Handreiking Relevante regelgeving bij de toepassing van groenafval
|
|
- Christina Brabander
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rijnstraat 8 Postbus EZ Den Haag Handreiking Relevante regelgeving bij de toepassing van groenafval 1 Inleiding In sectorplan 9 van het Landelijk Afvalbeheerplan is aangekondigd dat er een handreiking opgesteld zal worden door VROM en provincies die door betrokkenen gebruikt kan worden bij de beoordeling van toepassingen van groenafval, anders dan de gangbare afvoer naar groencomposteerders. Deze notitie vormt de aangekondigde handreiking. De notitie bevat een uiteenzetting van de milieu- en meststoffenregelgeving die relevant is voor de verschillende toepassingsmogelijkheden van groenafval. Ook is de onderlinge verhouding tussen de verschillende wetgeving aangegeven. Deze handreiking geeft ontdoeners van groenafval en het bevoegd gezag informatie over de vraag welke regelgeving van toepassing is bij het onderwerken van groenafval, het dempen van sloten met groenafval etc. De handreiking is een eerste stap in het proces naar een duidelijk en werkbaar groenafvalbeleid. Het gaat niet in op de beleidsmatige wenselijkheid van de verschillende toepassingen. Dit aspect komt aan de orde in een nog uit te voeren project (stap 2 in het eerder genoemde proces) waarbij voor verschillende toepassingen van groenafval wordt vastgesteld of (en onder welke condities) deze acceptabel zijn. Het project gaat in oktober 2003 van start en moet begin 2004 zijn afgerond. Na afronding van dit project wordt bezien of de beleidsmatig gewenste of acceptabele toepassingen mogelijk zijn binnen de huidige juridische kaders of dat aanpassing van deze kaders nodig is ( stap 3 ). Deze handreiking is door het ministerie van VROM opgesteld in overleg met deskundigen van de provincies en het ministerie van LNV (verantwoordelijk voor de uitleg van de Meststoffenregelgeving in deze handreiking). Aan de handreiking kunnen geen rechten worden ontleend; de handreiking bevat slechts een inventarisatie van de betrokken regelgeving en de doorwerking daarvan in de praktijk. Het is aan het bevoegd gezag en de rechter om in individuele gevallen te bepalen welke regelgeving van toepassing is. De handreiking kan daarbij voor het bevoegd gezag behulpzaam zijn. 2. Algemeen Groenafval kan op verschillende manieren worden toegepast. De onbewerkte (ongecomposteerde) toepassing als structuurverbeteraar en het dempen van sloten in veenweidegebieden zijn enkele voorbeelden. Op de verschillende toepassingen zijn verschillende regels van kracht. Deze handreiking bevat een uiteenzetting van de relevante wetgeving en de onderlinge afstemming van die regels. Hiermee kan per individuele toepassing beoordeeld worden wat de juridische kaders zijn. In deze handreiking wordt onder groenafval verstaan: groenmateriaal dat vrijkomt bij aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen en al het afval dat hiermee te vergelijken is zoals onder meer grof tuinafval, berm- en slootmaaisel, afval van hoveniersbedrijven, agrarisch afval en afval dat vrijkomt bij aanleg en onderhoud van terreinen van instellingen en bedrijven. Deze afvalstroom moet onderscheiden worden van GFT-afval en organisch bedrijfsafval (zoals
2 bijvoorbeeld keukenafval, etensresten en veilingafval). Deze driedeling van organisch afval wordt ook gehanteerd in sectorplan 9 organisch afval van het Landelijk Afvalbeheerplan, deel 2, blz 76. Zoals uit het begrip groenafval blijkt, zal er sprake moeten zijn van afvalstoffen. De definitie van afvalstof luidt: alle stoffen, preparaten of andere producten waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (artikel 1.1, eerste lid Wet milieubeheer). Voor de concrete invulling van deze definitie is (op basis van de jurisprudentie) een aantal criteria geformuleerd. Deze zijn gepubliceerd in Staatscourant 2001, 207 (en ook opgenomen in het Landelijk Afvalbeheerplan, deel 1, blz 54). Of er sprake is van een afvalstof zal per geval bepaald moeten worden. Recente jurisprudentie indiceert dat groenmateriaal dat bij berm- en natuurbeheer vrijkomt een afvalstof in de zin van de Wet milieubeheer is indien het groenmateriaal verplaatst wordt 1. Op basis hiervan kan gesteld worden dat groenmateriaal dat (nadat het vrijkomt) op dezelfde plek blijft liggen waar het vrijkomt (dus niet verplaatst wordt), geen afvalstof is omdat men zich er niet van ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of hoeft te ontdoen. Dit gaat alleen op indien het materiaal zonder bewerkingen op de plek blijft liggen waar het vrijkomt. Voorbeelden hiervan zijn takken of bladeren die van de boom afwaaien en maaisel dat blijft liggen op de plek waar het gemaaid is (zonder te verplaatsen). Het is uiteindelijk aan een rechter om in een concreet geval te bepalen of sprake is van een afvalstof of niet. Het nuttig toepassen van groenafval betekent overigens niet automatisch dat dit materiaal daardoor geen afvalstof meer is. Rechterlijke uitspraken in het leerstuk afvalstof geen afvalstof, zijn te vinden op de site van het AOO ( 3. Relevante regelgeving De volgende wetgeving is relevant voor de toepassing van groenafval: 3.1 Wet milieubeheer (Wm) (met name hoofdstukken 8 en 10) Als het om een afvalstof in de zin van de Wet milieubeheer (artikel 1.1 Wm) gaat, zijn de regels over afvalstoffen (hoofdstuk 10) van toepassing. Deze regels houden onder andere een stortverbod in voor afvalstoffen buiten inrichtingen (art 10.2 Wm). Gedeputeerde staten kan in individuele gevallen ontheffing verlenen van artikel 10.2 Wm op grond van artikel 10.63, derde lid Wm 2. Vrijstellingen van het stortverbod voor categorieën van