7.1. Doelgroep: Ontwikkeling. Boekverslag door M woorden 5 januari keer beoordeeld. Opdracht B Samenvatting paragraaf 2.1, 2.2 en 2.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7.1. Doelgroep: Ontwikkeling. Boekverslag door M woorden 5 januari keer beoordeeld. Opdracht B Samenvatting paragraaf 2.1, 2.2 en 2."

Transcriptie

1 Boekverslag door M woorden 5 januari keer beoordeeld Vak Biologie Opdracht B Samenvatting paragraaf 2.1, 2.2 en Inleiding In dit hoofdstuk leer je met welke doelgroepen je te maken kunt krijgen in de drie werkvelden van het welzijn: sociaal-pedagogisch werk, sociaal-cultureel werk en sociale dienstverlening. Leerdoelen van dit hoofdstuk zijn, je kunt: De doelgroepen SPW, SCW en SD beschrijven naar: - Cognitieve, emotionele, lichamelijke en seksuele ontwikkelingsfase - Verstandelijke en/of lichamelijke handicap - Aspecten van sociale kwetsbaarheid 2.2 Wat is een doelgroep? Een doelgroep is een bepaalde groep cliënten in het werkveld. Deze cliënten kun je onderscheiden van andere groepen cliënten, wat betreft hun problemen en hun hulpvraag. En, voor wat betreft de wijze waarop wij als hulpverlener met hen omgaan; de benadering. Doelgroep: Een groep cliënten, die zich onderscheidt van anderen door: - Aard van de problemen - Aard van de hulpvraag - De benadering door de hulpverlener - Ontwikkelingsfase / leeftijd - Sekse In het vervolg wordt de volgende groepsindeling gehanteerd: - Ontwikkelingsfase / leeftijd - Mensen met een verstandelijke handicap - Mensen met een lichamelijke handicap - Sociaal kwetsbare groepen Per doelgroep worden de kenmerken besproken. 2.3 Ontwikkelingsfasen / leeftijd Een manier om doelgroepen te onderscheiden is op grond van de ontwikkelingsfase / leeftijd. Zo kun je in je latere beroep te maken krijgen met kleuters, maar ook met pubers of ouderen. Ontwikkeling Pagina 1 van 14

2 Het begrip ontwikkeling duidt op een duurzame en langzame uitbreiding van iemands mogelijkheden. Duurzaam wijst op iets wat niet van een dag is, maar iets wat lang mee gaat. De ontwikkeling is geen mooi gelijklopend proces, maar gaat meestal met horten en stoten gepaard. Hoe ontwikkelen mensen zich eigenlijk? Ontwikkeling is een ingewikkeld proces van rijping en leren. Wanneer er wordt gesproken over rijping of rijpingsprocessen, dan word er bedoeld dat iemand er aan toe moet zijn om iets te leren. De ontwikkeling van het menselijk lichaam, waarbij je vooral moet denken aan de ontwikkeling van het centraal zenuwstelsel, zintuigen, spieren en botten, moet wel zover zijn dat leren ook mogelijk is. Je kunt een baby bijvoorbeeld nog niet leren om te lopen, omdat hij nog lang niet zo ver is. Ontwikkelingsfasen Binnen de ontwikkeling van de mens kunnen we verschillende ontwikkelingsfasen onderscheiden. Dit zijn de periodes in het leven van de mens. Elke periode heeft zijn eigen typische kenmerken. We onderscheiden de volgende ontwikkelingsfasen: - De baby (0 18 maanden) - De peuter (18 maanden 4 jaar) - De kleuter (4 6 jaar) - Het schoolkind (6 12 jaar) - De puber (12 16 jaar) - De jong volwassene (16 21 jaar) - De volwassene (21 60 jaar) - De oudere (60+) De menselijke ontwikkeling loopt niet zo dat de gehanteerde leeftijdsgrenzen altijd en overal gelden. Het gaat meer om een grove aanduiding. In dit verband wordt ook wel gesproken van een ontwikkelingsplan: het tempo en de volgorde waarin de ontwikkeling plaatsvindt ligt slechts in grote lijnen vast. Ontwikkelingsaspecten Elke ontwikkelingsfase kun je onderverdelen in vijf ontwikkelingsaspecten. Dit zijn: - Cognitief aspect (ontwikkeling van het denken, waarnemen, geheugen en taal) - Emotioneel aspect (ontwikkeling van emoties, gevoelens) - Sociaal aspect (ontwikkeling van het sociale gedrag, de omgang met anderen, van het spelgedrag) - Lichamelijk aspect (ontwikkeling van het lichaam en de motoriek) - Seksueel aspect (ontwikkeling van de seksualiteit en intimiteit) De ontwikkelingsaspecten hangen nauw samen met elkaar en zijn niet altijd even makkelijk van elkaar te scheiden. Daarom worden sociaal en emotioneel soms samengevoegd tot het sociaal-emotioneel aspect. De baby De babyfase loopt vanaf de geboorte tot ongeveer 1,5 jaar. Cognitief: De cognitieve ontwikkeling is bij een baby al voor de geboorte begonnen, dit blijkt uit het feit dat de baby al voor de geboorte reageert op signalen van buitenaf, bijvoorbeeld stemgeluid. Na de geboorte gaat het snel met de cognitieve ontwikkeling van een baby. Als een baby iets ziet, wil hij het niet alleen zien. Hij wil het ook aanraken, voelen, ruiken. Baby s stoppen ook vaak dingen in hun mond, om dingen te ontdekken. Bij het ontdekken van nieuwe dingen werken alle zintuigen van de baby mee. Een baby heeft nog niet het besef zelf iemand te zijn. Hij herkent zichzelf bijvoorbeeld niet in de spiegel en als hij aan zijn voetje zit, weet hij niet dat het zijn eigen voetje is. Langzaam maar zeker gaat de baby handelingen meer bewust uitvoeren. Zoals zijn speelgoed uit de box gooien. Hij begint dan het besef te Pagina 2 van 14

3 krijgen dat wat hij doet een bepaald effect heeft. Zo leert hij het onderscheid kennen tussen zichzelf en anderen. Het leren van de baby verloopt op drie manieren: 1. Door middel van ervaren, van doen: de baby leert dingen door het zelf te doen. 2. Door middel van herhalen: de baby leert de dingen door ze eindeloos te herhalen. 3. Door middel van imiteren: de baby leert de dingen door voordoen en nadoen. Ontwikkeling van de spraak en taal tijdens de babyfase: 4 weken Maakt keelgeluiden, reageert op belletjes 16 weken Kirt, lacht, brabbelt tegen mensen 28 weken Brabbelt tegen speelgoed, maakt eenlettergrepige klanken 40 weken Zegt een woord, doet geluiden na 52 weken Zegt twee of meer woorden, herkent voorwerpen bij naam 18 maanden Herkent plaatjes, gebruikt eigen taal, gemiddeld aantal woorden 22 Emotioneel: In het begin geeft een baby alleen uiting aan onlust en lustgevoelens, maar dit veranderd al snel. Na 4 maand kan een baby al verschil maken tussen boosheid en afkeer. Afkeer kan hij uiten door te huilen, hoesten of sputteren. Bij baby s kunnen emoties snel afwisselen; jantje huilt, jantje lacht. Voor een goede emotionele ontwikkeling is het belangrijk dat de baby zich goed aan de verzorger hecht. Hij zal dit doen als de verzorger betrouwbaar is voor het kind, continuïteit biedt aan het kind en responsief is. Een verzorger die voldoet aan deze voorwaarden, biedt veiligheid. Dat is de basis van de gehechtheid van het kind aan de verzorger.vanuit hier kan het kind zich verder emotioneel, maar ook verstandelijk ontwikkelen tot grotere zelfstandigheid. Kinderen kunnen positief of negatief gehecht zijn. Bij een positieve of veilige hechting voelt het kind zich veilig om onbevangen de omgeving te verkennen en zicht te ontwikkelen. Het zoekt bescherming en troost wanneer hij dit nodig heeft. Bij een negatieve hechting slaat het kind of door in het verkennen, ziet geen gevaar en zoekt geen steun als het die nodig heeft. Of het kind zoekt teveel bescherming en steun en durft weinig zelf te ondernemen. Sociaal: In de eerste maanden van de sociale ontwikkeling heeft de baby vrijwel alleen maar contact met de ouders. Hij voelt zich een met hen. In het eerste halfjaar is er sprake van algemene gerichtheid op mensen. De baby lacht tegen iedereen die aardig tegen hem doet, het is een allemansvriend. Vanaf ongeveer 7 maanden ontwikkelt de baby eenkennigheid, hij wordt selectiever in zijn lachen. Hierbij ontstaat vaak ook de scheidingsangst. Hij wordt bang om in de steek gelaten te worden door zijn ouders op het moment dat hij ze niet meer kan zien. Rond het 1e levensjaar neemt de eenkennigheid weer af. Hij begint contacten te herkennen met bijvoorbeeld zijn ouders en grootouders. De baby is nog niet in staat om met anderen te spelen, wel speelt hij graag naast anderen, al dan niet met hetzelfde materiaal. Lichamelijk: Bewegen gebeurd in eerste instantie reflexmatig, een onbewuste beweging op een prikkel van buitenaf. Deze zijn vanaf de geboorte aanwezig en verdwijnen na enkele weken tot maanden. De bewegingen worden dan bewust. De spierbeheersing ontwikkelt zich volgens een aantal principes: - van boven naar beneden - van dichtbij naar veraf - van grof naar fijn Enkele mijlpalen in de motorische ontwikkeling: 4 weken Controle oogspieren, volgt beperkt met de ogen, grijpreflex Pagina 3 van 14

