Interpretatievragen On the way to PlanetProof Plantaardige Producten 2018 (PP.1) Publicatiedatum: 2 november 2018

Transcriptie

1 Interpretatievragen On the way to PlanetProof Plantaardige Producten 2018 (PP.1) Publicatiedatum: 2 november 2018 De meest recent toegevoegde interpretatievragen zijn in onderstaande tabel grijs gearceerd. 0.0 Digitale checklist In checklist mist onderscheid wat in begin, teelt en eindaudit moet Dit is meegenomen in de update van de checklist. plaatsvinden. 0.0 Berekening maluspunten Indien meerdere teeltrondes per jaar zijn, moeten de punten bij elkaar opgeteld worden? Punten tellen per teeltronde. Hiermee wordt bij eenjarige gewassen de periode van zaaien/planten bedoeld tot aan het einde van het gewas (meestal de oogst). Indien er meerdere teeltrondes per jaar zijn hoeven deze punten niet bij elkaar opgeteld te worden. Voor gewassen die meerdere keren per jaar geoogst worden geldt de volledige teeltperiode van het gewas (tot aan het moment van rooien) als teeltronde. Dit wordt wordt meegenomen in de herziening, waar een nieuw voorstel voor berekening van actieve stofnorm wordt gedaan. 0.0 Registratie eenheid Hoe bepaal je de registratie eenheid van een bedrijf voor het berekenen van de bonus- en maluspunten? 0.0 Algemene certificatievoorwaarden SMK - certificaat Een paprikateler heeft 3 verschillende kassen. Hij berekent de maluspunten vanuit alle bespuitingen in alle 3 kassen. Is deze rekenwijze correct? De registratie eenheid is gespecificeerd tot het niveau dat ook wordt aangehouden voor de gewasbeschermingmiddelenregistratie. De registratie eenheid kan perceel (open teelt), afdeling (glastuinbouw), cel (cellenteelt), etc. zijn. Voor het berekenen van de bonus en maluspunten geldt dat het aantal maluspunten per teelt/trek per registratie eenheid (perceel/ afdeling/ cel/ etc.) gecompenseerd moet worden met bonuspunten. De registratie eenheid kan dus perceel, afdeling of cel zijn. Deze eenheid dient overeen te komen met de eenheid van de gewasbeschermingsmiddelen-registratie. De paprikateler zal een GBM registratie bijhouden per kas of afdeling van een kas en berekent op dat niveau de maluspunten. Voor de kas of afdeling van de kas met de meeste maluspunten vult de keurmerkhouder vervolgens de digitale checklist in voor de berekening van bonuspunten. 1.2 Berekening broeikasgasemissie - ingekochte CO2 1.2 Berekening broeikasgasemissie - aangeleverde duurzame energie 1.2 Berekening broeikasgasemissie - zonnepanelen 1.2 Berekening broeikasgasemissie - brandstof pellet kachels 1.3 Terminologie groene stroom/energie Hoe moet je omgaan met ingekochte CO2? Hoe ga je om met aangeleverde duurzame energie via een EnergieBV? Hoe wordt energie afkomstig van zonnepanelen meegenomen in de rekenmodule? Waar kun je brandstof voor pellet kachels invullen? De term 'Groene stroom/energie' werkt verwarrend. Vervang groen door duurzaam (EZ def: van hernieuwbare bronnen). Ingekochte CO2 die als restproduct van de industrie aangeleverd wordt (bv. OCAP), en niet specifiek voor de glastuinbouw is opgewekt, wordt niet meegerekend in het model en hoeft niet te worden ingevuld. In het rekenmodel wordt duurzame energie van een EnergieBV ingevoegd als ingekochte decentrale duurzame energie. De EnergieBV zal actief gevraagd moeten worden om ook zelf de rekenmodule in te vullen, zodat de verdeling van opgewekte elektriciteit en warmte en emissiefactoren is mee te nemen in het rekenmodel van de teler. Als deze informatie nog niet beschikbaar is, werkt het model standaard met een vaste waarde. Duurzame energie die afkomstig is van zonnepanelen kan als ingekochte duurzame elektriciteit worden ingevuld. Hiervoor wordt geen CO2 emissie berekend. Het telt wel mee in de berekening van het aandeel duurzame energie. In de rekenmodule zijn bij 'overige brandstoffen' de energie- en emissie waardes van hout pellets in te voeren.pellet kachels kunnen evt. onder groene energie vallen als daar een Garantie van Oorsprong (GVO) voor wordt afgegeven. In het wordt al wel verwezen naar de verklarende woordenlijst, maar bij een volgende versie zullen we dit aanpassen en bij deze eis het woord 'groen' vervangen door 'duurzaam'. 1.3 Energie en Klimaat Een teler teelt broccoli en witlof. Hij heeft 1 electrameter. Hij schat Dit is voldoende om aan 1.3 te voldoen. De eis geldt op gewasniveau (gebruikte elektra voor de dat de elektra die hij gebruikt voor 40% voor de broccoli- en voor 60% voor de witlofteelt is. Hij heeft voor die 60% een groene witlofteelt) en niet op bedrijfsniveau. Voor het aantonen van het energieverbruik voor een specifieke teelt wordt wel aangeraden om aparte stroom contract gesloten. Is dit voldoende om aan 1.3 te voldoen? kwh-tellers te laten plaatsen die een goede indicatie geven van het verbruik die toe rekenen is aan een teelt. 1.4 Energie en Klimaat Is er nieuws omtrent de klimaatmodule? Er zal via een aanvullend besluit gecommuniceerd worden dat eis 1.4 om de klimaatmodule in te vullen in 2018 vervalt. Vanaf 1 januari 2019 zal een verplichte eis tot registratie worden opgenomen. Er zal in 2018 een pilot plaatsvinden om de conceptmodule (klimaatlijst) door eindgebruikers te laten toetsen. Daarnaast zal een testversie in het najaar op de website worden geplaatst, zodat telers daar alvast ervaring mee op kunnen doen. 1.6 Energie en Klimaat Welke energie wordt bedoeld in keuzemaatregel 1.6.? Voor de open teelten wordt daar ook brandstof voor trekkers en machines mee bedoeld. Telers kunnen dit berekenen met de broeikasgasemissie rekentool. Dit zal bij de herziening specifieker in de eisen worden beschreven.

