Aanvragen. Consortium

Transcriptie

1 Aanvragen Tot wanneer kan ik indienen? Vooraanmeldingen kunnen via ISAAC ingediend worden tot 23 april 2019, uur CEST. Uitgewerkte aanvragen kunnen via ISAAC ingediend worden tot 25 juni 2019, uur CEST. Wij raden u aan om voldoende tijd in te ruimen voor het uploaden van de gevraagde bijlagen. Als u nog geen ISAAC-account heeft, moet u rekening houden met minimaal een dag voor het aanmaken van het account. Ik wil meer dan één aanvraag indienen, kan dat? Ja. U mag als aanvrager in deze ronde maximaal drie aanvragen indienen, maar slechts éénmaal als hoofdaanvrager. Dat betekent dat u voor één aanvraag als hoofdaanvrager en tweemaal als medeaanvrager bij twee verschillende aanvragen. Let u er wel op dat de projecten uitvoerbaar moeten zijn en dat u een realistisch beeld geeft van de tijdinvestering die ermee gemoeid is. Wanneer u ook in een andere subsidieronde een identieke aanvraag heeft ingediend of gaat indienen dan moet u dit vermelden in het aanvraagformulier. Overigens mag een consortium (d.w.z. een specifieke combinatie hoofd- en medeaanvragers met de meefinancierende private partij) in deze ronde slechts eenmaal indienen. Kan ik de aanvraag aanpassen nadat ik het heb ingediend via ISAAC? Nee. Alleen complete aanvragen die via ISAAC zijn ingediend worden in behandeling genomen. Zodra de aanvraag is ingediend is er niet de mogelijkheid om deze te wijzigen. In welke taal dien ik de aanvraag te schrijven? Engels. Aangezien de aanvragen mogelijk naar internationale referenten worden gestuurd, dienen de aanvragen in het Engels te worden opgesteld. Consortium Wat is de rol van de hoofdaanvrager? De hoofdaanvrager heeft als taak om het onderzoek uit te voeren en het geven van leiding aan het consortium. Onder het takenpakket vallen onder andere administratieve en financiële taken van het onderzoeksproject. Daarnaast is de hoofdaanvrager het contactpersoon met NWO namens het gehele consortium. Hoeveel mede-aanvrager(s) moeten betrokken worden bij mijn voorstel? Medeaanvragers zijn verplicht. Er is geen maximum aan het aantal medeaanvragers. Medeaanvragers zijn eveneens ervaren en gepromoveerde onderzoekers met een vaste of tijdelijke aanstelling (gedurende de looptijd van het aanvraagproces en het project) bij een universiteit of andere kennisinstelling. Voor de criteria omtrent de looptijd van het contract en een omschrijving welke kennisinstellingen in aanmerking komen, zie de call for proposals (paragraaf 3.1) Kan een onderzoeker van een HBO-instelling een aanvraag indienen? Nee. In deze call is het niet mogelijk om voor onderzoekers van HBO-instellingen een financieringsaanvraag in te dienen. Is er een minimum percentage voor de verplichte matching van privaat/publieke cofinancier(s)? Voor deze call for proposals geldt als voorwaarde dat ten minste 20% van het aangevraagde bedrag gematcht wordt door de privaat/publieke cofinancier(s). Voor de co-financiering geldt het volgende: 1