4 16 weken Hoofdbalans, opent en sluit handjes, zit als hij wordt vastgehouden 28 weken Grijpt met vingertoppen, pakt blokjes over, kan omdraaien, actieve zitbalans 40 weken Goede beheersing romp en vingers, zitten, kruipen, staan wijdbeens met steun 52 weken Stapelt twee blokjes, pincetgreep, wandelt aan een hand 18 maanden Krabbelt, doet kraaltjes in een fles, stapelt blokjes, loopt Seksueel: Seksualiteit bestaat natuurlijk niet bij een baby. Maar wanneer we seksualiteit opvatten als intimiteit, gekoppeld aan het beleven van lust, dan zien we dat een baby wel degelijk lust kan ervaren. De lustbeleving is sterk gekoppeld aan de mond, het zuigen en sabbelen, en het bijten. Deze fase word ook wel de orale fase genoemd. Baby: Cognitief - grijpen is begrijpen - ervaren, herhalen, imiteren Emotioneel - behoefte aan betrouwbare, continue, responsieve verzorger Lichamelijk - van reflexen tot zelfstandig lopen en pakken Sociaal - van allemansvriend tot eenkennigheid Seksueel - Zuigen en bijten De peuter De peuterfase loopt van ongeveer 1,5 tot 4 jaar. Cognitief: Een grote cognitieve verandering bij een peuter is het gebruiken van taal. Rond hun tweede levensjaar hebben ze al een woordenschat van ongeveer 200 woorden. Peuters leren het snelst meer woorden als er veel met ze gepraat wordt en als er actief gereageerd wordt op wat ze zeggen. Omdat ze nu leren praten, is het niet meer nodig om dingen te pakken of ernaar te grijpen. Begrijpen wordt nu praten. Een peuter kan fantasie en werkelijkheid nog niet uit elkaar houden. Ze leven ook wel in de zogenoemde magische wereld. Hij leert van alles over zijn omgeving, maar tegelijkertijd zijn er volgens hem ook bijvoorbeeld kabouters en tovenaars in die omgeving. De werkelijkheidszin is nog niet sterk genoeg om bepaalde verschijnselen te verbannen. Het denken van een peuter noemen we animistisch. Hiermee wordt bedoeld dat een peuter aan levenloze dingen menselijke eigenschappen toekent. Een bord dat op de grond valt is bijvoorbeeld stout, en poppen en knuffels kunnen lachen en huilen. Een kleuter kan nog niet logisch nadenken, oorzaak en gevolg zegt hen nog niets. Peuters begrijpen en ontdekken de wereld om zich geen via de zintuigen. Ze zijn erg ingesteld op het hanteren en ervaren van dingen om hen heen. Gaandeweg leren ze de zintuigen te benoemen, eerst het horen en zien. Maar ze leren ook te voelen of iets zacht, hard of ruw is. De peuter heeft nog geen geweten. Hij heeft nog geen besef van goed of kwaad. Zijn zelfbeheersing hangt sterk af van invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld goedkeuring en afkeuring. Pagina 4 van 14

5 Sociaal-emotioneel: In sociaal opzicht lijken peuters negatief. Ze ontdekken dat ze macht hebben, bijvoorbeeld door steeds nee te zeggen tegen hun moeder. De peuter ontdekt dat hij zelf iemand is en dat hij niet hetzelfde is als zijn vader of moeder. Hij probeert ook van alles zelf, en zal dan ook vaak zeggen jij niet helpen en ikke zelf doen. Het is de fase van het egocentrisme, het kind kan alleen nog maar vanuit zijn net ontdekte eigen ik redeneren. Hier ligt de bron van zelfvertrouwen, maar ook van faalangst. Een kind word mens tussen de mensen. Een peuter kan bijvoorbeeld wel naast een andere peuter zitten spelen, maar ze spelen nooit met elkaar. Ze imiteren elkaar wel in hun spelgedrag. Peuters kunnen niet zomaar samenspelen, dit moeten ze leren. Ze hebben ook vaak moeite met het delen met anderen. Dit komt omdat ze nog sterk gericht zijn op zichzelf; op het ik en op het mij. Dit is belangrijk om een eigen persoontje te worden. Emotioneel brengt deze zelfstandigheid ook angst voort. Bang voor of hun moeder nog wel van ze zal houden als ze overal zo koppig nee tegen roepen, maar ook trots op hun eigen prestaties. Het ontwikkelen van basisveiligheid, begonnen in de babyfase, gaat hier verder. Bij een ernstig tekort aan basisveiligheid kan er sprake zijn van wantrouwen van het naar volwassenen. Soms is de oorzaak gelegen in affectieve (emotionele) verwaarlozing. Lichamelijk: Lichamelijk valt op dat de peuter al veel kan: zitten, staan, lopen. Zijn grove motoriek is sterk toegenomen. Zijn fijne motoriek ontwikkelt zich ook, maar dit heeft nog verbetering nodig. Ook het samenspel tussen spieren en zintuigen verloopt nog niet optimaal. Zo kan de peuter wat hij ziet niet onmiddellijk vertalen in gericht gedrag. Hij grijpt bijvoorbeeld vaak mis. De ontwikkeling van de motoriek begint met grove bewegingen. Over het algemeen loopt de grove motoriek steeds een stap voor op de ermee in verband staande fijne motoriek. Seksueel: De lust is in deze fase gekoppeld aan het zindelijk worden. De peuter moet leren zijn ontlasting op te houden en op gezette tijden te laten gaan. Dat levert onlustgevoelens op, bijvoorbeeld angst voor de WC. Maar ook lustgevoelens, bijvoorbeeld het kunnen laten gaan van de ontlasting. Daarom wordt deze fase ook wel de anale fase genoemd. Peuter: Cognitief: - begrijpen is bepraten - fantasie en werkelijkheid door elkaar - begrijpen via zintuigen - geen geweten van binnenuit Sociaal-emotioneel: - ontwikkeling zelfbeeld - angst en ontwikkeling basisveiligheid en vertrouwen Lichamelijk: - ontwikkeling grove motoriek Seksueel: - ontdekking van lust en onlust De kleuter De kleuterfase loopt van ongeveer 4 jaar tot ongeveer 6 jaar. Pagina 5 van 14

6 Cognitief: Er is nog geen sprake van objectief of logisch denken, het denken wordt nog steeds beheerst door wat het kind waarneemt. Het kind ziet nog geen samenhangen en nog geen oorzaak-gevolg verbanden. De kleuter denkt nog prelogisch. Het denken is nog gericht op een toestand, niet op een proces. Het kind is in deze fase ook nog erg egocentrisch, hij denkt vanuit zichzelf. Het denken van een kleuter kenmerkt zich ook door een enorme fantasie. Voor kleuter zijn eigen verzinsels even echt als de realiteit. De taalontwikkeling maakt ook een sterke groei door, kleuters van ongeveer 4 jaar kennen nu al ongeveer 1500 woorden. Ze kennen hun eigen naam en kunnen al hele zinnen zeggen van meer dan 6 woorden. De kleuter weet ook wat mag en wat niet mag. Hier zien we het begin van de vorming van het geweten. Kleuters weten wel zo n beetje hoe het hoort, maar algemene principes die hiermee samenhangen begrijpen ze nog niet. Sociaal-emotioneel: De sociale ontwikkeling laat zien dat de kleuter in tegenstelling tot de peuter al kan samenspelen. Samen spelen kan de vorm hebben van een rollenspel, bijvoorbeeld vader en moedertje. Ze verdelen de taken over wie wat doet. Bij de meeste kinderen ontstaan in de kleuterfase de eerste vriendschapsrelaties. De kleuter is in staat anderen te helpen, iets met anderen te delen en met anderen mee te leven. De kleuter is nog wel kwetsbaar, ze kunnen nog niet onderhandelen en meningsverschillen in het spel leid er vaak toe dat het spel word afgebroken. De kleuter is wel meer weerbaar dan de peuter, en wil niet meer huilen als hij pijn heeft bijvoorbeeld. De kleuter is in emotioneel opzicht bezig zelfstandig te worden, maar nog vaak erg afhankelijk van de volwassene. Lichamelijk: Zowel de grove als fijne motoriek is bij de kleuter goed ontwikkeld. De kleuter kan goed en gericht met iets gooien. Hij kan bijvoorbeeld veters strikken en een potloos vasthouden waar hij ook mee kan kleuren. Als hij rond de 6 jaar is, kan hij er ook letters en cijfers mee schrijven. Zijn ooghandcoordinatie is zo goed geworden dat hij ook iets kan natekenen. De kleuter wordt al wat gespierder en verliest het buikje wat hij als peuter zijnde had. De kleuter is snel moe, maar ook snel weer hersteld. Seksueel: Wat betreft de seksualiteit ligt de aandacht nu bij de geslachtsdelen. Jongetjes en meisjes in de kleutertijd zijn geïnteresseerd in hun eigen lichaam. Ze weten dat ze een dat ze een jongetje zijn of een meisje. Sommigen vinden het fijn om met zichzelf te spelen. Deze fase wordt ook wel de fassilische fase genoemd. De kleuter: Cognitief: - prelogisch denken, zinnen maken, ontwikkeling geweten door indentificatie Sociaal-emotioneel: - pogingen tot emoties beheersen, afhankelijkheid, samenspelen Lichamelijk: - ontwikkeling fijne motoriek, lengtegroei Seksueel: - aandacht voor geslachtsdelen Het schoolkind De basisschoolleeftijd loopt van ongeveer 6 tot 12 jaar. Eigenlijk is de benaming van deze fase niet juist. Kinderen gaan immers al vanaf 4 jaar naar de basisschool. Maar omdat de verschillen tussen kinderen in Pagina 6 van 14

