OMGEVINGSVERGUNNING (Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets) Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Transcriptie

1 Kennisgeving Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: OMGEVINGSVERGUNNING (Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets) Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Aanvraag en besluit Met ingang van 12 juli 2018 ligt met bijbehorende stukken gedurende zes weken ter inzage het besluit op de aanvraag, die is binnengekomen op 10 augustus 2017, ter verlening van een: omgevingsvergunning beperkte milieutoets vanwege te verandering van een inrichting, zijnde een veehouderij, aan de Voordersteeg 20 te Twello en Holtweg 2 te Wilp. Aan deze beschikking is eveneens de verklaring van geen bedenkingen ingevolge de Wet natuurbescherming aangehaakt. Deze beschikking ligt eveneens ter inzage. Het zaaknummer van deze procedure is Z-MELD / SXO Alle stukken liggen ter inzage van 8.30 tot uur in het gemeentehuis van Voorst, balie afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, H.W. Iordensweg 17, 7391 KA TWELLO. Het besluit kan, na telefonische afspraak, 's middags of 's avonds worden ingezien. Afspraken hiervoor kunnen worden gemaakt met de heer G.M. Rabeling. Zijn telefoonnummer is (0571) Deze publicatie en het besluit zijn ook digitaal beschikbaar gesteld. Op de website onder Actueel/ Bekendmakingen/Besluiten kunt u de stukken bekijken. Beroep Belanghebbenden die een zienswijze naar voren hebben gebracht of belanghebbenden die aantonen dat zij redelijkerwijs niet in staat zijn geweest om naar aanleiding van het ontwerpbesluit tijdig een zienswijze naar voren te brengen, kunnen beroep instellen. Beroep kan worden ingesteld met ingang van de dag na de dag waarop de terinzagelegging is aangevangen, bij de Rechtbank Gelderland, afdeling Bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Degene die beroep instelt kan, als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist een verzoek om een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland. Twello 11 juli 2018 J.T.H.M. Penninx, burgemeester E.J.M. van Leeuwen, secretaris

2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS Beslissing van burgemeester en wethouders van Voorst inzake de op 10 augustus 2017 ontvangen aanvraag van V om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor een melkrundvee- en varkenshouderij. De aanvraag gaat over de percelen Voordersteeg 20 te Twello en Holtweg 2 te Wilp, kadastraal bekend gemeente Voorst, sectie S, nummers 209, 850 en 851. Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouders van de gemeente VOORST d.d. 27 juni 2018 Nr. SXO Mij bekend, De Secretaris Datum beschikking: 27 juni 2018

3 Besluit 1. Onderwerp Burgemeester en wethouders van Voorst hebben op 10 augustus 2017 van een aanvraag om een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (en melding Activiteitenbesluit) ontvangen voor het veranderen van een inrichting voor het houden van melkvee en varkens. De aanvraag gaat over Voordersteeg 20 te Twello en Holtweg 2 te Wilp, kadastraal bekend gemeente Voorst, sectie S, nummers 209, 850 en 851. De aanvraag heeft het volgende kenmerk gekregen: DOS / Z-MELD SXO Er wordt een vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: - het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (OBM, Wabo artikel 2.1 lid 1 onder i); - handelen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden (Wabo artikel 2.1 lid 1 onder i juncto Bor artikel 2.2aa onder a (VVGB Wet natuurbescherming). 2. Gewaarmerkte stukken De aanvraag bestaat uit en zijn als zodanig gewaarmerkt: - Aanvraagformulier OLO nummer d.d. 10 augustus 2017; - Meldingsformulier Activiteitenbesluit d.d. 10 augustus 2017; - Plattegrond tekening met omschrijving Omgevingsvergunning (activiteit Milieu), projektnummer , laatste wijziging d.d. 9 augustus 2017; - Bijlage Melding Activiteitenbesluit en aanvraag Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) d.d. 7 augustus 2017; - Gegevens verzoek verklaring van geen bedenking (VVGB) d.d. 7 augustus 2017; - AERIUScalculator Berekening voor vergunningaanvraag Berekening Situatie 1 d.d. 10 juli 2017, AERIUS kenmerk 5690cebQLrQk; - AERIUScalculator Berekening voor vergunningaanvraag Berekening Situatie 1 d.d. 8 augustus 2017, AERIUS kenmerk S2WVD3M5MrT3; - Bijlage Melding Activiteitenbesluit en aanvraag Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) herzien d.d. 14 november 2017; - Plattegrond tekening met omschrijving Melding Activiteitenbesluit Tekening 1 van 2, laatste wijziging d.d. 18 oktober 2017; - Plattegrond tekening met omschrijving Melkveebedrijf Nieuwenhuis Voordersteeg 20 Twello, Locatie: Holtweg 2 te Wilp, Gewijzigde situatie Holtweg 2 Wilp d.d. 14 november 2017; - Geurberekening V-STACKS Vergunning versie 2010 d.d. 17 oktober Vormvrije m.e.r.-beoordelingsbesluit Omgevingsdienst Veluwe IJssel d.d. 8 januari

