Kortlopend onderwijsonderzoek eerste fase

Transcriptie

1 Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) Call for proposals Kortlopend onderwijsonderzoek eerste fase e ronde Den Haag, februari 2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

2 Inhoud Inhoud 1 Inleiding Achtergrond Beschikbaar budget Geldigheidsduur call for proposals 1 2 Doel 2 3 Richtlijnen voor aanvragers Wie kan aanvragen Wat kan aangevraagd worden Wanneer kan aangevraagd worden Het opstellen van het projectidee Subsidievoorwaarden Het indienen van een projectidee 8 4 Beoordelingsprocedure Procedure Criteria 12 5 Contact en overige informatie Contact Inhoudelijke vragen Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC 14

3 1 Hoofdstuk 1: Inleiding / 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) coördineert en financiert onderwijsonderzoek en bevordert de verbinding tussen wetenschappelijk onderzoek en de praktijk van het onderwijs. Zo werkt het NRO aan vernieuwing en verbetering van het onderwijs. Het NRO is onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Deze call for proposals geeft een overzicht van de procedure voor het indienen van een aanvraag in de vierde ronde Kortlopend Onderwijsonderzoek van de Programmaraad voor Praktijkgericht Onderzoek (hierna programmaraad). De procedure voor toekenning van financiering in deze ronde verloopt in twee fasen: 1. Consortia van wetenschappers en onderwijsinstellingen dienen eerst een beknopt projectidee in. De consortia met de beste ideeën voor een onderzoeksproject krijgen financiering om dit idee verder uit te werken tot een volledige onderzoeksaanvraag. 2. De consortia dienen deze plannen in en de beste uitgewerkte plannen ontvangen vervolgens financiering om het project uit te voeren. In deze call for proposals leest u aan welke eisen een projectidee in de eerste fase van toekenning voor praktijkgericht onderzoek in de ronde Kortlopend Onderwijsonderzoek moet voldoen. Alleen voorstellen van consortia die in de eerste fase van deze subsidieronde worden gehonoreerd, mogen worden uitgewerkt tot een volledige aanvraag die in de tweede fase van deze subsidieronde kan worden ingediend. De call for proposals met eisen voor de uitwerking van projectideeën tot een volledige aanvraag (de tweede fase) wordt in een later stadium gepubliceerd. De financiering kan worden aangevraagd voor voor- en vroegschoolse educatie (vve), primair en voortgezet onderwijs (po en vo), speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (so en vso) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Voor projecten in het hoger onderwijs kan geen financiering worden aangevraagd. 1.2 Beschikbaar budget Het beschikbare budget voor de gehele subsidieronde Kortlopend Onderwijsonderzoek bedraagt in totaal 2,5 miljoen euro, en per fase: 1. Eerste fase: euro (maximaal euro per aanvraag). 2. Tweede fase: euro (maximaal euro per aanvraag). 1.3 Geldigheidsduur call for proposals Deze call for proposals is geldig tot en met de sluitingsdatum dinsdag 4 april 2017, uur.