7 deze leeftijd en de kleuters zo zichtbaar zijn, handhaaft men deze indeling. Cognitief: In de ontwikkeling van het denken van het jonge naar het oudere schoolkind gebeurt er onder andere het volgende: - Het denken wordt steeds realistischer. Het schoolkind kan steeds beter onderscheid maken tussen wat waar en wat niet waar is. Een goed voorbeeld hiervan is dat men het geloof in Sinterklaas verliest. - Het denken wordt steeds logischer. Het schoolkind is steeds beter in staat om te zien wat oorzaak en gevolg is. Hij is in staat tot het leggen van logische verbanden. - Het denken wordt meer abstract. Abstract denken heeft te maken met het denken over dingen die niet direct waarneembaar zijn en die ook niet aan den lijve worden ervaren. Zo heeft een kleuter bij het tellen nog zijn vingers nodig, een schoolkind doet dit uit het hoofd. Het schoolkind is erg leergierig en op prestatie gericht, het wil zich graag vergelijken met anderen. Ze willen dingen goed doen en goed kunnen, complimenten zijn dan ook erg belangrijk. Bovendien kan een schoolkind zich ook veel beter concentreren dan een kleuter. Emotioneel: De emotionele ontwikkeling laat een toenemende zelfstandigheid zien. Op deze leeftijd zijn kinderen erg gevoelig voor iets moeten doen wat ze niet willen, en voor uit de toon vallen. Kinderen die vaak worden gepest, zijn vaak niet anders dan andere kinderen. Vaak is er geen enkele reden en wordt er gepest om stoer te zijn, of omdat kinderen niet op een positieve manier contact kunnen maken. De sfeer in een groep of de houding van een volwassene heeft ook invloed op het pestgedrag. Er is een 5-sporenaanpak ontwikkeld: het kind, de pester, de middengroep, de ouders/verzorgers en de school. Kinderen die vaak worden gepest kunnen zich vaak niet goed weren, het is alsof ze dat niet hebben geleerd. Kinderen verschillen in aanleg wat betreft hun kwetsbaarheid. Maar afgezien van deze verschillen in aangeboren kwetsbaarheid en temperament, blijft het de vraag of we het vertrouwen van het kind in zichzelf en in anderen kunnen vergroten. Iemand die zelfvertrouwen heeft en problemen alleen kan aanpakken, heeft meer kans om het er in probleemsituaties goed af te brengen, dan iemand die dat niet kan. Hoe meer het kind anderen durft te vertrouwen, hoe groter de zelfstandigheid. Sociale ondersteuning beïnvloedt verwachtingen; positieve verwachtingen kunnen weer leiden tot veerkracht. Sociaal: Wat betreft de sociale ontwikkeling valt op dat de samenwerking nu goed mogelijk is. Het basisschoolkind heeft zicht op wat het wel en wat het niet kan en ook op wat anderen wel of niet goed kunnen. Dat maakt dat het kind nu begrijpt wat in sociaal opzicht van hem/haar verwacht wordt en waarom. Voor kinderen is het belangrijk zich te kunnen meten: ze willen voortdurend met elkaar wedijveren. De peergroup van het kind, word steeds belangrijker. Ook de normen en waarden worden in deze fase niet meer uitsluitend van de ouders overgenomen, maar van de leeftijdsgenoten. Daarnaast zijn voor oudere basisschoolkinderen idolen de bron van allerlei opvattingen over goed en kwaad. In de peergroup gaan jongens met jongens om en meisjes gaan met meisjes om. Jongens en meisjes hebben weinig belangstelling voor elkaar, behalve dat ze elkaar veel plagen. Lichamelijk: In deze leeftijdsfase heeft het kind een goed en harmonieus gebouwd lichaam. De verhoudingen zijn perfect, de coordinatie is prima en het uithoudingsvermogen is ook goed. De verschillen Pagina 7 van 14

8 tussen jongens en meisjes worden steeds groter. Jongens worden sterker en krijgen een groter uithoudingsvermogen dan meisjes. Vanaf ongeveer 11 jaar zijn meisjes daarentegen gemiddeld groter, omdat bij hen de groeispurt eerder begint dan bij jongens. Seksueel: Tussen 5 en 7 jaar verkeren kinderen in de oedipale fase. Jongens richten zich op de moeder en meisjes zich op de vader. Zij zien de ouder van het andere geslacht als concurrent. De fase tussen 7 en 12 jaar noemen we de latentiefase, de seksualiteit komt dan tot rust. Het kind is in de ze fase sterk realiteitsgericht en druk bezig met het veerwerven van kennis en vaardigheden. Er is daarom voor op het lichaam betrokken lust weinig ruimte. Seksuele gevoelens zijn er nog niet, maar kinderen hebben in deze fase wel veel kennis van de seksualiteit. Het schoolkind: Cognitief: - logisch denken als iets aanschouwelijk is - waarom vragen; interesse in feiten Emotioneel: - veilig voelen als je erbij hoort Sociaal: - ontwikkeling peergroup - gericht op hetzelde geslacht Lichamelijk: - volwassener lichaamsverhouding - betere fijne en grove motoriek Seksualiteit: - latent aanwezig De puber De seksuele of geslachtelijke rijping wordt ook wel de puberteit genoemd. Deze fase loopt van ongeveer 12 tot 16 jaar, omdat op die leeftijd de lichamelijk-seksuele volwassenwording over het algemeen is afgerond. Cognitief: We zien bij een puber een voortzetting van de cognitieve ontwikkeling die we ook al bij het schoolkind waarnamen. Het denken wordt steeds logischer en abstracter. De puber is in staat tot het leggen van verbanden, hij kan samenhangen doorzien los van de concrete werkelijkheid, bijv in de wiskunde. Hij kan overwegen hoe hij het beste kan handelen, en die dan weer wijzigen als het niet het gewenste resultaat behaalt. Hij kan hierbij volgens plan te werk gaan en ook een definitie geven aan abstracte begrippen zoals liefde en afgunst. Pubers willen redenen horen, je kunt ze niet afschepen met iets als maar het moet gewoon zo. Wat nieuw is, is dat de puber kritischer word en dat hij in staat is tot zelfreflectie. De puber heeft zijn eigen mening en heeft dat over van alles. Een echt gefundeerde mening over hoe het wel zou moeten zijn zien we pas bij de adolescent. De puber is ook in staat na te denken over zichzelf (zelfreflectie). Hij denkt dan vooral na over het lichaam en het uiterlijk. Sociaal-emotioneel: Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling kenmerkt de puberteit zich door: - Streven naar zelfstandigheid en dragen van verantwoordelijkheid - Erbij horen, deel uitmaken van een zogenaamde peergroup Pagina 8 van 14