gevallen zijn opgenomen in het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen 3. Bestuursrechtelijke handhaving van het stortverbod buiten inrichtingen wordt uitgevoerd door gedeputeerde staten (coördinerende rol), burgemeester en wethouders en waterkwaliteitsbeheerders (artikel 18.2a Wm). Naast het stortverbod buiten inrichtingen is er ook een stortverbod binnen inrichtingen voor een aantal categorieën van afvalstoffen. Dit is (op grond van hoofdstuk 8 van de Wm) geregeld in het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen. Zo is er een stortverbod binnen inrichtingen voor: plantaardig afval afkomstig van land- en tuinbouw en voor plantsoen- en groenafval. Verder kent de Wm ook andere regels die relevant kunnen zijn, bijvoorbeeld inzake melden en registreren van afvalstoffen (artikel tot en met Wm 4 ), het verbod om zich door afgifte aan een ander te ontdoen van afvalstoffen (artikel Wm) en de vergunningplicht op grond van artikel 8.1 Wm. 1 Zie de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak RvS van 3 mei 2002 ( /1). 2 Artikel 10.63, derde lid Wm biedt geen basis voor generieke ontheffingen voor groepen soortgelijke gevallen. 3 Een dergelijke generieke vrijstelling is er (wat betreft groenafval) alleen voor onderhoudsspecie en bloembollengrond (mits wordt voldaan aan de gestelde criteria) 4 Zolang de landelijke uitvoeringsregels nog niet zijn afgerond, blijven (op basis van het overgangsrecht) de provinciale regels van kracht Ministerie van VROM 15 december 2003 Pagina 2/2
3 3.2 Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) Deze wet bepaalt onder andere dat het verboden is om zonder vergunning met behulp van een werk afvalstoffen (..) te brengen in oppervlaktewateren (artikel 1). Er kunnen bij amvb regels gesteld worden met betrekking tot het brengen van afvalstoffen in oppervlaktewater. Ook andere overheden (gemeenten, waterschappen, veenschappen) hebben bevoegdheid om verordeningen over deze onderwerpen te maken, maar deze mogen niet in strijd met de Wvo zijn. Handhaving vindt plaats door de verschillende betrokken overheden. 3.3 Wet bodembescherming De Wet bodembescherming bepaalt dat onder andere bij amvb ter bescherming van de bodem, regels gesteld kunnen worden waarbij ook regels gesteld kunnen worden met betrekking tot het brengen van afvalstoffen op of in de bodem (artikel 6) en met betrekking tot structuurverbeteraars. Dit heeft momenteel alleen plaatsgevonden voor zuiveringsslib, compost en zwarte grond in het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen (BOOM zie hieronder). Verder is in artikel 13 van deze wet een zorgplichtbepaling opgenomen. Bestuursrechtelijke handhaving van dit artikel vindt plaats door de minister, gedeputeerde staten, burgemeester en wethouders en waterkwaliteitsbeheerders (artikel 95 Wet bodembescherming). 3.4 Bouwstoffenbesluit Dit Besluit, gebaseerd op Wet bodembescherming en Wet verontreiniging oppervlaktewateren, regelt de toepassing van bouwstoffen in werken. De definitie van bouwstoffen bepaalt dat het gaat om materialen die zijn opgebouwd uit meer dan 10% silicium, calcium of aluminium (tezamen). Bouwstoffen in de zin van het Bouwstoffenbesluit zijn daarom alleen steenachtige materialen, waaronder mede begrepen grond. Onbewerkt (ongecomposteerd) groenafval zal dus geen bouwstof in de zin van het Bouwstoffenbesluit zijn, tenzij het compost of heideplagsel betreft dat zoveel grond bevat, dat het daardoor wél aan de definitie van bouwstof voldoet. Het begrip werken omvat grondwerken, wegenbouwkundige werken en waterbouwkundige werken. Het onderwerken in landbouwgrond is geen werk in de zin van deze regelgeving. In deze handreiking zal niet verder worden ingegaan op het Bouwstoffenbesluit. 3.5 Meststoffenwetgeving Er zijn twee meststoffenwetten die rechtskracht hebben. Beide wetten zijn complementair aan elkaar en worden gehandhaafd door de Algemene Inspectie Dienst. De Meststoffenwet (uit 1986) stelt regels ten aanzien van de doelmatige afvoer van dierlijke mestoverschotten. Daarnaast stelt deze wet regels met betrekking tot het verhandelen van meststoffen, zowel in het belang van de bevordering van de deugdelijkheid voor het doel waarvoor zij zijn bestemd, als in het belang van de bescherming van de bodem. In de uitvoeringsregelgeving is hieraan beperkt invulling gegeven. Slechts het Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen (BOOM zie hieronder) kent kwaliteitseisen voor zuiveringsslib, compost en zwarte grond. Voor het overige is de Meststoffenwet 1947 en de daarbij behorende uitvoeringsregelgeving het kader voor het vervoer en verkopen van meststoffen. De Meststoffenwet 1947 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving stelt regels ten aanzien van het vervoeren en verhandelen van meststoffen. Artikel 2 van het Meststoffenbesluit 1977 bepaalt dat het verhandelen van meststoffen is verboden, tenzij de stoffen voorkomen op Bijlage I, de zogenaamde Lijst van meststoffen 5, van de Meststoffenbeschikking Producten zijn reguliere meststoffen als ze voldoen aan de omschrijving van een meststoftype uit de Lijst van meststoffen en voldoen aan de bijbehorende samenstellingseisen. Producten die niet voorkomen op Bijlage I kunnen alleen tot de markt worden toegelaten indien een ontheffing van de 5 De eisen waar bermmaaisel aan moet voldoen om in aanmerking te komen voor een ontheffing als meststof zijn opgenomen in de brief van 8 april 2002 van de minister van LNV aan het College van Gedeputeerde Staten in Noord- Brabant (kenmerk DL.2002/1138). Ministerie van VROM 15 december 2003 Pagina 3/3
