Vragen risico-indicatoren Kleinschalige jeugdhulp

Transcriptie

1 Vragen risico-indicatoren Kleinschalige jeugdhulp Vragenlijst onderdeel B, V Er worden vragen over verschillende onderwerpen gesteld. Elk onderwerp wordt ingeleid door een korte toelichting. m de vragen op een juiste wijze te kunnen beantwoorden, is het van belang de toelichting te lezen voordat u de vragen beantwoordt. Voor de verdere verduidelijking van bepaalde begrippen is een? op enkele plaatsen in de vragenlijst toegevoegd. Als u uw muiscursor boven de? beweegt, wordt de toelichting getoond. U wordt verzocht bij de beantwoording informatie over het kalenderjaar 2016 te gebruiken, tenzij anders aangegeven. Bij een deel van de vragen kunt u de optie aankruisen. Probeert u die optie zo min mogelijk te gebruiken. Het is mogelijk de antwoorden op de vragen tussentijds op te slaan door op de knop 'Tussentijds bewaren' te klikken. De (deels) ingevulde vragenlijst wordt opgeslagen en afgesloten. m op een later moment weer bij de vragenlijst te komen, logt u opnieuw in met de aan u verstrekte gebruikersnaam en het wachtwoord. Zolang niet alle vragen zijn beantwoord, kunt u voor- en achteruit bladeren via de knoppen Verder en Terug onderaan elke pagina Gebruik hiervoor niet de vooruit- en terugknoppen van uw webbrowser bovenin uw scherm. Mocht u vragen hebben, dan kunt u per mail contact opnemen via indicatoren@inspectiejz.nl of bellen naar , waarbij u vraagt naar de contactpersoon voor de vragenlijst risicoindicatoren. Kleinschalige jeugdhulp nder kleinschalig jeugdhulp vallen de gezinshuizen, logeerhuizen en zorgboerderijen waar (ook) wordt overnacht. Een gezinshuis is een kleinschalige vorm van hulp en zorg voor uithuisgeplaatste jeugdigen. In een gezinshuis wonen gemiddeld 3 tot 6 jeugdigen samen met de gezinshuisouders, al dan niet met eigen kinderen, in een normaal huis in een reguliere woonomgeving. De gezinshuisouders zijn de vaste opvoeders en vormen de vaste basis. Ze bieden naast veiligheid en rust ook professionele begeleiding. Een logeerhuis zorgt voor tijdelijke opvang van jeugdigen met uiteenlopende zorgvragen. Het doel van een logeerhuis is het tijdelijk ontlasten van de familieleden van de dagelijkse zorg. Een logeerhuis is meestal onderdeel van een aanbieder van jeugdhulp, maar kan ook door ouders zijn opgezet. Vaak is een logeerhuis een grote eengezinswoning in een reguliere woonomgeving. De logé wordt betrokken bij de dagelijkse bezigheden voor zover dat mogelijk is. Een zorgboerderij is een agrarisch bedrijf dat, onder andere ruimte biedt aan jeugdigen die hulp, zorg of begeleiding nodig hebben. Binnen een zorgboerderij wordt bijvoorbeeld landbouw of veeteelt en zorg en/of jeugdhulp gecombineerd, waarbij zorgboeren bij hun bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling rekening houden met de mogelijkheden en doelen van de deelnemers. Als u als aanbieder meerdere vormen van kleinschalige jeugdhulp aanbiedt, vult u de vragen in voor alle vormen tezamen. Als u bijvoorbeeld één gezinshuis heeft, dan vult u de vragen in voor 1

2 het gezinshuis. Als u als aanbieder meerdere gezinshuizen of logeerhuizen onder zich heeft, vult u de vragen in voor de locaties tezamen. Het kan zijn dat uw als zorgboerderij jeugdhulp met verblijf en daghulp aanbiedt, dan vult u de vragen in met beide hulpvormen in het achterhoofd. Algemene gegevens Hieronder is de naam ingelezen uit het registratiesysteem van de inspectie. U kunt dit hier niet wijzigen. Als de naam niet klopt kunt u, via de mail, contact opnemen met de inspectie. B0.1 Naam aanbieder B0.2 Naam contactpersoon B0.3 Tel.nummer contactpersoon B0.4 Mailadres contactpersoon Het mailadres wordt gebruikt voor het automatisch toezenden van een ontvangstbevestiging en een afschrift van de vragenlijst. B0.5 Welke vorm(en) van kleinschalige jeugdhulp bood u in 2016? Het is mogelijk om meerdere antwoorden aan te kruisen. gezinshuis Vul vraag B0.6 tot en met B0.9 in. logeerhuis Vul vraag B0.10 tot en met B0.13 in. zorgboerderij Vul vraag B0.14 tot en met B0.17 in. B0.6 Hoeveel gezinshuizen vielen er in onder u als aanbieder? gezinshuizen één gezinshuis 1 U telt alle gezinshuizen mee die heel 2016 en die een deel van 2016 onder u als aanbieder vielen. 2

