TECHNISCH RAPPORT HOOFDSTUK PRIMAIR ONDERWIJS STAAT VAN HET ONDERWIJS 2019

Transcriptie

1 TECHNISCH RAPPORT HOOFDSTUK PRIMAIR ONDERWIJS STAAT VAN HET ONDERWIJS 9 April 9

2 INHOUD Inleiding Bronnen en definities.. Leerlinggegevens (DUO-BRON).. CBS.. Onderzoeken.. Schoolleidersvragenlijst.. Oordelen scholen 6..6 Vertrouwensinspectie 6.. Financiën 6.. Excellente Scholen 6. Definities 6.. Algemeen.. Achtergrondgegevens leerling.. Gegevens scholen Participatie 9. Leerlingenpopulatie 9. Instroom Prestaties. Eindtoetsen. Vertraging en versnelling. Advisering 9 Schoolloopbaan cohorten leerlingen. Totale schoolloopbaan. Schoolloopbaan naar geslacht. Schoolloopbaan naar geslacht en etniciteit. Survivalplots, uitsplitsing naar opleiding ouders. Cohorten leerjaren t/m 6 Onderwijsproces. Oordelen onderwijsproces. Didactisch handelen 6 Sociaal klimaat 6. Inspectieoordeel veiligheid 6. Meldingen vertrouwensinspecteur Sturing op kwaliteit. Schoolgrootte. Oordelen. Kwaliteitszorg. Excellente scholen 9. Sturing op bestuursniveau.6 Schorsingen Speciaal Basisonderwijs

3 . Leerlingenpopulatie. Instroom. Prestaties. Onderwijsleerproces 6. Sturing op kwaliteit 6.6 Oordelen 6. Excellente scholen 6 9 Passend Onderwijs Leerlingstromen Verschillen tussen samenwerkingsverbanden 6 Nieuwkomers 69. Aantal nieuwkomers 69. Prestaties. Nieuwkomersvoorzieningen Voor- en vroegschoolse educatie. Gemeentelijk vve-beleid Schoolleidersvragenlijst. Sociale cohesie en veiligheid. Inspanningen van scholen rondom kwetsbare groepen en ouders. Ouderbijdrage en vacatures Bijlagen 6

4 Inleiding Dit is het technische rapport dat ten grondslag ligt aan het hoofdstuk primair onderwijs van De Staat van het Onderwijs 9. In dit rapport vindt u de verantwoording van onderzoeksgegevens die zijn gebruikt bij analyses voor het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs. Er wordt gebruik gemaakt van zowel informatie die verzameld is door inspecteurs als van informatie uit secundaire databronnen. Dit rapport volgt zoveel mogelijk de paragraafindeling van het hoofdstuk uit De Staat van het Onderwijs.

5 Bronnen en definities In deze paragraaf worden de bestanden en definities beschreven die gebruikt zijn voor de analyses... Leerlinggegevens (DUO-BRON) Vanuit DUO krijgt de Inspectie van het Onderwijs inschrijvingsbestanden (BRON) met leerlingaantallen en achtergrondkenmerken. Dit betreft de inschrijving van leerlingen op peildatum oktober van het betreffende schooljaar. Voor de analyses worden altijd alleen de hoofdinschrijvingen meegenomen... CBS Om de leerlinggegevens te verrijken zijn de BRON-data op individueel niveau gekoppeld aan CBS-gegevens. Hierdoor kan gebruikt gemaakt worden van het opleidingsniveau van de ouders van leerlingen. In sectie. komen de gebruikte definities aan bod... Onderzoeken In het schooljaar / is een aselecte steekproef van besturen bezocht. In dit onderzoek is het kwaliteitsgebied kwaliteitszorg en ambitie onderzocht. De onderzochte besturen verschillen niet significant van de besturenpopulatie op wel of geen multisectoraal bestuur, regio, denominatie, bestuursgrootte op basis van aantal vestigingen, bestuursgrootte op basis van leerlingaantal, wel of geen vrijwilligersbestuur. In het kader van de toezichtactiviteiten van de Inspectie van het Onderwijs zijn ook gegevens op schoolniveau verzameld. Deze scholen kunnen om allerlei verschillende redenen bezocht zijn. Dit betreft dus geen aselecte steekproef. Om deze reden moeten conclusies op basis van deze gegevens met enige voorzichtigheid getrokken worden. Waarderingskader Tijdens de onderzoeken op de scholen en opleidingen vinden meerdere activiteiten plaats. In elke sector geven inspecteurs oordelen op standaarden uit het waarderingskader, zoals kwaliteitszorg en didactisch handelen. De inspecteurs baseren zich hierbij op meerdere gegevensbronnen: schooldocumenten, leerresultaten, zorgplannen, lesobservaties, gesprekken, etc. Standaarden omvatten deugdelijkheidseisen en eigen aspecten van kwaliteit. Of een standaard als voldoende of onvoldoende wordt beoordeeld, is alleen gebaseerd op de vraag of het bestuur/de school voldoet aan de deugdelijkheidseisen. Voor de waardering goed worden de eigen aspecten van kwaliteit als volgt bij de oordeelsvorming betrokken. Meer informatie en een overzicht van alle standaarden en de wijze van waardering vindt u op Schoolleidersvragenlijst Een aselecte steekproef van scholen heeft een digitale vragenlijst ontvangen van de inspectie. Hierin kunnen allerlei thema s aan de orde komen. Een aantal vragen komt jaarlijks terug, een aantal komt slechts eenmalig aan de orde. De scholen die dit schooljaar de vragenlijst ingevuld hebben verschillen niet significant van de scholenpopulatie. In de bijlage is te vinden op welke kenmerken de representativiteit van de schoolleidersvragenlijst gecontroleerd is. Pagina van

6 .. Oordelen scholen Inspecteurs geven oordelen over de kwaliteit van scholen. Scholen kunnen de waardering goed, het oordeel voldoende (basiskwaliteit), onvoldoende of zeer zwak krijgen. De waardering goed op het niveau van de school spreken we uit als het bestuur een verzoek heeft ingediend voor een onderzoek bij een school die volgens het bestuur de waardering goed verdient. Op de website van de Inspectie van het Onderwijs vindt u een aantal keer per jaar een update van het vervolgtoezicht per school of bestuur...6 Vertrouwensinspectie Bij de vertrouwensinspecteurs komen meldingen binnen over seksuele intimidatie en seksueel misbruik, psychisch en fysiek geweld, discriminatie en radicalisering. Iedereen kan een dergelijke melding doen. Meldingen die binnen deze bovengenoemde categorieën vallen, kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. De vertrouwensinspecteur kan adviseren in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. In De Staat van het Onderwijs doet de inspectie voor de verschillende sectoren verslag van het aantal aangemaakte dossiers... Financiën De inspectie rapporteert over het aantal besturen onder aangepast financieel toezicht en over de waarde van de indicatoren solvabiliteit (de mate waarin besturen op langere termijn aan de verplichtingen kunnen voldoen), liquiditeit (de mate waarin besturen op kortere termijn aan hun verplichtingen kunnen voldoen) en rentabiliteit (het evenwicht tussen baten en lasten en de ontwikkeling van het eigen vermogen). Een bestuur komt onder aangepast financieel toezicht als het teveel risico neemt op het gebied van financiële continuïteit, rechtmatigheid of doelmatigheid. In De Staat van het Onderwijs wordt het aantal besturen gerapporteerd dat op augustus onder aangepast financieel toezicht stond. Voor meer informatie, zie ons rapport De Financiële Staat van het Onderwijs... Excellente Scholen Sinds Excellente Scholen is de organisatie van het traject Excellente Scholen in handen van de Inspectie van het Onderwijs. De toekenning van het predicaat Excellente School betekent dat een school (of schoolsoort) onderwijs biedt van goede kwaliteit en zich daarnaast onderscheidt van andere goede scholen door te excelleren met een specifiek profiel. Een onafhankelijke jury beoordeelt het excellentieprofiel. De juryleden voeren de werkzaamheden voor de beoordeling van de kandidaat-excellente scholen onafhankelijk van de inspectie uit. Hierbij focust de jury zich volledig op het excellentieprofiel terwijl de inspectie in een eerder stadium onderzoekt of de scholen voldoen aan de waardering goed, voorwaardelijk voor deelname aan het traject Excellente Scholen. Voor meer informatie, zie Definities In deze paragraaf wordt een aantal definities beschreven die gebruikt zijn in de analyses. Pagina 6 van

7 .. Algemeen Inschrijvingsjaar Het kalenderjaar waarin op teldatum oktober unieke (hoofd)inschrijvingen worden geteld... Achtergrondgegevens leerling Geslacht Het geslacht van de leerling is weergegeven als jongen of meisje. Hoogst behaalde opleiding ouders Vastgesteld is wie de (juridische) ouders zijn van de leerling en het hoogst behaalde opleidingsniveau onder beide ouders in het inschrijfjaar. Als een leerling één ouder heeft dan geldt het opleidingsniveau van deze ouder. Als het opleidingsniveau van ouders niet bekend was in het inschrijvingsjaar, wordt het hoogst behaalde opleidingsniveau van de ouders in het laatst beschikbare jaar gebruikt. Als het gaat om de verdeling van het opleidingsniveau ouders van leerlingen in de populatie, wordt de statistiek gewogen om rekening te houden met de kans op het nietbekend zijn van het opleidingsniveau ouders. Migratieachtergrond De migratieachtergrond van de leerling wordt bepaald op basis van zijn/haar geboorteland en het geboorteland van zijn/haar juridische ouders. Leerlingen worden in vier categorieën ingedeeld: leerlingen zonder migratieachtergrond, leerlingen met een westerse migratieachtergrond, leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond van de tweede generatie, leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond van de eerste generatie. Nieuwkomer Een leerling wordt als nieuwkomer gerekend als de leerling zelf en de beide juridische ouders niet in Nederland geboren zijn. Deze groep wordt verder ingedeeld in nieuwkomers die korter dan vier jaar in Nederland zijn, en nieuwkomers die vier jaar of langer in Nederland zijn. Hierbij wordt uitgegaan van de peildatum oktober. Schooladvies voortgezet: initieel Dit is het schooladvies dat basisschoolleerlingen krijgen, voordat de uitslag van de eindtoets bekend is. Schooladvies voortgezet: definitief Dit is het schooladvies van basisschoolleerlingen na een eventuele herziening. Het is dus het advies waarmee leerlingen het voortgezet onderwijs instromen. Toetsadvies Leerlingen maken aan het einde van de basisschoolperiode een eindtoets. Aan elke eindtoetsscore is door de toetsaanbieders een schooladvies voor het voortgezet onderwijs gekoppeld. In aanmerking voor herziening Pagina van

8 Wanneer het toetsadvies hoger is dan het initiële schooladvies, heeft een leerling recht op heroverweging van dit advies. In de tabellen wordt onderscheid gemaakt tussen heroverweging op basis van een half niveau of minstens een heel niveau. Het onderscheid tussen een half niveau of minstens een heel niveau verschil geeft een indicatie van de mate waarin het initiële advies afweek van het toetsadvies. Bijstelling advies Wanneer in de BRON-bestanden een herzien advies geregistreerd staat, wordt dit geteld als een leerling met een herzien advies. Vertraagd/versneld Een leerling doet gemiddeld acht jaar over de basisschool. Een leerling wordt als vertraagd beschouwd als deze op oktober in groep aangekomen, jaar of ouder is. In dat geval zal een leerling ruim meer dan jaar over de basisschool doen. Een leerling is versneld als deze op oktober in groep jaar of jonger is, Deze leerling zal (hoogstwaarschijnlijk) uitstromen op het moment dat hij of zij jaar of jonger is... Gegevens scholen Denominatie Het bekostigingsgegeven denominatie is afkomstig van DUO. In een aantal analyses maken we gebruik van een beknopte indeling. De indeling van denominatie in zeven categorieën bestaat uit: openbaar, rooms-katholiek, protestants-christelijk, gereformeerd vrijgemaakt, reformatorisch, islamitisch, overig bijzonder. De ingekorte indeling van denominatie in vier categorieën ziet er als volgt uit: openbaar, rooms-katholiek, protestants-christelijk, overig bijzonder. Eindtoetsscore basisschool De meeste leerlingen maken aan het einde van de basisschool een eindtoets. In schooljaar / waren er vijf verschillende eindtoetsen toegestaan. Alleen leerlingen die ingeschreven staan voor groep worden meegenomen wanneer resultaten op de eindtoetsen beschreven worden. Regio op basis van provincie De scholen kunnen ingedeeld worden in verschillende regio. Deze regio s worden gemaakt op basis van provincie. Drenthe, Groningen en Friesland behoren tot regio Noord. Flevoland, Gelderland en Overijssel behoren tot regio Oost. Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland behoren tot de regio midden. Zeeland, Limburg en Noord- Brabant behoren tot de regio zuid. Stedelijkheid Stedelijkheid is bepaald op basis van de omgevingsadressendichtheid (oad) van de postcode waar een vestiging zich bevindt. Voor deze variabele worden vijf verschillende categorieën onderscheiden: zeer sterk stedelijk ( of meer adressen per km), sterk stedelijk ( tot adressen per km), matig stedelijk ( tot adressen per km), weinig stedelijk ( tot adressen per km), niet-stedelijk (minder dan adressen per km). Dit is de indeling die ook het CBS hanteert. Pagina van

