6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie"

Transcriptie

1 Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Ioniserende straling; eigenschappen en detectie Opgave 1 a Zie figuur 6.1. Figuur 6.1 Als je met het vliegtuig gaat, ontvang je de meeste straling, omdat je je op een grotere hoogte bevindt. b Zie figuur 6.1. De Concorde vliegt op km hoogte en doet drie uur over de vlucht. De ontvangen stralingsdosis in de Concorde is: 30 μsv/uur. De totaal ontvangen stralingsdosis in de Concorde is: 3 30 = 90 μsv. Het lijnvliegtuig deed zeven uur over de vlucht, maar vloog op 10 km hoogte. De ontvangen stralingsdosis in het lijnvliegtuig is: 6 μsv/uur. De totaal ontvangen stralingsdosis in het lijnvliegtuig is: 7 6 = 4 μsv. Conclusie: in de Concorde ontvang je meer straling. Opgave Opgave 4 a De film in de badge moet ontwikkeld worden. De drager weet niet direct dat hij blootgesteld wordt aan straling. De GM-teller kun je direct aflezen. b De GM-teller kan geen onderscheid maken tussen verschillende soorten straling. De badge kan dat wel. Figuur 6.: dwarsdoorsnede badge (zijaanzicht) Figuur 6.3: ontwikkeld stukje fotografische film (bovenaanzicht). Figuur 6. Figuur 6.3 UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 1 van

2 a Het middengedeelte waar bèta- en gammastraling worden geregistreerd, en het rechtergedeelte waar alleen gammastraling wordt geregistreerd, zijn even grijs. Dit betekent dat er geen bètastraling aanwezig was. b Het gedeelte voor gammastraling is lichtgrijs gekleurd. Het linkergedeelte, dat gevoelig is voor alfa-, bèta- en gammastraling, is zwart. Dit betekent dat er meer alfastraling dan gammastraling aanwezig was. Opgave 4 Zie figuur 6.4. Figuur 6.4 a De bron van de Rijn en de Waal ligt in de bergen in Zwitserland. Bij de vorming van bergen komen relatief veel radioactieve mineralen aan de oppervlakte. Deze stoffen worden door het water meegevoerd en, wanneer de stroomsnelheid van het water afneemt, afgezet langs de oevers van de rivier. De bron van de Maas bevindt zich op een hoogvlakte in Frankrijk. Dit is geologisch gesproken een ouder gebied dan de Alpen. Op de hoogvlakte in Frankrijk bevindt zich relatief minder radioactief materiaal aan de oppervlakte dan in de Alpen. b In Zuid-Limburg bevindt zich veel steenkool in de bodem. In dit erts komen ook altijd veel radioactieve elementen, zoals radium, voor. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 van

3 6. Radioactief verval Opgave 5 a Het woord model betekent in de genoemde context een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid. b Het woord element betekent hier de verzameling van atomen met hetzelfde aantal protonen in de kern Opgave 6 a Zie BINAS Tabel 5: 7N; 7N; 7N; 7N en 7N. Z = 7 14 b 7 N, voorkomen in de natuur 99,76% A = 14, A = Z + N N = Opgave 7 Zie BINAS Tabel 5: 94Pu; 94Pu; 94Pu en 94Pu. a Plutonium (Pu) heeft atoomnummer 94. De kern bevat dus 94 protonen. De lading van de kern, uitgedrukt in elementaire ladingen, is +94e. b Een elementaire lading is gelijk aan 1, C. De lading van de plutoniumkern is dus 94 1, = 1, C. c Een atoom is per definitie neutraal, dus de lading bedraagt nul coulomb. d Nee, uit Tabel 5 van BINAS blijkt dat plutonium niet in de vrije natuur voorkomt. Opgave 8 Een atoomkern bestaat uit 36 protonen en 50 neutronen Z = 36 en A = Z + N = = 86. Zie BINAS Tabel 5: 86 Kr. 36 a Kr: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): krypton. b 4; zie BINAS Tabel 5: ( Kr; Kr; Kr en Kr); in de laatste kolom staat een. c ; zie BINAS Tabel 5: d 3; zie BINAS Tabel 5: ( 36Kr en 36Kr); in de laatste kolom staat een β ( 36Kr; 36Kr en 36Kr); in de laatste kolom staat een γ. Opgave 9 atoomsoort kerndeeltjes aantal elektronen Z A 3 p + 1 n 3 4 p + n 4 10 Ne 10 p + 1 n Kr 36 p + 50 n Ni 8 p + 40 n U 9 p n Opgave 10 Neptunium: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool Np. a Np 37 ( 37 93Np) zendt α-straling (en γ-straling) uit. 39 Np 39 ( 93Np) zendt β -straling (en γ-straling) uit. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 3 van

4 b Neptunium 37: Np 91Pa + α+ γ of Np 91Pa + He + γ Pa: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): protactinium. Neptunium 39: Np 94Pu + 1β + γ of Np 94Pu + 1e + γ Pu: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): plutonium. Opgave 11 Indium 114: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool In 114 indium 114: ( 49In) a 49In 50Sn + 1β of In 50Sn + 1e Sn: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): tin b 49In 48Sn + 1β + of In 48Sn + + 1e Cd: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): cadmium. Opgave 1 a = 3 b Bij β -straling wordt in de kern een neutron omgezet in een proton en een elektron. Daardoor verandert het massagetal niet. De verandering van het massagetal is dan ook alleen te wijten aan het uitzenden van alfadeeltjes. c Bij het uitzenden van een alfadeeltje neemt het massagetal met 4 af. Het massagetal is met 3 afgenomen. Er zijn dan in de vervalreeks acht stappen waarbij een alfadeeltje wordt uitgezonden. 6.3 Halveringstijd en activiteit Opgave Broom 8: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool Br 8 broom 8: ( 35Br) Nikkel 65: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool Ni nikkel 65: ( Ni) 65 8 a De activiteit is de hoeveelheid atomen die per seconde vervalt. De eenheid is de becquerel (Bq) (zie ook BINAS Tabel 4: Bq = s 1 ). UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 4 van

