Academiejaar Tweedesemesterexamenperiode. Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van. Promotor: Arne Roets

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Academiejaar Tweedesemesterexamenperiode. Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van. Promotor: Arne Roets"

Transcriptie

1 Academiejaar Tweedesemesterexamenperiode Dreigingsperceptie en raciale vooroordelen: een multilevel studie naar de invloed van etnische diversiteit en het risico op armoede en sociale uitsluiting in een regio. Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Promotor: Arne Roets Begeleider: Jasper Van Assche Barbara Valcke

2

3 Dankwoord Toen ik ging afstuderen in de richting Sociologie stelde ik mijzelf de vraag wat ik nu precies wou doen nadat ik mijn diploma had behaald. Na heel wat wikken en wegen, besliste ik om een tweede studie te doen en te starten met de richting Klinische Psychologie. Ik had nog een drang om bij te leren en de combinatie van beide richtingen leek mij de perfecte manier om een goed beeld te vormen van zowel de maatschappij als van het individu en een breed interessegebied op te bouwen. Ik ben erg blij dat ik deze keuze heb gemaakt en na acht jaar studeren en een fantastische stage-ervaring voel ik mij helemaal klaar om het werkveld te betreden. De keuze om een tweede masteropleiding te volgen, bracht met zich mee dat ik mij opnieuw doorheen het schrijven van een masterproef moest worstelen, naar mijn mening de meest intensieve taak van een masterstudent. Tijdens dit proces kon ik rekenen op de steun van heel wat mensen. In de eerste plaats wens ik mijn begeleider Jasper Van Assche uitdrukkelijk te bedanken voor de begeleiding doorheen de voorbije twee jaar. Ook professor Arne Roets wens ik hiervoor te bedanken. Ik had vaak zeer interessante gesprekken met hen en kon steeds rekenen op gerichte en bruikbare feedback. Daarnaast wil ik ook graag een paar mensen bedanken uit mijn persoonlijke omgeving. Een nadrukkelijke dank gaat uit naar mijn ouders, die mij de kans gaven om nog een tweede studie aan te vangen en mij doorheen de jaren telkens gesteund hebben. Ik kon ook altijd rekenen op de raad en steun van mijn vriendinnen, dit zal ik voor altijd waarderen. Tot slot wens ik mijn warmste dank uit te drukken ten aanzien van mijn vriend, Tim. Doorheen mijn studies en het schrijven van mijn masterpoef kende ik zowel leuke als minder leuke momenten. Bedankt om telkens onvoorwaardelijk voor mij klaar te staan.

4 Abstract Het samenleven van verschillende etnische groepen is vandaag de dag de realiteit in heel wat regio s. Het kan zijn dat leden van de dominante groep migrantengroepen als een bedreiging percipiëren voor de culturele normen en waarden (symbolische dreiging) en de economische stabiliteit (realistische dreiging) van de eigen groep. Dit werkt dan als een voorspeller van vooroordelen. De sterkte van de relatie tussen dreigingsperceptie en negatieve raciale attitudes kan daaropvolgend beïnvloed worden door contextuele variabelen. Om dit te onderzoeken wordt enerzijds gebruik gemaakt van individuele data die reeds verzameld werden aan de hand van The European Social Survey (ESS) en anderzijds van objectieve omgevingsdata die beschikbaar zijn via Eurostat. De uiteindelijke steekproef bedraagt respondenten uit 26 landen, opgedeeld in regio s op niveau van NUTS 1 en NUTS 2. Naast het nagaan van de hoofdeffecten, wordt aan de hand van multilevel modeling onderzocht op welke manier de contextuele variabelen etnische diversiteit en het risico op armoede/sociale uitsluiting de positieve relatie tussen dreigingsperceptie en vooroordelen ten aanzien van etnische minderheidsleden kunnen beïnvloeden. Er wordt verwacht dat de relatie sterker zal zijn in regio s met een hoge mate van diversiteit en minder sterk in een omgeving met een hoog risico op armoede en sociale uitsluiting. De resultaten tonen enerzijds aan dat de positieve relatie tussen dreigingsperceptie en vooroordelen niet beïnvloed wordt door diversiteit. Anderzijds is de relatie tussen gepercipieerde dreiging en vooroordelen minder sterk in regio s met een hoge kans op armoede en sociale uitsluiting, en dit voornamelijk op NUTS 2-niveau.

5 Inhoudstafel Inleiding 1 Psychologische/Individuele Voorspellers... 2 Dreigingsperceptie Sociologische/Contextuele Voorspellers... 6 Minderhedenproportie: diversiteit Risico op armoede en sociale uitsluiting Interactie tussen Individuele en Contextuele Variabelen Voorbeelden Deze studie Methode Opzet European Social Survey Eurostat Steekproef Meetmodel en Procedure Resultaten Individueel Niveau Contextueel Niveau Diversiteit Risico op armoede en sociale uitsluiting Cross-level Interacties Diversiteit Risico op armoede en sociale uitsluiting Bespreking Wat Werd Gevonden? Individueel niveau Contextueel niveau Cross-level interacties Sterktes en Zwaktes van het Onderzoek Richtlijnen voor Toekomstig Onderzoek Conclusie Referenties Appendix... 51

6 Appendix Appendix Appendix

7 Vooroordelen kunnen gezien worden als een algemene categorie van bias of negatieve attitudes tegenover leden van andere groepen dan de groep waarmee iemand zich identificeert (Severson, 1943; Brewer, 1999). Negatieve attitudes en vooroordelen kunnen op verschillende manieren tot uiting komen in het gedrag en bestaan tegenover allerlei verschillende sociale groepen. Dergelijke gegeneraliseerde vooroordelen zijn gericht op volledige groepen waarvan de leden gelijkaardige kenmerken vertonen. De negatieve attitudes richten zich dan op bepaalde relatief stabiele kenmerken die personen van een bepaalde groep bezitten en kunnen vaak gezien worden als stereotiepe generalisaties (Allport, 1954). Er kunnen bijvoorbeeld vooroordelen vertoond worden tegenover mensen van bepaalde leeftijdsgroepen (i.e., ageism) of tegenover leden van het andere geslacht (i.e., sexisme). In dit onderzoek ligt de focus op raciale vooroordelen (i.e., racisme/etnocentrisme). Meer specifiek zijn raciale vooroordelen algemene beschrijvingen van bepaalde negatieve gedragingen (discriminatie), affecten (negatieve attitudes) of cognities (stereotypen) van leden van één bepaalde etnische groep ten opzichte van leden van een andere etnische groep (Severson, 1943). Doordat mensen zich baseren op dergelijke negatieve stereotiepe beschrijvingen, leidt dit tot negatieve verwachtingen ten aanzien van (etnische) groepen, waardoor ze als een bedreiging voor de eigen groep worden gezien (Stephan, Renfro, Esses, Stephan, & Martin, 2005). Dit kan leiden tot vijandelijkheden en negatieve attitudes van de dominante groep ten aanzien van migrantengroepen. In de beschikbare wetenschappelijke literatuur bestaan er verschillende concepten die dergelijke attitudes benoemen, zoals racisme of etnocentrisme. Deze concepten hebben gemeenschappelijk dat ze beide uitgaan van een gevoel van superioriteit ten opzichte van de uitgroep, maar vertonen daarnaast ook theoretische verschillen. Wanneer er racistische opmerkingen gemaakt worden, worden biologische en raciale kenmerken (vb. op basis van huidskleur) van bepaalde groepen gekoppeld aan bepaalde culturele kenmerken (Lobban, 2006). Het fysiek voorkomen van een persoon bepaalt dan of mensen opgedeeld worden in een inferieure of superieure positie (Lobban, 2006). Daartegenover is etnocentrisme enkel gericht op culturele verschillen en worden biologische kenmerken achterwege gelaten. Het is de eigen culturele/etnische groep die de voorkeur geniet en die als superieur gezien wordt ten opzichte van andere groepen, maar de attitudes ten aanzien van leden van andere etnische groepen zijn niet noodzakelijk vijandig (Allport, 1954; Brewer, 1999). Wel staat men negatief tegenover de mogelijkheid tot vermenging met andere groepen. Daarnaast is etnocentrisme nog gekenmerkt door groepscohesie, 1