3 B0.7 Verbleven er in 2016 jeugdigen in het gezinshuis / de gezinshuizen waarvan de hulp in het kader van jeugdhulp door de gemeente werd gefinancierd 2? nder 'jeugdige' wordt in dit verband een persoon verstaan die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, of die tussen de 18 en de 23 jaar is en bij wie hulpverlening nog steeds noodzakelijk is. ja nee B0.8 Verblijven er in 2017 jeugdigen in het gezinshuis / de gezinshuizen waarvan de hulp in het kader van jeugdhulp door de gemeente werd gefinancierd 3? ja nee nog B0.9 pmerkingen B0.10 Hoeveel logeerhuizen vielen er in onder u als aanbieder? logeerhuizen één logeerhuis B0.11 Verbleven er in 2016 jeugdigen in het logeerhuis / de logeerhuizen waarvan de hulp in het kader van jeugdhulp door de gemeente werd gefinancierd 5? nder 'jeugdige' wordt in dit verband een persoon verstaan die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, of die tussen de 18 en de 23 jaar is en bij wie hulpverlening nog steeds noodzakelijk is. ja nee B0.12 Verblijven er in 2017 jeugdigen in het logeerhuis / de logeerhuizen waarvan de hulp in het kader van jeugdhulp door de gemeente werd gefinancierd 6? ja nee nog 2 Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen direct en indirect door de gemeente gefinancierde jeugdhulp. Er is sprake van indirect gefinancierde jeugdhulp als u onderaannemer bent en de hoofdaannemer bekostiging vanuit jeugdhulp ontvangt van de gemeente. U ontvangt de bekostiging van de hoofdaannemer. 3 Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen direct en indirect door de gemeente gefinancierde jeugdhulp. Er is sprake van indirect gefinancierde jeugdhulp als u onderaannemer bent en de hoofdaannemer bekostiging vanuit jeugdhulp ontvangt van de gemeente. U ontvangt de bekostiging van de hoofdaannemer. 4 U telt alle logeerhuizen mee die heel 2016 en die een deel van 2016 onder u als aanbieder vielen. 5 Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen direct en indirect door de gemeente gefinancierde jeugdhulp. Er is sprake van indirect gefinancierde jeugdhulp als u onderaannemer bent en de hoofdaannemer bekostiging vanuit jeugdhulp ontvangt van de gemeente. U ontvangt de bekostiging van de hoofdaannemer. 6 Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen direct en indirect door de gemeente gefinancierde jeugdhulp. Er is sprake van indirect gefinancierde jeugdhulp als u onderaannemer bent en de hoofdaannemer bekostiging vanuit jeugdhulp ontvangt van de gemeente. U ontvangt de bekostiging van de hoofdaannemer. 3

