INITIATIEF VOOR KWALITEITSBEVORDERING EN EPIDEMIOLOGIE BIJ KINDEREN EN ADOLESCENTEN MET DIABETES (IKEKAD)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INITIATIEF VOOR KWALITEITSBEVORDERING EN EPIDEMIOLOGIE BIJ KINDEREN EN ADOLESCENTEN MET DIABETES (IKEKAD)"

Transcriptie

1 INITIATIEF VOOR KWALITEITSBEVORDERING EN EPIDEMIOLOGIE BIJ KINDEREN EN ADOLESCENTEN MET DIABETES (IKEKAD) Resultaten 2015 Auteurs Suchsia CHAO, M.Sc., Kris Doggen, M.Sc., Ph.D., Astrid Lavens, M.Sc., Viviane Van Casteren, M.D.

2 Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD) Resultaten 2015

3 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid & Surveillance J. Wytsmanstraat Brussel België Dienst Gezondheidszorgonderzoek December 2017 Brussel, België Verantwoordelijke uitgever: Dr. Ir. Myriam Sneyers Algemeen directeur PH&S Report: PH&S Depotnummer: D/2017/2505/25 Dit verslag mag niet worden gereproduceerd, gepubliceerd of verspreid zonder de toestemming van het WIV-ISP.

4 Auteurs Suchsia CHAO*, M.Sc. Kris Doggen, M.Sc., Ph.D. Astrid Lavens, M.Sc. Viviane Van Casteren, M.D. Groep van Experten IKEKAD Prof. V. Beauloye, Cliniques Universitaires Saint-Luc, Brussel Dr. D. Beckers, Cliniques Universitaires de Mont-Godinne, Yvoir Prof. K. Casteels, Universitair Ziekenhuis Leuven, Leuven Dr. M. Coeckelberghs, ZNA Middelheim, Antwerpen Dr. K. Doggen, WIV, Brussel Dr. L. Dooms, Ziekenhuis Maas en Kempen, Maaseik Dr. H. Dotremont, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Antwerpen Dr. M.-C. Lebrethon, CHR de la Citadelle, Luik Dr. K. Logghe, AZ Delta, Roeselare Dr. J. Louis, Grand Hôpital de Charleroi, Charleroi Prof. G. Massa, Jessa Ziekenhuis, Hasselt Dr. T. Mouraux, Cliniques Universitaires de Mont-Godinne, Yvoir Dr. N. Seret, Cliniques Saint-Joseph, Luik Dr. S. Tenoutasse, Universitair kinderziekenhuis Koningin Fabiola, Brussel Dr. S. Van Aken, Universitair Ziekenhuis Gent, Gent Dr. J. Vanbesien, Universitair Ziekenhuis Brussel, Brussel *Contact Suchsia Chao Tel.: +32 (0) Suchsia.Chao@wiv-isp.be

5 SAMENVATTING In dit rapport worden de resultaten beschreven van de vijfde audit bij de erkende pediatrische diabetescentra (hierna de PDC s genoemd). In de audit werden gegevens verzameld van 2880 patiënten met type 1-diabetes, jonger dan 19 jaar, die in 14 PDC s werden behandeld. De gegevens hebben betrekking op de zorg in In dit rapport wordt gefocust op trends in de zorgkwaliteit en kenmerken van de studiepopulatie in de periode De voornaamste bevindingen waren: Een aantal aspecten van de zorgkwaliteit, zoals gemeten met een brede set van proces- en uitkomstindicatoren, verbeterde in de periode : er was een stijging van het aantal bloeddrukmetingen en van het aantal patiënten dat het therapiedoel van HbA1c < 7,5% haalde. De meting van het HbA1c (één of drie keer), van de BMI en de screening voor coeliakie en schildklierautoimmuniteit was consistent hoog (> 80%) in alle audits. De verbetering van het HbA1c werd vastgesteld in 13 van de 14 PDC s en was voornamelijk onafhankelijk van de kenmerken van de patiënt (geslacht, kerngezinstatus...) en het insulineschema: uit de gegevens bleek dat de verbetering van het HbA1c meestal voorkwam bij patiënten boven de 10 jaar oud en ook bij patiënten van wie minstens één ouder de Kaukasische etniciteit had. In de periode bleef het niveau van de acute en chronische complicaties en cardiovasculaire risicofactoren stabiel. In conclusie, ondanks de beperkingen van het transversale karakter van de studie en de beperkte follow-up, bleek uit de vijfde IKEKAD-audit dat er een gunstige evolutie is op het vlak van het HbA1c, een belangrijke indicator van de zorgkwaliteit. Uit toekomstige audits zal moeten blijken of deze evolutie aanhoudt. Omdat sinds 2013 extra gegevens worden verzameld (alle patiënten die in aanmerking komen worden in de steekproef opgenomen, en niet slechts bij helft) zal het ook mogelijk worden om het HbA1ctraject van individuele patiënten en de bepalende factoren te analyseren, waardoor we meer aanwijzingen zullen hebben over de factoren waarop we ons het meeste moeten richten wanneer we de zorgkwaliteit bij pediatrische diabetespatiënten willen verbeteren. 5