8 toewijding aan de eigen groep en de overtuiging dat het vervullen van de eigen belangen een prioriteit is (Bizumic & Duckitt, 2012). Binnen de wetenschappelijke literatuur is heel wat onderzoek voorhanden naar vooroordelen ten opzichte van andere etnische groepen. Deze literatuur kan opgedeeld worden in enerzijds onderzoek aan de hand van psychologische voorspellers, waarbij onderzocht wordt hoe variabelen op het individuele niveau gerelateerd zijn aan negatieve attitudes. Anderzijds is er onderzoek vanuit een sociologische invalshoek, waarbij er gekeken wordt naar contextuele voorspellers van raciale vooroordelen tegenover andere etnische minderheidsgroepen. Psychologische variabelen of persoonsvariabelen verwijzen voor dit onderzoek naar dreigingsperceptie op sociaal en economisch gebied en worden geoperationaliseerd op het individuele niveau. Ideologische attitudes, zoals Rechts Autoritarisme (RWA) en Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO), kunnen ook een invloed uitoefenen in dit proces. Sociologische of contextvariabelen kunnen gezien worden als de structurele en sociaaleconomische omgeving waarin individuen ingebed zitten. Binnen het kader van dit onderzoek bestuderen we de invloed van a) etnische diversiteit en b) het risico op armoede en sociale uitsluiting in een omgeving. Zowel psychologische als sociologische variabelen kunnen een invloed uitoefenen op vooroordelen en raciale intolerantie en ze kunnen eveneens in interactie treden met elkaar. Zo kan bijvoorbeeld de sterkte van de relatie tussen individuele variabelen en vooroordelen verschillen per context. Deze derde invalshoek wordt in dit onderzoek ook in rekening gebracht. Psychologische/Individuele Voorspellers Binnen de literatuur zijn verschillende studies beschikbaar die stellen dat vooroordelen en raciale intolerantie beïnvloed kunnen worden door bepaalde individuele of psychologische kenmerken. Het individueel/psychologisch kenmerk dat hier onder de loep wordt genomen, is dreigingsperceptie. Dreigingsperceptie kan een causale rol spelen in het creëren van negatieve raciale attitudes ten aanzien van leden van minderheidsgroepen (Stephan & Stephan, 2000; Stephan et al., 2005; Pereira, Vala, & Costa-Lopes, 2010). Dreigingsperceptie. De voorbije decennia is de etnische diversiteit overal ter wereld sterk toegenomen. Onder meer ten gevolge van globalisatie vindt migratie niet enkel meer plaats binnen Europa, maar heeft het 2

9 zich uitgebreid over de Europese grenzen heen (Martiniello & Rea, 2003). De nieuwe migrantengroepen zijn op bepaalde vlakken te onderscheiden van Europeanen, wat kan leiden tot observeerbare verschillen tussen etnisch-culturele minderheden en de meerderheidsgroep binnen de samenleving. De aanwezigheid van deze groepen kan dan leiden tot negatieve verwachtingen en een gevoel van dreiging met zich meebrengen voor de dominante groep, zowel op cultureel/sociaal als economisch vlak. De (gepercipieerde) dreiging voor de eigen culturele normen en waarden, materiële goederen en werkgelegenheid ten gevolge van de aanwezigheid van leden van andere etnische groepen wordt dan bestreden door middel van vooroordelen via het gebruik van categorisatie, discriminatie en stigmatisering inzake huidskleur, culturele eigenschappen, religie of levensstijl (Jenkins, 1994; Turner & Reynolds, 2001; Barth, 2010; Savelkoul, Scheepers, Tolsma, & Hagendoorn, 2010; Markaki & Longhi, 2012). De relatie tussen dreigingsperceptie en raciale vooroordelen wordt ook beschreven in de Integrated Threat Theory (ITT) van Stephan & Stephan (2000). Deze theorie stelt dat gevoelens van dreiging en angst het gevolg kunnen zijn van de negatieve verwachting dat leden van de andere (etnische) groep in staat zijn om de eigen groep schade aan te richten. Dit kan gaan over fysieke schade, maar ook over culturele of economische schade (Stephan, Ybarra, Martinez, Schwarzwald, & Tur-Kaspa, 1998; Stephan & Stephan, 2000). Deze gepercipieerde dreiging werkt als een significante voorspeller van raciale vooroordelen (Stephan & Stephan, 1996; Stephan, Ybarra, & Bachman, 1999; Stephan & Stephan, 2000; Stephan et al., 2002; 2005). Deze visie wordt reeds veel vroeger aangehaald in een artikel van Blumer (1958), onder de vorm van de groepsdreiging-theorie, die stelt dat raciale vooroordelen van de dominante groep het gevolg zijn van een collectief gevoel van dreiging. Door dergelijke dreigingsperceptie gaan individuen zich steeds meer identificeren met de eigen groep, positioneert men zichzelf als superieur ten aanzien van etnische minderheidsgroepen en kunnen vooroordelen ten aanzien van andere etnische groepen steeds meer toenemen (Scheepers, Gijsberts, & Coenders, 2002; Savelkoul et al., 2010; Markaki & Longhi, 2012). Hoe groter leden van de dominante groep de dreiging inschatten voor de eigen privileges en waarden, hoe groter de kans dat ze vooroordelen zullen vertonen tegenover bedreigende buitenstaanders (Quillian, 1995). Volgens de oorspronkelijke theorie van de ITT bestaan er vier vormen van dreiging die kunnen leiden tot raciale vooroordelen, namelijk (1) symbolische dreiging, (2) realistische dreiging, (3) negatieve stereotypering en (4) intergroup anxiety (Stephan & Stephan, 2000). Onderzoek dat de jaren daarop volgde reduceerde de ITT tot twee voorspellende variabelen van vooroordelen, 3

10 namelijk enkel nog symbolische en realistische dreiging. Intergroup anxiety betreft gevoelens van onbehagen door de aanwezigheid van leden van andere etnische groepen, doordat men onzeker is welke invloed dit zal hebben op henzelf (vb. angst om uitgesloten of uitgelachen te worden). Hierdoor worden interacties met leden van deze groepen als bedreigend gepercipieerd (Stephan & Stephan, 1985). De predictor intergroup anxiety wordt bijgevolg gezien als een subtype van dreigingsperceptie en is geen aparte vorm van dreiging op zich (Stephan et al., 2002). Daarnaast is negatieve stereotypering een significante voorspeller van dreigingsperceptie en dus zelf geen vorm van dreiging, maar eerder een voorloper ervan (Stephan et al., 2002). Stereotypering werkt als basis voor negatieve verwachtingen en leidt vaak tot vooroordelen (Stephan & Stephan, 1996). Dit werd ook aangetoond door enkele studies van Stephan en collega s (2005). Negatieve stereotiepe beschrijvingen van etnische groepen leiden volgens dit onderzoek tot negatieve verwachtingen ten aanzien van leden van deze groepen, waardoor ze als een bedreiging voor de eigen meerderheidsgroep gezien worden. Dergelijke angst- en dreigingsgevoelens kunnen op hun beurt leiden tot negatieve raciale attitudes, waardoor individuen bijvoorbeeld contact met leden van deze groepen vermijden en uiteindelijk zelf discriminerende handelingen kunnen stellen (Stephan & Stephan, 2000; Stephan et al., 2005). Rekening houdend met deze bevindingen, wordt in dit onderzoek enkel verder gewerkt met deze twee voorspellende dreigingsvormen van raciale vooroordelen: symbolische en realistische dreiging. Dit onderscheid wordt ook gemaakt door Pereira, Vala en Costa-Lopes (2010). Symbolische dreiging (of sociale dreiging) betreft een gevoel van dreiging ten gevolge van groepsverschillen op vlak van normen, waarden, overtuigingen en attitudes en is gekenmerkt door angst voor een verlies van de eigen cultuur. De dominante groep vertoont bij symbolische dreiging angst om de culturele waarden en normen te verliezen en schrik dat deze zullen vervangen worden door de culturele waarden en normen van de etnische minderheidsgroepen. Verschillen tussen groepen worden dan gezien als een bedreiging voor de eigenheid en het wereldbeeld van de eigen groep (Stephan et al., 1998; Stephan & Stephan, 2000; Stephan et al., 2002; 2005; Pereira et al., 2010). Daarnaast maakt de literatuur ook nog een onderscheid met realistische dreiging (of economische dreiging). Deze vorm van dreiging bestaat uit angst voor verlies van economische stabiliteit en politieke macht of fysiek en materieel welzijn, wat zou leiden tot een daling van de welvaart van de dominante groep en het verlies van superioriteit. Centraal hierbij staat de competitie tussen (etnische) groepen omtrent zaken waarvan gedacht wordt dat deze schaars en beperkt zijn, zoals bijvoorbeeld de huizenmarkt of de arbeidsmarkt en de overtuiging dat de rijkdom van deze bronnen bedreigd wordt door de aanwezigheid van 4

