Het Effect Van Positief En Negatief Intergroepcontact Op Collectieve Actie En Status-quo Actie Bij Leden Van Meerderheidsgroepen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Effect Van Positief En Negatief Intergroepcontact Op Collectieve Actie En Status-quo Actie Bij Leden Van Meerderheidsgroepen"

Transcriptie

1 Academiejaar Tweede semesterexamenperiode Het Effect Van Positief En Negatief Intergroepcontact Op Collectieve Actie En Status-quo Actie Bij Leden Van Meerderheidsgroepen Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Promotor: Dr. Emma Onraet Shauni Demeyer

2 Dankwoord Ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om een aantal mensen te bedanken die een belangrijke rol in deze masterproef hebben gespeeld. In de eerste plaats wil ik mijn promotor Dr. Emma Onraet bedanken voor haar advies en feedback gedurende dit proces. Bij problemen kon ik altijd bij haar terecht. Haar kennis, snelle antwoorden, oplossingen en hulp bij de data-analyse zijn een enorme meerwaarde voor mij geweest. Ik wil zeker ook mijn participanten bedanken voor hun tijd, moeite en grondigheid waarmee ze de vragenlijst hebben ingevuld. Zonder hen was deze studie niet mogelijk geweest. Tenslotte wil ik mijn vrienden en familie bedanken voor hun steun gedurende dit proces. Mijn ouders wil ik bedanken voor de mogelijkheden die zij mij gaven om te kunnen studeren. Een speciale bedanking aan mijn zus, die bereid was om mijn masterproef te herlezen.

3 Abstract In deze cross-sectionele vragenlijststudie werden zowel situationele als persoonsgebonden variabelen onderzocht in relatie tot het ondernemen van collectieve actie bij leden van de meerderheidsgroep (N=206). Enerzijds werd er in dit onderzoek nagegaan of intergroepcontact hoofdeffecten heeft op collectieve actie. Anderzijds werd nagegaan wat de modererende rol is van de persoonsgebonden variabelen Rechts Autoritarisme (RA) en Behoefte aan Cognitieve Afsluiting (BCA) in de relatie tussen intergroepcontact en collectieve actie. In deze studie komen zowel de effecten op de solidariteit-gebaseerde collectieve actie als op de status-quo actie aan bod. Deze laatste is een nieuw concept die in deze studie geïntroduceerd werd. Uit de resultaten bleek dat zowel positief als negatief intergroepcontact sterk geassocieerd is met het ondernemen van collectieve actie. Positief intergroepcontact is geassocieerd met meer solidariteit-gebaseerde collectieve actie, terwijl negatief intergroepcontact geassocieerd is met minder solidariteit-gebaseerde collectieve actie. We zagen ook dat negatief contact geassocieerd is met meer status-quo actie. Bij de interactie-effecten kon enkel de interactie van negatief contact met RA op de status-quo actie op sterkte evidentie steunen. Hierbij werd duidelijk dat bij hoge RA scoorders de relatie tussen negatief intergroepcontact en status-quo actie sterker was dan bij lage RA scoorders. De overige interactie-effecten met RA en BCA zijn niet significant gebleken. In de discussie worden de resultaten besproken in het licht van de onderzoeksliteratuur, worden enkele hypotheses over de onderliggende mechanismen naar voor geschoven en worden zowel de sterktes en zwaktes als het belang van dit onderzoek besproken.

4 Inhoud Inleiding..1 Contact-effecten Op Racisme... 2 Wat is racisme?... 2 Het effect van contact op racisme De effecten van positief en negatief contact Interactie-effecten met behoefte aan cognitieve afsluiting en rechts autoritarisme De effecten van contact op meerderheidsgroepen en minderheidsgroepen Contact-effecten Op Collectieve Actie... 9 Wat is collectieve actie?... 9 Het effect van contact op collectieve actie Huidige Studie Tekortkomingen in onderzoek aanpakken Hypotheses Methode Opzet En Steekproef Procedure En Materiaal Intergroepcontact (positief en negatief) Rechts autoritarisme (RA) Behoefte aan cognitieve afsluiting (BCA) Solidariteit-gebaseerde collectieve actie Status-quo actie Resultaten Analyse Van de Hoofd- En Moderatoreffecten Invloed van positief intergroepcontact op collectieve actie... 26

5 Invloed van negatief intergroepcontact op collectieve actie Bespreking En Conclusie Bespreking Onderzoeksresultaten Hoofdeffecten van intergroepcontact op collectieve actie Interactie-effecten met RA en BCA op collectieve actie Sterktes En Beperkingen Relevantie Van het Onderzoek Conclusie Referenties Bijlagen... 45

6

7 De vluchtelingencrisis en bijhorende problematieken valt niet meer uit de actualiteit weg te denken. Niet iedereen groeit namelijk op in een veilige omgeving. Sommige moeten zelfs vluchten voor hun leven. Net om deze ongelijkheid tussen groepen te verminderen is het belangrijk dat er solidariteit ontstaat. We zien hoe momenteel een deel van de Belgen de handen uit de mouwen steekt om de vluchtelingen te helpen hier een nieuw leven op te bouwen. In deze studie zullen we dan ook onderzoeken wat de bepalende factoren zijn die belangrijk zijn in het ondernemen van zo n solidaire collectieve acties. Hierbij zullen we de effecten van intergroepcontact op het ondernemen van collectieve actie onderzoeken. We zullen deze studie aanvatten met de literatuur omtrent racisme aangezien deze veel uitgebreider is en veel gelijkenissen vertoont met de literatuur rond collectieve actie. Er zal eerst gekeken worden naar de effecten van contact op racisme en van daaruit verder naar de effecten op collectieve actie. Collectieve actie is actie ondernomen om de bestaande status-quo te veranderen. Het ondernemen van collectieve actie kan zowel door de minderheidsgroep (in deze studie, allochtonen) als de meerderheidsgroep (in deze studie, autochtonen). In deze studie zal echter enkel het perspectief van de meerderheidsgroep in dit onderzoek aan bod komen. Er zullen twee vormen van collectieve actie aan bod komen: de op solidariteit-gebaseerde collectieve actie en de status-quo actie. In dit onderzoek zullen zowel de effecten van positief en negatief contact op collectieve actie onderzocht worden aangezien dit twee kwalitatief verschillende vormen van contact zijn die andere acties tot gevolg hebben. Er zal ook grote aandacht worden geschonken aan de interactie met twee persoonsgebonden factoren, namelijk Behoefte aan Cognitieve Afsluiting (BCA) en Rechts Autoritarisme (RA). Met deze studie willen we onderzoeken of deze psychologische concepten een invloed hebben op de relatie tussen contact en collectieve actie. Met andere woorden, zullen we nagaan als deze concepten moderatoren zijn in deze relatie. Er zal gaandeweg duidelijk worden dat er heel wat tekortkomingen zijn in de huidige literatuur. In het laatste deel van de inleiding zal er dan ook ingegaan worden op hoe deze tekortkomingen aangepakt zullen worden en welke hypothesen er vooropgesteld worden in deze studie. 1