4 B0.13 pmerkingen B0.14 Hoeveel zorgboerderijen vielen er in onder u als aanbieder? zorgboerderijen één zorgboerderij B0.15 Verbleven er in 2016 jeugdigen op de zorgboerderij(en) waarvan de hulp in het kader van jeugdhulp door de gemeente werd gefinancierd 8? nder 'jeugdige' wordt in dit verband een persoon verstaan die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, of die tussen de 18 en de 23 jaar is en bij wie hulpverlening nog steeds noodzakelijk is. ja nee B0.16 Verblijven er in 2017 jeugdigen in de zorgboerderij(en) waarvan de hulp in het kader van jeugdhulp door de gemeente werd gefinancierd 9? ja nee nog B0.17 pmerkingen Vervolg vragenlijst Als u hebt aangegeven dat in 2016 geen jeugdigen verbleven op uw locatie(s) waarvan de hulp door de gemeente werd gefinancierd in het kader van jeugdhulp, hoeft u verder geen vragen meer in te vullen en kunt u verder naar vraag B7.1. Als u hebt aangeven dat u als aanbieder in 2016 op verschillende locaties jeugdhulp bood in één of meerdere gezinshuizen, logeerhuizen en/of zorgboerderijen waarvan de jeugdhulp door de gemeente werd gefinancierd, gaat u verder met vraag B1.1. De term locatie(s) die in een deel van de vragenlijst wordt gebruikt, verwijst dus naar al uw locaties waar door de gemeente gefinancierd jeugdhulp werd geboden. 7 U telt alle zorgboerderijen mee die heel 2016 en die een deel van 2016 onder u als aanbieder vielen. 8 Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen direct en indirect door de gemeente gefinancierde jeugdhulp. Er is sprake van indirect gefinancierde jeugdhulp als u onderaannemer bent en de hoofdaannemer bekostiging vanuit jeugdhulp ontvangt van de gemeente. U ontvangt de bekostiging van de hoofdaannemer. 9 Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen direct en indirect door de gemeente gefinancierde jeugdhulp. Er is sprake van indirect gefinancierde jeugdhulp als u onderaannemer bent en de hoofdaannemer bekostiging vanuit jeugdhulp ontvangt van de gemeente. U ontvangt de bekostiging van de hoofdaannemer. 4

5 Jeugdigen en medewerkers Hieronder staan vragen over het aantal jeugdigen dat in 2016 bij u als aanbieder was geregistreerd en het aantal medewerkers dat in 2016 bij u als aanbieder werkzaam was. nder 'jeugdige' wordt in dit verband een persoon verstaan die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, of die tussen de 18 en de 23 jaar is en bij wie hulpverlening nog steeds noodzakelijk is. Zie voor de exacte definiëring van jeugdige artikel 1 van de Jeugdwet. nder 'medewerker' wordt in dit verband verstaan personeel (in loondienst) met een cliëntgebonden functie, dus inclusief eventuele eigenaren en oproepkrachten met een cliëntgebonden functie, maar exclusief eventuele stagiairs en uitzendkrachten. Vraag B1.1 tot en met B1.4 alleen invullen als u bij vraag B0.5 hebt gekozen voor de optie gezinshuis en bij vraag B0.7 voor de optie ja. B1.1 Hoeveel jeugdigen 10 telde uw gezinshuis / telden de gezinshuizen op 1 januari 2016, en hoeveel op 31 december 2016? jeugdigen op 1 januari 2016 jeugdigen op 31 december 2016 B1.2a Wat was in 2016 grofweg de verdeling van de jeugdigen qua financiering? procent gefinancierd door gemeenten in het kader van jeugdhulp procent gefinancierd in het kader van de Wet langdurige zorg (2015) procent gefinancierd in het kader van de Wet Maatschappelijke ndersteuning (2015) procent op basis van overige financiering B1.2b Hebt u als gezinshuis / Is er door de gezinshuizen in 2016 jeugdhulp verleend als onderaannemer? ja nee Ga verder met vraag B1.3a. B1.2c Wie was in 2016 de hoofdaannemer? 10 nder 'jeugdige' wordt in dit verband een persoon verstaan die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, of die tussen de 18 en de 23 jaar is en bij wie hulpverlening nog steeds noodzakelijk is. 5

6 B1.3a Hoeveel medewerkers 11 had uw gezinshuis / hadden de gezinshuizen op 1 januari 2016, en hoeveel op 31 december 2016? aantal medewerkers op 1 januari 2016, in totaal: fte aantal medewerkers op 31 december 2016, in totaal: fte B1.3b Hoeveel medewerkers met cliëntgebonden functies waren op 31 december 2016 geregistreerd of vooraangemeld bij het Kwaliteitsregister Jeugd? aantal geregistreerde/vooraangemelde medewerkers In totaal: fte op 31 december 2016 B1.4 pmerkingen Vraag B1.5 tot en met B1.8 alleen invullen als u bij vraag B0.5 hebt gekozen voor de optie logeerhuis en bij vraag B0.12 voor de optie ja. B1.5 Hoeveel verschillende jeugdigen 12 verbleven er in 2016 in uw logeerhuis / de logeerhuizen? jeugdigen B1.6a Wat was in 2016 grofweg de verdeling van de jeugdigen qua financiering? procent gefinancierd door gemeenten in het kader van jeugdhulp procent gefinancierd in het kader van de Wet langdurige zorg (2015) procent gefinancierd in het kader van de Wet Maatschappelijke ndersteuning (2015) procent op basis van overige financiering B1.6b Hebt u als logeerhuis / Is er door de logeerhuizen in 2016 jeugdhulp verleend als onderaannemer? ja nee Ga verder met vraag B1.7a. B1.6c Wie was in 2016 de hoofdaannemer? 11 nder 'medewerker' wordt in dit verband verstaan personeel (in loondienst) met een cliëntgebonden functie, dus inclusief eventuele eigenaren en oproepkrachten met een cliëntgebonden functie, maar exclusief eventuele stagiairs en uitzendkrachten. 12 nder 'jeugdige' wordt in dit verband een persoon verstaan die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, of die tussen de 18 en de 23 jaar is en bij wie hulpverlening nog steeds noodzakelijk is. 6

