Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang

Transcriptie

1 Sociale en Geesteswetenschappen Call for proposals Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang 2017 Den Haag, november 2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

2 Inhoud 1 Inleiding Achtergrond Beschikbaar budget Geldigheidsduur call for proposals 1 2 Doel 2 3 Richtlijnen voor aanvragers Wie kan aanvragen Wat kan aangevraagd worden Wanneer kan aangevraagd worden Het opstellen van de aanvraag Specifieke subsidievoorwaarden Het indienen van een aanvraag 4 4 Beoordelingsprocedure Procedure Criteria 5 5 Contact en overige informatie Contact Inhoudelijke vragen Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC Overige informatie 6 6 Bijlage(n) 7

3 1 Hoofdstuk 1: Inleiding / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Deze call for proposals beschrijft de doelstelling, voorwaarden, criteria en richtlijnen voor onderzoeksvoorstellen op het terrein van archeologische vondsten van (inter)nationaal belang. Het gaat om recente (de opgravingen moeten zijn aangevangen na 1 september 2007) vondsten in Nederland. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft evenals in 2016 in totaal een bedrag van ,- vrijgemaakt voor wetenschappelijk onderzoek naar archeologische vondsten van (inter)nationaal belang. De achtergrond hiervan is het besluit van de Tweede Kamer om middelen beschikbaar te stellen voor dit doel (amendement Van Veen c.s. bij de behandeling van de cultuurbegroting 2016). Op basis van gesprekken met aanvragers en de sector archeologie over de in 2016 uitgeschreven call voor verdiepend wetenschappelijk onderzoek naar vondsten van (inter)nationaal belang, heeft de minister van OCW geconcludeerd dat deze in een behoefte voorziet en heeft zij NWO gevraagd om de call in 2017 te herhalen. Daarbij zijn de ervaringen uit 2016 gebruikt om de call op enkele punten aan te scherpen. De belangrijkste aanpassingen ten opzichte van 2016 zijn dat de aanvangsdatum van de opgraving is verschoven naar 1 september 2007 en dat in plaats van om een zoveel mogelijk afgeronde basisrapportage wordt gevraagd om het Programma van Eisen (PvE). In het geval de opgraving voor 1 maart 2016 is voltooid dient een afgeronde basisrapportage beschikbaar te zijn. NWO zet haar instrumentarium in om de beschikbare middelen voor het onderzoek naar recente archeologische vondsten in Nederland van (inter)nationaal belang beschikbaar te stellen. Voor meer informatie zie de Frequently Asked Questions op de website van NWO, onderaan de webpagina van dit financieringsinstrument). 1.2 Beschikbaar budget Het beschikbare budget is in totaal Geldigheidsduur call for proposals Deze call for proposals is geldig tot en met de sluitingsdatum 1 maart 2018, om 14:00 uur CEST.

4 2 Hoofdstuk 2: Doel / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang 2 Doel Achtergrond Bij de behandeling van de cultuurbegroting 2018 is opnieuw een bedrag van vrijgemaakt voor een fonds of subsidieregeling voor wetenschappelijk onderzoek naar (recente) uitzonderlijke archeologische vondsten in Nederland van (inter)nationaal belang. Hiermee neemt het Rijk een grotere rol bij bijzondere vondsten zonder de verantwoordelijkheid van verstoorders over te nemen. Onderliggende overweging hierbij is dat de samenleving zou moeten profiteren van deze vondsten. Onderzoek Aanvragen hebben betrekking op wetenschappelijk verdiepend onderzoek naar recente archeologische vondsten in Nederland van (inter)nationaal belang. Het aan te vragen onderzoek dient inhoudelijk aan te sluiten bij de nieuwe Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (NOaA 2.0). Met recent wordt bedoeld dat het moet gaan om opgravingen die zijn aangevangen (aanmelding in Archis) na 1 september De aanvraag dient te worden vergezeld van een Programma van Eisen (PvE) waarin het onderzoekskader en de randvoorwaarden van het onderzoek zijn verwoord. Indien de opgraving is voltooid voor 1 maart 2016, dient tevens een afgeronde basisrapportage beschikbaar te zijn. Het PvE en, indien van toepassing de basisrapportage, dienen aan de standaardeisen (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, KNA 3.3) te voldoen. Tevens dient de aanvraag duidelijk te maken hoe het verdiepend onderzoek waarvoor subsidie wordt aangevraagd zich tot het basisonderzoek verhoudt. Het is niet toegestaan om de subsidie te gebruiken voor het uitvoeren of rapporteren van het basisonderzoek. Het is zeer lastig om op voorhand vast te stellen wat vondsten van (inter)nationaal belang precies zijn. Een intersubjectief deskundigenoordeel is de enige manier waarop hier verantwoord beslissingen over genomen kunnen worden. Bij deze call for proposals voorziet de beoordelingscommissie in dit intersubjectieve deskundigenoordeel. Kennisbenutting / presentatie Elke aanvraag moet een onderdeel kennisbenutting hebben. Het betreft de presentatie van de resultaten van het onderzoek (en van de vondst) voor een breed, bovenregionaal publiek. Voor de kennisbenutting wordt gebruik gemaakt van effectieve presentatiemiddelen. Samenwerking De gemeente waar de archeologische vondst is gedaan waarop de aanvraag betrekking heeft, moet een verklaring afgeven waaruit blijkt dat deze instemt met het voorgestelde onderzoek. Een instemmingsverklaring van de Burgemeester en Wethouders (B en W) van de gemeente volstaat. In deze verklaring beschrijft de gemeente op welke manier zij betrokken is bij zowel het onderzoek als de presentatie. Er is geen sprake van verplichte cofinanciering. Voor deze instemmingsverklaring is een format opgesteld, zie paragraaf 6.1. Digitalisering Aan elk project wordt de voorwaarde verbonden dat de daaruit voortkomende onderzoeksdata uiterlijk twee jaar na oplevering vrij toegankelijk dienen te zijn bij het KNAW- en NWO-instituut voor Data Archiving and Networked Services (DANS) of op een vergelijkbare wijze als bij DANS verkrijgbaar zijn ten behoeve van gebruik door derden.

