Gewasbeschermingsplan 2014

Transcriptie

1 Gewas: Consumptie aardappelen 1. Grondgebonden ziekten / plagen. 2. Goed uitgangsmateriaal. Aardappelcysteaaltjes, graslandschurft. Rhizoctonia op zandkavel. Pootgoed met NAK certificaat en behandeling met Moncereen tegen Rhizoc. Verwachting van latent Phytophthora: Infinito en Curzate Partner inzetten. 3. Voorkeur resistente rassen. Aaltjes: Gebaseerd op grondonderzoek. 4. Treffen van bedrijfshygiënische maatregelen. Tegen schurft wordt er bij droogte beregend. Ook worden afvalhopen afgevoerd naar het land en die op het erf liggen afgedekt met zwart plastic via digiaal een passende vruchtwisseling gemaakt. Opslagplanten worden met glyfosaat bestreden. 6. Toepassen van vrucht- en teeltwisseling. Bouwplan is ingevuld op basis van 1:4 betreffende de aardappelen. Ook staat er tarwe voor de aardappels. Twee keer per week worden er gewasinspecties uitgevoerd. Een keer twee weken samen met mijn teeltadviseur van Pars. Bij calamiteiten vaker. 7b. Gebruik maken van B.O.S. maak gebruik van de Phyto-Fax of eigen systeem op computer 8. Inzetten en in stand houden van natuurlijke Bij luizenbestrijding wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van Pirimor (houdt natuurlijke vijanden in leven). 9. Toepassen van mechanische of andere vorm van onkruidbestrijding. Vlak voor opkomst frezen. 10. Bij voorkeur zaad-, plant- of pootgoedbehandeling, danwel stekbehandeling. 12. Pleksgewijs toedienen van GBM. Pootgoed wordt behandeld met Moncereen. Aan de hand van het Pars spuitplan heb ik een keuze gemaakt uit middelen die voldoende effectiviteit hebben tegen de ziekte maar tevens zo min mogelijk milieubelastingspunten per bespuiting. Plaatsen waar wortelonkruiden komen worden doelmatig aangepakt d.m.v. de selector. 13. LDS toepassing bij onkruidbestrij-ding. Wanneer na opkomst blijkt dat de mechanische onkruidbestrijding niet afdoende heeft gewerkt, spuit ik met lage dosering Sencor en Titus over het gewas.

2 Gewas: Granen 1. Grondgebonden ziekten / plagen. Bladvlekkenziekten zoals Septoria tritici en Oogvlekkenziekte zijn de belangrijkste grondgebonden schimmels. Andere schimmelsoorten die via gewasresten van jaar op jaar overgebracht worden zijn bijv de roesten, sneeuwschimmel en meeldauw. 2. Goed uitgangsmateriaal. Er wordt ontsmet en goedgekeurd zaaizaad gebruikt. 3. Voorkeur resistente rassen. De rassenlijst wordt geraadpleegd bij de keuze van de juiste rassen. De machines en opslagruimte worden na gebruik schoongemaakt. Ook wordt er aandacht gepleegt aan de onkruidbestrijding. Graan is een waardplant voor diverse aaltjes. Het gewas zelf ondervindt weinig last van deze aaltjes. 6. Toepassen van vrucht- en teelt-wisseling. Graan wordt geteelt in een 1 :.. rotatie. Het gewas wordt regelmatig gecontroleerd: alleen en met de teeltadviseur. 7b. Gebruik maken van B.O.S. n.v.t. 8. Inzetten en in stand houden van na-tuurlijke Bij de luisbestrijding wordt er gekeken of er Pirimor gebruikt kan worden. 9. Toepassen van mechanische of andere vorm van onkruidbestrijding. We kunnen het onkruid bestrijden d.m.v. te eggen en gras onder dekvrucht te zaaien. 10. Bij voorkeur zaad-, plant- of pootgoedbehandeling, danwel stekbehandeling. Het zaad wordt behandeld tegen diverse kiem- en bodemschimmels. Vooraf aan de teelt wordt er een spuitplan opgesteld door Pars om daarin de diverse middelen op milieubelasting te controleren. Werkzame stoffen worden afgewisseld. 12. Pleksgewijs toedienen van GBM. D.m.v. de rugspuit worden diverse onkruidplekken behandeld indien nodig. 13. LDS toepassing bij onkruidbestrij-ding. Alle aanwezige onkruiden worden met een mix van LDS bestreden.