4 verbodsbepaling van het Meststoffenbesluit 1977 is verleend. 3.6 Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen (BOOM) Dit Besluit is gebaseerd op de Meststoffenwet en de Wet bodembescherming. Het BOOM bevat kwaliteitseisen en regelt het gebruik van de meststoffen die aan de definities van zuiveringsslib, compost en zwarte grond voldoen. Groenafval dat niet of niet volledig is gecomposteerd valt niet onder de reikwijdte van dit besluit. 3.7 Regelgeving van andere overheden Sommige provincies hebben eigen regelgeving voor het gebruik van afvalstoffen als meststof. De uitvoering van deze regels, die overigens niet op de afvalstoffenregelgeving is gebaseerd, mag de afvalstoffenregelgeving niet doorkruisen. De Wm biedt geen kader voor provinciale regels voor het op of in de bodem brengen van afvalstoffen. Alleen artikel biedt een basis voor het in individuele gevallen ontlenen van ontheffing van artikel 10.2 Wm (stortverbod buiten inrichtingen). 4. Onderlinge verhouding verschillende regelgeving Het komt voor dat op een handeling met groenafval meerdere van de hierboven genoemde regels van toepassing zijn. De wetgever heeft dit in een aantal gevallen onwenselijk geacht en in artikel 22.1 Wm een afstemmingsbepaling opgenomen. Hierdoor vindt dus in een aantal gevallen geen stapeling van wetgeving plaats, maar wijken de regels voor afvalstoffen uit de Wet milieubeheer voor de regels uit andere wetgeving. Artikel 22.1, zesde lid, Wm bepaalt: hoofdstuk 10 [afvalstoffen] is niet van toepassing op gedragingen voorzover daaromtrent voorschriften gelden die zijn gesteld bij of krachtens 6 : (voorzover in dit kader relevant) Meststoffenwet en Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Met Meststoffenwet in dit artikel wordt de wet uit 1986 bedoeld en niet de Meststoffenwet De Wet bodembescherming is overigens niet opgenomen in artikel 22.1, zesde lid Wm. Dat betekent dat op een gedraging zoals het onderwerken van groenafval in landbouwgrond zowel de Wet bodembescherming áls hoofdstuk 10 Wm van toepassing is. In een dergelijk geval zijn beide wetten naast elkaar van toepassing (waardoor een stapeling van regels plaatsvindt). 5 Uitwerking van een aantal concrete toepassingen In de vorige paragrafen is de regelgeving op theoretische wijze behandeld. Omdat de vertaling van de theorie naar de praktijk ingewikkeld kan zijn, is in deze paragraaf een aantal illustratieve voorbeelden opgenomen van handelingen met groenafval. Het gaat hier echter niet om een uitputtende lijst van alle mogelijke toepassingen van groenafval. 5.1 Slootdemping De demping van een sloot met bermmaaisel en houtachtig materiaal. Is hoofdstuk 8 Wm (regelgeving tav inrichtingen ) van toepassing? Eerst moet bepaald worden of de (te dempen) sloot gerekend wordt tot de inrichting van het bijbehorende akker/landbouwbedrijf. Vaste jurisprudentie wijst uit dat weilanden ed niet gerekend 6 In de Memorie van Antwoord (TK 21246, nr. 3, p.122) wordt opgemerkt dat deze afstemmingsbepaling alleen opgaat als het om dezelfde gedraging gaat én beide regelingen hetzelfde oogmerk hebben. Ministerie van VROM 15 december 2003 Pagina 4/4
5 worden tot de inrichting van een dergelijk bedrijf 7. Een sloot midden in de weilanden maakt dus geen onderdeel uit van de inrichting. De demping van een sloot (die midden in het weiland ligt) wordt door de activiteit demping geen (zelfstandige) inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. De algemene definitie van inrichting in art 1.1, eerste lid, Wm luidt: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang dat zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht. Verder is in art 1.1, lid 3 en 4 Wm bepaald dat onder inrichtingen in de Wet milieubeheer en daarop rustende wetgeving wordt verstaan de inrichtingen die (in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer verder: Ivb) zijn aangewezen. Bepaald moet worden of de activiteit het dempen van een sloot een bedrijfsmatige activiteit is die binnen bepaalde begrenzing wordt ondernomen. Het is vaste jurisprudentie dat eenmalige bedrijvigheid die in een kort tijdsbestek kan worden afgerond geen bedrijvigheid in de zin van artikel 1.1, eerste lid, van de Wm is 8. Het hangt dus van de concrete omstandigheden van het geval af of het dempen van de sloot een bedrijvigheid in de zin van de Wet milieubeheer is. Het eenmalig dempen van de sloot, welke demping in een kort tijdsbestek plaatsvindt is geen bedrijvigheid in de zin van artikel 1.1, eerste lid, van de Wm. Daardoor zijn dergelijke werken ook geen inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. Dat betekent dat het dempen van dergelijke sloten buiten een inrichting plaatsvindt. Deze sloten zijn geen inrichting in de zin van de Wet milieubeheer zodat hoofdstuk 8 Wm (inrichtingen) niet van toepassing en geen inrichtingsvergunning op grond van artikel 8.1 Wm nodig is. Gaat het om dempingactiviteiten die meermalig en niet in een kort tijdsbestek plaatsvinden, dan is er sprake van bedrijvigheid in de zin van de Wm zodat een dergelijke sloot een inrichting in de zin van categorie 28.1, onder d van het Ivb is en vergunningplichtig is (op grond van artikel 8.1 Wm). In dergelijke gevallen is (op grond van 28.6, onder b Ivb) gedeputeerde staten bevoegd gezag voor vergunningverlening als het gaat om dempingen waarbij meer dan 50 m3 bedrijfsafvalstoffen op of in de bodem wordt gebracht. Tot 50 m3 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag. Is hoofdstuk 10 Wm (afvalstoffen) van toepassing? Als het gebruikte groenmateriaal (bermmaaisel en houtachtige materialen) een afvalstof in de zin van artikel 1.1, eerste lid, Wm is, is de afvalstoffenregelgeving van hoofdstuk 10 Wm van toepassing. Voor de definitie en toepassing in de praktijk, wordt verwezen naar paragraaf 2 van deze handreiking. Bij een slootdemping met groenmateriaal zal altijd sprake zijn van een verplaatsing van materiaal. Hierdoor ontdoet men zich van het groenmateriaal wat betekent dat het een afvalstof in de zin van de Wet milieubeheer is waardoor de regels over afvalstoffen (hoofdstuk 10 Wet milieubeheer) in principe van toepassing zijn. Zo bepaalt artikel 10.2 Wm dat het verboden is zich van afvalstoffen te ontdoen door deze buiten een inrichting te storten, anderszins op of in de bodem te brengen of te verbranden. 