Nu gaan we naar revisie vergunning 3 waarop ik nu vervolgens mijn zienswijze op geeft.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Nu gaan we naar revisie vergunning 3 waarop ik nu vervolgens mijn zienswijze op geeft."

Stijn de clercq
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

Aan:Burgemeester en Wethouders vandegem.ijsselstein Betreft: Zienswijze op ontwerpbesluit revisievergunning ingevolge de Wet Milieubeheer van dhr.

1 Aan:Burgemeester en Wethouders vandegem.ijsselstein Betreft: Zienswijze op ontwerpbesluit revisievergunning ingevolge de Wet Milieubeheer van dhr.peters, Waterviolier RA te Montfoort voor het perceel Achtersloot gflata lj«alstein. Datum: 3 maart 2013 Van: W.M.van Montfoort Achtersloot NTIJsselstein Cc:DeRaadvan de gem.ijsselstein mam: GEMEENTE IJSSFJ '*- '< ING, 07 NAAKT 2013 RAPPEL: CL.NR.: Geacht College, SEKT. AFD./AWB"! Inleiding: In2004 heeft uaan dhr.peters een milieuvergunning verleend voor een nieuwtelfotiweti' " kalverenstal op perceel Achtersloot 99a te Ijsselstein.De vergunning isna beroep van ondermeer ondergetekende getoetst bij de Raad van State en ook hier goedgekeurd. Vervolgens wordt de stal gebouwd niet conform de verleende vergunningen, het ventilatie/afzuigsysteem is niet compleet en totaal anders uitgevoerd. Een gevolgis ernstige stankoverlast voor directe omgeving.er wordt een verzoek tot handhavinggevraagd.op 17 juni volgt eengesprek waarvan een beknopt besprekingsverslag (bijlage 1 )Met een voorziening een pijp van 1,5 meter met een goed ventilatiesysteem wat de hinder meer dan de helft zal doen verminderen, dit als belangrijkste afspraak. Vervolgens gaat het fout, afspraken tellen niet meer en er wordt een nieuwe revisievergunning aangevraagd deze wordt vervolgens na beroep bij de Raad van State vernietigd. Nu gaan we naar revisie vergunning 3 waarop ik nu vervolgens mijn zienswijze op geeft. In het huidige ontwerpbesluit wat nu ter inzage ligt maak ik met klem bezwaar op tegen verlaging van het emissiepunt dit ten gevolge van het omlaag richten van de gevelkapconstruktie. In de vorige alinea isaangegeven de positieve invloed op de emissie uitstoot door het toepassen van een schoorsteen van 1,5 meter omhoog. Door de emissiestroom omlaag te richten en het emissiepunt te verlagen neemt de geurbelasting in hoge mate toe. Volgens artikel 3 van de Wet Geurhinder Veehouderij onder 3. Indien de geurbelasting toeneemt en meer bedraagt dan 8,0 odeur units per m3 lucht wordt de vergunning geweigerd, (bijlage 2).Uw stelling dat ten opzichte van een denkbeeldige vergunde situatie de situatie geen toename van de geurhinder is volkomen onjuist, verlaging en de emissiestroom neerwaarts richten hebben beiden een negatieve invloed op de geurbelasting. Terugkoppelend, wij ondervinden ernstige stankhinder dit als gevolg van een gebrekkig ventilatiesysteem, een eenvoudige herziening van de milieuvergunning is niet mogelijk daarom is besloten door u, dat er een nieuwe revisievergunning moet komen. Het lijkt me duidelijk dat je aan art.3 lid 3 van dewgv moet voldoen en het lijkt mij duidelijk je heb twee meetpunten dus hoe groot is de milieubelasting op dit moment dus feitelijk en wat is de belasting nadat je verbeteringen heb aangebracht. (Het is voor mij totaal onbegrijpelijk, bijna te zot voor woorden dat je een nog mindere situatie voor je geest probeer te halen dan de