3 1. Grondgebonden ziekten / plagen. Gewas: Graszaad Zwarte roest, kroon roest, meeldauw en bladvlekkenziekte zijn de meest voorkomende ziekten in graszaad. 2. Goed uitgangsmateriaal. Er wordt ontsmet en goedgekeurd zaaizaad gebruikt. 3. Voorkeur resistente rassen. De rassenlijst wordt geraadpleegd bij de keuze voor het juiste ras of anders de zaadleverancier. 4. Treffen van bedrijfshygiënische maatregelen. Alle machines worden na gebruik schoongemaakt. Ook wordt er aandacht besteed aan de onkruidbestrijding. Graszaad is een waardplant voor diverse soorten aaltjes. Het gewas zelf ondervindt weinig last van deze aaltjes. 6. Toepassen van vrucht- en teeltwisseling. Graszaad wordt geteelt in een 1 : 4 rotatie. Het gewas wordt regelmatig gecontroleerd. Zowel door mij zelf als door de teeltadviseur van Pars. 7b. Gebruik maken van B.O.S. indien beschikbaar 8. Inzetten en in stand houden van natuurlijke 9. Toepassen van mechanische of andere vorm van onkruidbestrijding. Bij de luisbestrijding wordt er gekeken of er Pirimor gebruikt kan worden, omdat het middel Pirimor natuurlijke vijanden spaart. Er zijn weinig mogelijkheden qua mechanische onkruidbestrijding. Schoffelen of eggen zou een optie kunnen zijn, maar dit is niet practisch. 10. Bij voorkeur zaad-, plant- of pootgoedbehandeling, danwel stekbehandeling. 12. Pleksgewijs toedienen van GBM. Het zaad wordt behandeld tegen diverse kiem- en bodemschimmels. Vooraf aan de teelt wordt er een spuitplan opgesteld door Pars, om daarin de diverse middelen op milieubelastingspunten te controleren. Indien nodig worden diverse onkruidplekken/ wortelonkruiden behandeld m.b.v. een rugspuit. 13. LDS toepassing bij onkruidbestrij-ding. Alle aanwezige onkruiden worden met een mix van LDS bestreden.

4 Gewas: Peen 1. Grondgebonden ziekten / plagen. Alternaria, Cavity Spot en wortelknobbelalen 2. Goed uitgangsmateriaal. Zaaizaad is NAK goedgekeurd 3. Voorkeur resistente rassen. Nerac zou wat ongevoeliger zijn dan Narbonne Voordat de loonwerker op het land aan het werk gaat worden de machines deugdelijk schoongespoten. Door een ruim bouwplan wordt voorkomen dat gevaarlijke alen kunnen toeslaan. 6. Toepassen van vrucht- en teelt-wisseling. wortelen teel ik op 12% van het areaal. Ik heb een afspraak gemaakt met mijn teeltadviseur om elke 10 dagen samen het gewas te bekijken. Zelf doe ik dat 2X per week. 7b. Gebruik maken van B.O.S. Ik afspraken met de Groene Vlieg om de tweede helft van het seizoen wortelvlieg waarnemingen te doen. 8. Inzetten en in stand houden van na-tuurlijke ziektenen plaagbestrijders. n.v.t. 9. Toepassen van mechanische of andere vorm van onkruidbestrijding. Ik frees zo laat mogelijk danwel stekbehandeling. Het zaaizaad wordt behandeld tegen bodemschimmels. arbeidsveiligheid van de toepasser. Zie spuitplan voor de wortelen 12. Pleksgewijs toedienen van GBM. De plekken met melkdistels zal ik met de rugspuit aanpakken. 13. LDS toepassing bij onkruidbestrij-ding. Na gewascontrole met mijn teeltadviseur stellen we de laagst mogelijke dosering vast.