8 Contact-effecten Op Racisme Wat is racisme? Er heersen heel wat vooroordelen in de wereld. Dit is het hebben van negatieve gevoelens of gedachten tegenover andere personen, enkel gebaseerd op hun lidmaatschap van bepaalde sociale groepen (Brehm, Kassin, Fein, & Mervielde, 2000). Deze sociale groepen kunnen heel uiteenlopend zijn. Seksisme bijvoorbeeld, is het hebben van vooroordelen op basis van geslacht. Racisme is misschien wel het bekendste voorbeeld van vooroordelen. Dit is het hebben van vooroordelen ten opzichte van mensen en groepen op basis van huidskleur of etnische afkomst (Brehm, Kassin, Fein, & Mervielde, 2000). Als vooroordelen in de praktijk worden gebracht en in bepaald gedrag zal resulteren spreken we van discriminatie. Dit komt neer op een tegen bepaalde personen gericht gedrag wegens hun lidmaatschap aan een sociale groep (Brehm, Kassin, Fein, & Mervielde, 2000). Discriminatie kan gezien worden als favoritisme ten opzichte van de eigen ingroep en de afwezigheid van favoritisme voor de uitgroep. Laten we verder ingaan op racisme. In de actualiteit zien we voortdurend voorbeelden van hedendaags racisme. Amerika beleeft de laatste jaren ernstige raciale spanningen na politiegeweld waarvan zwarten voornamelijk het slachtoffer lijken. In april 2015 was er nog de zaak van de onfortuinlijke Walter L. Scott, een zwarte man die 8 keer in de rug werd geschoten. Dit terwijl het slachtoffer geen enkel wapen ter beschikking had of een bedreiging vormde voor de man in kwestie (De Standaard, 2015). Ook in België kunnen we niet ontkennen dat racisme een belangrijk maatschappelijk probleem is. Recent zorgde de uitspraak racisme is relatief van NVA-voorzitter Bart de Wever voor heel wat ophef bij de allochtone en autochtone gemeenschap in ons land (De Standaard, 2015). Er zijn veel verschillende vormen van racisme. Pettigrew en Meertens (1995) maken het onderscheid tussen grof, flagrant racisme en een meer subtiele vorm van racisme. De grove variant sluit aan bij het traditionele concept van racisme en kenmerkt zich door een gevoel van superioriteit van het eigen ras en de duidelijke segregatie van rassen. De subtiele vorm, het moderne racisme, is minder direct aanwezig en meer sociaal aanvaardbaar. Dit soort van racisme is een vorm van vooroordeel die zich minder manifesteert als het veilig, sociaal aanvaardbaar of makkelijk te rationaliseren is (Van Hiel & Mervielde, 2005). Deze 2

9 schijnbaar onbevooroordeelde vormen van racisme kunnen opgedeeld worden in 3 vormen: beschermen van traditie, overdrijven van culturele verschillen tussen beide groepen en het ontkennen van positieve emoties ten opzichte van de uitgroep. De flagrante, open vormen van racisme zijn in de loop van de jaren verminderd, maar hebben plaats gemaakt voor de meer bedekte, subtiele vormen van racisme. De openlijke symptomen van racisme zijn dus minder zichtbaar geworden (Van Hiel & Mervielde, 2005; Dovidio & Gaertner, 1997; McConahay, 1986). Het effect van contact op racisme. Er kan niet ontkend worden dat racisme een groot probleem is in onze samenleving. Een belangrijke vraag in deze context is dan ook of het mogelijk is om racisme te verminderen en op welke manier dit dan precies in zijn werk gaat. Met betrekking tot deze vraag is de contacthypothese van Allport (1954) van groot belang. In 1954 schreef Gordon Allport het boek The Nature of Prejudice met betrekking tot vooroordelen en het reduceren ervan. Hierin stelde hij dat het direct contact tussen sociale groepen stereotypering, vooroordelen en discriminatie zullen verminderen. Dit direct contact tussen groepen moet wel onder bepaalde voorwaarden gesteld worden om effectief te zijn. De contacthypothese specifieert vier noodzakelijke voorwaarden: gelijke status, persoonlijke interactie tussen de groepen, coöperatieve activiteiten en interactie ondersteund door autoriteit, wet of sociale normen die de groepsinteractie stimuleren. Allport stelt dat als leden van verschillende groepen positief contact met elkaar hebben, en dan vooral wanneer er aan de ideale condities voldaan is, ze betere relaties met elkaar zullen hebben. Intergroepcontact heeft dit effect vooral doordat het de negatieve reacties ten opzichte van anderen (bijvoorbeeld intergroepangst) vermindert en de positieve attitudes (bijvoorbeeld empathie) doet toenemen (Pettigrew & Tropp, 2008). Vooral een verminderde intergroepangst is zeer effectief gebleken als een mediator in de relatie tussen positief intergroepcontact en het reduceren van vooroordelen. Recentere evidentie voor de contacthypothese van Allport (1954) vinden we in de metaanalyse van Pettigrew en Tropp (2006). Zij toonden aan dat intergroepcontact geassocieerd is met een reductie in vooroordelen, en dit over een brede range van groepen en in 3

10 verschillende contexten. Deze meta-analyse toonde echter aan dat Allport s condities niet essentieel of noodzakelijk zijn om de positieve uitkomsten bij contact te bereiken. Contact onder optimale omstandigheden (vier hoofdfactoren) is wel geassocieerd met grotere reducties in vooroordelen dan contact onder suboptimale condities (Pettigrew & Tropp, 2006). De optimale condities die Allport aangaf zijn dus eerder samenhangende, faciliterende condities die zorgen voor een toename in het positieve effect van intergroepcontact. Er is evidentie dat intergroepcontact vooral leidt tot vermindering in racisme bij individuen die in het verleden weinig contact hadden met uitgroepen (Amir & Garti, 1977). Bovendien zijn de effecten het sterkste bij de meest bevooroordeelde personen die het minst in contact komen met uitgroepen (Allport, 1954). Daardoor zullen deze personen de grootste invloed van intergroepcontact ondervinden. Groepen hebben door contact namelijk een meer gemeenschappelijk groepsgevoel en hun attitudes zullen naar een betere afstemming tussen de twee groepen evolueren. Er is gebleken dat niet enkel direct contact een effect heeft op een individu zijn attitudes en overtuigingen, maar dat ook indirect contact de relaties tussen sociale groepen kan doen verbeteren (Dovidio, Eller, & Hewstone, 2011). Weten dat een groepslid van de ingroep een goede relatie heeft met een lid van de uitgroep kan al leiden tot meer positieve attitudes ten opzichte van de uitgroep. Dit noemen we extended contact (Wright, Aron, McLaughlin-Volpe, & Ropp, 1997). Ook het mentaal voorstellen van een positieve ervaring met een lid van de uitgroep kan de positieve intergroepattitudes doen toenemen. Dit is een simpele maar effectieve strategie die we imagined contact noemen (Crisp & Turner, 2009). De effecten van positief en negatief contact. Met betrekking tot intergroepcontact is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de twee vormen van contact, namelijk positief en negatief. Het onderzoek omtrent intergroepcontact heeft zich vooral op de effecten van positief contact gefocust. De vele studies (o.a Allport, 1954; Pettigrew & Tropp, 2006) tonen aan dat positief contact tussen meerderheids-en minderheidsgroepen zorgt voor minder vooroordelen en racisme. 4

11 Daarbovenop is het natuurlijk ook belangrijk te weten wat de effecten zijn van negatief contact tussen groepen. Er is aangetoond dat personen die een negatieve ervaring met iemand van de uitgroep hebben gehad meer kans zullen hebben om over die andere persoon te denken in termen van zijn lidmaatschap aan de uitgroep (Paolini, Harwood, & Rubin, 2010). Dit verklaart waarom intergroepconflict blijft voortduren. Dit is de negatieve contact hypothese. In recenter onderzoek hebben Barlow et al. (2012) de contacthypothese met een belangrijk voorbehoud uitgebreid. Zij hebben aangetoond dat negatief contact tussen meerderheidsen minderheidsgroepen sterker de vooroordelen doet stijgen dan dat positief contact deze kan doen dalen. De associatie tussen kwantiteit van contact en vooroordelen wordt dus gemodereerd door de valentie van het contact. Zowel de kwantiteit van positief als van negatief contact voorspelt racisme en vermijding, maar negatief contact is een sterkere en consistentere predictor van racisme dan positief contact. De relatie tussen kwantiteit en vooroordelen zal sterker zijn als het contact negatief is dan positief. Dit is de positiefnegatieve contact asymmetrie. Verder is er ook vastgesteld dat hoewel negatief intergroepcontact de sterkere predictor is van racisme, ze minder vaak voorkomt dan positief contact in realiteit (Graf, Paolini, & Rubin, 2014). Paolini et al. (2014) toonden verder ook aan dat de geschiedenis van een persoon een moderator is. Individuen die positieve ervaringen gehad hebben met leden van de uitgroep zullen een kleinere discrepantie tonen tussen de effecten van positief en negatief contact. Dus niet enkel het contact op zich, maar ook de geschiedenis van voorgaand contact speelt een rol. Interactie-effecten met behoefte aan cognitieve afsluiting en rechts autoritarisme. In onderzoek omtrent de effecten van contact op racisme moeten we ook aandacht schenken aan de mogelijke moderatoren in deze relatie. We kunnen ons namelijk de vraag stellen of de sterkte van de relatie tussen contact en racisme beïnvloed wordt door een derde variabele. In dit deel zullen we twee belangrijke moderatoren bespreken die een invloed hebben op deze relatie. 5