4 3. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en paragraaf 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze procedure is van toepassing, aangezien de vergunning i.h.k.v. de Wet natuurbescherming wordt aangehaakt aan deze aanvraag. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht. 4. Zienswijze Van de gelegenheid tot het indienen van schriftelijke en mondelinge zienswijzen is geen gebruik gemaakt. 5. Besluit Gelet op de van toepassing zijnde bepalingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht, verlenen wij de gevraagde omgevingsvergunning beperkte milieutoets. De vergunning gaat over de percelen Voordersteeg 20 te Twello en Holtweg 2 te Wilp, kadastraal bekend gemeente Voorst, sectie S, nummers 209, 850 en 851. Geldigheidsduur De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. 6. Ondertekening Het college van burgemeester en wethouders van Voorst, namens deze, W.M. van Dam Teammanager Vergunningen Omgevingsdienst Veluwe IJssel 7. Rechtsmiddelen Gedurende een termijn van zes weken is de gelegenheid beroep tegen de beschikking aan te tekenen. Een beroepsprocedure schorst niet de inwerkingtreding van de beschikking. Een schorsing kan worden verkregen door het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening. Voorwaarde is wel dat ook beroep wordt aangetekend. Voor de exacte data en de wijze waarop een beroepsschrift en een verzoek om voorlopige voorziening kan worden ingediend, wordt verwezen naar de publicatie in Voorster Nieuws en op de website van de gemeente Voorst. 3

5 Procedurele overwegingen 8. Wettelijk kader Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets Voor een aantal activiteiten uit het Activiteitenbesluit hebben bedrijven toestemming van het bevoegd gezag nodig voordat ze kunnen starten met deze activiteiten. Deze "toestemming vooraf" wordt omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) genoemd. Het doel van de OBM is dat het bevoegd gezag vooraf instemt met het van start gaan van een specifieke activiteit op een specifieke locatie. De OBM bestaat uit een instemming of een weigering. Op grond van artikel 5.13a van het Besluit omgevingsrecht (Bor) mogen aan de OBM geen voorschriften worden verbonden. Bij het beslissen op de aanvraag om een OBM dienen wij volgens artikel 2.17 van de Wabo te toetsen aan artikel 5.13b Besluit omgevingsrecht. Een toetsing aan dit artikel heeft plaatsgevonden. De OBM is aangevraagd voor het veranderen van een inrichting voor het houden van (landbouw)huisdieren. Handelingen met gevolgen voor beschermde natuurgebieden In de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) van 1 januari 2017 staat het Nederlands wettelijk kader voor de bescherming van ecologisch waardevolle gebieden. De Wet natuurbescherming is gericht op: a. het beschermen en ontwikkelen van de natuur, en het behouden en herstellen van de biologische diversiteit; b. het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de natuur ter vervulling van maatschappelijke functies, en c. het verzekeren van een samenhangend beleid gericht op het behoud en beheer van waardevolle landschappen. In gebieden die zijn aangewezen als speciale beschermingszones (Natura gebieden) gelden instandhoudingsdoelstellingen voor dit gebied. Daartoe behoren in elk geval de instandhoudingsdoelstellingen ten aanzien van de leefgebieden voor vogelsoorten of de natuurlijke habitats en de habitats van soorten. Artikel 2.7 lid 2 Wet natuurbescherming bepaalt dat het verboden is om zonder vergunning van de provincie projecten te realiseren of andere handelingen te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor een Natura 2000-gebied de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen. 4

