De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg

Transcriptie

1 De conjunctuurevolutie in de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg 2 de kwartaal 2018 INSTITUUT WEGTRANSPORT EN LOGISTIEK BELGIË vzw Archimedesstraat 5 0 Brussel http: - Tel. +32/(0) Fax +32/(0)

2 Het geheel of gedeeltelijk overnemen of verveelvoudigen van de inhoud van deze publicatie is slechts toegelaten mits uitdrukkelijke bronvermelding.

3 Voorafgaande opmerkingen 1. Opzet van het onderzoek Het Instituut wegtransport en Logistiek België (ITLB) organiseert sinds 1977 een enquête om de conjunctuurtoestand van de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg op te volgen. De basismethodologie is dezelfde als deze gehanteerd door de NBB voor hun conjunctuuronderzoek. Tot en met het jaar 2005 gebeurde dit door middel van een maandelijkse vragenlijst met de bedoeling om specifieke problemen en trends die kenmerkend zijn voor de sector vanuit de praktijk op te volgen en nader te leren kennen. Om beter te kunnen inspelen op de wijzigingen en uitdagingen van de sector, heeft dit conjunctuuronderzoek in 2006 een heuse gedaanteverandering ondergaan. In plaats van maandelijks wordt de enquête voortaan per kwartaal uitgevoerd bij een representatief staal van ondernemingen uit de sector. In de vragenlijst wordt gepeild naar hun mening over de evolutie van een aantal factoren. Zij dienen op te geven of de toestand in het betreffende kwartaal gedaald, gelijk gebleven of gestegen is ten opzichte van voorgaand kwartaal. Daarenboven wordt hun opinie gevraagd naar de oorzaken van bepaalde trends, hun indrukken en vooruitzichten niet alleen met betrekking tot de vervoeropdrachten maar tevens binnen het ruimere logistieke gebeuren. 2. Indeling van de resultaten naar grootteklasse van de ondernemingen De resultaten van dit onderzoek worden in onderhavig rapport in 5 klassen ingedeeld volgens de omvang van de deelnemende bedrijven, uitgedrukt in functie van het aantal motorvoertuigen: 1 (klasse 1) 2 (klasse 2) 3 (klasse 3) 4 (klasse 4) 5 (klasse 5) T (totaal) ondernemingen met 1 motorvoertuig; ondernemingen met 2 t.e.m. 5 motorvoertuigen; ondernemingen met 6 t.e.m. 20 motorvoertuigen; ondernemingen met 21 t.e.m. 50 motorvoertuigen; ondernemingen met meer dan 50 motorvoertuigen; extrapolatie van de gegevens voor de ganse sector volgens een dubbele verdeelsleutel: het aantal motorvoertuigen en het laadvermogen. 3. Weergave van de resultaten De resultaten betreffende de vervoeractiviteit, de personeelssituatie, de kostprijs en de vrachtprijs zijn voorgesteld in de vorm van een gewogen saldo (S) van de antwoorden van de deelnemers, d.w.z. het gewogen verschil tussen het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een stijging (+) signaleren en het gemiddelde percentage van de ondernemingen die een daling (-) signaleren in vergelijking met de vorige maand. Om te komen tot een zo representatief mogelijk beeld van de gehele sector wordt aan de resultaten van elke deelklasse een wegingsfactor toegekend op basis van het aantal motorvoertuigen en het beschikbaar laadvermogen van de betrokken klasse. De benuttigingsgraad van de voertuigen wordt uitgedrukt in een gemiddelde afstandscoëfficiënt, die bekomen wordt door het aantal kilometers dat afgelegd is met lading te delen door het totaal aantal afgelegde kilometers (vol + leeg). Q2 / /16