12 Behoefte aan cognitieve afsluiting (BCA). Het concept Behoefte aan Cognitieve Afsluiting (Nederlandse vertaling van Need For Closure), ontworpen door Kruglanski (1989; Kruglanski & Webster, 1996), kunnen we zien als een hedendaagse vertaling van de motivationele cognitieve stijl die mensen hanteren. Wie hoog scoort op dit psychologisch concept prefereert orde en structuur in zijn leven. Ze wensen dat alles voorspelbaar verloopt en ze vertonen dan ook de wens om in elke situatie stabiele en zekere kennis over zaken te hebben die niet beïnvloed wordt door bepaalde omstandigheden of uitzonderingen op de regel. Ze hebben een nood aan bewijskracht, zonder daarvoor eerst veel meningen en opvattingen in acht te nemen. Het komt er dus eigenlijk op neer dat ze graag zo snel mogelijk hun mening vormen, en zich door niet veel alternatieve opinies en evidentie laten tegenhouden. Ze zijn gesloten van geest aangezien ze er niet in slagen om alle kanten van een probleem of situatie te zien. Dit zien we terug in hun onwil om hun huidige kennis en opinie te toetsen op hun waarheid en deze in vraag te stellen. Ze hebben ook een verlangen voor antwoorden die vast staan en staan dan ook aversief ten opzichte van ambiguïteit. Ze voelen zich zekerder als ze in een situatie verkeren waarin ze de antwoorden weten of in familiaire situaties. Hoewel de BCA tijdelijk verhoogd kan zijn door situationele factoren zoals stress en druk, moeten we dit toch vooral als een individuele eigenschap van iemand zien (Kruglanski & Webster, 1996). Een aantal recente studies hebben aangetoond dat het concept Behoefte aan Cognitieve Afsluiting (BCA) sterk gerelateerd is aan vele vormen van racisme, zowel subtiele als onverbloemde en hedendaagse vormen van racisme (o.a., Onraet, Van Hiel, Roets, & Cornelis, 2011; Roets & Van Hiel, 2006, 2011; Van Hiel, Pandelaere, & Duriez, 2004). De relatie met BCA is ook aangetoond voor meer impliciete vormen van racisme (Cunningham, Nezlek, & Banaji, 2004). Daarnaast is er ook aangetoond dat de relatie tussen intergroepcontact en racisme sterker is bij mensen die hoog scoren op BCA. Intergroep contact is dus meer geassocieerd met de reductie van vooroordelen bij mensen die hoog scoren op BCA in vergelijking met deze die laag scoren op BCA. Met andere woorden, deze BCA is een moderator in de relatie tussen contact en racisme. Voor mensen die hoog scoren op BCA is positief intergroepcontact sterk gerelateerd aan lagere niveaus van subtiel, open racisme en minder negatieve uitgroep attitudes. Voor laag scoorders op BCA waren deze effecten minder 6

13 uitgesproken. Aangezien intergroepcontact zorgt voor minder gevoelens van onzekerheid en angst in ambigue, onbekende of onvoorspelbare situaties, is het logisch dat hoog scoorders op BCA het meeste baat zullen hebben bij positief contact (Dhont, Roets, & Van Hiel, 2011). Het moderator effect dat BCA heeft op de relatie tussen intergroepcontact en vooroordelen wordt gemedieerd door intergroepangst (Dhont, Roets & Van Hiel, 2011). Intergroepangst is het gevoel van angst en onzekerheid die ervaren worden in interactie met de uitgroep (Stephan & Stephan, 1985). Bij personen hoog op BCA kan er zelfs een acute stressrespons optreden bij taaksituaties waarin onzekerheid en ambiguïteit wordt geïnduceerd (Roets & Van Hiel, 2008). Ook een confrontatie met leden van de uitgroep leidt tot psychofysiologische distress bij personen hoog in BCA, aangezien de onbekendheid van de uitgroep hen onzeker maakt (Roets & Van Hiel, 2008). Deze stressreacties nemen af in intensiteit door een positieve contactsituatie waarbij men de ander beter leert kennen en dus beter kan inschatten. Rechts autoritarisme (RA). Rechts Autoritarisme (Nederlandse vertaling van Right-Wing Authoritarianism) werd voor het eerst geformuleerd door Altemeyer (1981). Dit was gebaseerd op de autoritaire persoonlijkheid, zoals gedefinieerd door Adorno, Frenkel-Brunswik, Levinson en Sanford (1950). Dit werd voornamelijk onderzocht met betrekking tot het Nazisme in de jaren 30 en de misdaden tegen de menselijkheid. Rechts Autoritarisme (RA) verwijst naar een vast patroon van ideologische overtuigingen en sociale attitudes (Duckitt, 2001) en kunnen we zien als de combinatie van drie clusters: (1) een conditieloze onderwerping aan autoriteit (autoritaire onderwerping), (2) het strikt volgen van gangbare normen (conventionaliteit) en (3) een neiging tot agressie ten opzichte van normovertreders (autoritaire agressie). De RA-schaal van Altemeyer is de meest frequent gebruikte schaal om dit construct te meten. Verschillende studies hebben al aangetoond dat RA een belangrijke voorspeller is voor raciale vooroordelen. Deze discriminatie is vooral gebaseerd op de perceptie dat leden van de uitgroepen bedreigend zijn voor de ingroep (o.a Altemeyer, 1998; Van Hiel & Mervielde, 2002, 2005). 7

14 In de studie van Dhont en Van Hiel (2009) werd duidelijk dat hoge scoorders op RA minder contact in het algemeen en positief contact hebben en meer negatief contact hebben met leden van de uitgroep. Verschillende onderzoekers (o.a, Hodson, 2008; Dhont & Van Hiel, 2009) hebben echter aangetoond dat net voor de individuen die hoog scoren op RA, positief intergroepcontact het grootste effect heeft op de reductie van vooroordelen. Intergroepcontact was dus sterker gerelateerd aan verminderd racisme onder de hoog scoorders op RA in vergelijking met laag scoorders. Verder onderzoek toonde aan dat de effecten van zowel positief als negatief intergroepcontact meer uitgesproken zijn bij diegene die hoog scoorden op RA. Met andere woorden, de sterkste effecten van positief contact op verminderd racisme worden teruggevonden bij hoog scoorders op RA. Bij diezelfde groep zien we dan ook wel de sterkste stijging in vooroordelen bij negatief contact. Hoog scoorders op RA die veel negatief intergroepcontact ervaren vertonen dus de hoogste niveaus van vooroordelen. Deze data suggereert dat negatief contact dus nog steeds de grootste impact heeft op racisme. Mits positief intergroepcontact kunnen diegene hoog op RA wel een sterke daling kunnen hebben in vooroordelen. In andere onderzoeken worden verklaringen gezocht voor de modererende rol van RA in de relatie van intergroepcontact met vooroordelen. (o.a. Duckitt, 2001,2006; Van Hiel & Kossowska, 2006). Duckitt (2001, 2006) kwam tot de vaststelling dat bij hoog autoritaire personen de vooroordelen vooral tot stand komen doordat zij angst hadden voor de uitgroep en deze als bedreigend ervaren. Van Hiel en Kossowska (2006) brachten dan weer empirische evidentie voor het feit dat RA niet enkel gerelateerd is aan negatieve gevoelens, zoals bedreiging en angst, maar ook aan een gebrek aan positieve gevoelens. Hoewel dit onderzoek in tegenstrijd lijkt met die van Duckitt kunnen beide resultaten onafhankelijk van elkaar bestaan en sluiten ze elkaar niet uit. De effecten van contact op meerderheidsgroepen en minderheidsgroepen. In het onderzoek betreffende de effecten van intergroepcontact op vooroordelen kunnen we twee groepen onderscheiden: de meerderheidsgroep en de minderheidsgroep. Hierbij is vooral het perspectief van de meerderheidsgroep al onderzocht geweest. Met andere woorden, wat het effect is van contact tussen leden van minderheids- en meerderheidsgroepen op de vooroordelen van leden van de meerderheidsgroep ten 8