9 Participatie In paragraaf. van het sectorhoofdstuk primair onderwijs (po) wordt ingegaan op de leerlingenpopulatie van het basisonderwijs. Hieronder staan de tabellen weergegeven waarnaar in de tekst wordt verwezen. Meer uitsplitsingen zijn te vinden in het tabellenboek.. Leerlingenpopulatie Hieronder wordt het aantal ingeschreven leerlingen in het regulier basisonderwijs (bao) weergegeven. Tabel.. Leerlingenpopulatie regulier bao, totaal* (n =..66) 6 * n n n n n n Bron: CBS, DUO en OCW, (onderwijsincijfers.nl) * Voorlopige gegevens, gebaseerd op eigen berekeningen Inspectie van het Onderwijs Onderstaande tabel toont hoe deze leerlingen verdeeld waren over de vier grote gemeenten voor de laatste drie jaren. Het overgrote gedeelte van de leerlingen gaat buiten de G naar school. Tabel.. Leerlingenpopulatie regulier bao uitgesplitst naar G (n =..6) 6 * % n % n % n Geen G 6, ,..6 6,.. Amsterdam, 6.9, 6., 6. Rotterdam,6.6,.,.66 Den Haag, 6., 6., 6. Utrecht, 9.9,.9,. * Gegevens voorlopig Het aandeel inschrijvingen is in de afgelopen jaren vooral afgenomen in de minder stedelijke gebieden. Tabel.. Leerlingenpopulatie bao, uitgesplitst naar stedelijkheid (n =..6) 6 * % % % % % % Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Nietstedelijk,,,6,9,,,6,,,,9,9 6,9 6,9 6, 6, 6, 6,,,,9,,,,,,,,, Pagina 9 van

10 Totale n * Gegevens voorlopig Hieronder wordt de leerlingenpopulatie uitgesplitst naar een aantal leerlingkenmerken. Bij uitspraken over het opleidingsniveau van ouders, moet in gedachten gehouden worden dat van een gedeelte van de leerlingen het opleidingsniveau van beide ouders onbekend is. De onderstaande tabel toont om deze reden de gewogen aandelen opleidingsniveau ouders van de leerlingenpopulatie. Tabel.. Leerlingenpopulatie bao uitgesplitst naar opleidingsniveau ouders (ongewogen n =..) 6 * % % % Hoogst Max. mbo 9, 9,, behaalde opleiding Mbo - 6,,, ouders Hbo ad/ba,, 6, Wo ba/ma & hbo ma,9 9,,6 NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt. NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van niet-openbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek. * Gegevens voorlopig Onderstaande tabel toont de verhouding leerlingen met een bepaalde migratieachtergrond. Tabel.. Leerlingenpopulatie bao, uitgesplitst naar migratieachtergrond (n =.99.6) 6 * % n % n % n Geen,.6.,..6,6..69 migratieachtergrond Westerse, 9.,9.6,. migratieachtergrond Niet-westerse,.6,.6,.96 migratieachtergrond, tweede generatie Niet-westerse migratieachtergrond, eerste generatie,.,.66,. * Gegevens voorlopig. Instroom Hieronder wordt weergegeven hoeveel leerlingen er in de afgelopen zes jaren voor het eerst ingeschreven stonden op een reguliere basisschool. Tabel.. Leerlingenpopulatie regulier po, instroom* (n =6.6) 6 * n n n n n n Pagina van

11 * Gegevens voorlopig De volgende tabel toont hoeveel procent van de leerlingen die instromen een migratieachtergrond heeft. Tabel.. Instromende leerlingenpopulatie bao uitgesplitst naar etniciteit* (n =.) 6 * Geen migratieachtergrond Westerse migratieachtergrond Niet-westerse migratieachtergrond, tweede generatie Niet-westerse migratieachtergrond, eerste generatie % % % % % %,,,,6 69, 69,9,,, 9, 9, 9,,,,,,,,,,, 6,,6 Totale n * Gegevens voorlopig Hieronder staat het gemiddelde aandeel leerlingen met extra ondersteuning weergegeven. Hiermee wordt bedoeld: leerlingen die onvoldoende hebben aan de basisondersteuning die de leraar kan bieden, waarvan de school heeft vastgesteld dat zij extra ondersteuning behoeven en waarvoor de school (in beginsel) een ontwikkelperspectief opstelt. Deze gegevens komen uit vragenlijst onderzoek onder schoolleiders. Tabel.. Leerlingen met extra ondersteuning* (n /9=9) % n -*, 9-9*, 9 * Gegevens voorlopig Pagina van

12 Prestaties In paragraaf. in de Staat van het Onderwijs 9 wordt ingegaan op de prestaties van basisschoolleerlingen. Er zijn meerdere manieren waarop de prestaties van leerlingen in het basisonderwijs in kaart kunnen worden gebracht.. Eindtoetsen Niet alle leerlingen maken dezelfde eindtoets. In schooljaar / zijn er vijf verschillende eindtoetsen gemaakt door leerlingen. Leerlingniveau Onderstaande tabel geeft weer hoeveel procent van de leerlingen een bepaalde eindtoets maakt. Het percentage leerlingen dat de Centrale Eindtoets (CET) maakt, is de afgelopen jaren sterk afgenomen en de deelname aan andere eindtoetsen neemt toe. Tabel.. Deelname aan verschillende eindtoetsen, op leerlingniveau naar toetsjaar (n =.) 6 % n % n % n CET,. 66, 6.,.99 R 6,.6,9.,. IEP 6, 9.9,.,.6 Dia, 9,.9 Cesan, Amn,,.66 Er zijn verschillen in de leerlingenpopulatie die een bepaalde toets maakt. In de tabel hieronder wordt getoond welk percentage van de leerlingen met een bepaalde achtergrond deel heeft genomen aan welke eindtoets in de afgelopen drie jaren. Hierbij zijn alleen de drie grootste eindtoetsen meegenomen (CET, ROUTE en IEP). Tabel.. Populatie deelnemers CET naar opleiding ouders, gewogen aantallen* (n =.) 6 * % % % Max. mbo, 9,, Mbo -, 6,6, Hbo ad/ba,,, Wo ba/ma & hbo ma,9 9,, NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek * Gegevens voorlopig Tabel.. Populatie deelnemers ROUTE naar opleiding ouders, gewogen aantallen* (n =.) 6 * % % % Pagina van

13 6 * Max. mbo, 9,9,6 Mbo - 9, 9,, Hbo ad/ba,, 6, Wo ba/ma & hbo ma 6,,9, NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek * Gegevens voorlopig Tabel.. Populatie deelnemers IEP naar opleiding ouders, gewogen aantallen* (n =.6) 6 * % % % Max. mbo 9, 9, 9,9 Mbo -, 6, 6, Hbo ad/ba,9,9 6, Wo ba/ma & hbo ma 6,,, NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek * Gegevens voorlopig Schoolniveau In de onderstaande tabel staat weergegeven hoeveel scholen een bepaalde eindtoets afnamen in de afgelopen drie jaren. Daar waar het gebruik van ROUTE, IEP, Dia en Amn toetsen vorig jaar toenam, daalde het aantal scholen dat de CET afnam opnieuw in. Hiermee wordt duidelijk dat in het afgelopen jaar opnieuw veel scholen overstapten van de CET naar andere eindtoetsen. Het percentage scholen dat de CET gebruikt daalde hierdoor verder tot,9 procent. Tabel.. Aantal en percentage scholen dat een bepaalde eindtoets afneemt* (n =6.6) 6 * % n % n % n Centrale eindtoets (CET),6.6 6,.,9. ROUTE,, 6, 9 ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP) 6,9.,9.6,9. Dia,, 6 Cesan, 9 Amn,6 9,9 6 * Gegevens voorlopig Totale n Als we een onderscheid maken tussen de scholen naar stedelijkheidsgraad valt op dat scholen in niet-stedelijke gebieden minder vaak voor de CET kiezen dan scholen Pagina van

14 in stedelijke gebieden. In hogere mate kiezen scholen in niet-stedelijke gebieden voor de IEP dan in stedelijke gebieden. Tabel..6 Toetsdeelname CET, R en IEP op schoolniveau naar stedelijkheid* (n =6.6) 6 * % n % n % n Zeer sterk stedelijk Centrale eindtoets (CET),9 69, 6, 6 ROUTE,9 6,6 9 9, 9 ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP) 6, 6,, 9 Sterk stedelijk Centrale eindtoets (CET),. 6,. 6, 96 ROUTE 6,, 9,6 ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP),, 9, 99 Matig stedelijk Centrale eindtoets (CET), 9 6,9, 66 ROUTE 6,9 9,, ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP), 9, 6, 6 Weinig stedelijk Centrale eindtoets (CET),.69 6,., 99 ROUTE,,, ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP),, 6,9 6 Niet stedelijk Centrale eindtoets (CET), 6, 6,6 ROUTE,6 9,,6 ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP), 9,, 9 Totaal Centrale eindtoets (CET),6.6 6,.,. ROUTE,, 6, 9 * Gegevens voorlopig ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP) 6,9.,.6,. De CET wordt relatief het minst vaak gebruikt op de kleinste scholen en het vaakst op de grootste scholen. Tabel.. Toetsdeelname CET, R en IEP op schoolniveau naar aantal leerlingen op school* (n =6.6) 6 * % n % n % n - Centrale eindtoets (CET), 9 9,,6 99 ROUTE 9, 6,, ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP) 9,,9,6 9 - Centrale eindtoets (CET) 6,.6 6,.,. ROUTE, 66,6 9, ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP) 6,, 9, 66 - Centrale eindtoets (CET) 6,. 66,. 6,. Pagina van

15 ROUTE,9 9 9, 6,9 9 ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP) 6,, 6, - Centrale eindtoets (CET), 9 6,,6 ROUTE, 9,, ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP),6 9, 6 6, - meer Centrale eindtoets (CET), 6 69, 6, 6 ROUTE,,,6 9 ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP),6,, Totaal Centrale eindtoets (CET),6.6 6,.,. ROUTE,, 6, 9 ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP) 6,9.,.6,. * Gegevens voorlopig De toetsen waarvan op dit moment een meerjarentrend kan worden weergegeven, zijn de CET, ROUTE en IEP. De IEP-toets is ook sinds toegestaan, maar voor toetsjaar beschikt de inspectie niet over correcte toetsgegevens. In onderstaande tabel wordt de gemiddelde toetsscore op schoolniveau weergegeven voor de verschillende toetsen. Tabel.. Gemiddelde score eindtoetsen op schoolniveau* (n =.) 6 * Gem. score n Gem. score n Gem. score Centrale eindtoets (CET),.,.6,. ROUTE, 9,6, 6 n ICE Eindevaluatie Primair Onderwijs (IEP) 9,9 9,.6 * Gegevens voorlopig Scholen die tussen en overstapten van de Centrale Eindtoets op een andere toets, behaalden in een lagere gemiddelde score (,) dan scholen die niet overstapten (,). Tabel..9 Gemiddelde score op de Centrale eindtoets, naar toetsgebruik (n=.96) Toets in CET-score in n CET,. Andere toets, 6 Totaal,.96 Zoals in de onderstaande tabellen te zien is, stapten vooral in de noordelijke en zuidelijke provincies relatief veel scholen over van de CET naar een andere eindtoets tussen en. Scholen in minder stedelijke gebieden stapten relatief vaker over naar een andere eindtoets vergeleken met meer stedelijke gebieden. Pagina van

16 Tabel.. Afname CET in t.o.v. scholen die CET afnamen in, naar regio (n=.9) Niet van CET veranderd Van CET naar andere toets % n % n Regio op basis van provincie Noord Oost Midden Zuid Totaal. 6 Tabel.. Afname CET in t.o.v. scholen die CET afnamen in, naar provincie (n=.9) Niet van CET veranderd Van CET naar andere toets % n % n Provincie Drenthe Flevoland Friesland 9 Gelderland 9 9 Groningen Limburg 6 66 Noord-Brabant 6 96 Noord-Holland 6 6 Overijssel 9 Utrecht Zeeland 6 6 Zuid-Holland 9 6 Totaal. 6 Tabel.. Afname CET in t.o.v. scholen die CET afnamen in, naar stedelijkheid (n=.9) Niet van CET veranderd Van CET naar andere toets % n % n Stedelijkheid Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk 9 Matig stedelijk Weinig stedelijk 6 6 Niet stedelijk Totaal. 6 Onderstaande tabel geeft de gemiddeld behaalde eindtoetsscores per toets over de afgelopen drie jaren weer, uitgesplitst naar het opleidingsniveau van ouders. Hieruit is af te lezen dat het verschil in gemiddelde eindtoetsscores van leerlingen met hbo master/wo opgeleide ouders en leerlingen met max. mbo opgeleide ouders is Pagina 6 van