9 In het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen is geen vrijstelling van dit verbod opgenomen voor slootdempingen met groenafval. Daardoor is artikel 10.2, eerste lid, Wm onverminderd van toepassing: het is verboden afvalstoffen (groenafval) op of in de bodem te brengen. Overigens is het in individuele gevallen mogelijk voor gedeputeerde staten om hiervan ontheffing te verlenen op grond van artikel 10.63, derde lid, Wm. Vanzelfsprekend moet hierbij rekening worden gehouden met het Landelijk Afvalbeheerplan. Naast artikel 10.2 Wm zijn ook de overige regels inzake afvalstoffen relevant, zoals bijvoorbeeld artikel Wm (afgifteverbod) en de regels inzake melden en registreren (artikel tot en met artikel Wm). 7 Zie onder andere uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 1 december 1995 (E ). 8 Zie oa uitspraak Afd bestuursrechtspraak RvS van 12 december 2001 ( /1) en JM 1997/61 en JM 1998/47 9 Storten in de Wm heeft het oogmerk om daar te laten (stortplaatsen); anderszins op of in de bodem te brengen heeft het oogmerk van tijdelijkheid (bijvoorbeeld werken zoals ophogen van wegen, slootdempingen enz) Ministerie van VROM 15 december 2003 Pagina 5/5
6 Is de Wvo van toepassing? De Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de daarop gebaseerde regelgeving zijn van toepassing als er sprake is van oppervlaktewater in de zin van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Onderlinge afstemming van de verschillende regelgeving Artikel 22.1 Wm bepaalt dat hoofdstuk 10 Wm niet van toepassing is op gedragingen voor zover daaromtrent de voorschriften van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren 10 gelden. Hoofdstuk 10 Wm is dan niet meer van toepassing, ondanks de omstandigheid dat het om afvalstoffen in de zin van de Wet milieubeheer gaat. Afhankelijk van de concrete situatie is de demping al dan niet toegestaan op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. In het geval er geen sprake is van oppervlaktewater en de demping dus buiten de reikwijdte van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren valt, zullen de regels inzake afvalstoffen (hoofdstuk 10 Wm) wél van toepassing zijn op de slootdemping. In dat laatste geval zal de slootdemping op basis van artikel 10.2 Wm zijn verboden. Indien de slootdemping is aan te merken als een inrichting is het Besluit stortverbod afvalstoffen van toepassing en zal een vergunning op grond van artikel 8.1 Wm noodzakelijk zijn. 5.2 Onderwerken van bermmaaisel Bij het bermbeheer door provincie X komt bermmaaisel vrij wat ingezameld wordt en vervolgens enige tijd wordt opgeslagen bij de onderneming die (in opdracht van de provincie) de feitelijke werkzaamheden tav bermbeheer uitvoert. Na enige weken zal dit maaisel worden aangeboden aan anderen met het doel het maaisel op diverse locaties (die niet in eigendom zijn van deze provincie) onder te werken in (bijvoorbeeld) landbouwgrond. Is hoofdstuk 8 Wm (regelgeving tav inrichtingen ) van toepassing? De onderneming die het maaisel inzamelt en opslaat, is een inrichting in de zin van de Wm als voldaan is aan de definitie van inrichting in artikel 1.1, eerste lid, Wm. Als sprake is van een inrichting zal het bedrijf over een inrichtingsvergunning (artikel 8.1 Wm) moeten beschikken waarin voorzien is dat maaisel enige tijd kan worden opgeslagen. Het bedrijf zal de voorschriften (over bijvoorbeeld de opslag van het maaisel) moeten naleven. Het onderwerken van maaisel in landbouwgrond zal in de meeste gevallen gekenmerkt worden als handelen buiten de inrichting. Is hoofdstuk 10 Wm (afvalstoffen) van toepassing? Het bermmaaisel dat vrijkomt bij het bermbeheer en verplaatst wordt, is een afvalstof omdat men zich van het groenmateriaal ontdoet (volgens de recente jurisprudentie, zie verder paragraaf 2). In dat geval is hoofdstuk 10 Wm (afvalstoffen) van toepassing. Dit betekent (onder andere) dat op grond van artikel 10.2 Wm dit maaisel niet ondergewerkt kan worden (in bijvoorbeeld) landbouwgrond. Alleen bij een individuele ontheffing op basis van artikel Wm is dit toegestaan. Ook de overige regels van hoofdstuk 10 Wm inzake afvalstoffen zijn (voor zover relevant) van toepassing op handelingen met dit groenafval. Zijn de Meststoffenregelgeving en de Wet bodembescherming van toepassing? De Meststoffenwet 1947 en de Meststoffenwet (uit 1986) zijn niet van toepassing, omdat ongecomposteerd maaisel niet als meststof is aan te merken en niet voorkomt op de lijst van erkende meststoffen. Maaisel zal gedurende een tijdelijke opslag al enigszins beginnen met een natuurlijke compostering, maar daardoor onstaat geen product dat aan de definitie en normen van 10 In dit specifieke geval kan er vanuit gegaan worden dat het oogmerk van de Wvo (het voorkomen van verontreiniging van oppervlaktewater) en de Wm (voorkomen van milieuverontreiniging) hetzelfde zijn (zie voetnoot 6). Ministerie van VROM 15 december 2003 Pagina 6/6