9 - Zoeken naar een eigen identiteit De puber wil graag zelfstandig zijn en het liefst alles zelf doen. Hij wil graag op eigen benen staan. Maar op andere momenten, wil de puber dit niet en leunt hij heel erg op zijn ouders/verzorgers. Dit proces van losmaking en volwassenwording kan gepaard gaan met conflicten. De puber wil het liefst zelfstandig zijn, maar de ouders hebben er vaak moeite mee om hun kind los te laten en kunnen het niet altijd waarderen als de puber te pas en te onpas zijn mening geeft. Zulk soort conflicten kunnen zich ook afspelen binnen bijvoorbeeld een vereniging. Uit onderzoek is gebleken dat er vanuit de ouders steeds meer begrip komt voor de pubers en dat ze 1 a 2 keer per week een conflict met elkaar hebben. Dit wordt niet als negatief ervaren, maar dit kan juist een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de puber. Bij een puber word het contact met de leeftijdsgenoten steeds belangrijker. Een puber wil er graag bij horen, vandaar dat de zogenaamde peergroup ook steeds belangrijker wordt. Ze hechten dan vaak ook meer waarde aan de mening van leeftijdsgenoten over bijvoorbeeld drank en drugs, dan aan de mening van hun ouders. Erbij horen kost momenteel veel geld (qua kleding etc) vandaar dat veel pubers ook zoveel bijbaantjes hebben. Ze zijn bang om als ze niet aan de eisen van de peergroup voldoen, te worden gepest. Er niet bij willen horen of er niet aan mee willen doen, kan leiden tot pesterijen. Dit gedrag verdwijnt weer bij de adolescentie. De puber probeert een eigen persoonlijke levensstijl te vinden. Dit doet de puber op twee manieren: 1. Hij probeert zich te spiegelen aan mensen uit zijn omgeving. Dit kunnen mensen zijn uit de peergroup, idolen of sporters. De puber wil net zo zijn, er precies zo uitzien als hen. 2. De puber doet dit door te experimenteren op verschillende gebieden. Bijvoorbeeld relaties met vriendjes en vriendinnen, drank, drugs, roken en te laat komen. Voor het ontdekken van zijn eigen identiteit is het belangrijk dat de puber tot op zekere hoogte de gelegenheid krijgt te experimenteren. Het experimenteren kan ook vervelende kanten hebben. Het te nadrukkelijk regels overtreden kan vandalisme als gevolgd hebben, of bijvoorbeeld overmatig drank of drugsgebruik. Het kan zijn dat dit gedrag binnen een bepaald peergroup tot norm wordt verheven. In zijn drang om toch ergens bij te horen, kan de puber gemakkelijk doorslaan in zijn experimentele gedrag. Lichamelijk: De term puberteit komt van het Latijnse woord pubescere, wat schaamhaar krijgen betekent. Het krijgen van schaamhaar is een van de lichamelijke kenmerken die optreden als gevolg van hormonale veranderingen. De verhoogde productie van oestrogeen bij meisjes en van androgeen en testosteron bij jongens, vormen de aanzet tot een aantal opmerkelijke lichamelijke veranderingen en is het begin van de puberteit. Hierbij is het opvallend dat dit meisjes zo ongeveer 2 jaar eerder begint dan bij jongens. Bij meisjes start de groeispurt rond het 10e jaar en eindigt iets voor het 15e jaar. Het hoogtepunt ligt op 12 jarige leeftijd. Bij jongens begint de groeispurt rond het 11e jaar en eindigt rond het 16e jaar. Rond het 14e jaar is bij jongens de groeispurt het hoogst. Het feit dat jongens langer doorgroeien dan meisjes en een hogere lengtegroei-snelheid kennen, bepalen dat jongens uiteindelijk op volwassen leeftijd gemiddeld langer zijn dan meisjes. De botten worden ook dikker en zwaarder, bij jongens voornamelijk in de schouders en bij meisjes voornamelijk in de heupen. De lichamelijke veranderingen kunnen bij pubers tot erge onzekerheid leiden. Alle veranderingen kunnen aanleiding geven tot twijfel en schaamte, dit gaat puur om de beleving van de puber zelf. Een puber moet zijn aandacht wel richten op zijn eigen lichaam en er is dan ook geen enkele andere Pagina 9 van 14

10 levensfase waarin het eigen lichaam en het uiterlijk zo centraal staat. De laatste jaren lijkt dit alleen maar versterkt te worden door allerlei culturele invloeden. Het veranderende lichaam en de opbloeiende gevoelens van verliefdheid zijn natuurlijk niet alleen een bron van verdriet, maar brengen ook spanning, plezier en geluk met zich mee. Seksualiteit: naast het hechter worden van relaties met leeftijdsgenoten ontstaan er ook de eerste serieuze en nerveuze seksuele contacten: de seksualiteit ontwaakt. De genitale fase tussen de 12 en 18 jaar is aangebroken. Uit onderzoek blijkt dat pubers steeds vroeger beginnen met het leggen van seksuele contacten. Er zijn grote verschillen in de houding ten opzichte van seksualiteit. Naast het lichamelijke is bij pubers het psychologische aspect vooral belangrijk. Ze zijn op zoek naar een bij hun sekse passende rol en staan daarbij onder invloed van de media. Voor de beleving van de seksualiteit is het belangrijk dat niet de visuele prikkel prikkel de boventoon voert. Er is ook reuk, smaak, gehoor en gevoel bij nodig. Invloed op de seksualiteitsontwikkeling hebben bovendien de intimiteitservaringen in de kinderjaren. Als er bijvoorbeeld een ouder is weggevallen, of er sprake is geweest van misbruik of machtsmisbruik, dan heeft dit een negatieve invloed op de seksualiteit van pubers en volwassenen. Dit kan leiden tot afwijkend seksueel gedrag. De puber: Cognitief: - abstract en systematisch denken - ontwikkeling eigen normen en waarden Sociaal-emotioneel: - ontwikkeling referentiegroep - onevenwichtig Lichamelijk: - grote veranderingen (bij meisjes 2 jaar eerder) Seksueel: - (bijna) geslachtsrijp - ontwikkelt interesse in seks De jong-volwassene (adolescent) Deze fase loopt ongeveer van 16 tot 21 jaar. Voor de wet volwassen, juridisch aansprakelijk, maar nog op school. Cognitief: Het proces van abstract denken en kritisch denken wordt voltooid. De adolescent denkt ook veel minder zwart/wit dan de puber. Het verschil tussen denken en doen is grotendeels verdwenen. De adolescent handelt in grote mate overeenkomstig in zijn denken. De adolescent gaat ook meer nadenken over politiek en religie. Opvallend is dat meisjes qua politiek meer links denken dan jongens. Van alle jongeren is er maar ongeveer 20% geïnteresseerd in politiek. Bij religie geld dat ongeveer 15% van de jongeren aangeeft dat religie veel voor hem of haar betekent. Jongeren moeten nu wel genuanceerd leren denken aangezien ze al vrij vroeg allerlei belangrijke keuzes moeten maken. Ze hebben veel vrijheid als het gaat om het bepalen van hun eigen toekomst. De Pagina 10 van 14

11 adolescent is wat we metacognitie noemen. Metacognitie betekent dat je na kunt denken over de eigen manier van denken en leren. Je weet wat je sterke en zwakke punten zijn voor wat betreft je wijze van leren. Emotioneel: Centraal staat het verkrijgen van positieve zelfwaardering. In deze fase staat het zoeken naar de eigen identiteit centraal. Er is vaak sprake van identiteitsverwarring. Het zoeken naar een eigen identiteit uit zich onder meer in het emotioneel onafhankelijk willen worden van de ouders, het willen bereiken van gelijkwaardige relaties met leeftijdsgenoten van beide seksen, het voorbereiden op een beroep en het kunnen dragen van eigen verantwoordelijkheid. Sociaal: De mensenkennis neemt sterk toe. De adolescent weet hoe hij zelf in elkaar steekt, hoe hij met anderen omgaat, wat hij van anderen kan verwachten en hij kan zich inleven in een ander. De adolescent heeft empathie. De adolescent is stabieler dan de puber. Dit is ook te merken aan contacten, die krijgen een meer duurzaam karakter. Meer dan de helft heeft op deze leeftijd ook een vaste relatie. Ze hebben ook meer verantwoordelijkheidsgevoel, waardoor ze beter met een vaste relatie om kunnen gaan. De adolescent experimenteert ook niet meer zoveel, de drang om erbij te horen heeft hij nog wel, maar hij wil niet opgaan in een groep. Hij wil wel zijn eigen persoonlijkheid zijn. Lichamelijk: De lichamelijke volwassenwording wordt voltooid. De laatrijpers halen de vroegrijpers geheel of gedeeltelijk in. Jongens en meisjes behalen in de adolescentie hun maximale lichaamslengte. Alhoewel niet iedereen tevreden is met zijn uiterlijk, is men veel beter dan tijdens de puberteit in staat tot het maken van een behoorlijk realistische inschatting van de eigen lichamelijkheid. Ook accepteert en relativeert men bepaalde lichamelijke onvolkomenheden beter. Men bereikt in de adolescentie ook hun maximale spierkracht en uithoudingsvermogen. Seksueel: Ten opzichte van de puber komt de adolescent in een rustiger vaarwater. Het experimenteren, ook op seksueel gebied neemt af en er ontstaan meer duurzame relaties. De jong-volwassene (adolescent): Cognitief: - intelligentie beter gebruiken - concentratie neemt toe - metacognitie Emotioneel: - behoefte aan zelfwaardering Sociaal: - sociale cognitie neemt toe - zoeken naar eigen identiteit Lichamelijk: - volwassenwording Seksueel: - duurzamer relaties De volwassene Wat is volwassenheid? - Lichamelijk volwassen: wanneer iemand volgroeid is Pagina 11 van 14