2 gebrekkige situatie waarbij ernstige stankhinder wordt ondervonden en dit nog goedkeurt ook.) Dus even simpel een vergunning wordt geweigerd indien de geurbelasting toeneemt en je boven de 8 odeur uitstoot heeft. Tevens ben ik nu van mening dat dit een nieuwe revisie vergunning is, geen reparatie van de vergunde situatie, dit omdat er teveel afwijkingen geconstateerd zijn en de stankhinder die dit met zich meebrengt. Hiermee vernietigt je de vergunning enval je terug op de oude vergunning van voor de uitbreiding.je gaat nu van ca.80 kalveren naar 588 kalveren. Dit heeft gevolgen voor dewgven zalde uitstoot van de inrichting niet meer dan 8 odeur geurbelasting mogen bedragen. Eris voor mij maar een goede oplossing en dat isde ventilatiekap omhoog richten zoalsis aangegeven op de tekening onder aanzicht B.Een vernietiging van uw besluit indeze vorm bij de Raad van State acht ik kansrijk. Een oplossing met elkaar heeft voor mij de voorkeur want ook nade Raad van State zijn we er niet, want dan zitten we weer met een nieuwe vergunning. Het zou een overwinning zijn indien we met elkaar hieruit komen. Indien de ventilatiekap geplaats wordt zoals eerder aangegeven heb ik geen bezwaar. Hoogachtend, W.M. van Montfoort.- Bijlage: 3

Beknopt gespreksverslag Van Emile Hilkhuijsen Vergunningverlening & Handhaving Tel. 030-6861795 Betreft Achtersloot 99A Datum 17 juni 2009 Aanwezig Mevrouw Bruin-Wessels, haar advocaat de heer O.

3 Beknopt gespreksverslag Van Emile Hilkhuijsen Vergunningverlening & Handhaving Tel Betreft Achtersloot 99A Datum 17 juni 2009 Aanwezig Mevrouw Bruin-Wessels, haar advocaat de heer O. Minjon en haar adviseur de heer C. den Hertog. Namens de gemeente de milieuadviseur de heer W. Foppen, de heer S. Le Noble (vergunningverlening), de heer K. Lindhout (handhaving milieu) en de heer B.M. Hilkhuijsen (Handhaving). Betreft: Verzoek om handhaving inzake het realiseren van een kalverenstal op het perceel Achtersloot 99A in afwijking van de milieu en bouwvergunning In navolging van een eerder gesprek over stankoverlast van de kalverenstal op het perceel Achtersloot 99A te IJsselstein en naar aanleiding van de standpunten van de milieuadviseurs zijn voornoemde partijen nogmaals bij elkaar geweest. De heer Hilkhuijsen opent de bijeenkomst en zet uiteen wat de bedoeling isvan dit gesprek. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Le Noble die uitlegt wat er besproken is op 16 juni 2009 tussen de heer Peters (vergunninghouder), zijn adviseur de heer Verkleij, wethouder Overkamp en de heer Boer (Handhaving). Uit dit gesprek is naar voren gekomen dat er een veranderingsvergunning moet worden aangevraagd met alle punten zoals gesteld in het voornemen opleggen dwangsom. Daarnaast is de heer Peters in beginsel bereid de pijp aan te brengen maar verzoekt wel om kostendeling. De heer Minjon merkt op dat zijn cliënt al genoeg kosten maakt zoals het inhuren van een advocaat en een milieudeskundige. Mevrouw Bruin-Wessels is niet bereid om in de kosten te delen. Daarnaast vindt ze het onbegrijpelijk dat al de afwijkingen van de milieu en bouwvergunningen gewoon hebben plaats kunnen vinden. Ze vraagt zich sterk af hoe ditzo maar kan. Voorts zet de heer den Hartog uiteen wat de wenselijke oplossing is. Tevens wenst hij berekeningen te zien welke wijze waarop het afzuigsysteem werkt. Er wordt zowel door de adviseur van mw. Bruijn-Wessels als door de adviseur van de gemeente bevestigd dat met hettreffen van de voorgestelde voorziening en inzicht in de juiste berekeningen de geuroverlast aanvaardbaar zal zijn. Mevrouw Bruin-Wessels spreekt wel de zorg uit hoe kan worden nagegaan dat de afzuiginstallatie ook daadwerkelijk gebruik wordt. Daar zal in de vergunning aandacht aan besteed worden. De gemeente stelt voor om de pijp alvast met een melding ex. artikel 8:19van de Wet milieubeheer af te doen, zodat de pijp snel gerealiseerd kan worden. Daarna kan alles alsnog in een revisievergunning worden geregeld. De vertegenwoordigers van mevrouw Bruijn-Wessels zien liever dat alles meteen goed in een vergunning wordt geregeld. Dat weegt zwaarder dan de tijdswinst die met een 8:19 procedure wordt behaald. De gemeente heeft een voorkeur om de veranderingen in een revisievergunning vast te leggen en zal dit met de de heer Peters overleggen. De volgende afspraken zijn gemaakt; Er zal van de kant van mevrouw Bruin-Wessels geen kostenverdeling plaats vinden; Er zal na de aangebrachte voorziening door de gemeente op vaste tijden worden gecontroleerd of de kalverenstal naar behoren functioneert; De voorziening is een pijp van 1 Vi meter met goed ventilatiesysteem; Wanneer de vergunning zoals voorgesteld is verleend zal geen bezwaar of beroep worden ingesteld; Verzoek om handhaving zal worden ingetrokken na verlenen vergunning; Beslissing op het bezwaarschrift aanhouden tot na verlening vergunning; Tijdens de vergunningsprocedure openheid en overleg tussen de adviseurs van partijen; Dit gespreksverslag zal aan partijen ter goedkeuring worden voorgelegd. Afgesproken de reactie hierop af te wachten tot 1 juli Wanneer iedereen hiermee kan instemmen kan de procedure worden gestart.

wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Wet geurhinder enveehouderij -BWBRO... pagina 1 van 1 Wet geurhinder en veehouderij, Artikel 3 (Tekst geldend op: 04-05-2012) Artikel 3 1.

4 wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Wet geurhinder enveehouderij -BWBRO... pagina 1 van 1 Wet geurhinder en veehouderij, Artikel 3 (Tekst geldend op: ) Artikel 3 1. Een omgevingsvergunning met betrekking tot een veehouderij wordt geweigerd indien de geurbelasting van die veehouderij op een geurgevoelig object, gelegen: a. binnen een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom meer bedraagt dan 3,0 odour units per kubieke b. binnen een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom meer bedraagt dan 14,0 odour units per kubieke c. buiten een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom meer bedraagt dan 2,0 odour units per kubieke d. buiten een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom meer bedraagt dan 8,0 odour units per kubieke meter lucht. 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een andere veehouderij, of dat op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij: a. ten minste 100 meter indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en b. ten minste 50 meter indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen. 3. Indien de geurbelasting, bedoeld in het eerste lid, groter is dan aangegeven in dat lid of de afstand, bedoeld in het tweede lid, kleiner is dan aangegeven in dat lid, wordt een omgevingsvergunning, in afwijking van het eerste en tweede lid, niet geweigerd indien de geurbelasting niet toeneemt en het aantal dieren van één of meer diercategorieën niet toeneemt. 4. Indien de geurbelasting, bedoeld in het eerste lid, groter is dan aangegeven in dat lid, het aantal dieren van één of meer diercategorieën toeneemt, en een geurbelastingreducerende maatregel zal worden toegepast, dan wordt een omgevingsvergunning verleend voor zover het betreft de wijziging van het aantal dieren, voorzover de toename van de geurbelasting ten gevolge van die wijziging niet meer bedraagt dan de helft van de vermindering van de geurbelasting die het gevolg zou zijn van de toegepaste geurbelastingreducerende maatregel bij het eerder vergunde veebestand. 1~M..//, Ö++^ rr«kojri «imwrrnn?mqfi/artiken/eeldigheidsdatum /afdru

$17P i 7Jcentraal emissiepunt i 10V* W\ ü^ty^o^l$

5 17P i 7Jcentraal emissiepunt i 10V* W\ ü^ty^o^l LÄ IA P 4000+P AANZICHT B kalverenstal

Vergelijkbare documenten

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

(Tekst geldend op: 10-02-2013) Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Wij Beatrix, bij de gratie