15 opzichte van de minderheidsgroep. De effecten die contact hebben op de leden van minderheidsgroepen komen veel minder aan bod. Toch zijn er een aantal studies geweest die het perspectief van de minderheidsgroepen in acht namen. De studie van Tropp en Pettigrew (2005) was daar één van. Zij toonden aan dat bij minderheidsgroepen de relatie tussen intergroepcontact en vooroordelen zwakker is dan bij de leden van meerderheidsgroepen. Bovendien zorgen de optimale contactcondities van Allport (1954) voor sterkere relaties tussen intergroepcontact en vooroordelen bij leden van meerderheidsgroepen, maar niet bij minderheidsgroepen. Contact-effecten Op Collectieve Actie Wat is collectieve actie? Het zal zelden voorkomen dat alle sociale groepen in een bepaald gebied een gelijke status hebben. De meerderheidsgroep zit meestal op een meer bevoorrechte positie dan de minderheidsgroep. Tussen deze groepen zie je dan duidelijk de confrontatie en conflict omwille van de competitie omtrent goederen en de ongelijke verdeling in macht. Aangezien er bij deze twee groepen andere motieven aan de basis liggen voor hun acties zullen we ook bij de collectieve actie een onderscheid maken tussen de minderheidsgroep en de meerderheidsgroep. Collectieve actie bij leden van de minderheidsgroep. De leden van minderheidsgroepen kunnen de onrechtvaardigheid erkennen en er tegen in gaan zodat ze op een gelijke manier hun burgerrechten kunnen uitoefenen. Wanneer zij dat doen, ontstaat een collectieve actie. Hierbij staat het verbeteren van de groepscondities en de sociale positie van de benadeelde groepen centraal. De minderheidsgroep kan zich tegen de ongelijke verdeling van goederen en macht verzetten door onder andere evenementen te boycotten, petities te laten ondertekenen en demonstraties te geven (Klandermans, 1997). Deze vormen van actie worden aan de hand van samenwerking ondernomen om de statusquo (de bestaande toestand) die er heerst te veranderen. Collectieve actie zien we dus meestal vanuit het standpunt van de minderheidsgroepen. 9

16 In de actualiteit zijn er veel voorbeelden van collectieve actie. Als we het voorbeeld van Walter L. Scott hernemen, zagen we dat als reactie op zijn moord honderden mensen in Amerika op straat kwamen uit protest. Deze mensen demonstreerden tegen het recente politiegeweld tegen zwarten, en het onrecht dat hen wordt aangedaan. Ze protesteerden hierbij voor gelijke rechten voor zwarten (De Standaard, 2015). Wright, Taylor en Moghaddam (1990) hebben 3 duidelijke distincties voorgesteld met betrekking tot het ondernemen van actie: de eerste tussen actie en inactie, het tweede onderscheid tussen actie om je eigen persoonlijke condities te verbeteren (individuele actie) en actie om de condities van de ingroep te verbeteren (collectieve actie). Het derde onderscheid is tussen normatieve actie die binnen de sociale regels valt (zoals petities, demonstraties ) of non-normatieve actie die de geldende sociale regels overtreedt (zoals illegaal protest of burgerlijke ongehoorzaamheid). Collectieve actie bij leden van de meerderheidsgroep. Zoals reeds aangehaald, komt collectieve actie meestal vanuit de minderheidsgroep die hun eigen sociale positie willen verbeteren. De meerderheidsgroepen kunnen echter ook participeren in collectieve actie ten voordele van groepen waartoe zij zelf niet behoren. In de geschiedenis zien we hier veel voorbeelden van: Blanken die mee vochten voor de burgerrechten van Zwarten, mannen die mee vechten tegen seksisme ten opzichte van vrouwen, heteroseksuelen die participeren in actie voor de rechten van homoseksuelen (Arsenault, 2006; Miceli, 2005). Leden van meerderheidsgroepen kunnen dus uit solidariteit met de minderheidsgroep actie ondernemen om de positie van de minderheidsgroepen te verbeteren en zo meer gelijkheid te brengen. Dit noemen we dan op solidariteit-gebaseerde collectieve actie (Mallet, Huntsinger, Sinclair, & Swim, 2008). Het ondernemen van op solidariteit-gebaseerde collectieve actie is niet vanzelfsprekend aangezien het veel tijd en energie vergt, terwijl je er weinig persoonlijke winst voor terug krijgt. Perspectiefinname van een lid van de uitgroep doet de positieve evaluaties van dat lid en van de uitgroep in het algemeen toenemen (Batson et al., 1997). Perspectiefinname is dan ook een hoofdfactor om anderen te helpen (Batson, 1998; Underwood & Moore, 1982). Het perspectief innemen van de uitgroep is zowel positief geassocieerd met de wil om op solidariteit gebaseerde collectieve actie te ondernemen als met het uiteindelijk ondernemen 10

17 ervan ten voordele van die uitgroep (Mallet, Huntsinger, Sinclair, & Swim, 2008). Deze associatie wordt partieel gemedieerd door groepgebaseerde schuld. Indien er uitgroepperspectiefinname is, zal dit leiden tot het ondernemen van collectieve actie in hun voordeel, omwille van schuldgevoel ten opzichte van hen. Als de leden van de meerderheidsgoep zichzelf zien als verantwoordelijk voor de slechte behandeling van de minderheidsgroep, zullen zij pogingen ondernemen om de schade aan de intergroeprelaties ongedaan te maken. (Doosje, Branscombe, Spears, & Manstead, 1998: Swim & Miller, 1999). De graad van identificatie met de ingroep is bij het hebben van een schuldgevoel ook van belang. Als de identificatie met de ingroep groot is, zal iemand meer weerstand vertonen tegen de dreigingen ten opzichte van het positieve beeld van de ingroep (Doosje, Branscombe, Spears, & Manstead, 1998). Die mensen zullen dan vanzelfsprekend ook minder groepgebaseerde schuld hebben. Als je jezelf minder identificeert met de ingroep, zal je ook meer jezelf lid voelen van een grote gemeenschappelijke groep. Vanzelfsprekend zal je dan gemotiveerd zijn om voor de hele groep het beste voor te hebben, zowel voor de ingroep als de uitgroep. We kunnen bij de meerderheidsheidsgroep ook een tegengestelde actie opmerken. Deze mensen hebben er namelijk alle baat bij om de huidige toestand (de status quo) te behouden aangezien die voor hen gunstig is. Deze actie noemen we status-quo actie. Dit is een nieuw concept in de literatuur die met betrekking tot deze studie is geïntroduceerd. Status-quo actie is een actie dat actief verandering tegengaat, bedoeld om de status-quo te behouden. Dit kan onder de vorm van petities en protestacties om de rechten en de invloed van de minderheidsgroepen zo miniem mogelijk te houden, het ondersteunen van politieke partijen die een harde aanpak van de allochtonen voor ogen hebben Het is dus een actie die ervoor zorgt dat de meerderheid nog steeds de meeste macht en het meeste te zeggen hebben. Na de aanslagen in Brussel zijn er enkele acties te zien die tegen de solidariteit-gebaseerde collectieve acties ingaan. Zo was er recent nog een protest van extreem rechts die toch wel wat geweld met zich meebracht (Het Laatste Nieuws, 2016). De anti-allochtonenstrijders nemen actief actie om de invloed van de allochtonen zo miniem mogelijk te houden (Het Laatste Nieuws, 2016). Zo zijn er ook enkele partijen zoals het Vlaams Blok en Pegida die 11