12 - Maatschappelijk volwassen: wanneer iemand stemrecht heeft en zonder toestemming kan trouwen of een eigen zaak mag beginnen - Psychisch of geestelijk volwassen: wanneer iemand zich zelfstandig gedraagt en in staat is verantwoordelijkheid te dragen Volwassen gedrag: - Zelfstandig zijn en verantwoordelijkheid kunnen dragen - Handelen overeenkomstig de eigen normen en waarden - Maatschappelijke en culturele betrokkenheid tonen - Duurzame relaties aan kunnen gaan en onderhouden - Jezelf kunnen accepteren zoals je bent - Zelf inhoud kunnen geven aan het leven Cognitief: De volwassene leert geen nieuwe denkstrategieën bij, maar is meestal wel geïnteresseerd in het leren van nieuwe vaardigheden en het opdoen van kennis. De cognitieve achteruitgang op oudere leeftijd is veel geringer dan de meeste mensen denken. Slechts de snelheid van het denken en het kortetermijngeheugen nemen enigszins af. Vaak weet men dit prima op te vangen door kennis, inzicht en ervaring. Sociaal-emotioneel: Voor de volwassene tot ongeveer 40 jaar zijn er drie belangrijke dingen te melden: - Het aangaan van een vaste relatie mogelijk uitmondend in samenwonen en/of trouwen - De komst van een of meerdere kinderen; het ouderschap - Het vinden van een vaste werkkring In deze fase heeft men behoefte aan relaties voor een langere tijd. Steeds meer relaties blijven kinderloos. Dit is nu al ongeveer 20% van alle relaties. Vaak is deze keuze bewust, maar het aantal ongewild kinderloze relaties neemt toe. Dit komt vaak omdat men de beslissing voor kinderen steeds verder uitstelt, en met het verstrijken van de jaren neemt de vruchtbaarheid af. De komst van kinderen betekent voor mannen en vrouwen veel verandering. Momenteel werken beide ouders vaak parttime, en wordt er van de man ook meerdere dingen in het huishouden verwacht. Rond het 40e levensjaar begint men te beseffen dat de helft van het leven er al ongeveer op zit. Soms levert dit een somber beeld op, een midlife crisis. Iedereen reageert hier anders op, sommigen sukkelen gewoon door en anderen nemen grote veranderingen. Zoals vaker op vakantie gaan, extra tijd investeren in de kinderen of de partner. Een aantal veranderd vrij ingrijpend, ze verbreken de relatie en gaan een nieuwe relatie aan met iemand die veel jonger is. Ook is het mogelijk dat men vrij plotseling van baan verandert. Na deze midlife-crisis volgt meestal een periode van relatieve rust en stabiliteit die voorduurt tot de ouderdom. Lichamelijk: Over het algemeen voelen jong volwassenen zich jong, krachtig, energiek en fit. Ze doen vrij veel aan sport en proberen zo goed en kwaad als het kan gezond te leven. Onder invloed van het verouderingsproces lopen dingen als kracht en uithoudingsvermogen geleidelijk terug vanaf ongeveer 35-jarige leeftijd. De meeste mensen vinden het erg moeilijk als hun haar kleur verliest en dunner wordt. Veel mensen doen er alles aan om het verouderingsproces tegen te gaan door middel van bijvoorbeeld anti-rimpelcreme. Op middelbare leeftijd merkt men dat zijn lichaamskracht afneemt, dat dingen als een leesbril noodzakelijk worden. Op ongeveer 40-jarige leeftijd begint bij een vrouw de overgang. Dit is een periode van zo n 15 jaar waarin Pagina 12 van 14

13 de eierstokken steeds minder oestrogenen produceren waardoor uiteindelijk de menstruatie afneemt en onregelmatig word, en uiteindelijk zelfs uitblijft. Bij de man wordt de overgangsfase ook wel de penopauze genoemd. De volwassene: Algemeen: - verantwoordelijkheid dragen voor eigen keuzes - ontwikkeling eigen levensstijl - organisatie van eigen leven Cognitief: - geheugen neemt af, inzicht toe Sociaal-emotioneel: - nieuwe intimiteit Lichamelijk: - vanaf 35: veranderingen Seksueel: - sex i.r.t. voortplanting is nieuw De oudere De fase van ouderdom begint rond de 60 jaar. Bij ouderen kan dementie een rol spelen. Cognitief: De cognitieve achteruitgang is het best te vergelijken met vertraging en beperking. De snelheid van het denken neemt af, ook gaat het eigen maken van nieuwe inzichten wat moeilijker. De achteruitgang van de waarneming en het geheugen is het grootst: - De gevoeligheid voor prikkels wordt minder. Dit levert vermindering op van gehoor en gezichtsvermogen, maar ook van smaak en geur. - Het onderscheidend vermogen (discriminatie) neemt af. - Het proces van informatiewerving (opname) en verwerking duurt langer. De reactietijd wordt groter. - Het geheugen wordt minder, met name het auditieve kortetermijngeheugen. Emotioneel: Wanneer iemand ouder wordt, zal hij ervaren dat niet alle wensen vervuld kunnen worden. Men ontdekt de grenzen van de mogelijkheden. Dat kan leiden tot rust. Het kan ook leiden tot verbittering. Mensen van oudere leeftijd staan ook vaker stil bij de dood dan jongeren. Sociaal: De kleiner wordende wereld van de ouder wordende mens is te verklaren vanuit de afnemende behoefte aan sociale contacten en vanuit de omgeving die zich terugtrekt. De wereld kan kleine worden door contacten die wegvallen of een partner die overlijd. Een ouder iemand hoeft zich ook minder te bewijzen. Soms trekt iemand zich terug omdat hij de normen en waarden van de samenleving niet meer kan herkennen. Lichamelijk: De belangrijkste lichamelijke verschijnselen zijn: - Geleidelijke afname van het uithoudingsvermogen - Geleidelijke toename van stijfheid - De kans op botbreuken neemt toe - De spierkracht neemt geleidelijk af - Het gezichtsvermogen en gehoor nemen af - Het reactievermogen neemt af - Het bewegingstempo wordt lager Pagina 13 van 14

14 - De coördinatie verloopt moeizamer Seksueel: De seksuele activiteit gaat tot op hoge leeftijd door. Hier geldt wellicht jong geleerd, oud gedaan. Men denkt dat mensen die in hun jeugd en volwassenheid een actief seksueel leven leiden, hiermee tot hun oude dag kunnen doorgaan. Blijkbaar spelen behalve biologisch/fysiologische factoren ook psychische factoren hier een rol bij. Dementie: Naast de gewone ouderdomsverschijnselen zien we bij veel oudere mensen ouderdomsziekten optreden. Dementie is er een van. Twee veel voorkomende vormen van dementie zijn de ziekte van Alzheimer en de vasculaire dementie. Dementie is te omschrijven als een versnelde achteruitgang van met name cognitieve functies. Hersenfunctiestoornissen houden in dat de functies van de hersenen verstoord worden. Bijvoorbeeld door: - Een hersenletsel, zoals een tumor of een hersenvliesontsteking - Een ziekteproces in de hersenen - Een aftakeling van het hersenweefsel door slijtage Naarmate de bejaarde ouder wordt, wordt het achteruit gaan van de hersenfuncties steeds sterker. Als de achteruitgang onnatuurlijk snel verloopt, spreken we van dementie. Wanneer er sprake is van toenemende stoornissen in de bloedcirculatie in de hersenen, spreekt men van vasculaire dementie. De oudere: Cognitief: - afname geheugenfunctie - tijd voor informatie-opname neemt toe Emotioneel: - minder scherp oordelen of verbittering Sociaal: - minder behoefte aan sociale contacten Lichamelijk: - achteruitgang (zie ook dementie) Seksueel: - jong geleerd, oud gedaan Pagina 14 van 14

6.5. Cognitieve ontwikkeling. Lichamelijke ontwikkeling. Sociale/emotionele ontwikkeling. Seksuele ontwikkeling

6.5. Cognitieve ontwikkeling. Lichamelijke ontwikkeling. Sociale/emotionele ontwikkeling. Seksuele ontwikkeling Boekverslag door J. 1624 woorden 26 februari 2008 6.5 259 keer beoordeeld Vak Verzorging De verschillende soorten ontwikkelingen - cognitieve ontwikkeling - lichamelijke ontwikkeling - emotionele ontwikkeling

Nadere informatie

5.5. Boekverslag door Lisanne 4288 woorden 10 mei keer beoordeeld. Inhoudsopgave. 1. Inleiding

5.5. Boekverslag door Lisanne 4288 woorden 10 mei keer beoordeeld. Inhoudsopgave. 1. Inleiding Boekverslag door Lisanne 4288 woorden 10 mei 2017 5.5 2 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoudsopgave 1. Inleiding; 2. Planning; 3. Werkwijze; 4. De levensfasen van de mens; 4.1: de verschillende levensfasen

Nadere informatie

Thema 7 De adolescent

Thema 7 De adolescent Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Aline de Vries 03 December 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67754 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Dit is het gemiddelde van een gezonde ontwikkeling Een geweten moet voor het 3e levensjaar ontwikkeld worden anders wordt het niet meer ontwikkeld!

Dit is het gemiddelde van een gezonde ontwikkeling Een geweten moet voor het 3e levensjaar ontwikkeld worden anders wordt het niet meer ontwikkeld! Boekverslag door M. 1375 woorden 3 juni 2007 6.9 225 keer beoordeeld Vak Methode Zorg en welzijn Centraal examen Ontwikkelingspsychologie wat is dat? Ontwikkelingspsychologie bestaat uit 2 woorden nl het

Nadere informatie

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen 1. Kijkt veel naar andere kinderen. 1. Kan speelgoed met andere kinderen 1. Zoekt contact met andere kinderen 1. Kan een emotionele

Nadere informatie

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen RV 1 Kinderen hebben vertrouwen in zichzelf. RV1.1 RV1.2 RV1.3 RV1.4 Ontdekken dat iedereen uniek is. Ik heb door dat iedereen

Nadere informatie

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1 Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling Zelfbeeld 1. Gebruikt en begrijpt het woord wij. 2. Ontdekt verschillen en overeenkomsten tussen zichzelf en de anderen in de groep. 3. Toont non-verbaal

Nadere informatie

Wat is een normale ontwikkeling?