4 Kwartaal Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal (1) Kwartaal NATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S ,8 Uitbesteding naar derden S + 1,4 + 1,3 Evolutie van de kostprijs S + 25,3 + 2,7 Evolutie van de vrachtprijs S + 4,9 + 0,5 INTERNATIONAAL VERVOER Evolutie van de vervoeractiviteit S + 0,7-0,5 Uitbesteding naar derden S + 0,3 + 0,5 Evolutie van de kostprijs S + 18,9 + 1,1 Evolutie van de vrachtprijs S + 1,3-0,1 PERSONEEL Chauffeurs S + 4,4-1,8 Niet-rijdende arbeiders S - 0,6 0 Bedienden S + 0,1 + 0,4 AFSTANDSCOËFFICIËNT Gemiddelde afstandscoëfficiënt 70 70,5 FINANCIËLE TOESTAND Liquiditeitsmoeilijkheden 13,2 8,6 Betalingstermijn toegestaan aan klanten Aantal dagen Betalingstermijn in de praktijk Aantal dagen Gerealiseerde investeringen 30,5 33,9 S Antwoordensaldo: Het gewogen verschil tussen het aantal ondernemingen (in ) dat een stijging signaleert en het aantal ondernemingen (in ) dat een daling signaleert in vergelijking met voorgaand kwartaal. (1) Evolutie t.o.v. voorgaand kwartaal: het is de weergave van de inschatting door de deelnemers aan de enquête van de situatie in vergelijking met voorgaand kwartaal. 4/16 Q2 / 2018

5 Conjunctuursituatie in een notendop Zowel in de eurozone als in de EU28 is het bbp met 0,4 toegenomen ten opzichte van voorgaand kwartaal. In België is de economische activiteit met 0,3 gegroeid. In de Belgische sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg zijn eveneens positieve resultaten geboekt. De vervoeractiviteit is inderdaad verhoogd in vergelijking met het kwartaal ervoor, iets meer op nationaal vlak (gewogen saldo van de antwoorden: + 4,8 ) dan op internationaal vlak (gewogen saldo van de antwoorden: + 0,7 ). Met betrekking tot de kostprijs is een stevige verhoging geregistreerd. In het nationaal vervoer is het aantal vervoerders dat een stijging meldt, nipt in de meerderheid. In het internationaal vervoer wijst een lichte meerderheid weliswaar op een status-quo in vergelijking met voorgaande periode, maar het merendeel van de andere bedrijven melden een verhoging. Veruit de meeste ondernemingen geven aan dat de vrachtprijs onveranderd gebleven is ten opzichte van het kwartaal ervoor, maar de andere bedrijven signaleren grotendeels een verhoging, al is het veelal onvoldoende om de kostprijsevolutie te kunnen volgen. De stijgende brandstofprijs wordt veelvuldig aangeduid als hoofdoorzaak van de gestegen kostprijs, maar ook andere factoren, zoals de indexering van de tarieven van de Belgische kilometerheffing, spelen een rol. De vrachtprijsonderhandelingen verlopen dikwijls stroef, aldus heel wat vervoerders. Zo toont een flink aantal klanten zich wel bereid om de gereden tijd te vergoeden maar niet de tijd tijdens de stilstand in de files. De personeelsbestanden van de chauffeurs en van de bedienden zijn iets verhoogd, dat van de nietrijdende arbeiders is lichtjes verlaagd. Desondanks blijft het aantal vacatures hoog. 39,5 van de vervoerbedrijven verklaart op zoek te zijn naar een bediende, 24,5 naar een chauffeur en 7,8 naar een nietrijdende arbeider. Vooral het aanwerven van bekwame en gemotiveerde chauffeurs blijkt moeizaam te verlopen. Een vervoerder verwoordt het als volgt: het is moeilijk om goede chauffeurs te vinden en moeilijk om ze te houden. De gemiddelde afstandscoëfficiënt is niet veranderd ten opzichte van voorgaand kwartaal. Gemiddeld 70 van de totale afstand werd met een lading afgelegd. De door de bedrijven aan hun opdrachtgevers toegestane uitstel van betaling bedraagt gemiddeld 41 dagen terwijl het in de praktijk oploopt tot gemiddeld 54 dagen. Het aantal bedrijven dat liquiditeitstekorten meldt, is toegenomen: 13,2 van de bedrijven signaleert liquiditeitstekorten in vergelijking met 8,3 in voorgaand kwartaal en 8,6 een jaar terug. Het investeringsniveau is iets afgenomen. 30,5 van de vervoerondernemingen verklaart een investering doorgevoerd te hebben in vergelijking met 38,3 in het kwartaal ervoor. Q2 / /16

