RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Transcriptie

1 Prof 0" W DE BR:JCK LABORATORUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGE EN HYDROGEOLOGE POMPPROEVEN N EN WATERSTAALNAMEN GESPLETEN VASTE GESTEENTEN (ÜOST EN WESTVLAANDEREN) RESULTATEN VAN DE POMP BJ HET KLOOSTER VAN DE ZUSTERS BENDCTNESSEN TE POPERNGE EN STJGPROEF RJKSUNVERSTET GENT

2 rijksuniversiteit gent laboratorium voor toegepaste geologie en hydrogeologie POMPPROEVEN EN WATERSTAALNAMEN N GESPLETEN VASTE GESTEENTEN (OOST EN WESTVLAANDEREN) Resultaten van de pomp en stijgproef bij het Klooster van de Zusters Benidictinessen te Poperinge geologisch instituut S 8 krijgslaan 281 B9000 gent telefoon Opdrachtgever MNSTERE VAN ECONOMSCHE ZAKEN BELGSCHE GEOLOGSCHE DENST Leiding : Prof Dr W DE BREUCK Studie en verslag : Dr L LEBBE Lic M MAHAUDEN Dokument nr : TGO Datum : december 1989

3 NHOUD Li jst der figuren Lijst der tabellen Dankwoord 1 nleiding 2 Lokalisatie van de pompproefsite, de pomp en de peilputten 3 Stratigrafische, litologische en hydrageologische bouw ter hoogte van de pompproefsite 4 Terreinwerkzaamheden 41 Sitekeuze 42 Uitvoering van de pompproef 5 nterpretatie van de pomp en stijgproef volgens de klassieke grafische methoden 51 Pompproef 511 nterpretatie volgens Theis 5111 nleiding 5112 Resultaten 512 nterpretatie volgens Jacob 5121 nleiding 5122 Resultaten 513 nterpretatie volgens Walton 5131 nleiding 5132 Resultaten 52 Sti jgproef 521 nleiding 522 Resultaten 53 Bespreking 6 nterpretatie door middel van het invers model 61 Eerste interpretatiefase 62 Tweede interpretatiefase 63 Derde interpretatiefase 64 Bespreking 7 Besluit Referenties V

4 11 LJST DER FGUREN Fig 1 Ligging van de pompproefsite Fig 2 Ligging van de putten Fig 3 Geologische litologische doorsnede ter hoogte van de pompproefsite Fig 4 Tijdverlagingskurven van de peilputten 1 en 2 (methode van THES) Fig 5 Tijdverlagingskurven van de peilputten 1 en 2 (methode van JACOB ) Fig 6 Restverlagingskurven van de peilputten 1 en 2 Fig 7 Schematisatie van het grondwaterreservoir in het numeriek model bij de verschillende interpretatiefasen Fig 8 Waargenomen (kruis jes ) en berekende ver lag ing (volle lijnen ) in tijdverlagings en afstandverlagingsgrafieken (eerste interpretatiefase) Fig 9 Waargenomen (kruisjes ) en berekende ver lag ing (volle lijnen ) in tijdverlagings en afstandverlagingsgrafieken (tweede interpretatiefase ) Fig 10 Waargenomen (kruisjes ) en berekende verlaging (volle lijnen ) in tijdverlagings en afstandverlagingsgrafieken (derde interpretatiefase )

5 111 LJST DER TABELLEN Tab 1 Tab 2 Tab 3 Tab 4 Tab 5 Tab 6 Tab 7 Kenmerken en maaiveldhoogten van de putten gebruikt tijdens de pomp en stijgproef Ligging van de peilputten ten opzichte van de pompput Opgepompte hoeveelheid en debietwaarnemingen tijdens de pompproef te Poperinge Hydraulische parameters bepaald volgens de klassieke grafische interpretatiemethoden Vergelijking van de waargenomen en berekende verlagingen in het geval van de eerste interpretatiefase Vergelijking van de waargenomen en berekende verlagingen in het geval van de tweede interpretatiefase Vergelijking van de waargenomen en berekende verlagingen in het geval van de derde interpretatiefase

6 V DANKWOOR D Voor de uitvoering van deze pompproef te Poperinge konden wi j rekenen op een vlotte medewerking van de hierbij vermelde instanties Wi j denken hierbi j in de eerste plaats aan het Klooster van de Zusters Benidictinessen en het College St Stanislas waar wi j de metingen konden uitvoeren Vooral Dhr PLEDTS, Directeur, bij de Zusters Benidictinessen wensen wi j te danken voor zijn vlotte medewerking en interesse tijdens het uitvoeren van onze proef Een woord van dank willen wi j ook richten aan het Gemeentebestuur van Poperinge, Technische Dienst, voor het ons aanwi j zen van bestaande winningsputten en aan alle eigenaars van winningsputten gelegen in de buurt van de pompproef die hun installaties stillegden op onze aanvraag

7 NLEDNG n het bestek van een opdracht ons toevertrouwd op 22 april 1987 door de Heer Minister van Ekonomische Zaken (briefkenmerk 8P/86/12H/131A3/11427 ) werd in augustus 1989 door het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie (LTGH ) van de Ri j ksuniversiteit Gent een pomp en stijgproef uitgevoerd te Poperinge Deze studie, opgedragen door de Heer nspecteurgeneraal van de Belgische Geologische Dienst bi j schri jven van 01 september 1989 gebeurde in onderaanneming van de firma SMETDB NV te Dessel 2 LOKALSATE VAN DE POMPPROEFSTE, DE POMP EN DE PEL PUTTEN De pomp en stijgproef werden uitgevoerd bi j het klooster van de Zusters Benedictinessen gelegen aan de Boeschepestraat Het ligt ongeveer 350 m ten SSW van de St Bertinuskerk en 240 m ten ESE van de OLVkerk van Poperinge Op de binnenkoer van het klooster bevinden zich drie Landeniaanputten waarvan twee nog gebruikte en een verlaten winningsput Op de binnenkoer van het nabi j gelegen St Stanislas College, Burgemeester Bertenplein, op ongeveer 150 m van het Klooster, is ook een Landeniaan winningsput aanwezig (fig 1) Aldus beschikken we over een pompput en twee peilputten bij het klooster en één peilput bi j het College Tijdens de pompproef bleek de verlaten winningsput echter niet te reageren (verzand volgens de heer direkteur ) zodat de waarnemingen in deze put in dit verslag verder niet gebruikt worden Alle putten gebruikt in deze studie zijn aangegeven op fig 2 n tabel 1 ZlJn enkele kenmerken en de maaiveldhoogte (volgens de topografische kaart van het NG op 1:10000 ) aangegeven De technische doorsneden van de putten zijn in zover