2 - De cashbijdrage van één of meer private partners bedraagt minimaal 5% van de hoogte van het bij NWO aangevraagde bedrag. - De cashbijdrage van één of meer publieke en/of private partners bedraagt minimaal 5% van het bij NWO aangevraagde bedrag. - De in-kind bijdrage van één of meer publieke en/of private partners bedraagt minimaal 10% van het bij NWO aangevraagde bedrag. Is er een maximum percentage voor de verplichte matching van privaat/publieke cofinancier(s)? Ja. Het percentage aan cofinanciering mag nooit 50% of meer van het totale projectbudget uitmaken. Het maximale projectbudget kan bij een aanvraag van EUR niet hoger zijn dan EUR en bij een aanvraag van 1M EUR niet hoger zijn dan 1.5M EUR. Kan cofinanciering ook door een buitenlandse partij worden ingebracht? Ja. Ook een buitenlandse (publieke of private) partij kan optreden als cofinancier. Kan een Nederlandse kennisinstelling ook optreden als publieke cofinancier? Ja, mits deze instelling niet optreedt als hoofd- of medeaanvrager in hetzelfde onderzoeksvoorstel. Het is niet mogelijk om in één aanvraag zowel subsidie te ontvangen als cofinanciering in te brengen. Is deelname door private cofinancier in het projectconsortium verplicht? Ja. Een consortium moet bestaan uit minstens één hoofdaanvrager, minstens één medeaanvrager en minstens één private cofinancier, die de gevraagde matching levert. Een voorbeeld van een projectconsortium is een aantal senioronderzoekers, een museum en een mediabedrijf. Wat is een private cofinancier? De definitie van private cofinancier, zoals NWO die hanteert: als private cofinancier worden aangemerkt ondernemingen alsook organisaties en samenwerkingsverbanden die in het kader van onderhavig programma/project activiteiten uitvoeren die naar objectieve maatstaven als marktactiviteiten (kunnen) worden aangemerkt. Onder onderneming verstaat NWO: een organisatorisch verband of een persoon gericht op duurzame deelname aan het economisch verkeer met behulp van arbeid en kapitaal en met oogmerk winst te behalen. Het MKB valt onder deze categorie, evenals zzp ers (inschrijving bij de KvK als ondernemer vereist). Publieke organisaties met een ANBI-status kunnen ook als private cofinancier deelnemen aan een consortium. Wat is het minimum aantal private cofinanciers binnen een consortium? Er moet sprake zijn van ten minste één private cofinancier, die (alleen of samen met andere private cofinanciers) minimaal de verplichte matching levert. Kan een private cofinancier mede-aanvrager zijn? Nee. Mag een publieke cofinancier de vereiste private cofinanciering leveren? Ja, mits het een instelling betreft met een zogenaamde ANBI-status. Wat als mijn publieke cofinancier geen ANBI-status heeft? Publieke partners worden uitdrukkelijk uitgenodigd tot deelname. Een publieke partner zonder ANBIstatus kan dus wel deelnemen aan het consortium en profiteren van de gegenereerde kennis maar de partner mag geen bijdrage leveren aan de verplichte cofinancieringsbijdrage van 10%. Een 2

3 eventuele bijdrage kan wel gebruikt worden om het project zowel met in kind als in cash bijdragen te versterken. Dan is er sprake van extra matching. Voor een definitie van private- en publieke cofinanciers zoals begrepen in deze call, zie paragraaf 5.2. Welke regels gelden er ten aanzien van intellectueel eigendom (Intellectual Property Rights)? Welke afspraken moeten er gemaakt worden? In het kader van het topsectorenbeleid zijn er afspraken gemaakt ( spelregels ) over hoe private en publieke partijen met elkaar kunnen samenwerken. Onderdeel van deze spelregels zijn de voorwaarden ten aanzien van intellectueel eigendom. Voorwaarden m.b.t. intellectueel eigendom zijn te vinden in de call for proposals (paragraaf 3.5). De aanvrager en de cofinancier(s) dienen zich aan deze voorwaarden te committeren. Moet ik deze afspraken en voorwaarden omtrent intellectueel eigendom op voorhand al vastleggen? Nee, dat hoeft niet. Bij toekenning, voordat het project van start gaat, dienen de partijen een samenwerkingsovereenkomst op te stellen en aan NWO te overleggen. Op de programmapagina van het instrument zal het format van de samenwerkingsovereenkomst worden opgenomen. De ingevulde en ondertekende overeenkomst dient u na toekenning via ISAAC aan te leveren. Wat gebeurt er als de samenwerking met mijn consortiumpartner(s) tijdens het project stroef verloopt? Het is belangrijk om op voorhand afspraken te maken over wie wat doet en welke verwachtingen er zijn ten aanzien het onderzoek en de resultaten. Na honorering van het project legt u de gemaakte afspraken vast in de verplichte samenwerkingsovereenkomst. Voorop staat dat voor zowel u als voor uw partner de verwachtingen duidelijk zijn. Als zich onverhoopt toch een probleem voordoet, kijkt NWO samen met u welke oplossing op dat moment het beste is. Mogen ook onderzoeksgroepen in het buitenland meedoen met de consortia, en kunnen die ook financiering aanvragen? Via het principe Money follows Cooperation (module 5b) kan nationaal onderzoeksbudget worden ingezet voor grensoverschrijdende samenwerking. Dit biedt de mogelijkheid om in onderzoeksprojecten expertise uit het buitenland in te zetten die in Nederland niet beschikbaar is. Het betreft hier expertise bij organisaties buiten Nederland, die een publieke taak hebben en onafhankelijk zijn in de uitvoering van onderzoek. De aanvrager moet in de aanvraag overtuigend aantonen dat de betreffende expertise niet in Nederland beschikbaar is. Dit wordt door de beoordelingscommissie getoetst. Begroting Welke regels voor het opstellen van de begroting zijn van toepassing op mijn aanvraag? Voor personele lasten van WO-onderzoekers gelden de VSNU salaristabellen. Zie de call for proposals (paragraaf 3.2) voor meer informatie. Wat wordt er bedoeld met het begrip module zoals dat in de call for proposals wordt gehanteerd? Een module is een bouwsteen van de begroting (een kostensoort) en mag in principe zoveel maal ingezet worden als dat noodzakelijk geacht wordt en onderbouwd kan worden, m.u.v. waar een limiet expliciet genoemd staat in de call tekst. In die zin staat het begrotingsmodule helemaal los van het begrip sub-projecten (of werkpakketten e.d.) die de inhoudelijke onderdelen van het totale onderzoeksproject vormen. 3