5 3 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang 3 Richtlijnen voor aanvragers 3.1 Wie kan aanvragen Aanvragen kunnen worden ingediend door senioronderzoekers, dat wil zeggen ervaren, gepromoveerde onderzoekers die gedurende het aanvraagproces en de gehele looptijd van het project een aanstelling hebben bij een: Nederlandse kennisinstelling en/of gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf 1 of het Rijksmuseum van Oudheden. De aanvrager mag zowel in vaste als in tijdelijke dienst zijn bij de betreffende instelling. Aanvragers moeten met de aanvraag een verklaring indienen waaruit blijkt dat de betreffende instelling akkoord is met alle voorwaarden waaraan voor uitvoering van het project moet worden voldaan. Voor deze akkoordverklaring is een format opgesteld, zie paragraaf 6.1. Ad 1. Conform de regeling Subsidieverlening NWO art. 1.1 worden tot de Nederlandse kennisinstellingen gerekend: - Nederlandse universiteiten; - KNAW- en NWO-instituten; - het Nederlands Kanker Instituut; - het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen; - de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble; - NCB Naturalis; - Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL). NB: Ruim voldoende tijd in voor de instemmingsverklaring van de gemeente en de akkoordverklaring van de instelling. 3.2 Wat kan aangevraagd worden Er kan subsidie worden aangevraagd voor zowel de personele als materiële invulling. Het aan te vragen budget is minimaal en maximaal De looptijd van projecten is maximaal twee jaar. Ingeval het benodigde budget de maximale subsidieomvang te boven gaat, is medefinanciering vereist van de kennisinstelling of een publieke of private partij. Indien het project wordt gehonoreerd, dient deze partij een matchingsverklaring naar NWO te sturen waarin zij verklaart de meerkosten bovenop de maximale NWO-financiering te financieren. Elke aanvraag dient tenminste één door NWO te financieren onderzoeker te hebben. Voor aanvragen van senioronderzoekers verbonden aan een Nederlandse kennisinstelling is dat een postdoc; voor aanvragen van senioronderzoekers verbonden aan een gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden is dat een senioronderzoeker. 1 Een archeologisch bedrijf dat over een opgravingsvergunning of -certificaat beschikt. 2 Let op: als u subsidie voor (een) postdoc(s) aanvraagt, is een benchfee à per postdoc een verplichte begrotingspost. Het totaal aan te vragen bedrag is dan inclusief benchfee.