11 leden van andere etnische groepen (Stephan et al., 1998; Stephan & Stephan, 2000; Stephan et al., 2002; 2005; Pereira et al., 2010). Etnisch-culturele minderheidsgroepen krijgen ten gevolge van dergelijke dreigingsgevoelens vanuit de dominante meerderheidsgroep steeds vaker te maken met vooroordelen en negatieve attitudes (Vasta, 2007). Deze raciale vooroordelen zullen het sterkst zijn wanneer individuen uit de meerderheidsgroep zowel symbolische als realistische dreiging ervaren, maar ook los van elkaar hebben deze dreigingsvormen een sterke invloed (Stephan & Stephan, 2000; Stephan et al., 2005). Persoonlijkheidstrekken en ideologische attitudes zijn individuele kenmerken die een sterke rol kunnen spelen in dit proces. Dreigingsperceptie en vooroordelen zijn sterk gerelateerd aan enerzijds sociaal-cultureel conservatisme en anderzijds economisch-hiërarchisch conservatisme (Duckitt, 2001; Asbrock, Sibley, & Duckitt, 2010). Deze componenten van ideologie zijn geworteld in verschillende waarden, motivaties en persoonlijkheidstrekken. De sociaal-culturele conservatieve attitude wordt geoperationaliseerd als Rechts Autoritarisme (RWA: right-wing authoritarianism), en de economisch-hiërarchische conservatieve attitude als Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO). Studies in verschillende landen tonen aan dat autoritarisme en sociale dominantie sterk aan elkaar gerelateerd zijn, bijvoorbeeld doordat ze allebei gelinkt zijn aan een rechtse politieke overtuiging (Duriez, Van Hiel, & Kossowska, 2005). Daarnaast werd ook aangetoond dat autoritarisme en sociale dominantie mogen gezien worden als sterke voorspellers van vooroordelen (Pratto, Sidanius, Stallworth, & Malle, 1994; Duckitt & Sibley, 2009; 2010). RWA en SDO kunnen dan ook gezien worden als een ideologische basis voor beide vormen van dreigingsperceptie. Onderzoek toont aan dat RWA een sterk verband heeft met de overtuiging dat minderheidsgroepen een bedreiging vormen voor de eigen manier van leven en de normen en waarden van de eigen groep. Daartegenover voorspelt de literatuur dat mensen die hoog scoren op SDO van mening zijn dat de aanwezigheid van andere minderheidsgroepen zorgt voor (economische) competitie en concurrentie voor de eigen groep. RWA kan gerelateerd worden aan symbolische dreiging, SDO aan realistische dreiging (Stephan & Mealy, 2011). Samenvattend wordt in dit onderzoek verwacht dat er een positieve relatie zal zijn tussen dreigingsperceptie en raciale vooroordelen, dit met de Integrated Threat Theory in het achterhoofd. Hoe groter het gevoel van dreiging door de aanwezigheid van leden van etnische minderheidsgroepen, hoe groter de kans op raciale vooroordelen en negatieve attitudes zoals discriminatie en uitsluiting. Deze verwachting geldt zowel voor symbolische/sociale dreigingsperceptie als voor realistische/economische dreigingsperceptie. 5

12 Sociologische/Contextuele Voorspellers Naast de invloed van psychologische variabelen zijn er verschillende auteurs en onderzoekers die stellen dat vooroordelen beïnvloed worden door bepaalde sociologische of contextuele variabelen (Allport, 1954; Espenshade & Hempstead, 1996; Coenders & Scheepers, 1998; Pettigrew, 1998; Schlueter & Scheepers, 2010; Savelkoul et al., 2010; Huijts, Kraaykamp, & Scheepers, 2014; Schmid, Al Ramiah, & Hewstone, 2014). Binnen deze paper worden twee contextuele voorspellers onderzocht. Een eerste contextuele variabele die onder de loep wordt genomen, is de diversiteit van etnische groepen. Etnische diversiteit kan op verschillende manieren gerelateerd zijn aan vooroordelen. Binnen dit onderzoek worden hieromtrent drie verschillende visies besproken. Naast diversiteit wordt ook de invloed van de kans op armoede en het risico op sociale uitsluiting in de omgeving onderzocht als contextuele voorspeller van vooroordelen. De economische welvaart in een omgeving en het daarbij horende risico op sociale uitsluiting uit de samenleving, kan een invloed uitoefenen op hoe leden van de meerderheidsgroep zich verhouden ten aanzien van leden van andere etnische groepen. Minderhedenproportie: diversiteit. Binnen de beschikbare literatuur zijn er verschillende grote theorieën die handelen over hoe de proportie en diversiteit van bepaalde etnische groepen de attitudes van de dominante meerderheidsgroep ten opzichte van deze groepen kan beïnvloeden. Deze theorieën kunnen verschillen in de mogelijke effecten die ze voorspellen. Als eerste is er een groep onderzoekers die stelt dat de groepsgrootte positief gerelateerd is aan vooroordelen. Dit is terug te vinden in de etnische competitietheorie (Coenders & Scheepers, 1998; Schneider, 2008; Savelkoul et al., 2010; Schlueter & Scheepers, 2010; Savelkoul, Gesthuizen, & Scheepers, 2011). Daartegenover zijn er onderzoeksgroepen die aangeven dat groepsgrootte juist een negatief verband heeft met vooroordelen, zoals gesteld wordt door de contacttheorie (Allport, 1954; Pettigrew, 1998; Schlueter & Scheepers, 2010; Huijts et al., 2014; Schmid et al., 2014). Als laatste mogelijkheid zijn er ook auteurs die aantonen dat groepsgrootte eigenlijk geen verband kent met vooroordelen en attitudes ten aanzien van andere etnische groepen (Hjerm, 2007; Van Assche, Roets, Dhont, & Van Hiel, 2014). Deze drie verschillende visies worden in het volgende deel besproken. 6