Wat is een normale ontwikkeling? Wat is een normale ontwikkeling? Van een normale ontwikkeling is sprake als een kind alle fasen doorloopt naar de volwassenheid op het gebied van fijne en grove motoriek, groei, sociale emotionele vaardigheden

Nadere informatie

Ouderavond lijf & relaties

Ouderavond lijf & relaties Ouderavond lijf & relaties Robert van der Gaag info@one2know.nl 0611003414 Voorstellen Ervaring Gezonde school, genotmiddelen, seksualiteit, voeding, bewegen, mondzorg en mediawijsheid Kinderen Wie heeft

Nadere informatie

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf 1. Wijst dingen aan die het wil, herkent zichzelf in de spiegel, is zich bewust waar het wel en niet van houdt. (Het kind wordt bewust

Nadere informatie

Werkstuk door een scholier 1934 woorden 26 april keer beoordeeld. Maatschappijleer

Werkstuk door een scholier 1934 woorden 26 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Werkstuk door een scholier 1934 woorden 26 april 2006 7 517 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Ontwikkeling van een kleuter 4 t/m 6 jaar. Cognitieve ontwikkeling. Als het kind naar een basisschool gaat

Nadere informatie

Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende ontwikkelingsgebieden

Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende ontwikkelingsgebieden Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende sgebieden Ontwikkeling 4-6 jaar 7-9 jaar 10-12 jaar Taal Opbouwen basiswoordenschat. Woordenschat en zinsbouw neemt sterk toe. Redelijk tot goed

Nadere informatie

Jong zijn, oud worden

Jong zijn, oud worden Jong zijn, oud worden Van baby tot bejaarde Mensen worden allemaal geboren als baby. En als alles goed gaat, worden we uiteindelijk allemaal oude opaatjes en omaatjes. Maar tussen jong zijn en oud worden,

Nadere informatie

Week van de Lentekriebels

Week van de Lentekriebels Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels Relationele en seksuele opvoeding, op school en thuis Anja Sijbranda GGD Hart voor Brabant Programma Waarom relationele en seksuele vorming? Wat doet school?

Nadere informatie

Pedagogische nazorg. Nazorg folder voor ouder(s)/verzorger(s) en kinderen na een ziekenhuisopname

Pedagogische nazorg. Nazorg folder voor ouder(s)/verzorger(s) en kinderen na een ziekenhuisopname Pedagogische nazorg Nazorg folder voor ouder(s)/verzorger(s) en kinderen na een ziekenhuisopname 1 Pedagogische nazorg Inhoudsopgave (Klik op het onderwerp om verder te lezen) Weer thuis 2 Algemene adviezen

Nadere informatie

Begeleiding van kind en ouders op de SEH. Leerdoelen. ontwikkeling. 20% van de patienten die een SEH bezoeken is jonger dan 16 jaar.

Begeleiding van kind en ouders op de SEH. Leerdoelen. ontwikkeling. 20% van de patienten die een SEH bezoeken is jonger dan 16 jaar. Begeleiding van kind en ouders op de SEH Module 3 vervolgopleiding SEH-vpk Monique Vermaas Verpleegkundige SEH UMCN st Radboud Leerdoelen Aan het eind van de les heeft de cursist kennis en inzicht in de

Nadere informatie

Thema's per klas die aangeboden worden in de methode:

Thema's per klas die aangeboden worden in de methode: Thema's per klas die aangeboden worden in de methode: Groep 1-2 Hierbij zijn de kinderen bezig met specifieke lichaamskenmerken van zichzelf en van anderen. Ook gaan ze op zoek naar onderlinge overeenkomsten.

Nadere informatie

Methodieken en werkvormen Module 4: Leeftijdseigen kenmerken - Matrix ontwikkelgebieden

Methodieken en werkvormen Module 4: Leeftijdseigen kenmerken - Matrix ontwikkelgebieden Methodieken en werkvormen Module 4: Leeftijdseigen kenmerken - Matrix ontwikkelgebieden Maker: Trainersteam Regio Rondom de IJssel Functie: Trainer Regio Rondom de IJssel Datum van productie: 20 februari

Nadere informatie

TRAJECT WELZIJN; ONTWIKKELING EN OPVOEDING_9789006815627_INHOUD_KORT

TRAJECT WELZIJN; ONTWIKKELING EN OPVOEDING_9789006815627_INHOUD_KORT TRAJECT WELZIJN; ONTWIKKELING EN OPVOEDING_9789006815627_INHOUD_KORT Thema 1 Inleiding op ontwikkeling en opvoeding 1 Begeleiden bij ontwikkeling 1.1 Begeleiden als kerntaak 1.2 Begeleiden bij ontwikkeling

Nadere informatie

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum Naam Geboortedatum 2-5-2012 School/Locatie Boogschutter 0-7 Schooljaar 2017-2018 Aanmaakdatum 9-10-2017 Groep Beren 2 Leraar Lieve van W. Bazalt Basisbehoeften Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn

Nadere informatie

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt.

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt. KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek : Datum gesprek : KIJK! Lijst 1. Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig

Nadere informatie

Schoolkind Tips voor ouders

Schoolkind Tips voor ouders Schoolkind voor ouders Inleiding In de basisschoolperiode verandert een kind van een afhankelijke kleuter in een zelfstandige 12-jarige aan het begin van de puberteit. Ouders merken dat hun kind zich steeds

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Relaties

Werkstuk Levensbeschouwing Relaties Werkstuk Levensbeschouwing Relaties Werkstuk door een scholier 2503 woorden 3 maart 2008 6,6 10 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 1 Wie versiert wie? De jongen het meisje? Andersom? Of kan het beide?

Nadere informatie

1. zuigeling ( 0 1;6 jaar )

1. zuigeling ( 0 1;6 jaar ) Boekverslag door M. 2048 woorden 5 januari 2007 7.3 35 keer beoordeeld Vak Verzorging 1. zuigeling ( 0 1;6 jaar ) De belangrijkste lichaamszone waar de zuigeling z n lust vindt is de mond. Het zuigen,

Nadere informatie

Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling

Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling Leerlijn 1.1. Emotioneel 1.2. Sociaal Stamlijn Niveau A Merkt zintuiglijke stimulatie op (aanraking, vibratie, smaken, muziek, licht) Uit lust- en onlustgevoelens Kijkt gericht enkele seconden naar een

Nadere informatie

Schoolkind. Kind op de basisschool. Een rustige ontwikkeling tussen driftige peuter en dwarse puber!?!

Schoolkind. Kind op de basisschool. Een rustige ontwikkeling tussen driftige peuter en dwarse puber!?! Schoolkind Oorspronkelijke tekst Hilde Breet Wilma Poot Illustraties Harmen van Straaten Uitgave: januari 1998 Herziene uitgave: maart 2010 Het is toegestaan deze folder in ongewijzigde vorm te multipliceren

Nadere informatie

Doelen relationele vorming

Doelen relationele vorming Doelen relationele vorming RV 1 Kinderen hebben vertrouwen in zichzelf RV 1.1. Ontdekken dat ieder uniek is. RV 1.2. Zich bewust worden van hun eigen kwetsbaarheid en ermee kunnen omgaan. RV 1.3. Eigen

Nadere informatie

Lessen en leerdoelen Kriebels in je buik

Lessen en leerdoelen Kriebels in je buik Lessen en leerdoelen Kriebels in je buik Groep 1 Les 1: Wie ben ik De leerlingen kennen hun eigen lichaam De leerlingen krijgen inzicht in de overeenkomsten en verschillen in lichaamskenmerken De leerlingen

Nadere informatie

Actief in de natuur. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Actief in de natuur. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2 Actief in de natuur De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL cmyk 70 0 70 0 rgb 73 177 112 #48b170

Nadere informatie

Bestudeer de cognitieve ontwikkeling van de adolescent.

Bestudeer de cognitieve ontwikkeling van de adolescent. Opdracht 1: Bestudeer de cognitieve ontwikkeling van de adolescent. ------------------------------------------------------------------------------------------------ De cognitieve ontwikkeling van een adolescent.

Nadere informatie

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING In deze bijlage maken we de vergelijking tussen de Ontwikkelingsdoelen uit het Ontwikkelingsplan van de katholieke kleuterschool en de doelen

Nadere informatie

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) 1 Omgaan met en uiten van eigen gevoelens en ervaringen toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) laat non-verbaal zien dat hij/zij iets niet wil (bijv. slaat fles weg, draait hoofd als

Nadere informatie

ROB dag: Geef ze de ruimte!