6 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING INLEIDING STUDIEMETHODOLOGIE Studiepopulatie Gegevensverzameling Behandeling van longitudinale data Feedbackrapporten Definities Kerngezin Insulineschema s Ernstige hypoglycemische episode Opname wegens (ernstige) diabetische ketoacidose (DKA) of wegens hyperosmolaire hyperglycemische toestand (met of zonder ketose) (HHS) Gegevensanalyse Berekening van leeftijd en diabetesduur Berekening van z-scores voor lengte, gewicht, BMI en bloeddruk Classificatie als overgewicht of obesitas Classificatie van bloeddruk Statistische analyses RESULTATEN Zorgkwaliteit in 2015 en de evolutie sinds Zorgprocessen Zorguitkomsten Evolutie van het gemiddelde HbA1c Kenmerken, behandeling en uitkomsten van patiënten Sociodemografische en diabetes-gerelateerde kenmerken Ontwikkeling van kinderen en adolescenten met type 1-diabetes Insulineschema en zelfcontrole van de glycemie Transversale evolutie van de metabole controle en zijn determinanten Leeftijd, geslacht en puberale status Gezinsstructuur Etniciteit van de ouders Insulineschema Internationale vergelijking van HbA1c Acute complicaties Ernstige hypoglycemische episodes Opnamen voor (ernstige) diabetische ketoacidose Overgewicht en obesitas Bloeddruk Chronische complicaties en comorbiditeiten

7 4. CONCLUSIES BIJLAGE A: DATASET IKEKAD BIJLAGE B: DEFINITIES VAN ZORGKWALITEITSINDICATOREN APPENDIX C: DEELNEMENDE PEDIATRISCHE DIABETESCENTRA REFERENTIES