8 2 _ 100m 200, biï:== 1 Ftg Ligging

9 3 :! JO f : /, Stanislas 2 ' /':, :, l t Klooster Zusters Benidictinessen Fig 2 Ligging van de putten

10 4 deze beschikbaar wa ren in bij lage 1 ingesloten Tabel 1 Kenmerken en maaiveldhoogte van de putten gebruikt tijdens de pomp en stijgproef Dossier Datum Benaming in Z maaiveld Watervoerende nummer van bestek pomp (in m TAW ) laag BGD uit en stijg volgens Blad 81W voe proef topokaart Poperinge Landeniaan 62 (V) 1968 P1 (peilput 1) 20 Landeniaan 62 (V) 1970 pp (pompput ) 20 Landen i aan 1e verv 1983 P2 (peilput 2) 20 Landeniaan De ligging van de peilputten ten opzichte van de pompput zijn hierna in tabel 2 samengevoegd Tabel 2 Ligging van de peilputten ten opzichte van de pompput Peilput Af s tand tot pompfmt (in m) Gelegen bij P1 43,0 Klooster P2 165,5 College 3 STRATGRAFSCHE, LTOLOGSCHE EN HYDROGEOLOGSCHE BOUW TER HOOGTE VAN DE POMPPROEFSTE Uit de beschikbare boorstaten van de Belgische Geologische Dienst en LEGRAND, 1968, kan men ter hoogte van de pompproefsite de volgende stratigrafische, litologische en hydrogeolo Alle peilen voorkomend in dit verslag zijn aangegeven in m TAW (Tweede Algemene Waterpassing )

11 5 gische bouw afleiden Van onder naar boven onderscheidt men de volgende lagen : sekundaire krijtafzettingen van Turoon en Cenoon ouderdom De top van deze gesteenten komt voor op ongeveer 130 Het betreft mergel of wit krijt tertiaire paleoceen en eoceenafzettingen, met name de Formatie van Landen en de Klei van Vlaanderen De top van de Formatie van Landen komt voor op ongeveer 86 tot 1002 Deze formatie kan ingedeeld worden in een kleipakket onderaan en een zandpakket bovenaan Uit de weinig nauwkeurige beschikbare boorbeschri jvingen leidt men dikten af van ongeveer 20 m zand boven 19 m klei De Klei van Vlaanderen die de Formatie van Landen bedekt is ongeveer 108 m dik De dikte van de kwartaire afzettingen is nogal variabel maar gewoonlijk beperkt, 5 tot 14 m Hieruit blijkt dat drie artesische watervoerende lagen voorkomen met name de Sokkel, het watervoerende Kri jt en het zandige pakket van Landeniaanouderdom De watervoerende lagen zijn er gescheiden door slecht doorlatende lagen, enerzijds de mergels van Turoonouderdom en anderzijds het onderste gedeelte van het Landeniaan (klei) De algemene geologischelitologische bouw ter hoogte van de pompproefsite is verduidel'ijkt in een doorsnede (fig 3) en ook in fig 7 4 TERRENWERKZAAMHEDEN 41 STEKEUZE n het centrum van Poperinge z Jn meerdere winningsputten in het Landeniaan gekend (W DE BREUCK et al, 1986) Voor het uitvoeren van onze pompproef konden wi j echter rekenen op een vlotte medewerking van de bedrijven, instellingen en/of pri 2 Top Landeniaan op 100 (cfr boorstaat G2 (V) BGD P1 ) lijkt ietwat te diep Voortgaande op de boorbeschrijvingen in de omgeving zou de top zich op ongeveer 90 bevinden

12 Pe}l (mtaw) +20 P2 Pt pp F? rl0i? Kwartair :({/! Ligging van de doorsnede 0 t = :: t = r r :_ 50 t Formatie van leper Klei van Vlaanderen t r 0') t 100 r [:::1 ' 1<::\1? : : : : a: ':"'':" = :: :: ;:3: ;, : : :==:: :; 1 11 lv'v'v Formatie van Landen Krijt t :=== :>:\ : : : : : : ; L il l 0 Legende leem ls] zand klei ElJ krijt m 150 Fig 3 Geologische litologische doorsnede ter hoogte van de pompproefsite

13 7 vate personen die winningsputten bez itten Er kon bekomen worden dat de pomppingen 48 uren voor de aanvang van onze proef en gedurende de proef zelf zouden stilgelegd worden Gez ien de plaats van uitvoering werd de pompproef uitgevoerd tijdens het schoolverlof 42 UTVOERNG VAN DE POMPPROEF De pompproef ving aan op 28 augustus 1989 rond h Er werd 48 uren kontinu gepompt op PP met een gemiddeld debiet van 2,85 m3 /h of 68,4 m3/d De verlaging van de stijghoogte werd waargenomen in de peilputten P1 en P2 De stijging werd opgemeten van 30 augustus 1989 tot 31 augustus 1989 om h De waarnemingen gebeurden in peilput P1 met een drukopnemer; in P2 werd manueel gemeten met behulp van een elektrische peilmeter waarbij tijdsintervallen werden opgemeten met een chronometer Het debiet werd gemeten met een geijkte teller Schlumberger Contigea type WSG80 Op regelmatige tijdstippen werd het debiet gekontroleerd Het pompen op PP gebeurde met de aanwezige installatie (luchtcompressor ) van het klooster Teneinde het debiet nauwkeurig te kunnen opmeten werd het water + lucht mengsel in een vat geleid; de debietmeter werd achter dit vat geplaatst De verlagingen gedurende de pompproef en stijgproef zijn in bi j lage 2 verzameld De opgepompte hoeveelheid en de debietmetingen zijn in tabel 3 weergegeven

14 8 Tabel 3 Opgepompte hoeveelheid en debietwaarnemingen ti jdens de pompproef te Poperinge Ti jd Stand debietmeter Opgepompte hoeveelheid Debiet (in min ) (in m3 ) (in m3 ) (in m3/h ) , ,320 2, , , , , , 232 2, , , ,550 2, , , ,362 2, , , ,42 2,85 5 NTERPRETATE VAN DE POMP EN STJGPROEF VOLGENS DE KLASSEKE GRAFSCHE METHODEN 51 POMPPROEF 511 nterpretatie volgens THES 5111 nleiding De methode van THES ( 1935) laat toe, voor een afgesloten watervoerende laag in het geval van niet permanente stroming, het doorlaatvermogen en de bergingskoëfficiënt te bepalen n fig 4 zijn op dubbel logaritmisch papier de tijdverlagingskurven aangegeven voor de peilputten 1 en 2

