Samenvatting Nederlands Blok 1 en 2
|
|
- Stefanie van Beek
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Nederlands Blok 1 en 2 Samenvatting door een scholier 2573 woorden 12 december ,5 49 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op nieuw niveau Samenvatting Nederlands (Op Nieuw Niveau) blok 1 en blok 2 klas 3 vwo Deze samenvatting is gemaakt voor de proefwerkweek, waardoor alleen Over Lezen, Taalschat, Grammatica, Leesvaardig, Schrijfvaardig en Spelling in de samenvatting zitten. Blok 1 Over Lezen Beeldspraak Je kunt taal letterlijk of figuurlijk gebruiken. Bij letterlijk taalgebruik bedoel je precies wat je zegt. Bij figuurlijk taalgebruik hebben de woorden een andere betekenis. Bij figuurlijk taalgebruik is er sprake van een beeld. Het gebruik van beelden noemen we beeldspraak. Alle uitdrukkingen en gezegdes zijn beeldspraak. We gebruiken een vergelijking als er een overeenkomst is tussen twee zaken. De twee delen van een vergelijking zijn meestal verbonden met het werkwoord zijn of het werkwoord lijken. Ook kunnen er de woorden als, zoals en van tussen staan. Voorbeeld: Die cd is een juweeltje. Bij een metafoor is het verbeelde weggelaten. Dit komt bij literatuur veel voor, maar ook alle uitdrukkingen en gezegdes zijn metaforen. Voorbeeld: Wat een juweeltje is dit! Bij een personificatie wordt een abstract begrip of iets uit de natuur als persoon voorgesteld. Voorbeeld: Het gevaar loerde op elke straathoek. Bij een metonymia is het gebruikte beeld niet gebaseerd op een overeenkomst, maar op een ander verband (deel geheel, oorzaak gevolg enz. enz.). Voorbeeld: Hij heeft geen dak meer boven zijn hoofd. (deel (dak) geheel (huis)) Verrijk Je Taalschat Woorden authentieke = echte; oorspronkelijke bagatel = kleinigheid biodiversiteit = verscheidenheid aan plant- en diersoorten concessies doen = toegeven contemporaine = eigentijdse dissidenten = andersdenkenden Pagina 1 van 8
2 expertiserapport = rapport van deskundigen (experts) hypothese = stelling die men als waarheid aanneemt initialen = voorletters malversaties = verduistering van gelden meewarig = vriendelijk-medelijdend nacalculatie = kostenberekening achteraf prognose = voorspelling sceptisch = vol twijfel omdat men er niet in gelooft triviale = alledaagse; niets inhoudende Synonieme woorden accuraat = nauwkeurig; nauwgezet adhesie = instemming alibi = bewijs dat je tijdens het misdrijf niet op de plaats van het misdrijf aanwezig was audiëntie = plechtig gehoor corrupte = omkoopbare; onbetrouwbare declameren = voordragen decoratieve = versierende defileren = voorbijmarcheren degenereren = ontaarden dependance = bijgebouw Grammatica Het bijwoord Bijwoorden vertellen iets over een ander woord, maar dat andere woord mag geen zelfstandig naamwoord zijn. Ze bestaan slechts uit één woord. Ze vertellen iets over: a) Een werkwoord; De trein rijdt langzaam. b) Een bijvoeglijk naamwoord; Je bent tamelijk ver achter. c) Een ander bijwoord; Zijn zusje kneep hem nogal gemeen. d) Een telwoord; Er zaten ongeveer 300 mensen. e) Hele zinnen; Expres duwde hij haar de trap af. Een bijwoord heeft als kenmerk dat je het woord kunt weglaten zonder dat de zin wezenlijk verandert. Let op: waar waarom hoe wanneer hoeveel waardoor zijn ook bijwoorden. Leesvaardig Publiekgerichtheid Een tekst is bedoeld voor een bepaald publiek. Als je wilt vaststellen voor welk publiek, let je op de volgende dingen: - Richt de tekst zich duidelijk tot een bepaalde groep of op een bepaald persoon? (manier van aanspreken, diepgang en voorkennis die je moet hebben) - Is de tekst verschenen in een blad voor een algemeen publiek of voor een groep? - Wordt er vaktaal of groepstaal gebruikt? - Worden er lange, ingewikkelde zinnen en moeilijke woorden gebruikt? - Bevat de tekst veel figuurlijk taalgebruik? Je kunt de volgende soorten publiek onderscheiden: Pagina 2 van 8