5 b Broom 8 ( 8 35Br) heeft een halveringstijd van 36 uur, nikkel ( 8 Ni) heeft een halveringstijd van,6 uur (zie BINAS Tabel 5). Broom heeft de grootste halveringstijd. c Broom 8 heeft de grootste halveringstijd. De kans dat een atoom broom 8 vervalt is dan kleiner. Broom 8 is stabieler dan nikkel 65. d Het aantal atomen is in het begin vrijwel gelijk. Nikkel 65 heeft een kleinere halveringstijd. Van nikkel 65 vervallen dan meer atomen per seconde dan van broom 8. De activiteit van nikkel 65 is groter dan die van broom 8. Opgave 14 Opmerking De uitkomsten van de vragen van deze opgave zijn niet precies in overeenstemming met elkaar omdat figuur 6.5 van het kernboek niet nauwkeurig genoeg is getekend. a Zie figuur 6.5. In figuur 6.5 is te zien dat er van preparaat I na één uur meer atomen over zijn dan van preparaat II. Er zijn dan minder atomen van preparaat I vervallen dan van II. Preparaat I is daarom het stabielst. b Het aantal kernen op t = 0 bedraagt N(0) = 5, na 1 halveringstijd (t ½ ) zijn er nog, kernen; na halveringstijden ( t ½ ) zijn er nog 1, kernen; na 3 halveringstijden (3 t ½ ) zijn er nog 0, kernen. Figuur 6.5 Figuur 6.5 (1): t I = 3 t ½,I = 8,7 uur de halveringstijd van preparaat I: t ½,I =,9 h Figuur 6.5 (): t II = 3 t ½,II = 4,9 uur de halveringstijd van preparaat II: t ½,II = 1,6 h c Zie figuur 6.5. De activiteit is het aantal kernen dat per seconde vervalt. In een (N,t)-diagram is de activiteit op een bepaald tijdstip gelijk aan de steilheid van de raaklijn aan de grafiek. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 5 van

6 Teken de raaklijn aan kromme I op t = 0 h en bepaal de steilheid ervan. 14 ΔN0 (0 5,0 10 ) 10 AI (0 h) = = = 3, 10 Bq Δ t0 4, d Zie figuur 6.5. Teken de raaklijn aan kromme I op t =,8 h en bepaal de steilheid ervan 14 ΔN,8 (0 4,1 10 ) 10 AI (,8 h) = = = 1,7 10 Bq Δ t,8 6, e Ja, de activiteit op t =,8 h is de helft van die op t = 0 h. f Zie figuur 6.5. Het aantal atomen van preparaat II op t = 0 h: N II (0 h) = 5, Het aantal atomen van preparaat II op t = 5,0 h: N II (5,0 h) = 0, het aantal atomen dat is vervallen N II,vervallen = N II (0 h) N II (5,0 h) = 4, g Bij elke atoomkern van preparaat II die vervalt, wordt één alfadeeltje uitgezonden. Preparaat II heeft dan ook 4, alfadeeltjes uitgezonden. Opgave a Cesium 7: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool Cs Cesium 7: ( Cs) 7 55 Halveringstijd 7 55Cs: 30 jaar (zie BINAS Tabel 5). na 1 halveringstijd (30 jaar) is er nog 50% over; na halveringstijden (60 jaar) is er nog 5% over; na 3 halveringstijden (90 jaar) is er nog 1,5% over in het jaar = 076 is er nog 1,5% over. b Na 6,0 uur is er nog een kwart over, de oorspronkelijke hoeveelheid is dan twee keer gehalveerd. Er zijn twee halveringstijden verstreken. De halveringstijd bedraagt 3,0 uur. Opgave 16 a Broom 8: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool Br broom 8: ( Br) 8 35 Halveringstijd 8 35Br: 36 uur (zie BINAS Tabel 5). 87,5% van het aantal broomkernen is verdwenen er is dan dus nog 1,5% over. na 1 halveringstijd (36 uur) is er nog 50% over; na halveringstijden (7 uur) is er nog 5% over; na 3 halveringstijden (108 uur) is er nog 1,5% over 87,5% van de broomkernen is verdwenen na 108 uur Δt = 1,1 10 h b Bij vraag a werd berekend dat er na 108 uur (drie halveringstijden) nog slechts 1,5% van de oorspronkelijke kernen overgebleven is. Nog een halveringstijd later, dus na 108 h + 36 h = 144 h, resteert er dus slechts 1 1,5% = 6,5% van de oorspronkelijke kernen. Het aantal atomen dat nog over is na 144 h is 6,5% van 9, is: 6, = 0, Na 144 uur is dus vervallen: 9, , = 9, kernen. c De activiteit is rechtevenredig met het aantal atomen. Aangezien er van de oorspronkelijke hoeveelheid atomen na 144 uur nog maar 6,5% over is, is er UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 6 van

7 ook nog maar 6,5% over van de oorspronkelijke activiteit. De activiteit na 144 uur is 6,5% van 7, Bq = 4,6 10 Bq. Opgave 17 a Nee, de halveringstijd is een stofeigenschap en is niet afhankelijk van het aantal atomen. b Ja, de activiteit is rechtevenredig met het aantal atomen. In gram zitten tweemaal zoveel atomen. De activiteit is dan ook verdubbeld. c Jood 1: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool I Jood 1: ( I) 1 53 Halveringstijd 1 53I: 8,0 dag (zie BINAS Tabel 5). Eerste manier na 1 halveringstijd (8,0 dag) is de activiteit 6, Bq 3,07 10 = Bq; na halveringstijden (16 dagen) is de activiteit 3,07 10 Bq 1, = Bq; na 3 halveringstijden (4 dagen) is de activiteit 1, Bq 0, = Bq; na 4 halveringstijden (3 dagen) is de activiteit 0, Bq 0, = Bq; na 5 halveringstijden (40 dagen) is de activiteit 0, Bq 0, Bq 1, = = Bq; na 6 halveringstijden (48 dagen) is de activiteit 14 1,90 10 Bq 0, Bq 9, = = Bq; na 7 halveringstijden (56 dagen) is de activiteit 9, Bq 4, = Bq; na 8 halveringstijden (64 dagen) is de activiteit 4, Bq, = Bq; na 9 halveringstijden (7 dagen) is de activiteit, Bq 1,00 10 = Bq; na 10 halveringstijden (80 dagen) is de activiteit 1,00 10 Bq 0, Bq 6, = = Bq; na 80 dagen is de activiteit van 6, Bq gedaald tot 6, Bq. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 7 van