15 100 o 9 0 r a lllg s m) 2 (j (l 5, 2 2 ' 3 5 ó ' 2 ;) 4 5 b ' & 9 1 0' ó 7 8 'l ' l ', ' 1 f l 1 _peipputl _ t 11 F i 11 1 HT ' 1r it 1 r! 00,,,r 1 o;;;:iiput 2, ' t 0" ') ' l r r i l _ 1 1 l 0 J : =r:, = 1 r+ 1 =,, 1:= i + r T _c+_ l t i =lr{fl! ' :, ' i : = ' ' = t ti, r 1 r,_ l i! r l 1r r _! '! 1(j), e 1 r ' & 1 ' 1o l L, 1 rwt ' ' _,_ i J 3 f ( tl i, T i 9P E, _ } 1LJ: 1 1 1G ' r ::_ir 1, ;(, ' J_ l i ' l ' ' i, :; ó 7 & 9 ï() :; i: ' h 'i lu j l :" 6 ü 'i lû 1 tfo" JOOO H lcjol :J r ' =R,+ ll 1 G CC> Fig 4 Tijdverlagingskurven van de peilputten 1 en 2 (methode van THES)

16 Resultaten Peilput 1 kd s 68,4 m3 /d x 1 4 x n: x 1,92 m = = 2,8 m2/d 4 x 2,8 m2/d x 50 min ( 43 m) 2 x 1440 min/d = = Peilput 2 2,110 4 kd = 68,4 m3/d x 1 = 3,6 m2/d 4 x n: x 1,5 m 4 x 3,6 m2/d x 680 min = = S (165,5 m)2 x 1440 min/d 2,510 _ nterpretatie volgens JACOB 5121 nleiding De methode van JACOB (COOPER et JACOB, 1946) die ook steunt op de THES formule laat eveneens toe voor een afgesloten watervoerende laag, in het geval van niet permanente stroming, het doorlaatvermogen en de bergingskoëfficiënt te bepalen n fig 5 zijn de ti j dverlagingskurven van de peilputten op halflogaritmisch papier aangegeven 5122 Resultaten Peilput 1 kd = 2,3 x 68,4 m3/d 4 x n: x 3,88 m 2,25 x 3, 2 m2/d x 56 min S = = _ 4 (43 m)2 x 1440 min/d ' Peilput 2 kd = 2,3 x 68,4 m3/d 4 x n: x 2,64 m S = 2,25 x 4,7 x 670 min = _ 4 (165,5 m)2 x 1440 min/d '

17 Fig 5 Tijdverlagingskurven van de peilputten 1 en 2 (methode van JACOB) ;!

18 nterpretatie volgens WALTON 5131 nleiding De methode van WALTON (1962) laat toe voor een gedeeltelijke afgesloten watervoerende laag, in het geval van niet permanente stroming, het doorlaatvermogen en de bergingskoëfficiënt te bepalen Uit de wi jze waarop de tijdverlagingskurve naar een konstante waarde streeft, kan men de re sul terende hydraulische weerstand afleiden 5132 Resultaten Peilput 1 kd = 68,4 m3 /d x 1 = 2 7 m2/d 4 x rr x 2,0 m ' S = 4 x 2,7 m2/d x 50 min = 2,0 10_4 (43 m)2 x 1440 min/d r/l = 0,1 dus L = 430 m en c = (430 m)2 = d 2,7 m2/d Peilput 2 Peilput 2 reageert met een belangrijke vertraging De ti jdverlagingskurve na 48 uur kontinu pompen is moeilijk interpreteerbaar ; ze strèeft nog niet naar een konstante waarde 52 STJGPROEF 521 nleiding De stijging waargenomen na het stilleggen der pompping werd geinterpreteerd vo lgens de restverlagingsmethode van THES Hierbi j wordt op halflogaritmisch papier de restverlaging s" uitgezet tegenover de verhouding t/t", waarbi j de t de ti jd is sinds het aanleggen van de pomp en t" de tijd sinds het

19 13 stilleggen van de pomp Uit de helling van het rechte gedeelte van de kurve kan het doorlaatvermogen worden bepaald 522 Resultaten De restverlagingskurven van de twee peilputten zijn afgebeeld op fig 6 De waargenomen restverlagingen zijn in bij lage 3 verzameld Peilput 1 s" = 3,56 m kd = 2,3 x 68,4 m3/d = 4 x rr x 3,56 m Peilput 2 De kurve is moeilijk interpreteerbaar; de restverlaging bedraagt 1462 minuten na het stil leggen der pomping nog 67,5 % van de totale verlaging (1,14 m ten opz ichte van 1,688 m) 53 BESPREKNG De resultaten van de interpretaties volgens de klassieke grafische methodes zijn in tabel 4 verzameld Tabel 4 Hydraulische raraireters bepaald volgens de klassieke grafische interpretatiemethoden Peiltut Doorlaatvenrogen kd (in rrr/d) Bergings ffici t S Hydraulische weerweerstand c (in d) Verlaging Verlaging Verlaging Restver Verlaging Verlaging Verlaging WALTON THES JACOB WALTON la ging THES JACOB WALTON THES P1 2,8 3,2 2,7 3,5 2,104 1,5104 2, P2 3,6 4,7 2,5104 1,8104 De waarden afgeleid voor het doorlaatvermogen en de bergings

20 ' peilput 1 tijd t ( min ) / ' ' \11 ; 1 1 j i ' lil ' : l l! ' i i 1111! l 1! ', i! 11!hl i j l!! jl i i ' ' ' Fig 6 Restverlagingskurven van de peilputten 1 en 2