6 4 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang Personele en materiële invulling Voor aanvragen van senioronderzoekers verbonden aan een Nederlandse kennisinstelling a. Subsidies voor postdocs b. Vervangingssubsidies c. Kosten van tijdelijk niet-wetenschappelijk personeel Ad a. Subsidies voor postdocs Toelichting: de minimale omvang van een aanstelling als postdoc is 0,5 fte voor de duur van 1 jaar. De personeelslasten zijn subsidiabel conform het meest recente akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek. Het akkoord en de maximumbedragen voor personeelslasten zijn respectievelijk te vinden op en Bij aanvang van het onderzoek wordt een benchfee van 5.000,- per postdoc ter beschikking gesteld aan de aanvrager, ten behoeve van de postdoc(s). De benchfee is onder meer bedoeld voor stimulering van de wetenschappelijke carrière en voor congresbezoek. Ad b. Vervangingssubsidies Toelichting: de hoofd- en mede-aanvrager(s) van Nederlandse kennisinstellingen kunnen niet tegelijk ook uitvoerder (postdoc) zijn van een project. Wel kan voor de aanvragers vervangingssubsidie worden aangevraagd. Met de vervangingssubsidie kan de werkgever de kosten dekken van de vervanger die het niet-onderzoeksdeel van de taken van de betreffende hoofd- en medeaanvragers(s) overneemt (dit betreft onderwijs-, bestuurs-, beheers- en begeleidingstaken). Voor de hoofdaanvrager mag de vervangingssubsidie worden gebruikt ten behoeve van de projectleiding, het uitvoeren van valorisatieactiviteiten en het schrijven van de eindpublicatie(s). Voor de (eventuele) medeaanvrager(s) mag de vervangingssubsidie worden ingezet voor het uitvoeren van valorisatie-activiteiten en het schrijven van de eindpublicatie(s). De maximale fte-omvang voor vervanging bedraagt 0,5 fte. Het maximaal aan te vragen normbedrag is in totaal (dat is voor de gehele vervangingscomponent van de aanvraag) bij een vrijstelling van 0,5 fte voor een periode van 24 maanden. Vrijstellingen van een kleinere omvang worden naar rato verrekend. Ad c. Kosten van tijdelijk niet-wetenschappelijk personeel, bijvoorbeeld een student-assistent, tekenaar of analist ter ondersteuning van het project Toelichting: De personele kosten van niet-wetenschappelijk personeel bij een Nederlandse kennisinstelling zijn conform de normen die hiervoor zijn vastgelegd in het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van NWO en VSNU (NWP-HBO-salaristabellen). Deze zijn raadpleegbaar op de website: ww.nwo.nl/contractvsnu. Er geldt voor deze begrotingspost een maximale bijdrage van ,- per aanvraag. De gerealiseerde fte-duur en -omvang en de gerealiseerde kosten in de financiële verantwoording dienen aan het einde van de looptijd van het project te worden gespecificeerd. Voor aanvragen van senioronderzoekers verbonden aan een gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden d. Salariskosten van senioronderzoekers werkzaam binnen een gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden

7 5 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang e. Inhuur van niet-wetenschappelijk personeel op basis van facturatie Ad d. Salariskosten voor senioronderzoekers werkzaam binnen een gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden Toelichting: Hoofdaanvragers die werkzaam zijn bij een niet-kennisinstelling kunnen zelf de uitvoerende senioronderzoeker zijn. De aanvraag dient tenminste een senioronderzoeker te hebben met een minimale omvang van 0,5 fte voor de duur van 1 jaar. Het is mogelijk dat de aanvraag daarnaast ook op (een) senioronderzoeker(s) betrekking heeft met een omvang minder dan 0,5 fte en voor een kortere periode dan 1 jaar. De personele kosten dienen gebaseerd te zijn op de werkelijke salariskosten 3 die direct ten behoeve van de uitvoering van het project gemaakt worden, met als proviso dat het uurtarief niet hoger mag zijn dan 125. In de financiële verantwoording van het project aan het einde van de looptijd, dienen naast de werkelijke salariskosten (zie voetnoot 3) ook de gerealiseerde fte-duur en - omvang van deze salariskosten te worden gespecificeerd. Ad e. Inhuur van niet-wetenschappelijk personeel op basis van facturatie Toelichting: De personele kosten van niet-wetenschappelijk personeel bij een gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden dienen gebaseerd te zijn op de werkelijke salariskosten (zie voetnoot 3) die direct ten behoeve van de uitvoering van het onderzoek gemaakt worden. Er geldt voor deze begrotingspost een maximale bijdrage van ,- per aanvraag en een maximum uurtarief van 125. De gerealiseerde fte-duur en - omvang en de gerealiseerde kosten in de financiële verantwoording dienen aan het einde van de looptijd van het project te worden gespecificeerd. Voor aanvragen van senioronderzoekers verbonden aan een Nederlandse kennisinstelling én van senioronderzoekers verbonden aan een gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden f. Materiële kosten Ad f. Materiële kosten Toelichting: Dit kunnen zowel kosten van kennisbenutting/presentatie van de onderzoeksresultaten als reiskosten, kosten voor analyses en materialen zijn. Als materiële kosten worden opgevoerd, moeten aanvragers goed onderbouwen waarom deze kosten noodzakelijk zijn. De posten dienen in de aanvraag duidelijk te worden gespecificeerd. Kosten die niet vergoed worden Kosten van infrastructuur (huisvesting, kantoorautomatisering, etc.) en overhead worden niet vergoed, evenals kosten van de digitale archivering van de onderzoeksdata, woon-werkverkeer en posten onvoorzien. 3 Onder werkelijke salariskosten wordt verstaan het brutosalaris plus opslag voor sociale lasten/werkgeverslasten. Het betreft hier een maximaal tarief dat gedurende de looptijd van het project niet mag veranderen en vooraf duidelijk dient te worden onderbouwd. Het is een vereiste dat voor deze aanstelling een deugdelijke urenadministratie wordt bijgehouden en kan worden overlegd aan NWO. Een op te leveren controle verklaring kan deel uitmaken van de subsidievaststelling.