7 compost in de zin van het BOOM voldoet. Bij het onderwerken in de bodem is de Wet bodembescherming van toepassing. Onderlinge afstemming van de verschillende regelgeving In dit geval zijn zowel de regels van hoofdstuk 10 Wm (afvalstoffen) als de Wet bodemscherming van toepassing omdat in artikel 22.1, zesde lid, Wm de Wet bodembescherming niet is genoemd. De toepassing onderwerken in landbouwgrond is daarom niet toegestaan op grond van artikel 10.2 Wm. Indien in dit geval sprake was geweest van groenafval dat wordt gecomposteerd waarbij het eindproduct aan de definitie, de normen en doseringseisen van compost in het BOOM voldoet, dan zou het onderwerken van dergelijke compost niet meer onder het verbod van artikel 10.2 Wm vallen en dus zijn toegestaan. 5.3 Onderwerken oogstrestanten binnen eigen bedrijf Een landbouwbedrijf werkt de binnen het bedrijf ontstane bietenloof onder in de eigen landbouwgrond. Het bietenloof wordt hierbij (binnen het bedrijf) verplaatst van de ene locatie naar de andere, maar alle locaties behoren tot hetzelfde bedrijf. Is hoofdstuk 8 Wm (regelgeving tav inrichtingen ) van toepassing? De landbouwgrond zal over het algemeen niet behoren tot de inrichting, zodat het onderwerken van bietenloof op deze grond een handeling is die buiten de inrichting plaatsvindt. In dat geval is geen inrichtingsvergunning (artikel 8.1 Wm) vereist. Is hoofdstuk 10 Wm (afvalstoffen) van toepassing? Het landbouwbedrijf wil zich ontdoen van het bietenloof, zodat er sprake is van afvalstoffen. (zie verder paragraaf 2).Dat betekent dat hoofdstuk 10 Wm van toepassing is. Het onderwerken is verboden op grond van artikel 10.2 Wm (stortverbod buiten inrichtingen). Niet relevant is of dit onderwerken plaatsvindt met het doel structuur te verbeteren of wegwerken van afval omdat artikel 10.2 Wm dit onderscheid niet kent. In het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen is voor deze toepassing geen vrijstelling opgenomen, zodat het verbod onverminderd van kracht is. In individuele gevallen kan ontheffing van dit verbod worden gevraagd bij gedeputeerde staten, op basis van artikel 10.63, derde lid, Wm 11. Ook de overige regels van hoofdstuk 10 Wm inzake afvalstoffen zijn (voor zover relevant) van toepassing op gedragingen met dit groenafval. Zijn de Meststoffenregelgeving en de Wet bodembescherming van toepassing? Bietenloof is niet als meststof in de zin van de Meststoffenwet aan te merken. De Wet bodembescherming is relevant omdat er stoffen in de bodem gebracht worden. Er is geen algeheel verbod voor het op of in de bodem brengen van groenafval. Onderlinge afstemming van de verschillende regelgeving In dit geval zijn zowel de regels van hoofdstuk 10 Wm (afvalstoffen) als de Wet bodemscherming van toepassing omdat in artikel 22.1, zesde lid, Wm de Wet bodembescherming niet is genoemd. De toepassing is op grond van artikel 10.2 Wm niet toegestaan. 11 Dat het hier om een toepassing gaat die als gebiedseigen toepassing is aan te merken, doet daar ook niets aan af omdat niet wettelijk geregeld is dat gebiedseigen toepassingen zijn toegestaan (en gebiedseigenheid ook geen criterium is voor de vraag of iets een afvalstof is). Ministerie van VROM 15 december 2003 Pagina 7/7
(CMC) composteren; grof doorploegen van wet en regelgeving
(CMC) composteren; grof doorploegen van wet en regelgeving Compositie van beelden en uitspraken van verschillende bronnen Tbv verduidelijking en discussie, niet om er rechten aan te ontlenen Het speelveld
Nadere informatiestortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER
stortontheffing artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER verleend aan Maatschap Ten Have-Mellema Storten buiten inrichting Groningen, 31 augustus 2010 Nr. 2010-46.167/35, MV Zaaknummer: 263592 Inhoudsopgave 1. WET
Nadere informatiesectorplan 9 Organisch afval
sectorplan Organisch afval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Gescheiden ingezameld GFT-afval, organisch bedrijfsafval en groenafval 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens; handel, diensten
Nadere informatieAfvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten
Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...
Nadere informatieBehoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.
Behoort bij raadsvoorstel 2016-348, titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016. De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum
Nadere informatie(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.
TEKST SECTORPLAN 8 (onderdeel LAP) Sectorplan 8 Gescheiden ingezameld groenafval I Afbakening Gescheiden ingezameld groenafval komt vrij bij de aanleg en onderhoud van openbaar groen, bosen natuurterreinen.
Nadere informatieGemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;
Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer; b
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
200201847/1. Datum uitspraak: 3 mei 2002 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige
Nadere informatie1. In te trekken de Afvalstoffenverordening 2016 Dronten 2. Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2019 Dronten
Afvalstoffenverordening 2019 De raad van de gemeente Dronten, gelezen het voorstel van het college van 30 oktober, no B18.002803.; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26 van de
Nadere informatieHet werk is gelegen aan de Hoofdweg 94, 3474 JH te Zegveld, kadastraal bekend gemeente Woerden, sectie H, nummer 231.
Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 27 oktober 2009 Team
Nadere informatiebepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht
Onderwerp : Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen gebeurt, wat wel en niet is toegestaan bij het ter inzameling
Nadere informatiegezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.
Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 juni 2016; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede
Nadere informatieDe Afvalstoffenverordening Woudenberg 2017:
RAADSBESLUIT Registratiekenmerk: 175527 Raadsvergadering van: 24 november 2016 Onderwerp: Afvalstoffenverordening 2017 De raad van de Gemeente Woudenberg, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
Nadere informatieSectorplan 9 Organisch afval
Sectorplan 9 Organisch afval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Gescheiden ingezameld GFT-afval, organisch bedrijfsafval en groenafval 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens; handel, diensten
Nadere informatieAfvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016
Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016 De raad van de gemeente Renkum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede
Nadere informatieAfvalstoffenverordening Eemnes 2017
Afvalstoffenverordening Eemnes 2017 De raad van de gemeente Eemnes; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26
Nadere informatieAfvalstoffenverordening Avri 2016
Afvalstoffenverordening Avri 2016 Auteur Avri Versie 1 Datum 3 december 2015 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Het algemeen bestuur van Avri besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van
Nadere informatieJuridische Handreiking Duurzame Energie & Grondstoffen. Workshop 5 maart 2015 Aster Veldkamp
Juridische Handreiking Duurzame Energie & Grondstoffen Workshop 5 maart 2015 Aster Veldkamp Inhoud Workshop Afvalstoffenrecht 1. Introductie 2. Van afvalwaterzuivering naar grondstoffen rwzi 3. Het begrip
Nadere informatie1 Algemeen. 2 Huishoudelijke afvalstoffen
De raad van de gemeente Veenendaal; gelezen het voorstel van..., nummer overwegende dat gelet op BESLUIT: het gewenst is de Afvalstoffenverordening aan te passen aan de actuele ontwikkelln en; Artikel10.23,
Nadere informatieII.B Aanleiding voor het indienen van de aanvraag Als reden voor de demping van de sloot wordt opgegeven rationele agrarische bedrijfsvoering.
Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 4 augustus 2009 Team
Nadere informatieII.B Aanleiding voor het indienen van de aanvraag Als reden wordt opgegeven de aanleg van een tracé voor een nieuwe drinkwatertransportleiding.
Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 21 augustus 2007 Team
Nadere informatieArtikel 3 Indiening aanvraag De tekst van dit artikel sluit aan bij artikel 5 leden 1en 2 van de APVG-1994.
AFVALSTOFFENVERORDENING VAN DE GEMEENTE GRONINGEN Toelichting aanvullingen/wijzigingen Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen De begrippenlijst is uitgebreid met de begrippen inzamelvergunning,
Nadere informatieDe Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:
Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING
HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING Algemene toelichting De afvalstoffenverordening heeft betrekking op die bepalingen die worden gesteld voor het beheer van huishoudelijke en andere afvalstoffen.
Nadere informatieBio-energie en een milieuvergunning?
Bio-energie en een milieuvergunning? Henkjan Schutte Senior medewerker milieu / specialist afvalstoffen hj.schutte@overijssel.nl Inhoud presentatie WM / Wabo Bevoegde gezag Route tot vergunning MER Milieuvergunning
Nadere informatieAfvalstoffenverordening gemeente Beesel 2018
De raad van de gemeente Beesel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel; gelet op de artikelen 10.23, 10.24 lid 2, 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer; gezien het
Nadere informatieToelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding
Toelichting I. Algemeen 1. Inleiding Aanleiding voor deze regeling is de wet van 21 juni 2001 houdende wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen) (Stb. 346) die op 8 mei 2002 in
Nadere informatieOp de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Besluit van tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit omgevingsrecht en het Waterbesluit
Nadere informatieOpheffen verbod op het toepassen Nr. RMW-634 van secundaire grondstoffen in integrale milieubeschermingsgebieden Vergadering 16 oktober 1998
Opheffen verbod op het toepassen Nr. RMW-634 van secundaire grondstoffen in integrale milieubeschermingsgebieden Vergadering 16 oktober 1998 Agenda nr. Commissie: Milieu Gedeputeerde met de verdediging
Nadere informatieONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER
ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT
Nadere informatieRAADSBESLUIT 16R şemeente WOERDEN. besluit:
RAADSBESLUIT 16R.00710 16R.00710 şemeente WOERDEN Agendapunt: Onderwerp: Het vaststellen van de afvalstoffenverordening gemeente Woerden. De raad van de gemeente Woerden; gelezen het voorstel d.d. 15 november
Nadere informatie3 december 1992, houdende plaatsing in het
Beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 1992, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 1981,695), zoals deze luidt na wijziging krachtens
Nadere informatieEnergie uit groenafval. deel van een duurzame. Arjen Brinkmann Branche Vereniging Organische Reststoffen
Energie uit groenafval deel van een duurzame totaaloplossing Arjen Brinkmann Branche Vereniging Organische Reststoffen 1 Branche Vereniging Organische Reststoffen (BVOR) Sinds 1989 branche organisatie
Nadere informatieAfvalstoffenverordening
Afvalstoffenverordening Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan: a. wet: Wet milieubeheer; b. inzamelen: de activiteiten
Nadere informatieAFDELING 2. BODEM- WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING
De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2016; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 10.23 lid 1 van de
Nadere informatieGezien het advies van de Provinciale adviescommissie leefomgevingskwaliteit d.d. 8 juni 2009;
Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten provincie H o L L A N D ZUID Vergadering December 2009 Nummer 6130 onderwerp Zesde tranche Provinciale milieuverordening Zuid-Holland (PMV) 1 Besluit
Nadere informatieVerordening Afvalstoffen 2010
Verordening Afvalstoffen 2010 Gemeente Brummen Verordening Afvalstoffen 2010 gemeente Brummen Kenmerk : V09.00008/PvD Vastgesteld : bij raadsbesluit RB09.0035/PvD van.. december 2009 1 2 INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
E03.96.1157. Datum uitspraak: 6 april 2001. AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Champignon Reststoffen Verwerking B.V.",
Nadere informatieAfvalstoffenverordening Lelystad 2010
Afvalstoffenverordening Lelystad 2010 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Afvalstoffenverordening Lelystad 2010 Citeertitel
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR28712_1. Afvalstoffenverordening 2010 (7.21)
CVDR Officiële uitgave van Haaksbergen. Nr. CVDR28712_1 20 juni 2017 Afvalstoffenverordening 2010 (7.21) Onderwerp: Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Nr Afvalstoffenverordening Breda 2016
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Breda. Nr. 19445 18 februari 2016 Afvalstoffenverordening Breda 2016 Bekendmaking Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn
Nadere informatieHUM Bbk Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit
HUM Bbk Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit Errata Velduitgave Bodem + 1 Schema 6: Verstrekken van gegevens aan een bestuursorgaan 1. Worden gegevens aan een bestuursorgaan verstrekt ter
Nadere informatieGelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; B E S L U I T : AFVALSTOFFENVERORDENING 2008 VAN DE GEMEENTE MENTERWOLDE.