17 verminderd in t.o.v. 6. Dit afgenomen verschil is zichtbaar bij alle eindtoetsen. Deze verandering komt voornamelijk doordat leerlingen wiens ouders max. mbo opgeleid zijn, hogere scores op de eindtoetsen hebben gehaald. De eindtoetsen zijn onderling echter niet vergelijkbaar. Tabel.. Gemiddelde van verschillende eindtoetsen, toetsjaar 6- naar opleiding ouders, ongewogen aantallen (n =6.) 6 * Cito/Cet hoogst behaalde opleidingsniveau ouders Gemiddelde eindtoetsscore, opgeschoond (cito, iep, r) Gemiddelde eindtoetsscore, opgeschoond (cito, iep, r) Gemiddelde eindtoetsscore, opgeschoond (cito, iep, r) Opleiding,,9, onbekend Max. mbo 9,,, Mbo -,,69, Hbo ad/ba,,6, Wo ba/ma,,, & hbo ma Totaal,,6,6 R IEP hoogst behaalde opleidingsniveau ouders hoogst behaalde opleidingsniveau ouders Opleiding,,6,9 onbekend Max. mbo 9,6 9, 9,6 Mbo -,9,,6 Hbo ad/ba,,,6 Wo ba/ma,9,9, & hbo ma Totaal, 6, 6, Opleiding, 9,9 onbekend Max. mbo,9 6, Mbo -, 9,6 Hbo ad/ba,9, Wo ba/ma 6,6, & hbo ma Totaal 9,9, NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek * Gegevens voorlopig Er is gekeken of veranderingen in schoolkenmerken invloed hebben op de kans dat een school overstapt van toets. Hiervoor is gebruik gemaakt van het relatieve risico, een maat waarmee de sterkte van het verband tussen een voorspeller en een uitkomst wordt uitgedrukt. Voor scholen die overstappen van CET naar een andere toets zijn de relatieve risico s voor zowel een als twee negatieve oordelen significant voor p<.. Meer specifiek: De kans dat een school na een negatief oordeel overstapt ligt ongeveer, keer zo hoog dan de kans dat een school met een positief oordeel overstapt. Voor scholen die twee opeenvolgende negatieve oordelen hebben gekregen ligt de kans op overstappen zelfs bijna twee keer zo hoog. Pagina van

18 Tabel.. Relative risk ratios van de kans op overstappen na het ontvangen van, en opeenvolgende negatieve risico-oordelen Risico-oordeel CET naar anders anders naar CET anders naar anders x een negatief risico-oordeel.66***.. (.) (.6) (.) x een negatief risico-oordeel.*** (.) -.9 (.6) x een negatief risico-oordeel..e-***.9e-6*** (.6) (.e-6) (.6e-6) NB: Gebaseerd op multinomiale logistische regressies & gecontroleerd voor één lag van CITOscores.. Vertraging en versnelling Hieronder wordt weergegeven welk aandeel van de leerlingen het basisonderwijs onvertraagd, vertraagd of versneld verliet, gebaseerd op de leeftijd van leerlingen aan het begin (peildatum oktober) van groep. Van leerlingen die de basisschol nominaal doorlopen, verwachten we dat ze op peildatum oktober van groep elf jaar zijn. Leerlingen die op dit peilmoment jonger zijn dan elf jaar, beschouwen we als versnelde leerlingen zijn. Leerlingen die op dit peilmoment ouder zijn dan elf jaar, tellen als vertraagde leerlingen. Leerlingen verlaten het primair onderwijs steeds vaker versneld, terwijl het percentage vertraagde leerlingen in de afgelopen zes jaren is afgenomen. Tabel.. Aantal en percentage vertraagde/versnelde leerlingen leerjaar * (n =.9) 6 * % % % % % % Onvertraagd, 6,,,,9, Vertraagd 6,,,,,, Versneld,9, 9,,,,9 Totale n * Gegevens voorlopig Er is een aantal leerlingkenmerken die samenhangen met vertraging en versnelling. Hieronder worden de verschillen weergegeven tussen leerlingen met max. mbo - of hbo/wo-opgeleide ouders. Van de leerlingen met max. mbo -opgeleide ouders, versnelt slechts een klein gedeelte. Dit aandeel ligt veel hoger bij leerlingen van wie de ouders hoger opgeleid zijn. Het omgekeerde patroon is zichtbaar wat betreft vertraging. Tabel.. Percentage vertraagde/versnelde leerlingen leerjaar, naar relatieve leeftijd, (n =6.9) 6 * % % % % Hoogst behaalde Max. Onvertraagd 6, 69, 69, 69, Pagina van

19 opleidingsniveau ouders 6 * % % % % mbo Vertraagd,9,,, Versneld,, 6,, Wo ba/ma & hbo ma Onvertraagd,6,, 6,6 Vertraagd,, 6, 6, Versneld,,9 6, 6,9 NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek * Gegevens voorlopig. Advisering Sinds een paar jaar is het schooladvies leidend voor plaatsing in het voortgezet onderwijs. In eerste instantie krijgen leerlingen een advies gebaseerd op de inschatting van school, waarna de eindtoets ook nog een indicatie geeft van het niveau dat leerlingen in het voortgezet onderwijs aan kunnen. Als dit toetsadvies hoger is dan het initiële advies, komt een leerling in aanmerking voor heroverweging. Vanwege de verandering in het proces van advisering en dat bijstelling steeds vaker voorkomt, moet voorzichtig worden omgegaan met een eventuele trend. Onderstaande tabel geeft voor elk jaar de daadwerkelijke situatie weer: de adviezen waarmee de leerlingen uiteindelijk uitgestroomd zijn naar het voortgezet onderwijs. Uit onderstaande tabel valt daarnaast af te leiden dat het percentage meervoudige adviezen opnieuw toeneemt (van 9,6 procent in 6 naar 6, procent in ). De numerieke gemiddelde advieshoogte in was,, wat gelijk is aan de advieshoogte in. Tabel.. Afgegeven definitieve adviezen (n =.9) 6 % n % n % n VSO,, 9, Pro,.,.9,9. Vmbo-b 6,. 6,.6,9.9 Vmbo-b/k,., 6., 6.9 Vmbo-k,6 9. 9, 6. 9,.9 Vmbo-k/gt,.6,.9,6 6. Vmbo-gt,.9,.,.9 Vmbo-gt/havo 6,.6,.,.9 Havo,6.,.9,.9 Havo/vwo,6.6 9,.,. Vwo,6.,.9, 6.9 Totaal,.9,.6,.9 Tabel.. Gemiddeld numeriek definitief schooladvies - (n =.9) Toetsjaar Gemiddeld advies 6, Pagina 9 van

20 Toetsjaar Gemiddeld advies 6, 6, 6 6,9,, In de volgende tabel worden de initiële adviezen weergegeven. Tabel.. Afgegeven initiële adviezen (n =.9) 6 % n % n % n VSO,, 9, Pro,9.,.,9.6 Vmbo-b,. 6,.6 6,.9 Vmbo-b/k,9.99, 6., 6. Vmbo-k,.96,. 9,9.96 Vmbo-k/gt,.,6 6., 6.6 Vmbo-gt,.9,.,. Vmbo-gt/havo 6,.,.,. Havo, 6.,.9,. Havo/vwo,.999 9, 6.6 9,6 6.6 Vwo 9,., 6.6,.9 Totaal,.9,.6,.9 Het advies dat leerlingen krijgen hangt in sterke mate samen met het opleidingsniveau van de ouders. In onderstaande tabel zijn leerlingen waarvan de ouders maximaal een mbo -diploma hebben behaald vergeleken met leerlingen waarvan de ouders een hbo-master of wo-opleiding hebben afgerond. Tabel.. Definitieve schooladviezen, uitgesplitst naar opleidingsniveau ouders (max. mbo en hbo-master of wo-opleiding) in * (n =6.) Max. mbo Wo ba/ma & hbo ma % % Voortgezet speciaal onderwijs,, Praktijkonderwijs,, Basisberoepsgerichte leerweg vmbo,,9 Basisberoepsgerichte leerweg vmbo,, kaderberoepsgerichte leerweg vmbo Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo,, Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo,, gemengde/theoretische leerweg vmbo Gemengde/theoretische leerweg vmbo, 9, Gemengde/theoretische leerweg vmbo,6 6,6 havo Havo,9 9, Havo/vwo 6,, Pagina van

21 Max. mbo Wo ba/ma & hbo ma % % Vwo,, Totale n.9. NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek. * Gegevens voorlopig Kinderen van hoger opgeleide ouders krijgen hogere schooladviezen dan leerlingen met lager opgeleide ouders, ook als gecorrigeerd wordt voor persoonskenmerken, waaronder de eindtoetsscore op de CET. Het verschil liep van 9 tot en met op. Het lijkt erop dat dit verschil zich nu stabiliseert. Tabel.. Effect opleidingsniveau ouders* op de advieshoogte** in de periode 9/- /*** 9 Max. bo -, -, -, -, -,9 Max. mbo -,9 -, -, -,6 -,9 Max. mbo -,6 -,96 -, -, -,9 Max. mbo -, -, -, -, -, Max. ho ba,6,,9,9,96 Max. ho ma,,,,66, Max. phd,6,6,6,99, Onbekend -, -, -,6 -,9 -, Tabel..6 Effect opleidingsniveau ouders* op de advieshoogte** in de periode /- /*** 6 Max. bo -, -, -,9 -,6 Max. mbo -, -, -,6 -, Max. mbo -, -, -, -, Max. mbo -, -,6 -,6 -,6 Max. ho ba,,,, Max. ho ma,,6,, Max. phd,9,,,6 Onbekend -, -, -, -, * ten opzichte van leerlingen met ouders met een mbo diploma (-lijn) ** gecorrigeerd voor geslacht, etniciteit, leeftijd, hoogste opleiding ouders, eindtoetsscore ***y-as: punt= schoolsoort verschil Bron: Resultaten eigen berekeningen IvhO op basis van niet-openbare microdata CBS, Inspectie van het Onderwijs, 9 Zoals al eerder vermeld, kan het zo zijn dat leerlingen op basis van hun eindtoets in aanmerking komen voor heroverweging. Onderstaande tabel laat zien welk percentage van de leerlingen een lager of hoger advies heeft gekregen dan zou worden verwacht op basis van de toets (resp. onder- en overadvisering). Dit is uitgesplitst naar het toetsniveau dat leerlingen behaald hebben. Tabel.. Onder- en overadvisering, uitgesplitst naar verwacht advies o.b.v. toets (n =6.6) Pagina van

22 6 % n % n % n Vmbo-b Gelijk 6,.9,9.69,9. Overadvisering, half niveau,.69 6,., 9 Overadvisering, min. heel niveau,. 9,9. 6,.9 Vmbo-b/k Onderadvisering, half niveau,.,.,6. Vmbo-k Vmbo-gt Vmbok/gt Vmbogt/havo Havo Havo/vwo Vwo Totaal Gelijk,.9,.,. Overadvisering, half niveau, 6.,.,.6 Overadvisering, min. heel niveau Onderadvisering, min. heel niveau,.,9.9,.,.6, 6, 9 Onderadvisering, half niveau,,,6 996 Gelijk 9,.6,.9,. Overadvisering, half niveau 6, 9,6,.66 Overadvisering, min. heel niveau Onderadvisering, min. heel niveau, 6.6,9.6,.96, 6,, 96 Onderadvisering, half niveau, 9, 6, Gelijk 6,6 9,, Overadvisering, half niveau, 9,,. Overadvisering, min. heel niveau 9, 9,, 6 Onderadvisering, min. heel,.9,.,. niveau Onderadvisering, half niveau,.,.6,. Gelijk,.,9 6.6,. Overadvisering, half niveau 9,9.,.99,.69 Overadvisering, min. heel niveau Onderadvisering, min. heel niveau,.,6.,.99,.,.,9.66 Onderadvisering, half niveau,9., 6.,. Gelijk,.,.,. Overadvisering, half niveau, 6.,.,9. Overadvisering, min. heel niveau,.6,6. 9,.6 Onderadvisering, min. heel 6,9 6.,6.,9.69 niveau Onderadvisering, half niveau,.9 6,. 6,.9 Gelijk 9, 9.6,.9 6,6.6 Overadvisering, half niveau,.,.,.96 Overadvisering, min. heel niveau Onderadvisering, min. heel niveau,.,9.9 9,9. 6,.,. 6,. Onderadvisering, half niveau 9,. 6,.9, 9.6 Gelijk,.,., 6. Overadvisering, half niveau,.9,.96,9.9 Onderadvisering, min. heel niveau,.6,9.,. Onderadvisering, half niveau,6.9,.99,.96 Gelijk,.9, ,. Onderadvisering, min. heel niveau,.,.9,9.9 Pagina van

23 6 % n % n % n Onderadvisering, half niveau 9,. 9,.,. Gelijk, 6.,. 6,.9 Overadvisering, half niveau 6,.6 6,.9,. Overadvisering, min. heel niveau,., 6.,.99 Bijna 6 procent van de leerlingen die het toetsadvies vmbo-b, vmbo-b/k of vmbo-k krijgt, heeft een hoger initieel schooladvies gekregen. In veel gevallen is er sprake van overadvisering met minstens een heel niveau. Echter valt op dat het voornamelijk leerlingen met hbo master/wo opgeleide ouders zijn die overgeadviseerd worden. Van deze groep heeft 6 procent een hoger advies dan de toetsuitslag. Leerlingen met max. mbo -opgeleide ouders worden mindere vaak overgeadviseerd, nl. bij procent van deze leerlingen. Tabel.. In aanmerking voor herziening naar opleiding ouders bij toetsadviezen vmbo-b, vmbo-b/k en vmbo-k, ongewogen aantallen, in (n=.) vmbo-b vmbob/k vmbo-k Totaal Opleiding onbekend Onderadvisering, min. heel niveau Onderadvisering, half niveau Gelijk Overadvisering, half niveau Overadvisering, min. heel niveau % % % % % 6,,, Max. mbo,,6, Mbo -,, 6,6 Hbo ad/ba,,, Wo ba/ma &,,, hbo ma Totaal,, 6, Opleiding, 6,9,9 6, onbekend Max. mbo, 6,,6, Mbo - 9,, 6,, Hbo ad/ba,,,, Wo ba/ma &,, 6,,9 hbo ma Totaal,6,,, Opleiding, 9,,,6,6 onbekend Max. mbo,,,,,6 Mbo -,,,,,6 Hbo ad/ba,,,,, Wo ba/ma &,,,9 6,9 6, hbo ma Totaal,,,,, Opleiding,,,,, onbekend Max. mbo,,,, 6, Mbo -,, 6,,, Hbo ad/ba,, 9,,,6 Wo ba/ma &, 6, 6, 6, 9,6 hbo ma Totaal,,,9, 6, Pagina van

