Jaarverslag 2010 Statutaire Vergadering BVV 19 maart 2011

Transcriptie

1 Jaarverslag 2010 Statutaire Vergadering BVV 19 maart 2011 Het jaar 2010 was een jaar met heel wat onzekerheden, maar uiteindelijk ook met veel realisaties. Er werden middelen vrijgemaakt voor de brandweer waardoor de OPZ s in werking zijn getreden, ofschoon zonder rechtspersoonlijkheid. Er werd een verbindingsofficier brandweer aangesteld op het kabinet van minister Turtelboom, waardoor we een betere grip kregen op brandweerdossiers. In het kader van de opleiding werden er subsidies gegeven aan de brandweerscholen, werd de cursus brandweerman vernieuwd en zijn er werkgroepen opgericht om vorm te geven aan de hervorming van de brandweeropleidingen. En dat zijn maar enkele van de verwezenlijkingen. Laten we alles eens in vogelvlucht overlopen. Verslag Februari werd enigszins in mineur afgesloten. De hervorming zou immers niet doorgaan. Om een opening te creëren had de voorzitter in december een informeel gesprek met de minister en na Nieuwjaar volgde een officieel gesprek. De voorzitter deed daar het voorstel om via een stappenplan tot een zonewerking te komen. Deze werking zou dan federaal ondersteund worden aan de hand van een convenant en enveloppenfinanciering. BVV benadrukte het belang van de rechtspersoonlijkheid hierin. De voorzitter kon de minister ook overtuigen om te werken met een verbindingsofficier. De BVV directeur werd hierbij naar voor gedragen. De Waalse collega s gingen op dat moment (nog) niet akkoord met de eenzijdige Vlaamse invulling. Indien De BVV directeur verbindingsofficier zou worden, moest zijn functie vacant worden verklaard om de dagdagelijkse BVV werking niet te belemmeren. Tot daar de positieve contacten met de minister. De samenwerking met het KCCE verliep de laatste maanden echter stroef. De cellen hadden in 2009 hun medewerking stop gezet en sinds eind december 2009 zat er ook geen BVV medewerker meer in de staff van het KCCE. Toch gingen de werkzaamheden onverstoord door ondanks het negatief advies van de federaties tegen de wezrkwijze van A. Damit als coördinator voor het KCCE. Het KCCE had een onrealistisch actieplan opgesteld, en zocht her en der medewerkers om dat stappenplan te realiseren. Om dit toch op een bepaalde manier in de hand te kunnen houden, richtte BVV een schrijven aan het KCCE en bood de medewerking van haar cellen aan. Binnen BVV zelf werd in februari de structuur aangepast om vlotter te kunnen werken. De RVB besliste voortaan maandelijks samen te komen. Het Directiecomité werd vervangen door Cellenoverleg opdat de cellen beter met elkaar zouden kunnen overleggen. Verslag Maart 2010 Een paar weken na het gesprek tussen de voorzitter en de minister, bevestigde deze laatste dat er een verbindingsofficier zou komen. Om budgettaire redenen kon er slechts één worden aangeworven. Dat zou onze directeur worden. Er werd een functieprofiel opgesteld voor een nieuwe BVV directeur. Een maand na het gesprek met de minister, was er over de financiering van de prezones nog geen zekerheid. De minister wachtte de begrotingscontrole af. Ondertussen maakte de FRCSB voor de minister een concreet voorstel op m.b.t. alle aspecten van de hervorming. De FRCSP schreef een lijvig document. BVV vond dat de tekst van de Franstalige collega s wel wat positieve elementen bevatte, maar we konden niet spreken van concreet uitgewerkt stappenplan. BVV had echter van haar kant al genoeg elementen aangereikt aan de administratie en het kabinet om iets op te stellen. 1/6