3 - Een persoon die je: a) Persoonlijk kent. b) Niet persoonlijk kent. - Een groep: a) Zonder bepaalde kenmerken. b) Met bepaalde kenmerken. Leesstrategieën Zie tabel in boek Beeld en opmaak Het uiterlijk van de tekst noemen we de opmaak of lay-out. Deze wordt gevormd door de volgende elementen: - De titel(s) - De tussenkopjes - De illustraties - De lettertypes - De bladspiegel - De tekst- en alinea-indeling - Aparte tekstblokjes De titel geeft meestal aan waar de tekst over gaat of maakt je nieuwsgierig naar de inhoud. Soms is er een ondertitel die in een wat kleinere letter staat en nog wat meer informatie geeft over de inhoud van de tekst. De tussenkopjes in de tekst zeggen iets over de stukken tekst waar ze boven staan. Ze helpen je de tekst snel te overzien bij zoekend, oriënterend en globaal lezen. Illustraties hebben verschillende functies: 1. Je helpen bij het beter begrijpen van de tekst. 2. De aandacht trekken. 3. Inhoudelijk iets nieuws toevoegen. 4. Een versierende functie. Als er een ander lettertype wordt gebruikt, trekt dat ook de aandacht. De manier waarop alle tekst en illustraties op de bladzijde staan, noemen we de bladspiegel. Er kunne ook op de bladzijde aparte tekstblokjes staan, waarin aanvullende informatie kan worden gegeven die met de tekst te maken heeft. Tekstopbouw: inleiding middenstuk slot Een zakelijke tekst bestaat uit drie hoofddelen: 1. De inleiding 2. Het middenstuk of de kern 3. Het slot. De inleiding, die vaak uit één alinea bestaat, moet de aandacht van de lezer trekken. Dat kan op de volgende manieren: 1. Een anekdote vertellen. 2. De aanleiding noemen. 3. Het onderwerp/de hoofdgedachte/centrale vraag/het centrale probleem noemen. Pagina 3 van 8
4 4. Een voorbeeld geven van het probleem. 5. Vertellen wat de opbouw is. 6. Vragen stellen. 7. Een samenvatting geven van de inhoud. 8. Een deskundige voorstellen. 9. Een mengsel van deze. Het middenstuk of de kern beschrijft het onderwerp of het centrale probleem van de tekst, verdeeld in tekstdelen of deelonderwerpen die in alinea s worden uitgewerkt. Een deelonderwerp kan in één alinea aan bod komen, maar ook in meerdere. Dit is de alinea-indeling. De eerste zin van een alinea is meestal de kernzin. Kernzinnen kunnen ook aan het eind staan, dan hebben ze een samenvattend of concluderend karakter. Schrijfvaardig Leestekens gebruiken (1) Één nieuwe leestekenregels: 1. Bij gedachten en wensen worden geen aanhalingstekens geplaatst Sarina dacht: waar heb ik mijn spiekbriefje gelaten? Spelling Weet je het nog? Om een werkwoordsvorm goed te spellen, moet je erop letten of je te maken hebt met een persoonsvorm (tegenwoordige of verleden tijd), een voltooid deelwoord of een infinitief. Van elk voltooid deelwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord maken. Eindigt het voltooid deelwoord op en, dan eindigt het bijvoeglijk naamwoord ook op en. Eindigt het voltooid deelwoord op d of t, dan eindigt het bijvoeglijk naamwoord meestal op e. Verder moet je het bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk schrijven. Weet je het nog? De regels voor hoofdletters: 1. Het eerste volledige woord van een zin schrijf je met een hoofdletter. 2. Namen van personen en zaken die als heilig worden beschouwd. 3. Persoonsnamen. Het voorzetsel of lidwoord schrijf je met hoofdletter als er geen (voor)naam of voorletter aan voorafgaat. 4. Aardrijkskundige namen en afleidingen hiervan. 5. Namen van feestdagen en historische gebeurtenissen, maar NIET de afleidingen. 6. Allerlei andere (eigen)namen, behalve culturele, maatschappelijke en religieuze stromen. 7. Voor het gebruik van hoofdletters in afkortingen zijn geen officiële regels. Blok 2 Over lezen Spanning Bij verhalen maak je stap voor stap kennis met de personages en gebeurtenissen. Schrijvers maken daar ook gebruik van; ze vertellen niet meteen alles, maar maken je nieuwsgierig door iets weg te laten of nog niet helemaal te verklappen. Je wilt verder lezen om er achter te komen. Plaatsen in verhalen die vragen en vermoedens oproepen, noemen we open plekken. Open plekken zorgen voor spanning. Hoe slimmer de manier is waar op de schrijver daar gebruik van maakt, hoe spannender het verhaal wordt. Pagina 4 van 8