24 NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek * Gegevens voorlopig Het percentage leerlingen dat in overweging komt voor heroverweging hangt samen met bepaalde leerling- en schoolkenmerken. Op rooms-katholieke of protestantschristelijke scholen komt onderadvisering relatief iets vaker voor dan op openbare en overig bijzondere scholen. Op openbare en overig bijzondere scholen worden relatief meer leerlingen overgeadviseerd. Tabel..9 In aanmerking voor herziening naar denominatie school in (n=6.6) Denom Gelijk inatie Openb aar Rooms - katholi ek Protest antschristel ijk Overig bijzond er Onderadvisering, min. heel niveau Onderadvisering, half niveau Overadvisering, half niveau Overadvisering, min. heel niveau % n % n % n % n % n, 6. 9, 9. 6,.9,.6, 6.6,6.,. 6, 9. 6,.6,. 6,.,6 9.,9.9 6,.,9.,. 6,.,. 9,.,9.9 Op scholen in minder - of niet-stedelijke gebieden komen leerlingen vaker in aanmerking voor een herziening van het advies dan op scholen in de stedelijke gebieden. Tabel.. In aanmerking voor herziening naar stedelijkheid school in (n=6.6) Stedelijkheid Onderadvisering, min. heel niveau Onderadvisering, half niveau Gelijk Overadvisering, half niveau Overadvisering, min. heel niveau % n % n % n % n % n Zeer sterk,.9,.9,.99 9, 6.,.66 stedelijk Sterk stedelijk,6 6. 9, ,.,.,6 6.6 Matig stedelijk,.9,.,.,.696,. Weinig stedelijk, 6.66,6.,9.,.6,. Niet stedelijk,.,6.96,.,9.9,. Hieronder wordt weergegeven welk percentage van de leerlingen die in aanmerking komen voor herziening, een bijgesteld advies krijgt. Pagina van

25 Tabel.. Percentage leerlingen met een bijgesteld advies, ten opzichte van alle leerlingen die hiervoor in aanmerking kwamen (n =.9) Heroverweging i.v.m. minstens een heel niveau verschil Heroverweging i.v.m. half niveau verschil 6 % % %,,,,,, Totaal 9,,, Totale n Onderstaande tabel geeft weer welk aandeel van de leerlingen wel of geen bijstelling kreeg als het hiervoor in aanmerking kwam, uitgesplitst naar het opleidingsniveau van de ouders. Eerst worden deze gegevens voor alle leerlingen getoond en eronder enkel voor leerlingen zonder migratieachtergrond. In tabel.. wordt duidelijk dat voornamelijk kinderen van ouders die of max. mbo -opgeleid of hbo master/wo-opgeleid zijn een bijgesteld advies krijgen t.o.v. alle leerlingen die hiervoor in aanmerking komen. Tabel.. Bijstelling van leerlingen naar opleiding ouders, ongewogen aantallen t.o.v. leerlingen die in aanmerking komen voor heroverweging* (n =6.6) 6 * Heroverweging i.v.m. minstens een heel niveau verschil Opleiding onbekend Max. mbo Niet herzien Wel herzien Niet herzien Wel herzien Niet herzien Wel herzien % % % % % %,9,, 9,, 9, 66,, 6,,6 6,, Mbo - 69,, 6,, 6,9, Hbo ad/ba 6,, 6, 6, 66,, Heroverweging i.v.m. half niveau verschil Totaal Wo ba/ma 6,,9,, 9,,6 & hbo ma Totaal 6,, 6,9, 6,, Opleiding 9,,,,,, onbekend Max. mbo,,,,, 6, Mbo - 9,,,,,, Hbo ad/ba 9,,,,,, Wo ba/ma,,9,,6, 9, & hbo ma Totaal 9,,,9,,9, Opleiding,,, 9,, 9,9 onbekend Max. mbo,,9,,,9, Mbo -, 9,,,6 6,,9 Hbo ad/ba, 9,,,6,, Pagina van

26 Wo ba/ma & hbo ma Niet herzien 6 * Wel herzien Niet herzien Wel herzien Niet herzien Wel herzien % % % % % %,,,,6, 6, Totaal, 9,,, 6,, NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek * Gegevens voorlopig Als we deze uitsplitsing binnen de groep leerlingen zonder migratieachtergrond maken zien we echter dat kinderen van max. mbo opgeleide ouders relatief het minst vaak een bijgesteld advies krijgen. Het verschil tussen leerlingen met hbo master/wo opgeleide ouders en leerlingen met max. mbo opgeleide ouders is groter wanneer er sprake is van een heroverweging i.v.m. minstens een heel niveau verschil dan wanneer er sprake is van een heroverweging i.v.m. een half niveau verschil. Tabel.. Bijstelling van leerlingen zonder migratieachtergrond naar opleiding ouders, ongewogen aantallen t.o.v. leerlingen die in aanmerking komen voor heroverweging* (n =.6) 6 * Heroverweging i.v.m. minstens een heel niveau verschil Opleiding onbekend Max. mbo Niet herzien Wel herzien Niet herzien Wel herzien Niet herzien Wel herzien % % % % % %,,,,,,9,6,, 9,,6, Mbo -,, 6,, 69,, Hbo ad/ba, 9, 6,, 69,, Heroverweging i.v.m. half niveau verschil Totaal Wo ba/ma 66,,6 6,,9 6,,9 & hbo ma Totaal,, 6,,6, 9, Opleiding 9,, 9, 9, 9,, onbekend Max. mbo 9,9, 9,, 9,, Mbo - 9,, 9,,9,, Hbo ad/ba 9, 9, 6,, 6,, Wo ba/ma 6,,,,,, & hbo ma Totaal 9,9 9,,9,,, Opleiding,,9,,,, onbekend Max. mbo, 6,,6 9,,, Mbo -,6,, 9,9 9,, Hbo ad/ba,6,,6, 9,9, Pagina 6 van

27 Wo ba/ma & hbo ma Niet herzien 6 * Wel herzien Niet herzien Wel herzien Niet herzien Wel herzien % % % % % % 9,, 6,, 6,, Totaal,, 9,9,, 9, NB: Cellen met minder dan observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek * Gegevens voorlopig In totaal kreeg procent van alle leerlingen in leerjaar een bijgesteld schooladvies. Tabel.. Bijstelling van het schooladvies (n =.) 6 % % % Bijstelling 6,9,9, Geen bijstelling 9, 9, 9, Totale n..66. Pagina van

28 Schoolloopbaan cohorten leerlingen In de onderstaande grafieken wordt weergegeven welk aandeel van de leerlingen in een cohort nominaal of versneld de schoolloopbaan in het reguliere bao doorloopt en welk aandeel van de leerlingen blijft zitten of een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs (sbo) krijgt. Een cohort bestaat uit alle leerlingen die in een bepaald jaar voor het eerst staan ingeschreven in leerjaar in het regulier basisonderwijs. Leerlingen in leerjaren en worden dus buiten beschouwing gelaten. Er worden drie complete cohorten ( t/m ) en een gedeeltelijk cohort () weergegeven. Na vijf jaar kan worden afgelezen in de tabellen welk aandeel van een cohort nominaal of versneld het basisonderwijs verlaat, welk aandeel naar het sbo wordt verwezen en welk aandeel blijft zitten.. Totale schoolloopbaan Bij de cohorten zien we dat de grootste percentuele daling nominale leerlingen in het eerste jaar na leerjaar plaatsvindt. Ongeveer 6- procent van de leerlingen uit het cohort staat één jaar na het startjaar niet ingeschreven in leerjaar van het reguliere bao. Een deel van de leerlingen blijft zitten en herhaalt leerjaar en een ander deel (gemiddeld,6 procent over alle cohorten) van deze leerlingen wordt naar het sbo verwezen. Vanaf leerjaar neemt de daling van de nominale groep leerlingen geleidelijk af. Deze daling komt voornamelijk doordat er vanaf leerjaar minder leerlingen blijven zitten dan in het voorgaande leerjaar. Bij verwijzing naar het sbo zien we niet dezelfde daling; het aandeel leerlingen dat naar het sbo wordt verwezen stijgt nog geleidelijk verder door tot na het vijfde leerjaar. Van cohort rondde,6 procent van de leerlingen in schooljaar / nominaal of versneld de schoolloopbaan in het bao af. Dit aandeel is hoger dan in eerdere cohorten. Dit komt doordat minder leerlingen bleven zitten. Er werden niet minder leerlingen doorverwezen naar het sbo. Tabel.. Aandeel leerlingen met een nominale schoolloopbaan bao (n cohort = 6.9) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,% 9,%,%,%,%,% Cohort,% 9,6% 9,%,9%,9%,% Cohort,% 9,%,6%,%,%,6% Cohort,% 9,%,%,%,% Tabel.. Aandeel zittenblijvers in het bao (n cohort =6.9) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,%,9% 9,%,9%,%,% Pagina van

29 Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,%,%,%,%,%,% Cohort,%,6%,%,6%,%,% Cohort,% 6,% 9,6%,9%,% Tabel.. Aandeel verwijzingen naar sbo in het bao (n cohort =6.9) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,%,6%,%,6%,%,9% Cohort,%,6%,%,%,%,6% Cohort,%,6%,%,9%,%,6% Cohort,%,6%,%,9%,% Totale schoolloopbaan naar schoolgrootte Er treden verschillen op in de schoolloopbanen van leerlingen als er een onderscheid naar schoolgrootte wordt gemaakt. Leerlingen op grote scholen doorlopen relatief vaker nominaal het reguliere bao en blijven dus minder vaak zitten of worden minder vaak doorverwezen naar het sbo dan leerlingen op kleinere scholen. Het aandeel nominale schoolloopbanen is het hoogste en de aandelen zittenblijven en sbo-verwijzingen zijn het laagste voor scholen met - of meer dan leerlingen. Het aandeel nominale schoolloopbanen is het laagste en het aandeel zittenblijven het hoogste op kleine scholen (- leerlingen). De nominale schoolloopbanen, zittenblijven en sbo-verwijzingen worden apart in de onderstaande grafieken weergegeven. Tabel.. Schoolloopbaan nominaal cohort, naar schoolgrootte (n=.99) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar -,% 9,%,6%,%,%,% -,% 9,%,%,%,%,% -,% 9,%,% 6,%,%,% -,% 9,% 9,% 6,9%,%,% -meer,% 9,% 9,% 6,9%,%,6% Tabel.. Schoolloopbaan zittenblijven cohort, naar schoolgrootte (n=.99) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar -,%,%,%,%,%,% -,%,%,%,9%,6%,% -,%,6%,6%,%,%,% -,%,%,9% 9,%,%,% -meer,%,%,9% 9,%,%,9% Tabel..6 Schoolloopbaan sbo cohort, naar schoolgrootte (n=.99) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar -,%,6%,6%,%,6%,9% Pagina 9 van

30 Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar -,%,%,%,%,%,% -,%,6%,%,9%,%,% -,%,6%,%,%,%,% -meer,%,%,%,6%,%,%. Schoolloopbaan naar geslacht Iets meer meisjes dan jongens rondden nominaal of versneld hun schoolloopbaan in het reguliere bao af. Van het cohort rondden, procent van de jongens en, procent van de meisjes nominaal het basisonderwijs af. Tabel.. Aandeel jongens met een nominale schoolloopbaan bao (n cohort =.6) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,% 9,%,%,9%,%,% Cohort,% 9,%,%,9%,%,% Cohort,% 9,6%,9%,9%,%,% Cohort,% 9,%,%,%,6% Tabel.. Aandeel meisjes met een nominale schoolloopbaan bao (n cohort =.) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,% 9,% 9,% 6,%,6%,% Cohort,% 9,% 9,% 6,9%,%,6% Cohort,% 9,6% 9,% 6,6%,%,% Cohort,% 9,%,6% 6,%,% Als we de verschillen gedurende de schoolloopbaan bekijken valt op dat jongens vaker in de onderbouw bleven zitten dan meisjes. In de bovenbouw blijft een groter aandeel van de meisjes zitten, waardoor de verschillen in zittenblijven aan het einde van de schoolloopbaan minimaal zijn. Tabel.. Aandeel jongens dat blijft zitten (n cohort =.6) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,% 6,% 9,%,%,6%,% Cohort,%,%,%,%,%,% Cohort,%,9%,9%,%,%,% Cohort,% 6,% 9,%,%,% Tabel.. Aandeel meisjes dat blijft zitten (n cohort =.) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,%,6% 9,%,%,%,6% Cohort,%,6%,%,%,%,% Cohort,%,%,6%,6%,%,9% Cohort,%,% 9,%,9%,% Pagina van

