City Deal Kennis Maken 2019

Transcriptie

1 Call for proposals City Deal Kennis Maken 2019 Handleiding City Deal Kennis Maken Indieningsronde oktober 2019 Utrecht, juli 2019 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (onderdeel van NWO)

2 Inhoud 1. Inleiding Achtergrond Beschikbaar budget Geldigheidsduur call for proposals 3 2. Doel 4 3. Richtlijnen voor aanvragers Wie kan subsidie aanvragen Wanneer kan aangevraagd worden Hoe wordt de aanvraag opgesteld en ingediend Algemene subsidievoorwaarden Specifieke subsidievoorwaarden Financiële subsidievoorwaarden 8 4. Procedure Ontvankelijkheid Beoordeling Beoordelingscriteria Besluitvorming Indicatief tijdpad Uitvoering Contact en overige informatie 15 Bijlage 16 Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 2/16

3 1. Inleiding 1.1 Achtergrond Op 16 maart 2017 is de City Deal Kennis Maken ondertekend. Het doel van de City Deal Kennis Maken is om met de partijen die deze City Deal hebben ondertekend, een versnelling tot stand te brengen in het oplossen van maatschappelijke opgaven van steden door onderzoekers, docenten en studenten hierbij te betrekken. De betrokkenen beschouwen dit enerzijds als een vorm van het benutten van kennis en anderzijds als het aanbieden van de stad als (rijke) leeromgeving voor studenten. Talentontwikkeling, ondernemerschap én het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid van studenten staan daarbij voorop. De City Deal kent een looptijd van 2017 tot en met De steden hebben in 2017 een strategische agenda uitgewerkt samen met de kennisinstellingen (universiteiten en hogescholen) in hun stad en stellen een trekker voor deze agenda aan. In de strategische agenda staan de thema s die worden aangepakt en wordt uitgewerkt hoe meer studenten, onderzoekers en docenten kunnen worden betrokken bij deze thema s. De regeling City Deal Kennis Maken 2019 biedt de ondertekenaars van de City Deal de mogelijkheid de samenwerking tussen gemeenten en kennisinstellingen te faciliteren. Het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (hierna te noemen Regieorgaan SIA), onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), heeft als taak de ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek van hogescholen te stimuleren en voert daartoe onder andere de regeling City Deal Kennis Maken 2019 uit. 1.2 Beschikbaar budget Het beschikbare budget voor deze call is 1,8 miljoen. Per deelnemende stad aan de City Deal Kennis Maken kan met, alle partners gezamenlijk, maximaal ,- worden aangevraagd. 1.3 Geldigheidsduur call for proposals Deze call for proposals is geldig voor de indieningsronde City Deal Kennis Maken 2019 met de sluitingsdatum en -tijd dinsdag 15 oktober 2019, uur Nederlandse tijd. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 3/16

4 2. Doel De regeling City Deal Kennis Maken heeft als doel om duurzame samenwerking tussen gemeenten, hogescholen en universiteiten te ondersteunen en te versnellen binnen de thema s van de strategische agenda s zoals opgesteld door de aangesloten steden. Om het doel van de City Deal Kennis Maken daadwerkelijk te kunnen realiseren, is een nieuwe vorm van onderwijs nodig waarin het de regel is dat onderwijs in samenhang met onderzoek en maatschappelijke partners ontwikkeld wordt. Deze vorm van onderwijs vraagt extra veel van de samenwerking met de gemeente en (veelal kleine) bedrijven en maatschappelijke organisaties, en tussen de verschillende onderwijsinstellingen. In 2018 is hiertoe de Impulsregeling ontwikkeld. Vanuit deze regeling hebben steden een eerste stap gezet in verdere samenwerking tussen stadsbestuur en kennisinstellingen. De regeling City Deal Kennis Maken 2019 bouwt voort op de Impulsregeling uit 2018 door verduurzaming van de reeds ingezette samenwerking te stimuleren. De regeling City Deal Kennis Maken 2019 maakt het mogelijk ondersteuning te bieden aan de complexe samenwerking en richt zich op het opschalen en verduurzamen van bestaande en succesvolle initiatieven. Het doel is door op grootschalige wijze studenten, docenten en onderzoekers te betrekken bij maatschappelijke opgaven, steden te laten voortbouwen op hun strategische agenda s en gerichter te laten nadenken over hun toekomstvisie voor de samenwerking. Voorbeelden van initiatieven waarvoor in deze regeling subsidie aangevraagd kan worden zijn: uitbreiden van een concept of stadslab naar verschillende wijken; uitbreiden van een programma naar meerdere faculteiten binnen de instellingen; samenbrengen van meerdere ad hoc samenwerkingen in een structurele aanpak; samenwerking uitbreiden met verschillende partijen zowel andere onderwijsinstellingen (zoals het mbo) als andere partijen in de stad; concreet vormgeven aan verbinding met de samenleving in een onderwijsprogramma waar verschillende studenten (mbo, hbo, wo) met elkaar samenwerken. Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 4/16