7 B1.7a Hoeveel medewerkers 13 had uw logeerhuis / hadden de logeerhuizen op 1 januari 2016, en hoeveel op 31 december 2016? aantal medewerkers op 1 januari 2016, in totaal: fte aantal medewerkers op 31 december 2016, in totaal: fte B1.7b Hoeveel medewerkers met cliëntgebonden functies waren op 31 december 2016 geregistreerd of vooraangemeld bij het Kwaliteitsregister Jeugd? aantal geregistreerde/vooraangemelde medewerkers In totaal: fte op 31 december 2016 B1.8 pmerkingen Vraag B1.9 tot en met B1.12 alleen invullen als u bij vraag B0.5 hebt gekozen voor de optie zorgboerderij en bij vraag B0.15 voor de optie ja. B1.9 Hoeveel jeugdigen 14 telde uw zorgboerderij / telden de zorgboerderijen op 1 januari 2016, en hoeveel op 31 december 2016? jeugdigen op 1 januari 2016 met alleen daghulp, dus zonder overnachten jeugdigen die op 31 december 2016 met alleen daghulp, dus zonder overnachten jeugdigen op 1 januari 2016 met jeugdhulp waarbij ook wordt overnacht jeugdigen die op 31 december 2016 met jeugdhulp waarbij ook wordt overnacht B1.10a Wat was in 2016 grofweg de verdeling van de jeugdigen qua financiering? procent gefinancierd door gemeenten in het kader van jeugdhulp procent gefinancierd in het kader van de Wet langdurige zorg (2015) procent gefinancierd in het kader van de Wet Maatschappelijke ndersteuning (2015) procent op basis van overige financiering 13 nder 'medewerker' wordt in dit verband verstaan personeel (in loondienst) met een cliëntgebonden functie, dus inclusief eventuele eigenaren en oproepkrachten met een cliëntgebonden functie, maar exclusief eventuele stagiairs en uitzendkrachten. 14 nder 'jeugdige' wordt in dit verband een persoon verstaan die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, of die tussen de 18 en de 23 jaar is en bij wie hulpverlening nog steeds noodzakelijk is. 7

8 B1.10b Hebt u als zorgboerderij / Is er door de zorgboerderijen in 2016 jeugdhulp verleend als onderaannemer? ja nee Ga verder met vraag B1.11a. B1.10c Wie was in 2016 de hoofdaannemer? B 1.11a Hoeveel medewerkers 15 had uw zorgboerderij / hadden de zorgboerderijen op 1 januari 2016, en hoeveel op 31 december 2016? aantal medewerkers op 1 januari 2016, in totaal: fte aantal medewerkers op 31 december 2016, in totaal: fte B 1.11b Hoeveel medewerkers met cliëntgebonden functies waren op 31 december 2016 geregistreerd of vooraangemeld bij het Kwaliteitsregister Jeugd? aantal geregistreerde/vooraangemelde medewerkers In totaal: fte op 31 december 2016 B1.12 pmerkingen Medicatieveiligheid Hieronder staan vragen over medicatieveiligheid. Medicatieveiligheid houdt in dat er sprake is van een veilig medicatieproces. Er moet zicht zijn op het medicijngebruik van de jeugdige, omdat verkeerd medicijngebruik schade aan de gezondheid kan veroorzaken. B2.1 Bood u in 2016 hulp aan jeugdigen die gebruik maakten van medicatie op het moment dat ze bij u verbleven? ja nee B2.2 Is er op uw locatie(s) een afsluitbare medicijnkast? ja Ga verder met vraag B2.3. nee Ga verder met vraag B2.4. dat verschilt per locatie Ga verder met vraag B2.4. Ga verder met vraag B nder 'medewerker' wordt in dit verband verstaan personeel (in loondienst) met een cliëntgebonden functie, dus inclusief eventuele eigenaren en oproepkrachten met een cliëntgebonden functie, maar exclusief eventuele stagiairs en uitzendkrachten. 8