31 Over de gehele periode heen zien we dat jongens vaker en eerder in de schoolloopbaan een sbo-verwijzing krijgen dan meisjes. Tabel.. Aandeel jongens met een sbo-verwijzing (n cohort =.6) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,%,%,%,%,%,% Cohort,%,%,%,6%,%,% Cohort,%,%,%,%,%,% Cohort,%,%,6%,%,% Tabel..6 Aandeel meisjes met een sbo verwijzing (n cohort =.) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,%,%,%,%,%,% Cohort,%,%,9%,%,%,9% Cohort,%,%,%,%,%,9% Cohort,%,%,%,%,% Totale schoolloopbaan naar etniciteit Er treden ook verschillen in schoolloopbaan op als we de cohorten uitsplitsen naar etniciteit. Leerlingen zonder migratieachtergrond ronden in meerdere mate hun schoolloopbaan nominaal af dan leerlingen met een migratieachtergrond. We zien dat eerste generatie niet-westerse leerlingen in veel mindere mate nominaal hun bao schoolloopbaan doorlopen dan andere leerlingen. Een groot deel van deze verschillen treedt op in de onderbouw. Wel is te zien leerlingen van cohort in / in meerdere mate nominaal het bao afrondden dan eerdere cohorten. Op basis van het percentage nominale leerlingen in leerjaar van cohort is de verwachting dat deze trend niet direct doorzet, maar dat het aandeel nominale leerlingen wellicht ook hoger is dan in de eerdere cohorten. De positieve trend in cohort gold voor alle groepen leerlingen. Tabel.. Aandeel leerlingen zonder migratieachtergrond met een nominale schoolloopbaan bao (n cohort =.6) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,% 9,6% 9,%,%,9%,% Cohort,% 9,% 9,%,%,%,% Cohort,% 9,% 9,%,%,%,% Cohort,% 9,%,% 6,%,% Pagina van

32 Tabel.. Aandeel leerlingen met een westerse migratieachtergrond met een nominale schoolloopbaan bao (n cohort =.99) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,% 9,% 6,%,%,%,% Cohort,% 9,6%,%,6%,%,% Cohort,% 9,9%,%,6%,%,% Cohort,% 9,% 6,%,%,% Tabel..9 Aandeel leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond e generatie met een nominale schoolloopbaan bao (n cohort =.69) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,% 9,%,%,9% 9,% 6,% Cohort,% 9,9% 6,%,% 9,9%,% Cohort,% 9,% 6,%,%,% 9,% Cohort,% 9,%,9%,%,% Tabel.. Aandeel leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond e generatie met een nominale schoolloopbaan bao (n cohort =.) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Cohort,%,%,%,% 66,% 6,6% Cohort,%,%,% 69,% 6,6% 6,% Cohort,% 6,%,%,% 6,% 6,% Cohort,%,9%,%,% 66,9%. Schoolloopbaan naar geslacht en etniciteit Als we een onderscheid maken tussen leerlingen in het reguliere bao op basis van geslacht en etniciteit zien we opnieuw grotere verschillen tussen migratieachtergronden dan tussen de geslachten bij cohort. Zowel jongens als meisjes zonder migratieachtergrond ronden in grotere mate nominaal hun schoolloopbaan af dan jongens of meisjes met een migratieachtergrond. 6, procent van de jongens en 6,6 procent van de meisjes met een eerste generatie niet-westerse migratieachtergrond rondden in schooljaar / nominaal de basisschool af. Tabel.. Aandeel jongens met een nominale schoolloopbaan bao, naar migratieachtergrond - cohort (n=9.9) Geen migratieachtergron d Westerse migratieachtergron d Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar,% 9,%,% 6,%,%,9%,% 9,% 6,9%,%,%,6% Pagina van

33 Niet-westerse migratieachtergron d e generatie Niet-westerse migratieachtergron d e generatie Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar,% 9,% 6,%,%,%,%,% 6,%,6%,% 6,% 6,% Tabel.. Aandeel meisjes met een nominale schoolloopbaan bao, naar migratieachtergrond - cohort (n=.69) Geen migratieachtergrond Westerse migratieachtergrond Niet-westerse migratieachtergrond e generatie Niet-westerse migratieachtergrond e generatie Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar,% 9,% 9,%,9% 6,6%,6%,% 9,9%,%,9%,% 9,%,% 9,%,%,%,%,%,%,%,%,%,% 6,6%. Survivalplots, uitsplitsing naar opleiding ouders Als we onderscheid maken tussen leerlingen in het reguliere bao op basis van het opleidingsniveau van ouders zien we verschillen tussen leerlingen. Kinderen van hbo- of wo-opgeleide ouders rondden in schooljaar / in grotere mate nominaal hun schoolloopbaan af dan leerlingen met mbo-opgeleide ouders. Ze blijven minder vaak zitten en krijgen minder vaak een sbo-verwijzing. Tabel.. Cohort naar opleidingsniveau ouders, nominaal (n=.) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Opleiding onbekend,% 9,% 6,%,9%,%,% Max. mbo,% 9,%,%,% 6,%,% Mbo-,% 9,%,%,9%,%,% Hbo ad/ba,% 96,% 9,% 9,%,6%,% Wo ba/ma en hbo ma,% 9,% 9,% 9,% 9,9% 9,% Bron: resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van niet-openbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek Tabel.. Cohort naar opleidingsniveau ouders, zittenblijven (n=.) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Opleiding onbekend,%,% 9,%,%,%,% Max. mbo,%,%,%,6%,%,% Mbo-,%,% 9,%,%,%,% Hbo ad/ba,%,% 6,%,% 9,% 9,% Wo ba/ma en hbo ma,%,%,% 6,% 6,9%,% Pagina van

34 Bron: resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van niet-openbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek Tabel.. Cohort naar opleidingsniveau ouders, verwijzing naar sbo (n=.) Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar 6 Leerjaar Leerjaar Opleiding onbekend,%,6%,%,9%,%,6% Max. mbo,%,%,%,%,%,% Mbo-,%,6%,%,%,%,% Hbo ad/ba,%,%,6%,%,%,% Wo ba/ma en hbo ma,%,%,%,%,%,6% Bron: resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van niet-openbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek Hieronder staan de uitkomsten van een logistische regressie voor een nominale of versnelde schoolloopbaan weergegeven, met als voorspellende variabelen respectievelijk het hoogste opleidingsniveau van de ouders en de migratieachtergrond van de leerling. Het opleidingsniveau van ouders blijkt een betere voorspeller van een nominale schoolloopbaan te zijn dan de migratieachtergrond van leerlingen. Tabel.. Samenvatting logistische regressie waarin nominale/versnelde schoolloopbaan voorspeld wordt met de migratieachtergrond van de leerling (n=x) Step - Log likelihood Cox & Snell R Square Nagelkerke R Square 666, a,,6 a. Estimation terminated at iteration number because parameter estimates changed by less than,. Variables in the Equation B S.E. Wald df Sig. Exp(B) M Geen mig. 6,, Westerse mig. -,,,,,6 Niet-westerse mig. e -,, 9,,, gen. Niet-westerse mig. e -,96, 9,9,, gen. Constant,, 6,, 9, Tabel.. Samenvatting logistische regressie waarin nominale/versnelde schoolloopbaan voorspeld wordt met het hoogste opleidingsniveau van de ouders (n=x) Step - Log likelihood Cox & Snell R Square Nagelkerke R Square 69, a,, a. Estimation terminated at iteration number because parameter estimates changed by less than,. Variables in the Equation B S.E. Wald df Sig. Exp(B) M Wo ba/ma & hbo ma 666,, Onbekend -,,6 69,6,,9 Pagina van

35 Max. mbo -,, 9,,, Mbo - -,6, 6,,,9 Hbo ad/ba -,,6,99,, Constant,,,,,6 Bron: resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van niet-openbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek In onderstaande tabel is het achtergrondkenmerk migratieachtergrond gekruist met het opleidingsniveau van de ouders. Van de verschillende groepen leerlingen is weergegeven welk percentage aan het einde van de basisschool is blijven zitten, en welk percentage is doorverwezen naar het sbo. Het betreft cohort. Tabel..6 Percentage leerlingen van cohort dat bleef zitten of verwezen werd naar sbo (leerjaar tot en met ) naar opleidingsniveau ouders en migratieachtergrond (n=.6) Opleidingsniveau ouders % Zittenblijven Verwijzing naar sbo Geen migratieachtergrond e generatie nietwestersemigratieachtergrond Geen migratieachtergrond e generatie nietwestersemigratieachtergrond Max. mbo 6, Mbo -, Hbo ad/ba 9, Hbo ma en wo,6 Max. mbo, Mbo -, Hbo ad/ba, Hbo ma en wo, Max. mbo 6, Mbo -, Hbo ad/ba, Hbo ma en wo,6 Max. mbo, Mbo -,9 Hbo ad/ba, Hbo ma en wo, Bron: resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van niet-openbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek Pagina van

36 . Cohorten leerjaren t/m Onderstaande tabel geeft het verloop van de schoolloopbaan van leerlingen weer die in in leerjaar van het reguliere basisonderwijs zijn gestart. Als we leerlingen vanaf leerjaar tot en met leerjaar over de tijd analyseren zien we dat in schooljaar /, procent van de leerlingen de schoolloopbaan in het reguliere bao nominaal heeft afgerond., procent van de leerlingen bleef zitten en, procent van de leerlingen werd naar het sbo verwezen. Het aandeel leerlingen dat doubleert valt aanzienlijk hoger uit als kleuters zijn meegenomen in de analyse dan wanneer er vanaf leerjaar wordt gerekend. Tabel.6. Aandeel leerlingen met een nominale schoolloopbaan bao, leerjaren - (n=.) Lj Lj Lj Lj Lj Lj 6 Lj Lj Nominaal,% 9,% 9,%,9%,6%,%,%,% Zittenblijven,%,%,6%,%,6%,%,9%,% Sbo,%,%,%,%,%,%,%,% Pagina 6 van

37 Onderwijsproces. Oordelen onderwijsproces In de onderstaande tabel worden de oordelen van de inspecteurs op de standaarden van het onderwijsproces weergegeven. Deze oordelen komen uit verschillende types onderzoek in / voort, waaronder verificatieonderzoeken, onderzoeken naar goed of naar risico s. Tabel.. Oordelen op standaarden onderwijsproces (n /=) / % n Onderwijsproces Onvoldoende. Voldoende. Goed 6, Totaal, Aanbod Onvoldoende, 9 Voldoende 66, 6 Goed, Totaal, 6 Zicht op ontwikkeling Onvoldoende 6, 9 Voldoende 66, Goed 6, 9 Totaal, 6 Zicht op ontwikkeling en begeleiding Onvoldoende, Voldoende, 9 Goed,9 Totaal, Didactisch handelen Onvoldoende, 66 Voldoende, Goed, Totaal, 6 (Extra) ondersteuning Onvoldoende, 6 Voldoende 66, Goed,6 Totaal, Samenwerking Voldoende, 6 Goed 6, Totaal, 9 Toetsing en afsluiting Onvoldoende,6 Voldoende 66, Goed, Totaal, 6. Didactisch handelen Bij een onderzoek naar het didactisch handelen, via een representatieve steekproef op scholen, is de taakgerichtheid, leerlingbetrokkenheid en de feedback door leraren in beeld gebracht. Pagina van

38 De taakgerichte werksfeer wordt bij de meeste lessen voldoende beoordeeld. Rond de procent van de lessen krijgt een of een voor onderdelen die onder deze indicator vallen (-puntsschaal). Tabel.. De leraar organiseert de onderwijsactiviteiten efficiënt, in / (n=6) Score % n, 9, 6,, Totaal, 6 Tabel.. De leraar creëert de voorwaarden voor een gunstig werkklimaat, in / (n=6) Score % n,, 6,9, Totaal, 6 In de onderstaande tabel is te zien dat de beoordeling van de kwaliteit van het didactisch handelen verschilt tussen leerjaren. De kwaliteit wordt over het algemeen net iets hoger beoordeeld in groep - dan in groep -. Tabel.. Beoordeling kwaliteit van didactisch handelen uitgesplitst naar leerjaren*, in / (n=) Leerjaar - - Taakgerichte werksfeer Gemiddelde,,9, Std. Dev.,6,, Aantal 6 Actief betrokken leerlingen Gemiddelde,9,, Std. Dev.,,, Aantal 6 Leraren geven feedback Gemiddelde,,6,66 Std. Dev.,,6, Aantal 6 Kwaliteit didactisch handelen totaal Gemiddelde,,, Std. Dev.,,, Aantal 6 *Dikgedrukte gemiddelden verschillen significant van leerjaar - procent van de leraren geeft feedback op het proces, de wijze waarop een resultaat tot stand is gekomen. Pagina van

39 Tabel.. De leraar geeft feedback op de wijze waarop het resultaat tot stand is gekomen (proces), in - (n=9) Score % n,,6,9 6 9, 6 Totaal, 6 Ook bij het leer- en vormingsgebied van de les verschilt het geven van feedback van leraren. Hier wordt de feedback bij taal en rekenen lager beoordeeld dan bij een ander leer- en vormingsgebied. De rest van de beoordeelde punten verschilt niet naar leer- en vormingsgebied. Tabel.. Beoordeling kwaliteit van didactisch handelen uitgesplitst naar leer- en vormingsgebied*, in - (n=) Leer- en vormingsgebied Taal Rekenen Anders Taakgerichte werksfeer Gemiddelde,9,, Std. Dev.,,6,6 Aantal 6 Actief betrokken leerlingen Gemiddelde,,,9 Std. Dev.,,,6 Aantal 6 Leraren geven feedback Gemiddelde,6,6,9 Std. Dev.,,, Aantal 6 Kwaliteit didactisch handelen totaal Gemiddelde,,,9 Std. Dev.,,6, Aantal 6 *Dikgedrukte gemiddelden verschillen significant van leer- en vormingsgebied rekenen In de onderstaande tabel zijn de categorieën te zien waarbinnen de door de scholen geformuleerde verbeterpunten zijn in te delen. De verbetering van de betrokkenheid van de leerlingen, de kwaliteit van de uitleg en de afstemming van de instructie worden het meest genoemd. Het minst vaak worden de afstemming van de onderwijstijd en het onderwijs in strategieën genoemd. Tabel..6 Genoemde verbeterpunten door scholen, naar categorie*, in - (n=) % n de uitleg (aansprekend, doelmatig, interactief), de taakgerichte werksfeer, 9 de betrokkenheid van de leerlingen, 9 de afstemming van de instructie, Pagina 9 van