8 Tweede manier Iedere halveringstijd daalt de activiteit met de helft: 6, na 1 halveringstijd is de activiteit Bq; 6, na halveringstijden is de activiteit Bq; 6, na 3 halveringstijden is de activiteit 3 Bq; enzovoort 6, na x halveringstijden is de activiteit Bq; x 6, x 6, = 6, = = 104 = x 1 6, na 10 halveringstijden (= 80 dagen) is de activiteit van 6, Bq gedaald tot 6, Bq. 6.4 Effecten van ioniserende straling op mens en milieu Opgave 18 a De gamma- en röntgenstraling worden sterk geabsorbeerd door het lood. Alfaen bètadeeltjes dringen helemaal niet door het lood heen. b Bij nucleaire ongelukken kunnen ook radioactieve gassen en radioactief besmette stofwolken vrijkomen. In het ziekenhuis komen deze gassen en stofwolken niet voor. Opgave 19 a b D = E ontvangen m weefsel ontvangen = straling 8 8 E P t Pstraling = 5, 4 10 W = 5, 4 10 J/s t =,5 min = 0 s E ontvangen = 5, = 8, J mpersoon = 75 kg mweefsel = 0,00% van mpersoon 0,00 3 weefsel m = = kg , D = = 5, 4 10 Gy 3 10 H = Q D Qα -straling = 0 4 D = 5, 4 10 Gy H = 0 5, = 1,1 10 Sv UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 8 van

9 Opgave 0 a Kalium 40: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool K 40 kalium 40: ( 19K) Kalium 40 is radioactief en vervalt onder uitzending van bètastraling: K 0Ca + 1β of K 0Ca + 1e b De energie van één uitgezonden bètadeeltje bedraagt gemiddeld 0,44 MeV E 0,44 MeV 0, , ,05 10 J β = = = De activiteit van het radioactieve kalium in het spierstelsel bedraagt 3, Bq per seconde: E straling/seconde = 3, , =, J per jaar: E ontvangen =, , 10 7 = 6, J 3 Eontvangen 6, D = = =,3 10 Gy m 30 spierweefsel Opgave 1 a Radon : zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool Rn radon : ( 86Rn) Radon is radioactief en vervalt onder uitzending van alfastraling (zie BINAS Tabel 5): Rn 84Po + α of Rn 84Po + He b E α = 5,486 MeV (zie BINAS Tabel 5) E α = 5, , = 8, J Het stralingsvermogen van het aanwezige radon in de longen is: P = 5, W de stralingsenergie per seconde E straling = 5, J 14 5,3 10 Nα = = 6, , c A,5 dm 3 = 6,03 10 Bq 6,03 10 A 3 = = 4 Bq 1 m 3,5 10 d Per seconde: E straling/seconde = 5, J per jaar: E ontvangen = 5, , 10 7 = 1, J Eontvangen H = Q D = Q m longen Qα = 0 mlongen = 0, kg 6 1, H = 0 =, 10 Sv 0, UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 9 van

10 6.5 Toepassingen van ioniserende straling in de gezondheidszorg Opgave Opgave 3 Opgave 4 Dit is bij alle situaties waarbij een stof wordt ingespoten om inwendige bestraling toe te kunnen passen. a Een groot deel van de straling wordt niet geabsorbeerd door de tumor, maar gaat door het lichaam heen. b Alfastraling heeft een klein doordringend vermogen en kan niet door de wand van de capsule heen dringen. Alfastraling bereikt in dit geval de tumor niet. Daarom wordt er bètastraling gebruikt. a De stralingsdosis die de tumor ontvangt van drie bronnen is 1,5 keer de stralingsdosis bij gebruik van één enkele bron. Een van de drie bronnen zendt dan 0,5 keer de stralingsenergie uit van de oorspronkelijke hoeveelheid energie. De intensiteit is dan ook de helft van de intensiteit bij gebruik van één enkele bron. b De tumor ontvangt een stralingsdosis die groter is dan bij het gebruik van één enkele bron. Het omringende gezonde weefsel wordt echter bestraald door maar een van de drie bronnen. Het gezonde weefsel ontvangt dan een kleinere dosis, omdat er vanuit één bron minder straling komt. c Bij een tumor die vlak onder de huid ligt heeft deze methode weinig zin, omdat dan de straling sowieso door weinig gezond weefsel gaat. De methode zal dan ook eerder bij diepliggende tumoren gebruikt worden. 6.6 Overige toepassingen van ioniserende straling Opgave 5 Opgave 6 a Nee, het bestraalde voedsel is niet radioactief geworden. Er komt geen straling van af. b Nee, het bestraalde voedsel is niet radioactief geworden. Je krijgt geen radioactieve stoffen binnen. c Ja, besmet voedsel is voedsel dat radioactieve stoffen bevat. Je ontvangt de straling van deze stoffen. d Ja, door besmet voedsel te eten, krijg je radioactieve stoffen binnen. Je bent dan zelf ook besmet. a Zie figuur 6.6. d ½ = 0,30 cm. b Zie figuur 6.7 (1). I door = 44,5% van I op. Zie figuur 6.6 (). Aflezen: dikte d = 0,33 cm. c Er wordt minder straling doorgelaten dan het gemiddelde. Er wordt dus meer geabsorbeerd. De staalplaat is dan bij P dikker dan het gemiddelde. d Zie figuur 6.7 (3). Bij punt P: I door = 4% van I op. Zie figuur 6.6 (4). Aflezen: dikte d = 0,375 cm. Eerste manier verschil in %: 0,373 0,33 100% =,6% 0,33 de afwijking in P is niet toegestaan. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 10 van

11 Figuur 6.6 Figuur 6.7 Tweede manier Voor de variatie in dikte is 10% toegestaan de dikte d van de plaat moet zijn: 0,33 ± 0,033 cm: 0,97 cm < d 0,363 cm de afwijking in P is niet toegestaan. Opgave 7 a Het voedsel kan dan langer bewaard worden, zodat er grotere voedselvoorraden aangelegd kunnen worden. Ook is er meer tijd om het voedsel te verspreiden. b De producenten van de isotopen hebben dan een nieuwe afzetmarkt voor hun producten. c Het produceren van meer isotopen levert meer radioactief afval op. d Als de eigen oogst is mislukt, kan het land voedsel importeren of teren op aangelegde voorraden. e Enkele nadelen zijn: Het land moet veel geld steken in het bouwen van opslagplaatsen. Het opgeslagen of geïmporteerde voedsel heeft minder voedingswaarde. Er moet dan meer voedsel worden opgeslagen of geïmporteerd. f Er wordt een eigen mening gevraagd, dus wordt hier geen antwoord gegeven. Opgave 8 a 6.7 Kernenergie E = m c m (BINAS Tabel 7) 7 = 1 u = 1, kg 8 c =, m/s E = 1, (, ) E = 1, J 10 1, E = = 931,49 10 ev = 931,49 MeV 19 1, UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 11 van