4 2 Hoofdstuk 2: Doel / 2 Doel In deze vierde ronde Kortlopend onderwijsonderzoek financiert het NRO zowel de uitwerking van projectideeën tot volledige onderzoeksaanvragen als onderzoeksprojecten met een maximale looptijd van 16 maanden. De procedure bestaat uit meerdere fasen: 1. Consortia van onderwijsinstellingen en onderzoekers dienen een beknopt projectidee in voor een onderzoeksvoorstel naar een vraagstuk dat in de onderwijspraktijk speelt. Het projectidee is een tekst van (in totaal) maximaal 1500 woorden en bevat een plan voor het uitwerken van een startvraag uit de praktijk tot een volledig onderzoeksvoorstel. Het plan bevat een beknopte beschrijving van de startvraag en de totstandkoming daarvan, de relevantie van deze vraag en het beoogde onderzoek voor praktijk en wetenschap, de partners en de werkwijze om te komen tot een uitgewerkt voorstel. Het NRO selecteert uit de aanvragen de 35 beste projectideeën. Deze consortia krijgen elk euro om hun projectidee verder uit te werken. 2. De 35 consortia werken hun projectidee uit tot een volledig onderzoeksvoorstel en dienen dit in de tweede fase van deze ronde wederom in bij het NRO. De voorstellen worden door het NRO beoordeeld en uiteindelijk kunnen de meest veelbelovende volledige onderzoeksvoorstellen (maximaal 18) financiering krijgen tussen en euro om hun project uit te voeren. Met deze fasering in de toekenning van financiering aan kortlopend onderzoek wil de programmaraad consortia meer gelegenheid geven om de samenwerking rondom praktijkgericht onderzoek goed op te zetten. Als er meer tijd is voor een goede vraagarticulatie, verkrijgen van draagvlak, uitspreken van onderlinge verwachtingen, het maken van werkbare afspraken en een goede planning en taakverdeling, zal dit naar verwachting resulteren in beter doordachte voorstellen en haalbare projecten. In deze eerste fase kunnen bijvoorbeeld ook een beknopte literatuurstudie of pilot worden uitgevoerd. De startvraag uit het projectidee is na eventuele selectie leidend, maar niet bindend. In de uitwerking van de volledige subsidieaanvraag kan blijken dat de startvraag bijvoorbeeld anders geformuleerd moet worden. Het gekozen thema is echter wel bindend en kan niet worden veranderd in het volledige onderzoeksvoorstel. Aanvragen in beide fasen van deze subsidieronde dienen aan te sluiten bij het meerjarenprogramma van het NRO en daarbinnen bij één van de volgende inhoudelijke thema s die de PPO heeft vastgesteld: 1. Vakdidactiek voor andere vakken dan taal en rekenen, zoals cultuureducatie, levensbeschouwing en bewegingsonderwijs (hoofdstuk 2); 2. De socialiserende functie van onderwijs (hoofdstuk 4); 3. Voorwaarden voor onderwijsvernieuwing, met een focus op de rol van schoolleiding en besturen (hoofdstuk 8). Het beschikbare budget van euro voor de projectideeën in de eerste fase van de procedure is als volgt over de thema s verdeeld: Vakdidactiek euro Socialiserende functie euro Onderwijsvernieuwing euro

5 3 Hoofdstuk 2: Doel / De PPO hanteert de volgende definitie van praktijkgericht onderzoek: Praktijkgericht onderzoek is onderzoek waarvan de vraagstelling wordt ingegeven door de onderwijspraktijk en wordt uitgevoerd in en met die praktijk. Praktijkgericht onderzoek levert kennis, inzichten en/of concrete producten die bijdragen aan de ontwikkeling van de onderwijspraktijk (door schoolontwikkeling en professionalisering) en aan het vergroten van de wetenschappelijke kennisbasis over onderwijs. Aanvragen in deze eerste fase dienen aan te sluiten bij deze definitie en er rekening mee te houden dat een volledig uitgewerkt onderzoeksvoorstel uiteindelijk ook aan onderstaande voorwaarden zal moeten voldoen: Het primaire doel van praktijkgericht onderzoek gefinancierd door het NRO is het vinden van antwoorden op vraagstukken uit de praktijk en daarmee bij te dragen aan de vernieuwing en verbetering van het onderwijs. Een belangrijk kenmerk van praktijkgericht onderzoek is de intensieve samenwerking tussen onderzoekers en praktijkprofessionals gedurende het gehele traject. Dit begint met het formuleren van de onderzoeksvraag en loopt door tot en met de implementatie en verdere verspreiding van de onderzoeksresultaten. Er is dus constant sprake van tweerichtingsverkeer. Een ander belangrijk kenmerk van praktijkgericht onderzoek van het NRO is dat het, naast de betekenis voor de praktijk, moet voldoen aan wetenschappelijke criteria voor onderzoekskwaliteit. De opbrengsten van praktijkgericht onderzoek dienen zo veel mogelijk bruikbaar te zijn in andere onderwijscontexten dan die waarin het onderzoek plaatsvindt. Uit de aanvraag moet duidelijk blijken in welke onderwijscontext het beoogde onderzoek wordt uitgevoerd en op welke manier het consortium werkt aan het transfereerbaar maken van de resultaten naar contexten die niet zijn onderzocht. Dit geeft andere onderwijsinstellingen de mogelijkheid de resultaten voor hun eigen praktijk te gebruiken. Tot slot geven de resultaten van praktijkgericht onderzoek sturing aan verder onderzoek. Binnen praktijkgericht onderzoek zijn meerdere vormen van onderzoek denkbaar en gewenst, mits passend bij de onderzoeksvraag. Uit de ervaringen die het NRO tot nu toe heeft opgedaan met het financieren van kortlopende projecten blijkt echter steeds weer dat projecten die zich richten op het ontwikkelen van een interventie én het testen van de effectiviteit ervan nauwelijks haalbaar zijn in een periode van 16 maanden. De programmaraad verwacht dat aanvragers hiermee rekening houden in hun projectideeën. Aanvragen die niet of onvoldoende aansluiten bij het doel van deze call lopen grote kans om niet of om als ontoereikend beoordeeld te worden. Het NRO raadt aanvragers daarom aan om alleen aanvragen in te dienen die nauw aansluiten bij de doelstelling van deze call.