6 Bespreking conjunctuursituatie 1. NATIONAAL VERVOER 1.1. Vervoeractiviteit Volgens de flash-raming van de Nationale Bank van België is de economische activiteit met + 0,3 verhoogd in vergelijking met voorgaand kwartaal. Op jaarbasis is het bbp met + 1,3 gestegen. Heel wat vervoerders bevestigen dat het huidige economische klimaat gunstig is, maar dat optimisme wordt door velen getemperd. Een aantal probleempunten zorgt voor een domper op de feestvreugde, waaronder: de mobiliteit (vooral in en rond Antwerpen en Brussel), de chauffeursproblematiek (te weinig instroom en te hoge Belgische lonen) alsook de stijging van de brandstofprijs. Sommige vervoerbedrijven merken op dat de vraag naar transport door de goed draaiende economie momenteel hoog is, maar voor een aantal bedrijven is het zelfs te hoog. Door onvoldoende capaciteit moet men bepaalde vervoeropdrachten zelfs weigeren. Iets meer dan 65 van de bedrijven deelt mee dat de nationale vervoeractiviteit op hetzelfde niveau bleef ten opzichte van het kwartaal ervoor maar een overtuigende meerderheid van de overige vervoerders meldt een verhoging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 4,8 in vergelijking met 0,2 in voorgaande periode en + 2,8 een jaar eerder ,2 77,8 66,7 65,5 57,1 5 42,9 32,1 33,3 22,2 24,2 17,9 18,4 7,4 7,4 11,1 10,3 4,9 7,1 4, T + = - S klassen/classes Figuur 1: de evolutie van de activiteit in het nationaal vervoer Het aantal in uitbesteding gegeven vervoeropdrachten is eveneens toegenomen in vergelijking met het eerste kwartaal van het jaar. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 1,4 ten opzichte van 1,4 in voorgaand kwartaal en + 1,3 in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar. 6/16 Q2 / 2018

7 01/01/ /01/ /02/ /02/ /02/ /03/ /03/ /04/ /04/ /05/ /05/ /06/ /06/ /06/ /07/ /07/ /07/ /07/ /08/ /08/ /08/ Kostprijs Nagenoeg de helft van de vervoerbedrijven meldt dat de kostprijs gestegen is in vergelijking met voorgaand kwartaal. Bij amper 4,2 is een daling genoteerd. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 25,3 ten opzichte van + 19,1 in het kwartaal ervoor en slechts + 2,7 een jaar terug ,4 63,0 64,3 62,1 62,5 51,0 50,4 45,4 37,5 39,1 37,0 32,1 38,0 31,0 28,6 25,3 13,7 10,2 3,6 6,9 4, T + = - S klassen/classes Figuur 2: de evolutie van de kostprijs in het nationaal vervoer kostprijsstijging 1, 1,50 37,7 1,40 1,30 62,3 1,20 Hoogstens 1 > 1, hoogstens 2 > 2, hoogstens 4 > 4 1,10 1,00 Figuur 3: marges van de kostprijsstijging Figuur 4: Diesel, zwavelarm, EUR/L (10 ppm, incl. BTW): Evolutie van de maximumprijzen (bron: Belgische Petroleum Federatie) Een grote meerderheid van de vervoerders (62,3 ) waarvan de kostprijs gestegen is, laat weten dat het om een beperkt stijging gaan van ten hoogste 1. De meest aangehaalde oorzaken zijn de gestegen dieselprijs (zie figuur 4) en de indexaanpassing van de tarieven van de kilometerheffing. Q2 / /16

8 1.3. Vrachtprijs De vrachtprijs is ook gestegen, zij het in mindere mate dan de kostprijs. 76,3 van de vervoerders signaleert een status-quo ten opzichte van voorgaand kwartaal, 22,1 duidt een toename aan en 1,6 een afname. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 4,9 in vergelijking met + 8,7 in het kwartaal ervoor en amper + 0,5 in dezelfde periode van voorgaand jaar. Heel wat vervoerondernemingen benadrukken dat de vrachtprijsonderhandelingen ondanks de meevallende conjunctuur vaak stroef verlopen. De concurrentie binnen de sector van het beroepsgoederenvervoer over de weg is hoofdzakelijk een prijzenoorlog waarbij de dienstverlening al te vaak ondergeschikt is aan de tarieven, aldus een vervoerder. Een onderhandeling over het doorrekenen van de tijd is helemaal een uitdaging, zo blijkt: veel klanten tonen zich immers wel bereid om de gereden tijd te vergoeden maar niet altijd de tijd als gevolg van stilstand in de file ,3 73,1 76,3 71,4 57, ,9 26,9 25,0 25,0 18,4 22,1 7,2 7,7 3,6 6,1 0,6 1, T 4,9 + = - S klassen/classes Figuur 5: de evolutie van de vrachtprijs in het nationaal vervoer vrachtprijsstijging 10,7 5,0 22,2 Bij 62,1 van de vervoerders met een vrachtprijsverhoging gaat het om een stijging van meer dan 1 en hoogstens 2. Hoogstens 1 > 1, hoogstens 2 62,1 > 2, hoogstens 4 > 4 Figuur 6: marges van de vrachtprijsstijging 8/16 Q2 / 2018