21 15 koëfficiënt volgens de verschillende methodes zijn van dezelfde grootte Als gemiddelde wa arden bekomt men : kd = 3,4 m2/d = s 2,0104 n de veronderstelling dat de aangepompte laag een gedeeltelijk afgesloten wa tervoerende laag betreft bekomt men voor de resulterende hydraulische weerstand van de aangrenzende lagen een hoge waarde met name dagen Hieruit kan men ook afleiden dat de veronderstelling van een afgesloten watervoerende laag benaderd wordt De waarde van kd wi jst erop dat de landeniaanzanden een kleine doorlatendheid hebben 6 NTERPRETATE DOOR MDDEL VAN HET NVERS MODEL Hierbi j worden drie interpretatiefasen onderscheiden De schematisatie van het grondwaterreservoir zijn voor de drie gevallen samengebracht in fig EERSTE NTERPRETATEFASE Hierbij schematiseert men de lagenopbouw in drie doorlatende lagen en twee slecht doorlatende lagen De doorlatende lagen zijn respektievelijk de sókkel (laag 1), het zandige Landeniaan (laag 2) en het Kwartair (laag 3) Tussen lagen 1 en 2 wordt het pakket Kri jt en kleiïg Landeniaan beschouwd als een horizon ; tussen lagen 2 en 3 vormt de Klei van Vlaanderen een tweede horizon Voor de hydraulische weerstand c2 (overeenkomend met de Klei van eper ) wordt een oneindig grote waarde aangenomen Steunend op de resultaten van reeds vroeger uitgevoerde proeven worden de kd en S waarde van de sokkel ingeschat op respektieveli jk 30 m2/d en 2 los De doorlatendheid en de bergingskoëfficiënt van de aangepompte laag en de hydraulische weerstand van de slecht doorlatende laag voorkomend aan de basis van deze laatste worden als te bepalen beschouwd Het nietlineair regressieproces konvergeerde naar de volgende

22 diepte in m Litologie ===: )i: ::\: : ll1 1J1 1: Ql 11 Ql "0 1: "' "' ::; 1: "' ;:; " Ql :: 11 1e interpretatiefase 2e interpretatiefase 3e interpretatiefase Laag 2 laag 3 Laag 4 laag 7 ) Laag 3 Laag 6 Laag 2 :raag 2 laag laag laag 5 4 C'l 3 laag 1 laag 1 laag Ql Jl Fig 7 SchemaUsatie van het grondwaterreservoir in het numeriek model bij de verschillende interpretatiefasen

23 17 oplossing : kd van het zandige Landeniaan : 2,56 m2/d S'A van het zandige Landeniaan : 1,10s m1 c van het kleiige Landeniaan en het Kri jt : d De som van de kwadraten van de afwi j kingen voor deze waarden bedraagt 0,0606 De standaard afwi jking van de 125 afwi j kingen bedroeg hierbi j 0,0221 n tabel 5 zijn de waargenomen en de berekende verlagingen weergegeven samen met hun onderlinge afwi j kingen n fig B zijn de waargenomen en de berekende verlagingen weergegeven in tijdverlagings en afstandverlagingsgrafieken 6 2 TWEEDE NTERPRETATEFASE Deze interpretatiefase verschilt van de voorgaande doordat men hierbij de als slecht doorlatend beschouwde horizon tussen lagen 1 en 2 (in eerste interpretatiefase) opsplitst in een doorlatend gedeelte (laag 2) bestaande uit kri jt en twee slecht doorlatende horizonten met name mergel van Turoonouderdom en klei van het Landeniaan Er wordt een hydraulische weerstand per meter klei (Klei van Vlaanderen) van d aangenomen en de doorlatendheid van het Kri jt stelt men gelijk aan 0,02 m/d Als te bepalen parameters worden beschouwd, de doorlatendheid en bergingscoëfficiënt van het Landeniaan (aangepompte laag) en de hydraulische weerstand van het slecht doorlatende Landeniaan De bekomen resultaten voor de aangepompte laag zijn = kd 2,56 m2/d en S'A = 110s m1 De hydraulische weerstand van het kleiige Landeniaan bedraagt d Voor deze waarden bedraagt de som van de kwadraten van de 125 afwi j kingen 0,0597 De standaardafwi jking van alle afwi j kin

24 18 Tabel 5 Vergelijking van de waargenomen en berekende verlagingen in het geval van de eerste interpretatiefase RADUS OF WELLSCREEN,R,N M, NTAL TME,Tl,N MN, :LOGARTMC NCREASE OF TME AND OF RADUS OF RNGS : LOGA, LATEST CALCULATED TME,T2,N MN, NUMBER OF LAYERS,N, NUMBER OF RNGS,K, THCKNESS OF THE SUCCESSVE LAYERS,N M NUXBERED FROM LOWER TO UPPER THCKh SS OF LAYER l,n M, THCKNESS qf LAYER 2,N M, THCKNESS OF LAYER 3,N M, HYDRAULC CONDUCTVTY,K< l>,n M/DAY, HYDRAULC CONDUCTVTY,K< 2>,N M/DAY, HYDRAULC CONDUCTVTY,K< 3>,N M/DAY, HYDRAULC RESSTANCE,C< 1>,N DAY, HYDRAULC RESSTANCE,C< 2>, N DAY, SPECFC ELASTC STORAGE,SA< 1>,N M 1, SPECFC ELASTC STORAGE,SA< 2>,N M1, SPECFC ELASTC STORAGE,SA< 3>,N M 1, STORAGE COEFFCENT AT THE WATERT'ABLE,80, oischarge OF LAYER 1,N M3/ DAY, DSCHARGE OF LAYER 2,N M3/DAY, D8CHARGE OF LAYER 3,N M3/DAY, flJr D

25 19 Tabel 5 vervolg 1 OBSERVATON WELL 1 N LAYER 2 AT 430M OF PUMPED WELL OBSERVATON TD!E<MN > LOC CALCUL LOG OBSERVED LOG DlF NUMB ER OBSERVATON DRAWDOWN<M> DRAWDOWN<M> DRAWDOVN o o00 0o o o00 0o8188 0o o00 40o00 44o00 48o00 52o00 56o o00 72o00 80o00 86o00 96o00 104o o o o o00 278o00 308o00 338o00 368o00 398o o6973 0o5894 0o o o o o o o o o o o0675 0o0097 0o o2463 0o o o XEAN OF DEVlATJONS TO OBSERVATONS N WELL 1 OF 3 OBSERVATONS B EFORE 316 XN AFTERSTART OF PUKPAGE STANDARD DEVATON XEAN OF DEVATONS TO OBSERVATONS N WELL 1 OF 47 OBSERVATJONS AFTER 316 MN AFTERSTART OF PUMPAGE STANDARD DEVAlJON XEAN OF DEVATONS TO ALL OBSERVATONS OF WELL 1 SlANDARD DEVJATON 0o0597 0oCb o o0061 0o o0158 0o0138 0o0331 0o0232 0o0154 0o o o o

26 20 Tabel 5 vervolg 2 OBSERVATON VELL 2 N LAYER 2 AT1ö55M OF PUMPED VELL OBSERVATON TME<MN> LOG CALCUL LOG OBSERVED LOG DF NUMBER OBSERVATON DRAVDOWN<M> DRAWDOWN<M> DRAWDOWN MEAN OF DEVATONS TO OBSERVATONS N WELL 2 OF 10 OBSERVATONS AFTER 316 MN AFTERSTART OF PUMPAGE STANDARD DEVATON :MEAN OF DEVATONS TO ALL OBSERVATONS OF WELL 2,STANDARD DEVATON

