicht en laat zien dat deze visie leidt tot een tegenspraak. Daarna volgen twee voorbeelden van voorvallen die illustreren wat de kenmerken zijn van het huidig toezicht en laten zien wat de kenmerken kunnen zijn van toekomstig
2 toezicht. In het vijfde deel wordt een wetenschappelijk model geïntroduceerd, dat gebruikt kan worden bij het diagnosticeren van het huidig toezicht. Ten slotte sluit dit artikel af met een conclusie. Het toezicht op het Nederlandse spoorwegsysteem Het toezicht op de spoorwegveiligheid in zijn huidige vorm bestaat sinds 1 januari Toen heeft het toezicht een plaats gekregen binnen de Inspectie Verkeer en Waterstaat (hierna IVW genoemd). De IVW toezichteenheid Rail (hierna TE Rail genoemd) houdt toezicht op het railverkeer in Nederland. Deze TE Rail bestaat uit de twee domeinen. Een domein richt zich op het spoor en andere het domein richt zich op tram en metro. Voor 2003 lag de verantwoordelijk voor het toezicht bij Railned Veiligheid. Railned Veiligheid kwam voort uit de NS-organisatie die vanaf 1995 is opgesplitst. In 1995 werd door de overheid concurrentie bij de spoorwegen mogelijk en wenselijk geacht. In dat jaar werd de NS ontvlecht en opgesplitst in een taak- en een marksector. De taaksector bestond toen uit NS Railinfrabeheer, NS Verkeersleiding en Railned. Railned was in die tijd verantwoordelijk voor het capaciteitsmanagement, de capaciteitsplanning en de spoorwegveiligheid. De missie van de IVW is, dat zij een veilig en duurzaam gebruik van weg, water, lucht en rail door burgers en ondernemers bewaakt en bevordert en dat zij bericht over de resultaten van haar werk in de openbaarheid [1]. De IVW is erop gericht om de veiligheid op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau te krijgen en te houden. Hierbij richt de IVW als geheel en de TE Rail in het bijzonder zich op vier aandachtsvelden [1]: Wetten en regels Inspecteren: kijken, denken en doen Vergunningen Kennis, advies en berichtgeving. De TE Rail houdt ten eerste toezicht op de feitelijke stand van zaken op het spoor en het naleven de geldende voorschriften, zoals van de spoorwegwet en de bijbehorende lagere regelgeving. Dit gebeurt door inspecties bij de spoorwegondernemingen zelf en op de werkplek. Het doel is gericht op preventie: door de kans op ongevallen zo klein mogelijk te maken. Ten tweede het inspecteren, dat strikt genomen uit drie stappen bestaat: waarnemen, interpreteren en interveniëren. Bij waarnemen (kijken) verzamelt de inspectie informatie. Deze informatie wordt vervolgens geïnterpreteerd (denken) en daarna wordt bepaald of er correct is gehandeld. Het resultaat kan zijn dat er een vervolgactie (interventie) wordt ondernomen. Ten derde is de TE Rail verantwoordelijk voor de toelating en continuering binnen het spoorwegsysteem, zoals de toelating van spoorwegvoertuigen, de afgifte van een bedrijfsvergunning aan een spoorwegonderneming of het verstrekken van een veiligheidsattest wanneer een vervoerder een veiligheidszorgsysteem heeft ingericht. En tenslotte komt uit het toezicht nieuwe informatie voort die ingezet kan worden om beter of anders te inspecteren, trends te signaleren of nieuw beleid te formuleren. De Toezichtvisie Rail In 2004 liet de Inspectie Verkeer en Waterstaat de Toezichtvisie Rail [2] met de ondertitel Het toezicht op de spoorwegveiligheid onder de nieuwe Spoorwegwet verschijnen. Dit document beschrijft op hoofdlijnen het toezicht op de spoorwegveiligheid, zoals dat vorm krijgt onder de nieuwe Spoorwegwet, die op 1 januari 2005 in werking is getreden. Deze toezichtvisie is sinds het verschijnen in 2004 niet meer bijgesteld. Volgens de Toezichtvisie Rail bestaat er nog er steeds een grote onderlinge afhankelijkheid tussen de actoren in het geleed spoorwegsysteem. Alleen een integrale benadering van de functionaliteit leidt tot een doordachte strategie gericht op ontwikkeling en deugdelijk toezicht op kwaliteit van het systeem. Dit geldt in het bijzonder voor de spoorwegveiligheid. Het integrale karakter van het spoor is volgens de Toezichtvisie Rail nog steeds een bepaalde factor voor de wijze waarop taken en verantwoordelijkheden in de praktijk vorm krijgen. Als een van de voorbeelden om dit illustreren noemt de toezichtvisie het verschijnsel passeren stoptonend sein (STS). Voor het beheersbaar houden (of krijgen) van dit verschijnsel is de samenhang tussen de staat van de infrastructuur en de wijze waarop machinisten hun werk doen wezenlijk. Volgens de Toezichtvisie Rail zijn voor het integraal functioneren twee interfaces van belang: De interface tussen infrastructuur en voertuigen De interface tussen infrastructuur en de spoorwegondernemingen. Dit roept de vraag op: Wie is verantwoordelijk? De Toezichtvisie Rail schetst een beeld, dat voor het goed en veilig functioneren van het spoorwegsysteem duidelijk moet zijn wie waar voor verantwoordelijk is. Taken en bevoegdheden liggen niet meer in één hand in een geleed spoorwegsysteem, vandaar dat coördinatie belangrijk is. De verantwoordelijkheden zijn op dit moment in het kader van een overheid op afstand,