12 b Molybdeen 99: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 99 (periodiek systeem der elementen): symbool Mo 99 molybdeen 99: ( 4Mo) 99m Technetium 99m: symbool Tc technetium 99m: ( 43Tc) 99 99m 0 4Mo 43Tc + 1β of 99 99m 0 4Mo 43Tc + 1e Gebruik Tabel 5 en Tabel 7 uit BINAS en maak de volgende tabel massa van het atoom (u) massa van de atoomkern (u) Mo 98, , m 43Tc 98, , massa van het deeltje (u) β 0, Δm = m voor m na = 98, (98, , ) = 0,00 u c Een massa van 1 u komt overeen met een energie van 931,49 MeV (zie BINAS Tabel 7 of vraag a van deze opgave). 0,00 u komt overeen met een energie van 0,00 931,49 = 1,3 MeV d De berekende energie van het β -deeltje is gelijk aan de in BINAS Tabel 5 (laatste kolom) vermelde waarde. De energie die ontstaat bij het bètaverval wordt meegegeven aan het elektron als kinetische energie. De kinetische energie die de kern van technetium-99m krijgt is te verwaarlozen ten opzichte van die van het elektron. Opgave a 9U+ 0n Sr + X+ 0n 90? Sr: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen); Tabel 99 (periodiek systeem der elementen) of Tabel 5 (Isotopen): 90 Sr U+ 0n 38Sr + 54X+ 0n X opzoeken: Tabel 99 (periodiek systeem der elementen) of Tabel (Isotopen): 54 Xe Xe = xenon (zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen); Tabel 99 (periodiek systeem der elementen). b Gebruik Tabel 5 en Tabel 7 uit BINAS en maak de volgende tabel massa van het atoom (u) massa van de atoomkern (u) U 35, , Sr 89, , Xe 143,9383 massa van het deeltje (u) 1 0 1, Δm = m voor m na = 34, , (89, , ,008665) = 0,966 u 1 u = 1, kg (BINAS Tabel 7) Δm = 0,966 1, =, kg UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 1 van

13 c Eerste manier E = m c =, (, ) =, J Tweede manier Δm = 0,966 u Een massa van 1 u komt overeen met een energie van 931,49 MeV (zie BINAS Tabel 7) 0,966 u komt overeen met een energie van 0, ,49 = 148,736 MeV = 148, , =, J Opgave 30 a 35 U-kern: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel 5 (isotopen): U-kern ( 9 U). Twee middelgrote atoomkernen met de massagetallen 94 en 140: 94 middelgrote kern (1): (?? X) 140 middelgrote kern (): (?? Y) U+ 0n X+ Y +?? 0n (totaal aantal protonen en neutronen) voor de kernreactie = = 36 (totaal aantal protonen en neutronen) na de kernreactie = 36 aantal protonen + neutronen 94 X Y = = 34 (totaal aantal vrije neutronen) na de kernreactie = = b Een van de middelgrote kernen: cesium (Cs). Cesiumkern: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) of Tabel (isotopen): ( 55Cs) U+ 0n ZX+ 55Cs+ 0n Z X = 9 55 = 37 X opzoeken: Tabel 99 (periodiek systeem der elementen) of Tabel 5 94 (Isotopen): 37 Rb (Dit isotoop van rubidium komt niet voor in Tabel 5 van BINAS.) U + 0n 37Rb + 55Cs + 0n c Bij het uitzenden van een β -deeltje neemt het atoomnummer met één toe. Het massagetal blijft gelijk bij het uitzenden van drie β -deeltjes nemen de opeenvolgende atoomnummers iedere keer met één toe en het massagetal blijft gelijk. Bij de uiteindelijke kern die ontstaat, is dus het massagetal niet veranderd en is het atoomnummer met drie toegenomen 94 Bij rubidium: 37 Rb (94 kerndeeltjes en 37 protonen) De kern die ontstaan is, bezit dus nog steeds 94 kerndeeltjes, het aantal 94 protonen is 40 geworden Zr 40 (Zr = zirkonium, BINAS Tabel 99). 140 Bij cesium: 55 Cs (140 kerndeeltjes en 55 protonen). De kern die ontstaan is, bezit dus nog steeds 140 kerndeeltjes, het aantal 140 protonen is 58 geworden (Ce = cerium). 58 Ce UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 van

14 Opgave 31 5 Californium-5: ( 98Cf) Tin-: zie BINAS Tabel 40A (gegevens van elementen) ( 50Sn). Ook ontstaan er drie neutronen: Cf 50Sn + 48X + 3 0n X opzoeken: Tabel 99 (periodiek systeem der elementen) of Tabel (Isotopen): 48 Cd Cf Sn + Cd + 3 n De kerncentrale Opgave 3 a Nee, bij het produceren van de brandstofstaven ontstaat nog altijd CO. b Nee, ook het uranium raakt op korte termijn uitgeput. c Het produceren van isotopen voor de gezondheidszorg, voor zover dat niet op een andere manier gerealiseerd kan worden. Opgave 33 a De resterende 75% wordt omgezet in warmte van het koelwater, het reactorvat en de brandstofstaven. b De centrale levert een elektrisch vermogen van P = 575 MW = W = J/s. Dit is 5% van de door de splijtingsreacties geleverde energie. De splijtingen leveren per seconde in de kerncentrale dus een energie op van E kern = = J Elke splijting levert een energie per seconde op van E splijting = 175 MeV E splijting = 175 MeV = , =, J het aantal splijtingen per seconde is Nsplijting = = 8, 10 11, c Eerste manier Elke splijting levert een energie per seconde op van E splijting = 175 MeV. Een massa van 1 u komt overeen met een energie van 931,49 MeV (zie BINAS Tabel 7) 175 MeV komt overeen met een massaverschil van 175 Δ mper splijting = = 0,18787 u = 931, 49 0, , = 3, kg De totale massa-afname per uur Δm per uur = 8, , = 9, kg Tweede manier De splijtingen leveren per seconde in de kerncentrale een energie op van E kern = J de splijtingen leveren per uur een energie op van E per uur = = J Dit komt overeen met een massaverandering per uur van 1 ΔE 8, Δ m = = = 9,1 10 kg c 8 (, ) UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 14 van