8 6 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang 3.3 Wanneer kan aangevraagd worden De sluitingsdatum voor het indienen van aanvragen is 1 maart 2018, om 14:00 uur CEST. 3.4 Het opstellen van de aanvraag - Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de webpagina van het betreffende financieringsinstrument). - Vul het aanvraagformulier in. - Sla het formulier op als pdf en upload het in ISAAC. - Download het begrotingsformat vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de webpagina van het betreffende financieringsinstrument). - Vul het begrotingsformat in. - Sla het begrotingsformat op als pdf en upload het in ISAAC. - Sla het PvE op als pdf en upload het in ISAAC. - Sla de instemmingsverklaring van de (B en W van de) gemeente op als pdf en upload deze in ISAAC. - Sla de akkoordverklaring van de betreffende instelling op als pdf en upload deze in ISAAC. Aanbevelingsbrieven of andersoortige referenties worden niet in behandeling genomen. 3.5 Specifieke subsidievoorwaarden Voor deze call for proposals zijn de NWO Regeling Subsidies, versie 1 mei 2017 ( en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek ( van toepassing. Verder moeten aanvragen voldoen aan de eisen zoals beschreven in de volgende paragrafen. Programma van Eisen en basisrapportage De aanvraag dient te worden vergezeld van een Programma van Eisen (PvE) waarin het onderzoekskader en de randvoorwaarden van het onderzoek zijn verwoord. Indien de opgraving is voltooid voor 1 maart 2016, dient tevens een afgeronde basisrapportage beschikbaar te zijn. Het PvE en, indien van toepassing de basisrapportage, dienen aan de standaardeisen (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, KNA 3.3) te voldoen. Tevens dient de aanvraag duidelijk te maken hoe het verdiepend onderzoek waarvoor subsidie wordt aangevraagd zich tot het basisonderzoek verhoudt. Het is niet toegestaan om de subsidie te gebruiken voor het uitvoeren of rapporteren van het basisonderzoek. Instemmingsverklaring van de gemeente De aanvraag moet vergezeld gaan van een door de (B en W van de) gemeente afgegeven verklaring waaruit de bereidheid blijkt dat deze instemt met het voorgestelde onderzoek. In deze verklaring beschrijft de gemeente op welke manier zij betrokken is bij zowel het onderzoek als de presentatie. Akkoordverklaring Een aanvraag moet vergezeld gaan van een verklaring waaruit blijkt dat de betreffende instelling akkoord is met alle voorwaarden waaraan voor uitvoering van het project moet worden voldaan.

9 7 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang Digitale archivering Aan elk project wordt de voorwaarde verbonden dat de daaruit voortkomende onderzoeksdata uiterlijk twee jaar na oplevering vrij toegankelijk dienen te zijn bij het KNAW- en NWO-instituut voor Data Archiving and Networked Services (DANS) of op een vergelijkbare wijze als bij DANS verkrijgbaar zijn ten behoeve van gebruik door derden. Open Access Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen onmiddellijk (op het moment van publicatie) wereldwijd vrij toegankelijk te zijn (Open Access). Er zijn verschillende manieren voor onderzoekers om Open Access te publiceren. Een uitgebreide toelichting hierop vindt u op Nagoya Protocol Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruik maken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol ( NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen. Ethische aspecten Voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat onderzoeksaanvragen die ethische vragen kunnen oproepen, zorgvuldig worden behandeld. Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) of een Dier Experimenten Commissie (DEC) nodig. Daarnaast is voor bepaalde onderzoeksaanvragen een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden onderzoek (CCMO), bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies is informatie over DEC te vinden en bij o.a. de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar. Bij een aanvrager berust de verantwoordelijkheid om na te gaan of zijn/haar onderzoeksaanvraag ethische vragen op kan roepen en zo ja, dat deze een goedkeurende verklaring verkrijgt van de juiste ethische commissie en/of een vergunning op grond van de WBO, indien nodig. NWO onderschrijft de code Openheid Dierproeven en de code Biosecurity. Een onderzoeksproject kan pas starten als NWO (indien nodig) een kopie van de goedkeurende ethische verklaring en/of vergunning WBO ontvangen heeft. Voor complexe vragen op het gebied van ethische vraagstukken, behoudt NWO zich het recht voor een externe adviseur te raadplegen. Indien NWO na overleg met de aanvrager van mening is dat een ethische toets voor een aanvraag nodig is, is de aanvrager verplicht alsnog maatregelen te nemen voor een toetsing door een ethische commissie. Bij het uitblijven van een noodzakelijke goedkeurende verklaring van een ethische commissie wordt de subsidie ingetrokken. 3.6 Het indienen van een aanvraag Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC ( Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via

10 8 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang zijn/haar eigen ISAAC-account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen. Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u online enkele aanvullende gegevens in te voeren. Ruim hier voldoende tijd voor in. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC helpdesk, zie paragraaf