8 1. INLEIDING Belgische pediatrische diabetescentra (PDC s) hebben de mogelijkheid een overeenkomst te ondertekenen met het RIZIV (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering). In die overeenkomst wordt een aantal organisatorische en financiële aspecten van de diabeteszorg geformaliseerd. Het stipuleert ook dat PDC s moeten deelnemen aan een audit die tot doel heeft de zorgkwaliteit te verbeteren. Deze audit wordt georganiseerd door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV-ISP) en werd Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD) genoemd. Ter herinnering, sinds 2013 vinden de audits tweejaarlijks en niet jaarlijks plaats, en worden alle personen jonger dan 19 jaar met type 1-diabetes erin opgenomen, in plaats van een steekproef van slechts 50% te nemen. De audit heeft betrekking op sociodemografische gegevens, gegevens over de behandeling van diabetes en op de acute en chronische complicaties van diabetes. De dataset was gebaseerd op de Basic Information Sheet for Children and Adolescents waar naar verwezen wordt in de aanbevelingen van de International Society for Pediatric and Adolescent Diabetes (ISPAD), gepubliceerd in 2014 (1), op de vragenlijsten die werden gebruikt in de opeenvolgende Hvidøre-studies (2), en op parameters die zijn opgenomen in gelijksoortige kwaliteitsbevorderende initiatieven in Duitsland en Oostenrijk (3) en Engeland en Wales (4). De data uit de audit worden gebruikt om kwaliteitsindicatoren op te stellen, zowel voor de zorgprocessen als voor de zorguitkomsten. De indicatoren zijn gebaseerd op de internationale aanbevelingen voor pediatrische diabeteszorg, uitgegeven door ISPAD in 2014 (online vrij toegankelijk via De resultaten worden op twee manieren aan de PDC s gerapporteerd: 1. Elk PDC ontvangt een geïndividualiseerd rapport waarin zijn prestaties worden vergeleken met de gemiddelde prestaties en alle andere geanonimiseerde PDC s. Door te benchmarken kunnen tekortkomingen in de zorgkwaliteit worden vastgesteld. Dit kan op zijn beurt leiden tot plaatselijke inspanningen om de kwaliteit te verbeteren. 2. Er wordt een globaal rapport opgemaakt met een onderzoek van de zorgkwaliteit, gemeten met proces- en uitkomstindicatoren, en met epidemiologische aspecten van pediatrische en adolescente diabetes. In dit globaal rapport wordt de vijfde cyclus van audit en feedback, betreffende de zorg in 2015, gedocumenteerd. Er wordt gefocust op trends in de zorgkwaliteit en kenmerken van de studiepopulatie in de periode Inleiding Algemene resultaten over de zorgverlening in 2008, 2010, 2011 en 2013 vindt u online (binnenkort, er wordt aan de website gewerkt). 8

9 2. STUDIEMETHODOLOGIE IKEKAD is een retrospectieve transversale studie: één keer om de twee jaar wordt een audit gehouden over de zorgverlening in het voorafgaande jaar STUDIEPOPULATIE In 2015 namen PDC s patiënten in de studiepopulatie op volgens de onderstaande beslissingsboom: Studiemethodologie 9

10 De patiënten konden in een tweestappenselectie worden opgenomen: Stap 1: De studiepopulatie omvatte alle personen met type 1-diabetes, die op 1 januari 2016 < 19 jaar waren, en behandeld werden in een van de PDC s die de algemene conventie 1 met het RIZIV hadden ondertekend. Specifieke exclusiecriteria waren: zwangerschap en gebrek aan een ondertekend informed-consentformulier. Stap 2: Patiënten die niet beantwoordden aan de inclusiecriteria van stap 1 moesten worden opgenomen indien ze werden opgevolgd in de CGM-conventie 2, een andere overeenkomst tussen de PDC s en het RIZIV. Op het einde van de gegevensverzameling was er slechts 1 patiënt geselecteerd in stap 2 (niet type 1-diabetes). Door de beperkte omvang van deze subgroep werd deze patiënt niet opgenomen voor verdere analyse in dit verslag. In deze audit werden, naast patiënten die in de algemene conventie werden gevolgd, ook patiënten in de studie opgenomen die werden opgevolgd in de CGM-conventie. Van de 14 PDC s die in 2015 deelnamen aan de IKEKAD kon de helft een CGM-systeem voorstellen. Het insulineschema was bekend voor 98.9% (N=2880) van de steekproef. Van dit percentage werd 18.3% (N=2848) behandeld met een insulinepomp die in 11.6% (N=521) van de gevallen van het CGM type (continue glucosemonitoring) was. Onder de patiënten die het CGM-systeem gebruikten, werd 86.7% (N=60) in de CGM-conventie opgevolgd waarvan 82.7% (N=52) werd behandeld in een PDC die de CGM-conventie voorstelden. Vier patiënten kregen CGM maar gebruikten de insulinepomp niet en werden niet in de CGM-conventie gevolgd. In 2015 waren er 14 PDC s in België: 7 in het Vlaamse gewest, 4 in het Waalse gewest, en 3 in de Brusselse regio. In totaal behandelden de 14 deelnemende PDC s in patiënten, van wie 2905 (89,2%) in aanmerking kwamen voor inclusie volgens de bovenstaande criteria. In de audit zelf werden data opgenomen van 2898 patiënten, hetzij 99,8% van de patiënten die in aanmerking kwamen. Het kleinste PDC bracht 101 patiënten aan, en het grootste 460 (mediaan: 162 patiënten). Van de 2898 patiënten werden er sommige in verscheidene PDC s gezien, wat betekent dat gegevens van deze patiënten verschillende keren in de database voorkwamen. Om de algemene analysen uit te voeren, werden dubbele registraties uitgesloten (n=18). Studiemethodologie Wanneer de database meer dan één dossier voor een patiënt bevatte (omdat hij/zij tijdens de auditperiode verscheidene centra had bezocht), hielden we slechts één dossier over, volgens de volgende procedure: a) Het dossier van het centrum waar de patiënt het laatst naartoe ging, werd behouden (op basis van de recentste inschrijvingsdatum in de conventie). a) Als de inschrijvingsdatum niet bekend was, werd het uitgesloten dossier willekeurig bepaald. Na deze procedure omvatte de audit gegevens van 2880 patiënten