15 d Per uur neemt de hoeveelheid U-35 af met Δm per uur = 9, kg Dit is 0,080% van de totale hoeveelheid U 35 die per uur gebruikt wordt. 5 9,1 10 In totaal wordt er dus mu 35 = 100 = 0,1 kg verbruikt. 0,080 U 35 maakt slechts voor 4,0% deel uit van de totale hoeveelheid uranium splijtstof. 0,1 Er is dus m verrijkt uranium = 100 =,9 kg per uur nodig. 4,0 e Als er hoog verrijkt uranium als brandstof wordt gebruikt, verandert de in totaal omgezette massa niet. De massa van het uranium 35 verandert ook niet. Omdat het uranium 35 een groter deel uitmaakt van het totale uranium, neemt de massa van het uranium 38 af. De massa van het gebruikte uranium wordt kleiner. Opgave 34 Opgave 35 De neutronen worden afgeremd, doordat ze bij botsingen kinetische energie overdragen aan de kernen waarmee ze botsen. Er wordt meer energie overgedragen als de massa van de kern gelijk is aan de massa van het neutron. Aangezien een neutron een kleine massa heeft, zijn lichte kernen beter. a Het aantal elektronen van een kryptonatoom (36) is samen met het aantal elektronen van een bariumatoom (56) even groot als het aantal elektronen van een uraniumatoom (9). Dus de massa van de elektronen speelt geen rol bij de berekening van het massadefect b 9U+ 0n 36Kr + 56Ba + 30n De massa voor de kernsplijting: 35 m voor = massa 9 U + massa 1 0 n = 3, , = 3, kg De massa na de kernsplijting: m na = massa 36 Kr + massa 56 Ba + 3 massa 1 0 n = 1, , , = 3, kg het massaverschil Δm = m voor m na = 3, , = 3, kg E = m c = 3, (, ) =, J Massaverschil uitgedrukt in u 931,49 = (3, /1, ) 931,49 = 173,4 MeV = 173, , =, J c Bij een constant vermogen is het aantal splijtingen per seconde constant. Van de drie vrijkomende neutronen veroorzaakt er gemiddeld één een nieuwe splijting. d Om het vermogen te vergroten, moeten er meer splijtingen per seconde plaatsvinden. Dit kan door het aantal neutronen dat een nieuwe splijting veroorzaakt te vergroten. Daarvoor moeten de regelstaven uit het uranium geschoven worden tot het gewenste vermogen bereikt is. Om het vermogen weer constant te krijgen, mag er weer slechts één neutron per reactie een nieuwe splijting veroorzaken. Daarvoor moeten de regelstaven naar de oude stand worden teruggeschoven. e Als een reactor kritisch is, veroorzaakt gemiddeld één neutron per reactie een nieuwe splijting. Het vermogen van de reactor is dan constant. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 van

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Uitwerkingen opgaven hodstuk 5 5.1 Kernreacties Opgave 1 a Zie BINAS tabel 40A. Krypton heeft symbool Kr en atoomnummer 36 krypton 81 = 81 36 Kr 81 0 81 De vergelijking voor de K-vangst is: 36Kr 1e 35X

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is evenveel negatief

Nadere informatie

Stabiliteit van atoomkernen

Stabiliteit van atoomkernen Stabiliteit van atoomkernen Wanneer is een atoomkern stabiel? Wat is een radioactieve stof? Wat doet een radioactieve stof? 1 Soorten ioniserende straling Alfa-straling of α-straling Bèta-straling of β-straling

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 Opgave 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Opgave 3 Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Domein F: Moderne fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Bereken de energie van het foton in ev. E = h c/λ (1) E = (6,63 10-34 3 10 8 )/(589

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli 2006 5,5 66 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 3 ioniserende straling 3. 1 de bouw van de atoomkernen. * Atoom: - bestaat

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Aan het einde van de repetitie vind je de lijst met elementen en twee tabellen met weegfactoren voor het berekenen van de equivalente en effectieve

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting door een scholier 1947 woorden 26 augustus 2006 6,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting Natuurkunde VWO

Nadere informatie

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel.

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel. H7: Radioactiviteit Als een bepaalde kern van een element te veel of te weinig neutronen heeft is het onstabiel. Daardoor gaan ze na een zekere tijd uit elkaar vallen, op die manier bereiken ze een stabiele

Nadere informatie

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Samenvatting H5 straling Natuurkunde Samenvatting H5 straling Natuurkunde Deze samenvatting bevat: Een begrippenlijst van dikgedrukte woorden uit de tekst Belangrijke getallen en/of eenheden (Alle) Formules van het hoofdstuk (Handige) tabellen

Nadere informatie

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen.

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. SO Straling 1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. 2 Waaruit bestaat de elektronenwolk van een atoom? Negatief geladen deeltjes, elektronen. 3 Wat bevindt zich

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-I

natuurkunde havo 2017-I Molybdeen-99 In Petten staat een kerncentrale waar isotopen voor medische toepassingen worden geproduceerd. Eén van de belangrijkste producten is molybdeen-99 (Mo-99). Mo-99 wordt geproduceerd door een

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Domein B2

Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting door R. 1964 woorden 2 mei 2017 7,1 4 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Domein B. Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2. Medische beeldvorming 1. Uitzending,

Nadere informatie

Inleiding stralingsfysica

Inleiding stralingsfysica Inleiding stralingsfysica Historie 1896: Henri Becquerel ontdekt het verschijnsel radioactiviteit 1895: Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt Röntgenstraling RadioNucliden: Inleiding Stralingsfysica 1 Wat maakt

Nadere informatie

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries Bestaand (les)materiaal Loran de Vries Database www.adrive.com Email: ldevries@amsterdams.com ww: Natuurkunde4life NiNa lesmateriaal Leerlingenboekje in Word Docentenhandleiding Antwoorden op de opgaven

Nadere informatie

De hoeveelheid lucht die elke dag onderzocht wordt bedraagt 5,0 cm 3. Op dag 40

De hoeveelheid lucht die elke dag onderzocht wordt bedraagt 5,0 cm 3. Op dag 40 berekend. De meetresultaten zijn verwerkt in figuur. figuur De hoeveelheid lucht die elke dag onderzocht wordt bedraagt 5,0 cm 3. Op dag 40 3 vond men daarin 3,6 0 atomen radon. 8 Bereken het volume van