18 hard willen optreden (De Standaard, 2016). Zo willen ze de meerderheid ervan overtuigen dat minderheidsgroepen toelaten voor de meerderheidsgroep nadelige gevolgen kan hebben en dat de meerderheid actief de invloed van deze groepen moet tegengaan. Het perspectief aannemen van de uitgroep is dus positief geassocieerd met het ondernemen van collectieve actie. Heeft contact ook een invloed op het ondernemen van collectieve actie? Dit zullen we in het in het volgende deel bekijken. Nu we gezien hebben hoe zowel de minderheidsgroepen als de meerderheidsgroepen collectieve actie kunnen ondernemen zullen we ook eens kijken welke invloed intergroepcontact heeft op deze collectieve actie. Het effect van contact op collectieve actie. De effecten van contact op racisme zijn veelvuldig aangetoond, maar dit is veel minder het geval voor de effecten van contact op collectieve actie. Ook hier moeten we, net zoals bij de effecten op racisme, een duidelijk onderscheid maken tussen de effecten van contact op de minderheidsgroep en de meerderheidsgroep. Effecten op de minderheidsgroep. Dixon, Durrheim en Tredoux (2007) deden onderzoek naar de effecten van contact op collectieve actie. Deze onderzoekers vonden dat zwarten die positief contact hadden met blanken minder geneigd waren om een beleid te steunen die hun positie zou verbeteren en zo dus de bestaande ongelijkheid zelfs te vergroten op lange termijn. Positief contact met leden van de meerderheidsgroep zal dus net een afname in collectieve actie tot gevolg hebben. Positief contact zal ervoor zorgen dat leden van minderheidsgoepen meer vertrouwen hebben in de leden van meerderheidsgoepen en minder perceptie van raciale ongelijkheid ervaren. Dit gebeurt vooral door het maskeren van structurele factoren die zorgen voor de sociale ongelijkheid. Bijgevolg zullen ze minder intentie hebben om sociale acties te ondernemen om de ongelijkheid weg te werken (Dixon, Tropp, Durrheim, & Tredoux, 2010). Dit toont duidelijke de ironische effecten van contact aan bij de minderheidsgroepen. Deze paradoxale bevindingen deden natuurlijk veel vragen ontstaan, maar ook in andere studies in andere contexten en met verschillende sociale groepen werd deze bevinding gerepliceerd (Becker, Wright, Lubensky, & Zhou, 2013; Saguy, Tausch, Dovidio, & 12

19 Pratto, 2009). Hetzelfde patroon zien we naar voor komen in de studie van Tropp, Hawi, Van Laar en Levin (2011). Hier werd geconstateerd dat het hebben van een vriendschap met leden van de bevoorrechte groep, voor minder perceptie van discriminatie zal zorgen en bijgevolg tot minder collectieve actie zal leiden. De perceptie van discriminatie is namelijk een belangrijke factor in het ondernemen van collectieve actie (Birt & Dion, 1987; Dion, 2002; Wright & Tropp, 2002). Saguy, Tausch, Dovidio en Pratto (2009) stelden vast dat onder Israeli een intergroep vriendschap met Joden positief geassocieerd is met het beeld van de eerlijke Jood en negatief geassocieerd is met de perceptie van ongelijkheid in hun eigen rangen. Het hebben van positief intergroepcontact en vriendschappen ondermijnt dus de neiging tot het ondernemen van collectieve actie bij de minderheidsgroep. In de studie van Becker, Wright, Lubensky en Zhou (2013) wordt er een onderscheid gemaakt aan de hand van hoe de vriend van de meerderheidsgroep tegenover de ongelijkheid staat. Hierbij zagen ze dat indien de bevoordeelde vriend de heersende hiërarchie ziet als legitiem of ambigue is in zijn/haar percepties hierover, dit de collectieve actie bij de minderheidsleden zal ondermijnen. In contrast hiermee zagen ze dat als de vrienden van de bevoordeelde groep deze ongelijkheid zien als oneerlijk en illegitiem dit net wel een positief effect heeft op het ondernemen van collectieve acties. Hierbij zal het niveau van collectieve actie zelfs boven het niveau van de conditie zonder contact stijgen. Effecten op de meerderheidsgroep. Onderzoek naar effecten van intergroepcontact op het ondernemen van collectieve actie heeft zich vooral gefocust op minderheidsgroepen. In dit soort onderzoek werd er weinig aandacht geschonken aan de effecten van contact op collectieve actie bij de meerderheidsgroepen. Dit in tegenstelling tot het onderzoek over de effecten van contact op racisme waarbij er vooral aandacht werd geschonken aan de meerderheidsgroepen en minder aan de minderheidsgroepen. Er is duidelijk nood aan meer onderzoek omtrent de contact-effecten op collectieve actie bij de meerderheidsgroep. De enige uitzondering hierop is het onderzoek van Dixon, Durrheim en Tredoux (2007). Zij deden onderzoek naar het perspectief van de meerderheidsgroep en vonden dat blanken die positief contact hebben met zwarten meer positief en steunend staan ten opzichte van een beleid die zorgt voor sociale verandering zoals betere educatie en vaardighedentraining 13

20 voor zwarten. Zo n beleid zorgt ervoor dat er na een tijdje minder sociale ongelijkheid heerst. Contact met de minderheidsgroep kan de bevoordeelde groep immers meer bewust maken van de structureel oneerlijke situatie en hen zo motiveren om actie te ondernemen om deze ongelijkheden weg te werken (Pettigrew & Tropp, 2011). Positief contact met leden van de minderheidsgroep leidt dus tot een toename in de op solidariteit-gebaseerde collectieve actie. Huidige Studie Tekortkomingen in onderzoek aanpakken. Er zijn duidelijk een aantal tekortkomingen in huidig onderzoek betreffende de effecten van contact op collectieve actie. Met deze studie willen we dan ook de literatuur op drie belangrijke manieren verder aanvullen. Ten eerste heeft het huidige onderzoek zich vooral gefocust op de effecten bij de leden van minderheidsgroepen. De effecten onder de meerderheidsgroepen komen hier erg weinig aan bod (met als uitzondering de studie van Dixon, Durrheim & Tredoux (2007)) Zoals ik al vermeld heb bestaat er naast de klassieke collectieve actie waarbij de minderheidsleden hun positie in de maatschappij proberen te verbeteren ook een andere vorm van collectieve actie, namelijk de op solidariteit-gebaseerde collectieve actie. Leden van de meerderheidsgroep kunnen dus ook actie ondernemen ten voordele van de minderheidsgroep. Hierbij ondernemen de bevoorrechte leden collectieve actie om de positie van de minderheidsgroep te verbeteren en zo meer gelijkheid in de maatschappij te brengen (Mallet, Huntsinger, Sinclair, & Swim, 2008). Met deze studie willen we ons dan ook focussen op het perspectief van de meerderheidsgroepen. Ten tweede zien we dat in eerder onderzoek over de effecten van contact op collectieve actie vooral de effecten van positief intergroepcontact aan bod komt. De bevindingen toonden aan dat positief contact leidt tot minder collectieve actie bij de minderheidsgroepen en meer collectieve actie bij de meerderheidsgroepen. De effecten die negatief contact hebben zijn echter nog niet voldoende onderzocht en blijven onduidelijk. Dit in tegenstelling met de literatuur omtrent de relatie tussen contact en racisme waarbij 14