11 2.2. GEGEVENSVERZAMELING Om de gegevens in te voeren gebruikten de PDC s de HD4DP-applicatie (HealthData for Data Providers), een tool om data te verzamelen die werd ontwikkeld door het Healthdata.be-platform. De vragenlijst wordt in bijlage A voorgesteld. De verzameling van de gegevens werd in twee fasen uitgevoerd: 1. De eerste fase liep van 4 januari 2016 tot 29 april In deze fase voerden de PDC s data in voor al hun patiënten. 2. De tweede fase begon zodra de PDC s klaar waren met de invoer van data voor alle patiënten. De PDC s ontvingen in HD4DP vragen over mogelijke problemen met de kwaliteit van de gegevens en werden uitgenodigd om correcties te sturen. De laatste correctie werd op 10 november 2016 ontvangen, en op dat moment werd de database afgesloten BEHANDELING VAN LONGITUDINALE DATA Sinds 2010 krijgen patiënten een unieke patiëntencode wanneer ze voor het eerst worden opgenomen in de IKEKAD-tool voor gegevensverzameling. Daarmee is over verloop van tijd een longitudinale follow-up van klinische data mogelijk. Tot de gegevensverzameling van 2013 waren de PDC s er zelf verantwoordelijk voor dat de link tussen de identiteit van de patiënten en hun code in IKEKAD behouden bleef. In het vorige globaal rapport (2013) bleek uit het onderzoek van de longitudinale patiëntengegevens dat het gebruik van deze codes aan de basis kon liggen van verschillende problemen met de kwaliteit van de gegevens: -- Sommige patiënten kregen tijdens elke audit een volledig nieuwe registratie, wat leidde tot verschillende codes voor één en dezelfde patiënt. -- Stabiele kenmerken van de patiënt, zoals het geslacht en de etniciteit van de ouders, waren soms verschillend in verscheidene dossiers met dezelfde patiëntencode. -- Naast het feit dat stabiele patiëntenkenmerken in de loop der jaren verschillend waren, waren ook de ontbrekende gegevens anders. Zo was de etniciteit van de ouders slechts in één van de twee dossiers van dezelfde patiënt bekend. Daarom werd in 2015 de oude patiëntencode niet meer gebruikt en vervangen door het INSZ (identificatienummer sociale zekerheid), wat de identificatie betrouwbaarder maakt. Het INSZ werd door ehealth gepseudonimiseerd vooraleer het naar Healthdata werd verstuurd en in de data-opslagplaats van Healthdata werd opgeslagen. Om deze wijziging te implementeren, werden twee registers in de HD4DPapplicatie voorzien: 1. IKEKAD Recode : met deze registratie konden de PDC s een link leggen tussen het INSZ van de patiënten en hun oude code. Voor elke PDC werd de IKEKAD Recode zodanig ontworpen dat de stabiele data van de patiënten werden getoond, waardoor het linken gemakkelijker werd. Het aantal dossiers werd ook beperkt tot het totale aantal patiënten in de PDC. Zolang deze stap niet was afgehandeld, kregen de PDC s geen toegang tot het IKEKAD -register. 2. IKEKAD : met dit register konden de PDC s alle data van de patiënten die vereist waren voor IKEKAD aanleveren. Dit register werd automatisch aangevuld met de stabiele data van de patiënten, op basis van de informatie in het IKEKAD Recode -register. Patiënten voor wie geen INSZ werd bezorgd, komen niet meer in aanmerking voor verdere longitudinale follow-up, omdat vanaf 2015 patiënten worden gevolgd op basis van hun gepseudonimiseerde INSZ. Vóór de koppelingsprocedure konden 3438 patiënten longitudinaal worden gevolgd met de oude code (tussen 2010 en 2013). Nu konden 3346 patiënten longitudinaal worden gevolgd met het INSZ (tussen 2010 en 2015). De koppelings procedure heeft de mogelijkheid beperkt om een patiënt door de verschillende gegevensverzamelingen te volgen, maar ze heeft de betrouwbaarheid van de patiëntenidentificatie en de follow-up verbeterd. Studiemethodologie 11