9 2. INTERNATIONAAL VERVOER 2.1. Vervoeractiviteit Volgens de Flash ramingen van Eurostat is het bbp met + 0,4 gestegen in zowel de eurozone als de EU28 ten opzichte van voorgaand kwartaal. Op jaarbasis is het bbp is de economische bedrijvigheid zowel in de eurozone als in de EU28 met + 2,2 toegenomen. In vergelijking met het nationaal vervoer kon het internationaal vervoer duidelijk een stuk minder meesurfen op de golven van de gunstige economische omstandigheden. 68,2 van de bedrijven meldt een statusquo ten opzichte van voorgaand kwartaal, 17 duidt een toename aan en 14,8 een afname. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,7 in vergelijking met 4,2 in het kwartaal ervoor en - 0,5 in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar.,0, ,3 63,6 21,4 14,3 18,2 18,2-2,6 68, ,0 17,0 14,8 0, T + = - S klassen/classes Figuur 7: de evolutie van de activiteit in het internationaal vervoer Het aantal uitbestedingen van vervoeropdrachten aan derden is nipt toegenomen: 74,4 van de bedrijven geeft aan dat de situatie op hetzelfde niveau bleef als in voorgaand kwartaal, bij 13,5 is een verhoging vastgesteld en bij 12,2 een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 0,3 ten opzichte van 2,2 in voorgaande periode en + 0,5 op jaarbasis. Gepeild naar de ondervonden moeilijkheden worden een aantal grote struikelblokken uitdrukkelijk toegelicht. De mobiliteitskwestie, vooral in en rond Antwerpen en Brussel, is niet alleen een groeiende problematiek. Een aantal vervoerders stipt aan dat de huidige wetgeving van de rij- en rusttijden onvoldoende rekening houdt met de dagdagelijkse problemen die ze op de weg ondervinden. Veel bedrijven merken bovendien op dat het internationaal vervoer voor een Belgische vervoeronderneming te duur is en amper tot helemaal niet winstgevend. De hoge Belgische loonlasten wegen immers te zwaar door in de internationale concurrentiestrijd. Voor het uitvoeren van internationale vervoeropdrachten blijven de meeste Belgische vervoerders in de ons omringende landen. Q2 / /16

10 2.2. Kostprijs Iets meer dan de helft van de bedrijven (52,4 ) laat weten dat de kostprijs onveranderd gebleven is ten opzichte van voorgaand kwartaal, terwijl het leeuwendeel van de andere vervoerders op een verhoging wijst: 43,7 signaleert een stijging en slechts 3,9 een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 18,9 in vergelijking met + 7,4 in het kwartaal ervoor en + 1,1 een jaar terug. Deze opvallende stijging is volgens de meeste ondernemingen vooral het gevolg van de brandstofprijsevolutie ,0,0 84,2 65,0 59,3,0 52,4 43,7 37, ,0 10,5 16,0 18,9 5,0 8,8 5,3 3,7 3,9 0, T + = - S klassen/classes Figuur 8: de evolutie van de kostprijs in het internationaal vervoer kostprijsstijging 27,7 Bij 66,1 van de vervoerondernemingen met een kostprijsaanpassing naar boven toe, gaat het om een toename van maximaal 1. 6,2 66,1 Hoogstens 1 > 1, hoogstens 2 > 2, hoogstens 4 > 4 Figuur 9: marges van de kostprijsstijging 10/16 Q2 / 2018