2 2.1 Plan van aanpak IPM bij teelten zonder gbm 2.2 Gewasbescherming registratie GGAP Voor paddenstoelen is de toegestane actieve stofnorm 0 kg, en dus de toepassing van chemische gewasbescherming niet toegestaan. Is het dan wel nodig om een plan van aanpak IPM op te stellen. Nav bullet om registraties dagelijks bij te werken. Is voor het bijhouden van de voorraad van gewasbeschermingsmiddelen GlobalGap voldoende? 2.2 Gewasbeschermingsplan Het wordt als een gemis ervaren dat het gewasbeschermingsplan niet meer hoeft te worden ingevuld, omdat hierin ook het spuitplan is opgenomen (de planning van de bespuitingen in de tijd). Met name van toepassing voor de open teelt. Gewasbescherming bestaat niet alleen uit chemische gewasbescherming, maar als er helemaal geen gewasbescherming plaatsvindt is het plan van aanpak IPM niet van toepassing. Ja, de registraties van verbruik dienen dagelijks bijgewerkt te worden. De inkoop en voorraad alleen op relevante momenten. Het opnemen van de geplande bespuitingen is onderdeel van het Plan van Aanpak IPM. Zie de Richtlijn in Bijlage 2a ('welke chemische gewasbescherming wordt toegepast; geef aan per ziekte/plaag welke middelen'). 2.3 Berekening bonuspunten Bij gebruik van middelen met 2 werkzame stoffen kan je 2 maluspunten krijgen, bijvoorbeeld bij Switch. Vraag van teler: Waarom bij gebruik van Rak3/4 maar 1 bonus punt. Dit middel heeft 2 werkzame stoffen; (Z)-11-tetradecenylacetaat En (E,E)-8,10-Dodecadien-1-ol (Is dit, omdat (E,E)-8,10-Dodecadien-1-ol niet op de lijst van groene middelen staat?) Werking is vergelijkbaar met combi deze werkt tegen Bladrollers EN fruitmot. Dit is inderdaad 1 bonuspunt. Per toegepast groen middel wordt een bonuspunt toegekend (niet per toegepaste werkzame stof). Deze werkwijze is anders dan de berekening van maluspunten. 2.3 Berekening maluspunten Hoe moet je per perceel de maluspunten berekenen? Wie pakt dat op? De teler kan hiervoor een aanpassing maken in zijn registratie, maar ook is er al veel belangstelling van registratieprogramma's om de maluspunten berekening op te nemen in de programma's. In veel gevallen is er weinig verschil in bespuitingen tussen de verschillende percelen / teelten van een gewas. Indien die verschillen er wel zijn, dan geldt compensatie van de maluspunten voor het perceel met de meeste maluspunten (en kunnen deze dus berekend worden voor het perceel of die planting met de meeste bespuitingen met stoffen van lijst II). 2.3 Maluspunten bij lagere dosering Geldt bij een lagere dosering van een middel een naar rato lager aantal maluspunten? Nee, elke toepassing leidt tot een maluspunt, onafhankelijk van de gebruikte dosering. Let op dat voor herbiciden standaard één maluspunt geldt per gebruikt herbicide. Zie eis 2.3. Dit is opgenomen om LDS toepassing van herbiciden niet te ontmoedigen. 2.3 Maluspunten pleksgewijze toepassing 2.3 Controle pleksgewijze toepassing Hoeveel maluspunten worden toegekend bij pleksgewijze behandeling? Hoe kun je controleren hoeveel middel is gebruikt en of het pleksgewijze behandeling betreft? Indien een deel van een perceel/ afdeling/ cel wordt behandeld dan geldt voor dat perceel/ afdeling /cel een percentage van de maluspunt, gelijk aan het behandelde oppervlak (25% behandeld: 0,25 maluspunt) Een pleksgewijze behandeling is slechts bij bepaalde toepassingen aannemelijk. Dit moet uit de registratie en toelichting door de teler blijken. 2.3 Bonuspunen groene middelen Hoe moet je de bonuspunten van groene middelen berekenen? Hoe weet je dat de toepassing voldoet aan richtlijnen van gebruiksvoorschrift en een bonuspunt ontvangt? Er geldt per toegepaste actieve stof van groene gewasbeschermingsmiddelen en RUB stoffen lijst 2b één bonuspunt, mits toegepast volgens gebruiksvoorschrift. (Dus niet een bonuspunt per toepassing, maar per middel maximaal één punt per perceel/afdeling/ cel). 2.3 Kaliumfosfiet en kaliumfosfonaten Het gebruik van kaliumfosfonaten (lijst II) geeft een maluspunt. Kaliumfosfiet wordt in het fruit regelmatig als plantversterker gebruikt, hoe wordt daarmee omgegaan? Het gebruik van kaliumfosfonaten heeft alleen een wettelijke toelating als gewasbeschermingsmiddel in pitvruchten. Voor de toepassing daarvan geldt een maluspunt (zie lijst II in bijlage 2c). nee Eisen gewasbescherming ingekocht uigangsmateriaal Hoe moet worden omgegaan met ingekocht uitgangsmateriaal dat voordat het op het teeltbedrijf komt al behandeld is met gewasbeschermingsmiddelen die (bovenwettelijk) niet zijn toegestaan onder On the way to PlanetProof? De toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen op uitgangsmateriaal voordat dit op het bedrijf komt valt buiten de eisen van PlanetProof. De keurmerkhouden moet d.m.v. informatie van de plantenkweker of residuanalyses op ingekochte materiaal kunnen aantonen dat deze middelen in de opkweekfase voorafgaand aan aankoop zijn toegepast.