5 Globale spanning is de soort spanning die de lezer door het hele boek heen trekt. Je hebt op het verleden gerichte spanning (er is iets in het verleden gebeurd en het hele boek gaat over de vraag wat) en op de toekomst gerichte spanning (er hangt iets in de lucht, maar wat gaat er gebeuren). Lokale spanning is de spanning op een bepaalde plaats in het boek en op korte afstand. Die spanning lost vrij snel op. Een spanningsboog is de periode tussen het begin en het einde van de spanning. Lokale spanning heeft een korte spanningsboog. Globale spanning heeft een spanningsboog die het hele boek voortduurt. Spanning ontstaat door informatie niet meteen te geven, maar dit uit te stellen. Spanning is dus een spel van informatie geven en achterhouden. De trucs uitstel en vertraging spelen een grote rol. Ook de cliffhanger is bekend. Het verhaal breekt op een spannend moment af. Er volgt dan bijvoorbeeld een terugblik of herinnering of een andere verhaallijn. Spannend wordt een verhaal ook door dwaalsporen en verkeerde vermoedens. De schrijver stuurt je dan bewust de verkeerde kant op. Het gebruik van vooruitwijzingen zorgt ook voor spanning. Ook een spanningstruc is de informatievoorsprong. Je weet als lezer dan meer dan de personen in het verhaal. Stijlfiguren (1): herhaling, parallellisme, tautologie, pleonasme, cliché Bij herhaling wordt hetzelfde nog eens met dezelfde woorden gezegd. Het effect is extra nadruk. We spreken van parallellisme als dezelfde woordvolgorde telkens terugkeert, in dezelfde grammaticale volgorde. Een tautologie is als twee keer hetzelfde wordt gezegd met andere woorden. Bij een pleonasme wordt met behulp van een bijvoeglijk naamwoord een eigenschap genoemd die het zelfstandige naamwoord al bezit. Een cliché is een veelgebruikte en daardoor versleten uitdrukking, zegswijze, vergelijking of beeldspraak. Verrijk Je Taalschat Woorden censuur = toezicht, controle op de inhoud concept = ontwerp, een eerste versie context = samenhang excessief = buitensporig geënsceneerd = in scène gezet (er is gedaan alsof) feedback = terugkoppeling, herhaalde uitleg van (de) theorie generaliseren = veralgemeniseren, uit één geval iets algemeens afleiden postuum = na hun dood interpunctie = het gebruik van leestekens introvert = in zichzelf gekeerd, gesloten non-verbale = niet met woorden maar door gebaren, blikken, enzovoort onorthodoxe = afwijkende sekseneutrale = niet aangevend of het een man of een vrouw betreft stigmatiseren = brandmerken virtueel = niet werkelijk, slechts schijnbaar Synonieme woorden sarcofaag = stenen doodskist memoreren = gedenken, herdenken Pagina 5 van 8
6 idyllisch = lieflijk, landelijk hallucinaties = waanvoorstellingen ovatie = applaus, toejuichingen gerenommeerd = befaamd, bekend panorama = vergezicht souffleren = influisteren, voorzeggen (bij het toneel) pagode = oosterse tempel referendum = volksstemming Grammatica Het werkwoordelijk gezegde (uitbreiding) Sommige werkwoorden zijn wederkerende werkwoorden. Ze hebben een wederkerend voornaamwoord bij zich. Als je het wederkerend voornaamwoord niet kunt vervangen door een ander woord, maakt het deel uit van het gezegde. Als uitdrukkingen een zin worden gebruikt, maken ze deel uit van het gezegde. Werkwoordelijk gezegde of voorzetselvoorwerp? Bij allebei heb je te maken met figuurlijk taalgebruik. Als iets echter een uitdrukking is, hoort het bij het werkwoordelijk gezegde. Als het geen vaste uitdrukking is, is het een voorzetselvoorwerp. Het voornaamwoordelijk bijwoord Voornaamwoordelijke bijwoorden bestaan uit twee delen. Het eerste deel wordt meestal gevormd door er, hier, daar en waar. Het tweede deel is een voorzetsel. Ze