3 overgelaten aan de sector. Zolang de verantwoordelijkheid voor het integraal en goed functioneren van het spoor niet in de wet expliciet is gemaakt en belegd, zo is in de toezichtvisie te lezen, kan de minister van Verkeer en Waterstaat hierop worden aangesproken. De TE Rail is het orgaan dat de minister adviseert vanuit een integraal perspectief over de veiligheid van het spoor. De Toezichtvisie Rail beschrijft aan welke twee voorwaarden moet zijn voldaan wil TE Rail deze rol goed kunnen vervullen. Ten eerste moet de TE Rail kunnen beoordelen hoe het spoor vanuit een integrale invalshoek functioneert. Ten tweede moet TE Rail goed kunnen overzien of de actoren in het geleed spoorsysteem doen waar ze in het publiek belang voor verantwoordelijk zijn. De TE Rail krijgt dit overzicht door te kijken naar de samenhang tussen de hiervoor beschreven interfaces, de samenwerking en de functionele afstemming tussen de primaire actoren in het geleed spoorwegsysteem. In dat verband is het volgens de Toezichtvisie Rail nodig dat alle partijen de noodzaak van een integraal toezicht op het spoor onderkennen en er aan meewerken. De toezichtvisie beschrijft verder dat de wetgever regels voorschrijft en zorgplichten formuleert voor alle actoren in het systeem. Het toezicht hoort in deze zienswijze op het niveau van de te onderscheiden primaire actoren. De TE Rail is hierdoor niet bevoegd om vanuit een integrale optiek interventies te plegen, met als resultaat dat het toezicht op dit moment zich richt op de afzonderlijk onder toezicht staande actoren. Het verwonderlijke aan de Toezichtvisie rail is dat na een juiste analyse, die benadrukt dat het huidig spoorwegsysteem geleed is en alleen op een integrale manier benaderd kan worden, toch gekozen is voor een suboptimale oplossing. De oplossing is dat toezicht plaatsvindt op het niveau van te onderscheiden actoren en dat de TE rail niet bevoegd is om vanuit een integrale optiek interventies te plegen. Dit leidt tot inconsistentie en tegenspraak zoals blijkt uit de volgende twee voorbeelden. Voorbeeld 1: Goederentrein rijdt door rood sein in Arnhem Op 21 november 2006 reed in het station Arnhem een goederentrein door een rood sein en botst met een reizigerstrein. In juni 2007 verscheen het rapport van de TE Rail waarin de oorzaak van dit spoorwegongeval wordt onderzocht. Conclusie van dit onderzoek is: één van de machinisten reed door rood en de machinist had zijn bevoegdheid niet op orde [3]. Onderzoekers van den Top en Groeneweg [4] zijn met deze conclusies van de IVW niet tevreden en onderzoeken dit voorval verder. Zij stellen zich de vraag: waarom en waardoor heeft de machinist de trein niet tijdig tot stilstand gebracht. Van den Top en Groeneweg bekijken de zaak niet vanuit het perspectief van regels die overtreden zijn, maar vanuit de optiek van de machinist en onderzoeken hoe het gesteld is met de interface tussen infrastructuur en vervoerproces. In hun onderzoek komen zij tot de volgende meer uitgebreidere - conclusies: Er is geen eenduidige waarschuwing voor het rode sein. De plaatsing van de seinen is onduidelijk. ProRail Verkeersleiding had misschien een andere route kunnen kiezen voor de goederentrein, waardoor de beide treinen wellicht niet over hetzelfde spoor hadden hoeven rijden en beide treinen groene seinen hadden kunnen krijgen. Door het conflictvrij inleggen van rijwegen door de verkeersleiding van Prorail was de machinist van de goederentrein niet in de problemen gekomen. Dit voorbeeld is een illustratie dat veiligheidsvraagstukken in het gelede Nederlands spoorwegsysteem integraal benaderd moeten worden in plaats van gericht op een single issue. Een mooie metafoor om dit te verhelderen is het gebruik van een zoomlens in de fotografie. Als de fotograaf meer van de omgeving en de samenhang wil zien, dan moet hij uitzoomen, is hij echter meer geïnteresseerd in de details, dan is inzoomen gewenst. In de hiervoor beschreven casus van de goederentrein die in Arnhem op een personentrein botst, zou men kunnen zeggen dat onderzoekers van TE Rail ingezoomd zijn, terwijl de onderzoekers van den Top en Groeneweg meer vanuit een uitgezoomd perspectief naar het voorval kijken. Van den Top en Groeneweg zijn daardoor beter instaat dan de TE Rail om uitspraken te doen over het functioneren van de interface tussen infrastructuur en spoorwegondernemingen. Voorbeeld 2: Intercity ontspoort op het emplacement van Amsterdam Centraal De hiervoor gebruikte metafoor van zoomlens is ook nuttig als we kijken naar het onderzoeksrapport dat de Onderzoeksraad voor de Veiligheid [hierna de Raad genoemd] heeft gemaakt naar aanleiding van de ontsporing in Amsterdam Centraal op 15 augustus 2005 [5]. Op die dag ontspoorde op het westelijke emplacement van het station Amsterdam Centraal de intercity van Maastricht naar Haarlem. Het was een geduwde trein. De locomotief wordt hierbij vanuit het voorste rijtuig bediend. De duwende locomotief ging als gevolg van een ontsporing een ander spoor op, dan de voorgaande rijtuigen van de trein. Het achterste rijtuig kwam hierdoor dwars te staan tussen de locomotief en het voorgaand rijtuig. Gevolg: geen slachtoffers