2 Naar aanleiding van ons schrijven naar het KCCE in februari, werd er overlegd tussen A. Damit en de cellen. A. Damit vond een samenwerking opportuun en was bereid bepaalde BVV projecten over te nemen, zoals het aflegsysteem. Maar, een tijdje nadien kreeg de BVV voorzitter, als lid van het beheerscomité van het KCCE, de uitnodiging om via mail het finaal voorstel van projecten en piloten van het KCCE goed te keuren. Ondanks een constructief gesprek met A.Damit werden de BVV projecten niet weerhouden in dit voorstel. BVV ging bijgevolg niet akkoord. Ook de FRCSB bracht een negatief advies uit. Dit voorstel hield immers geen rekening met de bezwaren die eerder waren geuit: de projecten pasten niet in een globale visie en de piloten waren nauwelijks gekend. De beslissing via dit overleg werd genomen door 5 leden, waarvan 3 van IBZ en 2 van de brandweer. Het voorstel werd door de 3 IBZ leden goedgekeurd en bekrachtigd. Het aflegsysteem werd niet opgenomen in de KCCE projectenlijst. Als tegenzet gaf de RVB Cel 3 de opdracht het nieuw aflegsysteem, gecombineerd met binnenbrandbestrijding en straalpijptechnieken, verder uit te werken, zodat deze kon gepresenteerd worden op het BVV congres. Ondertussen werd er op IBZ met een werkgroep naarstig gewerkt aan de vernieuwde cursus brandweerman. De eerste cursusteksten werden geschreven en velen vonden dat de opleiding een serieus hoog niveau haalde, zelfs te volgens sommigen. De opzet was groot; er zouden instructiefilmpjes zijn, een website, oefenkaarten, enz. In september zou deze klaar zijn. De minister besliste in februari meer nadruk te leggen op sensibilisering van de burger. Ze kondigde een Nationaal Brandpreventieplan aan en riep de brandpreventieadviseurs in het leven. In dit kader werd door IBZ een Task Force in het leven geroepen waarin alle stakeholders, ook BVV, werden opgenomen. Verslag April 2010 In maart vond de statutaire vergadering plaats in Wervik. Dit was een succes dankzij de goede organisatie van het inrichtend korps. Het viel wel op dat het aantal aanwezigheden de laatste jaren daalt. De RVB stelde daarom voor om in het vervolg de activiteiten te stoppen s middags, met behoud van de nodige tijd voor een nababbel. In het kader van de ontwikkelingen omtrent de OPZ had BVV op 19 maart een vergadering met de FRCSPB in Mons. De bedoeling was om af te toetsen waar de standpunten van beide federaties gelijklopend waren. Dat was vrijwel op alle vlakken. Het verschil tussen de federaties bestond er in dat BVV vooral werkte rond de inhoud van het hervormingsdossier terwijl de Franstaligen alles vanuit een politieke hoek benaderden. Op 23 maart had de installatievergadering plaats van de validatiecommissie van het KCCE onder voorzitterschap van Chris Van De Voorde. Het project Binnenbrandbestrijding, inclusief aflegsysteem van BVV, werd uiteindelijk toch weerhouden door A. Damit. BVV leverde hiervoor 3 piloten af uit Cel 3. In maart kreeg de minister, tegen verwachting in, bij de begrotingscontrole geld los voor de brandweerhervorming. Het opstellen van visienota s en de vele vergaderingen hadden dan toch hun nut bewezen. Op 29 maart had de voorzitter in dit kader een ontbijtvergadering met de minister en de andere brandweerfederaties. De voorzitter had naar aanleiding van deze vergadering een uitgebreide nota opgesteld die kon dienen als basis stappenplan. De federaties kregen van de minister een overzicht van de besteding van de 32 mil. EUR: 23,8 milj. werd vrijgemaakt om de operationele werking prezones te verbeteren, 6 milj. werd besteed aan de brandweerscholen en 2,8 milj. werd uitgetrokken voor informaticaprogramma s en een rekruteringscampagne. Er werd de nadruk gelegd dat deze middelen recurrent waren. Verder werd ook gemeld dat rechtspersoonlijkheid, waar BVV zo op aan drong, niet mogelijk was volgens de FOD. Een waarom werd echter niet gegeven. Alles werd concreter. Ondertussen was ook beslist dat de verbindingsofficier mocht starten op 1 april. Dit zou van pas komen in de rand van de laatste ontwikkelingen. Bijgevolg werd de functie van directeur BVV vacant verklaard. 2/6 In maart ging BVV in zee met de firma Cayman om de website te vernieuwen en een nieuwe huisstijl aan te meten.