12 2.4. FEEDBACKRAPPORTEN Geïndividualiseerde feedbackrapporten werden naar de PDC s gestuurd op 3 april Deze rapporten geven een beeld van de prestaties van een PDC in 2015, gebenchmarkt met de gemiddelde prestaties en de prestaties van zijn geanonimiseerde collega-centra DEFINITIES Kerngezin Kind dat woont bij beide biologische ouders of beide adoptieouders. Alle andere gezinsvormen worden niet beschouwd als een kerngezin Insulineschema s In 2015 werden de categorieën van insulinebehandeling vereenvoudigd tot 5 groepen. De insulinebehandeling van de patiënt werd door het PDC ondergebracht in één van de volgende schema s: 1. 2 injecties per dag of minder 2. 3 injecties per dag 3. 4 of meer injecties per dag (basaal-bolusschema) 4. Insulinepomp 5. Ander schema Vóór deze vereenvoudiging moesten de artsen het onderscheid maken tussen voorgemengde insulines en gepersonaliseerde insulinemengsels en ook tussen een occasionele toediening van snelwerkende of normale insuline en een systematische toedoening, wat de indeling moeilijk maakte (zie verder). De insulinebehandelingscategorieën vóór 2015: 1. Schema 1 ( premix 2 ): de patiënt wordt behandeld met standaard insulinemengsels, bestaande uit een insuline met intermediaire werkingsduur en een snelwerkende insuline of een ultrasnelwerkend insuline-analoog, tweemaal daags ( s morgens en s avonds), met occasioneel een extra toediening van een ultrasnelwerkend insuline-analoog of een snelwerkende insuline. 2. Schema 2 ( freemix 2 ): de patiënt wordt behandeld met individueel samengesteld insulinemengsels, bestaande uit een insuline met intermediaire werkingsduur en een snelwerkende insuline of een ultrasnelwerkend insuline-analoog, tweemaal daags ( s morgens en s avonds), met occasioneel een extra toediening van een ultrasnelwerkend insuline-analoog of een snelwerkende insuline. 3. Schema 3 ( freemix 3): de patiënt wordt behandeld met individueel samengesteld insulinemengsels, bestaande uit een insuline met intermediaire werkingsduur en een snelwerkende insuline of een ultrasnelwerkend insuline-analoog, tweemaal daags ( s morgens en s avonds), met elke dag een extra toediening van een ultrasnelwerkend insuline-analoog of een snelwerkende insuline. 4. Schema 4 ( basaal-bolus ): de patiënt wordt behandeld eenmaal daag met een basaal insuline, hetzij een langwerkend insuline-analoog of een insuline met intermediaire werkingsduur, en met bolussen van een ultrasnelwerkend insuline-analoog of een snelwerkende insuline. 5. Schema 5 ( pomp): de patiënt wordt behandeld met een insulinepomp. 6. Schema 6 ( andere ): de patiënt wordt volgens geen van hoger vermelde schema s behandeld. Voor voorbeelden van de hierboven vermelde insulinetypes wordt naar Tabel 1 verwezen. Studiemethodologie 12