21 het effect van negatief contact op racisme wel al werd onderzocht. Daarbij werd duidelijk dat negatief contact een betere en consistentere voorspeller was van racisme dan positief contact (Barlow et al., 2012). Negatief contact doet dus sterker de vooroordelen en het racisme toenemen dan dat positief contact dit kan doen dalen. Het is interessant om te onderzoeken of dit ook geldt voor collectieve actie. Zou negatief contact ook een sterkere voorspeller zijn voor collectieve actie dan positief contact? Daarnaast is het enorm belangrijk de effecten van negatief contact te onderzoeken omwille van de mogelijke impact op de verschillende vormen van collectieve actie. Positief en negatief contact kunnen namelijk verschillende vormen van actie tot gevolg hebben. Er is aangetoond dat positieve predisposities betere voorspellers zijn van positieve attitudes, terwijl negatieve predisposities beter negatieve attitudes voorspellen (Pittinsky, Rosenthal, & Montoya, 2011). In deze studie willen we dan ook zowel de effecten van positief contact als de effecten van negatief contact op het ondernemen van collectieve actie onderzoeken. Door in de vragenlijst het effect van de twee soorten contact tegelijk te onderzoeken krijgen we een zicht op de onderliggende dynamieken. Zo kunnen we zien welke effecten negatief contact heeft op het ondernemen van solidariteit-gebaseerde collectieve actie en status-quo actie. Ten slotte zien we dat in het onderzoek naar de relatie tussen contact en collectieve actie voorlopig weinig aandacht is voor de interactie-effecten. Onderzoek omtrent collectieve actie heeft zich tot nu toe vooral gefocust over de invloed van contextuele factoren, en er is slechts weinig onderzoek naar de invloed van individuele verschillen geweest. Er is dus een duidelijke nood aan onderzoek betreffende de moderatoren in de relatie tussen contact en collectieve actie. Dit is een beperking aangezien mogelijke interactie-effecten ons meer informatie verschaffen over bij welke personen de relatie het sterkst of het zwakst is. In het onderzoek naar de effecten van contact op racisme zagen we wel duidelijk de interactieeffecten van BCA en RA in de relatie tussen intergroepcontact en racisme. Eerdere studies hebben al aangetoond dat intergroepcontact vooral effectief is om vooroordelen te reduceren bij personen die hoog scoren op BCA (Dhont & Van Hiel, 2009) en op RA (Onraet, Van Hiel, Roets, & Cornelis, 2011). Zouden deze twee moderatoren dan ook een invloed hebben op de relatie tussen intergroepcontact en het ondernemen van collectieve actie? In deze studie zullen we zowel de invloed van BCA als van RA op de relatie tussen intergroepcontact en het ondernemen van collectieve actie onderzoeken. Zo zullen we 15

22 kunnen vaststellen als en hoe deze twee concepten moderatoren zijn in de relatie tussen contact en collectieve actie. Hypotheses. Hypotheses omtrent het effect van positief contact. Volgens Allport (1954) en tal van andere onderzoekers leidt positief intergroepcontact tot een reductie in vooroordelen bij leden van meerderheidsgroepen. We verwachten dat de leden van de meerderheidsgroep meer actie zullen ondernemen om de positie van de minderheidsgroep te verbeteren indien er positief intergroepcontact aanwezig is tussen beide groepen (al eerder aangetoond bij Dixon, Durrheim & Tredoux, 2007.) Hypothese 1a: Er is een positief hoofdeffect van positief intergroepcontact op het ondernemen van de op solidariteit-gebaseerde collectieve actie bij leden van meerderheidsgroepen. Er zal meer solidariteit-gebaseerde collectieve actie ondernomen worden indien er positief intergroepcontact is. Uit de literatuur over contact en vooroordelen is gebleken dat de relatie tussen contact en vooroordelen/racisme het sterkst en meest uitgesproken is bij personen die hoog scoren op RA (Hodson, 2008; Dhont & Van Hiel, 2009). Verder is er ook duidelijke evidentie dat de relatie tussen contact en vooroordelen/racisme het sterkst is bij mensen die hoog scoren op BCA (Dhont, Roets, & Van Hiel, 2011). In lijn met vorig onderzoek, verwachten we in de huidige studie gelijkaardige effecten bij de relatie tussen contact en collectieve actie bij leden van meerderheidsgroepen. Hypothese 1b en 1c: Er is een interactie tussen positief intergroepcontact en RA op het ondernemen van de op solidariteit-gebaseerde collectieve actie. De relatie tussen positief contact en deze collectieve actie zal het sterkste zijn bij personen die hoog scoren op RA (hypothese 1b). Vergelijkbaar hiermee verwachten we een interactie te zien tussen positief intergroepcontact en BCA op de op solidariteit-gebaseerde collectieve actie. Deze relatie tussen contact en solidariteit-gebaseerde collectieve actie zal het meest uitgesproken zijn bij personen hoog in BCA (hypothese 1c). 16

23 Hypothesen omtrent het effect van negatief contact. In de onderzoeksliteratuur betreffende de effecten van contact op het ondernemen van collectieve actie bij leden van de meerderheidsgroep, is het effect van negatief intergroepcontact nog steeds onduidelijk. In de huidige studie zullen we dan ook de effecten van negatief contact onderzoeken. In de literatuur rond vooroordelen bleek reeds dat negatief intergroepcontact leidt tot een toename in vooroordelen en racisme, en dat deze relatie sterker is dan de omgekeerde relatie van positief contact (Barlow et al., 2012). We verwachten dat negatief intergroepcontact tussen de minderheids-en meerderheidsgroep zal leiden tot een afname in de op solidariteit-gebaseerde collectieve actie. Hypothese 2a: Er is een negatief hoofdeffect van negatief intergroepcontact op de op solidariteit-gebaseerde collectieve actie. Negatief contact is geassocieerd met minder solidariteit-gebaseerde collectieve actie. Hypothese 2b: Het effect van negatief intergroepcontact op de solidariteit-gebaseerde collectieve actie is groter dan het effect van positief intergroepcontact op solidariteitgebaseerde collectieve actie. Bovendien verwachten we dat negatief contact bij leden van meerderheidsgroepen een tegengestelde vorm van collectieve actie zal uitlokken, namelijk status-quo actie, waarbij er getracht wordt om de status-quo, en bijgevolg de huidige inferieure status van de minderheidsgroepen, te behouden. Bij het ervaren van negatief contact zal de meerderheidsgroep de macht in handen willen houden en de inferieure status van de minderheidsgroep alleen maar willen bevestigen. Hypothese 2c: Er is een positief hoofdeffect van negatief intergroepcontact op status-quo actie. Bij negatief contact zien we een toename in status-quo actie. Net zoals bij positief contact, zien we dat ook bij negatief contact de relatie tussen contact en vooroordelen/racisme het sterkste is bij personen die hoog scoren op RA (Hodson, 2008; Dhont & Van Hiel, 2009, 2011) en op BCA (Dhont, Roets, & Van Hiel, 2011). We verwachten dat deze moderatoren een gelijkaardige rol spelen in de relatie tussen negatief contact en collectieve actie bij de leden van meerderheidsgroepen. 17

24 Hypothese 2d en 2e: We verwachten een interactie-effect tussen negatief intergroepcontact en RA op zowel de op solidariteit-gebaseerde collectieve actie (hypothese 2d) als op de status-quo actie (hypothese 2e). De relatie tussen negatief contact en deze collectieve actie en status-quo actie zal het sterkst zijn bij mensen met een hoge RA. We verwachten ook een interactie-effect tussen negatief contact en BCA op zowel solidariteit-gebaseerde collectieve actie (hypothese 2f) als op status-quo actie (hypothese 2g). De relatie tussen negatief contact en solidariteit-gebaseerde collectieve actie en status-quo actie zal het sterkst zijn bij mensen met een hoge BCA. 18