11 9 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang 4 Beoordelingsprocedure 4.1 Procedure Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en voor betrokken NWO-medewerkers is de NWO-code belangenverstrengeling van toepassing ( De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in paragraaf van deze Call for proposals toegepast. Het domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen stelt een beoordelingscommissie in. Deze bestaat uit ca. vier leden met expertise op het terrein waartoe deze call for proposals zich uitstrekt. De beoordelingscommissie: - bespreekt de aanvragen en stelt per aanvraag een korte schriftelijke (voorlopige) beoordeling op aan de hand van de gestelde criteria (zie 4.2.2) en stelt een voorlopige prioriteitsvolgorde op. De schriftelijke oordelen worden aan de aanvragers verzonden. Zij kunnen deze gebruiken ter voorbereiding op het interview; - nodigt in principe alle aanvragers uit voor een interview. Wanneer er meer dan 10 aanvragen 4 in behandeling worden genomen, nodigt de commissie in principe de aanvragers van de 10 hoogst geprioriteerde aanvragen uit voor een interview. De overige aanvragers worden in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de voorlopige oordelen van de commissie; - beoordeelt en prioriteert de aanvragen op basis van het hele dossier (aanvraag en wederhoor, nl. het interview, of - in het geval er meer dan 10 aanvragen worden ontvangen de schriftelijke reactie van de aanvragers vanaf de als elfde geprioriteerde aanvraag) aan de hand van de vastgestelde criteria en stelt een honoreringsadvies voor het domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen op. Het domeinbestuur toetst de procedure marginaal en stelt vervolgens op basis van de voordracht van de beoordelingscommissie de definitieve beoordeling van de aanvragen vast en neemt een besluit over de honorering. De aanvragers worden over de uitslag geïnformeerd en ontvangen daarbij een beoordelingsrapport. NWO voorziet alle aanvragen van een kwalificatie (excellent, zeer goed, goed, ontoereikend). Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit over het al dan niet toekennen van financiering. Voor meer informatie over de kwalificaties zie: 4 Het aantal van tien is in lijn met de regel die NWO hanteert, namelijk om desgewenst een aangepaste procedure uit te voeren wanneer er 4 keer zoveel aanvragen worden ingediend als gefinancierd kunnen worden.

12 10 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang Globaal tijdpad 1 maart 2018, 14:00 uur (CEST) Deadline indienen aanvragen. Maart april 2018 De beoordelingscommissie bespreekt de aanvragen en stelt per aanvraag een schriftelijke (voorlopige) beoordeling op. April 2018 De beoordelingscommissie nodigt alle aanvragers uit te reageren op de voorlopige beoordeling (via een interview of via een schriftelijk reactie) en stelt een advies voor honorering op. Mei 2018 Het domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen besluit op basis van het advies van de beoordelingscommissie over honorering. De aanvragers ontvangen bericht over de uitslag. 4.2 Criteria Criteria ontvankelijkheid De administratieve ontvankelijkheid van de aanvragen wordt op het bureau vastgesteld. Een aanvraag wordt niet toegelaten tot de ronde, als deze onvolledig of niet correct is ingevuld en de aanvrager niet op tijd heeft voldaan aan het verzoek een gecorrigeerde aanvraag in te dienen 5. In concreto neemt NWO geen aanvragen in behandeling waarbij zich één of meer van de volgende situaties voordoet. De aanvraag: 1. heeft geen betrekking op het in deze call for proposals beschreven onderzoeksgebied; 2. betreft geen recente vondst / opgraving die is aangevangen aangemeld in Archis - na 1 september 2007; 3. is niet ingediend via ISAAC; 4. is ingediend na de deadline; 5. voldoet niet aan het gestelde format / de richtlijnen voor het opstellen van een aanvraag; 6. is niet ingediend door een senioronderzoeker die gedurende het aanvraagproces en de gehele looptijd van het project is aangesteld aan een 5 Wanneer correctie van de aanvraag of het alsnog aanleveren van vereiste bijdragen mogelijk is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om haar/zijn aanvraag binnen 48 uur aan te passen en/of de vereiste bijdragen aan te leveren. Alleen als de aanvrager hieraan niet kan of wil voldoen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. Is de aanvraag tijdig gecorrigeerd, dan zal deze, uiteraard alleen wanneer de aanvraag aan de ontvankelijkheidscriteria voldoet, alsnog in behandeling worden genomen.