3 2.3 en bijlage 2c Zaadcoating Mag als uitgangsmateriaal gebruikt worden: zaad gecoat met actieve stoffen van lijst I? Bijvoorbeeld met fipronil gecoat uienzaad? Dit is toegestaan. De aanvullende voorwaarden van binnen On the Way to PlanetProof (lijst I en lijst II van bijlage 2c) gelden voor de grond- en gewastoepassingen. Zaadcoating valt hier buiten. Dit betekend dat voor zaadcoating geen bovenwettelijke eisen gelden en dat deze toepassing is toegestaan volgens de wettelijke toelating met inbegrip van evt. opgebruikstermijn. Het is wel van belang dat de keurmerkhouder kan aantonen welke gewasbeschermingsmiddelen en behandelingen op ingekocht uitgangsmateriaal zijn toegepast, op basis van informatie van de leverancier en/of eigen analyses. 2.3 en bijlage 2c Nieuwe toelatingen gewasbeschermingsmiddelen Hoe wordt omgegaan met nieuwe toelatingen of tijdelijke vrijstellingen van gewasbeschermingsmiddelen? Voor alle actieve stoffen met een wettelijke toelating gelden dezelfde aanvullende voorwaarden (zoals beschreven in criterium 2.3). Het maakt daarbij niet uit of het een bestaande toelating is, een nieuwe toelating of een tijdelijke vrijstelling van een actieve stof. Indien een nieuwe actieve stof is toegelaten die niet op lijst I of II staat, is deze toegestaan zonder maluspunt. Bij de komende update van de lijsten worden nieuwe toelatingen beoordeeld op milieurisico en kan het zijn dat deze worden opgenomen op een van de lijsten. 2.3 en bijlage 2d Emissie oppervlaktewater Emissiebeperking indien perceel grenzend aan 'oppervlaktewater'. Wat wordt hier precies verstaan onder oppervaktewater Kan worden aangesloten bij definitie watervoerend, of refereren aan definities van het waterschap? Met oppervlaktewater wordt een oppervlaktewaterlichaam bedoeld zoals gedefinieerd in de Waterwet: "Samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens deze wet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna". 2.5 Gewasbescherming Een teler werkt sporadisch met een loonwerker. Deze weigert echter de erfemissiescan uit te voeren. Wat is de consequentie voor de teler? De eis heeft alleen betrekking op loonwerkers die handelingen m.b.t. gewasbescherming uitvoeren. In dat geval zal het probleem zich waarschijnlijk niet voordoen en de vraag vervallen. Indien er toch een probleem is kan deze informatie over de loonwerker worden gemeld bij SMK en worden gedeeld met Cumula. 2.8 Biologische bestrijding roestmijt In de teelt van peer is het niet mogelijk om de bestrijding van roestmijt niet-chemisch uit te voeren 2.9 Onkruidbestrijding I Onkruidbestrijding langs perceelranden en tunnels. Wettelijk is pleksgewijze behandeling toegestaan, is dit voor PlanetProof ook toegestaan? met een goede strategie (stimuleren natuurlijk evenwicht en eventueel uitzetten roofmijten) is de nietchemische bestrijding ook in peer mogelijk. I In criterium 2.9 is beschreven dat pleksgewijze toepassing rondom percelen is toegestaan. Uitgangspunt voor de onkruidbestrijding moet echter een niet-chemische methode zijn zoals maaien of grazen door schapen. II Wat zijn de regels voor bijvoorbeeld tunnels, indien het niet mogelijk is tussen de tunnels te maaien, vanwege de beperkte ruimte daartussen? 2.10 Actieve stofnorm 2.10 stelt dat de volgende toepassingen worden meegerekend voor berekening van de actieve stofnorm: Alle toepassingen vanaf het moment van zaaien/poten/planten of opzetten t/m oogst product. Hoe moet hiermee worden omgegaan voor de teelt van paddenstoelen, wat is het moment van zaaien/poten/planten? II Vraag m.b.t. tunnels wordt meegenomen in de herziening Voor de paddenstoelen teelt is het vullen van de cellen het begin van de teelt. Na het begin van de teelt mogen er geen gewasbeschermingsmiddelen meer worden gebruikt. Voor het zaaien en na het oogsten mogen er wel middelen worden gebruikt Actieve stofnorm per teeltronde Bijlage 1 - In de eerste regel staat voor de open teelt "per teelt". De normen gelden voor de open teelt per teeltronde en voor meerjarige gewassen per jaar, tenzij Het is nu niet duidelijk of de norm per teelt geldt of per teeltronde. anders vermeld. (zie blz. 77 voor definitie van het begrip teelt ). De actieve stofnorm mag voor de En indien per teeltronde, kun je compenseren tussen verschillende verschillende percelen/ cellen etc van het gewas gemiddeld worden. teeltrondes in een jaar? 2.10 Actieve stofnorm narcis Tabel 1 - daarin is de norm voor narcis broeierij wel erg hoog ten opzichte van de andere gewassen (incl. 114/excl. 2,4). Is dit een typefout? 2.10 Actieve stofnorm kiemremmingsmiddelen opslag Betreft de uitzondering bij actieve stofberekening bij gebruik van kiemremmingsmiddelen alleen het gebruik in de opslag? 2.10 Glyfosaat bloembollen Hoe wordt de toepassing van glyfosaat in bloembollen over de rug heen na het planten gerekend? Dit is geen typefout. Narcissen nemen veel bolontsmettingsvloeistof op (per bol) en in de broeierij is de plantdichtheid per ha erg hoog. Dat resulteert in veel kg/ha als gevolg van de bolontsmetting. Nee, de uitzondering geldt voor alle toepassingen van kiemremmingsmiddelen (ook middelen die op het veld worden gebruikt). Alle toepassingen van glyfosaat vallen buiten de gewasnormen voor actieve stof (zie eis 2.10), maar tellen mee in de berekening van de actieve stofnorm voor glyfosaat op bedrijfsniveau (2.11).