13 Tabel 1 Voorbeelden van insulinetypes Insulinetype Ultrasnelwerkende insulineanalogen Snelwerkende insulines Insulines met intermediaire werkingsduur Langwerkende insuline-analogen Voorbeelden insuline glulisine (Apidra ), insuline lispro (Humalog ), insuline aspart (NovoRapid ) insuline (Actrapid ), insuline (Humuline Regular ), insulin (Insuman Rapid ) insuline isophane (Humuline NPH ), insuline isophane (Insulatard ), insuline isophane (Insuman Basal ) insuline glargine (Lantus ), insuline detemir (Levemir ) Wat de analyse in de oude indeling van insulinebehandelingen betreft, werden schema s 2 en 3 in één categorie ondergebracht, omdat het in de praktijk moeilijk is om een onderscheid te maken tussen een occasionele en een systematische derde toediening van insuline, en schema 1 werd opgenomen in de andere -categorie (schema 6), omdat slechts weinig patiënten werden behandeld met voorgemengde insuline. Al deze moeilijkheden en inconsistenties hebben er ons toe geleid om de categorieën van insulinebehandeling opnieuw te bekijken Ernstige hypoglycemische episode We gebruikten de definitie die ISPAD geeft voor ernstige hypoglykemie. Bij kinderen wordt ernstige hypoglykemie gedefinieerd als een event dat gepaard gaat met een gedeeltelijk of totaal bewustzijnsverlies en met de nood aan assistentie van een derde (5). Het aantal episodes in een periode van 3 maanden tijdens de auditperiode werd opgetekend Opname wegens (ernstige) diabetische ketoacidose (DKA) of wegens hyperosmolaire hyperglycemische toestand (met of zonder ketose) (HHS) Iedere opname in de auditperiode wegens DKA of HHS werd opgetekend, los van de ernst of de biochemische bevestiging. De episode van DKA bij diagnose werd niet opgetekend GEGEVENSANALYSE Berekening van leeftijd en diabetesduur Alleen de geboortemaand en het geboortejaar waren beschikbaar voor de analyse. Voor iedere patiënt werd de leeftijd berekend als de gemiddelde leeftijd die iemand die in die maand en in dat jaar werd geboren zou hebben op de referentiedatum. De referentie datum werd vastgelegd op het einde van de auditperiode (31/12/2015 bij de laatste audit). De diabetesduur werd berekend als het verschil in jaren tussen de datum van de diagnose en de referentiedatum, zoals hierboven gedefinieerd. De leeftijd bij diagnose werd berekend als het verschil tussen de gemiddelde leeftijd op de referentiedatum en de diabetesduur. Studiemethodologie Berekening van z-scores voor lengte, gewicht, BMI en bloeddruk Leeftijds- en geslachtsspecifieke z-scores en percentielen voor lengte, gewicht en BMI werden berekend aan de hand van de Vlaamse groeicurven (6). Die zijn online beschikbaar: Leeftijds-, geslachts- en lengtespecifieke z-scores en percentielen voor systolische en diastolische bloeddruk werden berekend zoals beschreven in het Fourth Report on the Diagnosis, Evaluation, and Treatment of High Blood Pressure in Children and Adolescents (7) (online beschikbaar; health/prof/heart/hbp/hbp_ped.pdf). De berekening van de z- scores voor de bloeddruk hangt af van de z-score voor de lengte, en die z-score werd berekend op basis van de groeicurven van het Center for