13 Positief verband. Als eerste wordt de visie besproken die stelt dat minderhedenproportie positief gerelateerd is aan vooroordelen: hoe meer diversiteit, hoe meer vooroordelen. Een theorie die deze stelling poneert, is de etnische competitietheorie die stelt dat negatieve raciale attitudes van de meerderheidsgroep ten opzichte van andere etnische groepen zullen toenemen naarmate de grootte van de groep toeneemt. Een grotere minderhedenproportie en meer diversiteit zou namelijk geassocieerd worden met meer interetnische competitie en dreiging inzake jobs en materiële en schaarse goederen, maar ook met een hogere dreiging voor de culturele normen en waarden van de eigen groep (Coenders & Scheepers, 1998; Schneider, 2008; Savelkoul et al., 2010; Schlueter & Scheepers, 2010; Savelkoul et al., 2011). Deze theorie wordt opgebouwd aan de hand van een combinatie van de realistische groepsconflicttheorie en de sociale identiteitstheorie en stelt dat mensen (onbewust) gebruik maken van processen van identificatie en categorisatie ten einde de toenemende competitie en bijgevolg ook de toenemende (gepercipieerde) dreiging voor de eigen groep tegen te gaan (Scheepers et al., 2002; Savelkoul et al., 2010). Individuen omschrijven de eigen groep dan stelselmatig stereotiep als positief en de uitgroep wordt gecategoriseerd door middel van het toekennen van negatieve eigenschappen (Allport, 1954; Jenkins, 1994; Shadid, 1995; Brewer, 1999; Barth, 2010). Deze processen van categorisatie zijn vaak het gevolg van machtsverhoudingen (Jenkins, 1994). Het is meestal de dominante groep die bepaalt op welke manier de minderheidsgroep zal gecategoriseerd worden (Fadil, 2002). Categorisatie van etnische groepen kan dan aanleiding geven tot ingroep-favoritisme en uitgroep-derogatie ten aanzien van de andere groep (Turner & Reynolds, 2001; Markaki & Longhi, 2012). Negatieve categorisatie leidt mogelijks tot nog meer negatieve verwachtingen ten aanzien van de uitgroep, waardoor de gepercipieerde dreiging voor de eigen samenleving groter wordt en vooroordelen verder toenemen. Deze eerste visie houdt voornamelijk in dat hoe groter de minderheidsgroep is, hoe groter de bedreiging is voor de belangen van de meerderheidsgroep zoals inkomens en jobs en de vooropgestelde normen en waarden. Grotere groepen hebben meer macht en vormen bijgevolg dus ook een grotere dreiging voor de dominante groep. Als middel om de bronnen en belangen van de eigen groep te verdedigen, kan dit gevoel van dreiging leiden tot een stijging in vooroordelen tegenover deze minderheidsgroepen (Coenders & Scheepers, 1998; Schneider, 2008; Savelkoul et al., 2010; Schlueter & Scheepers, 2010; Savelkoul et al., 2011). Deze bevindingen worden gestaafd door verschillende studies, zoals bijvoorbeeld het onderzoek van Scheepers, Gijsberts en Coenders (2002). Deze onderzoekers toonden aan dat leden van 7

14 meerderheidsgroepen uit Europese landen met een grote minderhedenproportie vaak meer negatieve attitudes en vooroordelen ten aanzien van deze minderheidsgroepen vertonen, dan meerderheidsgroepen uit landen met een kleinere proportie etnisch-culturele minderheden. Putnam (2007) brengt in de literatuur nog een interessante aanvulling op deze visie en stelt in zijn constrict theory dat de aanwezigheid en diversiteit van andere etnische groepen (vooral op korte termijn) een negatieve invloed kan hebben op de sociale solidariteit en het sociaal kapitaal van een (Amerikaanse) samenleving. In de literatuur definieert de Franse socioloog Pierre Bourdieu (1985) sociaal kapitaal als het geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen dat voortvloeit uit het bezit van een meer of minder geïnstitutionaliseerd netwerk van relaties die elkaar wederzijds erkennen (p.248). Lidmaatschap van een groep staat centraal en de nadruk ligt op sociale interacties. Sociaal kapitaal kan ook gezien worden als een set van informele waarden en normen die worden gedeeld door leden van een groep, waardoor samenwerking tussen deze leden mogelijk wordt (Fukuyama, 1999). Volgens de constrict theory resulteert etnische diversiteit in een samenleving in wantrouwen en een verlies van een gevoel van familiariteit. Dit leidt ertoe dat leden uit de meerderheidsgroep steeds meer op zichzelf leven en contact met leden van minderheidsgroepen vermijden. Door het gevoel van wantrouwen trachten mensen niet enkel contacten met leden van andere etnische groepen te vermijden, maar kan het gevolg uiteindelijk zijn dat ook contacten met leden van de eigen groep afnemen. Mensen gaan steeds meer op zichzelf leven. Dit leidt tot een daling in het sociaal kapitaal van een maatschappij, zoals bijvoorbeeld daling van het vertrouwen in de overheid, actieve participatie in de samenleving of de gemeenschap, vrijwilligerswerk, inzamelacties en dergelijke meer (Putnam, 2007). Putnam maakt wel een kanttekening bij zijn constrict theory en vult deze aan met de stelling dat op langere termijn de negatieve effecten gereduceerd kunnen worden en er nieuwe vormen van samenleven gecreëerd kunnen worden. Er ontstaan nieuwe samenlevingsverbanden, het sociaal kapitaal stijgt opnieuw en de visie op wij vs. zij wijzigt. Diversiteit en de aanwezigheid van andere etnische groepen kunnen dan vooroordelen doen dalen en nieuwe, meer positieve en multiculturele processen in gang zetten (Putnam, 2007). Dit positiever kader wordt in het volgende deel besproken. Negatief verband. De tweede visie die zal besproken worden, omtrent het negatief verband tussen minderhedenproportie en raciale vooroordelen, kan deels verklaard worden door de 8

15 contacttheorie of de meeting opportunity hypothese (Allport, 1954; Pettigrew, 1998; Pettigrew & Tropp, 2006; Schlueter & Scheepers, 2010; Huijts et al., 2014; Schmid et al., 2014). Deze visie stelt dat grotere proporties van migrantengroepen de mogelijkheden tot contact met dergelijke groepen vergemakkelijken en daardoor negatief gerelateerd zijn aan vooroordelen. De literatuur geeft aan dat wanneer mensen vaker contact hebben met leden van andere etnische groepen, de kans minder groot is dat ze uitgaan van de veralgemenende gedachte dat als een individu zo is, iedereen van die groep zo is (Wagner, Christ, Pettigrew, Stellmacher, & Wolf, 2006). Diversiteit zou daarom leiden tot een daling in negatieve attitudes en vooroordelen dankzij (positieve) interacties met leden uit de minderheidsgroep (Wagner, van Dick, Pettigrew, & Christ, 2003; Wagner et al., 2006). Er kan gesteld worden dat contact bevorderlijk is voor de manier waarop de meerderheidsgroep leden van andere etnische groepen interpreteert en categoriseert. Dit werd onder meer teruggevonden door een studie van Wagner et al. (2006) in Duitse regio s, waarbij aangetoond werd dat door een grotere etnische diversiteit, de frequentie en intensiteit van contact tussen de meerderheidsgroep en andere etnische groepen steeg. Dit resulteerde in een daling van raciale vooroordelen. De oudere theorie van Allport (1954) omtrent contact tussen etnische groepen stelt dat contact zal leiden tot meer positieve attitudes indien er voldaan is aan 4 voorwaarden: gelijkwaardige status, gemeenschappelijke doelen, steun van de autoriteiten en het ontbreken van competitie tussen groepen. Recenter onderzoek, onder meer via een meta-analyse, toont echter aan dat louter positief contact tussen verschillende groepen voldoende kan zijn om meer positieve attitudes te ontwikkelen ten aanzien van andere etnische groepen (Pettigrew & Tropp, 2006; Pettigrew, Tropp, Wagner, & Christ, 2011). Zowel direct (vb. eigen ervaringen) als indirect contact met andere etnische groepen (vb. via vrienden die kennissen hebben uit andere etnische groepen) kan hierop een invloed uitoefenen (Pettigrew, Christ, Wagner, & Stellmacher, 2007). Afwezigheid van verband. Zoals aangegeven, zijn er ook studies die aantonen dat diversiteit en de proportie van etnische groepen geen verband hebben met vooroordelen en raciale attitudes ten opzichte van etnische groepen. Een onderzoek van Hjerm (2007) toont bijvoorbeeld aan dat zowel objectieve als gepercipieerde groepsgrootte eigenlijk geen rol speelt in de constructie van vooroordelen tegenover andere etnische groepen en dat andere factoren hier een sterkere invloed op hebben. Van Assche, Roets, Dhont en Van Hiel (2014) vonden ook geen hoofdeffect van zowel 9