13 11 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang Nederlandse kennisinstelling, bij een gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden - dit geldt voor zowel hoofd- als mede-aanvragers; 7. bevat onderzoekskosten die al eerder zijn gesubsidieerd of waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan; 8. gaat niet vergezeld van een instemmingsverklaring van de (B en W van de) gemeente waar de archeologische vondst is gedaan waarop het voorgestelde onderzoek betrekking heeft; 9. gaat niet vergezeld van een akkoordverklaring van de betreffende kennisinstelling of gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden; 10. gaat niet vergezeld van een PvE waarin het onderzoekskader en de randvoorwaarden van het onderzoek zijn verwoord. Tenslotte geldt dat: alle in de aanvraag genoemde (beoogde) uitvoerders, samenwerkingspartners, adviseurs, etc. er door de aanvrager(s) van op de hoogte zijn gesteld dat zij in het voorstel zijn opgenomen Criteria beoordeling Voor de beoordeling van de aanvragen gelden de volgende criteria: I. Wetenschappelijke kwaliteit - Kwaliteit van het voorgestelde onderzoek; - Helderheid van de probleemstelling; - Wetenschappelijk (internationaal) belang van het voorgestelde onderzoek; - Plan van aanpak en geschiktheid van de benadering/methodologie; - Haalbaarheid van het voorgestelde onderzoek en het werkplan; - Kwaliteit van de onderzoeksgroep en track-record van de onderzoekers. II. Relevantie - Mate waarin het onderzoek aansluit bij de NOaA 2.0; - Mate van (inter)nationaal belang van de vondst waarop het voorgestelde onderzoek zich richt; - Kwaliteit van het basisonderzoek: * Is het basisonderzoek afgerond en is er een basisrapport beschikbaar? * Indien het basisonderzoek nog niet is afgerond, wat is dan de status ervan? * Is het basisonderzoek conform de standaardeisen (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, KNA 3.3) uitgevoerd? * Hoe verhoudt het verdiepend onderzoek waarvoor subsidie wordt aangevraagd zich tot het basisonderzoek? Heeft de aanvraag geen betrekking op de uitvoering of de rapportering van het basisonderzoek? III. Kennisbenutting / presentatie - (Meer)waarde van de samenwerking met derden ten aanzien van zowel het onderzoek als de presentatie van de vondst: * zijn de goede partijen betrokken? * wat is hun rol bij het voorgestelde onderzoek? (incl. de rol van de gemeente)

14 12 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang * wat is hun rol bij de presentatie? (incl. de rol van de gemeente) - Kwaliteit van het plan voor de kennisbenutting / presentatie van de onderzoeksresultaten: * is er een concreet plan voor de presentatie? * is de wijze van presentatie effectief? * richt de presentatie zich op een breed (bovenregionaal) publiek? De beoordelingscriteria ad I tellen 50% mee, de beoordelingscriteria ad II en II vormen elk 25% van het totaaloordeel. Om in aanmerking te komen voor financiering moeten de aanvragen op alle criteria tenminste de kwalificatie goed scoren (zie 4.1). Aanvragen die op een of meer criteria de kwalificatie ontoereikend toegekend krijgen, komen niet in aanmerking voor financiering.

15 13 Hoofdstuk 5: Contact en overige informatie / Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang 5 Contact en overige informatie 5.1 Contact Inhoudelijke vragen Voor inhoudelijke vragen over Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang en deze call for proposals neemt u contact op met: Dr. W. Paul van Pelt Mailadres: p.vanpelt@nwo.nl Tel: +31 (0) Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van tot uur op telefoonnummer U kunt uw vraag ook per stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.

16 6 Bijlage(n) Bijlage 6.1 Aanvraagformulier ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN VAN INTERNATIONAAL BELANG RICHTLIJNEN VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN FINANCIERINGSAANVRAAG Algemeen Voor het indienen van een aanvraag dient u gebruik te maken van dit formulier. Bij het invullen baseert u zich op de in de call for proposals beschreven informatie en richtlijnen. Vervolgens slaat u het formulier op als pdf en upload het in ISAAC. Om een goede verwerking van uw aanvraag te garanderen mag de pdf niet beveiligd zijn. Aanvragen mogen zowel in het Engels als in het Nederlands opgesteld worden, in een standaard font (minimaal 11 pt, met uitzondering van literatuurreferenties waarvoor 9 pt toegestaan is). Aanbevelingsbrieven of andersoortige referenties worden niet in behandeling genomen. NB. Pagina 2 van dit formulier is de eerste pagina van de pdf die u indient. I. Instemmingsverklaring Gemeente U dient een instemmingsverklaring toe te voegen van de (B en W van de) gemeente waar de archeologische vondst is gedaan waarop het voorgestelde project betrekking heeft. Deze verklaring slaat u op als pdf en upload u in ISAAC. De instemmingsverklaring bevat de volgende onderdelen: a. de titel van de aanvraag; b. een verklaring van de (B en W van de) gemeente dat deze d.m.v. een kopie van de aanvraag door de hoofdaanvrager op de hoogte is gebracht van de aanvraag en daarmee instemt; c. een korte beschrijving waaruit blijkt hoe de gemeente betrokken is bij zowel het onderzoek als bij de presentatie d. een handtekening van de (hoofd)aanvrager alsmede van de vertegenwoordiger van de gemeente, onder vermelding van plaats, datum en de volledige naam van de (hoofd)aanvrager en de gemeentelijke vertegenwoordiger. II Akkoordverklaring Instelling U dient een akkoordverklaring toe te voegen waaruit blijkt dat de betreffende instelling (universiteit/faculteit; gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden) akkoord is met alle voorwaarden waaraan voor uitvoering van het project moet worden voldaan. Deze verklaring slaat u op als pdf en upload u in ISAAC. De instemmingsverklaring (van de B en W) van de gemeente bevat de volgende onderdelen: a. de titel van de aanvraag; b. een verklaring dat het bevoegd gezag (bijv wethouder, directeur) van de betreffende instelling d.m.v. een kopie van de aanvraag door de (hoofd)aanvrager op de hoogte is gebracht van de aanvraag en akkoord is met alle voorwaarden waaraan voor uitvoering van het project moet worden voldaan; c. een verklaring dat de meerkosten bovenop de maximale NWO-financiering worden gefinancierd door de betreffende instelling; d. een handtekening van de (hoofd)aanvrager alsmede van de vertegenwoordiger van het bevoegd gezag, onder vermelding van plaats, datum en de volledige naam van de (hoofd)aanvrager en de vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. III Onderdelen subsidieaanvraag Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang 1. Project titel Vermeld een beknopte titel van de aanvraag.