40 % n de afstemming van de verwerking 9, 6 de afstemming van de onderwijstijd,6 de structuur in alle onderwijsactiviteiten, het onderwijs in strategieën, het geven van feedback aan de leerlingen, 9 het toepassen van verschillende werkvormen 6, anders,9 *Meerdere categorieën konden worden gekozen. In de onderstaande tabel is te zien dat scholen die een verbeterpunt hadden geformuleerd dat te maken had met het geven van feedback aan de leerlingen een betere beoordeling kregen op alle indicatoren van didactisch handelen. Ook op het geven van feedback. Tabel.. Beoordeling kwaliteit van didactisch handelen uitgesplitst naar wel/niet het geven van feedback aan de leerlingen als verbeterpunt geformuleerd*, in - (n=6) het geven van feedback aan de leerlingen als verbeterpunt geformuleerd Nee Ja Taakgerichte werksfeer Gemiddelde,,6 Std. Dev.,,6 Aantal 6 Actief betrokken leerlingen Gemiddelde,, Std. Dev.,,6 Aantal 6 Leraren geven feedback Gemiddelde,6, Std. Dev.,, Aantal 6 Kwaliteit didactisch handelen totaal Gemiddelde,,9 Std. Dev.,,6 Aantal 6 *Dikgedrukte gemiddelden verschillen significant van elkaar Pagina van

41 6 Sociaal klimaat 6. Inspectieoordeel veiligheid Op het merendeel van alle in / onderzochte scholen is veiligheid als voldoende of goed beoordeeld. Acht scholen kregen hier dit jaar een onvoldoende voor, waarvan zes scholen tijdens een risico-onderzoek. Tabel 6.. Oordelen op standaard veiligheid, naar onderzoekstype, / (n=) Verificatie Onvoldoende, Voldoende 6, Goed, Totaal, 96 Goed Voldoende, Goed 6, 9 Totaal, 6 Risico Onvoldoende, 6 Voldoende 9, Goed 6, 9 Totaal, Herstel Voldoende 9, Goed,9 Totaal, Totaal Onvoldoende, Voldoende, Goed,6 Totaal, 6. Meldingen vertrouwensinspecteur In / is het aantal meldingen seksueel misbruik in de sector primair onderwijs (po) toegenomen ten opzichte van de twee vorige schooljaren. Ook zien we een stijging van het aantal meldingen discriminatie. Het aantal meldingen fysiek geweld is licht toegenomen, terwijl het aantal meldingen psychisch geweld behoorlijk is gedaald. Tabel 6.. Totaal aantal meldingen vertrouwensinspectie voor het primair onderwijs in de periode /6 / (n /=.) Meldingen Schooljaar Seksueel misbruik Waarvan met taken belaste personen Seksuele intimidatie Waarvan met taken belaste personen Psychisch geweld* Fysiek geweld Discriminatie Radicalisering overig Totaal: /6 6 (,%) 6 (,%) 69 (%) 6 6/ (6,%) (,%) 6 (6%) Pagina van

42 Meldingen Schooljaar Seksueel misbruik Waarvan met taken belaste personen Seksuele intimidatie Waarvan met taken belaste personen Psychisch geweld* Fysiek geweld Discriminatie Radicalisering overig Totaal: / (,%) 9 (,9%) (9,%) *tussen haakjes het percentage pesten ten opzichte van alle meldingen psychisch geweld. Bron: Inspectie van het Onderwijs, 9 Zie verder het factsheet meldingen vertrouwensinspecteurs op Pagina van

43 Sturing op kwaliteit Scholen en besturen sturen op de kwaliteit van het onderwijs dat ze aanbieden. Over deze sturing worden in dit hoofdstuk gegevens gepresenteerd.. Schoolgrootte Hieronder wordt de ontwikkeling van het aantal basisscholen en het gemiddeld aantal leerlingen per school weergegeven. In is opnieuw een daling in het aantal scholen te zien ten opzichte van voorgaande jaren. Het gemiddeld aantal leerlingen per school steeg verder in hetzelfde jaar. Tabel.. Aantal reguliere basisscholen en gemiddeld aantal leerlingen per school, - /6- (n -=6.6) Aantal scholen Gemiddelde schoolgrootte 6 Bron: CBS, DUO en OCW, 9 (onderwijsincijfers.nl) In deze tabel wordt het aantal vestigingen naar regio en stedelijkheid weergegeven. In elke regio is een daling van het aantal scholen zichtbaar. Tabel.. Aantal vestigingen regulier basisonderwijs (brin-vest) naar regio en stedelijkheid* - (n =6.) 6 * n n n n n n Noord Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk Totaal Oost Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk 9 Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk Totaal Midden Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk 9 9 Niet stedelijk 9 9 Totaal Zuid Zeer sterk stedelijk 9 Sterk stedelijk 6 9 Matig stedelijk 9 6 Weinig stedelijk Niet stedelijk 6 Totaal Totaal Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Pagina van

44 6 * n n n n n n Weinig stedelijk Niet stedelijk 9 Totaal * Gegevens voorlopig In de onderstaande tabel wordt het gemiddeld aantal leerlingen op een school (op clusterniveau) naar regio en mate van stedelijkheid weergegeven. In alle regio s zien we een stijging van het aantal leerlingen per vestiging. In zeer sterk stedelijke gebieden was er geen sprake van een toename. Tabel.. Gemiddelde vestigingsgrootte regulier basisonderwijs (brin-vest) naar regio en stedelijkheid* - 6 * Gem. Gem. Gem. Gem. Gem. Gem. Noord Zeer sterk,,6,9 9,9,, stedelijk Sterk stedelijk,9 6,6,9,,, Matig stedelijk 6,,,,,6 6, Weinig stedelijk 9,6 9,,,6,,9 Niet stedelijk,,, 6,6, 6,6 Totaal,,9, 6, 6,6, Oost Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk,,,66,,, Matig stedelijk,,,9, 6,9 6,99 Weinig stedelijk 6, 6,6 6,6 66,6 66,9 66,96 Niet stedelijk, 9,,,,, Totaal 9, 9, 9,9 9, 9, 9, Midde n Zeer sterk 9,,,,9,,6 stedelijk Sterk stedelijk,,,,,, Matig stedelijk,, 6,,, 9, Weinig stedelijk 9,6 9, 9,6,6,6 9, Niet stedelijk,9,9,, 9, 9, Totaal,6 6,,6 9,6 6, 6, Zuid Zeer sterk,,,, 6,6, stedelijk Sterk stedelijk 6, 6, 6, 69, 6, 69,66 Matig stedelijk 6,, 6,9, 6,96 6, Weinig stedelijk 9, 9,6 96,9 9,9 9,99 9,66 Niet stedelijk,6,,,9,, Totaal,,9 9, 9,,, Totaal Zeer sterk 9,, 6, 9,,,6 stedelijk Sterk stedelijk 6, 6, 6, 6,96 6, 6,66 Matig stedelijk,,,6,96,, Weinig stedelijk 69, 6,9 69, 6, 6,6, Pagina van

45 6 * Gem. Gem. Gem. Gem. Gem. Gem. Niet stedelijk,6,6,6,9,,9 Totaal 6,9, 9, 9,,,96 * Gegevens voorlopig. Oordelen Onderstaande tabel toont de oordelen zwak/onvoldoende en zeer zwak op peildata september en januari 9. Het aantal zwakke scholen nam in deze periode af terwijl het aantal zeer zwakke scholen steeg. Tabel.. Verdeling oordelen op peildatum september (n =6.6) % n Overig 9, 6.6 Zwak/onvoldoende,6 6 Zeer zwak, Totaal, 6.6 Tabel.. Verdeling oordelen op peildatum januari 9* (n 9=6.6) % n Overig 9, 6.6 Zwak/onvoldoende, 9 Zeer zwak, Totaal, 6.6 * Gegevens 9 voorlopig In Flevoland zijn relatief meer zwakke of zeer zwakke scholen dan in andere provincies. Tabel.. Verdeling oordelen naar provincie op peildatum september (n =6.6) Overig Zwak/onvoldoende Zeer zwak Totaal % % % n Groningen 9,6,, Friesland 9,9,, Drenthe 9,,9, Overijssel 9,6,, 6 Flevoland 9,6,, Gelderland 9,,, 9 Utrecht 9,,, 99 Noord-Holland 9,,9,6 9 Zuid-Holland 9,,,. Zeeland 99,,, Noord-Brabant 99,,, 6 Limburg,,, 9 Pagina van

46 Tabel.. Verdeling oordelen op peildatum januari 9* (n 9=6.6) Overig Zwak/onvoldoende Zeer zwak Totaal % % % n Groningen 9,9,, 69 Friesland 99,,, Drenthe 9,,, Overijssel 9,,, Flevoland 9,9,9, Gelderland 9,9,9, 9 Utrecht 9,,, 9 Noord-Holland 9,,, 9 Zuid-Holland 9,6,,. Zeeland 99,,, Noord-Brabant 99,,, Limburg 99,,6, * Gegevens 9 voorlopig Tabel.. Verdeling oordelen naar aantal leerlingen op peildatum januari 9 (n 9=6.6). % n - Overig 9,. Zwak/onvoldoende, Zeer zwak,6 Totaal,.6 - Overig 9,9. Zwak/onvoldoende, 6 Zeer zwak,6 Totaal,. - Overig 9,.69 Zwak/onvoldoende, Zeer zwak, 9 Totaal,.6 - Overig 99, 6 Zwak/onvoldoende, Zeer zwak, Totaal, -meer Overig 99, Zwak/onvoldoende, Zeer zwak, Totaal, Op peildatum januari 9 zijn er in totaal scholen met de toegekende waardering goed. Tabel..6 Aantal scholen dat als goed is gewaardeerd op januari 9* (n 9=6.6) 9 Pagina 6 van

47 % n 9, 6.9 Goed, Totaal, 6.6 * Gegevens 9 voorlopig. Kwaliteitszorg Onderstaande tabel toont hoe alle in / onderzochte reguliere basisscholen beoordeeld zijn op standaarden met betrekking tot sturing op kwaliteit. Tabel.. Oordelen op standaarden kwaliteitszorg in het reguliere basisonderwijs (n /=6) / % n Kwaliteitszorg Onvoldoende,9 Voldoende 6, 9 Goed 6,9 Totaal, 6 Kwaliteitscultuur Onvoldoende, Voldoende 6,9 Goed 6, Totaal, Verantwoording en dialoog Onvoldoende, Voldoende, 6 Goed, 6 Totaal, 6 De kwaliteitscultuur werd het vaakst als onvoldoende beoordeeld in een risicoonderzoek. Bij onderzoeken naar goed werd de kwaliteitscultuur geen enkele keer als onvoldoende beoordeeld. Tabel.. Oordelen op standaard kwaliteitscultuur in het reguliere basisonderwijs, / (n=) % n Verificatie Onvoldoende, Voldoende 6, 6 Goed, 6 Totaal, Goed Voldoende 9, 6 Goed 9, Totaal, 6 Risico Onvoldoende 6, Voldoende 6,6 96 Goed, Totaal, Pagina van

48 % n Herstel Onvoldoende, Voldoende 69,6 Goed 9,6 Totaal, Totaal Onvoldoende, Voldoende 6,9 Goed 6, Totaal, Tabel.. Oordelen op standaard kwaliteitszorg naar onderwijssoort en onderzoekstype, / (n=66) % n BAS Verificatie Goed, 6 Onvoldoende, Voldoende 6, Totaal, 9 Goed Goed, Voldoende,9 Totaal, 6 Risico Goed, Onvoldoende, 6 Voldoende, 6 Totaal, 9 Herstel Goed 6, Onvoldoende 9,6 Voldoende, Totaal, Totaal Goed 6,9 Onvoldoende,9 Voldoende 6, 9 Totaal, 6 SBAS Verificatie Goed, 6 Onvoldoende, Voldoende 66, 6 Totaal, Goed Goed, Totaal, Risico Onvoldoende, Voldoende, 6 Totaal, Herstel Voldoende, Totaal, Totaal Goed, Onvoldoende, Voldoende 66, Totaal, 6 Totaal Verificatie Goed 9, 6 Onvoldoende, 9 Voldoende 6,6 Totaal, Goed Goed,6 Voldoende, Pagina van