6 4 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / 3 Richtlijnen voor aanvragers 3.1 Wie kan aanvragen Een projectidee voor praktijkgericht onderzoek kan worden ingediend door een consortium of een netwerk van leraren. Een consortium is een samenwerkingsverband van onderzoekers én medewerkers van onderwijsinstellingen die in Nederland gevestigd zijn. Daarnaast kunnen professionals van Nederlandse aan het onderwijs gerelateerde organisaties deel uitmaken van het consortium. Daarnaast wil de programmaraad de mogelijkheid om financiering aan te vragen in deze ronde wederom openstellen voor netwerken van leraren die samenwerken rondom een bepaald thema en daar onderzoek naar willen doen. Een dergelijk netwerk bestaat uit leraren van verschillende scholen, dit kunnen scholen voor vve, primair onderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs zijn. Docenten van instellingen voor hoger beroepsonderwijs (hbo) mogen deel uitmaken van een netwerk, maar het onderzoek mag zich niet richten op vraagstukken in het hbo. Financiering kan alleen worden aangevraagd voor onderzoek in de voor- en vroegschoolse educatie, primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs) of instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs. Het netwerk bepaalt zelf welke expertise van buiten aan het netwerk toegevoegd moet worden. Dit kunnen zowel onderzoekers als andere professionals zijn. Een aanvraag die wordt ingediend door een netwerk van leraren dient aan dezelfde beoordelingscriteria te voldoen als aanvragen die door een regulier consortium zijn ingediend. Waar in het vervolg van deze call for proposals consortium staat, kan ook netwerk van leraren gelezen worden. Waar sprake is van onderwijsinstelling kan ook school worden gelezen. Beperking van het aantal aanvragen waar men bij betrokken is Elk lid van een consortium (individuele (docent)onderzoeker, onderwijsinstelling of andere professional) mag maximaal één aanvraag indienen en dus géén deel uitmaken van een ander consortium. Met deze maatregel wil het NRO het aantal aanvragen in deze ronde beperken en daarmee de kans op honorering vergroten. Een onderwijsinstelling wordt in deze call for proposals gedefinieerd als een instelling met een uniek 6-cijferig brinnummer (vestigingsnummer). Binnen elk consortium dient één persoon als hoofdaanvrager het projectidee in. Deze persoon dient het projectidee via ISAAC in, ontvangt alle berichten van het NRO die voor het consortium bedoeld zijn tijdens de beoordelingsprocedure en is na eventuele toekenning verantwoordelijk voor de door het NRO te financieren uitwerking van het projectidee tot een aanvraag in de tweede fase van deze ronde. Deze persoon dient, na uitnodiging door het NRO, ook in de tweede fase van deze ronde het onderzoeksvoorstel in. Alleen bij uitzondering kan de hoofdaanvrager na toekenning een andere persoon aanwijzen als inhoudelijk projectleider van het onderzoek. Deze projectleider kan optreden als contactpersoon voor het NRO, met instemming van de hoofdaanvrager. De hoofdaanvrager behoudt de verantwoordelijkheid voor het project, en stemt daartoe af met de projectleider.