4 onder de 200 reizigers maar wel een grote schade aan de infrastructuur. De Raad onderzoekt het voorval en kijkt hierbij ook naar de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen: NS Reizigers (als vervoerder), ProRail (als beheerder van de infrastructuur) en TE Rail. Een van de constateringen van de Raad is, dat betrokken partijen niet op de juiste wijze invulling gaven aan de eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid en dat niet altijd duidelijk was hoe deze verantwoordelijkheden zich tot elkaar verhielden. De Raad is hierdoor van oordeel dat een juiste afstemming en invulling van verantwoordelijkheden essentieel is voor de veiligheid. Hierbij kijkt de Raad ook zoals zogezegd naar de rol van de TE Rail. Cruciaal is de volgende passage uit het onderzoeksrapport (p.7): De Inspectie (lees hier TE Rail: JL) heeft een uitspraak gedaan over de toelating van de trein als geheel, terwijl wettelijk alleen een toelating voor het stuurrijtuig vereist. (Een stuurrijtuig is het voorste rijtuig van waaruit de machinist de trein bediend als de locomotief de trein duwt.) De locomotief en de rijtuigen (behalve het zogenaamde stuurrijtuig: JL) waren immers al toegelaten. Dat de Inspectie in dit geval pro-actief gehandeld heeft zou positief kunnen worden beoordeeld. Toch is de Raad een andere mening toegedaan. Dat de Inspectie aan het einde van het traject (van het toelaten van het materieel: JL) een eigen oordeel uitspreekt, heeft het gevaar in zich dat de verantwoordelijke partijen NS Reizigers en ProRail bewust of onbewust een deel van hun verantwoordelijkheid afschuiven naar de Inspectie. Dit heeft zich ook daadwerkelijk voorgedaan. NS Reizigers heeft in haar correspondentie met de Raad als weerwoord ook het argument gebruikt dat de Inspectie goedkeuring heeft gegeven en dat NSR er daarom er vanuit mocht gaan dat de inzet van de trein ook daadwerkelijk veilig was. De Raad is van oordeel dat een vervoerder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid zelf moet vaststellen of de inzet van een trein veilig is of niet en zich achteraf niet mag beroepen op het oordeel van de Inspectie. Zoals gezegd is ook hier de metafoor van de zoomlens goed bruikbaar om de rol van TE Rail te duiden. TE Rail stond in deze casus te veel ingezoomd waardoor ze niet kon waarnemen dat NS Reizigers en ProRail hun verantwoordelijkheden niet namen, ten aanzien van het veilig laten rijden van de geduwde trein over de railinfrastructuur. Maar in principe is de TE Rail in de hiervoor genoemde beide voorbeelden wellicht weinig te verwijten, als we de hiervoor aangehaalde Toezichtvisie erbij nemen (p. 10) om de volgende zin nog eens te hernemen: De TE Rail is hierdoor niet bevoegd om vanuit een integrale optiek interventies te plegen, met als resultaat dat het toezicht op dit moment zich richt op de afzonderlijk onder toezicht staande actoren. Dit lijkt mij een onbevredigde situatie, die om herbezinning vraagt over het waarom van toezicht. Vandaar mijn pleidooi om de TE Rail naast het ingezoomd perspectief ook vanuit een uitgezoomd perspectief te laten kijken naar het geleed spoorwegsysteem. Met dit uitgezoomd perspectief kan tegemoet worden gekomen aan de twee veronderstellingen van de toekomstig toezicht. Ten eerste een bekwame toezichthouder, die kennis heeft van het gelede Nederlandse spoorwegsysteem als geheel en de delen waaruit het is samengesteld en de onderlinge relatie tussen deze delen. Ten tweede een toezichthouder die het functioneren van het systeem als geheel voortdurend volgt en waar dat nodig is proactief reageert. De wetenschap munt dit uitgezoomd of holistisch perspectief met de term systeemtheorie of systeemdenken. Het volgende deel van dit artikel staat stil bij deze systeemtheorie. Systeemtheorie als manier om naar een geleed spoorwegsysteem te kijken Binnen het veiligheidskundig denken is er steeds meer oog voor de organisatorische context waarin werknemers, hun werkzaamheden verrichten. De organisatiekunde kent meerdere theorieën die gericht zijn op het organiseren van sociale systemen. Een theorie vormt een soort kapstok waaraan bepaalde vraagstukken gerelateerd kunnen worden. De systeemtheorie is een manier van aanpak, een methode, die de mens helpt om meer vat te krijgen op ingewikkelde structuren. Deze theorie komt tegemoet aan de beperkingen van de mens om de werkelijkheid in zijn geheel te doorschouwen. De systeemtheorie zorgt voor een duidelijke afbakening van wat wel en niet tot het systeem behoort en daarnaast door binnen het systeem een onderverdeling te maken in verschillende deelsystemen. Vervolgens door alle relaties en interacties tussen deze deelsystemen te benoemen en te beschrijven. En als laatste door alle relaties en interacties te benoemen en te beschrijven tussen de omgeving en het systeem en tussen de omgeving en deze deelsystemen. De systeemtheorie geeft hiermee aangrijpingspunten om zicht te krijgen op, welke relaties en interacties er zijn of ontbreken binnen het systeem, tussen de deelsystemen onderling, tussen de omgeving en het systeem en de omgeving en deelsystemen. De systeemtheorie richt zich op het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal, die het mogelijk maakt om verschillende soorten organisaties met elkaar te laten communiceren. Zij maakt het mogelijk om het spoorwegsysteem als geheel te bekijken vanuit de omgeving. Dit schept de mogelijkheid om de invloed te bestuderen die de primaire actoren op elkaar hebben in het geleed spoorwegsysteem.