3 Verslag Mei 2010 Nu het zeker was dat er middelen waren voor de brandweerhervorming, moest er dringend een consensus gevonden worden bij de federaties over meerdere dossiers aangaande de OPZ om nadien tot een politieke consensus te komen. De extra kredieten voor de brandweer zouden immers enkel beschikbaar worden gesteld indien op politiek vlak een akkoord bestond over de besteding en de verdeling ervan. De federaties vergaderden meerdere keren met IBZ om tot een akkoord te komen. Een eerste heikel punt dat moest worden aangepakt was de verdeelsleutel. De discussie over de verdeelsleutel werd gestart op basis van een voorstel dat was uitgewerkt door de federale WG 3 financiën. Dit voorstel was voor de FRCSPB niet bespreekbaar wegens te weinig transparant en het te groot gewicht dat werd toegekend aan de factor risico. Er werden diverse formules ontwikkeld en simulaties uitgevoerd. BVV wou evenwel niet een verregaande polemiek aangaan, met het risico dat de middelen verloren zouden gaan door onenigheid over de verdeling ervan en koos voor het compromis. Uiteindelijk werd een lineaire formule weerhouden. De haven -korpsen Antwerpen, Gent en Brugge, reageerden op dit voorstel met de melding dat ze niet akkoord konden gaan. Ze wilden wel solidair zijn, maar niet in die mate. In het kader van de OPZ werd ook een MO opgesteld. Deze omzendbrief zou op 30 april 2010 verzonden worden. Een ander punt dat moest worden aangepakt was de levering van een risicoanalysetool. Gezien de OPZ een risicoanalyse moesten uitvoeren, werd door IBZ hiervoor een aanbesteding gelanceerd. In mei was de opening van de biedingen gebeurd. Er waren drie inschrijvers. Zij zouden elk aan een test worden onderworpen. Nog één van de vele dossiers waarover een consensus moest bereikt worden was het KB minimale middelen. Dit was een moeilijke bevalling. De Franstalige collega s vonden het voorstel dat de federale werkgroep reeds in 2009 had uitgewerkt een te strak keurslijf. Het voorstel van de werkgroep werd op enkele punten aangepast vanuit een globale visie aangepast aan de noden van de beide landsdelen. Op niveau van de BVV werking, kwam de RVB tot de vaststelling dat de vernieuwde structuur die in februari werd doorgevoerd niet optimaal werkte. Het structureel overleg kwam niet van de grond. De spilfiguur in de vernieuwde werking was de BVV directeur. De aanwerving mocht dus niet langer worden uitgesteld. De RVB besliste het licht op groen te zetten voor de aanwerving. Verslag Juni 2010 In mei diende Jos Dauwe na vele jaren dienst als secretaris BVV zijn ontslag in. Er werd beslist dat de communicatieverantwoordelijke deze taak over zou nemen. Mei was een vruchtbare maand en er werd naarstig verder gewerkt aan de lopende dossiers om een consensus te bereiken. Na veelvuldig overleg tussen de federaties en administratie was er een consensustekst MO afgewerkt. De overeenkomst voorzag 4 punten waaraan elke PZO moest voldoen: aanduiden van een coördinator, de SAH, uitvoeren van een risicoanalyse, herschikking en de aankoop van materieel. Ook rond het KB minimale middelen werd verder gewerkt. De Waalse collega s konden zich nog steeds niet vinden in de voorstellen die op tafel lagen, maar waren akkoord om, op voorstel van BVV, te kijken hoe het in Nederland georganiseerd is. In juni werden drie vergadermomenten vastgelegd om tot een oplossing te komen. Op het vlak van statuut ontstond in mei, zowaar uit het niets, enige commotie. De vakbonden hadden overleg gepleegd met de administratie over de light versie van het statuut voor het brandweerpersoneel. Hoewel BVV nooit officieel dit statuut light had ontvangen en daarover dus geen standpunt had gegeven, kreeg de voorzitter van vakbondszijde het verwijt dat BVV de pen had vastgehouden bij de opmaak van deze versie van het statuut. Na wat navraag bleek dat dit zogenaamde statuut light een initiatief was van de administratie om de prezones te depanneren, ttz. het mogelijk te maken om snel het extra personeel aan te trekken dat zal nodig zijn bij de brandweer om een goede zonewerking te realiseren. 3/6 Naar aanloop van het congres kwam op 18 mei een ad hoc werkgroep samen om het congres vorm te geven. Er werd gebrainstormd over het programma en de globale aanpak. Door gebruik te maken van