17 2. Samenvatting Geef een korte samenvatting van het project (maximaal 250 woorden). Deze dient als toelichting op de titel van de aanvraag. 3. Hoofdaanvrager Vermeld hier de gegevens van de hoofdaanvrager (max. één persoon): titel, naam, voorletters, instelling, adres. De hoofdaanvrager draagt zowel de inhoudelijke als de financiële verantwoordelijkheid voor het onderzoek. 4. Mede-aanvrager(s) Vermeld hier de gegevens van eventuele mede-aanvragers (max. 3 personen): titel, naam, voorletters, instelling, adres. 5. Aanvang opgraving Vermeld hier wanneer de opgraving is aangevangen (aangemeld in Archis). 6. Discipline code Kies op de site de hoofd- en subdiscipline(s) die aansluiten bij uw aanvraag. Geef in onderstaande tabel uw hoofddisciplines in volgorde van belangrijkheid. Vermeld vervolgens in volgorde van belangrijkheid de subdiscipline(s) en de daarbij behorende code(s) (bijv. Archeologie overig, code ). U dient daarnaast de discipline codes ook in het betreffende veld in uw ISAAC-account in te voeren. Hoofddiscipline: Vul hier uw hoofddiscipline in Subdiscipline Disciplinecode: Naam: subdiscipline 1 subdiscipline 2 subdiscipline 3 Hoofddiscipline: Vul hier uw hoofddiscipline in Subdiscipline Disciplinecode: Naam: subdiscipline 1 subdiscipline 2 subdiscipline 3 7. Indiening elders Wanneer u nog elders een aanvraag gaat indienen voor dit project tijdens de behandeling in het kader van het instrument Archeologische vondsten van (inter)nationaal belang, moet u daarvan hier melding maken. Geef de datum aan, waarop u een definitief besluit verwacht en van welke organisatie. 8. Institutionele setting Geef aan waar het project in hoofdzaak zal worden uitgevoerd. In de regel zal dat de werkplek van de hoofdaanvrager zijn. 9. Subsidieperiode Vermeld de totale looptijd van het project en de beoogde startdatum. Het onderzoek dient maximaal zes maanden na toekenning van start te gaan. De maximale looptijd van twee jaar mag niet worden overschreden. 10. Samenstelling van het onderzoeksteam Geef in onderstaande tabel een overzicht van de beoogde uitvoerder(s) die direct bij de uitvoering van het onderzoek betrokken zal/zullen worden, met inbegrip van de aangevraagde posities. Zie paragraaf 3.2 van de call for proposals welke posities aangevraagd kunnen worden. Vermeld voor elke positie de beoogde looptijd (in maanden) en omvang (in fte). Indien de na(a)m(en) van de beoogde personen al bekend is/zijn, kunt u deze noemen. Indien de na(a)m(en) nog niet bekend is/zijn, dan vermeld u: nog niet bekend.