5 Het Viable System Model (hierna VSM genoemd) van Stafford Beer is een uitwerking van de systeemtheorie die bruikbaar lijkt. [5] [6] [7]. Het model is geschikt om de condities in kaart te brengen die nodig zijn om een systeem levensvatbaar te maken en te houden. VSM heeft de mogelijkheid om te onderzoeken en laten zien of de belangen van de verschillende actoren in een systeem met elkaar sporen en daarmee met elkaar in balans zijn. Het is hiermee een raamwerk voor het diagnosticeren van een gelede organisatie Met VSM is op beperkte schaal in positieve zin ervaring opgedaan in de spoorwegsector, zoals bij het diagnosticeren van verscheidene spoorwegongevallen in Groot Brittannië [9] [10]. VSM bestaat uit verschillende subsystemen zie afbeelding 1. Afbeelding 1 het Viable System Model Deze subsystemen zijn: Systeem 1 is het operationeel systeem. Dit systeem bestaat uit een operationele eenheid, een managementeenheid en een uitsnede uit de omgeving waarmee communicatie over en weer is. Systeem 1 vormt de basiseenheid VSM. Voorbeeld van systeem 1 zijn bijvoorbeeld de verschillende spoorwegonderneming die rijden op het spoorwegsysteem. Systeem 2 is het informatiesysteem. Dit systeem zorgt voor corrigerende acties in de operaties, door middel van coördinatie en verzwakking van oscillaties tussen verschillende systemen 1. Systeem 3 is het operationeel management. Dit systeem is verantwoordelijk voor het optimaliseren en genereren van synergie tussen de verschillende voor een verzameling systemen 1. Systeem 3* is het auditor en monitor kanaal. Dit is het informatiesysteem om inzicht te verwerven in de effectiviteit van het gehele systeem op dit moment. Systeem 4 is gericht op de lange termijn, op gehele omgeving en maakt plannen voor de toekomst en ontwikkelt strategieën, kortom innovatie. Systeem 5 is het normatief management en zorgt voor beleid. Een zeer globale verkenning - op basis van een literatuurstudie van VSM en door het houden van enkele interviews met primaire actoren in het spoorwegsysteem - laat zien, dat er aanwijzingen zijn dat het gehele spoorsysteem beschouwende - een invulling op het niveau van systeem 2, 4 en 5 onvoldoende ontwikkeld is en zelfs soms helemaal ontbreekt. Het ontbreken van systeem 2 zorgt volgens VSM [6], [7], [8] ervoor dat de coördinatie te kort schiet en dat leidt tot afstemmingsproblemen tussen verschillende actoren in het
6 spoorwegsysteem, waardoor veiligheid in het geding kan komen. Het ontbreken van systeem 4 kan ervoor zorgen dat er een onvoldoende uitgewerkte samenhangende visie is op de toekomst van de spoorwegsector. Dit zijn onderwerpen die ik verder wil onderzoeken. Conclusie In dit artikel heb ik laten zien dat TE Rail vooral vanuit een ingezoomd perspectief kijkt naar het gelede spoorwegsysteem gericht op het controleren en het handhaven van regels. De taak van de toezichthouder moet volgens mij meer gericht zijn op het beoordelen van wat er speelt in het gelede spoorwegsysteem als geheel. Een uitgezoomd perspectief sluit volgens mij hier beter bij aan. Kenmerk van toezicht zou moeten zijn, dat naast een ingezoomd perspectief ook vanuit een uitgezoomd perspectief gekeken gaat worden naar het geleed spoorwegsysteem. De TE Rail ontwikkelt zich hiermee tot een toezichthouder van rijkswege, die kennis heeft van het gelede spoorwegsysteem als geheel. De toezichthouder wordt hiermee de verbindende kracht in het gelede spoorwegsysteem. Het Viable System Model kan een bruikbaar diagnose-instrument zijn om dit mogelijk te maken. Literatuur 1. Inspectie Verkeer en Waterstaat: toezicht in veilige handen. Inspectie Verkeer en Waterstaat. Den Haag. 2. De Vries A Toezichtvisie Rail: Het toezicht op de spoorwegveiligheid onder de nieuwe Spoorwegwet. Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Rail. Utrecht. 3. Inspectie Verkeer en Waterstaat, Op dinsdag 21 november 2006 om botst te Arnhem een goederentrein frontaal tegen een reizigerstrein. Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Rail. Utrecht. 4. Van den Top J., Groeneweg J Onderzoek in het kort: IJzeren regels geen waarborg voor Spoorwegveiligheid. Tijdschrift voor toegepast Arbowetenschappen nr. 3 en 4. pp Onderzoeksraad voor de Veiligheid Ontsporing Amsterdam Centraal 15 augustus Onderzoeksraad voor de Veiligheid. Den Haag. 6. Beer S The heart of enterprise. Wiley. Chichester, England. 7. Beer S Brain of the firm, 2 nd edition. Wiley. Chichester, England. 8. Beer S Diagnosing the system for organizations. Wiley. Chichester, England. 9. Santos-Reyes J, Beard A.N. & Smith R.A A systemic analysis of railway accidents. Proceeding of the Institution of Mechanical Engineers, Part F: Journal of Rail and Rapid Transit. Vol 219. pp Santos-Reyes J. & Beard A.N A systemic analysis of the Paddington railway accident. Proceeding of the Institution of Mechanical Engineers, Part F: Journal of Rail and Rapid Transit. Vol 220. pp
De verbindende kracht van toezicht. TU Delft, faculteit TBM, vakgroep veiligheidskunde
De verbindende kracht van toezicht in gelede systemen: Het Nederlandse spoorwegsysteem als casus Jan Lemmens Jan Lemmens TU Delft, faculteit TBM, vakgroep veiligheidskunde J.M.M.Lemmens@tudelft.nl Een
Nadere informatieRV uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012
RV12-0386 24-uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012 Stoptonend seinpassage met risico op een botsing met een passerende trein. Datum 26 april 2012 Status definitief RV12-0386
Nadere informatie24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april Datum 22 april 2012
24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april 2012 Datum 22 april 2012 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 4 1.1 Voorval 4 1.2 Beknopte beschrijving en classificatie 4 2 Het voorval 5 2.1 De melding 5
Nadere informatieMeer inzicht in spoorwegveiligheid
Meer inzicht in spoorwegveiligheid Merlijn Mikkers Safety Coördinator Service & Operatie NS Reizigers en promovendus bij sectie Veiligheidskunde van de Technische Universiteit Delft In samenwerking met
Nadere informatieRaadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols over goederentreinen rijden
gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer lk Milieu Raadsnummer 0 9. RQQ7$. QOI Inboeknummer o9bstoat46 Beslisdatum B&W 9 november 2009 possiernummer 945 55> Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols
Nadere informatieTOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari
TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE 8 februari 2017 1 Inleiding In deze toezichtvisie geven wij als de Raad van Toezicht van het Nova College aan waarom wij toezicht houden, wat we daarmee willen
Nadere informatieRijweginstelling en roodseinpassages
Rapport Datum 9 april 2008 Rijweginstelling en roodseinpassages Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 3 1.2 Doel en doelgroep 4 1.3 Aanpak 4 2 Begrippenkader 6 3 Inspectieresultaten 8 3.1 Hengelo
Nadere informatieRijweginstelling en roodseinpassages
Datum Rijweginstelling en roodseinpassages 2 van 17 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 3 1.2 Doel en doelgroep 4 1.3 Aanpak 4 2 Begrippenkader 5 3 Inspectieresultaten 7 3.1 Hengelo 7 3.2 Enschede
Nadere informatieIn de periode december 2006 tot en met september 2007 passeren negen reizigerstreinen van Connexxion ten onrechte stoptonende seinen
Onderzoeksrapport Rapportagedatum In de periode december 2006 tot en met september 2007 passeren negen reizigerstreinen van Connexxion ten onrechte stoptonende seinen St. Jacobsstraat 16 Postbus 1511 3500
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 893 Veiligheid van het railvervoer Nr. 168 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieOp dinsdag 21 november 2006 om 10.10 uur botst te Arnhem een goederentrein frontaal tegen een reizigerstrein.