ROB dag: Geef ze de ruimte! ROB dag: Geef ze de ruimte! Workshop Júf, Sophie en Sem zijn in dezelfde wc gaan plassen! Nel Hendriks Uit de actualiteit: de voorbibs. En ook actueel: https://www.123zing.nl/lentekriebels.html Methodes:

Nadere informatie

Psychosociale ontwikkeling

Psychosociale ontwikkeling Psychosociale ontwikkeling De psychosociale ontwikkeling van het kind Reeds in de baarmoeder ontstaat er een wisselwerking tussen ouder en kind. De baby is al vertrouwd geraakt met de stem van de ouder

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Ontwikkelingsfasen van het kind

Ontwikkelingsfasen van het kind De ontwikkelingsfasen van het kind zijn onder te verdelen in leeftijdscategorieën: 1. Zuigeling eerste levensjaar 2. Peuter van 1 tot 3 jaar 3. Kleuter van 4 tot 6 jaar 4. Schoolkind van 7 tot 12 jaar

Nadere informatie

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling Seksualiteit en seksuele ontwikkeling Platform Smith Magenis syndroom 15 november 2014 - Leusden Yvonne Stoots Vanmiddag Seksualiteit Seksuele ontwikkeling Begeleiding bij seksuele ontwikkeling Seksualiteit

Nadere informatie

Seksuele vorming: gave (op-)gave

Seksuele vorming: gave (op-)gave Seksuele vorming: gave (op-)gave De Wegwijzer Oosterwolde, 28 januari 2016 Mieneke Aalberts-Vergunst Programma Introductie Stellingen De wereld om ons heen Onze opvoeding Seksualiteit Het Bijbelse beeld

Nadere informatie

Zorgboekje. Kindgegevens

Zorgboekje. Kindgegevens Zorgboekje De pedagogisch medewerker vult dit boekje behorende bij het overdrachtdocument peuter kleuter in als er een zorgbehoefte bij het kind is gesignaleerd. Zij/ hij vult in wat van toepassing is

Nadere informatie

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen. Onderbouwrapport In het onderbouwrapport waarderen wij alle genoemde aspecten ten opzichte van de leeftijd. Een waardering wordt uitgedrukt in een cijfer. U kunt via de beknopte omschrijvingen in het rapport

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele

Nadere informatie

Beeldvorming van seksuele ontwikkeling bij mensen met een ernstige verstandelijke (meervoudige) beperking

Beeldvorming van seksuele ontwikkeling bij mensen met een ernstige verstandelijke (meervoudige) beperking Beeldvorming van seksuele ontwikkeling bij mensen met een ernstige verstandelijke (meervoudige) beperking Mariska Schutte Gedragsdeskundige Syndion Programma Visie Seksuele ontwikkeling 0-7 jaar Hermeneutische

Nadere informatie

Cursus. Preventie van Drugs, Tabak, en Alcohol misbruik door een goede opvoeding

Cursus. Preventie van Drugs, Tabak, en Alcohol misbruik door een goede opvoeding Commentaar op oplossing feit cases fase 2 thema 2 Pagina 1 / 9 (17-08-13) Cursus Preventie van Drugs, Tabak, en Alcohol misbruik door een goede opvoeding Document met de commentaar op de gekozen oplossing

Nadere informatie

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland) Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland) Programma 1. Seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren 2. Criteria om normaal

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

Workshop Seksuele opvoeding een gave (op) gave

Workshop Seksuele opvoeding een gave (op) gave Workshop Seksuele opvoeding een gave (op) gave Seksuele opvoeding l 18-22 jaar oud Wat is de bagage die uw kind meegekregen moet hebben rond sekuele vorming als hij/zij volwassen is geworden? uw kind als

Nadere informatie

Overzicht Groepsaanbod. Mindfulness Chronische pijn Instapgroep Kerngroep SOVA Weerbaarheid Angst en depressie

Overzicht Groepsaanbod. Mindfulness Chronische pijn Instapgroep Kerngroep SOVA Weerbaarheid Angst en depressie Overzicht Groepsaanbod Mindfulness Chronische pijn Instapgroep Kerngroep SOVA Weerbaarheid Angst en depressie Waarom een groep of cursus? Waarom in een groep? Het kan zijn dat je het zelf prettiger vindt

Nadere informatie

Voorstellen R E LA T I E S E N S E K S U A L I T E I T Mariette Haak Gezondheidsbevorderaar GGD HM mhaak@ggdhm.nl Aandachtsgebieden Gezonde school, genotmiddelen, seksualiteit, voeding, bewegen en mondzorg

Nadere informatie

Over kalveren en vlinders

Over kalveren en vlinders Woord vooraf Over kalveren en vlinders Woord vooraf a Over kalveren en vlinders 9 Kalverliefde : de eerste verliefdheid, de eerste keren vlinders in de buik, de verliefdheid van de puberteit. Denk jij

Nadere informatie

INSCHATTING VAN RELATIECONFLICTEN 1

INSCHATTING VAN RELATIECONFLICTEN 1 INSCHATTING VAN RELATIECONFLICTEN 1 Doel Doel is om bij de start van relatiebegeleiding deze vragenlijst af te nemen om een zicht te krijgen over waar de conflicten zitten maar ook om partnergeweld te

Nadere informatie

WANNEER VERTEL JE HET AAN JE KINDEREN? Als de beslissing om te gaan scheiden eenmaal genomen is, dan kun je dit het beste zo snel mogelijk aan de

WANNEER VERTEL JE HET AAN JE KINDEREN? Als de beslissing om te gaan scheiden eenmaal genomen is, dan kun je dit het beste zo snel mogelijk aan de OVER EN UIT OVER EN UIT Welkom bij de e-training Over en uit. In deze training leer je beter om te gaan met je scheiding. Je leert hoe je het beste het nieuws van de scheiding aan je kind kan vertellen,

Nadere informatie

Protocol pesten en plagen BSO Babbeloes

Protocol pesten en plagen BSO Babbeloes Protocol pesten en plagen BSO Babbeloes Doel: Voorkomen van plaag en pestgedrag en adequaat omgaan met hiermee. Waarom: Bij kinderopvang Babbeloes bespreken wij met de kinderen hoe we met elkaar omgaan

Nadere informatie

Leve het jonge kind! 2 e jaarcongres 28 mei Dr. Louise Berkhout

Leve het jonge kind! 2 e jaarcongres 28 mei Dr. Louise Berkhout Leve het jonge kind! 2 e jaarcongres 28 mei 2013 Dr. Louise Berkhout Is dit spelen? Is dit spelen? Is dit spelen? Verschillende spelvormen (ivm privacy geen filmfragment): Meisje op hobbelpaard- bewegingsspel

Nadere informatie

Cambriana online hulpprogramma

Cambriana online hulpprogramma Dit is deel 1 van het online hulpprogramma van Cambriana. Verwerking van een scheiding 'Breaking up is hard to do' Neil Sedaka Een scheiding is een van de pijnlijkste ervaringen die je kunt meemaken in

Nadere informatie

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug 2018 Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - 0 eleeft plezier in het ontdekken van nieuwe dingen Laat heel

Nadere informatie

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele ontwikkeling 6

Nadere informatie

Thema 6 De puber. Aline de Vries. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/67705

Thema 6 De puber. Aline de Vries. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/67705 Auteur Aline de Vries Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 november 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67705 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

4. Verantwoordelijkheid

4. Verantwoordelijkheid 4. Verantwoordelijkheid Geef kinderen meer verantwoordelijkheid Kinderen ontwikkelen zich door belangrijk te mogen zijn. Kinderen kunnen in toenemende mate al veel zelf en het is voor hen belangrijk dat

Nadere informatie

Ouderbijeenkomst Basisschool Eerschot Week van de Lentekriebels

Ouderbijeenkomst Basisschool Eerschot Week van de Lentekriebels Ouderbijeenkomst Basisschool Eerschot Week van de Lentekriebels Relationele en seksuele opvoeding op school en thuis Christel van Helvoirt medewerker Gezondheidsbevordering GGD Hart voor Brabant Bovenbouw:

Nadere informatie

TOOLKIT ROUW EN VERDRIET

TOOLKIT ROUW EN VERDRIET TOOLKIT ROUW EN VERDRIET ALS JE IEMAND DICHTBIJ VERLIEST. Rouwen: een werkwoord waarvan je de betekenis pas leert kennen als je voor het eerst iemand verliest die veel voor jou betekende. Misschien wil

Nadere informatie

Lesmodule 4 fasen van. dementie. VOORBEELD LESMODULE: 4 fasen van dementie

Lesmodule 4 fasen van. dementie. VOORBEELD LESMODULE: 4 fasen van dementie Lesmodule 4 fasen van dementie Inhoudsopgave: 1. Wat is dementie? blz. 3 2. Twee basisprincipes over de werking van de hersenen blz. 4 3. Omschrijving van de vier fasen van ikbeleving bij dementie blz.

Nadere informatie

Identiteitsontwikkeling

Identiteitsontwikkeling Identiteitsontwikkeling Bij tweelingen drs. Thea Kokkeler Provision Praktijk Wie ben jij? Identiteit. Who are you?????? Aan je nieuwe juf op school (je bent 8 jaar) Schrijf dit s.v.p. op Stel jezelf voor.

Nadere informatie

Psychosociale ontwikkeling

Psychosociale ontwikkeling Psychosociale ontwikkeling De psychosociale ontwikkeling van het kind Reeds in de baarmoeder ontstaat er een wisselwerking tussen ouder en kind. De baby is al vertrouwd geraakt met de stem van de ouder

Nadere informatie

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE Voorstelronde Mesut Cifci, onderwijsondersteuner/oudercontactpersoon Welke ouders zijn er vandaag aanwezig? Samen met en van elkaar leren! Het belang

Nadere informatie

bij het Overdrachtdocument peuter - kleuter

bij het Overdrachtdocument peuter - kleuter Zor gboek je bij het Overdrachtdocument peuter - kleuter Datum Ingevuld door: (naam en functie): STEDELIJK ZORGBOEKJE PEUTER- KLEUTER ROTTERDAM Zorgboekje De pedagogisch medewerker vult dit boekje behorende

Nadere informatie

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje.

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje. 1-1. HET PROBLEEM Pesten en plagen worden vaak door elkaar gehaald! Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje. Als je gepest bent, heb je ervaren dat pesten

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 1. Omgaan met jezelf, met en met volwassenen Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 Zelfbeeld Sociaal gedrag belangstelling voor andere kinderen, maar houden weinig rekening met de ander

Nadere informatie

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein Fijn, mijn kind heeft een puberbrein drs. Anje de Vries Bureau Meesterschap Oosterhoutstraat 9a 9401 NA Assen Ontwikkeling Ontwikkelingsgebieden A. Lichamelijke ontwikkeling groei, zintuigen en de motoriek

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL I ONTWIKKELEN: EEN LEVENSLANG PROCES 19. Voorwoord 13. Pictogrammen 14. Doelstellingen 15

INHOUDSTAFEL I ONTWIKKELEN: EEN LEVENSLANG PROCES 19. Voorwoord 13. Pictogrammen 14. Doelstellingen 15 INHOUDSTAFEL Voorwoord 13 Pictogrammen 14 Doelstellingen 15 I ONTWIKKELEN: EEN LEVENSLANG PROCES 19 A Wat is ontwikkeling? 21 1 Definitie en kenmerken 21 1.1 Definitie 21 1.2 Algemene kenmerken van ontwikkeling

Nadere informatie

AANRAKEN als eerste en als laatste taal

AANRAKEN als eerste en als laatste taal AANRAKEN als eerste en als laatste taal Brabantse Kennisdag Dementie 5 november 2015 Drs. Marieke Schoenmakers 1 Voorstellen Marieke Schoenmakers Geestelijk verzorger Afgestudeerd op aanraken Aanraken

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Ontwikkelingspsychologie

Ontwikkelingspsychologie Ontwikkelingspsychologie Lesweken: week 36 t/m week 50, uitgezonderd week 42 (herfstvakantie) en week 45 (projectweek) Toets: Thema 1, 3 8 (baby t/m volwassenen) + wat er verder in de les is behandeld

Nadere informatie

Signalen van pesterijen Hoe herken je een pester? Hoe kun je pesten voorkomen?

Signalen van pesterijen Hoe herken je een pester? Hoe kun je pesten voorkomen? Protocol pesten Op kinderdagverblijf de Boerderij bespreken wij met de kinderen hoe we met elkaar omgaan en leren we al jong rekening te houden met andere kinderen en ook zelf grenzen aan te geven. In

Nadere informatie

Leerdoelen Spraaktaal Kids

Leerdoelen Spraaktaal Kids Leerdoelen Spraaktaal Kids Ik ben ik! kent het onderscheid tussen voor- en achternaam, roepnaam en troetelnaam kan benoemen wanneer en waar hij/zij geboren is kan aan iemand die niet kan zien uitleggen

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

dit ben ik Mijn naam is: Ik ga op (datum) naar de basisschool.

dit ben ik Mijn naam is: Ik ga op (datum) naar de basisschool. (logo peuterspeelzaal) OVERDRACHT PEUTER - KLEUTER Mijn naam is: dit ben ik Ik ga op (datum) naar de basisschool. Ik speel het liefst met..(speelgoed, binnen / buiten) en ik heb veel belangstelling voor..

Nadere informatie

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave Wat betekent het dat uw kind moeilijk lerend is en wat 3

Nadere informatie

Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels

Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels Relationele en seksuele opvoeding op school en thuis Naam Christel van Helvoirt GGD Hart voor Brabant Waar denken jullie aan bij seksualiteit? Gevoelens Veiligheid

Nadere informatie

Gezinsreis Erik en Nicole

Gezinsreis Erik en Nicole Gezinsreis Erik en Nicole Het is 2001 als Erik en Nicole gaan trouwen. Ze kennen elkaar al een jaar of zes en zien een gezamenlijke toekomst helemaal zitten. Ze werken allebei fulltime en hebben een fijn

Nadere informatie

Groep 1, 2 Thema 1 De groep? Dat zijn wij! 1. Hallo, hier ben ik! Samen plezier maken en elkaar beter leren kennen.

Groep 1, 2 Thema 1 De groep? Dat zijn wij! 1. Hallo, hier ben ik! Samen plezier maken en elkaar beter leren kennen. Groep 1, 2 1. Hallo, hier ben ik! 2. Prettig kennis te maken Kinderen leren elkaar beter kennen en ontdekken verschillen en overeenkomsten. 3. Samen in de klas Over elkaar helpen, geholpen worden en afspraken

Nadere informatie

Thema s uit Leefstijl die specifiek over de relationele en seksuele ontwikkeling van kinderen gaan

Thema s uit Leefstijl die specifiek over de relationele en seksuele ontwikkeling van kinderen gaan Thema s uit Leefstijl die specifiek over de relationele en seksuele ontwikkeling van kinderen gaan Schuingedrukt de thema s die gaan over de relationele ontwikkeling van kinderen. Vetgedrukt de thema s

Nadere informatie

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein Fijn, mijn kind heeft een puberbrein drs. Anje de Vries Bureau Meesterschap Oosterhoutstraat 9a 9401 NA Assen Ontwikkelingsgebieden Ontwikkeling A. Lichamelijke ontwikkeling groei, zintuigen en de motoriek

Nadere informatie

Zuigeling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Hechtingsgedrag Cognitieve ontwikkeling Senso-motorische ontwikkeling: zie schema vlgs Piaget

Zuigeling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Hechtingsgedrag Cognitieve ontwikkeling Senso-motorische ontwikkeling: zie schema vlgs Piaget Zuigeling Groei: zie verwijzing naar groeidiagrammen op http://www.trajectvenv.nl Grove motoriek: - van liggen tot staan en lopen: zie sschema Fijne motoriek: - pasgeborene: gesloten handen - hele 1 e

Nadere informatie

Seksualiteit bij jongeren met een (chronische) aandoening

Seksualiteit bij jongeren met een (chronische) aandoening Seksualiteit bij jongeren met een (chronische) aandoening Op de polikliniek van het Universitair Kinderziekenhuis St Radboud ziekenhuis willen wij je met deze folder informatie geven over seksualiteit

Nadere informatie

De sociaal emotionele ontwikkeling van het jonge kind

De sociaal emotionele ontwikkeling van het jonge kind De sociaal emotionele ontwikkeling van het jonge kind Samen spelen en werken Kijkt met interesse naar het spel van een ander kind of speelt naast een ander kind hetzelfde spel Voert dezelfde handeling

Nadere informatie

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg Seksualiteit en ASS Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014 programma Opfrissen van informatie over ASS (heel kort het spectrum toelichten). ASS en seksualiteit belichten. Seksuele en relationele

Nadere informatie

Overdracht van kindinformatie

Overdracht van kindinformatie Overdracht van kindinformatie Invullen door ouder(s); eventueel aanvullen door pedagogisch medewerker Achternaam:... Voornaam:... Geslacht: jongen / meisje (omcirkelen wat van toepassing is) Geboortedatum:...

Nadere informatie

mei 2015 Beleid seksualiteit binnen SKSG

mei 2015 Beleid seksualiteit binnen SKSG mei 2015 Beleid seksualiteit binnen SKSG Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Hoe verloopt de seksuele ontwikkeling?... 3 3. Visie SKSG over omgaan met seksualiteit... 4 3.1. Omgeving... 5 3.2. Pedagogisch klimaat...

Nadere informatie

Signaleringswaaier kindermishandeling. Beweging Limburg tegen Kindermishandeling

Signaleringswaaier kindermishandeling. Beweging Limburg tegen Kindermishandeling Signaleringswaaier kindermishandeling. Beweging Limburg tegen Kindermishandeling LET OP EN STOP Er is maar één iemand nodig om kindermishandeling te stoppen Niet de aandacht en zorg krijgen die je nodig

Nadere informatie

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl Betrokken bij Buiten Welkom Het puberbrein als basis 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl Pubers Welk (puber)gedrag valt jou het meest op? We zijn allemaal puber geweest Leef je in!

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

Kind krijgt niet de mogelijkheid om beide ouders in gelijke mate als ouder te beleven;

Kind krijgt niet de mogelijkheid om beide ouders in gelijke mate als ouder te beleven; Op basis van onderzoeken in binnen en buitenland blijkt dat een scheiding effecten kan hebben op kinderen. Hier onder staat welke effecten het heeft voor kinderen van verschillende leeftijden (Van der

Nadere informatie

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders Hoe verwerk je een schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat voor iedereen ingrijpende gevolgen. Als kinderen

Nadere informatie

Factsheet Mediagebruik. 17- tot en met 18-jarigen

Factsheet Mediagebruik. 17- tot en met 18-jarigen Factsheet Mediagebruik 17- tot en met 18-jarigen Mediagebruik kenmerkend voor jongvolwassenen van 17 en 18 jaar Gemiddeld besteden kinderen van 17 en 18 jaar zo n vijf tot zes uur per dag aan televisiekijken,

Nadere informatie