5 Gewas: Pootaardappelen 1. Grondgebonden ziekten / plagen. Graslandschurft. Rhizoctonia. 2. Goed uitgangsmateriaal. Pootgoed met NAK certificaat en behandeling met Moncereen tegen Rhizoc. Verwachting van latent Phytophthora. 3. Voorkeur resistente rassen. Aaltjes: Uitgaande van AM-vrij verklaring. Tegen schurft wordt er bij droogte beregend. Ook worden afvalhopen afgevoerd naar het land en die op het erf liggen afgedekt met zwart plastic via digiaal een passende vruchtwisseling gemaakt. Opslagplanten worden met glyfosaat bestreden. 6. Toepassen van vrucht- en teelt-wisseling. Bouwplan is ingevuld op basis van 1:. betreffende de aardappelen. Twee keer per week worden er gewasinspecties uitgevoerd. Een keer twee weken samen met mijn teeltadviseur van Pars. Bij calamiteiten vaker. 7b. Gebruik maken van B.O.S. maak gebruik van de Phyto-Fax 8. Inzetten en in stand houden van na-tuurlijke Inzetten van o.a.pirimor en Teppeki gebruiken bij insectenbestrijding. 9. Toepassen van mechanische of andere vorm van onkruidbestrijding. vlak voor opkomst frezen. danwel stekbehan-deling. 12. Pleksgewijs toedienen van GBM. pootgoed wordt behandeld met Moncereen Aan de hand van het Pars spuitplan heb ik een keuze gemaakt uit middelen die voldoende effectiviteit hebben tegen de ziekte maar tevens zo min mogelijk milieubelastingspunten per bespuiting. Plaatsen waar wortelonkruiden komen worden doelmatig aangepakt d.m.v. de selector. 13. LDS toepassing bij onkruidbestrij-ding. n.v.t.

6 Gewas: Suikerbieten 1. Grondgebonden ziekten / plagen. Rhizomanie, BCA, kiem- en bodemscimmels. 2. Goed uitgangsmateriaal. 3. Voorkeur resistente rassen. Rhizomanieresistent ras. Machinereinigen, aardappelresten opruimen, ploegen na de eerste vorstperiode. Grondonderzoek op bedrijf beschikbaar. Resistente bladrammenas geteeld als groenbemester. 6. Toepassen van vrucht- en teelt-wisseling. Bouwplan is ingevuld op basis van 1:4. Geen spinazie en kool in het bouwplan. Onkruid: waarneming vanaf het zaaien tot het sluiten van het gewas. Later controle op schieters. Maak gebruik van bezoek teeltadviseur 1X per twee weken. 7b. Gebruik maken van B.O.S. IRS waarschuwingssysteem en adviseur 8. Inzetten en in stand houden van na-tuurlijke ziektenen Resistente groenbemester voorafgaande aan de teelt. plaagbestrijders. 9. Toepassen van mechanische of andere vorm van onkruidbestrijding. Schoffelen bij het sluiten van het gewas. danwel stekbehandeling. arbeidsveiligheid van de toepasser. Gaucho pillenzaad + behandeling tegen bodem- en kiemschimmels. Plantaardige olie in LDS, geen kamille verwacht dus geen herbicide voor opkomst. 12. Pleksgewijs toedienen van GBM. Aardappelopslag bestrijden met selector. Kweek alleen langs perceelsranden. 13. LDS toepassing bij onkruidbestrijding. BOGT

7 Gewas: Uien 1. Grondgebonden ziekten / plagen. Perceel is onderzocht op trichodorus alen en witrot. 2. Goed uitgangsmateriaal. Er wordt uitsluitend NAK goedgekeurd zaaizaad gebruikt. 3. Voorkeur resistente rassen. Wanneer beschikbaar zaai ik op het perceel waar ik fusarium verwacht een resistent ras. Machines reinigen. Grondonderzoek op bedrijf beschikbaar. Resistente bladrammenas geteeld als groenbemester. 6. Toepassen van vrucht- en teelt-wisseling. 1 op 6 Twee keer per week worden er gewasinspecties uitgevoerd. Een keer twee weken samen met mijn teeltadviseur van Pars. Bij calamiteiten vaker. 7b. Gebruik maken van B.O.S. maak gebruik van de Phyto-Fax. 8. Inzetten en in stand houden van na-tuurlijke ziektenen plaagbestrijders. Deelnemer bij De Groene Vlieg. 9. Toepassen van mechanische of andere vorm van onkruidbestrijding. Zodra het weer het toelaat schoffel ik de zaaiuien. danwel stekbehandeling. Het zaaizaad is behandeld tegen bodem en kiemschim-mels. arbeidsveiligheid van de toepasser. Ik heb mijn adviseur een uitdraai laten maken van middelen die de minste milieubelasting hebben met toch voldoende effectiviteit op bladvlekkenziekte en valse meeldauw 12. Pleksgewijs toedienen van GBM. Wortelonkruiden bestrijd ik door pleksgewijs met de rugspuit te spuiten. 13. LDS toepassing bij onkruidbestrij-ding. Na opkomst gebruik ik indien mogelijk een LDS systeem met Totril, Basagran en Pyramin.