14 Disease Control ( zoals aanbevolen door het hierboven aangehaalde rapport, en niet op basis van de Vlaamse groeicurven Classificatie als overgewicht of obesitas Kinderen en adolescenten werden geclassificeerd als hebbende overgewicht of obesitas op basis van de geslachtsspecifieke BMI-grenswaarden die door Cole et al. zijn gerapporteerd (8) en worden gebruikt door de International Obesity Task Force (IOTF). Op de leeftijd van 18 jaar liggen deze grenswaarden op de percentielen van de grenswaarden voor overgewicht (25 kg/m²) en obesitas (30 kg/m²) bij volwassenen. Deze percentielen zijn gebaseerd op de groeicurven uit zes landen (Brazilië, Hong Kong, Nederland, Singapore, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika). De grenswaarden, die voor ieder leeftijdsinterval van zes maanden worden gerapporteerd, werden lineair geïnterpoleerd om preciezere leeftijdsspecifieke grenswaarden te krijgen, zoals aanbevolen door Cole et al. (8). Er zijn geen grenswaarden voor kinderen onder de leeftijd van 2 jaar. Jongvolwassenen van 18 jaar en ouder werden geclassificeerd volgens de BMI-grenswaarden voor volwassenen Classificatie van bloeddruk Kinderen en adolescenten werden geclassificeerd als (pre-)hypertensief volgens de aanpak die werd beschreven in het Fourth Report on the Diagnosis, Evaluation, and Treatment of High Blood Pressure in Children and Adolescents (7). De criteria worden samengevat in Tabel 2. Merk op dat de classificatie gebaseerd moet zijn op verschillende metingen van de bloeddruk tijdens verschillende consultaties. In dit rapport werd de classificatie gebaseerd op eenmalige metingen. De resultaten moeten daarom omzichtig worden geïnterpreteerd. Tabel 2 Gehanteerde criteria voor de classificatie van kinderen en adolescenten in bloeddrukcategorieën Normotensief: bloeddruk <90ste percentiel en <120/80 mmhg. Prehypertensief: bloeddruk 90ste percentiel en <95ste percentiel, of 120/80 mmhg. Hypertensief: bloeddruk 95ste percentiel, of 120/80 mmhg. - Hypertensief, stadium 1: bloeddruk 95ste percentiel en <(99ste percentiel + 5 mmhg). - Hypertensief, stadium 2: bloeddruk (99ste percentiel + 5 mmhg). Studiemethodologie Statistische analyses Statistische analyses werden in SAS 9.4 uitgevoerd. Normaal verdeelde variabelen worden gerapporteerd als gemiddelde ± standaardfout (SE) of worden vergezeld van een 95% betrouwbaarheidsinterval (BI). Niet-normaal verdeelde variabelen worden gerapporteerd als mediaan en interkwartielafstand (IQR, afstand tussen 25ste en 75ste percentiel). Parametrische en niet-parametrische tests werden gebruikt waar ze nodig waren, behalve wat lineaire regressie betreft, die ook werd gebruikt bij niet-normaal verdeelde variabelen. Categorische variabelen werden statistisch vergeleken met de χ 2 -test of logistische regressie. Betrouwbaarheidsintervallen van ruwe incidentieratio s werden berekend met de exact Poisson -methode. Niet-gecorrigeerde incidentieratio s (IRR s) werden berekend met Poisson-regressie. De algemene prestatie op het vlak van zorgkwaliteitsindicatoren werd bestudeerd op een herhaalde transversale manier met generalized estimating equations (GEE), met gebruikmaking van de logit linkfunctie, een uitwisselbare correlatiestructuur en robuuste standaardafwijkingen (GENMOD-procedure in SAS). Deze analyse hield er rekening mee dat antwoorden binnen PDC s gecorreleerd waren en het leidde tot een gepaste inflatie van standaardafwijkingen, waardoor overdreven optimistische conclusies in vergelijking met een standaard-glm-aanpak werden voorkomen. Specifieker: de uitwisselbare correlatiestructuur veronderstelde een enkele correlatie tussen om het even welk paar antwoorden binnen een PDC. De enige verklarende variabele die in deze modellen werd opgenomen, was auditjaar. 14