9 B2.3 Wordt alle medicatie standaard opgeborgen in de afsluitbare medicijnkast(en), tenzij er een ander voorschrift is voor het bewaren van medicatie zoals bijvoorbeeld bewaren in de koelkast? ja altijd ja, tenzij er met individuele jeugdigen andere afspraken zijn nee Vraag B2.4 alleen invullen als u bij vraag B2.1 hebt gekozen voor de optie ja. B2.4 Was er per jeugdige die in 2016 medicatie gebruikte een actueel en door de apotheek verstrekt medicatieoverzicht 16 aanwezig? ja, altijd ja, meestal ja, soms nee B2.5 Hoeveel incidentmeldingen waren er in 2016 met betrekking tot medicatie? incidentmeldingen, dat is niet uit de registratie te halen, incidentmeldingen worden niet geregistreerd B2.6 pmerkingen Structurele veiligheidsinschatting en -beoordeling Hieronder staan vragen over het structureel inschatten en beoordelen van de veiligheid van de jeugdige tijdens het verblijf. Er is sprake van een structurele veiligheidsinschatting en -beoordeling als niet alleen bij aanvang van een nieuwe plaatsing, maar ook tussentijds bij veranderde omstandigheden 17, een risicotaxatie 18 plaatsvindt van de veiligheid van de jeugdigen. B3.1 Is er in 2016 bij elke plaatsing van een nieuwe jeugdige, vóór de plaatsing vastgesteld of de jeugdige in de groep paste? ja nee Ga verder met vraag B3.5. Ga verder met vraag B nder medicatieoverzicht wordt verstaan een compleet door de apotheker verstrekt overzicht van alle voorgeschreven geneesmiddelen, contra-indicaties en medicatiehistorie. 17 nder veranderde omstandigheden worden grote veranderingen in huis verstaan, zoals de komst van een nieuw groepslid, incidenten en het vertrek van een significant persoon. 18 nder een risicotaxatie worden eenduidige vragen over de veiligheid van de jeugdige verstaan of een risicotaxatie-instrument met een vast format en vaste inhoud. 9

10 B3.2 Legt u de bevindingen schriftelijk vast? ja nee B3.3 Was bij elke plaatsing van een nieuwe jeugdige specifiek aandacht voor de veiligheid van de jeugdige die werd geplaatst? ja nee B3.4 Was bij elke plaatsing van een nieuwe jeugdige specifiek aandacht voor de veiligheid van de anderen in de groep? ja nee B3.5 Hebt u een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling 19? ja nee Ga verder met vraag B3.7. Ga verder met vraag B3.7. B3.6 Is in die meldcode vastgelegd wie eindverantwoordelijk is voor de beslissing om wel of geen melding te doen bij Veilig Thuis? ja nee B3.7 pmerkingen 19 Iedere hulporganisatie en zelfstandige professional moet een eigen meldcode ontwikkelen. Daarin moeten in ieder geval de volgende 5 stappen staan: Stap 1: In kaart brengen van signalen. Stap 2: verleggen met een collega. En eventueel raadplegen van Veilig thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. f een deskundige op het gebied van letselduiding. Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n). Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. En bij twijfel altijd Veilig thuis raadplegen. Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden. Zie 10