18 Uitvoerder(s) Posities (postdoc; vervanging; senioronderzoeker(s) werkzaam binnen een gemeente, regio, provincie, een erkend archeologisch bedrijf of het Rijksmuseum van Oudheden; niet-wetenschappelijk personeel) Naam (indien bekend) Instelling Looptijd (in maanden) en omvang (in fte) 11. Beschrijving van het voorgestelde onderzoek Geef een beschrijving van het voorgestelde project, rekening houdend met de criteria van beoordeling (zie sectie van de call for proposals), te weten I Wetenschappelijke kwaliteit - Kwaliteit van het voorgestelde onderzoek - Helderheid van de probleemstelling - Wetenschappelijk (internationaal) belang van het voorgestelde onderzoek - Plan van aanpak en geschiktheid van de benadering/methodologie - Haalbaarheid van het voorgestelde onderzoek en het werkplan - Kwaliteit van de onderzoeksgroep en track-record van de onderzoekers II Relevantie - Mate waarin het onderzoek aansluit bij de NoaA Mate van (inter)nationaal belang van de vondst waarop het voorgestelde onderzoek zich richt - Kwaliteit van het basisonderzoek * Is het basisonderzoek afgerond en is er een basisrapport beschikbaar? * Indien het basisonderzoek nog niet is afgerond, wat is dan de status ervan? * Is het basisonderzoek conform de standaardeisen (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, KNA 3.3) uitgevoerd? * Hoe verhoudt het verdiepend onderzoek waarvoor subsidie wordt aangevraagd zich tot het basisonderzoek? Heeft de aanvraag geen betrekking op de uitvoering of de rapportering van het basisonderzoek? III) Kennisbenutting /Presentatie - (Meer)waarde van de samenwerking met derden ten aanzien van zowel het onderzoek als de presentatie van de vondst * zijn de goede partijen betrokken? * wat is hun rol bij het voorgestelde onderzoek? (incl. de rol van de gemeente) * wat is hun rol bij de presentatie? (incl. de rol van de gemeente) - Kwaliteit van het plan voor de kennisbenutting / presentatie van de onderzoeksresultaten * is er een concreet plan voor de presentatie? * is de wijze van presentatie effectief? * richt de presentatie zich op een breed (bovenregionaal) publiek? 12. Aantal woorden Het maximaal aantal toegestane woorden voor deze beschrijving bedraagt 2500 woorden. Vermeld het aantal woorden dat u hebt gebruikt. 13. Werkprogramma Specificeer en faseer het werkplan voor de beoogde financieringsperiode (maximaal twee jaar) in een overzichtelijke tabel. Het is van belang dat u een nauwkeurige planning opgeeft. Ook voor vakanties moet de benodigde tijd worden uitgetrokken. 14. Beoogde (onderzoeks)resultaten

19 Vermeld in een overzichtelijk schema of in een tabel welke (onderzoeks)resultaten worden beoogd, op welke wijze deze worden gepubliceerd/gecommuniceerd, en wanneer dat volgens planning gebeurt. Het is van belang dat u zo concreet en duidelijk mogelijk aangeeft wat de beoogde resultaten zijn. Het gaat hierbij om a. wetenschappelijke publicaties (bijv. monografie(ën), bronnenuitgave, serie artikelen, bundels, publieksboeken). U dient niet alleen het aantal publicaties te vermelden, maar u moet ook aangeven in welke tijdschriften ze gepubliceerd zullen worden. b. de resultaten van het onderzoek (en van de vondst) voor een breed, bovenregionaal publiek (bijv. websites, publieksboeken, catalogi, tentoonstellingen). 15. Kort Curriculum Vitae van de hoofdaanvrager Geef in max. 1 pagina A4 een beknopt curriculum vitae van de hoofdaanvrager. Wanneer de verantwoordelijkheid van het project niet bij u berust, maar bij de mede-aanvrager, neem dan tevens een beknopt cv van de desbetreffende persoon op. Het cv van beide personen samen beslaat in dat geval eveneens max. 1 pagina A4. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat u een uitputtend curriculum vitae aanlevert. U dient zich te beperken tot die aangelegenheden die voor het beoordelen van deze aanvraag van belang zijn. Vermeld ook een selectie van de kernpublicaties van de hoofdaanvrager en de medeaanvrager, indien deze als dagelijks begeleider optreedt (maximaal 5 publicaties per persoon). 16. Onderzoeksbudget Gebruik voor het opstellen van het projectbudget het begrotingsformat (Excel-document) dat gedownload kan worden via de financieringspagina. 17. Ethische aspecten Geef aan of het onderzoek onderdelen bevat die ethisch gevoelig zijn bij de uitvoering ervan (bijvoorbeeld met betrekking tot de privacy van personen, de opslag van data, de betrokkenheid van patiënten). Zo ja, geef aan welke onderdelen uit het onderzoek dit betreft, en hoe deze zullen worden geadresseerd. Indien er sprake is van een (mogelijke) ethische toetsingsverplichting dient u dit eveneens te vermelden. 18. Publieksamenvatting U dient van uw voorgenomen project een Nederlandstalige publiekssamenvatting in maximaal 50 woorden te geven. De publiekssamenvatting is bedoeld voor een breed publiek. Voorzie deze samenvatting van een pakkende Nederlandse titel. Deze kan door NWO gebruikt worden voor publicitaire doeleinden. Aanwijzingen en voorbeelden vindt u via In geval van toekenning van de financiering kan de publiekssamenvatting door NWO tevens voor publicitaire doeleinden worden gebruikt. Wetenschappelijke Integriteit Door het indienen van dit document verklaart de aanvrager te voldoen aan de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2014 (VSNU). Uitgave: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Bezoekadres: Laan van Nieuw Oost-Indië CE Den Haag november 2017

20