kunnen ook gescheiden voorkomen en ze kunnen geen betrekking hebben op personen. Het voegwoord Voegwoorden zijn woorden die woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar verbinden. We onderscheiden neven- en onderschikkende voegwoorden. Nevenschikkende voegwoorden zijn: en, want, maar, of, dus. Onderschikkende voegwoorden zijn: zodat, voordat, omdat, nadat, doordat (enz.), ook, aangezien, als, dan, hoewel, indien, mits, tenzij, toen, zodra, dat en soms ook of. Leesvaardig Tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen We onderscheiden de volgende tekstdoelen: Informeren; gegevens verstrekken. Uiteenzetten; de tekst leert je iets. Overtuigen; de schrijver probeert aan te tonen dat zijn standpunt het juiste is. Beschouwen; de tekst belicht verschillende kanten van het onderwerp. Activeren; de tekst spoort de lezer aan iets te gaan doen. Amuseren; de tekst wil de lezer vermaken. Teksten die informeren en uiteenzetten noemen we informatieve teksten. De teksten die overtuigen, beschouwen of activeren noemen we overtuigende teksten. Zie tabel in boek Bij de 6 tekstsoorten horen tekstvormen: Informerende teksten: nieuwsbericht, verslag, zakelijke brief. Pagina 6 van 8
7 Uiteenzettende teksten: langer artikel in tijdschrift of krant, teksten in schoolboeken en naslagwerken, uiteenzetting. Betogende teksten: commentaar in tijdschrift of krant, betoog, ingezonden brief, recensie. Beschouwende teksten: achtergrondartikel in tijdschrift of krant, beschouwing. Activerende teksten: advertentie of reclametekst, ingezonden brief, folder of brochure, pamflet. Amuserende teksten: jeugdboek, roman, gedicht, strip, cabarettekst, toneeltekst, filmscenario. Informerende en uiteenzettende teksten: nieuwsbericht, verslag, uiteenzetting Nieuwsberichten zie je vooral in de krant. Ze geven betrouwbare informatie weer, het bericht is objectief. Veel nieuwsberichten beginnen met een dikgedrukte alinea, de lead. Hierin staat het belangrijkste kort samengevat. Een verslag is een tekst waarin gebeurtenissen of activiteiten worden beschreven. Dit is een objectieve tekst, de informatie is betrouwbaar. Als er een mening staat, moet duidelijk zijn dat dit een mening is. In sportverslagen zit nogal eens een persoonlijke mening van de schrijver verwerkt. Bij een uiteenzetting wordt in de eerste plaats informatie gegeven en daarna volgt uitleg. De tekst beschrijft feiten op een objectieve en betrouwbare manier en probeert de lezer iets te leren. Je vindt uiteenzettingen vooral in school- en studieboeken. Betogende en beschouwende teksten: betoog en beschouwing Een betogende tekst is subjectief: de mening van de schrijver staat centraal en hij ondersteunt die met argumenten. Een kritische leeshouding is belangrijk. Een betoog heeft vaak de volgende opbouw: inleiding met vraag of stelling, middenstuk met argumenten en slot met conclusie. Betogen hebben vaak een behoorlijke lengte. Je vindt ze vaak in opinie(=mening)tijdschriften. Je vindt ook betogende teksten in brievenrubrieken van kranten. Recensies zijn ook betogende teksten. In een beschouwing wordt het onderwerp van verschillende kanten bekeken. De voor- en nadelen worden besproken. De lezer moet zelf een oordeel vormen. De tekst is dus veel minder subjectief. Activerende teksten: advertentie, ingezonden brief, folder of brochure, pamflet In een advertentie of reclametekst wordt de lezer aangespoord iets te kopen of te gaan doen. Het is een subjectieve tekst. Er wordt informatie gegeven, maar dat is niet het hoofddoel. Aan de opmaak wordt veel aandacht besteed. In een ingezonden brief kan de lezer opgeroepen worden iets te gaan doen. De mening staat centraal en die wordt ondersteund met argumenten. De tekst is zeer subjectief. Folders en brochures zijn teksten waarin de lezer wordt aangespoord iets te gaan doen. Er wordt ook informatie gegeven, maar die wordt subjectief gepresenteerd, omdat het hoofddoel aansporen is. Een folder bestaat uit één blad, een brochure is een klein boekje. Een pamflet is een zeer subjectieve tekst waarop de lezer sterk wordt aangespoord om iets te gaan doen. Het is één veel papier. Schrijfvaardig Leestekens gebruiken (2) Twee nieuwe leestekenregels: 1. Je zet (meestal) een komma voor een voegwoord, mits het voegwoord aan het begin van de zin staat. We maakten een sneeuwpop, nadat het had gesneeuwd. 2. Titels van boeken, films en programma s staan tussen aanhalingstekens. Pagina 7 van 8