11 Stabiliteit Hieronder staan vragen over stabiliteit. Er is sprake van een stabiele omgeving als het aantal wisselende medewerkers beperkt is, de hulp door vaste medewerkers wordt geboden en de jeugdigen een vast aanspreekpunt hebben. Vraag B4.1 alleen invullen als u één gezinshuis, logeerhuis of zorgboerderij bent. B4.1 Is het in 2016 voorgekomen dat één of meer van de vaste medewerkers met cliëntgebonden functies, dus inclusief de gezinsouders of eigenaren, langer dan een week afwezig waren door bijvoorbeeld vakantie of ziekte? ja nee Ga verder met vraag B4.6. Ga verder met vraag B4.6. B4.2 Hoe is doorgaans de afwezigheid van de vaste medewerker(s) opgevangen? door de inzet van andere medewerkers uit het vaste team Ga verder met vraag B4.5. door de inzet van medewerkers uit een eigen pool van vaste invalkrachten Ga verder met vraag B4.6. door de inzet van uitzendkrachten Ga verder met vraag B4.6. door de inzet van familie en/of kennissen Ga verder met vraag B4.6. anders Ga verder met vraag B4.6. Vraag B4.3 alleen invullen als u meerdere locaties hebt. B4.3 Werkte er in de praktijk in 2016 op alle locaties overdag en s avonds op locaties waar ook wordt overnacht, minimaal één medewerker met een cliëntgebonden functie uit het vaste team, dus inclusief de gezinsouders en eigenaren? ja, altijd het was wel het uitgangspunt, maar het lukte niet altijd het was wel het uitgangspunt, maar het lukte vaak niet nee, en het was ook niet het uitgangspunt B4.4 Hoe werd in 2016 uitval van medewerkers met cliëntgebonden functies uit de vaste teams, dus inclusief de gezinsouders en eigenaren, in de praktijk meestal opgelost? door de inzet van andere medewerkers uit het vaste team door de inzet van medewerkers van andere locaties door de inzet van medewerkers uit een eigen pool van vaste invalkrachten door de inzet van uitzendkrachten door de inzet van familie en/of kennissen anders Ga verder met vraag B4.6. Ga verder met vraag B4.6. B4.5 Hadden die invallers een relevante opleiding in de zorg? ja nee 11

12 B4.6 pmerkingen Vakbekwaamheid nderstaande vraag betreft de vakbekwaamheid van medewerkers. Een medewerker is vakbekwaam als deze handelingen uitvoert die overeenkomen met zijn of haar opleiding/expertise, kennis bijhoudt middels bijscholing/intervisie. Dit blijkt onder andere uit de (voor-)registratie van medewerkers (zie vragen over registratie/vooraanmelding bij B1). Daarnaast is het van belang dat een medewerker anderen inschakelt indien dat noodzakelijk is. B5.1 Was in 2016 een gedragswetenschapper, behandelaar of psychiater/geneesheer-directeur betrokken bij elke beslissing die voor de jeugdigen ingrijpende gevolgen had? ja, altijd ja, meestal ja, soms nee B5.2 pmerkingen Integrale hulp aan gezinnen nderstaande vragen gaan over de integrale hulp aan de jeugdigen en het gezin waar ze uitkomen. Als bij een jeugdige en/of een gezin meerdere hulpverlenende instanties zijn betrokken, moet er worden gewerkt met op elkaar afgestemde doelen. Het uitgangspunt is één gezin, één plan, één regisseur. Eén regisseur voert de regie over de uitvoering van het plan. B6.1 Bood u in 2016 jeugdhulp aan jeugdigen uit gezinnen waarbij meerdere hulpverlenende instanties waren betrokken? ja nee Ga verder met vraag B6.5. B6.2 Werkte u in 2016 volgens de principes van één gezin, één plan, één regisseur? ja nee 12

13 B6.3 Was in 2016 met betrekking tot elk gezin waarbij meerdere hulpverlenende instanties waren betrokken, duidelijk wie de regie voerde? ja, voor alle gezinnen ja, voor de meeste gezinnen ja, een deel van de gezinnen ja, voor een enkel gezin nee, nooit B6.4 Stemde u de doelen voor de hulp aan de jeugdige en/of het gezin doorgaans af met de andere hulpverlenende instanties? ja nee B6.5 pmerkingen Afsluiting B7.1 pmerkingen B7.2 Zijn de antwoorden op de vragen uit dit deel van de vragenlijst goedgekeurd door de directie/bestuurder? ja Zodra u op de knop Verzenden drukt, wordt het door u ingevulde onderdeel van de vragenlijst risico-indicatoren verzonden. Als een onderdeel van de vragenlijst is verzonden, kunnen de antwoorden op de vragen van dat onderdeel niet meer worden gewijzigd. Na het verzenden van de vragenlijst wordt naar het mailadres van de contactpersoon een PDFbestand gestuurd met daarin een overzicht van de vragen zoals deze zijn ingevuld. 13