27 21 Tabel 5 vervolg 3 OBSERVATiûll WELL 3 N LAYER 2 AT 430M OF PUMPED WELL OBSERVATON TXE<MN> LOG CALCUL LOG OBSERVED NUMBER OBSERVATON DRAVDOWN<Y> DRAVDO~N(M) ' MEAN OF DEVATONS TO OBSERVATONS N WELL 3 OF 50 OBSERVATONS AFTER 316 MN AFTERSTART OF PUMPAGE STANDARD DEVATON ~ MEAN OF DEVATONS TO ALL OBSERVATONS OF WELL 3 :STANDARD DEVATON LOG DF DRAWDOWN QJ

28 22 Tabel 5 vervolg 4 OBSERVATON WELL 4 N LAYER 2 AT1655M OF PUMPED WELL OBSERVATON TME(MJN) LOG CALCUL LOG OBSERVED LOG DF NUXBER OBSERVATON DRAWDOWN<M> DRAWDOWN<M> DRAWDOWN :MEAN OF DEVATONS TO OBSERVATONS N WELL 4 OF 15 OBSERVATONS AFTER 316 MN AFTER START OF PUMPAGE 'STANDARD DEVATON MEAN OF DEVATONS TO ALL OBSERVATONS OF WELL STANDARD DEVATON MEAN OF DEVATONS TO ALL OBSERVATONS STANDARD DEVATON MEAN OF DEVATONS OF 125 OBSEVATONS N LAYER STANDARD DEVATON 00221

29 VERLAG lig lttl o o o o' to2 to3 104 JJDittllll LAAG 2 \ ' \ \ '\ \ \ r'\ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ 3 \ 100 tol to2 Uwi HR3u1:J OwOHuZ n 2 ; gg AJ!cOLoooJOOH \ \ t,j ;J 0(2) 200 H K(2) 013 H/0 SAC2)"' H1 C () l ) 400 H Kl1) 075 H/0 SA(J)sO,OOOOOOSH1 Fig 8 Waargenomen (kruisjes) en berekende verlaging (volle lijnen) in tijdverlagings en afstandverlagingsgrafieken (eerste interpretateifase)

30 24 gen is gelijk aan 0,0219 n tabel 6 zijn de waargenomen en de berekende verlagingen weergegeven samen met hun onderlinge afwi j kingen n fig 9 zijn de waargenomen en berekende verlagingen weergegeven in tijdverlagings en afstandverlagingsgrafieken 63 DERDE NTERPRETATEFASE Bij deze fase worden de 19 m slecht doorlatende kleiïge Landeniaan sedimenten opgesplitst in 3 lagen; de dikte van deze lagen neemt af van onder naar boven (cfr L LEBBE en M MAHAUDEN, 1988 en '89) Aldus wordt naast de kd en S _ wa arde van de aangepompte laag en de cwaarde van het slecht doorlatende Landeniaan ook de bergingskoëfficiënt van het slecht doorlatend Landeniaan bepaald De bekomen resultaten voor de aangepompte laag zijn kd = 2,56 m2/d en S'A = 0, m1 De hydraulische weerstand van de kleiige Landeniaan (C 2 5 ) bedraagt d; haar specifieke elastische berging is 0, 3105 m1, Voor deze waarden bedraagt "de som van de kwadraten van de 125 afwi j kingen 0,0732 De standaardafwi jking van alle afwi jkingen is 0,0243 n tabel 7 zijn de waargenomen en de berekende verlagingen weergegeven samen met hun onderlinge afwi j kingen n fig 10 zijn de waargenomen en berekende verlagingen weergegeven in ti jdverlagings en afstandverlagingsgrafieken 64 BESPREKNG Bi j de drie interpretatiefasen waarbij men het grondwaterreservoir achtereenvolgens telkens nauwkeuriger modelleert bekomt men voor de hydraulische parameters van de aangepompte laag nagenoeg dezelfde waarden

31 25 Tabel 6 Vergelijking van de waargenomen en berekende verlagingen in het geval van de tweede interpretatiecase! R A DUS OF WELLSCREEN, R,N M, NTAL TlM,T1,1N MN, LOGARTM C NCREASE OF TME AND OF RADUS OF RlNGS LOGA, LATEST CA L CULAl ED TME, T2, N HN, NUMBER OF L AYERS N NUMBER OF RNG S, M,! TH CKN ESS OF TH E SUCCESSVE LAYEHS,J 11 NUMBERED FROM LOWER TO UPPER T HCKN ESS Of LAY ER 1, N M, TH CKN E$5 OF LA YER 2, N M, T H CKN ESS Of LA YEH 3, N M, TH CKNESS OF LAYER 4,N M, HYDRAUL C CONDUCTVTY, KC 1 ), N /DA Y, HY DRAU LC CONDUCTVTY,K( 2 ),N /DAY, HY DRAUL C CONDUCT VTY, K( 3), N r / DA Y, H Y D R AU L lc CONDU CTVTY,KC 4 l,n / DAY, HYD HAULC RESSTA NCE,C( 1),N DAY, H YORAU L C RESSTA NCE,C( 2),N D AY, 1 HY DRAULC R SSTANCE,C( 3),1N DAY, SPECFC ELAST C STORAGE,SA ( 1), 1N M1, SPECF C ELASTC STOHAGE,SA( 2),1N M1, SP ECFC EL AST C STORAGE,SA ( 3), N M 1, SP ECFC ELA ST C STORAGE,SA( 4), N M 1, ST ORAGE COEFFCENT AT T H E ATEHT ABLf:, SO, D S CHARGf OF LAYER 1,N M3/D AY, DSCHA RGE OF LAYER 2,N M3 /DAY, D SCHARGE OF LA YER 3,N M3/DAY, D S C HARGE OF LAY ER 4,N 1 3 / 0AY 1 01CO 01CO ? (:00 0 SO D D04 010DCi ügü(; 6R 4 00 oaoo

32 26 Tabel 6 vervolg 1 OBSERVATON WELL 1 N LAYER 3 Al 43 0 Of PUMPED WELL OBSEHVATON TME(MN) LO G CAL CUL LOG OBSERV D NUMB ER O S SEnVAT O N DRAWP OWN (M) DRA DOUN(M) H b O E [ U ( C ( O OOÇ E P ? Y , f ( MEAN Of O E VAT O N S TO OB SERVATONS N WELL 1 Of 3 OBS ERVA TONS BEF O R E 31 6 MN A F TER START OF PUMPAGE STANOARD DtVA T ON EAN OF D VATlONS TO OB SE MVAT ONS N UELL 1 OF, 47 O B S E R V A T O N S AfTER M N AFTER START O F PUMPAGE 1 STAN DARD DEV A T O N o M E AN O f D E V AT O N S TO AL L OBSE RVATl ONS OF WELL 1 STAN DAR D D E VlAT O N LOG D F DR Aw DOWN 0() (; JG628 o u444 J OOr38 O UUóS (} o O C O C (JO 9C (, o oo OOC OOC oo Vl o

33 27 Tabel 6 vervolg 2 OBSERVAT ON WELL 2 N LAYER 3 AT1655M OF PUMPED WELL OBSERVAT ON TlME (MlN) LOG CAL CUL LOG OBSEHVED NUMBER OBS ERVAT ON DR AWDO UN (M) DRAWDOWN (M) ME A N 0 f 0 E V A T 0 N S T 0 0 B SE R V A T 0 N S l tj W El L 2 0 F 10 OBS ERVAT ONS AFTER 31 6 MN AFTER START Of PUMPAGE STANDARD DEV A TON EAN Of DEVAT ONS TO ALL OBSERV ATONS OF WELL 2 STANDAR D DEVATON LOG DlF DRAWDOWN o

34 28 Tabel 6 vervolg 3 OBSEkVAT JON OBSEkVATO NUM HR ti WELL 3 N LAYER 3 AT 430M OF PU PED W LL TirE(M N) L O G CAl CUL L O G OBSERV [D OBSEkVATON DRAWDOWN( ) DRA DOWN(M ) H! f E OO 0794'i U OS Of B9ooo oe246 os2 zs 290 zoo oe l o l oo P ? i' ? Oóó , GB6 029fl9 MEAN OF DEVATONS TO OB SC VATONS W[ll 3 OF 50 OB SERVAT ONS AFT R 31 6 MN AFTEr START OF PUMPAGE STAN DAR D DEV AllON MEAN OF DEV A llons TO Al l OBSERVATONS OF WELL 3 ' STANDARD DEV ATO N LOG DF DF:A 1 [)0 N OOOE CCOó l,04 7 OGU5C OU044 0 Oü oo on UOlt 17 c O G003 0 ( ( ó6 o oobo O GD8 1 O OC u u 0 11 s (J () O C &4 Oü114 U OO:i4 0 o, 14

35 29 Tabel 6 vervolg 4 OBSERV AT ON WELL 4 N LAY ER 3 AT1 655M OF PUMP D W ELL OBSERV AT ON TME(MN) LOG CALCUL LOG OBSERV ED LOG D F NUMBER OBSERVAT O N DR AW DOW N(M) O A DOWN (M) ? o1c4r oo569 MEAN OF O E V A T O NS TO OBSERVATONS N WELL 4 OF 15 OBSERVATONS AFTER 316 MN AFTE STA T OF PUMPAGE STANDARD D E V A TO N MEAN OF DEVATONS TO ALL OBSERVATOJS OF W E L L 4 STANDARD DEVAT ON DHAWDOWN OC OC11ó MEAN OF DE V A T O N S TO AL L OBSERVATONS STANOARD OEV AT ON MEAN OF DEV AT ONS Of 12 5 OBSEVATONS N LAYER STANDARD DEVATON uc219

36 YERLA61116 lltl 1 o 2+t+it+i1 lo 3+rrr+r 1 o :t'++++ht11 ==lt:oct 4:t:l at:2 0:::JM ====:::x: K :t:jc 4n:l J!!: & t:l ;:cote O=lM!tl1!ll 10J 104 TJD '"N 10 0 LAAG 3 D S q a ===ss occlt4l:jl a!!!l: 010 oxo on o:o :::l! or:: lol AF&TAND '"' Mt=:t:l ====== w 0 0(3) 20 0 M K (3) M/0 SA (3) M 1 C(2) (2) 33 5 M K(2) 002 M/0 SA (2) M 1 C(1) 33Soo o 0 0(1) 400 M K(1) 075 M/0 SA (1 ) SM 1 Fig 9 Waargenomen (kruisjes) en berekende verlaging (volle lijnen) in tijdverlagings en af standverlagingsgrafieken (tweede interpretatief ase)

37 3 1 Tabel 7 Vergelijking van de waargenomen en berekende verlagingen in het geval van de derde interpretatiefase RAD lus OF WEL LSC HEE N, H, N M, N TA L TME,T1, N M N, L O G A RTM C NCR ASE O F TME AND OF RAD US Of RNGS L O G A, LATEST CALCULATED TME,T2,1N MN, NUMBER O F LAY E RS,N, NUMB ER Of R NGS,M, TH CKN ESS OF TH E SUCCESSVE LAYERS, N M NUMBERED from LO LR TO UPPER TH CKN ESS OF LAYE R 1, N M, T H C KN E SS Of LAYER 2,N M, THCKNESS OF LAYE R 3,N M, T H C KN E S S OF layer 4,N M, T H C K N E$5 OF LAYE R S, N M, l H C KNE S S OF L A Y EH 6,N M, T CKN ESS OF L A YER 7, N t, HYDR AUL C CONDUCTVTY,K( 1 >,N M/DAY, HY DRAULC CONDUCT VTY,K ( 2), N M/ OAY, HY DRAULC CONDUCTVTY,K( 3),1N M/DAY, H Y D R AULC C OND U C T V T Y, K ( 4>,N r / DAY, HYDRA UL C CONDUCTVTY,K ( S),N / D AY, HYDR AU LC CONDUCTVTY,K( 6),N M/DAY, H Y D R A U L C CONDUCTVTY,K( 7),1 N M / DAY, HYDRAULC RESSTA NCE, C( 1>,V DAY, HYDRAU LC RE SSTANCE,C ( 2),N D A Y, H Y D R A U L C R E SST A NCE, C ( 3 ), N DAY, HYDRAU LC R E S S T A N C E, C ( 4 ), N D A Y, H Y D H A U L C H ES S T A NCE, C ( 5), N DAY, HYDRAULC RESSTANCE, C( 6),N DAY,,SPECFC ElA S T l C S TOR A GE, S A ( 1),N M1, ' S P E C F C ELASTC STORAGE,SA ( 2), 1N M 1, ' speclfc ELAST C STO R AGE,SA( 3),N M1, SPECFC E L A ST C STORAGE,SA ( 4),N M 1, SPECFC ELAST C STORAGE,SA ( 5),1N M1, SP ECFC ELASTC STORAG E,SA( 6),N M1, S P EC F C ELAST C STORAGE,SA(?),N M1, STORAG E C O E F FC E N T AT TH E WAT ERTABLE,SO, DSCHAR GE OF L A Y ER 1, N M3 / D A Y, O S CHARGE OF LA YER 2, N M3/D AY, D SCHARGE OF LAYE R 3, N M 3 / D AY, D S C H A RGE OF LA Y ER 4, N M3/ D A Y, D SCHARGE OF LAYER S,N M3 /DA Y, D SC HAR GE OF L A Y E R 6,1N M3/D A Y, D S C H A R G E O F L AYER?,N M3 / DAY, 0100 D 1 LlO a 40 OLU 33 5(j ü0 1? ü U a a B23o d D D C 5 0 a 3Q DQ D U () ooou

38 32 Tabel 7 vervolg l OBSEPVATON lo'ell 1 N LAH R 6 AT 43 Cl ~ OF PU~iF'ED WELL OBSHVATON TME(NN) log CALCUL log OBSERVED log OF NUMBER OBSERVATON DRAJDO~'rl (1 1) DRA\oiDO''N(M) OR A ' DO \N ~ ó S e tH C ZS u 5600 o3osz l ? r CC56C ~ ~00 014?( L 01 33? & ? OOOl\ o E D631C ~ OL B o ( , MEAN OF O[VlATONS TO OBSERVATONS 1~ WELL 1 OF ~ 3 OBSERVATlONS BEFORE 316 MN AFTERSTART OF PUMPAGE u04 82, STANDARD OEVATON ~EAN OF DEVATONS TO OHSEHVATONS N WELL 1 OF 47 OBSERVATONS AFTER 316 MN AFTER START OF PUMPAGE STANDARD DEVlATlON,MEAN OF DEVlATlONS TO All OBSERVATCrJS Of WE:ll 1 ' STANDARD DEVATON ooccs c c zo

39 33 Tabel 7 vervolg 2 " ŌBSERVATON WELL 2 N LAYER 6 AT1655M OF PUMPED WELL ~BSEHVATON NUMBER llme(mln) OBSERVATON LOG CALCUL ORAWDOWN(M) LOG ORSERVED ORAWDOWN(M) ó MEAN OF D~VATONS TO OBSERVATONS N UELL 2 OF LOG OF DRA\JDOWN CC co 5 6, 10 OBSERVATONS AFTER 316 MN AFTER START OF PUMPAGE STANDANC DEVATON MEAN OF DEVATONS TO ALL OBSERVATONS OF WELL ~ TANDARD DEVATON 00468

40 34 Tabel 7 vervolg 3 OBSE?VATON WELL 3 N LAYER 6 AT 430~ OF PUMPED WELL OBSERVATON TME(MN) LOG CALCUL LOG OBSERVED NU~iBER OBSERVAT10fl DRA\OO~H101) DRA~'DO'N(M) ó ó n ? ? CO ? P MEAN OF DEVATONS TO OBSERVATONS N WELL 3 OF 50 OBSERVATlONS AFTER 316 MN AfTER START OF PUMPAGE STANOARD OEVlATON 1MEAN OF DEVATONS TO ALL OBSERVATONS Of WELL 3 1STANOARO UEVATON LOG DF DRA\ DOWN 0 OU 5ö OL: ~ OOC () ooso OC1GO '01 02 u u1u t C:1G7 OC OOllóü

41 35 Tabel 7 vervolg 4 OBSERVATlON OBSE VATON N UMBER WELL 4 N LAYER 6 AT1 655r OF PUMPED ELL lime(mln) LOG CALCUL LOG OBSERVED OB SERVA T ON DRAWDOWN (r ) DR AWDOWN {M ) , MEAN OF DEVAT ONS TO OBSERVAT ONS N ELL 4 Of ' 15 OBSERVATONS AFTER 316 MN AFTER STA T OF PUM PAGE STAN DAR D D E V AT O N ;MEAN OF OEVAT ONS TO ALL OBSERVATONS OF WE ll 4 STANDAWD D E V A llon LO G Dit DRA\' DOWN ó MEAN OF DEVATl ONS TO A ll OBSERVATONS STANDARD DEVl AliON MEAN OF DEV ATONS OF 125 OBSEVATONS N LAYER STANDARD DEVATON U 0 243

42 r "L'L,Ctlt; UV ~, ~~"'~ """ """ 100 1o 1 t ~ ~ 100 lx 1o1 1o2 1o2 \ \\\ \ \ \ \ ' l\ _"\ \\ \ j, 10l:j,1+++t+1 1 o l:j,1+t++++1 =D=D ~CT!:J>::::=~:2::;::0:0 ::11'~1 ===::J!!C::: tt::t+> ::::::t:l;::(, 0):( 0~1'1~1 lol 10~ ljjdu11nj 100 'fi ol AfSTAND 'J LAAG 6 D ê q S 9 f 9 ~ un:==ss;:;~;a::t:c 7~)c:::::QOt=O'JO 1)(0 O:l:ll:cl0t:00=111!t='::::::==== Dl6J 200 H Kl6l 013 H/0 SAl6l H1 ==~"'5~tz~'~'C' ~Hc=====~K~ sn 2#~"~~~~~~~~HZQZ El~J:~~f~:1 8 SASizll $ M1 _:D:( 4::l_ :::6;;'=0:;H :;K~l:4 J: :O:':::O:;;O_:;H::/ D C ( 3) , 0 0 SAl4J ooeoooj H1 Dl3)z100 H Kl3J OOO H/0 SAl3l H1 c (2) w Ol Kl2> 002 H/0 SA (2) H1 Cl1l Kl1l 075 H/0 SA (1) = Fig 10 Waargenomen (kruisjes) en berekende verlaging (volle lijn) in tijdverlagings en afstandverlagingsgrafieken (derde interpretatiefase)

43 37 Hydraulische doorlatendheid k = 0,128 m/d Elastische berging S'A = 110s m1 De hydraulische weerstand van het slecht doorlatende kleiige Landeniaan bedraagt bi j de meest verfijnde lagenopbouw d 7 BESLUT De resultaten van deze pompproef geven aan dat de doorlatendheid van het Landeniaan ter hoogte van Poperinge 0,128 m/d bedraagt De elastische bergingskoëfficiënt is 2104 Voor het slecht doorlatende kleiïge Landeniaan werd een hydraulische weerstand bepaald van dagen en een elastische bergingskoëfficiënt van 0, Hydraulische parametere? van het Landeniaan, bepaald aan de hand van pompproeven, zijn naar ons weten tot op dit ogenblik niet gekend voor de provincies Oost en WestVlaanderen De VMW betrekt we l water uit het Landeniaan in het zuidoosten van Brabant en het zuiden van Limburg De litologie van deze watervoerende laag is er echter totaal verschillend ("tufstenen van Lincent ") G DE GEYTER, 1980 en de doorlatendheden zijn er veel groter (DE SMEDT, P en HAMMENECKER, J 1989) 8 mld en meer n dit opzicht ware het nuttig de waarden voor het Landeniaan gevonden te Poperinge bevestigd te zien door de uitvoering van een paar aanvullende pompproeven in het Landeniaan in Vlaanderen

44 38 REFERENTES Belgische Geologische Dienst, Archief blad Poperinge 81W COOPER, HH & JACOB, CE (1946) A generalized graphical method for evaluating formation constants and s ummarizing well field history Am Geophys Union Trans, vol 27 : DE BREUCK, W, WATTEZ, R, DE CEUKELARE, M, VAN BURM, P, WALSCHOT, L & VAN CAMP, M (1986) Hydraulische studie van de gespannen watervoerende laag in het Massief van Brabant onder West en OostVlaanderen nventarisatie gegevens Dossier 28/1 DE BREUCK, W, LEBBE, L, VAN CAMP, M, DE CEUKELAERE, M & VAN BURM, P (1987) Hydrageologisch matematisch model van de grondwaterstromingen in de gedeeltelijk afgesloten watervoerende lagen onder West, Oost, Zeeuws en FransVlaanderen, 105 p (studie uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ) DE GEYTER, G (1980) Bijdrage tot de kennis van de lithostratigrafie en de sedimentpetrologie van de Formatie van Landen in België Doctoraat Proefschrift, 230 p, Gent DE SMEDT, P & HAMMENECKER J (1989 ) De drinkwaterwinningen van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Water, nr 48 : HANTUSH, MS & JACOB, CE (1955) Nonsteady radial flow in an infinite leaky aquifer Am Geophys Union Trans, volg 36 : KRUSEMAN, GP & DE RDDER, NA (1970) Analysis and evaluation of Pumping Test Data ntern nst Land Reel and mprov/lr, bull 11 : 200 LEBBE, L (1988) Uitvoering van pompproeven en interpretatie door middel van een invers model Proefschrift voorgelegd tot het verkrijgen van de graad van Geagregeerde voor het Hoger Onderwi js 563 p, 109 fig, 61 tab LEBBE, L & MAHAUDEN, M (1987) Pompproeven en waterstallna

45 39 men in gespleten vaste gesteenten (Oost en WestVlaanderen ) Resultaten van de pomp en stijgproef bij de firma NV De Clercq te Deinze Studie in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken Belgische Geologische Dienst, 53 p, 15 fig, 8 tab LEBBE, L & MAHAUDEN, M (1988) Pompproeven en waterstaalnamen in gespleten vaste gesteenten (Oost en WestVlaanderen) Resultaten van de pomp en stijgproef bij de firma NV Ta lpestar te Kortemark Studie in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken Belgische Geologische Dienst, 47 p, 16 fig, 11 tab LEBBE, L & MAHAUDEN, M (1988) Pompproeven en waterstaalnamen in gespleten vaste gesteenten (Oost en WestVlaanderen ) Restultaten van de pomp en stijgproef bij de firma Belgian Servy Thread (BST ) te Deerlijk Studie in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken Belgische Geologische Dienst, 38 p, 12 fig, 7 tab LEBBE, L & MAHAUDEN, M (1989) Pompproeven en waterstaalnalen in gespleten vaste gesteenten (Oost en WestVlaanderen) Resultaten van de pomp en stijgproef bij de firma NV Denderland te Gi jzegem (Aalst) Studie in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken Belgische Geologische Dienst, 44 p, 16 fig, 8 tab LEGRAND, R (1968) Le Massif du Brabant Toelicht Verh Geol Kaart en Mi jnkaart Belg, 9, 148 p THES, ev (1935) The relation between the lowering of the piezometric surface and the rate and duration of discharge of a we ll using groundwater storage Am Geophys union Trans, vo l 16 :

46 BJLAGE 1 Boorstaten en technische doorsnede van de putten

47 diepte in m 0 pp 2 v///h 6 ' : ' ' ::::: : >' 1 4 q P1 * 5 P2? o t o 1 o _ : : : : ; : : ::"":: =:::: ? LEGENDE aanvulling L]zand leem 1: klei krijt T1l qlauconiet L!1J * van P1 is geen putkonstruktie gekend

48 PROJECT : PE LBUS NUMMER PELPUT1 KAARTBLAD : 281 GEMEENTE : POPERNGE HOOGTE MAAVELD HOOGTE MEETPUNT DEPTE FLTER : PEL FLTER : :2000 : m TAW "' m TAW "' tot tot m beneden maaiveld m TAW "' AFSTAND TOT DE POMPPUT m DEBET POMPPUT : 285 m3/ h STARTDATUM WAARNEMNGEN : 28/ 08/ 89 LAAG : Landeniaan ENDDATUM WAARNEMNGEN : 30/ 08/ 89 TJD (min) VERLAG NG (m) DEPTE BENEDEN MEETPUNT (m) STJGHOOGTE "' (m TAW)

49 PROJECT : PELBUS NUMMER PELPUT1 VERVOLG 1 TJD (min) VERLAGNG (m) DEPTE BENEDEN MEETPUNT (m) STJGHOOGTE "' ( m TAW) "' = waarde afge leid van topokaart 1/10000

50 PROJECT : PELBUS NU lner PELPUT2 KAARTBLAD : 281 GEMEENTE : POPERNGE HOOGTE NAAVELD HOOGTE MEETPUNT DEPTE FLTER : PEL FLTER : :2000 : m TAW k m TAW k tot m beneden maaive ld tot m TAW k AFSTAND TOT DE POMPPUT m DEBET POMPPUT : 285 m3/h STARTDATUM WAARNEMNGEN : 28/08/89 LAAG : Landeniaan ENDDATUM WAARNEM NGEN : 30/08/89 TJD (min) VERLAGNG ( m) DEPTE BENEDEN MEETPUNT (m) STJGHOOGTE k (m TAW) k = waarde afge leid van topokaart 1/10000