Nadere informatie

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern. 1 Atoombouw 1.1 Atoomnummer en massagetal Er bestaan vele miljoenen verschillende stoffen, die allemaal zijn opgebouwd uit ongeveer 100 verschillende atomen. Deze atomen zijn zelf ook weer opgebouwd uit

Nadere informatie

Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Groep 1 + 2 (klas 5), deel 1 Meerkeuzevragen + bijbehorende antwoorden aansluitend op hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 3, Kromlijnige bewegingen (Systematische Natuurkunde) Vraag 1 Bij een horizontale worp

Nadere informatie

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II In de reactor binnen in het reactorgebouw van een kerncentrale komt warmte vrij door kernsplijtingen. Die warmte wordt afgevoerd door het water in het primaire

Nadere informatie

H8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling

H8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling Stralingsbron en straling Straling? Bron Soorten straling: Licht Zichtbaarlicht (Kleuren violet tot rood) Infrarood (warmte straling) Ultraviolet (maakt je bruin/rood) Elektromagnetische straling Magnetron

Nadere informatie

Uitwerkingen KeCo-selectie SET-D HAVO5 1

Uitwerkingen KeCo-selectie SET-D HAVO5 1 Uitwerkingen KeCo-selectie SET-D HAO5 1 KeCo W.2. (A) In een bekerglas wordt 400 ml water geschonken met een begintemperatuur van 1 C. In het water wordt een dompelaar geplaatst met een vermogen van 90

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein E: Materie en energie Subdomein: Energie 1 De dichtheid van een kubus P is 10 keer zo groot als de dichtheid van een kubus Q. De ribbe van kubus Q is 10 keer zo groot als de ribbe van kubus P. Hoe

Nadere informatie

( ) Opgave 27.1 a. b. Na drie keer bètaverval verandert. Na drie keer bètaverval verandert

( ) Opgave 27.1 a. b. Na drie keer bètaverval verandert. Na drie keer bètaverval verandert Opgave 7. 5 40 94 9U+ 0n 55Cs+ 7Rb + 0n 40 40 Na drie keer bètaverval verandert 55 Cs in 58 Ce. 94 94 Na drie keer bètaverval verandert 7 Rb in 40 Zr. Bij elke kernsplijting komt energie vrij. Bij elke

Nadere informatie

Examentraining 2015. Leerlingmateriaal

Examentraining 2015. Leerlingmateriaal Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok IV Medische beeldvorming (B2) WAN Domein B: Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2: Straling en gezondheid

Nadere informatie

Ioniserende straling - samenvatting

Ioniserende straling - samenvatting Ioniserende straling - samenvatting Maak eerst zélf een samenvatting van de theorie over ioniserende straling. Zorg dat je samenvatting de volgende elementen bevat: Over straling: o een definitie van het

Nadere informatie

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden

Nadere informatie

a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van

a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van Toets v-08 Radioactiviteit 1 / 5 1 Protactinium 238 U vervalt in veel stappen tot 206 Pb. a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic

Nadere informatie

Alfastraling bestaat uit positieve heliumkernen (2 protonen en 2 neutronen) met veel energie. Wordt gestopt door een blad papier.

Alfastraling bestaat uit positieve heliumkernen (2 protonen en 2 neutronen) met veel energie. Wordt gestopt door een blad papier. Alfa -, bèta - en gammastraling Al in 1899 onderscheidde Ernest Rutherford bij de uraniumstraling "minstens twee" soorten: één die makkelijk wordt geabsorbeerd, voor het gemak de 'alfastraling' genoemd,

Nadere informatie

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING NIRAS Brussel, 01-01-2001 1. Radioactiviteit en ioniserende straling Alles rondom ons

Nadere informatie

1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten?

1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten? Domein F: Moderne Fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten? 2 Bekijk de volgende beweringen. 1 In een fotocel worden elektronen geëmitteerd

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie H1: INLEIDING H2: STRALING - RADIOACTIVITEIT

Nadere informatie

Begripsvragen: Radioactiviteit

Begripsvragen: Radioactiviteit Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.6 Radioactiviteit Begripsvragen: Radioactiviteit 1 Meerkeuzevragen Ioniserende straling 1 [H/V] Op welke

Nadere informatie

1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw

1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw 1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj 2018 Mieke Blaauw 2 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj 2018 1-3 Atoombouw en verval 4,5 Wisselwerking van straling met materie en afscherming 6-9 Röntgentoestellen,

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Kernfysica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H7 --- 26/11/10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven; totaal 32 punten. Opgave 1: gasontladingsbuis (4 p) In een gasontladingsbuis (zoals een TL-buis) zijn het gassen die

Nadere informatie

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie Straling Onderdeel van het college Kernenergie Tjeerd Ketel, 4 mei 2010 In 1946 ontworpen door Cyrill Orly van Berkeley (Radiation Lab) Nevelkamer met radioactiviteit, in dit geval geladen deeltjes vanuit

Nadere informatie

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018 H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water

Nadere informatie

1 Bouw van atomen. Theorie Radioactiviteit, Bouw van atomen, www.roelhendriks.eu

1 Bouw van atomen. Theorie Radioactiviteit, Bouw van atomen, www.roelhendriks.eu Radioactiviteit 1 Bouw van atomen 2 Chemische reacties en kernreacties 3 Alfa-, bèta- en gammaverval 4 Halveringstijd van radioactieve stoffen 5 Activiteit van een radioactieve bron 6 Kernstraling: doordringend

Nadere informatie

Oplossing oefeningen. Deel 1: Elektriciteit

Oplossing oefeningen. Deel 1: Elektriciteit Oplossing oefeningen Afhankelijk van je oplossingsmethode en het al dan niet afronden van tussenresultaten, kun je een lichtjes verschillende uitkomst verkrijgen. Deel 1: Elektriciteit Hoofdstuk 1: Elektrische

Nadere informatie

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig

Nadere informatie

Energieopwekking door kernsplijting in een kernreactor. Kerncentrale van Tihange(bij Hoei)

Energieopwekking door kernsplijting in een kernreactor. Kerncentrale van Tihange(bij Hoei) Energieopwekking door kernsplijting in een kernreactor Kerncentrale van Tihange(bij Hoei) 1 Benodigdheden Chemisch element: Uranium Uranium kent verschillende isotopen Definitie isotoop? 2 Benodigdheden

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Kernfysica 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding Dit

Nadere informatie

Naam: Klas: Toets Kernenergie (versie A)

Naam: Klas: Toets Kernenergie (versie A) Naam: Klas: Toets Kernenergie (versie A) Opgave 1 In een kernreactor komt energie vrij bij het splijten van zware kernen. In de figuur hiernaast is het principe van een kernreactor weergegeven. Er volgt

Nadere informatie

Werkstuk Natuurkunde Kernenergie

Werkstuk Natuurkunde Kernenergie Werkstuk Natuurkunde Kernenergie Werkstuk door een scholier 1606 woorden 24 december 2003 5,8 121 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Onderzoeksvragen Wat is kernenergie? Bij een kernsplijtingsproces worden

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie Wat is straling? Radioactiviteit?