4 Een aantal modules is nader uitgesplitst in sub-modules. De module (c.q. kostensoort) personele kosten kent bijvoorbeeld zes sub-modules (1a t/m 1f) die meerdere keren aangevraagd mogen worden. Stel dat er financiering wordt gevraagd voor 4 aio s dan wordt de sub-module 1a dus 4 keer aangevraagd. Welke modules zijn beschikbaar voor deze call? Bij het opstellen van het budget voor uw aanvraag heeft u de keuze uit de volgende modules voor personeel: Promovendus (1a), Postdoc (1b), Niet-Wetenschappelijk Personeel (1c), Vervanging (1e) en Overig Wetenschappelijk personeel (1f). Daarnaast zijn de volgende modules ook beschikbaar: Materieel (2), Valorisatie/Impact (4a) en Internationalisering (5a en 5b). Zie paragraaf 3.2. voor de voorwaarden en meer informatie over de modules. Waarvoor kan de vervangingssubsidie worden ingezet? De vervangingssubsidie mag uitsluitend worden ingezet voor het werken aan wetenschappelijke publicatie(s) of kennisbenuttings- en/of valorisatieactiviteiten in het kader van het project. Met de vervangingssubsidie kan de werkgever de kosten dekken van de vervanger die het nietonderzoeksdeel van de taken van de aanvrager (onderwijs- en begeleidingstaken) overneemt. Zie de call for proposals (paragraaf 3.2) voor een toelichting op de vervangingssubsidie. Is de tijd voor de begeleiding van een promovendus door een aanvrager subsidiabel? Nee. De kosten voor de begeleiding van een promovendus worden namelijk al gedekt vanuit de aanstelling van de hoogleraar en door de vergoeding die de universiteit achteraf voor de promovendus ontvangt. Waarvoor kan de bijdrage van de cofinancier(s) gebruikt worden? De in-cash bijdragen door de cofinancier(s) kunnen worden ingezet voor de posten zoals die in de begroting van de aanvraag worden opgenomen. De in-kind bijdragen kunnen onder meer loonkosten en materiële kosten worden meegerekend die rechtstreeks aan het project zijn toe te rekenen. Zie voor de richtlijnen voor toerekening van loonkosten call for proposals (paragraaf 5.2). N.B. Begeleiding en consultancy mogen geen deel uitmaken van de verplichte matchingsbijdrage. Beoordelingsproces Wat is een non-referee? De aanvragen worden ter beoordeling voorgelegd aan onafhankelijke (inter)nationale referenten. Als aanvrager heeft u voorafgaand aan de beoordelingsprocedure de mogelijkheid om maximaal drie personen uit te sluiten. U kunt deze namen onder non-referees doorgeven via ISAAC tegelijk met het indienen van uw aanvraag. Deze personen zullen niet worden gevraagd om als referent de aanvraag te beoordelen. Hoe wordt de beoordelingscommissie samengesteld? Voor de beoordeling van de aanvragen wordt één beoordelingscommissie samengesteld. Bij het samenstellen van de commissie wordt gelet op diversiteit, spreiding in disciplinaire achtergrond en kennis van de verschillende typen onderzoek in de kennisketen. Vertegenwoordiging vanuit maatschappelijke partijen (zowel publieke als private organisaties) is eveneens een belangrijk 4