11 2.3. Vrachtprijs Dat veel vervoerondernemingen grote moeilijkheden ondervinden om hun opdrachtgevers te overtuigen dat de vrachtprijs op afdoende wijze moet afgestemd worden op de kostprijsevolutie, blijkt uit de volgende resultaten. Veruit de meeste vervoerders (88,6 ) melden dat de vrachtprijs niet veranderd is in vergelijking met het kwartaal ervoor terwijl de andere bedrijven een stijging aanduiden. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 1,3 ten opzichte van + 2,8 in voorgaand kwartaal en - 0,1 een jaar eerder ,0,0,0 89,5 88,6 77,8 22,2 10,5 11,3 1,1 4,9 1, T + = - S klassen/classes Figuur 10: de evolutie van de vrachtprijs in het internationaal vervoer De vervoerondernemingen met een vrachtprijsaanpassing naar boven toe, signaleren allemaal dat het om een beperkte verhoging van maximaal 1. Q2 / /16

12 3. ALGEMENE PARAMETERS 3.1. Personeel In klasse 1 verklaart 13,8 van de vervoerondernemingen werknemers in dienst te hebben. In de klassen 2, 3 en 4 ligt dat aandeel beduidend hoger (respectievelijk 82,8, 93,3 en 85,7 ) terwijl alle bedrijven van klasse 5 meedelen ze personeel hebben. Geëxtrapoleerd naar de ganse sector toe heeft gemiddeld 79,2 van de vervoerondernemingen personeel. De personeelsbestanden van de chauffeurs en van de bedienden zijn iets verhoogd, maar dat van de nietrijdende arbeiders is lichtjes gedaald ,7 67,9 66,7 70, ,4 33,3 25,0 21,4 25,0 22,2 8,3 10,7 3,4 7,4 4,4-0, T + = - S klassen/classes Figuur 11: het chauffeursbestand, 70,5 van de vervoerondernemingen laat weten dat het aantal tewerkgestelde chauffeurs stabiel gebleven is ten opzichte van voorgaand kwartaal. Een meerderheid van de overige bedrijven signaleert een verhoging: 22,2 duidt een stijging aan en 7,4 een daling. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt + 4,4 in vergelijking met 1,8 zowel in het kwartaal ervoor als in dezelfde periode van voorgaand jaar. Het aantal niet-rijdende arbeiders is wel iets afgenomen in vergelijking met het kwartaal ervoor. In 92,1 van de bedrijven is de situatie dezelfde gebleven terwijl de andere vervoerders een daling registreren. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt - 0,6 ten opzichte van - 0,3 in het kwartaal ervoor maar in de overeenkomstige periode van voorgaand jaar werd een status-quo geregistreerd. Het aantal tewerkgestelde bedienden is nauwelijks toegenomen in vergelijking met voorgaand kwartaal. 93,5 van de vervoerbedrijven wijst op een status-quo, 4,3 duidt een verhoging aan en 2,2 een verlaging. Het gewogen saldo van de antwoorden bedraagt net zoals in het kwartaal ervoor + 0,1. Een jaar eerder bedroeg dat saldo + 0,4. 12/16 Q2 / 2018

13 Het aantal openstaande betrekkingen voor bedienden is iets toegenomen, maar met betrekking tot de chauffeurs en de niet-rijdende arbeiders is een daling vastgesteld. 39,4 van de vervoerbedrijven meldt een vacature voor een bediende ten opzichte van 38,9 in het kwartaal ervoor Bedienden Nietrijdende arbeiders Chauffeurs 7,8 24,5 39,4 92,2 75,5,5 Met betrekking tot de chauffeurs meldt ongeveer een kwart van de bedrijven (24,5 ) een vacature in vergelijking met 38,7 in voorgaand kwartaal. Vooral de grotere ondernemingen van klasse 5 zijn gretig op zoek naar chauffeurs Ja Neen Figuur 12: Vacatures 7,8 van de vervoerders laat weten op zoek te zijn naar een niet-rijdende arbeider in vergelijking met 8,2 in voorgaand kwartaal. Dat de zoektocht naar chauffeurs vaak moeizaam verloopt, zal weinigen verbazen. Ondanks inspanningen, zowel van overheidswege als vanuit de sector zelf, blijft de instroom te laag. Een vervoerder verwoordt het als volgt: het is moeilijk om goede chauffeurs te vinden en moeilijk om goede chauffeurs te houden Afstandscoëficiënt Gemiddelde afstandscoëfficiënt = Beladen afgelegdekilometers Totaalafgelegdekilometers De gemiddelde afstandscoëfficiënt blijft stabiel. Net zoals in voorgaand kwartaal werd gemiddeld 70 van de totale afstand afgelegd met een lading ,2 67,5 69,8 72,5 71, T Figuur 13: de gemiddelde afstandscoëfficiënt Q2 / /16