4 2.10, bijlage actieve stofnorm Gewasbescherming Broccoli, na de langste dag is 2,5 lastig haalbaar, moet echt ingezet worden op bepaalde ziektes zoals: alternaria (schermrot) wordt preventief op worden ingezet. Wat moet een teler doen als blijkt dat hij de werkzame stofnorm zal overschrijden? op dit moment geldt de mogelijkheid tot middeling van de actieve stofnorm over vroege en late teelten. Daarom geen aanleiding om de norm aan te passen. Indien de te krappe werkzame stofnorm een knelpunt is bij veel telers, dan kan dit ingebracht worden in de Teelt Technische Werkgroep en/of bij SMK. Indien de teler over de actieve stofnorm is gegaan als gevolg van calamiteit kan hij ontheffing aan vragen via de calamiteitenregeling. Indien er geen sprake is van een breed knelpunt en van een calamiteit en ook niet vooraf geacteerd is, dan wachten met certificering tot volgend jaar Gewasbescherming Vraag aan de hand van 2 cases: De actieve stofnorm geldt als gemiddelde over het gewas of de gewasgroep waarvoor een aparte Case 1: Een sluitkoolteler komt met z n teelt witte kool (oogst voor actieve stofnorm is gespecificeerd in Bijlage ) uit op een as-norm van 3,4 kg/ha. Hij middelt deze teelt met Twee voorbeelden: z n spitskool teelt (oogst voor 1-9) en komt voor alle kool samen uit op 2,8 kg/ha (norm is max 3,0) - Voor een sluitkoolteler met verschillende sluitkool teelten (waaronder witte kool en spitskool) geldt een gemiddelde voor sluitkool. Case 2: Een sluitkoolteler komt met z n teelt sluitkool geoogst na 1-- Voor de vroege en late teelt van sluitkool geldt een aparte actieve stofnorm voor de vroege en de 9 uit op een as-norm van 5,3. Hij middelt dit naar rato met zijn teelten sluitkool (2,0 kg/ha) geoogst voor 1-9 en komt uit op 3,8. late teelt (wat betekent dat een gemiddelde actieve stofnorm van 7,5 kg/ha geldt voor de late teelt en een gemiddelde actieve stofnorm van 5 kg/ha voor de vroege teelt). Vroege en late teelt mogen echter niet gemiddeld worden omdat voor beide een aparte norm geldt. Case 1: correct Case 2: niet correct, voor de vroege en de late teelt gelden aparte actieve stofnormen die los van elkaar berekend worden 2.10 Gewasbescherming Bij asperges is de actieve stofnorm per ha per teelt aangegeven. De teelt duurt 8 jaar. We nemen aan dat dit bij Asperges moet zijn: per jaar Actieve stofnorm Case: Een teler teelt sluitkool, aardappelen en tulpen. Hij laat zich certificeren voor alleen sluitkool. Bedrijfsbreed (sluitkool+aardappelen+tulpen) gebruikt hij 1,8 kg glyfosaat per ha. In de sluitkool gebruikt hij 1,2 kg/ha. Vraag: Voldoet teler aan eis 2.11? Het betreft een productcertificaat, de actieve stofnorm voor open teelt geldt per teeltcyclus van het product gedurende de productieve periode of anders per jaar. Nee, hij voldoet niet. De actieve stofnorm voor glyfosaat wordt berekend als gemiddelde op bedrijfsniveau. Hiervoor tellen ook de gewassen mee die niet onder PlanetProof certificatie vallen. Dit is aangegeven in criterium 2.11: Voor de open teelt geldt voor glyfosaat een actieve stofnorm op bedrijfsniveau tot een max van 1,5 kg/ha/jr. Hiervoor tellen alle percelen volgens de Gecombineerde Opgave bij RVO mee Doodspuiten groenbemesters Het verbod op het doodspuiten groenbemesters is moeilijk uit te voeren op zware grond. Het verbod op doodspuiten met glyfosaat blijft gehandhaafd, maar heeft alleen betrekking op groenbemesters voorafgaand aan de teelt van een te certificeren product. nee Residu onderzoek Een kruidenteler met 2 vestigingen met bedekte teelt en open teelt; hoeveel residumonsters moeten er worden genomen? Bij een combinatie van open en bedekte teelt dient te worden uitgegaan van twee gewassen: kruiden open teelt en kruiden bedekte teelt. In de herziening wordt een voorstel gedaan hoe hiermee om moet worden gegaan op in certificatie en op het certificaat Residu onderzoek Aansturing residu bemonstering/betaling door De volgende richtlijn geldt voor alle CI s in alle situaties: afzetorganisatie. Wat zijn de spelregels indien een afzetorganisatie De CI bepaalt gewas, perceel / afdeling en dag van monstername. Vervolgens kan de afzetorganisatie betaalt voor de residu bemonstering? op basis van deze aanwijzigingen de bemonstering uit laten voeren binnen het eigen contract bij een lab Residu onderzoek Mag je op 1 dag, drie monsters nemen in verschillende plantingen? 2.12 residuonderzoek Is het echt voor producten waarbij alleen een vruchmonster genomen wordt, zoals paddenstoelen, nodig dat monstername door apart geaccrediteert bedrijf plaatsvindt. In deze gevallen zou het logisch zijn om koppeling te maken met monsters die al genomen worden. Ja, dat zou voor kunnen komen als ergens midden in het seizoen de verschillende plantingen te bemonsteren zijn (vroeg, midden en laat) en de verwachting is dat de monstername op alle drie plantingen relevant zijn ('relevant moment in de teelt'). Dit wordt bepaald door de CI. Het is belangrijk ivm betrouwbaarheid van het keurmerk dat de monstername tbv residuonderzoek onafhankelijk plaatsvindt en op basis van de richtlijnen in het certificatie. Deze residuanalyses zijn wel bruikbaar voor de ketenpartijen. 2.12, bijlage 3 Gewasbescherming Wanneer is er sprake van een onvolkomenheid? Als er een mismatch is tussen registratie van gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik (zoals de residu analyse dat aangeeft).

5 2.12 Gewasbescherming Een teler is gecertificeerd voor 6 verschillende gewassen. Bij de beginaudit worden geen tekortkomingen vastgesteld. Er worden van 4 gewassen monsters genomen (volgens ) en hierin worden geen onrechtmatigheden aangetroffen. Krijgt teler nieuw certificaat voor alle 6 gewassen? Indien er zowel gewassen geteeld worden met oogstbaar product als met niet oogstbaar product op moment van beginaudit, dan kan bij beginaudit alleen certificaat worden uitgegeven voor gewassen met oogstbaar product. Residuanalyse frequentie is correct, mits het niet om meerdere plantingen gaat (dan geldt 5 analyses) Keuring spuitapparatuur bij loonwerk Gelden de bovenwettelijke eisen voor spuitkeuring ook voor loonwerkbedrijven. ja, ofwel bovenwettelijke frequentie keuring of de jaarlijkse calibratie Jaarlijkse zelfkalibratie De optie dat een jaarlijkse zelfkalibratie als alternatief mag dienen De optie van jaarlijkse zelfkalibratie blijft voor dit jaar in ieder geval in het staan. voor de bovenwettelijke frequentie van de spuitkeuring levert Voor nieuwe spuitapparatuur geldt dat de keuring binnen drie jaar moet plaatsvinden. vragen op, omdat het niet duidelijk is wat precies de eisen zijn aan deze zelfkalibratie. Moet van iedere dop een afwijking genoteerd worden? Als doppen nieuw zijn gekocht, is de garantie dat er max 5% afwijking op zit Keuring spuitapparatuur Dienen nieuw gekochte spuiten een VKL keuring te hebben? Nee, hiervoor geldt net als de wettelijke termijn dat keuring plaats dient te vinden binnen een periode van drie jaar Gewasbescherming Hoe zit het met loonbedrijven in Belgie. Vegaplan is vergelijkbaar met VKL. In Duitsland is er geen VKL gecertificeerde loonwerker. Wat verstaat SMK onder gelijkwaardig? Is hiervoor een lijst met vergelijkbare certificaten voor Europa op te nemen? Dit wordt opgepakt bij de komende herziening Gewasbescherming Een fruitteler bestrijdt fruitmijt en roestmijt met biologische bestrijders. Deze zijn deels overgebleven van vorige jaren, deels uit de natuur zelf gekomen. Teler kan aantonen dat hij werkt met deze biologische bestrijders en gebruikt geen chemische middelen die een werking hebben tegen fruitspint en roestmijt. Mag de teler 3 bonuspunten per predator rekenen? Nee, daarvoor worden geen punten toegekend. De teler ontvangt alleen punten voor 2.21 inzet van natuurlijke vijanden in het jaar dat deze natuurlijke vijanden werkelijk worden ingezet. Indien de inzet van natuurlijke vijanden eerder heeft plaatsgevonden, of van nature al aanwezig zijn, ontvangt de teler daar geen punten voor Gewasbescherming Veel boomgaarden hebben tussen de en tonkinstokken per ha. We zien in de praktijk ook hier schuilplaatsen voor oorwormen ontstaan. Mogen deze ook meegeteld worden bij de bonuspunten? 2.25 BOS-systemen Kan bij de BOS ook het aaltjes adviessysteem van HLB op basis van grondonderzoek toegevoegd worden? Nee, op dit moment komen deze niet in aanmerking voor bonuspunten. Tijdens de komende herziening zullen we nagaan of dit wel terecht zou zijn. Bemonstering op aaltjes en eventuele besmettingen monitoren past onder laatste bullit van "Nietchemische beheersing van aaltjes en "): monitoring van eventuele aaltjesbesmetting in plantgoed en perceel. Belangrijke acties zijn perceel bemonsteren, afwijkende planten op het veld onderzoeken, etc 2.27 Keuzemaatregelen Onderscheid bedrijfsniveau/perceelsniveau/gewasniveau is niet Dit is beschreven in 0.0: De punten voor de keuzemaatregelen op perceelsniveau gelden voor de altijd duidelijk Groene windhaag op Perceelsniveau: Betekent percelen waarop de maatregel toegepast is. Dit betekent voor de groene windhaag, dat punten dit dat alle percelen waarop bijvoorbeeld gewas 1 wordt geteeld, een groene windhaag moeten hebben (maar dan is het al snel bedrijfsniveau). behaald worden voor de percelen van gewas 1 die aan de maatregel voldoen. De methode voor berekenen perceel/gewas/ bedrijfsniveau kan inderdaad verhelderd, dit is ook iets dat we bij de herziening willen oppakken. 2.29/ Bijlage 2b Gewasbescherming Het gebruik van bier is niet controleerbaar. Deze onduidelijkheid zal vanzelf oplossen, aangezien alle middelen die als gewasbeschermingsmiddel toegepast worden de komende tijd een registratie moeten krijgen. Voor middelen die ook algemeen gebruikt worden (zoals bier) geldt controle op basis van gewasbeschermingsplan, registratie enaankoopnota s Gewasbescherming Hoe worden bonuspunten toegekend bij verschillende teelten? Bijvoorbeeld Xentari in late preiteelt; geldt deze bonuspunt dan ook voor zomerteelt prei (waar Xentari niet gebruikt wordt) De bonuspunten van keuzemaatregel 2.29 gelden op perceelsniveau (aangegeven in de digitale checklist van SMK). De punten voor de keuzemaatregelen op gewasniveau gelden op de percelen waarop de maatregel is toegepast (criterium 0.0). 3.7 nestgelegenheden roofvolgels Kan naast een nestpaal voor roofvolgels ook een zitpaal worden gewaardeerd met bonuspunten? 4.1 Bodemvruchtbaarheid Case: Een hard fruit teler komt bij het invullen van de OS-balans negatief uit. Hij heeft echter van de afgelopen 5 jaren een grondanalyse waaruit blijkt dat zijn OS-gehalte gelijk blijft in die jaren. Zijn de analyses voldoende om aan eis 4.1 te voldoen? Dit wordt meegenomen bij de volgende herziening. Hiermee voldoet de keurmerkhouder niet aan eis 4.1. Bodemanalyses zijn niet geschikt om variatie in organische stof weer te geven. De teler dient een actieplan op te stellen. Overigens geldt voor fruitteelt in 2018 een ontheffing.

6 4.1 Bodemvruchtbaarheid Graag OS balans fruitteelt aankaarten dat er binnen de wettelijke Momenteel wordt snoeiafval niet meegenomen in de organische stofbalans van NMI. Het is nog niet plaatsingsruimte zeer moeilijk voldaan kan worden aan de vereiste duidelijk wanneer dit opgelost gaat worden, omdat de betrouwbare informatie over snoeiafval in voor een positieve balans. boomgaarden ontbreekt. Waarschijnlijk komen veel telers vanwege dit probleem negatief uit. Via een aanvullend besluit (5 juli) is gepubliceerd dat fruittelers (hardfruit, steenfruit, houtig kleinfruit en kiwibes) in 2018 ontheffing krijgen voor de eis. 4.1 Bodemvruchtbaarheid Een hard fruit teler komt bij het invullen van de OS-balans negatief uit. Hij heeft echter een berekening van zijn teeltadviseur van het afgelopen jaar waar uit blijkt dat zijn OS-balans positief uitkomt. Is de berekening van de teeltadviseur voldoende om aan 4.1 te voldoen? 4.8 Bodemvruchtbaarheid Rustgewas: Rustgewassen zijn gewassen die bijdragen aan de opbouw van organische stof in de bodem, waarbij alleen de bovengrondse delen worden geoogst. Tot de rustgewassen worden granen, grassen en vlinderbloemige gewassen gerekend. Bij spruitkool wordt de strook gemaaid en blijven de gewasresten op het land achter. En voldoet het aan de definitie van rustgewas (eerste deel van de definitie). De tweede zin echter kan worden geïnterpreteerd als voorbeeld (dan zijn meerdere gewassen dan de genoemde mogelijk) of als absolute beperking. In dat geval is het eerste deel van de tekst overbodig of mag er een toevoeging bij. Tot de rustgewassen worden alleen granen, grassen en vlinderbloemige gewassen gerekend. In het geval van fruitteelt geldt in 2018 een ontheffing. In alle andere gevallen: Voor het berekenen van de OS-balans kan gebruik gemaakt worden van de NMI tool, maar het is ook mogelijk om de organische stofbalans te berekenen met een andere rekentool. De tweede situatie is hier aan de orde: Tot de rustgewassen worden alleen granen, grassen en vlinderbloemige gewassen gerekend Bodem Vraag 4.12 geen punten voor lage druk banden? Deze is genoteerd bij de voorgestelde wijzigingen voor de herziening. 5.15b Bemesting Als er met GPS kunstmest gestrooid wordt maar de compost niet met GPS, krijgt de teler dan geen bonuspunten bij 5.15 b? Vanuit emissieproblematiek is met name voorkomen van overlap bij kunstmest van belang en minder bij compost. Daarom komt de teler wel in aanmerking voor de bonuspunten. Deze is genoteerd bij de voorgestelde wijzigingen voor de herziening Bemesting Is het bij langdurige teelten als appel en peer toegestaan om de Ja, dat is mogelijk. bemesting jaarlijks te baseren op een grondanalyse of bladanalyse genomen in het voorafgaande jaar? 5.6 Bemesting Zijn stikstofmonsters noodzakelijk als je geen stikstof bijmest? De eis gaat over sturing op de stikstofbemesting. Niet alleen over bijbemesting. Dat betreft dus ook inzicht in wat er al in de grond aanwezig is voorafgaande aan de teelt. 5.6 Stikstofanalyse Moet er altijd een stikstofanalyse aanwezig zijn, of alleen wanneer Indien er bemesting plaatsvindt (voorafgaand of tijdens de teelt) dient de stikstofanalyse plaats te er bijbemest gaat worden? vinden. Ook indien er alleen organische bemesting plaatsvind. Geldt de verplichting voor stikstof analyse ook in geval er alleen De eis gaat over sturing op de stikstofbemesting. Niet alleen over bijbemesting. Dat betreft dus ook organische mest wordt gebruikt? inzicht in wat er al in de grond aanwezig is (voorafgaande en/of tijdens de teelt). 5.8 Bemesting Case: Een teler heeft een fosfaatmeststof gebruikt waarvan de leverancier niet kan/wil aantonen dat het cadmiumgehalte onder de 20mg ligt. Vraag: Wat is consequentie voor teler? 5.8 Bemesting Is een cadmiumverklaring vereist voor gebruikte organische mest waarin fosfaat zit? Zo ja hoe moet dit geregeld worden, omdat deze meststoffen vaak van meerdere veebedrijven komen of dat het een mix van verschillende veebedrijven is. De teler kan dit kenbaar maken bij SMK met contactgegevens van de leverancier en verzoeken om een ontheffing. Voor organische mest is geen cadmiumverklaring nodig. 5.9 Bemesting Case: Een teler heeft compost gebruikt waar destijds geen analyse op zware metalen is uitgevoerd. Dit is ook niet meer met terugwerkende kracht te regelen. Vraag: Wat is consequentie voor teler? Indien dit zich voordoet kan dit specifieke geval aan SMK worden voorgelegd.

7 6.3 Water Waar laat je het uitgangswater op meten, met welke analyse en hoe controleer je dat? De analyse op hoofd- en sporenelementen geeft inzicht in de basis nutrienten die aanwezig zijn. Dit is belangrijke input voor het opstellen van het nieuwe bemestingsplan om gericht alleen die voedingsstoffen in de hoeveelheden aan te vullen die nodig zijn (zonder overmaat te doseren). 6.3 Water Volgens mijn auditor moet er ook een analyse worden gemaakt van het bassinwater bij aanvang van de teelt. Zoals ik het lees moet je een van de punten oppakken. Is het de bedoeling om (1) het uitgangswater te bemonsteren, en(2) het drainwater. Of is het voldoende om alleen een analyse van het drainwater te maken. Dit doen we namelijk wekelijks? 1e antwoord is nog niet helemaal duidelijk, want de auditor wil graag dat wel het ingangswater,bassinwater, bij aanvang van de teelt, ook bemonsteren op nutriënten. drainwater en uitgangswater worden al standaard bij ons bemonsterd. Je dient hier zowel het uitgangswater als het drainwater te bemonsteren. Dus beide punten op te pakken. Het uitgangswater moet namelijk gecontroleerd worden op het natriumgehalte, dit mag niet te hoog zijn om het hergebruik zoveel mogelijk te bevorderen. 9.1 en 9.2 Verpakkingen Op welke verpakkingen zijn criteria 9.1 en 9.2 van toepassing? Criterium 9.1 geldt voor twee soorten kunststof verpakkingen: kunststof consumentenverpakkingen én eenmalige kunststof verpakkingen die het handelskanaal ingaan. Deze eis geldt dus niet voor: o verpakkingen van andere materialen (karton, papier, glas, houten kratten), o meermalig te gebruiken (transport)verpakkingen (zoals fust, embalage/statiegeld kratten), o materialen die geen verpakking zijn (zoals sticker op appel, elastiekje om bos bloemen). nee Criterium 9.2 geldt voor alle verpakkingen en verpakkingscomponenten. Dus alle (oneetbare) materialen die je aan het product koppelt mogen vanaf 2019 niet meer dan 100 mg zware metalen bevatten. 9.1 verpakkingen Zijn er eisen aan lijm van etiketten? Nee, daarvoor gelden geen eisen. 9.2 Verpakkingen Geldt het verbod op zwart plastic ook voor oppot potjes? En mag blauw wel? Het voorziene verbod op zwart plastic (vanaf 2019) en de consequenties voor oppot potjes wordt door SMK nog nagekeken. Blauw mag in elk geval wel. VERVALLEN IVM VERBOD 10.1 Scope - Teelt in frankrijk Frankrijk tot EU regio Zuid rekenen is raar als het om een bedrijf 40 km van de Belgische grens gaat. Wij houden de zonale indeling aan die de EU gebruikt voor de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen, waarbij Frankrijk in regio Zuid valt Aanmelding deel van bedrijf Is het mogelijk om een deel van een bedrijf (één vestiging / locatie) voor certificatie aan te melden indien er meer vestigingen zijn op 1 juridische entiteit? Nee Algemene eisen Mag een teler van spruitkool en wortelen een gedeelte van zijn Het is alleen mogelijk om gangbaar en biologisch naast elkaar te produceren, indien deze productie product onder Planet Proof certificeren en een gedeelte voor SKAL? juridisch gescheiden (m.u.v. planten). Vanuit zowel SKAL als PlanetProof is dit voorbeeld niet toegestaan Milieubeleidsplan Ik word soms geconfronteerd met een tekortkoming op dit punt Het knelpunt m.b.t. Milieubeleidsplan voor teeltbedrijven wordt meegenomen in de herziening. omdat een teler wel op alle vereiste onderdelen plannen heeft, maar niet in 1 document Certificering Kan je bij boomkwekerijproducten sierheesters/vaste planten direct bij de ingangsaudit certificeren? In feite zijn het oogstbare gewassen, maar wel eenmalig volgens de tabel. Geldt dan de 6 weken voor oogst ook? Het hangt van het moment van de audit af of de planten al oogstbaar zijn. Indien de producten oogstbaar zijn, mag er een certificaat worden uitgereikt indien aan alle voorwaarden van criterium 10.7 wordt voldaan. De ingangsaudit dient in dit geval ook minimaal 6 weken voor het eind van de teelt plaats te vinden Audit frequentie bestaande Wat te doen met auditfrequentie voor bedrijven die al langer Dat mag. Bedrijven die al langer dan twee jaar deelnemen mogen vanaf het derde jaar naar één audit keurmerkhouders deelnemen. Mogen die vanaf jaar 2 meedoen/instappen? per jaar, mits maximaal 4 tekortkomingen in laatste audit. Gezien de inhoudelijke wijzigingen in het certificatie adviseert SMK om in 2018 toch wel een beginaudit uit te voeren Controlepunten onaangekondigde audit Bij een onaangekondigde audit betreft het aantal onderwerpen? ja dit staat in eis 10:7: "Tijdens de onaangekondigde audit komen de volgende kernonderwerpen aan de orde: registratie gewasbeschermingsmiddelen; meststoffenregistratie; relevante (controleerbare) keuzemaatregelen; waterregistratie; afvalscheiding fysiek; indien in gebruik: verpakkingen met On the way to PlanetProof certificaat." 10.7 Onaangekondigde audits Hoe moet de 10% onaangekondigde audits per jaar worden berekend? De 10% onaangekondigde audits gebaseerd moet worden op het aantal gecertificeerde bedrijven op 1 januari in het betreffende jaar.

8 10.7 Algemene eisen Een hard fruit teler krijgt zijn 1e audit in november als al zijn appelen en peren geoogst zijn. Alles is te controleren, van begin teelt t/m oogst. Er is in aug. al een bladmonster genomen. Het geoogste product staat in de koelcel. Er worden geen tekortkomingen geconstateerd. Kan deze teler gecertificeerd worden? 10.9 Calamiteitenregeling communicatie Hoe wordt de CI geinformeerd bij een aanvraag voor ontheffing via calamiteitenregeling? Klachtenprocedure In 80% van de audits wordt akkoord gegaan met de klachtenprocedure die vanuit GlobalGAP wordt gebruikt, in 20% van de gevallen niet. Men valt dan over een het detail dat de GlobalGAP versie niet is voorzien van een uniek nummer per klacht, en/of het feit dat het geen PlanetProof specifieke procedure is Algemene eisen Track en Trace. Procedure en beoordeling hiervan verschilt per CI. Hoever moeten we hierin gaan bij appel- en peren-telers die alleen produceren en het geoogst product verkopen in bulk verkopen aan de tussenhandel? Nee, dit is niet toegestaan. De beginaudit vindt uiterlijk 6 weken voor het einde van de teelt plaatst. Bij de situatie in het voorbeeld is er geen mogelijkheid om de teelt te kunnen volgen, wat belangrijk is om de betrouwbaarheid van het certificatie te waarborgen. Het bedrijf dient zich eerder aan te melden en een beginaudit in te plannen. In het formulier voor aanvraag van een ontheffing zal aangegeven worden dat de aanvraag ook CC naar de eigen CI gestuurd dient te worden. Het besluit van de calamiteitencommissie zal ook aan de CI worden doorgegeven. Dit wordt opgepakt in de herzieing, de insteek zou moeten zijn dat de klachtenprocedure van GlobalGap ook voldoet. Als een teler een product produceert en afzet, zonder dat hij producten bijkoopt, dan kan er geen vermenging van productenstromen plaatsvinden. In dat geval is de controle op Track en Trace beperkt tot het vaststellen dat er geen meerdere productstromen op het bedrijf aanwezig zijn. Bijlage 1 Definitie teeltcyclus Wat kun je als teeltcyclus zien, bij een meerjarige teelt van aardbei waarbij je ook meerdere keren oogst? Teeltcyclus is als volgt gedefinieerd: "De tijdsperiode voor een volledige productiecyclus van het gewas vanaf het zaaien/poten/planten/uitlopen tot en met de oogst. Een teeltcyclus beslaat maximaal 12 maanden." Eventuele onduidelijkheden mbt de aardbeienteelt zullen worden besproken met aardbei telers en adviseurs. Zodra hierover meer bekend is zal dit worden gecommuniceerd. bijlage 2c Lijst II In lijst II staat bij 1-methylcyclopropeen geen kruisje bij maluspunten of emissiebeperking Hier hoort een kruisje te staan bij de kolom 'maluspunt', door een fout is dit niet goed gepubliceerd in het. Dit zal niet tussentijds gewijzigd worden, maar bij de herziening worden aangepast. Voor 2018 geldt nog geen maluspunt voor deze actieve stof. Bijlage 7 Er is enige discussie over wanneer het einde van een teelt is in het hardfruit bij een teler. Een teler geeft aan dat zijn appelteelt eindigt zodra hij zijn appels/peren heeft geoogst. Volgens de definitie in het is het einde van de teelt na oogst van het product Teeltduur: De teeltduur is de periode van poten/zaaien/planten tot aan de oogst. Na de oogst van het fruit gaat de teelt nog door en voert de teler nog bespuitingen uit. Moet de residu monstername uitgevoerd worden voor de oogst van het fruit? Einde teelt is gedefinieerd als moment van oogst (einde teelt(cyclus) voor het betreffende product). Het is wenselijk dat monstername plaatsvindt voor de oogst van het fruit, zodat de certificering kan plaatsvinden voor aflevering van het geoogste fruit. Bij de herziening zullen de definities voor teelt/teeltduur/teeltcyclus op elkaar worden afgestemd. Wordt meegenomen in de herziening. Certificatievoorwaarden Algemene certificatievoorwaarden SMK - certificaat Stel één bedrijf bestaat uit 3 locaties, moeten die alle 3 op het certificaat gemeld worden, of alleen het hoofdadres? - Bij meerdere lokaties het certificaat afgeven op naam en adres hoofdvestiging. - Verwijzing op het certificaat opnemen: Dit certificaat is alleen geldig voor de op dit certificaat genoemde certificaathouder en de vestigingen/deelnemers zoals weergegeven in de bijlage. - Een bijlage bij het certificaat met daarop: o Verwijzing naar het certificaat + certificaatnummer o afgifte bijlage o Overzicht vestigingen/deelnemers Certificatievoorwaarden Algemene certificatievoorwaarden SMK - certificaat Kan het GLN/GGN nummer op het certificaat komen te staan, aanvullend op het PlanetProof nummer? algemeen vraag hoorzitting Wat is het antwoord op vraag 157 van de hoorzitting of er bonuspunten gegeven worden indien het bedrijf voorzieningen heeft om restanten spuitvloeistof tijdelijk op te slaan voor hergebruik of gebruik maakt van een spuitmachine met restvloeistofreductie. Dat kan en dit adviseert SMK ook. De Algemene Certificatievoorwaarden beschrijven de minimale eisen aan een certificaat, dus er kan een nummer worden toegevoegd. Nee, hiervoor worden geen bonuspunten gegeven.