16 gepercipieerde als objectieve diversiteit op vooroordelen. Een mogelijke verklaring voor dergelijke nulbevindingen kan zijn dat de onderzoekers voor hun studies zowel de invloed van etnische competitie en (gepercipieerde) dreiging als de invloed van contact onderzochten, wat resulteert in het uitblijven van een effect (Pettigrew, Wagner, & Christ, 2010; Schlueter & Scheepers, 2010; Schmid et al., 2014; Schmid, Hewstone, Kupper, Zick, & Tausch, 2014). Dergelijke bevinding wordt in de literatuur geconceptualiseerd als de population ratio paradox (Pettigrew et al., 2010). De positieve effecten van intergroep-contact en de negatieve effecten van gepercipieerde dreiging balanceren elkaar uit en vervolgens heeft diversiteit geen effect op vooroordelen. Anders gesteld kan het zijn dat de factoren contact en gepercipieerde dreiging elkaar uitvlakken, waardoor de invloed van deze factoren op raciale attitudes gereduceerd wordt tot nul. Risico op armoede en sociale uitsluiting. Armoedecijfers en het risico op sociale uitsluiting in de omgeving waarin iemand leeft, hebben mogelijks een invloed op de mate van vooroordelen en negatieve attitudes tegenover leden van andere etnische groepen. Verschillende auteurs hebben reeds onderzoek gedaan naar de impact van economische factoren zoals armoede, welvaart en werkloosheid op vooroordelen en negatieve attitudes ten aanzien van andere etnische groepen (Espenshade & Hempstead, 1996; Hjerm, 2007; Pettigrew et al., 2008). Verschillende bevindingen tonen aan dat de werkgelegenheid van zowel leden van etnische minderheden als van leden van de meerderheidsgroep, een impact kan hebben op de attitudes van de meerderheidsgroep ten aanzien van migrantengroepen. De aanwezigheid van leden van andere etnische groepen kan immers mogelijks een impact hebben op de werkgelegenheid en de loonkosten van autochtone arbeiders en dit kan dan weer de attitudes ten aanzien van migrantengroepen beïnvloeden (Markaki & Longhi, 2012; Chassamboulli & Palivos, 2013). De literatuur stelt dat hoe minder iemand ervaart dat de eigen job (of het loon) in gevaar is door de aanwezigheid van migrantengroepen, hoe minder immigratie van andere etnische groepen als een bedreiging beschouwd zal worden (Espenshade & Hempstead, 1996). Wanneer immigranten daarentegen gezien worden als concurrenten op de arbeidsmarkt, zullen vooroordelen ten aanzien van deze groepen stijgen. Dergelijke directe competitie tussen autochtonen en migrantengroepen op de arbeidsmarkt doet zich voornamelijk voor bij ongeschoolde jobs die uitgevoerd worden aan eerder lage lonen (Espenshade & Hempstead, 1996). Deze stelling wordt ook bevestigd door een 10

17 onderzoek van Hjerm (2007), die aangeeft dat autochtonen met een stabiel en goed privaat economisch inkomen vaak minder vooroordelen vertonen ten aanzien van leden van andere etnische groepen, in vergelijking met niet-geschoolde en/of werkloze autochtonen van wie werkgelegenheid vaak minder stabiel is. Niet enkel objectieve armoedecijfers (vb. rond werkgelegenheid en werkloosheid) hebben een sterke invloed op raciale vooroordelen, ook het voorkomen van een regio inzake armoede speelt een rol (Russo, Roccato, & Vieno, 2013). Dit beeld van armoede wordt opgebouwd op grond van directe of indirecte ervaring, maar daarnaast ook op basis van sociale, contextuele gemeenschapskenmerken zoals een hoge mate van werkloosheid of fysieke en sociale ordeverstoring zoals bijvoorbeeld graffiti, verlaten huizen, openbare dronkenschap en prostitutie (Lagrange, Ferraro, & Supancic, 1992; Ferraro, 1995). Een meer recente studie vond echter geen rechtstreeks verband tussen zowel objectieve als subjectieve indicatoren van verloedering van de omgeving enerzijds en vooroordelen anderzijds (Van Assche et al., 2014). Toch kan gezegd worden dat de perceptie van armoede en het risico op sociale uitsluiting een invloed hebben op raciale vooroordelen, onder de vorm van relatieve deprivatie (RD). Relatieve deprivatie is een sociaalpsychologisch concept dat gericht is op subjectieve toestanden, zoals emoties (vb. angst voor sociale uitsluiting), cognities (vb. gedachten omtrent de invloed van armoede) en gedrag (vb. preventieve handelingen, vermijden van contact met bepaalde groepen en dergelijke meer) en bestaat zowel op het individueel niveau (RDI) als op het groepsniveau (RDG) (Pettigrew et al., 2008). Onderzoek van Pettigrew et al. (2008) toonde aan dat RDG direct en positief gerelateerd is aan raciale vooroordelen. RDG vormt ook een mediator voor de relatie tussen RDI en vooroordelen, wat betekent dat RDI een directe en positieve invloed heeft op RDG, wat op zijn beurt dan een direct en positief verband heeft met vooroordelen. Wanneer er relatieve deprivatie is op het niveau van de groep, zal dit leiden tot meer vooroordelen ten aanzien van andere etnische groepen. Deze bevindingen kunnen begrepen worden met de theorieën rond gepercipieerde dreiging in het achterhoofd. Wanneer de economische welvaart in de samenleving laag is, worden de huidige minderheidsleden vaak als (economische) concurrentie gezien en wordt de komst van nieuwe individuen uit andere etnische groepen op de arbeidsmarkt vaak negatief onthaald. Negatieve raciale attitudes zijn dan vaak het gevolg. Hoe meer dreiging voor de jobs en werkgelegenheid van de leden van de meerderheidsgroep, hoe groter de kans dat iemand vooroordelen ten opzichte van immigratie zal vertonen (Hjerm, 2007). Leden van de dominante 11

18 groep die in een regio wonen die gekenmerkt is door hoge armoede, hoge werkloosheid, lage lonen en veel interetnische economische competitie, ervaren meer relatieve deprivatie (zowel op individueel niveau als op groepsniveau). Als gevolg hiervan zal de aanwezigheid van etnische minderheidsgroepen meer als een probleem ervaren worden (vb. voor het behoud van de eigen job en welvaart) en zullen meer vooroordelen vertoond worden tegenover leden van deze groepen (Pettigrew et al., 2008). Interactie tussen Individuele en Contextuele Variabelen De studie naar vooroordelen en raciale attitudes ten aanzien van andere groepen kan ook nog aangevuld worden door te kijken naar de combinaties van voorspellende variabelen op het individuele en contextuele niveau. Naast de hoofdeffecten op zich worden in dit onderzoek ook de interactie-effecten bekeken tussen de verschillende variabelen. Dergelijke interacties tussen enerzijds psychologische variabelen en anderzijds sociologische variabelen werden in de literatuur nog niet veel onderzocht. Toch is het een interessante invalshoek om te bekijken. Het kan namelijk zijn dat de sterkte van de individuele hoofdeffecten en de invloed van deze individuele effecten op vooroordelen varieert naargelang de context of de interactie met contextuele variabelen. Voorbeelden. Er zijn een beperkt aantal studies beschikbaar die via de persoon x context benadering aantonen dat de sterkte van de relatie tussen proximale individuele kenmerken en vooroordelen vaak sterk beïnvloed wordt door meer structurele, contextuele of sociaaleconomische kenmerken. Voorbeelden zijn studies waarbij onderzocht wordt op welke manier de interactie tussen individuele conservatieve ideologische overtuigingen (zoals bijvoorbeeld autoritarisme en sociale dominantie) enerzijds en culturele diversiteit anderzijds vooroordelen ten aanzien van andere etnische groepen kan beïnvloeden. Onder meer Van Assche et al. (2014) toonden aan dat individuen met conservatieve ideologieën vaak sterkere negatieve attitudes vertonen tegenover leden van een andere etnische groep, wanneer de minderhedenproportie groter is. De positieve relatie tussen conservatieve ideologieën en vooroordelen wordt dus sterker in een omgeving met een grote minderhedenproportie. Het onderzoek van Kauff, Asbrock, Thorner en Wagner (2013) gaf ook aan dat personen die hoog scoren op autoritarisme, diversiteit en 12