5 3. Richtlijnen voor aanvragers 3.1 Wie kan subsidie aanvragen Deze regeling is een besloten call voor hogescholen of universiteiten die de City Deal Kennis Maken in 2017 of 2018 hebben ondertekend en werken vanuit een gezamenlijke strategische agenda. De hoofdaanvrager (tevens penvoerder) is een hogeschool of universiteit. Per deelnemende City Deal-stad kan maximaal één subsidieaanvraag (verder te noemen aanvraag) worden ingediend namens alle kennispartners in die gemeente zoals benoemd in de bijlage op pagina 16. De persoon die de aanvraag indient in ISAAC wordt geacht hiertoe te zijn gemachtigd door het College van Bestuur van de aanvragende hogeschool of universiteit. De hoofdaanvrager ontvangt alle correspondentie met betrekking tot de aangevraagde subsidie. 3.2 Wanneer kan aangevraagd worden Aanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk dinsdag 15 oktober 2019, uur Nederlandse tijd. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. Er vindt voor deze regeling géén herkansingsmoment met indiening op een ander moment plaats. 3.3 Hoe wordt de aanvraag opgesteld en ingediend Een volledige aanvraag omvat de volgende documenten: het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier; de strategische agenda uit 2018 in geüpdatete versie met duidelijk omschreven toekomstvisie; het projectvoorstel; de begroting in Excel met kostenonderbouwing, aangevraagde subsidie en cofinanciering, lijst van betrokken projectgroepleden i.h.k.v. de Code omgang met persoonlijke belangen van NWO. Het projectvoorstel dient als volgt te worden opgebouwd: 1. samenvatting; 2. beschrijving van de resultaten tot nu toe in de deelnemende stad met ook aandacht voor de resultaten vanuit de Impulsregeling ( ); 3. beschrijving van het toekomstperspectief; Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 5/16

6 4. beschrijving van de inhoudelijke focus van het project: de opzet van de aanvraag moet passen in de lopende onderzoeks- en/of innovatielijnen van de aanvragende hogescholen en universiteiten; 5. activiteitenplan en de verwachte resultaten; 6. beschrijving van de projectorganisatie. De aanvrager is verplicht de aanvraag via zijn/haar ISAAC-account in te dienen. Indien de aanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal één werkdag voor het indienen van de aanvraag aan te maken in verband met het tijdig kunnen verhelpen van eventuele aanmeldproblemen. Het is verplicht de via ISAAC beschikbare formulieren en formats te gebruiken. De directe link naar deze call in ISAAC is: Het inlogscherm van ISAAC is bereikbaar via: De handleiding van ISAAC is bereikbaar via: De helpdesk van ISAAC is bereikbaar via: 3.4 Algemene subsidievoorwaarden Voor alle aanvragen geldt de NWO-subsidieregeling De maximaal aan te vragen subsidieomvang is ,-. De looptijd van de subsidieperiode is 24 maanden. Inzet van subsidie buiten de looptijd is niet mogelijk. Het beoogde project dient te starten tussen 1 januari 2020 en 1 april De subsidiegelden zijn uitsluitend bestemd voor het uitvoeren van het project conform de gehonoreerde aanvraag. Subsidiëring van (deel)projectactiviteiten die reeds zijn gesubsidieerd vanuit andere bronnen, is niet mogelijk. Bij eventueel voortijdig beëindigen van het project bepaalt Regieorgaan SIA of de subsidie geheel of ten dele moet worden gerestitueerd. De projectleider is bereid om informatie en uitkomsten van de initiatieven proactief beschikbaar te stellen voor landelijke kennisdeling en beleidsontwikkeling. Open Access publicatie Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek die zijn gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen onmiddellijk (op het moment van publicatie) wereldwijd vrij toegankelijk te zijn (Open Access). Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 6/16

7 Er zijn verschillende manieren voor onderzoekers om Open Access te publiceren. Een uitgebreide toelichting hierop vindt u op Specifieke subsidievoorwaarden Als projectleider kan optreden een docent, onderzoeker of beleidsmedewerker werkzaam bij een van de hogescholen of universiteiten die een aanvraag kunnen doen. De projectleider dient een aanstelling bij een hogeschool of universiteit te hebben gedurende de looptijd van het project. Regieorgaan SIA gaat ervan uit dat de (penvoerende) hogeschool of universiteit en de mede-aanvragers afspraken hebben gemaakt over het nakomen van de onderlinge toezeggingen en verplichtingen binnen het project. De penvoerende hogeschool of universiteit is verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de medeaanvragers en voor het gebruik en het uitdragen van de projectresultaten en indien van toepassing over intellectueel eigendom. De medeaanvragers zijn de andere ondertekenaars van de City Deal Kennis Maken uit dezelfde gemeentelijke regio als de hoofdaanvrager. Hogescholen en universiteiten die medeaanvrager zijn, moeten de aanvraag laten ondertekenen door een persoon gemachtigd door het CvB. Deze medeaanvragers hebben samen met de hoofdaanvrager een substantiële en actieve rol bij het opstellen en indienen van de aanvraag en het uitvoeren van het programma. De hoofdaanvrager en medeaanvragers zijn samen verantwoordelijk voor een tussentijdse schriftelijke voortgangsrapportage. Binnen de regeling City Deal Kennis Maken 2019 wordt een uitnodigende houding ten aanzien van (nog) niet-participerende kennisinstellingen (bijv. mbo) bij het project gewaardeerd. Looptijd project en (co)financiering De looptijd van het project is 24 maanden en wordt in 2 periodes van 12 maanden opgedeeld. Per periode van 12 maanden wordt maximaal subsidie beschikbaar gesteld. Per gedeelte van het project is een cofinancieringspercentage vereist van 50% van de totale projectkosten. De partners kunnen zelf bepalen hoe zij deze 50% cofinancieringseis invullen (voorbeeld: gemeente 30%, hogeschool 10%, universiteit 10%). Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 7/16

8 De cofinanciering kan zowel in cash als in kind (op geld waardeerbare zaken, uren, natura) plaatsvinden. De omvang van de cofinanciering dient bij de aanvraag opgegeven te worden. 3.6 Financiële subsidievoorwaarden De kosten die met deze subsidie gefinancierd kunnen worden, betreffen de gemaakte en/of betaalde loonkosten en materiële kosten, gebaseerd op kostprijs, inclusief eventuele niet-verrekenbare btw. Loonkosten hogescholen Voor de loonkosten worden de tarieven conform de Handleiding Overheidstarieven (HOT) uit het jaar 2017 gehanteerd. De tarieven 2017 mogen voor de gehele looptijd van de subsidie worden toegepast. De toegestane tarieven in de HOT betreffen uitsluitend de tarieven conform de volgende tabel, kolom Kostendekkend tarief per uur. Schaal Kostendekkend tarief per uur Schaal Kostendekkend tarief per uur Tabel (bedragen in euro s): Integrale loonkosten per salarisschaal 2017 Deze tarieven zijn integraal toepasbaar en het hanteren van deze tarieven is zonder toelichting of berekening toegestaan. Het tarief van een medewerker wordt bepaald op basis van de cao-inschaling van de betreffende medewerker. Hogere tarieven dan de HOT zijn niet toegestaan. Lagere tarieven dan de HOT zijn wel toegestaan, maar mogen niet willekeurig worden opgevoerd. Eventuele lagere tarieven moeten kunnen worden onderbouwd, bijvoorbeeld op basis van een interne kostprijsberekening. De instellingsaccountant hoeft hier geen accountantscontrole toe te passen; tarieven lager dan de HOT zijn voor Regieorgaan SIA altijd akkoord. Alleen consistente toepassing is vereist. Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 8/16

9 Loonkosten Universiteiten Universiteiten: aio s en postdocs Universiteiten: overige wetenschappelijke functies VSNU-akkoord Handleiding Overheidstarieven 2017 Kosten studenten Het is toegestaan studenten, verbonden aan de aanvragende hogeschool of universiteit, in te zetten voor het project en de kosten hiervan binnen het project op te voeren. Per subsidiejaar kan het volgende worden opgevoerd: Inzet van uren van studenten waarbij geldt dat deze geschiedt als onderdeel van de opleiding (de studenten dienen in dat geval ook studiepunten te krijgen voor hun activiteiten). Alleen de stagevergoeding zoals gebruikelijk binnen de instelling is declarabel. Aan het aantal in te zetten uren per student is een maximum verbonden van Inzet van uren van studenten die extra-curriculair worden ingezet in het project. Per student kan maximaal 250 uur per subsidiejaar ten laste van het project worden gebracht. In beide situaties geldt dat uitsluitend de werkelijke aan de student uitbetaalde bedragen met een maximaal uurtarief van 25 als kosten kunnen worden opgevoerd. Uren en uurtarieven boven de genoemde maxima kunnen niet als kosten worden opgevoerd. Loonkosten projectpartners Overige partners Bepaling uurtarief is vrij, met een maximum van 130,- per uur, excl. btw In totaal mag maximaal 25% van het subsidiebedrag ten bate komen aan partners anders dan de betrokken hogescholen en universiteiten. Onder overige partners worden ook verstaan: onderwijsinstellingen anders dan een door de overheid bekostigde hogeschool of universiteit zoals gedefinieerd in par. 3.1; projectmedewerkers die gedetacheerd zijn bij een hogeschool of universiteit en die alleen voor dit project worden ingeleend. Een uitzondering geldt voor projectmedewerkers die een detacheringsovereenkomst hebben met een hogeschool of universiteit die niet alleen betrekking heeft op detachering binnen dit project; de kosten van deze projectmedewerkers mogen onder de loonkosten van de hogeschool of universiteit worden opgevoerd. Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 9/16

10 Projectmanagement In de HOT zit een opslag voor overhead. Voor projectmanagement mag daarom maximaal 10% van de totale projectkosten in de begroting als kosten worden opgevoerd en uiteindelijk ook besteed worden. Materiële kosten Onder materiële kosten wordt verstaan de aan de uitvoering van het project verbonden kosten als verbruik van materialen, hulpmiddelen, prototypes, testopstellingen en overige kosten zoals dienstreizen en publicaties. Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 10/16

11 4. Procedure 4.1 Ontvankelijkheid Iedere via ISAAC ingediende aanvraag wordt direct geregistreerd door middel van een dossiernummer. Dit dossiernummer geldt als vast kenmerk voor alle verdere correspondentie. De aanvraag wordt na het verstrijken van de deadline gecontroleerd op de juistheid ten aanzien van volledigheid en vormvereisten. Indien de aanvraag hieraan voldoet, wordt deze ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen. De aanvrager krijgt daarvan bericht. Voldoet de aanvraag niet aan de volledigheid en vormvereisten, dan wordt de aanvrager de mogelijkheid geboden de ontbrekende gegevens binnen een daartoe gestelde termijn te verstrekken. Indien de ontbrekende gegevens binnen de gestelde termijn worden aangeleverd en akkoord worden bevonden, wordt de aanvraag alsnog ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen. De aanvrager krijgt daarvan bericht. Indien de ontbrekende gegevens niet binnen de gestelde termijn zijn verstrekt, wordt de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard en buiten behandeling gesteld. De aanvrager krijgt daarvan bericht. 4.2 Beoordeling Wanneer een aanvraag in behandeling is genomen, wordt de aanvraag voorgelegd aan en beoordeeld door een onafhankelijke beoordelingscommissie. De beoordelingscommissie beoordeelt elke aanvraag afzonderlijk op basis van de beoordelingscriteria die zijn beschreven in paragraaf 4.3. Voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen is de NWO-code Omgang met persoonlijke belangen van toepassing. 4.3 Beoordelingscriteria De aanvragen worden door de beoordelingscommissie beoordeeld aan de hand van de drie onderstaande beoordelingscriteria. De mate van doeltreffendheid: Toelichting: de aanvraag ondersteunt een complexe samenwerking en leidt tot opschaling en/of verduurzaming van bestaande en succesvolle initiatieven met als doel dat op grootschalige wijze studenten, docenten en onderzoekers worden betrokken bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 11/16

12 - verwachte mate van effectiviteit/impact van de gekozen aanpak; - verwachte mate van succes voor opschaling en/of verduurzaming van bestaande initiatieven van samenwerking; - verwachte mate van groei in het aantal betrokken studenten, docenten en onderzoekers. Netwerkvorming: - verwachte mate van betrokkenheid vanuit de verschillende City Deal partners; - verwachte mate van bijdragen aan het structureel vormgeven en opschalen van de complexe samenwerking tussen stadsbestuur en deelnemende kennisinstellingen. Projectplan: - inzet weegt op tegen het beoogde resultaat; - inzet van middelen en tijd is realistisch, afgebakend, specifiek en functioneel; - voorgestelde projectteam heeft gedegen en gevarieerde samenstelling; - inzet draagt doelmatig bij aan het realiseren van het grootschalig betrekken van studenten, docenten en onderzoekers bij maatschappelijke vraagstukken; - inzet draagt bij aan het uitvoeren van de opgestelde strategische agenda en toekomstvisie op samenwerking. Op alle criteria moet voldoende worden gescoord om in aanmerking te komen voor een positief oordeel. Indien de beoordelingscommissie dit nodig acht kan er een schriftelijke aanvulling gevraagd worden. 4.4 Besluitvorming De beoordelingscommissie brengt verslag uit van haar werkwijze en brengt advies uit aan het bestuur van Regieorgaan SIA. Het bestuur van Regieorgaan SIA toetst de gevolgde procedure en besluit op basis van het advies van de beoordelingscommissie. De beschikbaarheid van middelen is bepalend voor het aantal aanvragen met een positief oordeel dat voor subsidie in aanmerking komt. Het besluit van het bestuur van Regieorgaan SIA wordt schriftelijk meegedeeld. Regieorgaan SIA streeft ernaar het besluit binnen twee maanden bekend te maken. In een bezwaar- en beroepsprocedure is voorzien. Informatie hierover vindt u op de website van NWO. Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 12/16

13 4.5 Indicatief tijdpad 15 oktober 2019 Deadline indiening aanvragen November 2019 Vergadering beoordelingscommissie December 2019 Besluitvorming bestuur en bekendmaking besluit Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 13/16