7 5 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Voor de volledigheid wordt hierbij opgemerkt dat leden van de programmaraden, programmacommissies en de Stuurgroep van het NRO niet van deelname aan de subsidieronde uitgesloten zijn. Zij vallen onder de geldende definities van aanvrager. In de beoordelingsprocedure is, conform de NWO Gedragscode Belangenverstrengeling, waarborging voor het omgaan met mogelijke betrokkenheid van leden van de programmaraden, programmacommissies en de Stuurgroep van het NRO ingebouwd. Leden van de beoordelingscommissie daarentegen kunnen niet tevens aanvrager in dezelfde ronde zijn. 3.2 Wat kan aangevraagd worden Voor deze eerste fase van de subsidieronde Kortlopend Onderwijsonderzoek is een totaalbudget van euro beschikbaar. Voor de uitwerking van projectideeën tot volledige aanvragen is de looptijd maximaal 6 maanden. Er is maximaal euro per consortium beschikbaar om een projectidee verder uit te werken tot een volledig onderzoeksvoorstel. De programmaraad kan hier op beleidsmatige gronden van afwijken (zie paragraaf 4.2.3). Er kan alleen subsidie worden aangevraagd ter dekking van de direct aan het project verbonden personele kosten. Alle kosten dienen inhoudelijk gemotiveerd te worden. De programmaraad behoudt zich het recht voor bij de toekenning van een subsidie, vanwege budgettaire en inhoudelijke overwegingen, niet het gehele aangevraagde budget toe te kennen. Personele kosten Subsidie kan alleen worden aangevraagd voor de salariskosten van personeel. Het betreft in elk geval de salariskosten van wetenschappelijk personeel en die van niet-wetenschappelijk personeel. Voor de personele kosten wordt onderscheid gemaakt in personeel aan onderwijsen onderzoeksinstellingen gefinancierd met publieke middelen en personeel aan overige onderzoeksinstituten. Personeel aan onderwijs- en onderzoeksinstellingen Personeel aan onderwijs- en onderzoeksinstellingen gefinancierd met publieke middelen moeten uitgaan van de volgende maximale tarieven (uur/dag) gebaseerd op de Handleiding Overheidstarieven 2017: Secretariaat 53/424 Junior/onderzoeksassistentie WP en NWP/docenten 72/576 Medior/universitair docenten/docent-onderzoekers 87/696 Senior/universitair hoofddocenten 95/760 Directie/hoogleraar/lector 119/952 De genoemde tarieven zijn gebaseerd op het kostendekkend tarief inclusief de hierbij geldende opslagen. Het kostendekkend tarief omvat het gemiddeld bruto salaris inclusief verwachte loonontwikkeling, vakantie uitkering, eindejaarsuitkering, werkgeverslasten plus een opslag voor overhead. Personeel aan overige organisaties Personeel aan overige organisaties moeten uitgaan van de volgende maximale tarieven (uur/dag) gebaseerd op de Handleiding Overheidstarieven 2017:

8 6 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Ondersteuning 55/440 Junior 81/648 Medior 130/1.040 Senior/directie 139/1.112 De genoemde tarieven zijn gebaseerd op het kosten-plus tarief exclusief btw, inclusief de hierbij geldende opslagen. Het kosten-plus tarief omvat het gemiddeld bruto salaris inclusief verwachte loonontwikkeling, vakantie uitkering, eindejaarsuitkering, werkgeverslasten, een opslag voor overhead plus een winstopslag. Op is de Handleiding Overheidstarieven 2017 te vinden met hierin een nadere toelichting op bovenstaande tarieven. In de aanvraag dient te worden aangegeven hoe de aangevraagde personele kosten verdeeld worden over de verschillende leden van het consortium (indien van toepassing) met de overwegingen achter deze verdeling. In de aanvraag worden per type personeel de tarieven opgenomen met een maximum van bovenstaande tarieven; een lager tarief mag worden opgenomen. Deze tarieven zijn vervolgens bindend. Dit betekent dat de in de aanvraag op te nemen tarieven worden aangehouden bij een eventuele toekenning en uiteindelijke subsidievaststelling. De hoofdaanvrager is verantwoordelijk voor de verdeling van het budget over de leden van het consortium. Ten behoeve van de samenwerking tussen de consortiumpartners en ter voorkoming van de afdracht van BTW kan een overeenkomst worden opgesteld. Voor een voorbeeld van een dergelijke kostendeelovereenkomst zie Materiële kosten In deze fase van de procedure kan geen subsidie worden aangevraagd ter dekking van materiële kosten. Eventuele materiële uitgaven dienen door het consortium zelf bekostigd te worden. Kennisbenutting In deze eerste fase van projectideeën is het niet nodig om budget te reserveren voor kennisbenutting. 3.3 Wanneer kan aangevraagd worden In deze financieringsronde voor Kortlopend Onderwijsonderzoek wordt gewerkt met een gefaseerde procedure met projectideeën in de eerste fase en volledige aanvragen in de tweede fase. De beste projectideeën krijgen financiering om hun aanvraag verder uit te werken tot een volledig onderzoeksvoorstel voor een kortlopend praktijkgericht onderwijsonderzoek. Hierdoor wordt de kans op honorering van goede en haalbare onderzoeksvoorstellen vergroot. Consortia die een projectidee willen dienen, moeten uiterlijk donderdag 16 maart, uur via ISAAC een intentieverklaring indienen. Het indienen van een intentieverklaring is verplicht om een projectidee in te mogen indienen. In de intentieverklaring is het verplicht om het thema waarop de aanvraag zich richt in te vullen (onder het kopje samenvatting in ISAAC). De deadline voor het indienen van een projectidee is dinsdag 4 april 2017, uur.

9 7 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / De deadline voor het indienen van een volledige aanvraag in de tweede fase is dinsdag 19 december De eisen die worden gesteld aan een volledige aanvraag worden in een aparte call for proposals gepubliceerd. 1 Deze wordt uiterlijk 1 september 2017 beschikbaar gesteld aan de geselecteerde consortia. Alleen de in de eerste fase geselecteerde consortia komen in aanmerking om een aanvraag voor een praktijkgericht onderzoeksproject in te dienen (de tweede fase). 3.4 Het opstellen van het projectidee Het projectidee is een beknopte beschrijving van een actuele vraag uit de onderwijspraktijk op één van de thema s van deze call (de startvraag), en de manier waarop een consortium tot een uitgewerkte aanvraag voor een onderzoeksproject wil komen waarin deze vraag wordt beantwoord. Een subsidieaanvraag bestaat uit twee delen: een factsheet en het aanvraagformulier. Beide delen moeten in het Nederlands worden ingevuld. De factsheet vult u direct in het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC van NWO in. Het aanvraagformulier projectidee Kortlopend Onderwijsonderzoek vindt u op de financieringspagina van dit programma op de NWO-website. Dit formulier voegt u, zodra ingevuld, als PDF-bestand toe aan de factsheet. In hoofdstuk 4 (paragraaf 4.2) staan de criteria beschreven die gehanteerd worden bij de beoordeling van uw aanvraag. Disciplinecodes Het is verplicht om in het aanvraagformulier één of meerdere disciplinecodes in te vullen die van toepassing is/zijn op het voorgestelde onderzoek. U kunt hiervoor alleen gebruik maken van de NWO disciplinecodes, te vinden via Het is verplicht om deze informatie ook in de factsheet in ISAAC in te vullen in het tabblad Algemeen bij Disciplines voor u de aanvraag indient. In zowel het aanvraagformulier als ISAAC hoort daar in ieder geval altijd de disciplinecode voor Onderwijskunde ( ) tussen te staan. De primaire of belangrijkste (sub)discipline zet u bovenaan. Dat hoeft dus niet altijd onderwijskunde te zijn. 3.5 Subsidievoorwaarden Voor zover niet geregeld in deze call for proposals zijn op alle aanvragen de NWO Regeling Subsidies en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing. 1 Om alvast een idee te krijgen van de eisen die worden gesteld aan kortlopend praktijkgericht onderzoek kunt u de website van het NRO raadplegen:

10 8 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Na toekenning Uiterste startdatum Een toegekend project voor de uitwerking van een onderzoeksvoorstel dient uiterlijk op 1 september 2017 te starten, anders kan het subsidiebesluit worden ingetrokken. Voor de start van het project stuurt u de volgende startdocumenten toe aan het NRO: - Een volledig ingevuld en ondertekend projectmeldingsformulier (PMF). - Een formulier intentieverklaring ondertekend door alle partners in het consortium. U kunt alle documenten downloaden via Tussentijdse wijzigingen melden Op hoofdaanvragers van wie een project is gehonoreerd, rust de verplichting om, conform de algemene subsidievoorwaarden, eventuele afwijkingen in de planning of uitvoering van het onderzoek onmiddellijk en met redenen omkleed voor te leggen aan het NRO-bureau. Volgen voortgang Het NRO houdt tussentijds contact met het consortium en is beschikbaar voor vragen over de uitwerking van het projectidee tot een volledige onderzoeksaanvraag. Tussentijdse wijzigingen of problemen in de voortgang Het NRO gaat ervan uit dat het project vanaf de start wordt uitgevoerd door het consortium dat de aanvraag heeft ingediend. Van de projectleider wordt verwacht dat deze direct melding maakt van onvoorziene gebeurtenissen en wijzigingen in de samenstelling van het consortium of tussentijdse koerswijzigingen in het onderzoek. De programmaraad dient akkoord te gaan met dergelijke wijzigingen. Indien deze niet akkoord gaat, kan de financiering worden ingetrokken. Afronding Aan het eind van de subsidieperiode dient het consortium een uitgewerkt onderzoeksvoorstel in, volgens de call for proposals die het NRO daartoe beschikbaar stelt. De deadline hiervoor is 19 december Het indienen van een projectidee Het indienen van een projectidee bij NWO kan alleen via ISAAC, het elektronisch aanvraagsysteem. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen ISAAC-account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient deze dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit is om eventuele aanmeldproblemen nog op tijd te kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een ISAAC-account heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen. Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

11 9 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Wanneer een hoofd- en/of medeaanvrager bij een organisatie werkt die niet is opgenomen in de database van ISAAC, kan dit gemeld worden bij het NRObureau via ppo@nro.nl. De organisatie zal dan worden toegevoegd. Aangezien enige dagen nodig zijn om het verzoek te verwerken, dient dit uiterlijk een week voor de deadline gemeld te worden. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC helpdesk, zie paragraaf

12 10 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / 4 Beoordelingsprocedure 4.1 Procedure De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag voor de uitwerking van het projectidee in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze call for proposals toegepast. Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de NWO-code belangenverstrengeling van toepassing. NWO voorziet alle projectideeën van een kwalificatie. Deze kwalificatie wordt aan de hoofdaanvrager bekend gemaakt bij het besluit over al dan niet toekennen van subsidie. Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, dient het projectidee als geheel, en op elk van de drie onderliggende criteria, ten minste de kwalificatie goed te krijgen. Voor meer informatie over de kwalificaties zie: De procedure bestaat uit de volgende stappen: Indiening van intentieverklaringen Indiening van projectidee In behandeling nemen van de het projectidee Beoordeling door de beoordelingscommissie Besluitvorming programmaraad Vanwege de geringe omvang van de subsidie en het beperkte tijdpad is besloten gebruik te maken van de mogelijkheid gegeven bij Artikel van de NWOregeling subsidies (versie 1 december 2015) om een afwijkende selectieprocedure te volgen ten aanzien van advisering, beoordeling en besluitvorming. Deze afwijking houdt in dat de beoordelingsprocedure van de eerste fase zonder inschakeling van referenten en weerwoord zal worden uitgevoerd. Voorselectie Bij grote aantallen aanvragen kan de programmaraad ervoor kiezen om een voorselectie te houden (Art NWO Regeling subsidies). Hierbij is het aantal ingediende aanvragen vier maal groter dan het aantal honoreringen. Bij een voorselectie worden de aanvragen globaal op de beoordelingscriteria beoordeeld. Vervolgens besluit de programmaraad de minder kansrijke aanvragen terzijde te schuiven. Indiening van intentieverklaringen Door middel van een intentieverklaring geeft u aan dat u een aanvraag wilt indienen voor deze call for proposals. De intentieverklaring is bedoeld om de aanvragers te informeren over het te verwachten aantal aanvragen en om het bureau te informeren ten behoeve van volgende stappen in de procedure. Intentieverklaringen dienen uiterlijk donderdag 16 maart, uur via ISAAC ingediend te zijn. Het indienen van een intentieverklaring is verplicht. Ontvangst van de intentieverklaring zal bevestigd worden aan de hoofdaanvrager. Het is mogelijk om een intentieverklaring in te trekken, u wordt gevraagd om dit via ISAAC aan het NRO kenbaar te maken.