5 aandachtspunt. Dat houdt in dat wetenschappers/onderzoekers en vertegenwoordigers vanuit de maatschappij samen in één commissie zitting hebben en in gezamenlijkheid de voorstellen beoordelen aan de hand van de drie beoordelingscriteria. Het Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen bepaalt de samenstelling van de beoordelingscommissie. Wanneer wordt de samenstelling van de beoordelingscommissie gepubliceerd? De samenstelling van de beoordelingscommissie wordt gepubliceerd zodra deze definitief is. Hiervoor kan NWO nog geen definitieve datum geven. Hoe weet ik als aanvrager of er veel of weinig aanvragen worden ingediend? Het is helaas niet mogelijk om op voorhand aan te geven of er veel of weinig aanvragen verwacht worden. NWO weet pas na het verstrijken van de deadline hoeveel aanvragen er zijn binnengekomen en op welke onderzoeksvelden deze betrekking hebben. Overig Moet ik de originele brieven en verklaringen per post naar NWO sturen? Nee, dat hoeft niet. Alle gevraagde brieven en verklaringen dienen conform de richtlijnen in de call for proposals opgesteld te worden (zie ook de formats op de financieringspagina) en ondertekend te worden door een tekenbevoegd persoon. Vervolgens kan een scan van het origineel geüpload worden als bijlage in ISAAC. NWO behoudt zich het recht voor om originele verklaringen en brieven op te vragen bij de hoofdaanvrager. Waar vind ik de Kennis- en Innovatieagenda van CLICKNL en de Roadmap Smart Culture? Een projectvoorstel moet onder meer aansluiten op de Roadmap Smart Culture en de Kennis- en Innovatieagenda (KIA) van TKI CLICKNL. De KIA is te vinden op de website van CLICKNL: 720/CLICKNL_KIA_ pdf De Roadmap Smart Culture is te vinden op de website van NWO: map-smart-culture/roadmap+smart+culture-pdf.pdf Hieronder treft u een beknopte samenvatting van de KIA van CLICKNL, die u kunt gebruiken voor het afstemmen van de aanvraag en de KIA: 5

6 Kennis- en Innovatieagenda CLICKNL ( CLICKNL beschrijft acht maatschappelijke uitdagingen, genaamd: Circular Society, Healthy Behaviour, Resilience in Society, Energy & Behaviour, Quality of Life & Wellbeing, Trust & Security, Personal Experience en Human Empowerment (p28-31). Daarnaast bespreekt CLICKNL drie thematische lijnen (de Roadmaps, p61-103). In de onderstaande tabel worden deze roadmaps kort toegelicht. Roadmap Design for Change Pagina The Human Touch Pagina Value Creation Pagina Toelichting Met Design for Change probeert CLICKNL kennis te ontwikkelen over systeemtransities en gedragsveranderingen. CLICKNL signaleert dat socio-technische systemen soms moeilijk te doorgronden zijn. Deze roadmap benadrukt het belang van onderzoek naar de impact van deze systemen op individuen, gemeenschappen en culturen. Met Value creation vraagt CLICKNL zich af hoe de creatieve industrie in kan spelen op veranderingen in de markt en de maatschappij. Daarnaast benoemt CLICKNL een aantal toepassingsgebieden waarop het onderzoek van de creatieve industrie van toepassing kan zijn: Healthcare, Food, Energy, Mobility, Cities, Retail, Media& Entertainment en Heritage (p20) 6