49 % n Totaal, 6 Risico Goed, Onvoldoende 9, Voldoende, Totaal, Herstel Goed 6, Onvoldoende 9, Voldoende,6 Totaal, Totaal Goed, Onvoldoende, 9 Voldoende 6, 6 Totaal, 66 Besturen met scholen die niet aan de basiskwaliteit voldoen hebben in procent van de gevallen ook een onvoldoende oordeel op minstens één van de kwaliteitszorgstandaarden (kwaliteitszorg, kwaliteitscultuur en verantwoording en dialoog). De overige 6 procent ( besturen) heeft geen onvoldoende oordelen op de kwaliteitszorgstandaarden. Bij besturen zonder onvoldoende/(zeer) zwakke scholen heeft procent ( scholen) geen onvoldoende oordelen op de kwaliteitszorgstandaarden. Gemiddeld heeft 6 procent van alle besturen die binnen het vierjaarlijkse onderzoek bij besturen in - zijn bezocht geen onvoldoende oordelen op de kwaliteitszorgstandaarden. Tabel.. Kwaliteitszorgstandaarden besturen naar wel of geen onvoldoende/zeer zwakke scholen op basis van vierjaarlijkse onderzoeken bij bestuur en scholen in / (n=) Minstens één onvoldoende/zeer zwakke school Geen onvoldoende/zeer zwakke school Minstens één onvoldoende Alleen voldoende/goed Totaal % n % n n % 6% % % Totaal % 6%. Excellente scholen Het aantal scholen in het basisonderwijs dat in het predicaat excellent heeft gekregen is hoger dan in. Dit komt grotendeels doordat 9 scholen hun predicaat uit wilden continueren. In alle gevallen is dit ook gelukt. Van de nieuwe deelnemers hebben scholen het predicaat excellent toegekend gekregen. In totaal zijn er 6 reguliere basisscholen met een geldig predicaat in 9. Pagina 9 van

50 Figuur.. Excellente scholen bao naar deelname Excellente scholen regulier PO naar deelname Predicaat Geen predicaat In de onderstaande tabel zijn de afgegeven oordelen op de standaarden bij onderzoek naar goed (voor zowel kwaliteitsonderzoeken naar een goede school als vierjaarlijkse onderzoeken bij besturen en scholen) in schooljaar / weergegeven. Tabel.. Oordelen bij onderzoeken naar goed bao / (n=6) % n Kwaliteitszorg Goed, Voldoende,9 Totaal, 6 Kwaliteitscultuur Goed 9, Voldoende 9, 6 Totaal, 6 Verantwoording en dialoog Goed, Voldoende 9, Totaal, 6 Aanbod Goed 6,6 Voldoende, Totaal, 6 Zicht op ontwikkeling Goed, Voldoende, 9 Totaal, 6 Zicht op ontwikkeling en begeleiding 9, 6 Goed,6 Totaal, 6 Didactisch handelen Goed, 9 Voldoende 6,9 Totaal, 6 (Extra) ondersteuning 6, Goed, Onvoldoende, Voldoende,9 Totaal, 6 Samenwerking Goed 6,9 Pagina van

51 % n Voldoende, 9 Totaal, 6 Toetsing en afsluiting,6 Goed, Voldoende 6,6 Totaal, 6 Resultaten Goed, 9 Voldoende 6,9 Totaal, 6 Sociale en maatschappelijke competenties,6 Goed,6 Kan beter,6 Voldoende, Totaal, 6 Vervolgsucces,6 Goed,9 Voldoende, Totaal, 6 Veiligheid Goed,9 Voldoende, Totaal, 6 Pedagogisch klimaat Goed, Voldoende, 9 Totaal, 6. Sturing op bestuursniveau Onderstaande tabel toont aan hoeveel besturen een of meer (zeer) zwakke vestigingen onder zich hebben. Op peildatum september waren er besturen met minimaal één zwakke of zeer zwakke vestiging. Tabel.. Oordelen op bestuursniveau (n =96) % n % n Geen zwakke of zeer zwakke vestiging 9, 9, Minstens één zwakke of zeer zwakke vestiging, 9,9 Totaal, 99, 96 In onderstaande tabel staan de resultaten weergegeven van het onderzoek naar het kwaliteitsgebied kwaliteitszorg en ambitie op bestuursniveau. Het gaat om een representatieve groep besturen die is onderzocht. De standaard kwaliteitszorg is het vaakst onvoldoende: bij een vijfde van de besturen. procent van de besturen heeft de waardering goed gekregen op kwaliteitscultuur. Tabel.. Gegeven oordelen en waarderingen kwaliteitszorgstandaarden Onvoldoende Voldoende Goed Totaal n % n % n % n % Kwaliteitszorg 66 Kwaliteitscultuur Verantwoording en dialoog Pagina van

52 Kleine besturen hebben op alle kwaliteitszorgstandaarden vaker een onvoldoende gekregen dan de andere besturen. Bij kwaliteitszorg gaat het om meer dan een derde van de besturen. Het verschil met de andere sectoren is groot, maar niet significant. Dit geldt wel voor de standaard verantwoording en dialoog. Hier heeft procent van de kleine besturen een onvoldoende gekregen, meer dan bij de andere besturen het geval is. Bij kwaliteitscultuur heeft 6 procent van de grote besturen een goed gekregen. Verder zijn er geen grote besturen die hier een onvoldoende hebben gekregen. Grote besturen wijken hiermee significant af van andere besturen. Bij deze besturen is het percentage goed op kwaliteitscultuur een stuk lager en het percentage onvoldoende hoger. Tabel.. Gegeven oordelen kwaliteitszorgstandaarden naar aantal OVT s (=structuur objecten van toezicht) onder het bestuur Onvoldoende Voldoende Goed Totaal Eenpitter Klein bestuur (- ) Middelgroot bestuur (- ) Groot bestuur (>) Totaal Kwaliteitsz org Kwaliteitsc ultuur Verantwoo rding en dialoog Kwaliteitsz org Kwaliteitsc ultuur Verantwoo rding en dialoog Kwaliteitsz org Kwaliteitsc ultuur Verantwoo rding en dialoog Kwaliteitsz org Kwaliteitsc ultuur Verantwoo rding en dialoog Kwaliteitsz org Kwaliteitsc ultuur Verantwoo rding en dialoog n % n % n % n % 6% % % 6 % 9 % 6% 9% 6 % % % % 6 % 6% 6% % 9 % % 9% 9 % 9 % * % * % * % 9 % 6 % 66% % % % 6% % % % 9 % % % % % % % ** % ** % ** 6% % % % % % % 66% % % 9 % 6% 9 % % 6 9% 6% % % *KA Kleine besturen verschillen significant van alle andere besturen **KA Grote besturen verschillen significant van alle andere besturen Pagina van

53 Grote besturen hebben op alle kwaliteitszorgstandaarden minder onvoldoendes en meer waarderingen goed gekregen dan andere besturen. Op de standaard kwaliteitscultuur verschillen grote besturen significant van de andere besturen. Op de standaard verantwoording en dialoog verschillen middelgrote en grote besturen significant van elkaar. Middelgrote besturen hebben op die standaard ook meer onvoldoendes en minder waarderingen goed dan kleine besturen, maar het verschil is niet significant. Tabel.. Gegeven oordelen kwaliteitszorgstandaarden naar bestuursomvang op basis van leerlingaantal Onvoldoende Voldoende Goed Totaal N % N % N % N % Klein bestuur Kwaliteitszorg % 6% 6 % % Kwaliteitscultuur % % % % Verantwoording en dialoog 6% 9 % % % Middelgroot bestuur Kwaliteitszorg % 6% 9% % Kwaliteitscultuur 9 6% % 6% % Verantwoording en dialoog 9% % % % Groot bestuur Kwaliteitszorg % 66% 9% 6 % Kwaliteitscultuur * % * % 9* % 6 % Verantwoording en dialoog % % 6 % 6 % Totaal Kwaliteitszorg % 66% % % Kwaliteitscultuur 9 % 6% 9 % % Verantwoording en dialoog 6 9% 6% % % *KA Grote besturen verschillen significant van andere besturen.6 Schorsingen In het afgelopen schooljaar zijn schorsingen gemeld. Meer jongens dan meisjes worden geschorst. De meeste schorsingen duurden tot dagen. Tabel.6. Schorsingen, uitgesplitst naar geslacht (n -=) % n % n % n % n Jongen 6,, 9,9 9 6, 6 Meisje,,,,6 Totaal,,,, Tabel.6. Schorsingen, uitgesplitst naar schorsingsduur (n -=) % n % n % n % n dag, 6 6, 9, 9, - dagen,9, 69 6, 6, 6- dagen,,6 9, 6, - dagen,,,, Pagina van

54 % n % n % n % n > dagen,,, 9,9 Onbekend,6,,, Totaal,,,, Pagina van

55 Speciaal Basisonderwijs. Leerlingenpopulatie Hieronder wordt de ontwikkeling van het aantal ingeschreven leerlingen in het speciaal basisonderwijs (sbo) tussen en weergegeven. Tabel.. Leerlingenpopulatie speciaal basisonderwijs, absoluut aantal inschrijvingen* (n =.9) 6 * n n n n n n Bron: CBS, DUO en OCW, * Gegevens voorlopig, gebaseerd op eigen berekeningen Inspectie van het Onderwijs In het sbo zitten meer jongens dan meisjes. Hieronder wordt deze verhouding getoond, uitgesplitst in instroom en totaal aantal leerlingen. Tabel.. Leerlingpopulatie sbo, instroom en totaal, uitgesplitst naar geslacht* (n =.9) 6 * % n % n % n % n % n Instr oom Man 66,.6 69,.99 6, 9.6 6,.9 6, 6. Vrouw,.9, 6.,.66,.6,. Totaa l Man 6, 9. 6,.6 6,. 6, 9.6 6, 9. Vrouw,.6,.6 9,.,.9,. * Gegevens voorlopig Hieronder wordt verhouding jongens-meisjes in het sbo vergeleken met het reguliere basisonderwijs. Tabel.. Leerlingenpopulatie speciaal basisonderwijs en regulier basisonderwijs, totaal, uitgesplitst naar geslacht* (n =..6) 6 * SBO BAO SBO BAO SBO BAO % % % % % % Jongen 6,, 6,9, 6,9, Meisje, 9,, 9,, 9,6 Totale n Pagina van

56 Hieronder wordt de leerlingenpopulatie in het speciaal basisonderwijs uitgesplitst naar het opleidingsniveau van ouders. Bij uitspraken over het opleidingsniveau van ouders moet in gedachten gehouden worden dat van een gedeelte van de leerlingen het opleidingsniveau van beide ouders onbekend is. De onderstaande tabel toont om deze reden de gewogen aandelen opleidingsniveau ouders van de leerlingpopulatie. In vergelijking met in het reguliere basisonderwijs zijn er relatief veel leerlingen met lager opgeleide ouders en relatief weinig leerlingen met hoogopgeleide ouders in het speciaal basisonderwijs. Tabel.. Leerlingenpopulatie speciaal basisonderwijs en regulier basisonderwijs, totaal, gewogen percentages en aantallen, uitgesplitst naar opleidingsniveau ouders* (n =.6.9) 6 * SBO BAO SBO BAO % % % % Hoogst behaalde Max. mbo,9 9,,, opleiding ouders Mbo -,,,, Hbo ad/ba,,, 6, Wo ba/ma & hbo,6 9,,,6 ma Totale n NB: Cellen met minder dan tien observaties en cellen die leiden tot groepsonthulling zijn leeggemaakt. NB: Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen IvhO op basis van nietopenbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek. * Gegevens voorlopig Het gemiddelde IQ van schoolverlaters in het speciaal basisonderwijs is al meerdere jaren stabiel rond de 9-. Tabel.. Gemiddelde IQ van schoolverlaters (n -=6) Jaar Gem n -, - 9,6 9-9, 9-6 9, 6 6-,9-9, 6 Pagina 6 van

57 . Instroom Onderstaande tabel toont de instroom in het speciaal basisonderwijs in de afgelopen schooljaren. Opnieuw is de instroom in het sbo gestegen. Tabel.. Aantal instromende leerlingen in het speciaal basisonderwijs* (n =9.6) 6 * n n n n n Instroom * Gegevens voorlopig In sommige provincies neemt de relatieve instroom (ten opzichte van de landelijke instroom) in het sbo af, terwijl deze in andere provincies toeneemt. Dit wordt inzichtelijk gemaakt in de onderstaande tabel. Tabel.. Instromende leerlingen speciaal basisonderwijs, naar provincie* (n =9.6) 6 * % % % % % % Groningen,,,,,9, Friesland,,,6,,9, Drenthe,,9,,,,9 Overijssel,,,,6, 9, Flevoland,9,,,,6, Gelderland,,6,,,,9 Utrecht,6,,,,, Noord-Holland,, 6,,,,9 Zuid-Holland, 9,9,,9,, Zeeland,,,,,, Noord-Brabant,,,6,,, Limburg 6, 6, 6, 6, 6, 6,6 Totale n * Gegevens voorlopig. Prestaties Eindtoets Een deel van de leerlingen dat uitstroomt uit het speciaal basisonderwijs maakt een eindtoets. Hieronder worden de resultaten voor de afgelopen jaren weergegeven. Hierbij is een daling in de gemiddeld behaalde CET score te zien. Tabel.. Gemiddelde van verschillende eindtoetsen (n =.) 6 Gem. n Gem. n Gem. n Cito/Cet,6,,9 R 9, 9,.,. IEP 6,9 6,6 Pagina van