6 De provincie Gelderland is bevoegd gezag voor de toetsing van handelingen met mogelijke gevolgen voor Natura 2000-gebieden (de gebiedenbeschermingsbepalingen) én voor de toetsing van handelingen met mogelijke gevolgen voor beschermde dier- en plantensoorten (de soortenbeschermingsbepalingen). Voorafgaand aan het indienen van de aanvraag omgevingsvergunning is niet getoetst of een Wnb-vergunning nodig is. Deze toets haakt dan ook aan bij de procedure omgevingsvergunning. Op 5 juni 2018 hebben wij een verklaring van geen bedenking (VVGB) met zaaknummer op grond van de Wet natuurbescherming ontvangen van de provincie Gelderland. Uit deze verklaring blijkt dat er geen belemmeringen zijn om de onderhavige omgevingsvergunning te verlenen. De verklaring van geen bedenkingen is bijgevoegd aan deze ontwerpbeschikking. 9. Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in artikel 2.4 lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn wij het bevoegd gezag om op de aanvraag om omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder i van de Wabo te beschikken. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Voorst heeft de bevoegdheid om besluiten op grond van de Wet milieubeheer en bepaalde besluiten uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te nemen overgedragen aan Omgevingsdienst Veluwe IJssel. Hieraan ligt het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Veluwe IJssel d.d. 13 mei 2014 ten grondslag. 5

7 Inhoudelijke overwegingen MILIEU Omgevingsvergunning beperkte milieutoets 10. Vergunde situatie Holtweg 2 Voor de locatie Holtweg 2 is op 14 december 2001 een milieuvergunning (revisie) verleend met kenmerk M Vervolgens is per besluit op 3 juni 2011 (met kenmerk Z-WIJ ) de vergunning voorzien van nieuwe voorschriften. Vervolgens is milieuvergunning en de ambtshalve wijziging van rechtswege gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu. Tenslotte is deze vergunning op 1 januari 2013 van rechtswege gelijkgesteld met een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). Voordersteeg 20 Voor de locatie Voordersteeg 20 is op 30 juni 2000 een milieuvergunning (revisie) verleend met kenmerk M Vervolgens is per besluit op 24 juni 2011 (met kenmerk Z-WIJ ) de vergunning voorzien van nieuwe voorschriften. Vervolgens is milieuvergunning en de ambtshalve wijziging van rechtswege gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu. Tenslotte is deze vergunning op 1 januari 2013 van rechtswege gelijkgesteld met een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). 6

8 Op basis van deze vergunningen mag de volgende veebezetting worden gehouden: RAV code 1) Diersoort Aantal NH3 emissie factor 2) emissie NH3 (kg) oue/ dier/ sec 3) Geuremissie Voordersteeg 20 PM10 PM10 emissie emissie /dier/ gram jaar 4) A1.100 Melkkoeien; overige huisvestingssytemen A3.100 Jongvee; overige huisvestingssytemen D Holtweg 2 Vleesvarkens; mestkelders met (wateren) mestkanaal; mestkanaal met schuine putwand met roosters anders dan driekant op het mestkanaal , , ,9 9773, A1.100 Melkkoeien; overige huisvestingssystemen A3.100 Jongvee; overige huisvestingssystemen D3.100 Vleesvarkens; overige huisvestingssytemen , * Totaal , ) RAV: Regeling ammoniak en veehouderij, laatste wijziging gepubliceerd Staatscourant 2017, nr , d.d. 13 december ) vastgelegd in de Regeling ammoniak en veehouderij, laatste wijziging gepubliceerd Staatscourant 2017, nr , d.d. 13 december ) vastgelegd in de Regeling geurhinder en veehouderij, laatste wijziging gepubliceerd Staatscourant 2017, nr , d.d. 11 december ) In gram per jaar, op basis van het document Emissiefactoren fijn stof voor veehouderij, laatst gepubliceerd 15 maart 2017 * in de aanvraag is abusievelijk 252 vermeld in plaats van 304 vleesvarkens 11. Aangevraagde situatie 7

9 Met de aanvraag worden de locaties Voordersteeg 20 te Twello en Holtweg 2 te Wilp onder één inrichting (en vergunning) gebracht. De aanvraag heeft betrekking op de volgende veebezetting: RAV code 1) Diersoort Aantal NH3 emissie factor 2) emissie NH3 (kg) oue/ dier/ sec 3) Geuremissie PM10 emissie /dier/ jaar PM10 emissie gram 4) A1.100 Melkkoeien; overige huisvestingssystemen A3.100 Jongvee; overige huisvestingssystemen D Vleesvarkens; mestkelders met (wateren) mestkanaal; mestkanaal met schuine putwand met roosters anders dan driekant op het mestkanaal D3.100 Vleesvarkens; overige huisvestingssytemen ,4 466, , , , ) RAV: Regeling ammoniak en veehouderij, laatste wijziging gepubliceerd Staatscourant 2017, nr , d.d. 13 december ) vastgelegd in de Regeling ammoniak en veehouderij, laatste wijziging gepubliceerd Staatscourant 2017, nr , d.d. 13 december ) vastgelegd in de Regeling geurhinder en veehouderij, laatste wijziging gepubliceerd Staatscourant 2017, nr , d.d. 11 december ) In gram per jaar, op basis van het document Emissiefactoren fijn stof voor veehouderij, laatst gepubliceerd 15 maart 2017 Op 8 februari 2018 is tevens een verzoek ingediend voor intrekking van de vigerende vergunning voor de deellocatie Holtweg 2. De onderhavige aanvraag heeft betrekking op het houden van rundvee en vleesvarkens op de deellocatie Voordersteeg 20 te Twello, de deellocatie aan de Holtweg 2 te Wilp is in gebruik als berging. Uit de systematiek van de Wet milieubeheer in combinatie met het Activiteitenbesluit betekent dit dat op de deellocatie Holtweg 2 geen dieren worden aangevraagd dan wel worden gemeld. Met verlening van onderhavige vergunning mag op deze deellocatie dus geen vee worden gehouden. 8

10 Mocht in de toekomst toch weer vee gewenst zijn dan dient dit te worden beoordeeld volgens de dan geldende (milieu)regelgeving. Uiteraard dient dan ook weer worden beoordeeld of het plan op basis van de Wet natuurbescherming vergund kan worden. Het intrekken van de vigerende vergunning voor de Holtweg 2 te Wilp is derhalve niet aanvullen nodig, aangezien dit volgt uit de systematiek van de milieuregelgeving. 12. Beoordeling MER De OBM is aangevraagd voor het houden van vleesvarkens en rundvee. Ten aanzien van die activiteit is in artikel 5.13b, lid 1 Besluit omgevingsrecht bepaald dat de OBM moet worden geweigerd indien het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport (MER) moet worden opgesteld. Voor de volgende veebezetting dient de MER toets te worden uitgevoerd. - tussen 51 en max. 100 paarden of pony s (m.u.v. opfok), cat, K 1 en K 3; - tussen 51 en max schapen of geiten, cat. B 1, resp. cat. C 1 t/m C 3; - tussen en max pluimvee, cat. E, F, G en J; - tussen 51 en max vleesvarkens, cat. D 3; - tussen 51 en max. 750 zeugen, cat. D 1.2, D 1.3 en D 3 (uitsluitend opfokzeugen); - tussen 500 en max gespeende biggen, cat. D 1.1; - tussen 51 en max vleesrunderen, cat. A 4 t/m A 7. De aanvraag heeft betrekking op het houden van 610 vleesvarkens en valt binnen de grenzen zoals hierboven aangeven. Op grond van art 2 lid 5 van het Besluit milieueffectrapportage moet voor een activiteit die op de D lijst van de bijlage van het Besluit milieueffectrapportage staat nagegaan worden (ook als de drempelwaarde van de D lijst niet wordt overschreden), of kan worden uitgesloten dat de activiteit belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Getoetst moet worden aan de selectiecriteria als bedoeld in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieu-effectbeoordeling. De criteria zijn: 1. Kenmerken van de projecten (o.a. omvang, cumulatie met andere projecten); 2. Plaats van de projecten (o.a. gebieden aangewezen door de Habitat of Vogelrichtlijn, bosgebieden, natuurreservaten); 3. Kenmerken van het potentiële effect (bereik van het effect, waarschijnlijkheid van het effect, duur en frequentie van het effect). De activiteit in deze vergunning staat onder nr. D 14 'De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren'. 9

11 Deze aanvraag heeft betrekking op het houden van vleesvarkens en rundvee. Gezien het feit dat de dierbezetting per saldo daalt is er geen aanleiding dat er belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn. Zoals blijkt uit de beoordeling van deze aanvraag en de reeds beoordeelde vormvrije m.e.r.- beoordelingsnotitie (besluit d.d. 8 januari 2018) kan worden uitgesloten dat er belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu plaatsvinden. Gezien het bovenstaande is er geen MER plicht. Er is dus geen aanleiding de omgevingsvergunning hierop te weigeren. 13. Beoordeling PM10 (fijn stof) De OBM is aangevraagd voor vleesvarkens en rundvee. Ten aanzien van die activiteit is in artikel 5.13b, lid 6 Besluit omgevingsrecht bepaald dat de OBM moet worden geweigerd indien er sprak is van een overschrijding van de grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM10), bedoeld in bijlage 2, voorschrift 4.1, van de Wet milieubeheer. Voor de volgende veebezetting dient de fijn stoftoets te worden uitgevoerd: - tussen 500 en max vleesrunderen, cat. A 4 t/m A 7; - tussen en max. tot IPPC grens pluimvee, cat. E 1 t/m E 5, F 1 t/m F 4, G 1, G 2 en J 1; - tussen 900 varkens en max. tot IPPC grens, cat. D 1 t/m D 3); - vanaf pluimvee (cat. E 1 t/m E 5, F 1 t/m F 4, G 1, G 2 en J 1), 500 gespeende biggen (cat. D 1.1) of 500 landbouwdieren anders dan pluimvee en gespeende biggen indien landbouwdieren van meer dan één hoofdcategorie worden gehouden; De aanvraag heeft betrekking op het houden van 600 vleesvarkens en valt onder de grens zoals hierboven aangeven. Daarom behoeft er niet te worden getoetst op het onderdeel fijn stof in deze procedure. 14. Activiteitenbesluit Op grond van artikel 8.41a van de Wet milieubeheer moet een melding op grond van artikel 1.10 tot en met 1.20 van het Activiteitenbesluit gelijktijdig met de aanvraag om een omgevingsvergunning worden ingediend. Bij deze aanvraag om een omgevingsvergunning is als bijlage voor de volgende activiteiten ook een melding op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit ingediend: Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening; Het in werking hebben van een stookinstallatie, niet zijnde een grote stookinstallatie; Het afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer of afleveren van vloeibare brandstof aan spoorvoertuigen; 10

12 Het uitwendig wassen en stallen van motorvoertuigen of werktuigen of van spoorvoertuigen; Opslaan en overslaan van goederen; Opslaan van agrarische bedrijfsstoffen Opslaan van drijfmest en digestaat; Opslaan van gasolie, smeerolie of afgewerkte olie in een bovengrondse opslagtank; Telen van gewassen in de open lucht; Houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven; Opslaan van gevaarlijke stoffen, CMR-stoffen of bodembedreigende stoffen in verpakking [ ] 15. Geur Het aspect geur is geen weigeringsgrond voor de beoordeling van deze aanvraag, maar voldoet aan de artikelen als bedoeld in artikel tot en met Ammoniak Het aspect ammoniak is geen weigeringsgrond, maar voldoet aan de artikelen als bedoeld in artikel tot en met 3.114a. 17. Besluit emissiearme huisvesting De toetsing aan het Besluit emissiearme huisvesting is geen weigeringsgrond, maar er wordt voldaan aan dit besluit. 18. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op een omgevingsvergunning beperkte milieutoets, zijn er ten aanzien van de aangevraagde activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. De voorschriften uit het Activiteitenbesluit zijn van toepassing. Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op een omgevingsvergunning voor activiteiten met gevolgen voor beschermde natuurgebieden, zijn er ten aanzien van aangevraagde activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. De door de provincie Gelderland afgegeven verklaring van geen bedenkingen is bijgevoegd aan deze beschikking. 11

13 Bijlage 1: Verklaring van geen bedenkingen (ontwerp) 12

14 13

15 14

16 15