19 multiculturalisme meer zien als een bedreiging voor hun culturele tradities en sterkere vooroordelen ten opzichte van minderheidsgroepen vertonen. Wanneer iemand hoog scoort op autoritarisme en woont in een omgeving met etnische diversiteit, is de kans groter dat de context van migratie als bedreigend wordt ervaren en dit extra vooroordelen met zich meebrengt (Cohrs & Stelzl, 2010; Sibley et al., 2013). Een laatste interessant voorbeeld van een persoon x context benadering is de studie van Fasel, Green en Sarrasin (2013) die aantoonde dat de interactie tussen ideologische overtuigingen op het individueel niveau en vooroordelen sterk beïnvloed kan worden door de mate van diversiteit in de omgeving en het ideologisch klimaat op contextueel niveau. Enerzijds wordt de positieve relatie tussen individuele conservatieve ideologieën en vooroordelen sterker wanneer er meer diversiteit is in etnische groepen (zie ook Van Assche et al., 2014). Dit heeft te maken met het feit dat individuen met dergelijke conservatieve overtuiging de aanwezigheid van leden van etnische minderheidsgroepen reeds als een bedreiging zien voor de eigen groep. Individuen die meer liberale ideologieën bezitten, zullen etnische diversiteit daarentegen sneller zien als een verrijking voor de samenleving en zullen bijgevolg minder vooroordelen vertonen en meer positieve attitudes ten aanzien van migrantengroepen hebben. Anderzijds wordt de positieve relatie tussen individuele conservatieve ideologieën en vooroordelen zwakker in conservatieve klimaten (Fasel, Green, & Sarrasin, 2013). Conservatieve ideologische klimaten zijn gericht op status quo en sociale cohesie en worden gekenmerkt door meer negatieve attitudes ten aanzien van migrantengroepen. Het onderzoek toonde aan dat dergelijk conservatief ideologisch klimaat op het contextueel niveau ook leidt tot een stijging in vooroordelen bij individuen met liberale ideologieën die globaal gezien meer positieve attitudes ten aanzien van leden van andere etnische groepen vertonen en niet enkel bij diegenen van de meerderheidsgroep die reeds een dreiging ervaarden door hun aanwezigheid. Sniderman, Hagendoorn en Prior (2004) maken in hun studie een onderscheid tussen galvanizing en mobilizing effecten van bepaalde contextuele predictoren. Ze maken de bedenking dat een bepaalde situationele factor twee mogelijke invloeden kan hebben. Enerzijds is het mogelijk dat er een galvanizing effect plaatsvindt, waarbij enkel diegenen die reeds bezorgdheid vertoonden ten aanzien van een bepaalde situatie, beïnvloed worden door de situationele factor. Anderzijds kan een contextuele predictor ook een mobilizing effect hebben, waarbij ook individuen die eigenlijk geen zorgen hadden toch ook bepaalde overtuigingen krijgen onder invloed van deze context. De bevindingen van het onderzoek van Fasel et al. (2013) 13

20 kunnen op deze manier geconceptualiseerd worden. De resultaten geven aan dat culturele/etnische diversiteit enkel vooroordelen zal versterken bij individuen die reeds meer vatbaar zijn om negatieve raciale attitudes te vertonen vanwege hun conservatieve ideologieën, en niet bij individuen die er een liberale ideologie op nahouden. Etnische diversiteit kan dus gezien worden als een galvanizing context voor raciale vooroordelen. Daartegenover oefent het conservatief ideologisch klimaat deze invloed uit op iedereen die zich binnen dergelijke ideologische context bevindt, ongeacht de individuele ideologie (Fasel et al., 2013). Een conservatief ideologisch klimaat is dus een mobilizing effect. Deze studie. Aan de hand van een kwantitatieve studie zal in dit onderzoek getracht worden na te gaan welke invloed de interacties tussen geselecteerde individuele en contextuele variabelen kunnen hebben op vooroordelen van mensen uit de meerderheidsgroep ten opzichte van leden van een andere etnische minderheidsgroep. Naast de hoofdeffecten van enerzijds de twee individuele variabelen rond dreigingsperceptie ( sociale dreigingsperceptie en economische dreigingsperceptie ) en anderzijds de twee contextuele variabelen ( diversiteit en armoede/sociale exclusie) op vooroordelen en negatieve attitudes, worden ook de interacties tussen beide niveaus onderzocht. Binnen deze studie worden er twee pisten onderzocht. Er wordt enerzijds verondersteld dat etnische diversiteit een galvanizing context vormt ten aanzien van de relatie tussen dreigingsperceptie en vooroordelen. Diversiteit kan verschillende effecten hebben op vooroordelen en negatieve raciale attitudes. Het zijn voornamelijk de individuen die de aanwezigheid van andere etnische groepen als concurrentie beschouwen en als een bedreiging ervaren voor de eigen (dominante) groep, die meer vooroordelen zullen vertonen ten aanzien van etnische minderheden, zoals voorspeld wordt door de Integrated Threat Theory (Stephan & Stephan, 2000), de groepsdreiging-theorie (Blumer, 1958; Quillian, 1995) en de etnische competitietheorie (Coenders & Scheepers, 1998; Schneider, 2008; Savelkoul et al., 2010; Schlueter & Scheepers, 2010; Savelkoul et al., 2011). Bij een grote diversiteit tussen etnische groepen in de omgeving, zullen vooroordelen vooral toenemen bij de groep die hoog scoort op gepercipieerde dreiging. Mensen die de aanwezigheid van etnische minderheidsgroepen niet als bedreigend ervaren, zullen bv. sneller contact leggen met leden van deze groepen en bijgevolg ook niet meer vooroordelen vertonen bij een grote etnische diversiteit. Eventueel kunnen de vooroordelen bij deze groep mensen zelfs nog dalen. De eerste 14

21 overkoepelende hypothese luidt daarom dat er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen dreigingsperceptie en vooroordelen sterker zal zijn in een omgeving met een grote diversiteit in termen van etnisch-culturele minderheden. Anderzijds wordt het omgekeerde verwacht voor de predictor armoede/sociale uitsluiting. Er wordt verwacht dat het risico op armoede en sociale uitsluiting een mobilizing context is voor raciale vooroordelen. Slechte economische condities in een regio zijn positief gerelateerd aan vooroordelen. Mensen in een onstabiele economische situatie vertonen meer raciale vooroordelen dan individuen in een stabiele en goede economische situatie (Espenshade & Hempstead, 1996; Hjerm, 2007; Pettigrew et al., 2008). Negatieve raciale attitudes nemen toe bij elk individu dat woont in een regio die gekenmerkt is door een hoge kans op armoede en sociale uitsluiting. Meerderheidsleden die etnische minderheden niet als bedreigend ervaren, zullen toch meer vooroordelen vertonen tegenover etnische minderheden wanneer ze in een dergelijke omgeving wonen. Een dergelijke omgeving leidt immers tot een stijging van relatieve deprivatie (zowel individueel als op groepsniveau), wat zorgt voor meer vooroordelen (Pettigrew et al., 2008). De tweede overkoepelende hypothese houdt bijgevolg in dat er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen dreigingsperceptie en vooroordelen minder sterk zal zijn in een omgeving met een groter risico op armoede of sociale uitsluiting in de omgeving. Wanneer iemand de aanwezigheid van etnische minderheidsgroepen normaal niet als bedreigend ervaart en geen vooroordelen vertoont, zullen deze toenemen wanneer deze persoon woont in een omgeving met een groot risico op armoede en sociale uitsluiting. De relatie tussen dreigingsperceptie en vooroordelen zal daarom minder sterk zijn in dergelijke regio s. Het risico op armoede en sociale uitsluiting wordt door iedereen als bedreigend ervaren, waardoor de vooroordelen stijgen bij elk individu. De eigenlijke dreigingsperceptie is minder belangrijk. 15