8 Heb jij De Slavenring al gelezen? Spelling Weet je het nog? Samenstellingen zijn woorden die gemaakt zijn van twee andere woorden. Tussen de woorden van een samenstelling schrijf je soms tussenletters. Regel 1: als het eerste deel van een samenstelling een meervoud heeft op n of en, schrijf je de tussenletter(s) (e)n. Regel 2: is het eerste deel van de samenstelling een woord dat eindigt op een e? heeft het woord een meervoud op n én s? Dan schrijf je geen tussen-n. Er zijn meer gevallen waarin je geen n schrijft: 1. Het eerste deel van de samenstelling noemt een persoon of zaak waar er maar één van is. 2. Het eerste deel van de samenstelling heeft geen meervoud. 3. Het eerste deel van de samenstelling is geen zelfstandig naamwoord maar een bijvoeglijk naamwoord/werkwoord/versterkend woord. 4. Het woord is geen samenstelling. Pagina 8 van 8
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: spanning, stijlfiguren
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: spanning, stijlfiguren Samenvatting door een scholier 1643 woorden 18 januari 2011 6,4 23 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands samenvatting hoofdstuk 2 2.2 spanning
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Over lezen
Samenvatting Nederlands Over lezen Samenvatting door M. 943 woorden 16 januari 2013 8,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op nieuw niveau Over lezen 2.2 Spanning Open plekken: zijn plekken in een
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3
Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3 Samenvatting door E. 951 woorden 24 november 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NEDERLANDS LEZEN H1 1: Leesstrategieën
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde
Nadere informatietip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken
Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke
Nadere informatieOriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen
Samenvatting Nederlands leesvaardigheid 1 en 2 en argumenteren katern Lezen hoofdstuk 1 Leesstrategieën Manieren van heten leesstrategieën Leesdoel Leesstrategie Aanpak vaststellen Snel bepalen of een
Nadere informatieLeesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën
Samenvatting door F. 808 woorden 9 januari 2016 8,2 20 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Leesvaardigheid H1 Leesstrategieën Leesdoel Lees-Strategie Aanpak Bekijk een boek: Onderwerp
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp
Nadere informatie1 keer beoordeeld 4 maart 2018
7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Hoofdstuk 3
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 802 woorden 14 februari 2004 5,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Topniveau 3.5 persuasieve teksten betoog beschouwing Bevat
Nadere informatieAantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1
Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Tekstverband Signaalwoord Voorbeeld Reden Omdat, want, daarom Ik
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatiePIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2
Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting door Ive 1045 woorden 27 juni 2018 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Talent Samenvatting Nederlands 1.2 t/m 5.2 1.2 Leesstrategieën
Nadere informatieSamenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.
Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei 2016 6 24 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands leesvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfdoelen en Tekstsoorten Er zijn
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1)
Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1) Samenvatting door V. 1312 woorden 4 januari 2013 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Cursus lezen Hoofdstuk 1: De verschillende
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235
Nadere informatieOnderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
- NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieWorkshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen
Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode
Nadere informatieBekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast:
Samenvatting door M. 1142 woorden 21 oktober 2013 5,6 7 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Leesdoel Leesstrategie Aanpak Snel vaststellen of een tekst bruikbaar of interessant is voor
Nadere informatieVisuele Leerlijn Taal
Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)
Nadere informatieOnderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: Grammatica zinsdelen Lesperiode: 2 1, 2 en 5 Extra materiaal: PowerPoint Stappenplan zinsdelen op blz. 268 t/m 270 zinsdelen: Onderwerp Werkwoordelijk- en naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting door een scholier 1653 woorden 13 februari 2011 6 16 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting H1,2,3,4,5 paragraaf 1,2,(3) Schrijfdoelen
Nadere informatieonthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.
Nederlands Leesvaardigheid Leesstrategieën Oriënterend lezen Globaal lezen Intensief lezen Zoekend lezen Kritisch lezen Studerend lezen Om het onderwerp vast te stellen en te bepalen of de tekst bruikbaar
Nadere informatieLezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen
Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk
Nadere informatie6,3. Samenvatting door een scholier 1419 woorden 14 februari keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting van Topniveau blok 4. 3.
Samenvatting door een scholier 1419 woorden 14 februari 2003 6,3 106 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Topniveau Samenvatting van Topniveau blok 4 3.1 Tekstdoelen soorten tekstdoelen informeren overtuigen
Nadere informatieStercollectie Nederlands hv123
Samenvatting Lezen ONDERWERP B AAN SLAG VAN - EEN STAP TEKST 1-4 Je kunt omschrijven wat het onderwerp van een tekst is. Je kunt vier punten noemen waar je op let als je het onderwerp van een tekst moet
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Hoofdstuk 2
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 1002 woorden 2 april 2014 6 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Topniveau 3 Soorten publiek We kunnen 4 soorten publiek onderscheiden:
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Module 9
Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van
Nadere informatieTaaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie
Taaldomein vmbo Methode Taaldomein 1 Mondeling 60p Schooltype vmbo-kgt 1-2, k3-4 2 Lezen 266p Editie vanaf 2004 3 Schrijven 120p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 285p 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen:
Nadere informatieLeerdoel/inhoud/stof/onderwerp/onderdeel/toets overig jaarplanning Docentenactiviteit Leerlingactiviteit aug
KLAS: H2/V2 VAK: Nederlands 2019/2020 Week Vanaf Opmerking Leerdoel/inhoud/stof/onderwerp/onderdeel/toets overig jaarplanning Docentenactiviteit Leerlingactiviteit 34 19 aug 20 augustus Mentorles brugklas
Nadere informatieTaaldomein havo 1-3 EPN. Domein 2 Leesvaardigheid Zakelijke teksten deel hs leerstof vanaf pg. hv1 1 Teksten verkennen
Taaldomein havo 1-3 EPN Methode Taaldomein 1 Mondeling 59p Schooltype havo 1-3 2 Lezen 217p Editie vanaf 2003 3 Schrijven 79p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 198p Domein 1 Mondelinge vaardigheid Gespreksvaardigheid
Nadere informatieOnderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:
Nadere informatieDe theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan
De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel
Nadere informatieROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F
ROUTE 2F, Nederlands voor niveau 2F Schrijfvaardigheid * Kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieOnderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Module 1 t/m 3
Samenvatting Nederlands Module 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1502 woorden 16 december 2010 6 8 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland Module 1 Motivaties Verschillende motivaties waardoor
Nadere informatieVak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Lesperiode: 5 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 4 Blz. 127 t/m 12 Nieuw Nederlands Online H 1 t/m 4, onderdeel Lezen extra en Test Nieuwsbegrip
Nadere informatieSamenvatting door Wietske 990 woorden 16 januari keer beoordeeld. Nederlands. 93: Stijlfiguren
Samenvatting door Wietske 990 woorden 16 januari 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau 93: Stijlfiguren Stijlfiguur Betekenis Voorbeeld Antithese Tegenstelling Jong geleerd, oud gedaan
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Module 2
Samenvatting Nederlands Module 2 Samenvatting door een scholier 885 woorden 29 januari 2004 6,3 23 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taallijnen Het PR-model kun je op 3 manieren gebruiken: 1. Het
Nadere informatieOp niveau vmbo. Thieme Meulenhoff. Domein 2 Leesvaardigheid Zakelijke teksten deel hs leerstof vanaf pg. kgt1 1 Over Caja Cazemier
Op niveau vmbo Thieme Meulenhoff Methode Op niveau 1 Mondeling 46p Schooltype vmbo-kgt1-2 en k3 2 Lezen 343p Editie vanaf 2007 3 Schrijven 61p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 168p Opmerking Op niveau 4k verschijnt
Nadere informatieVak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven 4 Lessen Nederlands: Stimuleren vrij lezen, Verhaalfragmenten aanbieden/promopraatjes Nieuw Nederlands Hoofdstuk: Spreken en Gesprekken blz.