Onderzoeksrapport Rapportagedatum Op dinsdag 21 november 2006 om 10.10 uur botst te Arnhem een goederentrein frontaal tegen een reizigerstrein. St. Jacobsstraat 16 Postbus 1511 3500 BM Utrecht T +31 30
Nadere informatieBeantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)
Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Herziening ministeriele regeling spoorverkeer 1. Specificeren bij welke aanwijzingen cf. art. 36 trein stilgezet
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 29 893 Veiligheid van het railvervoer Nr. 198 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieProgramma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel
Geen goede weergave? Klik hier voor de nieuwsbrief op onze website. december 2016 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel Planning van het project Het project PHS Meteren-Boxtel duurt meerdere
Nadere informatieGelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;
Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van
Nadere informatieFrontale botsing tussen twee reizigerstreinen bij Amsterdam Westerpark
Frontale botsing tussen twee reizigerstreinen bij Amsterdam Westerpark Onderzoek naar overtredingen van de Spoorwegwet bij de botsing op 21 april 2012 Frontale botsing tussen twee reizigerstreinen bij
Nadere informatieVVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019
VVRV cluster Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist, versie maart 2019 1/8 Inhoud 1 Bevoegdheidseisen, taken en verantwoordelijkheden machinist 3 1.1 Voorwoord 3 1.2 Wat zijn de taken
Nadere informatieDe Wet lokaal spoor (Wls) is per 1 december 2015 van toepassing op tram-, RandstadRail en het Metro-netwerk van de MRDH.
Nieuwsflits De Wet lokaal spoor (Wls) is per 1 december 2015 van toepassing op tram-, RandstadRail en het Metro-netwerk van de MRDH. Inleiding De Wet lokaal spoor is vanaf 1 december 2015 formeel van kracht.
Nadere informatieBesluit Regels in het belang van de verkeersveiligheid Lokaal spoor in de Stadsregio Amsterdam
Besluit Regels in het belang van de verkeersveiligheid Lokaal spoor in de Stadsregio Amsterdam Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam Beslissende over Regels in het belang van de verkeersveiligheid
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4831 14 maart 2012 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 5 maart 2012, nr. IENM/BSK-2012/23596, tot
Nadere informatieCHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER
Blad 1 van 5 CHECKLIST STS VOOR DE TREINDIENSTLEIDER Datum en tijdstip voorval: - - ; : Hoort bij MBV met logboeknr., baanvak/lok. Formulier opsturen naar: rail@ilent.nl of postadres: Inspectie Leefomgeving
Nadere informatie24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d. 25-04-2012
24-Uurs rapportage bijna trein trein botsing na STS-passage van sein 1288 op spoor 13 te Utrecht CS d.d. 25-04-2012 Van ProRail/VL Kenmerk Versie 1.0 Datum 26 april 2012 Bestand 24 u rapport bijna trein
Nadere informatieOp 23 januari 2007 ontspoort om 6.15 uur een rangeerdeel zonder reizigers op het emplacement van Utrecht Centraal.
Onderzoeksrapport Rapportagedatum Op 23 januari 2007 ontspoort om 6.15 uur een rangeerdeel zonder reizigers op het emplacement van Utrecht Centraal. St. Jacobsstraat 16 Postbus 1511 3500 BM Utrecht T +31
Nadere informatieToezichtvisie Rail Het toezicht op de spoorwegveiligheid onder de nieuwe Spoorwegwet
Rapport Rapportagedatum Versie definitief 10 november 2004 Opsteller Auke de Vries Kenmerk IVW-DR/BJZ/04/D41.003.015 Toezichtvisie Rail Het toezicht op de spoorwegveiligheid onder de nieuwe Spoorwegwet
Nadere informatieTaken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012
27/02/2012 2 Afgifte, vernieuwing, wijziging en intrekking van de veiligheidscertificaten voor spoorwegondernemingen Deel A : voor de spoorwegonderneming die haar allereerste activiteit in België opstart.
Nadere informatieProfielschets leden van de raad van toezicht
Profielschets leden van de raad van toezicht Competentieprofiel voor de raad van toezicht behorend bij de statuten van Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden 23 mei 2016 Preambule In het licht van good
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 215 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieReizigerstrein passeert stoptonend sein
Reizigerstrein passeert stoptonend sein onderzoek naar de bijna frontale botsing op 23 juni 2010 te Amersfoort Datum 24 januari 2011 Status Definitief Reizigerstrein passeert stoptonend sein onderzoek
Nadere informatieBijna-botsing na stoptonendseinpassage te Utrecht CS. Onderzoek naar de oorzaken van het voorval op 25 april 2012
Bijna-botsing na stoptonendseinpassage te Utrecht CS Onderzoek naar de oorzaken van het voorval op 25 april 2012 Bijna-botsing na stoptonendseinpassage te Utrecht CS Onderzoek naar de oorzaken van het
Nadere informatieHandelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008
Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO 14001 of OHSAS 18001-certificaat versie 18 november 2008 SCCM en de aangesloten certificatie-instellingen willen de uitwisseling van ervaringen met ISO 14001-
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456
Nadere informatieFormulierenboek. Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf. Herman Tijsma. Definitief. Van Auteurs. Projectleider
Formulierenboek Van Auteurs Directeur ProRail VL Kees van Dijk / Wilco van der Wolf Projectleider Herman Tijsma Versie 1.0 Datum 24 mei 2012 Status Definitief Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beheer 3 2.1
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nummer 200043 / 5.B603 Betreft
Nadere informatieIn de periode december 2006 tot en met april 2007 passeren 13 reizigerstreinen van Veolia Transport, ten onrechte stoptonende seinen.