14 5. Uitvoering Na honorering is de aanvrager verantwoordelijk voor de uitvoering van het project. De aanvrager van de subsidie treedt op als penvoerder. De aanvrager benoemt de (beoogde) contactpersoon. De subsidie wordt als volgt beschikbaar gesteld: 20% van het maximale subsidiebedrag binnen 4 weken na de startdatum van het project; 65% van het maximale subsidiebedrag binnen 4 weken na 1 jaar vanaf de startdatum van het project; restantbetaling binnen 4 weken na datum van het besluit omtrent vaststelling van het definitieve subsidiebedrag. Wijzigingsverzoeken Voor iedere substantiële wijziging in het gesubsidieerde programmavoorstel is schriftelijke toestemming van Regieorgaan SIA vereist. Wat verstaan wordt onder substantiële wijzigingen zal kenbaar gemaakt worden in het subsidiebesluit dat volgt bij toekenning van subsidie. Schriftelijke voortgangsrapportage Uiterlijk 1 maand voor het verstrijken van de eerste periode van 12 maanden dient een voortgangsrapportage te worden ingediend. In de voortgangsrapportage wordt bondig verslag gedaan van de uitvoering tot dan toe en een vooruitblik gegeven op de komende 12 maanden. Hierbij is o.a. aandacht voor programmamanagement, de deelname van en samenwerking tussen de aanvragers, de realisatie van de plannen, de mate waarin studenten, docenten en onderzoekers zijn betrokken zoals beschreven in de subsidieaanvraag en de interactie met het landelijke netwerk. Mocht de voortgangsrapportage aanleiding geven voor gesprek, kan de kwartiermaker van de City Deal Kennis Maken op bezoek komen met een stuurgroeplid. Eindrapportage Het project wordt afgerond met de oplevering van een inhoudelijke en financiële eindrapportage waarin kort wordt ingegaan op de werkwijze en de behaalde resultaten. De hoofdaanvrager levert de eindrapportage binnen 8 weken na de einddatum van de looptijd aan in ISAAC. Voor de eindrapportage dient gebruik te worden gemaakt van het format dat via ISAAC beschikbaar wordt gesteld. De wijze waarop Regieorgaan SIA geïnformeerd wenst te worden zal eveneens kenbaar worden gemaakt in het besluit dat volgt bij toekenning van subsidie. Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 14/16

15 6. Contact en overige informatie Inhoudelijke vragen Op de pagina City Deal Kennis Maken op de website van Regieorgaan SIA is de meest recente informatie te vinden. Hier vindt u ook de contactgegevens van de programmamanager. Het aanvraagformulier, het model projectvoorstel, en het begrotingsformat worden via ISAAC beschikbaar gesteld. Vragen van technische aard Hiertoe verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk. Wij raden u aan eerst de ISAAC-handleiding door te nemen voordat u contact opneemt met de helpdesk. De helpdesk van ISAAC is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van uur tot uur, via U kunt ook uw vraag per sturen naar isaac.helpdesk@nwo.nl. Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 15/16

16 Bijlage Overzicht gemeenten met bijbehorende hogescholen en universiteiten die kunnen indienen: 1. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Inholland, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit 2. Arnhem: ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Van Hall Larenstein 3. Breda: Avans Hogeschool, Breda University of Applied Sciences 4. Delft: De Haagse Hogeschool, Inholland, Technische Universiteit Delft 5. Den Bosch: Avans Hogeschool, HAS Hogeschool, Fontys Hogescholen 6. Den Haag: Inholland, De Haagse Hogeschool, Universiteit Leiden 7. Deventer: Saxion 8. Ede-Wageningen: Christelijke Hogeschool Ede, Wageningen University & Reseach 9. Enschede: Saxion, Universiteit Twente 10. Groningen: Hanzehogeschool Groningen, Rijksuniversiteit Groningen. 11. Leiden: Hogeschool Leiden, Universiteit Leiden 12. Maastricht: Zuyd Hogeschool, Universiteit Maastricht 13. Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Radboud Universiteit 14. Utrecht: Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht. 15. Rotterdam: Codarts Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Inholland, Erasmus Universiteit Rotterdam 16. Tilburg: Fontys Hogescholen, Tilburg Universiteit 17. Leeuwarden: NHL Stenden Hogeschool 18. Zwolle: Windesheim, Hogeschool Viaa, ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, Katholieke Pabo Zwolle Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA 16/16