22 Met behulp van multilevel modelling zullen er in totaal twaalf interactiehypothesen getoetst worden in verband met de interactie tussen individuele en contextuele factoren en de invloed van die interactie op raciale attitudes ten aanzien van leden van andere etnische groepen. De twee individuele predictoren van dreigingsperceptie, gepercipieerde sociale dreiging en gepercipieerde economische dreiging, worden telkens apart in verband gebracht met de contextuele variabelen. Voor deze studie wordt de contextuele predictor etnische diversiteit enerzijds geoperationaliseerd aan de hand van drie varianten: proportie immigranten, proportie buitenlanders en proportie niet-europese burgers. Anderzijds werden de data voor de hypothese omtrent de contextuele predictor risico op armoede/sociale uitsluiting verzameld op drie verschillende niveaus van regio s. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen regio s op niveau van het land, NUTS 1-regio s en NUTS 2-regio s. Dit wordt verder uitgewerkt onder Methode. De uiteindelijke geformuleerde interactiehypothesen zijn: 1. DREIGINGSPERCEPTIE X DIVERSITEIT 1.1. Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde sociale dreiging en vooroordelen sterker zal zijn in landen met een hoge proportie immigranten Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde sociale dreiging en vooroordelen sterker zal zijn in landen met een hoge proportie buitenlanders Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde sociale dreiging en vooroordelen sterker zal zijn in landen met een hoge proportie niet-europese burgers. 16

23 1.4. Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde economische dreiging en vooroordelen sterker zal zijn in landen met een hoge proportie immigranten Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde economische dreiging en vooroordelen sterker zal zijn in landen met een hoge proportie buitenlanders Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde economische dreiging en vooroordelen sterker zal zijn in landen met een hoge proportie niet-europese burgers. 2. DREIGINGSPERCEPTIE X ARMOEDE/SOCIALE UITSLUITING 2.1. Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde sociale dreiging en vooroordelen minder sterk zal zijn in landen met een hoge kans op armoede en sociale uitsluiting Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde sociale dreiging en vooroordelen minder sterk zal zijn in NUTS 1-regio s met een hoge kans op armoede en sociale uitsluiting Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde sociale dreiging en vooroordelen minder sterk zal zijn in NUTS 2-regio s met een hoge kans op armoede en sociale uitsluiting Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde economische dreiging en vooroordelen minder sterk zal zijn in landen met een hoge kans op armoede en sociale uitsluiting Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde economische dreiging en vooroordelen minder sterk zal zijn in NUTS 1-regio s met een hoge kans op armoede en sociale uitsluiting Er wordt verwacht dat de positieve relatie tussen gepercipieerde economische dreiging en vooroordelen minder sterk zal zijn in NUTS 2-regio s met een hoge kans op armoede en sociale uitsluiting. Methode Voor het beantwoorden van de vooropgestelde hypothesen werd in dit onderzoek gebruik gemaakt van twee bronnen voor data, enerzijds voor de psychologische variabelen (European Social Survey ESS) en anderzijds voor de contextuele factoren (Eurostat). Beide bronnen van data zijn beschikbaar op het internet en zijn voor iedereen toegankelijk. Doordat psychologische constructen vaak niet met behulp van gevalideerde schalen worden gemeten in dergelijke datasets, voerden we voor dit onderzoek voorafgaandelijke analyses uit om de best mogelijke maten voor sociale dreiging, economische dreiging en vooroordelen te bekomen. De opzet van het onderzoek, het aanmaken van de schalen, alsook de betrokken steekproef en de gekozen procedure worden in het volgende deel verder uitgelicht. 17

24 Opzet European Social Survey. Voor het verzamelen van informatie op individueel niveau werd een beroep gedaan op data die verzameld werden aan de hand van de vragenlijst The European Social Survey en online beschikbaar zijn ( De European Social Survey (ESS) vragenlijst bestaat uit individuele data en is een cross-sectionele huishoudstudie die om de twee jaar opnieuw wordt afgenomen. Deze zelfrapportage-vragenlijst bevraagt enerzijds gestandaardiseerde achtergrondvariabelen zoals demografische factoren van respondenten, het land en de regio (het is van elke respondent geweten in welke NUTS-regio ze wonen), en hoe ze zich verhouden tegenover de arbeidsmarkt, maar peilt anderzijds ook naar attitudes, waarden en gedrag (Hjerm, 2007; Markaki & Longhi, 2012). De survey handelt over verschillende onderwerpen zoals politiek, subjectief welbevinden, welvaart en andere socio-demografische factoren. De ESS4, de versie die gebruikt werd voor dit onderzoek, dateert uit Aan de hand van deze vragenlijst werden de schalen voor analyse opgemaakt. Via factoranalyse in SPSS werden verschillende schalen opgebouwd om verdere analyses uit te voeren. Voor de variabelen op individueel niveau werden drie schalen aangemaakt. De onafhankelijke individuele variabelen werden geconstrueerd aan de hand van een schaal voor gepercipieerde sociale dreiging en een schaal voor gepercipieerde economische dreiging. Voor de afhankelijke variabele werd de schaal raciale vooroordelen aangemaakt. De lijst met de verschillende schalen en de items waarmee de schalen werden geconstrueerd, wordt meegegeven in Tabel 1 (zie p.19-20). De verschillende items in de vragenlijst hebben vaak verschillende antwoordschalen. Om die reden kon er niet met gemiddelden gewerkt worden, maar werden er principal component analyses uitgevoerd. Er werd gekeken welke items konden laden op éénzelfde factor. Voor de verschillende schalen die werden aangemaakt, werd telkens een unidimensioneel model gevonden, waarbij het gemiddelde telkens gelijk is aan nul en de standaarddeviatie gelijk is aan één. Items die werden gehercodeerd, zodat de antwoordmogelijkheden van alle items in dezelfde richting staan, zijn in Tabel 1 aangeduid met een asterisk (*). Hoe hoger de score op een item, hoe meer (sociale of economische) dreiging men ervaart of hoe meer vooroordelen. De correlaties tussen deze schalen worden meegegeven in Appendix 1 (p.51). 18

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Iedereen racist. Uitgangspunten. Uitgangspunten. Info boek:

Iedereen racist. Uitgangspunten. Uitgangspunten. Info boek: Iedereen racist Info boek: http://www.lannoo.be/iedereen-racist Het boek in de pers: http://www.iedereen-racist.be/ Uitgangspunten Hoe gedraagt de mens zich écht. En bovendien: wat beweegt hem, wat denkt

Nadere informatie

Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie?

Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? NOVEMBER 2016 DIALOOGBIJEENKOMSTEN KUNNEN VOOROORDELEN EN STEREOTYPERING VERMINDEREN De bestrijding van discriminatie staat in Nederland hoog op de agenda.

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? 1 maximumscore 2 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk beargumenteerd met behulp van kernconcept sociale cohesie 1 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen Richtlijnen voor auteurs - De hoofdindeling ligt vast en bestaat uit volgende rubrieken:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De verbanden tussen asielzoekers, werkeloosheid, criminaliteit en fascisme

De verbanden tussen asielzoekers, werkeloosheid, criminaliteit en fascisme De verbanden tussen asielzoekers, werkeloosheid, criminaliteit en fascisme Tijdens het opruimen van oude spullen kwam ik een oud schoolwerkje uit mijn VWO tijd tegen. Dat is een heel poosje terug, die

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

Etnische diversiteit en sociaal kapitaal

Etnische diversiteit en sociaal kapitaal Etnische diversiteit en sociaal kapitaal De rol van interetnisch contact en ervaren etnische groepsdreiging Michael Savelkoul* Inleiding Welke gevolgen heeft de aanwezigheid van immigranten voor de sociale

Nadere informatie

THEMA S VAKDIDACTIEK GEDRAGSWETENSCHAPPEN

THEMA S VAKDIDACTIEK GEDRAGSWETENSCHAPPEN THEMA S VAKDIDACTIEK GEDRAGSWETENSCHAPPEN Uitgangspunt: Studenten in de (verkorte) educatieve master in de Maatschappijwetenschappen kunnen een aanvraag doen om Vakdidactiek gedragswetenschappen als bijkomende

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Alain Van Hiel en Bart Duriez

Alain Van Hiel en Bart Duriez Een meetinstrument voor individuele verschillen in Social Dominantie Oriëntatie Alain Van Hiel en Bart Duriez Het concept Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO) wordt gedefinieerd als een algemene opvatting

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

De Invloed van Contact op de Wederzijdse Opvattingen van Turken en Marokkanen in Nederland

De Invloed van Contact op de Wederzijdse Opvattingen van Turken en Marokkanen in Nederland UNIVERSITEIT UTRECHT De Invloed van Contact op de Wederzijdse Opvattingen van Turken en Marokkanen in Nederland Bachelor Scriptie Marleen Wierenga S3216063 & Wieke Selten S3339009 24-06-2011 Bachelor Scriptie

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Wat zijn identiteiten?