Nadere informatie

Opgave: Eigenschappen van straling a) Gammastraling, röntgenstraling, bètastraling, alfastraling.

Opgave: Eigenschappen van straling a) Gammastraling, röntgenstraling, bètastraling, alfastraling. Deeltjesstraling Opgave: Eigenschappen van straling a) Gammastraling, röntgenstraling, bètastraling, alfastraling. In het algemeen geldt: Alfastraling kan worden afgeschermd door een velletje papier. In

Nadere informatie

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid /stralingsbeschermingsdienst 8385-I dictaat september 2000 RADIOACTIEF VERVAL Voor een beperkt aantal van nature voorkomende kernsoorten en voor de meeste kunstmatig gevormde nucliden wijkt de neutron/proton

Nadere informatie

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev. NATUURKUNDE KLAS 5, INHAALPROEFWERK H7, 02/12/10 Het proefwerk bestaat uit 2 opgaven met samen 32 punten. (NB. Je mag GEEN gebruik maken van de CALC-intersect-functie van je GRM!) Opgave 1: Kwiklamp (17

Nadere informatie

21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd)

21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd) 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels 3.2 Halveringstijd Detectiemethoden voor radioactieve straling 3.4 Oefeningen 3.1 Soorten radioactieve

Nadere informatie

p na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3

p na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3 Kernreactoren Opgave: Moderatorkeuze in een kernsplijtingscentrale a) Er is geen relevante externe resulterende kracht. Dat betekent dat er geen relevante stoot wordt uitgeoefend en de impuls van het systeem

Nadere informatie

natuurkunde havo 2018-I

natuurkunde havo 2018-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Scheepsradar maximumscore uitkomst: s =,9 0 4 m Elektromagnetische golven bewegen met de lichtsnelheid. De afstand die 8 4 het signaal

Nadere informatie

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG Klas 4 GT Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG De kracht van het atoom Een atoom bevat enorme krachten proefwerkstof Proefwerk 14-10-05 Nask2 3(4) VMBO TG deel B hoofdstuk3 Hoofdstuk 4 atomen en ionen blz2 tot

Nadere informatie

Deze methoden worden vaak naar elkaar toegepast. Extraheren -> Filtreren -> Indampen.

Deze methoden worden vaak naar elkaar toegepast. Extraheren -> Filtreren -> Indampen. Samenvatting door Lotte 2524 woorden 19 juni 2015 7,4 82 keer beoordeeld Vak NaSk 1 1 Stoffen gebruik je bij alles wat je doet. Veel van deze stoffen komen uit de natuur, deze zijn vaak niet zuiver maar

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 2 Atoombouw bladzijde 1 Opgave 1 Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende atomen? 7 3Li 11 5B 16 8O 36 17Cl 27 13Al In het symbool A ZX geldt: n p e 7 3Li 4 3 3 A geeft het

Nadere informatie

Radioactiviteit en Kernfysica. Inhoud:

Radioactiviteit en Kernfysica. Inhoud: Radioactiviteit en Kernfysica Inhoud:. Atoommodel Rutherford Bohr. Bouw van atoomkernen A. Samenstelling B. Standaardmodel C. LHC D. Isotopen E. Binding F. Energieniveaus 3. Energie en massa A. Bindingsenergie

Nadere informatie

Dosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e

Dosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e 13 Dosisbegrippen stralingsbescherming 1 13 Ioniserende straling ontvanger stralingsbron stralingsbundel zendt straling uit absorptie van energie dosis mogelijke biologische effecten 2 13 Ioniserende straling

Nadere informatie

Radioactiviteit. Een paar gegevens:

Radioactiviteit. Een paar gegevens: Radioactiviteit Een paar gegevens: 1 MeV = 1,6 10 13 J. In de stralingshygiëne kent men aan -straling een weegfactor 20 toe; aan - en -straling een weegfactor 1. Plutonium-238 zendt -stralen uit. De halveringstijd

Nadere informatie

2.3 Energie uit atoomkernen

2.3 Energie uit atoomkernen 2. Energie uit atoomkernen 2.1 Equivalentie van massa en energie 2.2 Energie per kerndeeltje in een kern 2.3 Energie uit atoomkernen 2.1 Equivalentie van massa en energie Einstein: massa kan worden omgezet

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let

Nadere informatie

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie Wisselwerking van ioniserende straling met materie Wisselwerkingsprocessen Energie afgifte en structuurverandering in ontvangende materie Aard van wisselwerking bepaalt het juiste afschermingsmateriaal

Nadere informatie

Radioactiviteit enkele begrippen

Radioactiviteit enkele begrippen 044 1 Radioactiviteit enkele begrippen Na het ongeval in de kerncentrale in Tsjernobyl (USSR) op 26 april 1986 is gebleken dat er behoefte bestaat de kennis omtrent radioactiviteit voor een breder publiek

Nadere informatie

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 12 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij dit examen

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioactiviteit ( ) Pagina 1 van 10

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioactiviteit ( ) Pagina 1 van 10 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioativiteit (2016-06-08) Pagina 1 van 10 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 + zonnestelsel en heelal

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 + zonnestelsel en heelal Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 + zonnestelsel en heelal Samenvatting door C. 1741 woorden 24 juni 2016 1,4 1 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nu voor straks Natuurkunde H7 + Zonnestelsel en

Nadere informatie

Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme

Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme 2 Geschiedenis -500 vcr.: ατοµοσ ( atomos ) bij de Grieken (Democritos) 1803: verhandeling van Dalton over atomen 1869: voorstelling van 92

Nadere informatie

KERNEN & DEELTJES VWO

KERNEN & DEELTJES VWO KERNEN & DEELTJES VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Radioactiviteit