Nadere informatieOnderdeel: Grammatica -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT IG3 2017-2018 Trimester 2 Vak: Nederlands Onderdeel: Grammatica -- RKW Woordsoorten Week 13 t/m 24 Aantal lessen per week: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie 1, 2 en 3 De leerling kent de onderstaande woordsoorten:
Nadere informatiei n h o u d Inhoud Inleiding
V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap
Nadere informatieBEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN
BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je het onderwerp uit een zin bepalen. - Kun je het onderwerp van een tekst bepalen. - Kun je een soort tekst
Nadere informatieSamenvatting Nederlands NL Blok
Samenvatting Nederlands NL Blok 3+4+5+6 Samenvatting door een scholier 1867 woorden 23 september 2008 3,3 9 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 3 Weet je het nog? Bij zinsontleding je een zin in een vaste
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Klas: IG3v (Docent: RKW) D Week: 13 t/m 24 Onderdeel: Grammatica Woordsoorten Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 Werkwoorden en persoonlijke, bezittelijke, wederkerende, aanwijzende,
Nadere informatieTaalbeschouwelijke termen bao so 2010
1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan
Nadere informatieLeesvaardig (herhaal de stof van leesvaardig blok 1 t/m 4)
Goed voorbereid naar je examen Heel veel succes; je kunt het! Kader en Basis Ik ga op examen en neem mee Je maakt het examen op de computer, maar dat wil niet zeggen dat je niets mee hoeft te nemen! Je
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieOnderdeel: Spelling (RTTI) Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: Spelling (RTTI) Lesperiode: 1 3 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 t/m 5 Theorie blz 3, 78, 122, 165, 166, 209 De leerling kent de volgende vormen van beeldspraak: Metafoor Vergelijking
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting door L. 1007 woorden 25 juni 2013 4,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein hoofdstuk 1 1.1 Schrijfdoel
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatieNE/B/1 - NE/K/1 NE/B/2 - NE/K/2. Klas 3 P1. PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT: 2012-2014
PTA Nederlands BLW/KLW methode: Ta!ent COHORT: 01-014 CODE VERANT- WOORDING KERNDEEL WEGING KENNIS CIJFER CODE VAKVAARDIGHEID CIJFER CODE WEGING AANVULLENDE OPMERKINGEN 1 Fictie (herhaling) boeken kiezen,
Nadere informatieKLAS: M2 VAK: Nederlands 2019/2020 Week Vanaf Opmerking jaarplanning. Leerdoel/inhoud/stof/onderwerp/onderdeel/toets overig.
KLAS: M2 VAK: Nederlands 2019/2020 Week Vanaf Opmerking jaarplanning 34 19 aug 35 26 aug 20 augustus Mentorles brugklas 20 augustus Eerste uur mentorles (alle klassen) Docentenactiviteit Verhaal Gefixt
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar Nederlands havo-vwo 1
Schooljaar 2017-2018 Nederlands havo-vwo 1 Eigen opdracht docent Boekopdracht 2, een poster maken Week 1: 1 les, instructie/uitleg opdracht en start boek lezen Week 5: deadline inleveren opdracht Jufmelis.nl
Nadere informatieLesstof overzicht Station vanaf
Lesstof overzicht Station vanaf 2018 complete methode Nederlands vmbo STATION Mondelinge taalvaardigheid Nederlands vmbo KGT 1 Beter gebekt STATION Nederlands vmbo BK 1 Tussen hoofdletter en punt jaar
Nadere informatie4.1 Wanneer schrijf je een aanbiedingsbrief? 33 4.2 Wat is het tekstdoel van een aanbiedingsbrief? 33 4.3 Hoe bouw je een aanbiedingsbrief op?