4 beelden, film en geluid moest de brandweerman overtuigd worden van het nut van procedures bij binnenbrandbestrijding. Binnen de FOD bogen diverse werkgroepen, met BVV medewerking, zich over de ontwikkeling van een nieuwe visie over de brandweeropleidingen. Er was een enorme verwevenheid met het statuut. De werkgroepen vertrokken immers vanuit de functieprofielen die waren goedgekeurd. Maar ondertussen waren hier aanpassingen aan gebeurd door de FOD, zonder hun medeweten. De werkgroepen staakten hun werkzaamheden tot er duidelijkheid werd geschapen. Ondertussen was de vacature voor BVV directeur al 4 weken bekend. De afsluiting van de kandidatuurstelling was op 31 mei. In totaal waren er 4 kandidaturen ingezonden. Er werd een jury samengesteld en er werden twee externen aangesproken die hieromtrent een programma zouden uitwerken. Verslag Augustus 2010 Zomertijd, komkommertijd ging niet op voor de brandweer. Er werd intens vergaderd met de administratie ADCV en de federaties om tot een finaal akkoord te komen over diverse dossiers zoals het ontwerp KB minimale middelen, de verdeelsleutel, een ontwerp van MO voor het opstarten van prezones. Dat wierp zijn vruchten af en alles kwam in een stroomversnelling. Op basis van de akkoorden tussen federaties was er politiek overleg dat resulteerde in een akkoord in de ministerraad van 20 juli. Dankzij dit politiek akkoord werden de budgetten vrijgemaakt. BVV kampte met een dubbel gevoel. Enerzijds was het goed dat het budget werd vrijgemaakt. Anderzijds was het praktisch onmogelijk om het budget op een efficiënte manier te besteden in De verdeelsleutel die uiteindelijk was overeengekomen, werd expliciet vastgelegd in de notificatie van de ministerraad van 20 juli Deze verdeelsleutel zou enkel gehanteerd worden om de federale middelen te verdelen om de prezones op te starten en dus voorlopig zijn. Tevens was over het ontwerp KB minimale middelen een akkoord bereikt, op basis van een compromis. Dit document werd in het kader van de vorming van de prezones gehanteerd als een richtlijn. Het eindproduct was een vereenvoudiging van voorgaande voorstellen. Het ontwerp MO OPZ werd ondertussen via IBZ naar alle zones verstuurd. Wat de risicotool betreft, was de onderhandelingsprocedure gestart. De 3 firma s hadden een nieuw voorstel ingediend en verdedigden dit de maand nadien. Indien alles zou verlopen zoals gepland, zou het in september waarschijnlijk op de ministerraad komen. Ook het statuut werd eindelijk weer aangepakt. Dit vooral naar aanleiding van de werkgroepen omtrent opleidingen die weigerden verder te werken alvorens klaarheid te hebben. Voor BVV werden de vergaderingen opgevolgd door Cel 1. Aan het zgn. statuut light, waar zoveel commotie rond was, werd niet meer verder gewerkt. IBZ zou voorrang geven aan het definitief vastleggen van de functieprofielen. Ondertussen kregen verschillende projecten in het KCCE goed vorm, mede dankzij de input van onze cellen. De SOP Redding grote huisdieren van Cel 2 werd opgenomen in het KCCE en Cel 4 werkte mee aan de uitwerking van een technische nota Multifunctionele autopomp op basis van een nota van de FOD. Ook het congres kreeg goed vorm. De lezing zou gegeven worden in DVD-vorm. De nadruk lag niet meer zozeer op het technische aspect van binnenbrandbestrijding, zoals origineel de bedoeling was. Er werd vertrokken van de vraag Hoeveel risico nemen we om een mens of gebouw te redden? De nadruk lag nu op het nemen van beslissingen onder tijdsdruk. Ondertussen was er ook een nieuw logo opgemaakt voor BVV. Op basis van dit logo werd een huisstijl gemaakt. Ook de website kreeg structuur en de nodige info hiervoor werd verzameld. In juli werden tevens de selecties gehouden voor een nieuwe BVV directeur. Eén dag voor de selectieproef haakten echter twee van de vier kandidaten af om persoonlijke redenen. Op 7 juli werden 2 kandidaten, onderworpen aan een selectieproef. Maar uiteindelijk bleken er geen kandidaten om uit te kiezen, aangezien de beste kandidaat zijn kandidatuur introk. Er werd voorgesteld om Guy Van de gaer weer aan boord te nemen. 4/6 Binnen het KCCE waren er ondertussen wat verschuivingen gebeurd. A. Damit vertrok terug naar BW Brussel. J. Schoups werd directeur van het KCCE en Christiaan Roets werd Diensthoofd Directie Opleidingen.

5 Verslag September 2010 Aangezien er toch heel wat vragen rezen omtrent de praktische aanpak van de oprichting van de OPZ s en de daarbij behorende overeenkomsten, gaf IBZ op vraag van BVV in september in de brandweerkazerne van Antwerpen toelichting. Dit bleek echter niet zo verhelderend als gehoopt. Iedereen werkte flink aan zijn overeenkomst om alles rond te hebben tegen de praktisch onmogelijke deadline van 15 september. Het was in 2010 wat stilletjes rond het 112-project, maar in september meldde de FOD werk te willen maken van de brandweerdispatching. Ze organiseerde daaromtrent een kick-off meeting. Uit de meeting bleek dat bij IBZ geen eensluidend standpunt bestond inzake de toekomstige dispatching. Binnen de BVV was er daarentegen een overwegende voorkeur om te gaan voor zonale dispatching, weliswaar aangevuld of in samenwerking met provinciale dispatching. In Antwerpen bestond reeds een werkgroep omtrent dispatching, die een visie had ontwikkeld van de brandweerverwachtingen ter zake. BVV gaf een afgevaardigde het mandaat om met de tekst van de werkgroep Antwerpen verder als het BVV standpunt deel te nemen aan de besprekingen met de FOD. Verslag Oktober 2010 De administratie wilde snel werk maken de toekomstige brandweerdispatching op provinciaal niveau. Aan BVV werd gevraagd hierover een visie naar voor te brengen. Dit gebeurde op 27 september. BVV was voorstander van de piste dat IBZ verder zou gaan met de ontwikkeling van de provinciale brandweerdispatching, waarbij een koppeling zou worden voorzien van een zonale tool. BVV besliste tevens in dit kader een brief te richten aan IBZ om vertegenwoordigd te worden in de hogere beslissingsorganen aangaande dispatching, wat totnogtoe niet het geval is. Ondertussen hadden tegen oktober alle OPZ een ontwerp van overeenkomst ter goedkeuring ingediend. De risicotool die in het kader van de OPZ zou worden aangeschaft, zou er evenwel niet snel komen. Tijdens de sperperiode na de toewijzing door de minister in september had één van de inschrijvers immers beroep aangetekend. Dit had tot gevolg dat de tool zeker niet tegen half oktober in het bezit van de prezones zou zijn, zoals oorspronkelijk gepland. Alle praktische zaken i.v.m. het congres waren ondertussen zo goed als geregeld, maar het aantal inschrijvingen was teleurstellend. Er waren tot dan toe slechts 78 korpsen ingeschreven. De nieuwe BVV huisstijl en de website die zouden worden voorgesteld, waren ook klaar. Wat het KCCE betreft, waaide er een nieuwe wind. Na het vertrek van A. Damit uit het KCCE, werd er een overleg gepland tussen BVV en de nieuwe directeur KCCE. In voorbereiding van de eerstvolgende vergadering van het beheerscomité had J. Schoups een informeel gesprek met vertegenwoordigers van de federaties om van gedachte te wisselen over de toekomst en vernieuwde aanpak van het KCCE. De doelstelling was om voortaan meer wetenschappelijk gericht te werken, en met een vast team. Verslag November 2010 In oktober zag het er naar uit dat uiteindelijk alle Vlaamse OPZ in het OPZ verhaal zouden stappen. Op 25 oktober werden 17 overeenkomsten ondertekend door minister Turtelboom en de respectievelijke burgemeesters en secretarissen van de trekkersgemeenten om de prezones te organiseren. Ondertussen werd er door de diensten van Philip Willekens en de andere betrokken gemeenten onderhandeld om ook alle andere overeenkomsten ondertekeningsklaar te maken. Binnen BVV bleek het moeilijk het Cellenoverleg systematisch georganiseerd te krijgen. De ondersteuning gebeurde totnogtoe beurtelings door de voorzitter en directeur BVV. De directeur beaamde dit wel weer volledig op te willen nemen in zijn takenpakket eenmaal zijn functie als verbindingsofficier zou aflopen, maar het einde van de regering in lopende zaken was nog niet in zicht. Op 24 november werd in Brussel een congres rond community fire safety gehouden, op initiatief van de Directie Integrale Veiligheid. IBZ wou naar eigen zeggen met deze kick-off een bottum-up beweging starten waarbij de brandweer zelf een preventiebeleid uit zou werken naar de burger toe. Zij vroegen hierbij de medewerking van BVV. BVV besliste vertegenwoordigd te zijn op het congres. Op deze manier zouden we interesse tonen zonder reeds een engagement aan te gaan t.o.v. IBZ. BVV speelde immers zelf ook reeds met het idee om een studiedag te organiseren rond zelfredzaamheid en burgerparticipatie, 5/6

6 dit eventueel in samenwerking met de toekomstige OPZ preventieverantwoordelijken en brandpreventieadviseurs. Naar aanleiding van de ontwikkelingen in het 112-verhaal, besliste de RVB een paar weken terug om te vragen vertegenwoordigd te kunnen worden in de beslissingsorganen. IBZ vroeg aan de voorzitter om een BVV vertegenwoordiger aan te duiden voor het Cad-Overleg Platform 112. Dit Cad-overleg bestaat uit verschillende entiteiten. IBZ vroeg iemand aan te duiden om in het COP overleg te zitten (technisch). Maar BVV wou eigenlijk vertegenwoordigd worden in het ICM (beleid), en kaatste de vraag terug. Later zou blijken dat vertegenwoordiging voor de brandweer niet mogelijk zou zijn door de politieke impasse. Verslag December 2010 Met uitzondering van de prezone Namen waren in november alle overeenkomsten ondertekend. Ondertussen was de opdracht m.b.t. de risicotool nog steeds niet toegewezen. Het bleek moeilijk te voorspellen wanneer deze eindelijk beschikbaar zou zijn, maar het zou alleszins niet voor de eerste komende zes maanden zijn. Gezien de regering van lopende zaken, was er een voorstel in de maak inzake financiering van de werking van de diverse departementen voor de eerste drie maanden van 2011 op basis van voorlopige twaalfden. Voor de financiering van de brandweer waren de budgetten van 2010 voorgesteld inclusief de financiële middelen die werden bekomen voor de financiering van de OPZ s. Bij goedkeuring van dit voorstel zouden de huidige overeenkomsten verlengd worden. De KOB stelde voor de Dag van de Brandweer 2011 te organiseren in Kluisbergen op 8 oktober. Over het thema was de RVB nog niet zeker. Gelet op de evolutie in verschillende Europese landen maar ook in Vlaanderen, waarbij de brandweer zich meer en meer gaat focussen en inzetten op sensibiliseren en zelfredzaamheid van de bevolking werd volgend thema gesuggereerd: De rol van de brandweer in Community Safety. Er werd geopperd dat het niet vanzelfsprekend zou zijn met dit thema de aandacht te trekken van de modale brandweerman. Maar via dit congres zou het BPA-verhaal gekaderd kunnen worden in een groter geheel. Zo, dat was mijn poging om zo beknopt mogelijk dit woelig jaar weer te geven. De brandweer staat aan de toch wel moeilijke start van de zones. Het feit dat de regering in lopende zaken zit weegt door op de vooruitgang van de hervorming: er zijn geen budgettaire zekerheden en het blijft wachten op rechtspersoonlijkheid. Maar anderzijds is er eindelijk een concrete doorbraak na vele jaren van onderhandelen en lobbyen: de hervorming staat op de rails, er is een grote dynamiek op het terrein waar te nemen en er wordt werk gemaakt van een kwaliteitsvolle opleiding van ons brandweerpersoneel. Gloria Ishiekwene Secretaris BVV 6/6