No.: 10a/7. De raad van de gemeente Menterwolde; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer; B E S L U I T : vast te
Nadere informatieHet werk is gelegen aan de Oude Meije 18 te Zegveld, kadastraal bekend gemeente Zegveld, sectie F nummers 60, 62 en 202.
Afdeling Vergunningverlening ONTWERPBESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 4 januari 2011
Nadere informatieHet Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam Milieudienst Kop van Noord-Holland;
Regionale afvalstoffenverordening 2010 Milieudienst Kop van Noord-Holland Het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam Milieudienst Kop van Noord-Holland; gezien de regionale afvalstoffenverordening van
Nadere informatieAfvalstoffenverordening 2011 van de gemeente Beesel
Afvalstoffenverordening 2011 van de gemeente Beesel De raad van de gemeente Beesel; Gelezen het voorstel van het college van 20 december 2010, inzake de wijziging van de Afvalstoffenverordening 2011 van
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 189 Wet van 3 april 2003, houdende kleine wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant a. op de op 17 november 2004 bij hen ingekomen aanvraag van Gebr. Aldenzee aan Ampèrestraat 7 te Deurne om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer
Nadere informatiePar. 1 Algemene bepalingen
Sector : I/III Nr. : 40 De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2009, nummer 13/40.09; gelet op artikel 10.23 Wet milieubeheer; besluit:
Nadere informatieAMBTSHALVE WIJZIGING
AMBTSHALVE WIJZIGING WET MILIEUBEHEER Gemeente Vlagtwedde Groningen, 19 november 2002 Nr. 2002-16.822/47, MV 1 GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 19 november 2002 Nr. 2002-16.822/47,
Nadere informatieWet belastingen op milieugrondslag
Vastgestelde tekst per 1 april 2014 Wet belastingen op milieugrondslag HOOFDSTUK IV. AFVALSTOFFENBELASTING AFDELING 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 22 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop
Nadere informatieOntwerp Afvalstoffenverordening september 2015
De raad van de gemeente Breda; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [ ]; gelet op artikel 10.23 van de Wet milieubeheer; gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te
Nadere informatie1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17
INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 17 1.1 Algemeen 17 2 BODEMBESCHERMING 17 2.1 Voorzieningen en beheermaatregelen 17 2.2 Nulsituatiebodemonderzoek 17 3 AFVALSTOFFEN 18 3.1 Toegestane activiteiten 18 4 GELUID 18
Nadere informatie*ZD8B66F6A78* Raadsbesluit Zaaknummer : De raad van de gemeente Giessenlanden; Gelezen het raadsvoorstel van 16 augustus 2011
*ZD8B66F6A78* Raadsbesluit 2011-69 Zaaknummer : 11-9499 - 254 De raad van de gemeente Giessenlanden; Gelezen het raadsvoorstel van 16 augustus 2011 Overwegende, de wetwijzigingen door de invoering van
Nadere informatieUitgegeven: 15 oktober 2010 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN
1 Uitgegeven: 15 oktober 2010 2010, no. 63 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN Afdeling Initieel mandaat aan: algemeen directeur/secretaris Laatstelijk vastgesteld door GS/CdK d.d.: 5 oktober 2010 Met inachtneming
Nadere informatieWet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied
Nadere informatieWet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : WF Recycling Aangevraagde activiteiten : Beperken capaciteit opslag gevaarlijke afvalstoffen Locatie : Bedrijvenweg 47
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 7 januari 2005 bij hen ingekomen aanvraag van N.V. Razob, Gulberg 9 te Nuenen om wijziging van de op 20 juni 2000 verleende milieuvergunning
Nadere informatieAfvalstoffenverordening gemeente Edam-Volendam
Voorstel no. 11-2016 B Agenda no. 7 De raad van Edam-Volendam; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer; gelezen het voorstel van het college van 15 december 2015; B e s l u i t : tot
Nadere informatieAfvalstoffenverordening 2017
Afvalstoffenverordening 2017 De raad van de gemeente Heusden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016; gelet op hoofdstuk 10 Wet milieubeheer (afvalstoffen);
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053759/2912290 op de op 3 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Den Ouden Regionaal Overslag Centrum BV, om
Nadere informatieI. BESLISSING. I.A. Algemeen
Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700
Nadere informatieTOELICHTING VOOR DE WEBSITE OP DE AFVALSTOFFENVERORDENING NIEUWEGEIN 2010
TOELICHTING VOOR DE WEBSITE OP DE AFVALSTOFFENVERORDENING NIEUWEGEIN 2010 Algemeen Hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer (Wm) gaat over afvalstoffen. Hierin is vastgelegd dat de gemeenteraad een afvalstoffenverordening
Nadere informatieRAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
VR 2019 1503 DOC.0322/3BIS RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.144/1 van 4 februari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit
Nadere informatieAfvalstoffenverordening Avri 2018
Afvalstoffenverordening Avri 2018 Auteur Avri Versie 1 Datum Juni 2017 Afvalstoffenverordening Avri 2018 Het algemeen bestuur van Avri \besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Avri
Nadere informatieAfvalstoffenverordening gemeente Heerlen 2008
CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR4624_1 12 juli 2016 Afvalstoffenverordening gemeente Heerlen 2008 Afvalstoffenverordening gemeente Heerlen 2008 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Nadere informatieFUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving
FUIV[b Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskans V.O.F./ TOP Leeuwarden T.a.v. de heer van Smaalen Postbus 6 9843 ZG GRIJPSKERK Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT 2015 Ons kenmerk : 201 5-FUMO-0003748 Afdeling
Nadere informatieBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND
Provincie Zeeland Middelburg: 28 juli 2009 Nummer: 09027212 Afdeling: Milieuhygiene BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND 1. AANLEIDING Op 31 januari 2006 hebben wij aan Demontagebedrijf Schroot
Nadere informatieprovinsje fryslan provincie frysla.n g f '-ukkel P a9 T.a.v. de heer S.G. van der Wal telefaro (058) Postbus AA Joure BESCHIKKING
k provinsje fryslan provincie frysla.n g ~ g postbus 20 1 2 0 8900 hm leeuwarden C Van der Wal Sloopwerken B.V. telefoon (058) 292 59 25 T.a.v. de heer S.G. van der Wal telefaro (058) 292 51 25 Postbus
Nadere informatieSt. Annaparochie, 26 november No
St. Annaparochie, 26 november 2009. No. 091100 De raad van de gemeente het Bildt; overwegende dat de op het onderdeel afvalstoffen betrekking hebbende wettelijke regelgeving is gewijzigd; dat de afstemming
Nadere informatieONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN
ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de Milieustraat gemeente Midden-Drenthe, Eursing 2a
Nadere informatieVOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm
VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV
Nadere informatieBESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING. Afvalverwerking Stainkoeln B.V.
BESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Afvalverwerking Stainkoeln B.V. ten behoeve van het in werking hebben van een inrichting voor het be/verwerken van airvalstoffen te Groningen. (Locatie:
Nadere informatieDe Veranderende Zorgplicht
De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen
Nadere informatieonderzoeksopzet handhaving
onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...
Nadere informatieOntwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren
Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging
Nadere informatie1 Algemene bepalingen
1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder: a. wet: Wet milieubeheer; b. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of
Nadere informatie1 ALGEMENE BEPALINGEN
De raad van de gemeente Menaldumadeel; Overwegende, - dat de op het onderdeel afvalstoffen betrekking hebbende wettelijke regelgeving is gewijzigd; - dat de afstemming tussen de huidige afdeling afvalstoffen
Nadere informatieOverzicht reikwijdte omgevingsvergunning
> www.vrom.nl Overzicht reikwijdte omgevingsvergunning Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht, november 2008 Overzicht reikwijdte omgevingsvergunning Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht,
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2095349/3372519 op de op 10 februari 2012, met kenmerk 2889735, verleende vergunning aan Dalm Werkendam BV voor het
Nadere informatieOmgevingsdienst Brabant Noord
ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp Gemeente Uden heeft op 16 december 216 een verzoek ontvangen van de Provincie Noord-Brabant (hierna de provincie) voor
Nadere informatiePARAGRAAF 2. INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
CVDR Officiële uitgave van Rijnwaarden. Nr. CVDR52208_1 8 maart 2016 Afvalstoffenverordening De raad van de gemeente Rijnwaarden; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer besluit vast
Nadere informatieAfvalstoffenverordening Gemeente Drimmelen 2004
INHOUDSOPGAVE 1 Algemene bepalingen 2 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 2 Artikel 2 Beslistermijn 2 Artikel 3 Indiening aanvraag 2 Artikel 4 Voorschriften en beperkingen 2 Artikel 5 Persoonlijk karakter
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2003:AN8825
ECLI:NL:RVS:2003:AN8825 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-11-2003 Datum publicatie 26-11-2003 Zaaknummer 200302880/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieOntheffing stortverbod artikel WET MILIEUBEHEER
Ontheffing stortverbod artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER Aan: Kenmerk: Afdeling: Beelen Groep B.V. T.a.v. de heer drs. A. Sijtsma Postbus 2966 3800 GK Amersfoort W-AOV140088 Vergunningen Datum: 22-05-2014
Nadere informatieOMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 29 december 2015 Gemeente Bronckhorst kenmerk
OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 29 december 2015 Gemeente Bronckhorst kenmerk 2015-2653 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Wij hebben op 22 september 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning
Nadere informatieI. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting
Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 mei 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT242647
Nadere informatieBESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr
BESCHIKKING Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr. 2017-2414 Aanvraag Op 13 november 2017 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Enzerink B.V. Het
Nadere informatieWubben Oliebewerking BV Postbus BN ROOSENDAAL. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer.
Wubben Oliebewerking BV Postbus 1590 4700 BN ROOSENDAAL Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043
Nadere informatieOmgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.
Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:
Nadere informatiegezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 2 juni 2008, Nr. PD/2008/1959;
Gemeentebestuur Nr. PD/2008/1959 De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 2 juni 2008, Nr. PD/2008/1959; overwegende dat het wenselijk is
Nadere informatieBeschikking Wet milieubeheer
Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer
Nadere informatieAfvalstoffenverordening
Afvalstoffenverordening Afvalstoffenverordening van de Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard. Het algemeen bestuur van de Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard; Gelezen het voorstel van het
Nadere informatie(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.
TEKST SECTORPLAN 17 (onderdeel LAP) Sectorplan 17 Reststoffen van drinkwaterbereiding I Afbakening Reststoffen van drinkwaterbereiding komen vrij bij de bereiding van drinkwater. Deze reststoffen zijn
Nadere informatieTijdelijke opslag en tijdelijke uitname Besluit bodemkwaliteit
Tijdelijke opslag en tijdelijke uitname Besluit bodemkwaliteit Rijkswaterstaat Waterdienst 9 juli 2009 Definitief 9T4259 Boschveldweg 21 Postbus 525 5201 AM 's-hertogenbosch +31 (0)73 687 41 11 Telefoon
Nadere informatieOmgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.
Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen
Nadere informatieTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN
BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een
Nadere informatieDe locatie is gelegen aan de Oud Wulfseweg ten zuiden van nr. 23, kadastraal bekend gemeente Houten, sectie D, nr. 319.
Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 10 februari 2009 Team
Nadere informatieWet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Brink Recycling B.V. Aangevraagde activiteiten : Beperken opslag gevaarlijk afval tot maximaal 50 ton Locatie : Haatlandhaven
Nadere informatie