14 klassen klassen 3.3. Liquiditeit T 13,2 86,8 5, 4 14,3 85, ,1 75, Het aantal vervoerondernemingen met liquiditeitsmoeilijkheden is toegenomen in vergelijking met voorgaand kwartaal. Gemiddeld signaleert 13,2 van de vervoerondernemingen liquiditeitstekorten ten opzichte met 8,3 in voorgaande periode. In dezelfde periode van voorgaand jaar bedroeg het gemiddeld 8,6. Ja Neen Figuur 14: Liquiditeitsproblemen De betalingstermijn toegestaan aan de opdrachtgevers bedraagt gemiddeld 41 dagen terwijl het in de praktijk gemiddeld 13 dagen langer duurt. T Toegepast door klanten (praktijk) dagen Toegestaan aan klanten Figuur 15: Uitstel van betaling 14/16 Q2 / 2018

15 klassen klassen 3.5. Investeringen T Ja Neen Figuur 16: Gedane investeringen Figuur 17: Gedane investeringen per klasse Het investeringsgehalte is redelijk hoog, al is er wel een afname geregistreerd in vergelijking met voorgaand kwartaal. 31 van de vervoerders deelt mee dat hun bedrijf in de loop van het kwartaal een investering doorgevoerd heeft. In het kwartaal ervoor bedroeg dit gemiddeld 38. T Gemiddeld 67 van de gedane investeringen betreft een vervanging, vooral van een motorvoertuig Vervangingsnvesteringen Uitbreidingsinvesteringen Figuur 18: Vervangings- of uitbreidingsinvesteringen In 10,9 van de vervoerondernemingen is er rijdend materiaal van de hand gedaan zonder het te vervangen in vergelijking met 16,4 in voorgaand kwartaal en 16,7 een jaar terug. Q2 / /16

16 SLOTBEVINDINGEN De economische bedrijvigheid is zowel in de eurozone als in de EU28 met 0,4 gestegen in vergelijking met voorgaand kwartaal. In België is het bbp met + 0,3 toegenomen. De sector boekt positieve resultaten in vergelijking met het eerste kwartaal van het jaar. Iets meer nog op nationaal vlak dan op internationaal vlak is de vervoeractiviteit verhoogd. Met betrekking tot de kostprijs is een stevige verhoging genoteerd. In het nationaal vervoer is het aantal bedrijven dat een stijging meldt, nipt in de meerderheid. In het internationaal vervoer wijst een lichte meerderheid weliswaar op een status-quo maar het merendeel van de andere bedrijven signaleert een verhoging. De stijgende brandstofprijs is de hoofdoorzaak, maar ook andere factoren spelen mee, zoals de indexering van de tarieven van de Belgische kilometerheffing. Veruit de meeste bedrijven laten weten dat hun vrachtprijs niet is aangepast ten opzichte van het kwartaal ervoor, terwijl de overige bedrijven grotendeels op een verhoging wijzen al is het veelal onvoldoende om de kostprijsevolutie te kunnen bijhouden. De vrachtprijsonderhandelingen verlopen dan ook vaak stroef. Heel wat vervoerders merken nadrukkelijk op dat de concurrentiestrijd binnen de sector vooral een prijzenoorlog is waarbij de kwaliteit van de dienstverlening al te vaak ondergeschikt is aan de tarieven. Klanten overtuigen van de noodzaak om de volledige tijd door te rekenen, is al helemaal een uitdaging, zo blijkt. Een vervoerder licht toe dat de opdrachtgevers zich vaak bereid tonen om de gereden tijd te vergoeden maar niet de tijd als gevolg van file, stilstand dus. Een andere grote uitdaging voor de sector is het chauffeurstekort. Ondanks geleverde inspanningen door de overheid of door de sector zelf, blijft de instroom van jonge chauffeurs ondermaats. Een vervoerder verwoordt het als volgt: het is moeilijk om goede chauffeurs te vinden en moeilijk om ze te houden. 16/16 Q2 / 2018