Hoofdstuk 1: Radioactiviteit Hoofdstuk 1: Radioactiviteit Inleiding Het is belangrijk iets te weten over wat we in de natuurkunde radioactiviteit noemen. Ongetwijfeld heb je, zonder er direct mee in aanraking te zijn geweest, er ergens

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-II Eindexamen natuurkunde - havo 00-II 4 Antwoordmodel Opgave Automatisch fietsachterlicht voorbeeld van een antwoord:,5 V,5 V de twee batterijen in serie de drie lampjes in serie tekenen van de overige verbindingen

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Natuurkunde

Voorbeeldtentamen Natuurkunde James Boswell Instituut Universiteit Utrecht Voorbeeldtentamen Natuurkunde havo versie Uitwerkingen Opgave 1: Fietser Bij het fietsen speelt wrijving een belangrijke rol. In onderstaande grafiek is de

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 1 V - 14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Dinsdag 13 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde pilot havo II Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Opgave Superbus maximumscore 4 uitkomst: s = 40 m (met een marge van m) methode : voorbeeld van een bepaling:

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave SPECT-CT-scan B maximumscore 3 antwoord: 99 99 Mo Tc + 0 e + ( γ) of 99 99 Mo Tc + e + ( γ ) 4 43 het elektron

Nadere informatie

De kernreactie die in de tekst is beschreven, kan als volgt worden weergegeven:

De kernreactie die in de tekst is beschreven, kan als volgt worden weergegeven: Toetsstof havo 5 et5 volgens PTA: examenjaar 2010/2011 Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Stof volgens het PTA: havo5 h4: Elektromagnetisme Niet in 2010-2011 havo5 Opwekking en transport

Nadere informatie

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium

Nadere informatie

De energievallei van de nucliden als nieuw didactisch concept

De energievallei van de nucliden als nieuw didactisch concept De energievallei van de nucliden als nieuw didactisch concept - Kernfysica: van beschrijven naar begrijpen Rita Van Peteghem Coördinator Wetenschappen-Wisk. CNO (Centrum Nascholing Onderwijs) Universiteit

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I Eindexamen natuurkunde -2 havo 2002-I Opgave Binnenverlichting Maximumscore 4 uitkomst: R tot = 4 Ω voorbeelden van een berekening: methode Het totale vermogen van de twee lampjes is gelijk aan 25,0 =

Nadere informatie

Overal Natuurkunde 3 V Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Straling

Overal Natuurkunde 3 V Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Straling Overal Natuurkunde 3 V Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Straling 2.1 Elektromagnetische straling A1 a Onjuist, want infraroodstraling is ook een vorm van elektromagnetische straling b Juist, want microgolfstraling

Nadere informatie

Wetenschappelijke Begrippen

Wetenschappelijke Begrippen Wetenschappelijke Begrippen Isotoop Als twee soorten atoomkernen hetzelfde aantal protonen heeft (en dus van hetzelfde element zijn), maar een ander aantal neutronen (en dus een andere massa), dan noemen

Nadere informatie

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt: Uitwerkingen natuurkunde Havo 1999-I Opgave 1 Accu 3p 1. Het vermogen van de lampen wordt gegeven door P = VI. Dus de accu moet een stroom leveren van I = P/V = 100/12 = 8,33 A. De "capaciteit" wordt berekend

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV

Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV 12.1 Een deel van het elektromagnetische spectrum is infrarood, dit zit naast het zichtbare licht en wordt vaak warmtestraling genoemd. Alle voorwerpen zenden

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde havo I

Eindexamen natuurkunde havo I Opgave 1 Lord of the Flies Lees eerst de tekst in het kader. Er bestaan twee soorten brillenglazen: - bolle (met een positieve sterkte) en - holle (met een negatieve sterkte). In de figuren hiernaast is

Nadere informatie

Praktische stralingsbescherming

Praktische stralingsbescherming Praktische stralingsbescherming VRS-D/MR nj 2018 1-3 Atoombouw en verval 4,5 Wisselwerking van straling met materie en afscherming 6-9 Röntgentoestellen, ingekapselde bronnen 10 Grootheden en eenheden

Nadere informatie

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I Eindexamen natuurkunde havo 2002-I Opgave Binnenverlichting uitkomst: R = 29 Ω P 5,0 De stroomsterkte door één lampje is: I = = = U 2 U 2 Uit U = IR volgt dat R = = = 29 Ω. I 0, 47 0,47 A. gebruik van

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2006-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2006-II Opgave 1 Vallen op de maan In 1971 landde de Apollo 15 op de maan. Astronaut David Scott deed er de valproef van Galilei. Hij liet een zware hamer en een ganzenveer tegelijkertijd van dezelfde hoogte vallen.

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 Tijdsduur: Versie: A Vragen: 24 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je alle

Nadere informatie

Examen HAVO. natuurkunde 1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. natuurkunde 1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2008 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur natuurkunde 1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen.

Nadere informatie

De Zon. N.G. Schultheiss

De Zon. N.G. Schultheiss 1 De Zon N.G. Schultheiss 1 Inleiding Deze module is direct vanaf de derde of vierde klas te volgen en wordt vervolgd met de module De Broglie of de module Zonnewind. Figuur 1.1: Een schema voor kernfusie

Nadere informatie

natuurkunde oud programma havo 2015-I

natuurkunde oud programma havo 2015-I Opgave Train Whistle maximumscore v Een lage toon heeft een lage frequentie. Volgens λ = vt = hoort bij een f lage frequentie een grote golflengte. De klankkast met de grootste lengte, zal dus de laagste

Nadere informatie

IONISERENDE STRALING HAVO

IONISERENDE STRALING HAVO IONISERENDE STRALING HAVO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Eindexamen vwo natuurkunde pilot 03-II Beoordelingsmodel Opgave Splijtstof in een kerncentrale maximumscore 3 35 7 87 U + n Ba + Kr + n of 9 0 56 36 0 35 7 87 U + n Ba + Kr + n één neutron links van de

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2008-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2008-II Opgave 1 Close-up Figuur 1 is een foto van een schorpioentje. figuur 1 Figuur 2 is een schematische tekening van de situatie waarin de foto is genomen. Het voorwerp (schorpioentje) is weergegeven als een

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II Eindexamen natuurkunde -2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m

Nadere informatie

Opgave 1 Millenniumbrug

Opgave 1 Millenniumbrug Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:

Nadere informatie