25 Alle hypothesen worden schematisch voorgesteld in figuur 1. In mijn studie zal het volgende model gehanteerd worden om de vooropgestelde hypotheses te toetsen: Positief contact (+) Solidariteit-gebaseerde collectieve actie (-) Negatief contact (+) Status-quo actie Rechts Autoritarisme Behoefte aan Cognitieve Afsluiting Figuur 1. Het onderzoeksmodel betreffende de relaties tussen intergroepcontact en het ondernemen van collectieve actie bij leden van meerderheidsgroepen. 19

26 Methode Opzet En Steekproef Om een antwoord te vinden op onze onderzoeksvragen is een kwantitatief onderzoek het best bruikbaar. Deze studie gebruikt een cross-sectioneel design om de vooropgestelde hypotheses te onderzoeken. We hebben voor dit soort design gekozen omdat we alle concepten op hetzelfde moment wensen te onderzoeken. Om de relaties tussen intergroepcontact en het ondernemen van collectieve acties, zowel solidariteit-gebaseerde collectieve actie als status-quo actie, in kaart te brengen hebben we gebruik gemaakt van een online vragenlijst. Met deze vragenlijst willen we ook vaststellen als en hoe de moderatoren RA en BCA een rol spelen in deze relaties. De uiteindelijke steekproef bestaat uit 206 participanten. Deze bestaat uit 70 mannen (34%) en 136 vrouwen (66%). De leeftijd van de participanten varieert van 12 jaar tot en met 59 jaar, met een gemiddelde van jaar (SD=10.93). Alle deelnemers aan de studie hadden de nationaliteit Belg en waren van autochtone afkomst (leden van de meerderheidsgroep). Betreffende het niveau van opleiding werd een onderscheid gemaakt tussen 7 verschillende niveaus. 24 deelnemers (11.7%) hadden een master/licenciaat universitair diploma, 53 personen (25,7%) behaalden een bachelor/kandidatuur universitair diploma, 30 respondenten (14.6%) hadden een hoger niet-universitair diploma behaald, 91 mensen (44,2%) had een diploma hoger middelbaar (6 jaar middelbaar afgewerkt), 6 participanten (2,9%) volgden onderwijs tot in het lager middelbaar (eerste 3 jaar van het middelbaar). Niemand van de steekproef duidde aan dat hij/zij als hoogst behaalde diploma basisonderwijs had en 2 deelnemers (1,0%) hadden geen enkel diploma behaald. Procedure En Materiaal Hieronder zullen we de vragenlijst die afgenomen is in detail bespreken. De gemiddeldes en standaarddeviaties van de gebruikte schalen zijn te zien in tabel 1. De correlaties tussen de schalen zijn in tabel 2 te raadplegen. Alle schalen zijn voldoende betrouwbaar gebleken 20

27 met een sterke interne consistentie (Chronbach s alpha). In de bijlagen is de volledige vragenlijst te raadplegen. Al de participanten vulden de online vragenlijst in waarbij anonimiteit en confidentialiteit werden gegarandeerd. Deelname aan dit onderzoek was volledig vrijwillig. Deelnemers die onvolledige data opleverden zijn uit de data verwijderd. Enkel de participanten die de volledige vragenlijst hebben ingevuld werden behouden. Aangezien we ons in deze studie op het perspectief van de leden van de meerderheidsgroep richten, werd ook de data van participanten van allochtone afkomst verwijderd. Om een algemeen beeld te krijgen op onze steekproef, begonnen we deze vragenlijst met het bevragen van enkele demografische gegevens. Deze vragen gingen over leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, nationaliteit en afkomst. Daarna werden de vijf variabelen bevraagd. Hieronder worden de bevraagde schalen in volgorde beschreven. Intergroepcontact (positief en negatief). Deze schaal peilt zowel naar de kwantiteit als naar de kwaliteit van intergroepcontact. De participanten beantwoordden zowel voor positief als negatief contact telkens vier items (Dhont & Van Hiel, 2009). De vragen dienden beantwoord te worden op een vijf-punten Likertschaal (1= nooit; 5= heel veel). De vier vragen die peilden naar positief contact waren de volgende: Hoe vaak heb je vriendschappelijk contact met allochtonen? ; Hoe vaak heb je constructief contact met allochtonen? ; Hoe vaak had je reeds positieve ervaringen met allochtonen? en tot slot Hoe vaak heb je aangenaam contact met allochtonen?. De vier items met betrekking tot negatief contact waren: Hoe vaak heb je een conflict met allochtonen? ; Hoe vaak heb je onaangenaam contact met allochtonen? ; Hoe vaak had je reeds negatieve ervaringen met allochtonen? en Hoe vaak heb je vijandig contact met allochtonen?. Beide schalen proberen een kwantitatieve maat te zijn voor twee kwalitatieve verschillende vormen van intergroepcontact, namelijk positief en negatief. Beide schalen bleken een sterke interne consistentie te vertonen met allebei een Chronbach s α=

28 Rechts autoritarisme (RA). Deze vragenlijst meet de mate waarin mensen van mening zijn dat iedereen respect moet hebben voor de gevestigde waarden en dat degene die dat niet hebben daarvoor bestraft moeten worden. Als meting voor RA werd gebruik gemaakt van een verkorte schaal die uit elf items bestaat (Altemeyer, 1981; vertaald door Meloen, 1991). De participanten werden verzocht om aan te geven waar ze zichzelf situeerden betreffende de elf stellingen op een vijf-punten Likertschaal (1= helemaal niet akkoord; 5= helemaal akkoord). Enkele voorbeelditems zijn: Jonge mensen krijgen soms opstandige ideeën, maar als zij ouder worden, horen zij daar overheen te komen. ; In deze onrustige tijden moeten wetten zonder medelijden worden uitgevoerd, speciaal als we met oproerkraaiers en revolutionairen te maken hebben die actievoeren.. Het zevende item: Veel van onze omgangsregels over bescheidenheid en seksueel gedrag zijn enkel gewoonten die niet beter of heiliger zijn dan regels die andere mensen volgen. stond omgekeerd geformuleerd en moest dus gehercodeerd worden. Deze RA schaal bleek voldoende intern consistent (Chronbach s α=.82). Behoefte aan cognitieve afsluiting (BCA). Om de mate waarin een individu behoefte heeft aan cognitieve afsluiting te meten, hanteerden we een verkorte, vijftien-item versie van de Need For Closure Scale (Roets & Van Hiel, 2011). Bij alle items werd op een vijf-punten Likertschaal (1= helemaal niet akkoord; 5= helemaal akkoord) aangegeven in welke mate men zich kon vinden in de gegeven stelling. Enkele voorbeeldstellingen zijn: Ik houd niet van onzekere situaties. ; Ik erger me wanneer iemand het oneens is met wat alle andere leden van de groep vinden. ; Ik ben er op gebrand erg snel een oplossing te vinden, wanneer ik geconfronteerd word met een probleem.. Deze verkorte versie van de NFC schaal had een goed interne consistentie, met een Chronbach s α=.86. Solidariteit-gebaseerde collectieve actie. Deze schaalt peilt naar het ondernemen van actie die de status-quo wenst te doorbreken en meer gelijkheid probeert te bekomen. Om het ondernemen van de op solidariteit- 22

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Iedereen racist. Uitgangspunten. Uitgangspunten. Info boek:

Iedereen racist. Uitgangspunten. Uitgangspunten. Info boek: Iedereen racist Info boek: http://www.lannoo.be/iedereen-racist Het boek in de pers: http://www.iedereen-racist.be/ Uitgangspunten Hoe gedraagt de mens zich écht. En bovendien: wat beweegt hem, wat denkt

Nadere informatie

Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie?

Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? NOVEMBER 2016 DIALOOGBIJEENKOMSTEN KUNNEN VOOROORDELEN EN STEREOTYPERING VERMINDEREN De bestrijding van discriminatie staat in Nederland hoog op de agenda.