Inhoud 1 Aan de slag 13 1.1 Inleiding: het schrijfproces 13 1.2 Fase 1: oriënteren 14 1.2.1 Het onderwerp 14 1.2.2 Het tekstdoel 14 1.2.3 De doelgroep 15 1.3 Fase 2: ordenen 16 1.4 Fase 3: opbouwen 16
Nadere informatieStudiewijzer TaalCompetent
TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -
Nadere informatieProgramma van Toetsing en Doorstroming
Leerweg: BB Klas: 1 Vak: Nederlands Methode: Op Niveau e editie Toetsnr Wat moet je voor de toetsing doen? Eindtoets blok 1 herkent de hoofdpersoon en bijfiguren in een verhaal kunt de belangrijkste gebeurtenissen
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Grammatica zinsdelen H1-H3 (RTTI) Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1-3 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online Cambiumned.nl De leerling kent de theorie m.b.t. de zinsdelen: - persoonsvorm
Nadere informatieNederlandse taal Syllabus BB, KB en GT centraal examen 2010
Nederlandse taal Syllabus BB, KB en GT centraal examen 2010 augustus 2008 Verantwoording: 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 10
Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.
Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari 2011 6 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau Nederlands Proefwerk Schrijven H.3. 1. Omgaan met informatie. 1.1 Een onderwerp kiezen.
Nadere informatieLTP klas 2 2014-2015. periode 1 september grammatica blok 1+2 (weging 2x)
LTP klas 2 2014-2015 periode 1 september grammatica blok 1+2 (weging 2x) oktober boekverslag 1 met recensie (weging 1x) spelling blok 1 + 2 (weging 1x) taalschat blok 1+2 (weging 1x) november leesvaardigheid
Nadere informatieIN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit
IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als
Nadere informatieOnderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 2 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling
Nadere informatieOnderdeel: Spelling - ANV Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling - ANV Aantal lessen per week: 2 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode F Spelling: verdubbeling en verenkeling. F
Nadere informatieNederlands ( 2F havo vwo )
Tussendoelen Nederlands Nederlands ( 2F havo vwo ) havo/vwo = Basis Leesvaardigheid zakelijke teksten Onderwerpen teksten over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Hoofdstuk 10: Leesvaardigheid
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 10: Leesvaa Samenvatting door B. 2009 woorden 21 juni 2015 5,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau 1 t/m 3 blok A Teksten indelen Tekstdoelen, tekstsoorten
Nadere informatieLeerstofoverzicht Lezen in beeld
Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep
Nadere informatieInhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18
Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)
Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Cursus 1,2 en 3
Samenvatting Nederlands Cursus 1,2 en 3 Samenvatting door J. 1308 woorden 6 december 2012 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland Zakelijke teksten > eenduidige teksten met als doel informatie
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatieHier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.
Onderzoeksverslag Omslag en titelpagina Op het omslag staan in elk geval de titel van het onderzoek en de namen van de schrijvers. Op de titelpagina opnieuw de titel en de namen van de schrijvers. Nu uitgebreid
Nadere informatieOp niveau havo 1-3. Thieme Meulenhoff. deel hs leerstof vanaf pg. hv1 1 Schoolwoorden
Op niveau havo 1-3 Thieme Meulenhoff Methode Op Niveau 1 Mondeling 38p Schooltype havo 1-3 2 Lezen 391p Editie vanaf 2007 3 Schrijven 61p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 191p Domein 1 Mondelinge vaardigheid
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Top niveau
Samenvatting Nederlands Top niveau Samenvatting door een scholier 1734 woorden 24 maart 2004 5,3 31 keer beoordeeld Vak Nederlands 2.3 t/m 2.9 de lezer of luisteraar moet de volgende dingen aanspreken:
Nadere informatie