Onderzoeksrapport Rapportagedatum In de periode december 2006 tot en met april 2007 passeren 13 reizigerstreinen van Veolia Transport, ten onrechte stoptonende seinen. St. Jacobsstraat 16 Postbus 1511
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 16 - Spoorvervoer 16 Spoorvervoer Versie april 2012 crisistypen treinongeval gevolgen van een treinongeval voor het milieu verstoring openbare orde andere
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van, nr. IENW/BSK-, tot wijziging van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 en enkele andere regelingen voor het jaar 2019 in verband
Nadere informatieBijlage 10.2 Toegang tot dienstvoorzieningen en levering van diensten
Bijlage 10.2 Toegang tot dienstvoorzieningen en levering van diensten TDVLD (voorheen: bijkomende diensten en voorzieningen (BDV)) Stand van zaken 29 augustus 2013 Juridisch kader met betrekking tot de
Nadere informatieToezicht en handhaving op het spoor
Toezicht en handhaving op het spoor Adriaan Hagdorn Manager NedTrain Legal Najaarsvergadering VPV Rotterdam, 22 november 2012 Wat ga ik met U bespreken? Strafbepalingen in het spoorwegrecht Ratio van strafbepalingen
Nadere informatieBijlage 1 Uitwerking opdrachten 103. Bijlage 2 Vaktijdschriften Social Work 119. Literatuur 123. Begrippenlijst 125. Trefwoordenregister 131
Inhoud Inleiding 9 1 Onderzoek en de onderzoekskwestie 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Kenmerken van praktijkonderzoek 14 1.3 Het ontwikkelen van een visie op een probleem uit de praktijk 16 1.4 De geschiktheid
Nadere informatieII. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING
II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met
Nadere informatieInspectie infrastructuur Amsterdam CS
1 Eindrapportage Inspectie infrastructuur Amsterdam CS Eindrapportage thema actie 2005 Versie : 1.0 definitief : 2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting 3 2 Inleiding 5 2.1 Aanleiding 5 2.2 Doelstellingen 5 2.3
Nadere informatieINFOBLAD 02. ATB-plicht onderhoudsmachines en historische spoorvoertuigen
INFOBLAD 02 ATB-plicht onderhoudsmachines en historische spoorvoertuigen INLEIDING Geachte relaties, in dit infoblad besteedt HHC/DRS aandacht aan de recent verplichte inbouw van een vereenvoudigde versie
Nadere informatieL 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie
L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet
Nadere informatieonderzoeksopzet handhaving
onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1999
Nadere informatieMaster of Business in Rail systems maakt het verschil: integratie van business, techniek, wetenschap en praktijk
Master of Business in Rail systems maakt het verschil: integratie van business, techniek, wetenschap en praktijk Jan Lemmens j.m.m.lemmens@tudelft.nl 06-2042 7302 24 mei 2011 LOGO 2 LOGO 1 Beginsituatie
Nadere informatieOngeldige redenering bij wijziging
Ongeldige redenering bij wijziging treinbeveiligingssysteem De ATB-kwiteerfunctie: irriterend of intrigerend ir. Jaap van den Top NVVK Veiligheidscongres 2009 18 maart 2009 1 Faculteit Techniek Bestuur
Nadere informatieVeiligheid op de rails in Nederland
Veiligheid op de rails in Nederland Passie voor veiligheid een machtig en krachtig instrument Marco Kuijsten Hoofd Safety De dienstregeling 1. Het spoorsysteem in sneltreinvaart 2. De drie standaard ingrediënten
Nadere informatieBestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 16 Spoorvervoer
Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 16 Spoorvervoer 16 Spoorvervoer Inclusief lokaal spoor versie 2015 Crisistypen treinongeval gevolgen van een treinongeval voor het milieu verstoring
Nadere informatieBESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 200052/24 Betreft zaak: ProRail reserveringsvergoeding Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel
Nadere informatieTreinbotsing nabij Barendrecht, 24 september 2009
Treinbotsing nabij Barendrecht, 24 september 2009 Den Haag, januari 2011 De rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zijn openbaar. Alle rapporten zijn ook beschikbaar via de website van de Onderzoeksraad
Nadere informatieOnderzoeksrapport. Rapportagedatum 1 mei 2007. Onderzoeksnummer
Onderzoeksrapport Rapportagedatum Op woensdag 20 september 2006 om 12:58 uur rijdt een reizigerstrein te Weesp voorbij een stoptonend sein. In het spoor voorbij het sein wordt gewerkt. Er vallen geen slachtoffers.