58 In de jaarlijkse vragenlijst voor speciale basisscholen wordt geïnformeerd naar het behaalde ontwikkelingsperspectief van schoolverlaters. Hiermee wordt inzichtelijk hoeveel leerlingen op, onder of boven het niveau van de verwachte uitstroombestemming uitstromen in het vo of vso. In het afgelopen schooljaar stroomden relatief iets meer leerlingen op niveau of boven niveau uit dan in het jaar ervoor. Tabel.. Gemiddeld behaalde ontwikkelingsperspectief SBO (n scholen /=) 6/ / % % Onder niveau 9,,6 Op niveau,6, Boven niveau,9, De onderstaande tabellen geven de gemiddelde behaalde scores op de citotoetsen begrijpend lezen en rekenen/wiskunde van schoolverlaters in het sbo weer. Tabel.. Gemiddelde score op citotoetsen voor begrijpend lezen - t/m - (n -=) Jaar Gem. n -, -, -, 6-6, 6-, -, Tabel.. Gemiddelde score op citotoetsen voor rekenen/wiskunde - t/m - (n -=) Jaar Gem. n -,6 6 -,6 6-6,9 6-6, 9 6-, -, Advisering Hieronder staat weergegeven met welk vo-advies leerlingen het speciaal basisonderwijs verlieten in de afgelopen jaren. Het aandeel meervoudige adviezen is in de afgelopen twee jaren gestegen (van 6, procent in 6 naar 9, procent in ). De numerieke gemiddelde advieshoogte in was,. In was dit,. Tabel.. Afgegeven definitieve adviezen (n =6.66) 6 % n % n % n VSO,9 9 6, 6, Pagina van

59 6 Pro,.9 9,. 9,.6 Vmbo-b,.,.,. Vmbo-b/k, 6 6, 6, Vmbo-k 6,9 6, 6, 6,6,, Vmbo-gt, 9, 9, 6,,, Havo,,9 6, Havo/vwo,,, Vwo,,, In onderstaande tabel worden de initiële adviezen die leerlingen kregen weergegeven, voordat bijstelling plaatsvond. Vmbok/gt Vmbogt/havo Tabel..6 Afgegeven initiële adviezen (n =6.66) 6 % n % n % n Vso,9 9 6, 6, 6 Pro,. 9,. 9,9.6 Vmbo-b,.,.,. Vmbo-b/k, 6 6,, Vmbo-k 6,9 99 6, 6, Vmbok/gt,6,,6 Vmbo-gt, 9, 9,9 Vmbogt/havo,,, Havo,,9 6, Havo/vwo,,, Vwo,,, In de onderstaande tabellen zijn de afgegeven schooladviezen uitgesplitst naar toetsdeelname. Zowel de initiële als de definitieve schooladviezen van leerlingen verschillen t.o.v. toetsdeelname. Leerlingen die de eindtoets maken krijgen relatief vaker een vmbo-, havo- of vwo- initieel advies. Leerlingen die de eindtoets niet maken krijgen vaker een vso- of pro- initieel advies. Het verschil tussen deelnemers en niet-deelnemers neemt licht toe bij de definitieve schooladviezen. Tabel.. Verdeling definitieve schooladviezen, naar deelname aan de eindtoets (n =.9) 6 Geen deelnam e Deelnam e Geen deelnam e Deelnam e Geen deelnam e Deelnam e % % % % % % Vso,,,,, 6, Pro,,,,,9,6 Vmbo-b,,,, 9,, Pagina 9 van

60 Geen deelnam e 6 Deelnam e Geen deelnam e Deelnam e Geen deelnam e Deelnam e % % % % % %, 6, 6, 6,,, Vmbo-k 6,,,,6, 9,,6,9,,,, Vmbo-gt, 6,,6 6,,,,,,,,, Havo,,,,,6, Havo/vw,,,,,9 o Vwo,,6,,,, Tabel.. Verdeling initiële schooladviezen, naar deelname aan de eindtoets (n =.9) 6 Geen deelname Deelname Geen deelname Deelname Geen deelname Deelname % % % % % % Vso,,,,, 6, Pro,,9,,6,9, Vmbo-b,,,, 9,, Vmbo-b/k, 6, 6,,,, Vmbo-k 6,,,,,, Vmbob/k Vmbok/gt Vmbogt/havo Vmbok/gt,6,9,,,,6 Vmbo-gt, 6,,6 6,,,9 Vmbogt/havo,,,6,,, Havo,,,,,6, Havo/vwo,,,,,,9 Vwo,,6,,9,, Doorstroom Ruim de helft van de leerlingen in het speciaal basisonderwijs zit zonder vertraging te hebben opgelopen in leerjaar. In heeft, procent van de leerlingen in leerjaar een vertraging opgelopen gedurende de schoolloopbaan. Dat wil zeggen, deze leerlingen zijn jaar of ouder op oktober in het jaar waarin zij in leerjaar zitten. Tabel..9 Aantal en percentage onvertraagde/vertraagde/versnelde leerlingen leerjaar (n =6.9) 6 % n % n % n % n % n Onvertraag d 9,.6,.,.6 9,.,. 6 Vertraagd 9,.9,.,. 9,.9,. Pagina 6 van

61 6 % n % n % n % n % n 9 Versneld,, 99,,, Totaal, 9.,.,. 9,., 6.9. Onderwijsleerproces Om inzicht te krijgen in het onderwijsleerproces, zijn observaties gedaan. In de onderstaande tabel zijn de oordelen op enkele standaarden uit het vernieuwde toezichtkader weergegeven. Tabel.. Oordelen op standaarden onderwijsproces (n /=9) % n Onderwijsproces Onvoldoende, Voldoende 6, Goed, Totaal, 6 Aanbod Onvoldoende, Voldoende 69, 9 Goed, Totaal, Zicht op ontwikkeling Voldoende, Totaal, Zicht op ontwikkeling en begeleiding Onvoldoende, Voldoende, Goed,9 Totaal, Didactisch handelen Onvoldoende, Voldoende, Goed, Totaal, Samenwerking Voldoende, Goed 66, Totaal, 6 Toetsing en afsluiting Voldoende 66, Goed, Totaal, Tabel.. Oordelen op de standaarden schoolklimaat, veiligheid en pedagogisch klimaat in het speciaal basisonderwijs / (n=) % n Schoolklimaat Onvoldoende, Voldoende, Goed 6, Totaal, Veiligheid Onvoldoende, Voldoende, Pagina 6 van

62 % n Goed, 6 Totaal, Pedagogisch klimaat Voldoende, Goed 66, Totaal,. Sturing op kwaliteit De afgelopen jaren is het aantal speciale basisscholen net als het aantal reguliere basisscholen teruggelopen. Het aantal leerlingen per sbo steeg in het afgelopen jaar. Tabel.. Aantal speciale basisscholen en gemiddeld aantal leerlingen per school (n - =) Aantal scholen 9 9 Gemiddelde schoolgrootte Bron: CBS, DUO en OCW, (onderwijsincijfers.nl) In de onderstaande tabel wordt de gemiddelde vestigingsgrootte naar regio en stedelijkheid getoond. In het afgelopen jaar nam deze grootte in elke regio toe. Tabel.. Gemiddelde vestigingsgrootte SBO (brin-vest) naar regio en stedelijkheid* - (n =) 6 * Gem. Gem. Gem. Gem. Gem. Gem. Noord Oost Zeer,,6,,,,6 sterk stedelijk Sterk, 6, 66, 6,, 6, stedelijk Matig, 9,,6,6,,6 stedelijk Weinig,,,9,9,,9 stedelijk Niet,, 96,,, 9, stedelijk Totaal,, 6,9,,6,6 Zeer sterk stedelijk Sterk,,6,,, 6, stedelijk Matig,69 6,6,,,, stedelijk Weinig 6,,,,,,6 stedelijk Niet 9, 9,,,,, stedelijk Totaal 6,,,, 9,, Pagina 6 van

63 6 * Gem. Gem. Gem. Gem. Gem. Gem. Midden Zuid Totaal Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk,,,,,9,9,,6, 9,,,, 6,6,, 6,, 9, 9,,6 6, 6,, 6,,,, 6, 6, Totaal,, 9,,9,6 9, Zeer 69, 6,6,,, 6,9 sterk stedelijk Sterk,9,6 9,,,9, stedelijk Matig,,,9,6,,9 stedelijk Weinig,,9 9, 9, 9, 99,6 stedelijk Niet, 6,,6, 6,,6 stedelijk Totaal,,, 6,6,, Zeer,96,,,6, 9, sterk stedelijk Sterk 6,6,96,,9, 9, stedelijk Matig,,6,,, 6,9 stedelijk Weinig,,6, 6,,9,6 stedelijk Niet 9, 9,,,,, stedelijk Totaal,, 6,96 6,9,, * Gegevens voorlopig.6 Oordelen Zeer weinig speciale basisscholen hebben het eindoordeel zwak/onvoldoende of zeer zwak. Op januari 9 hebben twee scholen het eindoordeel zwak/onvoldoende en twee scholen het eindoordeel zeer zwak. Tabel.6. Verdeling oordelen op peildatum september (n=) % n Overig 99,6 Zwak/onvoldoende, Zeer zwak, Totaal, Tabel.6. Verdeling oordelen op peildatum januari 9* (n=9) Pagina 6 van

64 % n Overig 9,6 Zwak/onvoldoende, Zeer zwak, Totaal, 9 * Gegevens 9 voorlopig Op peildatum januari 9 zijn er twee speciale basisscholen met de toegekende waardering goed. Tabel.6. Aantal speciale basisscholen dat als goed is beoordeeld op peildatum januari 9 (n=9) % n Overig 99, Goed, Totaa l, 9 Onderstaande tabel toont hoe speciale basisscholen gescoord zijn op standaarden met betrekking tot sturing op kwaliteit. Bij het bekijken van de percentages, is het goed om rekening te houden met de lage aantallen waar deze op zijn gebaseerd. Tabel.6. Oordelen op standaarden kwaliteitszorg in het speciaal basisonderwijs in - (n=) % n Kwaliteitszorg Onvoldoende, Voldoende 66, Goed, Totaal, 6 Kwaliteitscultuur Onvoldoende 9, Voldoende, Goed,6 6 Totaal, Verantwoording en dialoog Onvoldoende, Voldoende, 6 Goed, Totaal,. Excellente scholen In nam slechts één speciale basisschool deel aan het traject Excellente scholen. Deze school heeft in het predicaat toegekend gekregen, maar dit is in niet gecontinueerd. In totaal zijn er drie speciale basisscholen met een geldig predicaat in 9. Pagina 6 van

65 Figuur.. Excellente scholen speciaal basisonderwijs naar deelname Excellente scholen speciaal basisonderwijs naar deelname Predicaat Geen predicaat 6 Pagina 6 van

66 9 Passend Onderwijs In dit hoofdstuk worden cijfers gepresenteerd over de leerlingstromen tussen de verschillende onderwijstypen. 9. Leerlingstromen Hieronder staat weergegeven welk gedeelte van de leerlingen deelneemt aan het basisonderwijs (bao), het speciaal basisonderwijs (sbo) en het speciaal onderwijs (so). Tabel 9.. Deelnamepercentage regulier po, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, /6-/9 (n /9=..) / /6 6/ % n % n % n bo 9,..6 9,..6 9,..6 sbo, 6.,.6,.6 so,., 9.6, 9. Totaal,..66,..6,.9.6 / /9 % n % n bo 9,.. 9,..6 sbo,.96,.9 so, 9.,.6 Totaal,..,.. Onderstaande tabellen tonen per jaar welk deel van de leerlingen in het bo, sbo en so in het daaropvolgende jaar ingeschreven staan voor het bo, sbo en so. Dit betreft dus alleen tussentijdse uitstroom van deze sectoren, uitstroom naar het v(s)o is niet meegenomen in deze tabellen. Tabel 9.. Leerlingstromen tussen regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, /, gepercenteerd ten opzichte van afkomst (n=..9) /6 bo sbo so Totaal % % % % / bo 99,,,, sbo, 96,6,6, so,, 9,, Totaal 9,,6,, Tabel 9.. Leerlingstromen tussen regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, /6, gepercenteerd ten opzichte van afkomst (n=.9.) 6/ bo sbo so Totaal % % % % /6 bo 99,,,, sbo, 9,,, Pagina 66 van

67 6/ bo sbo so Totaal % % % % so,,6 9,, Totaal 9,,,, Tabel 9.. Leerlingstromen tussen regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, 6-, gepercenteerd ten opzichte van afkomst 6 (n=..) / bo sbo so Totaal % % % % 6/ bo 99,,6,, sbo, 9,,, so,,9 9,, Totaal 9,,,, Tabel 9.. Leerlingstromen tussen regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, -, gepercenteerd ten opzichte van afkomst (n=.9.6) /9 bo sbo so Totaal % % % % / bo 99,,6,, sbo, 9,,6, so,, 9,, Totaal 9,,6,, 9. Verschillen tussen samenwerkingsverbanden Per samenwerkingsverband po is het aandeel leerlingen in het basisonderwijs (bo); speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so) bepaald. Het aantal leerlingen (s)bo is vastgesteld door middel van toewijzing aan het samenwerkingsverband van hun school en het aantal leerlingen so aan de hand van het (bekostigend) samenwerkingsverband waar zij toebehoren. Als leerlingen in hetzelfde inschrijfjaar in verschillende sectoren geregistreerd staan - (s)bo of so én in het v(s)o - dan telt de leerling als v(s)o-leerling. In onderstaande grafiek zijn de deelnamepercentages van de samenwerkingsverbanden po grafisch weergegeven. Hierdoor wordt inzichtelijk dat de verschillen behoorlijk groot zijn. Op de meeste samenwerkingsverbanden gaan meer leerlingen naar het sbo dan naar het so. Pagina 6 van

68 Figuur 9.. Deelnamepercentage per samenwerkingsverband po, (n=) Pagina 6 van