Wat zijn identiteiten? Identiteit in tijden van globalisering en migratie Pieter-Paul Verhaeghe PhD student Sociologie Universiteit Gent Redactielid Poliargus 1 Wat zijn identiteiten? 2 Identiteiten = sociale constructies Product

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Hanneke van de Wetering

Hanneke van de Wetering Liever een autochtoon dan een allochtoon Een onderzoek naar de sociale afstand van autochtone Nederlanders tot andere etnische groepen bij een interetnisch huwelijk van het eigen kind Hanneke van de Wetering

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Generation What? 1 : Etnisch vooroordeel

Generation What? 1 : Etnisch vooroordeel Generation What? 1 : Etnisch vooroordeel Onze samenleving wordt steeds diverser. De studiedienst van de Vlaamse Regering berekende dat begin 2013 ca. 18% van de inwoners van het Vlaamse Gewest van vreemde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Persbericht. Jobcreatie in Limburgse bouwsector. Limburgse bouwondernemingen sturen positieve signalen uit

Persbericht. Jobcreatie in Limburgse bouwsector. Limburgse bouwondernemingen sturen positieve signalen uit Persbericht aan Media Datum: 8 augustus 2015 aantal pagina s: 5 meer informatie bij Johan Grauwels tel. direct +32 11 56 02 60 +32 473 38 65 05 e-mailadres johan.grauwels@voka.be Limburgse bouwondernemingen

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Het Effect Van Positief En Negatief Intergroepcontact Op Collectieve Actie En Status-quo Actie Bij Leden Van Meerderheidsgroepen

Het Effect Van Positief En Negatief Intergroepcontact Op Collectieve Actie En Status-quo Actie Bij Leden Van Meerderheidsgroepen Academiejaar 2015-2016 Tweede semesterexamenperiode Het Effect Van Positief En Negatief Intergroepcontact Op Collectieve Actie En Status-quo Actie Bij Leden Van Meerderheidsgroepen Masterproef II neergelegd

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

Op weg naar een (meer) interculturele school

Op weg naar een (meer) interculturele school Op weg naar een (meer) interculturele school Het belang van een interculturele schoolcultuur 18 januari 19 Brussel 28/02/2018 School zonder Racisme Part I: 5 Hoe kunnen we ervoor zorgen dat àlle leerlingen

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen Luk Bral en Guy Pauwels Studiedag 20 jaar peilen in Vlaanderen Leuven, 31 januari 2017 Inhoud Context Opzet Evolutie informele contacten, lidmaatschap

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer Sociaal kapitaal en gezondheid Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer Inhoudstafel Sociaal kapitaal: definitie Sociaal kapitaal bij financieel kwetsbare welzijnszorggebruikers

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

duurtijd van de opleiding en de arbeidstijd. Hierbij stellen we dat het, gegeven deze regelgeving, allicht niet evident is voor werkgevers om tegen

duurtijd van de opleiding en de arbeidstijd. Hierbij stellen we dat het, gegeven deze regelgeving, allicht niet evident is voor werkgevers om tegen Samenvatting 5 Dit boek bekijkt kritisch de veralgemening van duaal leren in het arbeidsgericht secundair onderwijs (SO) in Vlaanderen, op basis van de beschikbare economische en sociologische wetenschappelijke

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/53232 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hill, J.M. Title: On the road to adulthood. Delinquency and desistance in Dutch

Nadere informatie

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De

Nadere informatie

WKK-barometer najaar. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer najaar. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2017 najaar Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de vierde WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. Deze peiling

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Opgave 3 Een nieuwe klassenmaatschappij?

Opgave 3 Een nieuwe klassenmaatschappij? Opgave 3 Een nieuwe klassenmaatschappij? 19 maximumscore 4 een beschrijving van twee moderniseringsprocessen op economisch gebied (per proces 1 scorepunt) 2 het aangeven van het gevolg: vraag naar hogeropgeleide

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

De relatie tussen ideologie en vooroordelen vanuit een minderheidsperspectief

De relatie tussen ideologie en vooroordelen vanuit een minderheidsperspectief RUNNING HEAD: IDEOLOGIE EN VOOROORDELEN BIJ MINDERHEDEN Academiejaar 2015-2016 Tweedesemesterexamenperiode De relatie tussen ideologie en vooroordelen vanuit een minderheidsperspectief Masterproef II neergelegd

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 167 1 Introductie Zogeheten transnationale gezinnen, gezinnen waarvan de leden in verschillende landen woonachtig zijn, zijn het onderwerp van deze studie.

Nadere informatie

Samenvatting. Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties

Samenvatting. Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties Samenvatting Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties In dit proefschrift stel ik dat fouten een bedreiging van de sociale identiteit kunnen

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

Samenvatting. Motiveren van oudere werknemers: Een levensloopperspectief op de rol van waargenomen personeelsinstrumenten

Samenvatting. Motiveren van oudere werknemers: Een levensloopperspectief op de rol van waargenomen personeelsinstrumenten Samenvatting Motiveren van oudere werknemers: Een levensloopperspectief op de rol van waargenomen personeelsinstrumenten 1 Introductie De beroepsbevolking in westerse landen vergrijst. Door het stijgen

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools Hoe kan de leerkracht het leerproces van leerlingen tijdens een coöperatief leren (CL) curriculum op multiculturele basisscholen optimaliseren? Moet de leerkracht de leerlingen zoveel mogelijk aansturen

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

De lange weg naar kansengelijkheid

De lange weg naar kansengelijkheid De lange weg naar kansengelijkheid Jef C. Verhoeven Samenleving Samenleving 1 Verhalen en hun functies China Parijs -Laten de realiteit zien achter de veralgemeningen -Tonen nieuwe variabelen -Globalisering

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2018 tijdvak 1 vrijdag 25 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten te

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Images of Older Workers. Content, Causes, and Consequences. A.C. Kroon

Images of Older Workers. Content, Causes, and Consequences. A.C. Kroon Images of Older Workers. Content, Causes, and Consequences. A.C. Kroon IMAGES OF OLDER WORKERS: CONTENT, CAUSES, AND CONSEQUENCES. Anne C. Kroon SAMENVATTING Oudere werknemers worden regelmatig geconfronteerd

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

De kunst bevlogen te blijven

De kunst bevlogen te blijven De kunst bevlogen te blijven De rol van persoonlijke hulpbronnen in het welbevinden van jonge veterinaire professionals Nederlandstalige samenvatting Het psychisch welzijn van dierenartsen en andere zorgprofessionals

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden?

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Met als doel de

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift bestudeert het gebruik van handelskrediet in de rijstmarkten van Tanzania. 18 We richten ons daarbij op drie aspecten. Ten eerste richten we ons op het

Nadere informatie

Verbinden vanuit diversiteit

Verbinden vanuit diversiteit Verbinden vanuit diversiteit Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit Studievoormiddag 6 juni 2014 Het verhaal van Ahmed Een zoektocht met vele partners Partners De

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie