Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur 2 juli Nummer vragenreeks: 1

Transcriptie

1 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 Nummer vragenreeks:

2 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. / Aan de KU Leuven, Universiteit Antwerpen en Universiteit Gent namen in totaal 4 aspirant-studenten deel aan de ijkingstoets bio-ingenieur. In onderstaande figuur kan je de verdeling zien van de scores van deze toets. De gemiddelde score is gelijk aan 9,/. 49% van de deelnemers is geslaagd op deze toets. Hieronder vind je de vragen, het juiste antwoord, het percentage dat de vraag juist heeft beantwoord en het percentage dat de vraag blanco heeft gelaten.

3 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. / Vraag van 84 is gelijk aan: (A) 44 (B) 4 (C) 87 (D) 5 juist beantwoord: 87 % blanco: % Vraag Beschouw het punt a met co ordinaten ( 7cos7, 5sin5) (hoeken in radialen). Waar situeert het punt a zich? (A) in het eerste kwadrant (x >, y > ) (B) in het tweede kwadrant (x <, y > ) (C) in het derde kwadrant (x <, y < ) (D) in het vierde kwadrant (x >, y < ) Oplossing: C juist beantwoord: 47 % blanco: 5 % Vraag Een re eel getal x moet voldoen aan de volgende voorwaarde: De afstand van x tot 4 is strikt kleiner dan de afstand van x tot. Welke ongelijkheid beschrijft deze voorwaarde? (A) x + 4 < x (B) x 4 < x + (C) x 4 < x + (D) 4 x < x juist beantwoord: 66 % blanco: 4 %

4 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. / Vraag 4 Waaraan is volgende uitdrukking gelijk: e ln()+ (A) 6e (B) e6 (C) 8e (D) 4e juist beantwoord: 79 % blanco: % Vraag 5 Z Definieer de integraal I = (A) I < x dx. Welk van volgende uitspraken is waar? x 9 (B) I < (C) I = (D) I > juist beantwoord: 47 % blanco: 4 % Vraag 6 Wanneer calciumhydroxide (Ca(OH) ) en fosforzuur (H PO4 ) worden gemengd, dan wordt het zout Ca (PO4 ) gevormd. Hoeveel mol van het zout kan maximaal gevormd worden wanneer men mol van de base met mol van het zuur bij elkaar brengt? (A) (B) / (C) / (D) Oplossing: C juist beantwoord: 69 % blanco: % Vraag 7 Het is Pasen en opa gaat voor zijn kleinkinderen kuikentjes kopen bij een lokale handelaar. In e en hok heeft hij kuikentjes waarvan 7 hennetjes en haantjes. Wat is de kans dat, als hij er willekeurig twee uitneemt, het beiden hennetjes zijn? (A) 7 (B) Oplossing: C juist beantwoord: 8 % blanco: % 5 (C) 7 5 (D) 49

5 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. 4/ Vraag 8 Voor een ideaal gas wordt het verband tussen de druk P (uitgedrukt in Pa), het volume V (uitgedrukt in m ) en de temperatuur T (uitgedrukt in K) gegeven door: P V = nrt met n het aantal mol en R = 8,4 J/(mol.K). Op onderstaande figuur is het volume weergegeven in functie van de druk voor twee isotherme processen van een ideaal gas. Het aantal mol is voor beide processen hetzelfde. De temperatuur van de onderste curve is gelijk aan 7 C. Waaraan is de temperatuur van de bovenste curve gelijk? (A) 9 C (B) 8 C (C) 54 C (D) 67 C juist beantwoord: 7 % blanco: 6 % Vraag 9 Gegeven de driedimensionale ruimte met een cartesiaans assenstelsel xyz, oorsprong O en het punt P (,, ). Welk van de volgende vectoren staat loodrecht op de vector OP? (A) OA( 6, 7, ) (B) OB( 6, 7, ) (C) OC( 6, 7, ) (D) OD( 6, 7, 4) Oplossing: C juist beantwoord: 75 % blanco: 4 %

6 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. 5/ Vraag Waaraan is het functievoorschrift van onderstaande sinuso ıde gelijk? (A) f (x) = sin( x π ) + (B) f (x) = sin( x + π ) + (C) f (x) = sin( 4 x + π ) + (D) f (x) = sin( 4 x π ) + juist beantwoord: 6 % blanco: 7 % Vraag Een sterk zuur HCl wordt opgelost in water. Men meet de ph (= log[h + ]) en die is gelijk aan,. Aan ml van deze oplossing wordt 4 ml zuiver water toegevoegd (ph = 7,). Wat is de ph in die nieuwe oplossing? (A) 6, (B), (C),7 (D), Oplossing: C juist beantwoord: 6 % blanco: 4 % Vraag Beschouw de functie f : R R waarvan de grafiek gegeven is in onderstaande figuur. y y = f (x) 4 x

7 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. 6/ Verder is de functie g gegeven door g : R R : t 7 g(t) = f (t). Waaraan is de afgeleide g () gelijk? (A) - (B) - (C) (D) Oplossing: A juist beantwoord: % blanco: % Vraag Gegeven de functies f : R R en g : R R met als grafiek onderstaande figuur. f (x) x g(x) Welk van onderstaande grafieken is de grafiek van het product p van deze functies p : R R : x 7 p(x) = f (x) g(x)? (A) x (B) x (C) juist beantwoord: 89 % blanco: 4 % (D) x x

8 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. 7/ Vraag 4 Welke functionele groep komt niet voor in deze molecule? (A) ester (B) zuur (C) amine (D) alcohol Oplossing: A juist beantwoord: 7 % blanco: % Vraag 5 In opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij wordt het grondwater getest dat door particulieren wordt opgepompt uit een eigen waterput. Uit onderzoek blijkt dat 4% van de waterstalen te veel nitraten bevat. 5% van de waterstalen die te veel nitraten bevat, bevat ook te veel bacteri en. Van alle waterstalen die te veel bacteri en bevatten, bevatten er 6% ook te veel nitraten. Welke fractie van alle waterstalen die niet te veel nitraten bevat, bevat ook niet te veel bacteri en? (A) 9 (B) 4 5 (C) 4 5 (D) 7 5 juist beantwoord: 4 % blanco: 44 % Vraag 6 De rij getallen xn, met n N, wordt recursief gedefinieerd: x =, en xn = e xn voor n. X Bereken ln xi. i= (A) (B) 5 (C) 55 (D)

9 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. 8/ Oplossing: C juist beantwoord: 5 % blanco: % Vraag 7 b Van de matrices A = +a de re ele getallen a en b? en B = b is gegeven dat A B = B A. Wat kan je besluiten over a (A) niets (B) a = en b = (C) a is willekeurig en b = (D) a = en b is willekeurig juist beantwoord: 4 % blanco: % Vraag 8 Afvoerbuizen met een diameter van, cm worden gestapeld zoals aangegeven op onderstaande figuur. De afvoerbuizen zijn gestapeld in drie lagen tot een hoogte h. Welk van onderstaande alternatieven is de beste benadering voor deze hoogte h? h (A) h = 6,4 cm (B) h = 6,7 cm (C) h = 7, cm (D) h = 7, cm juist beantwoord: 4 % blanco: 4 % Vraag 9 Beschouw de hydratatie van ethyleen met water ter vorming van ethanol bij 76 C met alle componenten in de gasfase: CH CH (g) + H O(g) ) * CH CH OH(g) In een reactievat worden bij evenwicht volgende partieeldrukken opgemeten:,8 bar ethanol,,6 bar ethyleen en,6 bar waterdamp. De totale druk is dus bar. Stel nu dat het volume van het reactievat gehalveerd wordt en de temperatuur van het systeem constant wordt gehouden. Welke stelling is juist?

10 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. 9/ (A) De reactie verschuift naar rechts en na chemisch evenwicht is de druk gelijk aan de oorspronkelijke druk van bar. (B) De nieuwe druk na chemisch evenwicht is bar. (C) Het chemisch evenwicht verschuift naar links en de nieuwe druk na chemisch evenwicht is hoger dan bar. (D) Het chemisch evenwicht verschuift naar rechts en de nieuwe druk na chemisch evenwicht situeert zich ergens tussen en bar. juist beantwoord: 4 % blanco: 7 % Vraag Neem het complexe getal z = van z is dan gelijk aan: (A) 6 7 (B) ( 6+i) 6 i met i =. De som van het re eel deel van z en het imaginair deel (C) 7 + (D) juist beantwoord: 5 % blanco: 56 % Vraag Gegeven de driedimensionale ruimte met een cartesiaans assenstelsel xyz met daarin het vlak v met vergelijking x + y + z = en het vlak w met vergelijking x y =. De rechte l is de doorsnede van de vlakken v en w. De rechte m is de rechte door het punt P (,, ), evenwijdig met de rechte l. Welk van de volgende punten ligt op deze rechte m? (A) A(,, ) (B) B(,, ) juist beantwoord: 5 % blanco: 6 % (C) C(,, ) (D) D(,, )

11 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. / Vraag Beschouw de kromme xy + x y =. De waarde van de afgeleide y in een punt van de kromme met x = is: (A) (B),5 (C) -6 (D) 6 Oplossing: A juist beantwoord: 6 % blanco: 6 % Vraag Een cargoschip van 4 m lang vaart met een snelheid van km/h. Een speedboot vaart in dezelfde richting als het cargoschip met een snelheid van 7 km/h en haalt dit cargoschip in. Welk van volgende uitspraken is juist? (A) De speedboot doet er minder dan 5 seconden over om het cargoschip in te halen en legt een afstand af van minder dan 65 m om dit cargoschip in te halen. (B) De speedboot doet er minder dan 5 seconden over om het cargoschip in te halen en legt een afstand af van meer dan 65 m om dit cargoschip in te halen. (C) De speedboot doet er meer dan 5 seconden over om het cargoschip in te halen en legt een afstand af van minder dan 65 m om dit cargoschip in te halen. (D) De speedboot doet er meer dan 5 seconden over om het cargoschip in te halen en legt een afstand af van meer dan 65 m om dit cargoschip in te halen. juist beantwoord: 5 % blanco: 6 % Vraag 4 In een elektrisch circuit is een weerstand zo geschakeld dat het verband tussen de stroom I door deze weerstand en de tijd t gegeven is door I = I ( e t/τ ). Hierbij zijn I en τ positieve constanten die bepaald worden door de andere componenten aanwezig in het circuit. Welke van onderstaande figuren toont de grafiek van dit verband?

12 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. / I I I I (A) (B) t I I t t I I (C) (D) t Oplossing: A juist beantwoord: 44 % blanco: 9 % Vraag 5 Op een transportband liggen balkvormige pakjes zoals aangegeven op de figuur. Alle pakjes liggen zodanig dat ze de rand van de transportband raken. Het grondvlak van elk pakje heeft afmetingen l b, met l > b. De ribbe met lengte l maakt een hoek α met de rand van de transportband. Voor elk pakje voldoet deze hoek aan α π6. Wat is de minimale breedte d van de transportband opdat de pakjes nooit over de rand uitsteken? α l d b l+b (A) (B) l + b (C) l+ b (D) (l + b) Oplossing: C juist beantwoord: 9 % blanco: 4 % Vraag 6 Een vlakke glijbaan van 8 cm lang wordt ondersteund door steunpunten op respectievelijk 5 cm en 6 cm hoogte ten opzichte van een horizontale grond. Beide steunpunten staan op een horizontale afstand van cm uit mekaar. De glijbaan wordt zo geplaatst dat beide steunpunten even ver van het midden van de glijbaan verwijderd zijn. Bepaal de hoogte h van het laagste punt van de glijbaan ten opzichte van de grond. De figuur hieronder is een principetekening en is niet op schaal getekend.

13 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. / cm 5 cm 8 6 cm cm (A) h = 4 cm (B) h = 45 cm h (C) h = 48 cm (D) h = 5 cm juist beantwoord: 4 % blanco: 4 % Vraag 7 Gegeven de functie f : R R : x 7 f (x) = ex x. De raaklijn in het punt (a, f (a)) aan de grafiek van f gaat door de oorsprong. Bepaal de richtingsco effici ent van deze raaklijn. (A) (B) e (C) e (D) + e juist beantwoord: 48 % blanco: 9 % Vraag 8 y Op bijgaande figuur is de parabool met als vergelijking y = x en het punt A(, 4) afgebeeld. Wat is de vergelijking van de rechte door de oorsprong die het ingekleurde gebied begrensd door de y-as, de parabool, en de horizontale rechte y = 4 in twee even grote delen verdeelt? A 4 (A) y = x (B) y = x (C) y = 4x (D) y = 6 x x

14 Resultaten IJkingstoets Bio-ingenieur juli 8 - p. / Oplossing: A juist beantwoord: 8 % blanco: 9 % Vraag 9 Twee vaten wijn staan naast elkaar, links een vat rode wijn, rechts een vat witte wijn. Beide vaten bevatten eenzelfde volume. Met een beker neemt men een hoeveelheid rode wijn en mengt die bij de witte wijn. Na menging, neemt men met dezelfde beker eenzelfde hoeveelheid uit het mengsel, brengt die terug naar het vat rode wijn en mengt dat opnieuw. Beide vaten bevatten nu opnieuw evenveel wijn. Welk van onderstaande stellingen is juist? (A) De fractie rode wijn in het rechtse vat is dezelfde als de fractie witte wijn in het linkse vat. (B) De fractie rode wijn in het rechtse vat is hoger dan de fractie witte wijn in het linkse vat. (C) De fractie rode wijn in het rechtse vat is lager dan de fractie witte wijn in het linkse vat. (D) Men kan de fracties niet vergelijken tussen beide vaten omdat de volumes van de beker en het vat niet gekend zijn. Oplossing: A juist beantwoord: % blanco: % Vraag De functie f : R R : x 7 f (x) = e x bereikt in het punt (a, f (a)) een absoluut minimum. Bepaal f (a). (A) f (a) = (B) f (a) = juist beantwoord: 46 % blanco: % (C) f (a) = e (D) f (a) = e