Nadere informatieGoederentrein en reizigerstrein botsen te Zwolle
2 Goederentrein en reizigerstrein botsen te Zwolle RV09-0333 Datum 26 november 2010 Status RV09-0333, Definitief Goederentrein en reizigerstrein botsen te Zwolle RV09-0333 Datum 26 november 2010 Status
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum
Nadere informatieDatum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieSAMENVATTING Veiligheidsverslag Ontsporing van een goederenwagon Remersdaal, 25 januari 2012
Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor SAMENVATTING Veiligheidsverslag Ontsporing van een goederenwagon Remersdaal, 25 januari 2012 September 2016 SAMENVATTING Op woensdag 25 januari
Nadere informatieCustomer Case Study Pro Rail
Customer Case Study Pro Rail Utrecht ProRail wil met behulp van VendorLink het proces van Leveranciers Management opnieuw neer zetten in hun organisatie. Leveranciers Management richt zich niet alleen
Nadere informatieRAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK NAAR FINANCIËLE ASPECTEN BIJ STICHTING MEERWERF BASISSCHOLEN TE DEN HELDER (41858)
RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK NAAR FINANCIËLE ASPECTEN BIJ STICHTING MEERWERF BASISSCHOLEN TE DEN HELDER (41858) Utrecht, juni 2013 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van een specifiek onderzoek
Nadere informatieSpoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014
Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014 Samenvatting 3 november 2014 Presentatie door André van Es Railverkeerskundige Adviseur bij Arcadis en docent op de Hogeschool Utrecht
Nadere informatieBlik op de rails een toekomstvisie op het spoor
Blik op de rails een toekomstvisie op het spoor Jan Koning 030-265 3456 27 juni 2012 Het imago van het Nederlandse spoorsysteem staat onder druk. Movares wil met deze blik op de rails een bijdrage leveren
Nadere informatieTrendanalyse 2008. Trends in de veiligheid van het spoorwegsysteem in Nederland. Datum 1 mei 2009 Status Definitief
Trendanalyse 28 Trends in de veiligheid van het spoorwegsysteem in Nederland Datum 1 mei 29 Status Definitief Trendanalyse 28 Trends in de veiligheid van het spoorwegsysteem in Nederland Datum 1 mei 29
Nadere informatieHet railvervoer: tussen markt en overheid SPOORCOLLEGE 9 JUNI 2016
Het railvervoer: tussen markt en overheid SPOORCOLLEGE 9 JUNI 2016 WIE OF WAT IS DE OVERHEID? WIE OF WAT IS DE OVERHEID? De overheid is het hoogste bevoegd gezag op een bepaald territorium of grondgebied.
Nadere informatieBrancherichtlijn Oversteken van sporen
Brancherichtlijn Oversteken van sporen vijf veel voorkomende situaties Behoort bij VVW-Trein Brancherichtlijn Oversteken van sporen 1.3 dec 14 1 Brancherichtlijn Oversteken van sporen 1.3 dec 14 2 Inhoudsopgave
Nadere informatieCentrum Ondergronds Bouwen
Metro en Tram Centrum Ondergronds Bouwen Tunnels en ondergrondse stations in de Wet Lokaal Spoor Hugo de Jong en Harm Akse CEB/OVG/04498 Lokaal spoor tot halverwege 20 e eeuw 2 Stadstram Interlokale tramlijntjes
Nadere informatieResultaat Atex 137 toezicht in 2007
Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Pagina 1 van 9 Samenvatting In 2007 zijn door de directie MHC bij 41 BRZO99 en Arie bedrijven Atex 137 inspecties uitgevoerd op een wijze als beschreven in het toezichtbeleid
Nadere informatieInhoud. Railverkeersmanagement. Deming circle. Deming circle. Deming circle in spoorwegsector. De spoorwegsector
Railverkeersmanagement Innovatieplatform Rail donderdag 29 juni 2006 donderdag 29 juni 2006 Railverkeersmanagement 2 Deming circle Deming circle plan do plan do act check act check donderdag 29 juni 2006
Nadere informatieFeitenrapport. Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli BVR Ontsporing
Wagen over remslof geduwd Kijfhoek 18 juli 2018 BVR Ontsporing Intern ProRail Auteur / eigenaar Afdeling Veiligheid Randstad Zuid Documentnaam wagen over remslof geduwd.doc Datum rapport 24-07-2018 Versie
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 Contactpersoon T 070-456 0000 F 070-456 1111 11 december 2012 Betreft
Nadere informatieOp vrijdag 4 november 2005 om uur ontspoort trein op beweegbaar kruis 3 A/B te Eefde
Onderzoeksrapport Rapportagedatum Versie 2.0 Op vrijdag 4 november 2005 om 08.05 uur ontspoort trein 31219 op beweegbaar kruis 3 A/B te Eefde St. Jacobsstraat 16 Postbus 1511 3500 BM Utrecht T +31 30 2363
Nadere informatieBijdragenr. 32. Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen
Bijdragenr. 32 Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen ****** Erna Schol (Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart, Groene Golf Team) Emile Oostenbrink (CROW) Samenvatting
Nadere informatieInterventies bij organisatieverandering Succesvol veranderen
Interventies bij organisatieverandering Succesvol veranderen Het succesvol doorvoeren van organisatieverandering vraagt nogal wat. De uitdaging is om de beoogde verandering werkbaar te maken en te borgen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 27 482 Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen
Nadere informatieVerkeersongevallen met (land)bouwvoertuigen
Verkeersongevallen met (land)bouwvoertuigen Anneke Bovens (Onderzoeksmanager) Ellen Berends (Projectleider) Cumela Bestuurdersdag 2010 Beekbergen 1 De OvV in het kort Uitsluitende doel: lering trekken.
Nadere informatieOnderwerp rapport Onderzoeksraad voor Veiligheid "Door rood op Amsterdam CS"
abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon - Datum 29 augustus 2005 Ons kenmerk DGP/SPO/U.05.02077 Doorkiesnummer - Bijlage(n) 1 Uw kenmerk
Nadere informatieBeoordelingskader RgdBOEI Inspecteur Vastgoed, versie 2.0
Preambule Dit beoordelingskader is toegesneden op de praktijk van de RgdBOEI Integraal Inspecteur Vastgoed. De RgdBOEI Integraal Inspecteur Vastgoed functioneert in een context samen met een RgdBOEI Adviseur.
Nadere informatieResultaten Wmo toezicht 2016/2017 regio Noord-en Oost-Gelderland Onderzoekers en toezichthouders GGD Noord- en Oost-Gelderland, april 2018
Resultaten Wmo toezicht 2016/2017 regio Noord-en Oost-Gelderland Onderzoekers en toezichthouders GGD Noord- en Oost-Gelderland, april 2018 Achtergrond Op 1 januari 2015 is de nieuwe Wet maatschappelijke
Nadere informatieMARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)
Waarvoor ben ik aangenomen? (Doel) Het ontwikkelen, coördineren en realiseren van campagnes en acties binnen een team en/of thema met als doel het bereiken, benaderen en activeren van de doelgroepen. Welke
Nadere informatieInspectierapport Doomijn peuterspeelzaal Rijnlaan (KDV) Rijnlaan TK Zwolle Registratienummer
Inspectierapport Doomijn peuterspeelzaal Rijnlaan (KDV) Rijnlaan 200 8032TK Zwolle Registratienummer 189409721 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Zwolle Datum inspectie: 21-12-2017
Nadere informatieKwaliteitszorg met behulp van het INK-model.
Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieOp maandag 15 augustus 2005 vindt om 09:10 uur een ontsporing plaats van een reizigerstrein aan de westzijde van het emplacement Amsterdam Centraal.
Onderzoeksrapport Rapportagedatum Versie 2.0 Op maandag 15 augustus 2005 vindt om 09:10 uur een ontsporing plaats van een reizigerstrein aan de westzijde van het emplacement Amsterdam Centraal. St. Jacobsstraat
Nadere informatieSpoorwegveiligheid. Afsluiten noodrem
Spoorwegveiligheid Railned Spoorwegveiligheid Catharijnesingel 30 Postbus 2101 3500 GC Utrecht Tel. 030 235 5572 Email: safety@railned.nl RnV-NORMBLAD M-009 Afsluiten noodrem Colofon Normbladbeheerder
Nadere informatieOntsporing Amsterdam Centraal 15 augustus 2005
Ontsporing Amsterdam Centraal 15 augustus 2005 Den Haag, december 2007 (projectnummer M2005RV0815-04) De rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid zijn openbaar. Alle rapporten zijn bovendien beschikbaar
Nadere informatieCapaciteitsvergrotingsplan Waalhaven-zuid dienstregelingjaar 2010
Capaciteitsvergrotingsplan Waalhaven-zuid dienstregelingjaar 2010 n.a.v. overbelastverklaringen OB2010, 6 Mei, 15 Mei, 27 Mei 2009 en Capaciteitsanalyse Waalhaven-zuid 2010 d.d. 7 November 2009 Keyrail
Nadere informatieTrendanalyse 2007 Trends in de veiligheid van het spoorwegsysteem in Nederland
Datum Trends in de veiligheid van het spoorwegsysteem in Nederland 2 van 49 Inhoudsopgave 1 Samenvatting 3 1.1 Ongevallen met letsel 3 1.2 Indicatoren veiligheid reizigervervoer 6 1.3 Indicatoren veiligheid
Nadere informatieSamenvatting van het Veiligheidsonderzoeksrapport
Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor Samenvatting van het Veiligheidsonderzoeksrapport ONTSPORING VAN EEN GOEDERENTREIN HEVER - 19 FEBRUARI 2013 Mei 2014 SAMENVATTING Op dinsdag
Nadere informatieDe Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is.
1 Managementsamenvatting De managementsamenvatting is geschreven in het Nederlands en het Papiamentu. De Rekenkamer wil hiermee bereiken dat meer mensen kennis kunnen nemen van de inhoud van het rapport.
Nadere informatieHet college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.
tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.
Nadere informatieBotsing tussen twee treinen op emplacement Tilburg Goederen Onderzoek naar aanleiding van de botsing tussen een reizigerstrein en een goederentrein
Botsing tussen twee treinen op emplacement Tilburg Goederen Onderzoek naar aanleiding van de botsing tussen een reizigerstrein en een goederentrein op 6 maart 2015 Botsing tussen twee treinen op emplacement
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieHandhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding
Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor 1. Inleiding De Wet lokaal spoor (Wls) treedt in werking op 1 december 20015. Deze wet beoogt de wetgeving inzake de lokale spoorwegen te moderniseren en zorgt ervoor
Nadere informatieIntegraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Uitwerking beleidsuitgangspunten
Bijlage I Uitwerking beleidsuitgangspunten 52 1. Algemene beleidsuitgangspunten 1. Handhaving dient ter borging van de veiligheid en gezondheid en ter voorkoming van gevaar, hinder en overlast. Het waarborgen
Nadere informatieToezichtvisie van de Raad van Toezicht
Toezichtvisie van de Raad van Toezicht Aldus vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d.14 december 2015 Toezichtvisie 2015-2022 Tegen de achtergrond van het discussiestuk van de Nederlandse Vereniging
Nadere informatieOnderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak
Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak 1 Inleiding 3 2 Doelstelling en onderzoeksvragen 4 2.1 Doelstelling 4 2.2 Centrale vraag en deelvragen 4 2.3 Afbakening
Nadere informatieModernisering van de Nederlandse spoorwegwetgeving. Verslag startbijeenkomst, Utrecht, 31 oktober 2017
Modernisering van de Nederlandse spoorwegwetgeving Verslag startbijeenkomst, Utrecht, 31 oktober 2017 november 2017 De opkomst was hoog, op dinsdag 31 oktober in zalencentrum Seats2Meet in Utrecht. Het
Nadere informatieInspectierapport Amira Children (Gob) (GOB) Langerakbaan 145 3544PE UTRECHT Registratienummer: 195775326
Inspectierapport Amira Children (Gob) (GOB) Langerakbaan 145 3544PE UTRECHT Registratienummer: 195775326 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: UTRECHT Datum inspectiebezoek: 15-07-2013 Type onderzoek
Nadere informatieOnderzoeksrapport RV-08U0818
Op zaterdag 11 oktober 2008 vindt om 11:02 uur te Gouda een zijdelingse aanrijding plaats tussen een intercitytrein van NS Reizigers en een internationale trein van Thalys Nederland. 1 van 49 Autorisatie
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27433 1 oktober 2014 Beleidsregel houdende vaststelling van regels voor de naleving en toezicht op de veiligheidsadviseur
Nadere informatieThe appointed person. De oplossing voor gedrag en proces?
The appointed person De oplossing voor gedrag en proces? Inhoud van de presentatie Opvolgen van de wetgeving komt veiligheid ten goede Drie artikelen uit het Arbobesluit als kapstok Opmerkingen over het
Nadere informatie