13 11 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Indiening van projectideeën Voor indiening van het projectidee is een standaardformulier beschikbaar. Aanvragers dienen zich te houden aan de in dit formulier opgenomen vragen en de toelichting hierop, alsmede aan de richtlijnen voor het maximale aantal woorden en pagina s. Volledig ingevulde aanvraagformulieren dienen uiterlijk dinsdag 4 april 2017, uur via ISAAC ingediend te zijn. Na genoemd tijdstip is indiening niet meer mogelijk. Na ontvangst van de aanvraag ontvangt de indiener hiervan een bevestiging. In behandeling nemen van de aanvraag Zo spoedig mogelijk na indiening van het projectidee krijgt de hoofdaanvrager bericht over het al dan niet in behandeling nemen van de aanvraag. Het NROsecretariaat bepaalt dat aan de hand van een aantal administratief-technische criteria. Deze staan vermeld in paragraaf Een aanvraag die niet voldoet aan één van de genoemde criteria, wordt niet in behandeling genomen. Preadvisering beoordelingscommissie De beoordelingscommissie wordt door de programmaraad ingesteld en bestaat uit een mix van experts uit de wetenschap en de onderwijspraktijk. De leden worden gekozen op basis van expertise en niet-betrokkenheid bij de aanvragen. Elke aanvraag wordt allereerst voor commentaar voorgelegd aan enkele leden van de beoordelingscommissie (de preadviseurs). De preadviseurs geven schriftelijk een inhoudelijk en beargumenteerd commentaar op het projectidee. Zij formuleren dit commentaar aan de hand van de beoordelingscriteria, die vermeld staan in paragraaf Daarnaast geven de preadviseurs voor elk hoofdcriterium een score. De preadviseurs mogen niet betrokken zijn bij de aanvragen waarover zij adviseren. Beoordeling door de beoordelingscommissie De aanvragen en preadviezen fungeren als startpunt voor de vergadering van de beoordelingscommissie. De commissie stelt naar aanleiding van de bespreking een schriftelijk advies op voor de programmaraad over de kwaliteit en prioritering van de aanvragen, uitgaande van de beoordelingscriteria. Het projectidee als geheel en de onderliggende drie criteria (zie ) dienen ten minste als goed beoordeeld te worden om in aanmerking te komen voor honorering. Besluitvorming door de programmaraad Het advies van de beoordelingscommissie wordt door de programmaraad getoetst. Vervolgens stelt de programmaraad de definitieve kwalificaties vast en besluit hij welke aanvragen voor honorering in aanmerking komen. Er kunnen naar verwachting 35 aanvragen voor de uitwerking van het projectidee gehonoreerd worden. Daarbij kan de programmaraad beleidsmatige overwegingen in aanmerking nemen (zie paragraaf 4.2.3). Bezwaar en beroep Voor het indienen van formele bezwaren tegen beslissingen in het kader van de subsidieronde Kortlopend Onderwijsonderzoek staan, waar van toepassing, de geldende bezwaar- en beroepsprocedures open. Tijdpad Publicatie van de call for proposals februari 2017 Indiening van intentieverklaringen 16 maart 2017 Indiening van projectidee 4 april 2017 In behandeling nemen van het projectidee april 2017

14 12 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Beoordeling door de beoordelingscommissie mei 2017 Besluitvorming programmaraad begin juli 2017 Publicatie call tweede fase augustus 2017 Uiterlijke start uitwerkingen 1 september 2017 Einde projecten 19 december 2017 Aanpassingen procedure Het kan zijn dat het NRO het noodzakelijk acht om tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in de werkwijze of het tijdpad van deze subsidieronde aan te brengen. Eventuele aanpassingen in de procedure zullen aan de aanvragers worden gecommuniceerd. 4.2 Criteria Formele ontvankelijkheidscriteria Om in aanmerking te komen voor toelating tot de beoordelingsprocedure dient iedere aanvraag te voldoen aan een aantal formele voorwaarden, zoals hieronder beschreven. Aanvragen zullen eerst op deze voorwaarden worden getoetst. Alleen aanvragen die aan de onderstaande voorwaarden voldoen zullen tot de beoordelingsprocedure worden toegelaten: - Het projectidee is opgesteld in het formulier projectidee Kortlopend Onderwijsonderzoek. - Het aanvraagformulier is, na eventueel verzoek tot aanvulling of wijziging, juist, in het Nederlands, compleet en volgens de instructies ingevuld. - Voor het projectidee is tijdig een intentieverklaring ingediend. - Het projectidee is tijdig ingediend via het ISAAC-account van de hoofdaanvrager. - Het projectidee valt binnen één van de drie thema s van deze call for proposals, en betreft hetzelfde thema als aangegeven in de intentieverklaring. - Het consortium voldoet aan de eisen zoals genoemd in 3.1. van deze call. - De begroting is volgens de richtlijnen in de call for proposals opgesteld. - De periode waarover subsidie wordt aangevraagd is maximaal 6 maanden, start uiterlijk op 1 september 2017 en eindigt op 19 december Inhoudelijke beoordelingscriteria De projectideeën voor deze call for proposals worden inhoudelijk door de beoordelingscommissie beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: 1. Praktijkrelevantie (30%) a. De startvraag is expliciet besproken met de praktijkpartners in het consortium en komt direct voort uit de vragen en problemen waarmee deze zich geconfronteerd zien. b. De startvraag (en de oplossingen daarvoor) is ook relevant voor scholen buiten het consortium. 2. Wetenschappelijke relevantie (30%) a. De startvraag sluit aan bij één van de thema s in hoofdstuk 2 van deze call. b. Een antwoord op de startvraag draagt naar verwachting bij aan het vergroten van de wetenschappelijke kennisbasis over het onderwijs op dit thema.

15 13 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / 3. Plan van aanpak (40%) a. In het plan van aanpak is de voorgestelde werkwijze en planning om te komen tot een uitgewerkt onderzoeksvoorstel efficiënt en doelmatig. b. In het plan van aanpak zijn de rollen en taken in het consortium helder beschreven en zijn medewerkers uit de onderwijspraktijk actief betrokken. c. De raming van de aangevraagde personele middelen is redelijk voor het plan en voldoende adequaat beargumenteerd. Op alle criteria dient ten minste sprake te zijn van een kwalificatie goed om in aanmerking te komen voor subsidietoekenning Beleidsmatige overwegingen Bij de honorering van de projectideeën kan de programmaraad naast de kwaliteitscriteria ook de volgende beleidsmatige overwegingen in aanmerking nemen: - Spreiding over de thema s indien een onderzoeksthema geen subsidiabele projectideeën heeft opgeleverd. - Spreiding over onderwijssectoren.

16 14 Hoofdstuk 5: Contact en overige informatie / 5 Contact en overige informatie 5.1 Contact Inhoudelijke vragen Voor inhoudelijke vragen over deze ronde Kortlopend Onderwijsonderzoek en deze call for proposals neemt u contact op met: Dorien Aartsma Beleidsmedewerker T: , E: ppo@nro.nl Secretariaat T: , E: ppo@nro.nl Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC Op vindt u de ISAAC-handleiding. Deze is als pdf te openen. In dit document vindt u algemene informatie over het gebruik van ISAAC en specifieke informatie voor aanvragers, referenten, commissieleden en projectleiders. Bij technische vragen betreffende het gebruik van ISAAC neemt u contact op met de ISAAC-helpdesk. Leest u eerst de handleiding voordat u de helpdesk om raad vraagt! Bereikbaarheid ISAAC-helpdesk: van maandag t/m vrijdag van tot uur, telefoonnummer Helaas ondersteunen niet alle buitenlandse providers het bellen naar U kunt ook uw vraag per sturen aan isaac.helpdesk@nwo.nl. U krijgt dan binnen twee werkdagen per antwoord.

17 Uitgave: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Bezoekadres: Laan van Nieuw Oost-Indië CE Den Haag februari 2017