Nadere informatie

De relatie tussen ideologie en vooroordelen vanuit een minderheidsperspectief

De relatie tussen ideologie en vooroordelen vanuit een minderheidsperspectief RUNNING HEAD: IDEOLOGIE EN VOOROORDELEN BIJ MINDERHEDEN Academiejaar 2015-2016 Tweedesemesterexamenperiode De relatie tussen ideologie en vooroordelen vanuit een minderheidsperspectief Masterproef II neergelegd

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools Hoe kan de leerkracht het leerproces van leerlingen tijdens een coöperatief leren (CL) curriculum op multiculturele basisscholen optimaliseren? Moet de leerkracht de leerlingen zoveel mogelijk aansturen

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek KWANTITATIEF ONDERZOEK Outcome- en follow-up onderzoek 15-18 i.s.m. Prof. Dr. Reitske Meganck - UGent Van 1 april 15 tot 31 maart 17 werden patiënten bij hun opname in Rustenburg bevraagd of ze wilden

Nadere informatie

Maak de Match Wees vooroordelen de baas

Maak de Match Wees vooroordelen de baas Maak de Match Wees vooroordelen de baas Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn 1 Relatieve kans op werkloosheid na studie 3.5 3.0 2.5 2.0 1.5 1.0 0.5 0.0 MBO-BBL MBO-BOL HBO Westerse

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste Examenperiode Emotioneel Racisme: Worden de relaties tussen ideologische factoren en racisme gemedieerd door basisemoties?

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING. Dutch Summary

NEDERLANDSE SAMENVATTING. Dutch Summary NEDERLANDSE SAMENVATTING Dutch Summary Nederlandse Samenvatting WAAROM DIT ONDERZOEK? Type 2 diabetes is een vorm van suikerziekte die meestal geleidelijk ontstaat vanaf het 45 e levensjaar, sluimerend

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie De vraag die in dit proefschrift gesteld wordt is hoe mensen die lid zijn van een groep met een lage sociale status (b.v. vrouwen, allochtone Nederlanders) gemotiveerd kunnen worden tot het verbeteren

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

NT2-docent, man/vrouw met missie

NT2-docent, man/vrouw met missie NT2docent, man/vrouw met missie Resultaten van de bevraging bij NT2docenten Door Lies Houben, CTOmedewerker Brede evaluatie, differentiatie, behoeftegericht werken, De NT2docent wordt geconfronteerd met

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

De interpersoonlijke dynamieken van seksuele pijn Heeft de aanwezigheid van de partner een invloed op seksuele opwinding en vaginale druk?

De interpersoonlijke dynamieken van seksuele pijn Heeft de aanwezigheid van de partner een invloed op seksuele opwinding en vaginale druk? De interpersoonlijke dynamieken van seksuele pijn Heeft de aanwezigheid van de partner een invloed op seksuele opwinding en vaginale druk? Marieke Dewitte Genitale pijn Biopsychosociale conditie: meeste

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

BANG OM VREEMD TE GAAN? HET EFFECT VAN EEN INLEEFREIS NAAR MAROKKO OP RACISME EN INTERGROEP ANGST BIJ JONGEREN

BANG OM VREEMD TE GAAN? HET EFFECT VAN EEN INLEEFREIS NAAR MAROKKO OP RACISME EN INTERGROEP ANGST BIJ JONGEREN Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Eerste examenperiode BANG OM VREEMD TE GAAN? HET EFFECT VAN EEN INLEEFREIS NAAR MAROKKO OP RACISME EN INTERGROEP ANGST BIJ JONGEREN

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

Communicatie, discriminatie en conflict

Communicatie, discriminatie en conflict Communicatie, discriminatie en conflict 1 Inhoud Communicatie Het communicatieproces Misverstanden Categorisatie Ingroup/ outgroupdifferentiatie Stereotypen Discriminatie 2 Communicatie (6.2-6.4) Communicatie

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

LES 3: ZELFRAPPORTAGE VRAGENLIJSTEN

LES 3: ZELFRAPPORTAGE VRAGENLIJSTEN LES 3: ZELFRAPPORTAGE VRAGENLIJSTEN Leerdoelen Zelfrapportage technieken kunnen plaatsen op de dimensie van kwantitatief naar kwalitatief De unieke functie van zelfrapportage data kennen (wat kan zelfrapportage

Nadere informatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 175 176 Corruptie heeft enorme negatieve gevolgen voor mensen over de hele wereld het laat het nationaal vermogen slinken (Kaufmann et al., 2006), veroorzaakt achteruitgang

Nadere informatie

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten.

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Kan het anders? (Uit: Kompas) Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Behandelende onderwerpen het recht veilig in vrijheid te leven het recht op respect

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? 1 maximumscore 2 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk beargumenteerd met behulp van kernconcept sociale cohesie 1 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur.

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur. Samenvatting Introductie Het doel van dit proefschrift is om inzicht te krijgen in wat bijdraagt aan goed toegeruste zorgmedewerkers werkzaam in de verpleeghuiszorg voor mensen met dementie. Een sterke

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Seksuele gezondheid van holebi s

Seksuele gezondheid van holebi s Factsheet 2007-1 Seksuele gezondheid van holebi s Seksuele gezondheid in Nederland De Rutgers Nisso Groep heeft in 2006 een grootschalige bevolkingsstudie uitgevoerd naar seksuele gezondheid in Nederland

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

getoetst, staan algemeen bekend als Allports condities. In zijn tekst (1979 [1954]: ) worden zij voornamelijk impliciet onderscheiden; van een

getoetst, staan algemeen bekend als Allports condities. In zijn tekst (1979 [1954]: ) worden zij voornamelijk impliciet onderscheiden; van een Samenvatting Dit rapport gaat over relaties tussen leerlingen met een verschillende etnische achtergrond in het voortgezet onderwijs. In het beleidsdebat en in de media wordt steeds vaker aandacht gevraagd

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 169 Nederlandse samenvatting Het vakgebied internationale bedrijfskunde houdt zich bezig met de vraagstukken en de analyse van problemen op organisatieniveau die voortkomen uit grensoverschrijdende activiteiten.

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

online enquête acv-openbare diensten

online enquête acv-openbare diensten online enquête acv-openbare diensten actie voeren dienstverlening lidmaatschap opdracht taken Resultaten Mei 2015 waarden resultaten mei 2015 Naar aanleiding van het congres van ACV-Openbare Diensten in

Nadere informatie

De psychiatrische cliënt in beeld Terugkeer in de maatschappij Psychiatrisch stigma bekeken vanuit client, familie en samenleving Job van t Veer Wat is het psychiatrisch stigma? Psychiatrisch stigma Kennis

Nadere informatie

BETEKENIS EN OORZAKEN VAN EETSTOORNISSEN: OPVATTINGEN VAN PATIËNTEN EN HUN OUDERS

BETEKENIS EN OORZAKEN VAN EETSTOORNISSEN: OPVATTINGEN VAN PATIËNTEN EN HUN OUDERS BETEKENIS EN RZAKEN VAN EETSTRNISSEN: VATTINGEN VAN ATIËNTEN EN HUN UDERS Walter Vandereycken & Dafne Bollen In de onderzoeksliteratuur blijkt er de laatste jaren wel een groeiende belangstelling voor

Nadere informatie

De invloed van contact inbeelden op de attituden van autochtonen jegens moslims

De invloed van contact inbeelden op de attituden van autochtonen jegens moslims De invloed van contact inbeelden op de attituden van autochtonen jegens moslims Eindversie 03 juli 2009 Jessamina Lie 3190749 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding.... p. 4 2. Literatuurstudie. p. 5 - Intergroepscontact..

Nadere informatie

VICTIMS IN MODERN SOCIETY

VICTIMS IN MODERN SOCIETY VICTIMS IN MODERN SOCIETY (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking met CentERdata en dr. P.G. van der Velden VICTIMS IN MODERN SOCIETY 2018 (VICTIMS-PROJECT) Fonds Slachtofferhulp in samenwerking

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie