Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen

Transcriptie

1 Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen Datum 25 februari 2008 Ons kenmerk B140108PVE0079 Bijlage(n) 5 Onderwerp stand van zaken zorgzwaartebekostiging Contact mw. drs. C. (Claire) Vermolen Telefoon cvermolen@vgn.org Geacht bestuur, geachte directie, Hiermede wil de VGN u op de hoogte brengen van een aantal actuele ontwikkelingen ten aanzien van de zorgzwaartebekostiging. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: Knelpuntenlijst Gehandicaptenzorg Beleidsregel Invoering Zorgzwaartepakketten (ZZP s) inzet expertteams Aanpassingen in ZZP s en algoritmen Behandeling Sectorvreemde ZZP s GAP-tool NZa-onderzoek dagbesteding Gebruikersgidsen Informatiebijeenkomsten ZZP s 2008 AZR e Voortgangsrapportage modernisering AWBZ Knelpuntenlijst Gehandicaptenzorg Van mei 2007 tot september 2007 zijn de zorgzwaartepakketten (ZZP s) getoetst en waar noodzakelijk aangepast. Het doel van deze onderhoudsperiode was verbetering van de omschrijving en onderlinge afbakening van de ZZP s, inclusief de algoritmes. Voor de gehandicaptenzorg zijn alle verbetervoorstellen bijeengebracht en besproken in het Kernteam Gehandicaptenzorg. Niet alle knelpunten zijn in 2007 opgelost of afgehandeld. Het onderhoudstraject wordt dan ook voortgezet in Tijdens het overleg met het kernteam op 10 januari 2008 heeft de VGN een nieuwe knelpuntenlijst ingebracht (zie bijlage 1). Een eerdere versie van de knelpuntenlijst liet 70 knelpunten zien. Oudlaan GA Utrecht Postbus AK Utrecht E info@vgn.org T F Rabobank BTWnr B.01 KvK Utrecht

2 pagina 2 De nieuwe knelpuntenlijst geeft overzichtelijk weer welke knelpunten wel/niet zijn opgelost, waardoor het aantal openstaande knelpunten is gereduceerd tot 37 punten. Voor sommige openstaande punten is een passende oplossing bedacht, andere punten vragen om een uitspraak, oplossing of verduidelijking. De VGN signaleert de grootste knelpunten rondom de onderwerpen behandeling, dagbesteding en toelatingen. Door de nieuwe knelpuntenlijst is het transparant welke instantie verantwoordelijk is voor de verdere afhandeling van het gesignaleerde probleem. De VGN wil op basis hiervan gerichte afspraken maken over het tijdstraject waarbinnen het knelpunt wordt afgehandeld. Beleidsregel Invoering ZZP s - inzet expertteams Alle aanbieders van zorgzwaartepakketten (ZZP s) moeten in maart 2008 een productieafspraak met het zorgkantoor maken en deze gezamenlijk vóór 1 april 2008 indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Deze afspraak heeft nog geen gevolgen voor het instellingsbudget, dat komt pas in Wel zal de NZa op basis van het landelijke beeld van deze afspraken de ZZP-tarieven opnieuw gaan berekenen. In totaal zijn er in 2008 drie productierondes. Voor de bovengenoemde productieafspraken heeft het NZa-bestuur op 5 december jl. een beleidsregel vastgesteld (beleidsregel Invoering Zorgzwaartepakketten). Bij de bespreking van deze beleidsregel in de Commissie Care heeft de VGN aangegeven tegenstander te zijn van de beslisregel voor de productieafspraken. Hierbij grijpt de NZa namelijk terug op de regel die ook bij de normale productieafspraken geldt: bij eenzijdige verzoeken is de prijs van de aanbieder leidend en het volume van het zorgkantoor. Hier is de VGN het principieel mee oneens. We hebben steeds gezegd dat de VGN voorstander is van onafhankelijke indicatiestelling. Alle leden hebben hun cliënten gescoord op basis van uniforme beslisregels. Deze scores zijn gecontroleerd door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en hebben tot aanpassingen geleid. In onze visie is de score hiermee definitief en is het niet aan het zorgkantoor om uitspraken te doen over de indicaties van cliënten. Zowel het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) als Zorgverzekeraars Nederland (ZN) voorzien problemen bij de opgave in maart 2008 en verwachten hierover discussie tussen aanbieders en zorgkantoren. VWS heeft daarom begin januari 2008 in een memo (zie bijlage 2) per sector de verschillende aandachtspunten van de invoering van de zorgzwaartebekostiging aangegeven binnen het kader van de beleidsregel Invoering Zorgzwaartepakketten. De beslisprocedure en de rol- en taakverdeling tussen de betrokken partijen wordt hierin door VWS uiteengezet. Zowel de VGN als VWS maken zich zorgen over de grote financiële verschuivingen die volgens de NZa tussen instellingen gaan plaatsvinden bij de herallocatie na invoering van de ZZP s. Volgens VWS kan een extra check op de scores hiervoor zinvol zijn.

3 pagina 3 ZN geeft aan signalen te hebben van VGN-lidinstellingen die de opgave van andere lidinstellingen niet vertrouwen. Als voorstel hebben ZN en VWS daarom bedacht om zogenaamde expertteams in te zetten. Deze teams zouden op verzoek van beide partijen (aanbieder en zorgkantoor) kunnen worden ingezet als aanbieder en zorgkantoor het niet eens worden over de afspraak 2008 in ZZP s en dan een bindend advies kunnen doen. De expertteams hebben ook een plaats gekregen in de NZa beleidsregel over de ZZPproductieafspraken Het is nadrukkelijk de bedoeling van VWS om de expertteams spaarzaam in te zetten. De expertteams zijn bedoeld als laatste redmiddel om partijen tot overeenstemming te laten komen. In lijn met de bestuursvergadering van 13 december 2007, kiest de VGN ervoor om af te zien van deelname aan de expertteams. De VGN zet hiermee in op formele indicaties voor alle cliënten per 1 september U bent middels een directi op 5 februari 2008 hierover geïnformeerd. Deze directi is voor de volledigheid nogmaals bijgevoegd (bijlage 3). Wij zoeken in overleg met het ministerie van VWS en ZN naar een passende oplossing. Aanpassingen in ZZP s en algoritmen In de periode november 2007 tot en met maart 2008 worden door zorgaanbieders voorbereidingen getroffen voor de productieopgave in termen van ZZP s voor Deze productieopgave is gebaseerd op de aangepaste ZZP s, voortkomend uit het onderhoudstraject Deze aangepaste ZZP s zijn vastgesteld op 1 oktober 2007, opgenomen in het ZZP-registratieprogramma op 1 november 2007 (samen met de aangepaste algoritmes) en geldig in Resultaat van het onderhoudstraject 2007 is dat de ZZP s voor de gehandicaptenzorg voor het grootste deel ongewijzigd zijn gebleven; de profielen van enkele ZZP s in de LG en de ZZP s VG6 en VG7 zijn echter wel aangescherpt. Deze aanscherping heeft tot doel een betere afbakening tussen de ZZP s te bewerkstelligen en de beschrijvingen beter te laten aansluiten bij de doelgroepen. Het ging hierbij onder andere om een betere waardering van gedragsproblemen, NAH-cliënten en de specifieke ondersteuningsbehoefte van kinderen. Waar de beslisregels (algoritmes) zijn aangepast, hebben deze bij het scoren in ZZP s geresulteerd in nieuwe adviezen. Bij de VG6 en VG7 heeft dit tot gevolg dat adviezen voor VG7 nu minder vaak voorkomen. Instellingen zijn niet verplicht de nieuwe adviezen over te nemen, maar mogelijk zorgt dit dan later wel voor problemen met de zorgkantoren of met herindicaties van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Daarbij komt dat een aantal instellingen heeft aangegeven de gewijzigde adviezen inhoudelijk gezien en in relatie tot de profielbeschrijvingen niet kunnen begrijpen. Op ons verzoek wordt daarom nader onderzoek verricht naar de oorzaken van deze (vermeende) onterechte verschuivingen tussen ZZP s als gevolg van de algoritmeaanpassingen.

4 pagina 4 Hierover heeft op 10 januari 2008 een startbijeenkomst met CIZ, het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS), adviesbureau HHM, CCE en een aantal leden van de VGN plaatsgevonden. Alle aanwezige lidinstellingen hadden aangegeven problemen te ondervinden met de aangepaste algoritmes. Inmiddels is naar aanleiding van de startbijeenkomst een notitie opgesteld waarin handvatten worden gegeven om goed te kunnen beoordelen welke mate van gedragsproblematiek aan de orde is en of het profiel van ZZP VG6 of VG7 het best passend is voor de cliënt. De notitie is opgesteld in samenwerking met een aantal zorgaanbieders, het CIZ en het CCE. De uitkomsten van deze verbeterde beoordeling zullen gebruikt worden bij de toetsing van de algoritmes. HHM gaat de werking van de algoritmes nu toetsen onder een selecte groep instellingen die aanwezig waren bij de startbijeenkomst op 10 januari Voor de toetsing, wordt gebruik gemaakt van de gegevens die deze instellingen vastleggen in het ZZP-registratiesysteem. Het ZZP-registratieprogramma genereert op basis van de zorgzwaartescores en aan de hand van de algoritmes, een advies voor het waarschijnlijk best passende ZZP. HHM zal bij de analyse/toetsing pas gebruik maken van de instellingsdata uit het ZZP-registratieprogramma na ontvangst van een formeel toestemmingsformulier. Deze gegevens moesten uiterlijk 15 februari 2008 zijn verwerkt in het ZZP-registratieprogramma. Begin maart 2008 vindt een afsluitende evaluatiebijeenkomst plaats. Indien de uitkomst van het onderzoek daartoe aanleiding geeft, kunnen de algoritmes worden aangepast. De pakketten zelf liggen voorlopig vast voor 2008 en worden door VWS niet meer aangepast. Behandeling De aanpak voor 2008 rondom de behandeling is in de circulaire van de NZa bij de beleidsregel CA-208 (productieafspraken in 2008) als volgt verwoord: Op dit moment is de bekostiging van een zorgaanbieder nog afhankelijk van de toelating van de zorgaanbieder. Een zorgaanbieder mag alleen een geïndiceerde ZZP leveren indien men is toegelaten voor de in het ZZP aangegeven functies. Dit betekent bijvoorbeeld dat een zorgaanbieder die geen toelating heeft voor verblijf én behandeling, de component behandelaars van een ZZP niet op grond van de AWBZ bekostigd krijgt. Cliënten die verblijven bij een zorgaanbieder zonder toelating voor behandeling kunnen op grond van de Zorgverzekeringswet aanspraak maken op behandeling. Uit bovenstaande volgt dat voor de ZZP s van de sector Verpleging & Verzorging en Gehandicaptenzorg de toelating van de zorgaanbieder de ZZP-prijs bepaalt.

5 pagina 5 In artikel 7 van de beleidsregel is voorgeschreven dat bij de productieafspraken de component behandelaars niet kan afspreken indien de zorgaanbieder niet is toegelaten voor de functie verblijf én behandeling. In de toelating van de zorgaanbieder is aangegeven hoeveel plaatsen zijn toegelaten voor alleen de functie verblijf en hoeveel bedden zijn toegelaten voor de functie verblijf én behandeling. Als een zorgaanbieder 100 toegelaten bedden voor verblijf én behandeling heeft en 150 plaatsen voor verblijf, kan de aanbieder voor maximaal dagen (100 bedden * 365 dagen per jaar) de beleidsregelwaarde voor de betreffende ZZP s inclusief behandeling afspreken. Voor de 150 plaatsen zonder toelating voor behandeling dient de ZZPbeleidsregelwaarde exclusief behandeling te worden afgesproken. In 2008 voert het ministerie van VWS onderzoek uit naar de manier waarop behandeling vanaf 2009 kan worden gefinancierd. Vervolgens zal het ministerie van VWS een keuze maken of en hoe deze kosten gekoppeld worden aan zorgzwaartepakketten en of er middelen worden overgeheveld tussen AWBZ en Zvw. De ZZP s licht verstandelijk gehandicapt (LVG) en sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt (SGLVG) zijn bedoeld voor cliënten die verblijven in gespecialiseerde behandelcentra. Deze ZZP s mogen dan ook alleen worden afgesproken door zorgaanbieders die specifiek hiervoor zijn toegelaten. In bovenstaande alinea staat dat VWS in 2008 een keuze zal maken over de wijze waarop in 2009 met behandeling zal worden omgegaan. VWS verwacht dat op korte termijn waarschijnlijk geen andere keuze gemaakt kan worden dan continuering van de huidige situatie in Dat betekent dat de diensten van een Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG) in een Algemene Zwakzinnigen Inrichtingen (AZI) ook in 2009 voor cliënten met ZZP 1 en 2 vanuit het instellingsbudget worden bekostigd en dat voor cliënten in gezinsvervangende tehuizen (GVT s) geldt dat huisartsenzorg/medicijnen e.d. (artikel 15 AWBZ) ten laste van de Zorgverzekeringswet (ZvW) komen, ook bij de pakketten ZZP 3 en hoger. De VGN wil op korte termijn duidelijkheid over de manier waarop behandeling vanaf 2009 precies wordt bekostigd. Het bovenstaande voorstel lijkt ons zeer ongewenst. Tijdens een bilateraal overleg met VWS op 28 februari 2008 wordt dit onderwerp besproken, waarbij de tot nu toe binnengekomen knelpunten over behandeling worden meegenomen. Sectorvreemde ZZP s Het ministerie van VWS heeft de afgelopen periode verschillende standpunten ingenomen betreffende het toestaan van sectorvreemde ZZP s. Door de strikte (principiële) handhaving waren zorgaanbieders genoodzaakt nieuwe toelatingen aan te vragen. Dit werd door de zorgaanbieders massaal gedaan, waardoor het CIBG (een uitvoeringsorganisatie van VWS) in de problemen kwam. Door deze problematiek besloot VWS sectorvreemde ZZP s weer te gedogen.

6 pagina 6 Om een eenduidige werkwijze van de zorgkantoren te stimuleren en onduidelijkheid omtrent de sectorvreemde ZZP s weg te halen, is in de handreiking Zorginkoop 2008 van ZN een leidraad opgenomen voor wat betreft de levering van sectorvreemde ZZP (zie onderstaand alinea). Dit is een leidraad, geen harde grens. In overleg met het zorgkantoor kunt u tot andere afspraken komen. Bij de keuze voor een ZZP, maakt het CIZ ook de keuze voor een dominante grondslag. Bijvoorbeeld als sprake is van een overwegend somatische of psychogeriatrische grondslag, wordt een V&V-pakket gekozen. Een sectorvreemde ZZP verwijst naar een cliënt die is geïndiceerd voor een ZZP met een grondslag die niet overeenkomt met de formele toelating van de instelling waar de zorg wordt ontvangen. Dit kan het geval zijn bij herindicatie in een ZZP (cliënt zit al in deze instelling). VWS heeft hierover aangegeven dat het zorgkantoor bij het maken van afspraken met zorgaanbieders moet kijken in hoeverre een instelling in staat is om kwalitatief goede zorg te leveren, eventueel ook aan cliënten waarvoor de instelling geen toelating heeft. Uitgangspunt is dat een zorginstelling moet zijn toegerust om zorg te kunnen leveren aan bepaalde doelgroepen. Dat wil zeggen een gebouw met de benodigde voorzieningen en personeel dat beschikt over voldoende deskundigheid en vaardigheden. In de huidige bouwregelgeving zijn onder andere hiervoor prestatieeisen voor zorggebouwen benoemd. De prestatie-eisen kunnen verschillen per doelgroep waaraan zorg wordt verleend. Om een hausse aan aanvragen voor uitbreiding van toelatingen te voorkomen, accepteert het zorgkantoor een beperkte mate van sectorvreemde ZZP s. Leidraad is maximaal 5% van de cliënten. Ten behoeve van de productieafspraken in 2009 zullen leveringsvoorwaarden/ kwaliteitseisen worden opgesteld voor het kunnen leveren van (sectorvreemde) ZZP s. GAP-tool De GAP-tool is het van de benchmark afgeleide instrument waarmee u het verschil tussen uw huidige budget en het verwachte budget in ZZP-tarieven kunt berekenen. De VGN heeft samen met de vereniging HEAD en PricewaterhouseCoopers (PwC) de GAP-tool verder verbeterd. De verbeterde versie kunt u eind februari 2008 tegemoet zien. Met behulp van de verbeterde GAP-tool kunt u nog preciezer berekenen wat voor uw instelling de financiële gevolgen van de voorlopig vastgestelde ZZP-tarieven zijn en waar de oorzaak ligt. Echter, de GAP-tool kent nog geen definitieve tarieven en baseert zich op de gegevens die zorgaanbieders erin stoppen. De uitkomsten van de ingevulde en aan PWC geretourneerde GAP-tools heeft het bureau van de VGN begin december 2007 door PWC laten analyseren. Instellingen met een toelating voor ZG, LVG en LG gaan er volgens deze analyse op achteruit. De VGN heeft de resultaten van de analyse samen met de HEAD s, die nauw betrokken waren bij de ontwikkeling van de GAP-tool, besproken met de NZa. In een vervolgoverleg medio maart 2008 worden de tarieven c.q. de verschillende componenten waaruit de tarieven zijn opgebouwd, met de NZa technisch nader bekeken.

7 pagina 7 De heer Lagerwaard, directeur Care bij de NZa, zal hierbij aanwezig zijn. Instellingen met verschillende toelatingen worden hierbij nader bekeken. Wel is het goed te weten dat de GAP-tool resultaten zoals die nu bekend zijn, gebaseerd zijn op de scores en indicatieve tarieven van juli Pas als de productieafspraken in ZZP s zijn gemaakt, kan de NZa nauwkeurig berekenen wat de nieuwe ZZP-tarieven (wederom rondgerekend) moeten worden. Definitief worden ze pas na de laatste productieronde. Hieruit volgen dan de berekeningen voor de budgettaire effecten voor de instellingen. Het is daarbij belangrijk te weten wat de effecten voor de instellingen met een verschillende toelating zijn. Dit zal pas in mei 2008 kunnen gebeuren. Uiteraard zullen wij deze rekenexercitie nauwlettend volgen en beoordelen. Tot nu toe zijn de ZZP-tarieven en scores waarmee wordt gerekend (en daarmee de eventuele budgetwijzigingen) indicatief en onder voorbehoud. NZa onderzoek dagbesteding Eerder informeerden wij u over de hoofdlijnen van het NZa-onderzoek dagbesteding. De NZa analyseert dat bij dagbesteding de geleverde prestatie voor intramurale cliënten sterk overeenkomt met die van extramurale cliënten en dat het daarom niet redelijk is dat de tarieven hiervoor nu sterk uiteen lopen. Volgens de NZa moeten tarieven zijn gebaseerd zijn op de geleverde prestatie, niet op historisch gegroeide verschillen. De hoofdlijnen in het rapport zijn: gelijk tarief voor intramurale en extramurale dagbesteding, splitsing in drie groepen van oplopende zorgzwaarte per grondslag met verschillende tarieven per grondslag en per groep, een aparte toeslag voor kinderen en los daarvan aparte tarieven voor kinderen met meervoudige beperkingen of gedragsproblematiek en een aparte toeslag voor enkele bijzondere doelgroepen, te weten naschoolse dagbehandeling Jeugdigen met een Licht Verstandelijke Handicap (JLVG) en dagbesteding voor Sterk Gedragsgestoorde Licht Verstandelijk Gehandicapten (SGLVG). De NZa heeft bij het schrijven van het rapport gebruik gemaakt van inzichten van VGN-leden, verworven in een aantal bijeenkomsten en enkele technische overleggen. Het onderzoek is binnen de VGN besproken in de AFEA van 20 november 2007 en vervolgens becommentarieerd in de Commissie Care van de NZa d.d. 21 november Aangegeven is dat de VGN de hoofdlijn van het onderzoek steunt, maar dat er nog verscheidene haken en ogen zijn. Deze zijn in de Commissie Care uitvoerig toegelicht. Het gaat onder andere om de indeling van de groepen (licht, gemiddeld en zwaar), vragen over de tariefsberekening (met welke budgetten is gerekend) en vragen over de budgettaire gevolgen voor de instellingen. Naast de tariefsproblematiek ligt ook nog steeds de vraag over de wijze van contractering van de dagbesteding op tafel. Gerelateerd hieraan is er de vraag van het beschikbaar zijn van dagbestedingsbudget (of een apart tarief) voor opvang in de woonsituatie (substitutie). De NZa onderscheidt in het rapport 3 modellen van contractering van dagbesteding.

8 pagina 8 In model A is de dagbestedingsprestatie integraal onderdeel van de ZZP, in model B is de dagbesteding duidelijk onderscheiden maar nog wel onderdeel van de ZZP en in model C wordt de dagbesteding buiten de ZZP geplaatst en apart gecontracteerd. Model C komt overeen met de VGN-voorkeur, waarbij we wel als randvoorwaarde hebben dat er dan ook een vergoeding moet zijn voor opvang in de woongroep. De NZa heeft op basis van het geleverde commentaar van de VGN het rapport aangepast. Het rapport wordt op 26 februari 2008 openbaar gemaakt. Over de precieze inhoud van het rapport wordt u per directi geïnformeerd. Wij sturen u hierover een directi . Vervolgens zal de staatssecretaris een besluit nemen over de inrichting van de dagbesteding in de zorgzwaartebekostigingssystematiek (integraal/apart en met of zonder substitutie-mogelijkheid). Belangrijk om te beseffen is dat implementatie van de resultaten uit het dagbestedingsrapport hoe dan ook zal zorgen voor forse financiële verschuivingen. Het extramurale tarief gaat omlaag, het intramurale tarief(sdeel) gaat omhoog. Voor veel VGN-leden, die nu zowel extra- als intramurale cliënten hebben, zullen de veranderingen elkaar redelijk uitmiddelen. Het is dan wel van belang om de interne budgettering nog eens tegen het licht te houden. Anders is het voor leden die voor hun dagbestedingsaanbod geheel of grotendeels met het huidige extramurale tarief werken. Voor hen zal de verandering fors negatief uitpakken als ze vooral zorg aan volwassenen bieden. We zullen de NZa verzoeken hierover meer duidelijkheid te verschaffen en er ook zelf onderzoek naar doen. Gebruikersgidsen Op dinsdag 5 februari 2008 heeft het ministerie van VWS de nieuwe gebruikersgidsen gepubliceerd op de website; (onder nieuwsberichten). De gebruikersgidsen worden binnenkort ook op en gepubliceerd. De papieren versie kan vanaf eind februari 2008 besteld worden via postbus51. Informatiebijeenkomsten ZZP s 2008 Van januari 2008 tot en met maart 2008 worden diverse informatiebijeenkomsten georganiseerd voor cliëntenraden en vrijwilligers van cliënten- en familieorganisaties over de invoering van de ZZP s in de gehandicaptensector. Voor u als zorgaanbieder is een belangrijke taak weggelegd rondom de communicatie richting cliënten over de zorgzwaartebekostiging. Door de invoering van de zorgzwaartebekostiging krijgt de cliënt een andere, invloedrijkere rol. De cliënt moet bewust zijn van deze veranderde positie, anders werkt het nieuwe systeem niet. Hoe eerder u start met het informeren van uw cliënten, hoe beter het nieuwe systeem straks werkt. Aan de orde komt onder andere hoe cliëntenraden en familieverenigingen goede afspraken kunnen maken met de zorginstelling over bijvoorbeeld de informatievoorziening aan cliënten en het gebruik van het zorgplan.

9 pagina 9 Via het ledennet van de VGN bent u hier al over geïnformeerd. Zekerheidshalve vindt u in bijlage 4 de data waarop de informatiebijeenkomsten plaatsvinden. Aanmelden voor de informatiebijeenkomsten is mogelijk via de website: AZR 3.0 Op 15 januari 2008 heeft het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) de opdracht voor het ontwikkelen van AZR 3.0 teruggegeven aan het ministerie van VWS. De reden hiervoor is dat de zorgkantoren de door VWS geformuleerde beleidsuitgangspunten over ZZP s onvoldoende doordacht vinden op de gevolgen voor de uitvoering. Concreet betekent dit dat het ontwikkelen van AZR 3.0 stil ligt. Afgelopen week is VWS met alle ketenpartijen in overleg getreden om de onduidelijkheden te verhelderen en een beleidskader voor AZR release 3.0 op te stellen. Tegelijkertijd is CVZ (in haar rol als projectmanager AZR 3.0) begonnen met de voorbereidingen voor de doorstart van het project. Het projectplan zal worden opgesteld in overleg met de ketenpartners. Op de volgende punten heeft VWS inmiddels meer duidelijkheid verschaft: Ten behoeve van release 3.0 zal een declaratiebericht worden ontwikkeld voor zowel de intramurale zorg als de extramurale zorg. Intramurale declaraties zullen plaats vinden in ZZP s, extramurale declaraties in functies en klassen. Per cliënt wordt één ZZP geïndiceerd, het ZZP wordt steeds aan één zorgaanbieder toegewezen. Deze aanbieder treedt op als hoofdaannemer, die het toegewezen ZZP zelf levert, dan wel op onderdelen een onderaanbieder inschakelt. De hoofdaanbieder declareert het gehele ZZP bij het zorgkantoor, en krijgt het hele ZZP betaald. Het declareren van diensten die de eventuele onderaannemer verricht blijft buiten de AZR. Dagbesteding kan in AZR 3.0 apart worden toegewezen en apart worden gedeclareerd. Of dit uiteindelijk ook het geval zal zijn hangt af van de beslissing hierover van VWS. Over een aantal onderwerpen zullen de beleidsuitgangspunten de komende weken worden uitgewerkt. Dit betreft onder meerdere het Volledig Pakket Thuis (VPT), overbruggingszorg en afwezigheidsdagen. Inmiddels is duidelijk dat release 3.0 pas in de loop van 2009 beschikbaar zal komen. Het ministerie van VWS heeft in een recente rapportage over de modernisering van de AWBZ augustus 2009 genoemd als datum waarop AZR 3.0 volledig operationeel is bij alle gebruikers. Tegelijkertijd blijft 1 januari 2009 de datum waarop de bekostiging op basis van zorgzwaarte wordt gestart. Wat betreft de bekostiging is de gedachtegang van VWS dat de intramurale productieafspraken voor 2009 worden gemaakt in ZZP s, en dat de financiering plaats vindt op basis van bevoorschotting en nacalculatie. Vanaf het moment waarop het declaratiebericht beschikbaar is kan worden overgegaan op declaratie van gerealiseerde productie.

10 pagina 10 De inzet van de VGN op het onderwerp AZR is dat: a) Vertraging in het opleveren van release 3.0 niet mag leiden tot vertraging in het oplossen van de knelpunten AZR 2.1. Vooruitlopend op de nieuwe release kunnen knelpunten die voortkomen uit interpretatie van bedrijfsregels, onduidelijkheden in het handboek en de miscommunicatie tussen ketenpartijen worden opgelost; b) Invoering van zorgzwaartebekostiging vereist dat voor alle intramurale cliënten een eenduidige relatie bestaat tussen de indicatie en de financieringseenheid. Voor de VGN betekent dat op 1 september 2008 de intramurale non-indicaties moeten zijn omgezet in geldige indicaties in ZZP s, en dat er een vertaaltabel naar ZZP s beschikbaar moet zijn voor cliënten met een rechtsgeldige indicatie in functies en klassen, of een indicatie in producten. Het CIZ gaat er overigens vanuit dat 1 september niet voor alle instellingen haalbaar is. We overleggen met het CIZ over een zo snel mogelijke omzettingsprocedure; c) Op de kwaliteit van het project mag niet worden ingeleverd. Voor de VGN betekent kwaliteit: a. een doordachte aanpak van de verschillende onderdelen van de release; b. het vroeg in het traject uitvoeren van een praktijktest op basis van de functionele specificaties; c. het uitvoeren van een volledige ketentest in een regio voordat de release wordt vrijgegeven. 14 e Voortgangsrapportage modernisering AWBZ Op 15 februari 2008 heeft de staatssecretaris een 14 e voortgangsrapportage over de modernisering van de AWBZ gepubliceerd (zie bijlage 5; deze bijlage bevat alleen de voortgangsrapportage zonder de daarin benoemde bijlagen). In deze rapportage zet de staatssecretaris de meest actuele informatie over de modernisering van de AWBZ uiteen. Specifiek wordt er aandacht besteed aan de indicatiestelling en de AZR, overeenkomstig bovenstaande alinea s. Met vriendelijke groet, mw. drs. J.E.A.M. Nooren Directeur