15 Het werd opgenomen als een categorische en als een continue variabele in afzonderlijke modellen. In het categorische geval werd elk paar auditjaren vergeleken, met gebruik van de Tukey-Kramercorrectie voor multipele vergelijkingen. In het continue geval werd de hypothese getest of er in de tijd lineaire veranderingen waren in de prestaties, waarbij rekening werd gehouden met het ongelijke tijdsinterval tussen de audits. Dezelfde modellen werden gebruikt om de algemene en PDC-specifieke evolutie van HbA1c in de tijd te bestuderen. Door een extra verklarende variabele in deze modellen op te nemen (bv. insulineschema) en door de interactie met auditjaar te bestuderen, waren we bovendien in staat om de evolutie van HbA1c te onderzoeken, gestratificeerd naar deze extra verklarende variabele. Bij deze herhaalde transversale analyses moeten we in gedachten houden dat de set van patiënten die in jaar x wordt geanalyseerd niet identiek is aan die in jaar y. Daarom zijn conclusies die uit deze data worden getrokken alleen van toepassing op evoluties op het niveau van de populatie en kunnen die niet worden geëxtrapoleerd naar evoluties op het niveau van de individuele patiënt. We geven dan ook geen resultaten van echte longitudinale analyses, zoals de evolutie van HbA1c binnen een patiënt in de tijd en de mogelijke voorspellende factoren. Deze analyses werden nog niet uitgevoerd omdat we alleen data hadden voor maximaal vier tijdpunten (2010, 2011, 2013 en 2015) en alleen maar voor een relatief kleine subgroep (Tabel 3). Het aantal patiënten dat verschillende keren werd opgenomen werd verder beperkt door de hercoderingsprocedure (zie paragraaf 2.3) waarin de link werd gelegd tussen de oude code van de patiënt (gebruikt in 2010, 2011 en 2013) en het INSZ (gebruikt sinds 2015). Preliminaire analyses brachten aan het licht dat de dataset het niet mogelijk maakte conclusies te trekken met voldoende statistische kracht. Tabel 3 Frequentie waarmee unieke patiënten werden opgenomen in de steekproef in opeenvolgende audits (2010, 2011, 2013 en 2015) N % Eén keer opgenomen ,6 Twee keer opgenomen ,1 Drie keer opgenomen ,0 Vier keer opgenomen 177 5,3 AANTAL UNIEKE PATIËNTEN ,0 Het is belangrijk om te weten dat, hoewel we geen echte longitudinale analyse uitvoerden, het door de gekozen herhaalde transversale benadering met de interpretatie op het niveau van de populatie, mogelijk is de gebieden te identificeren waar de zorgkwaliteit verbetert, en de gebieden waar dat niet het geval is. Studiemethodologie 15

16 3. RESULTATEN 3.1. ZORGKWALITEIT IN 2015 EN DE EVOLUTIE SINDS 2008 Kwaliteitsindicatoren voor de zorgprocessen en -uitkomsten werden geïdentificeerd op basis van de aanbevelingen van ISPAD en ADA (1,9,10). Er werden algemene en PDC-specifieke scores voor deze indicatoren berekend. De definities van de indicatoren worden weergegeven in bijlage B Zorgprocessen In Tabel 4 zien we de prestaties in 2015 op het vlak van procesindicatoren. De tabel toont ook de verdeling van de prestaties van de individuele PDC s, en legt de nadruk op de aanzienlijke variatie in prestaties inzake meting van de bloeddruk en bloedlipiden, en de screening voor retinopathie, nefropathie en neuropathie. Door technische problemen tijdens het uploaden van gegevens in batch was één PDC niet is staat om resultaten te leveren over de bepaling van de BMI en de meting van de bloeddruk van de patiënten, wat verklaart waarom voor deze indicatoren in de percentiel 0 -categorie de prestatie 0% is. Tabel 4 Prestaties van PDC s in 2015 op het vlak van procesindicatoren Procesindicatoren Algemene prestatie % N Verdeling van PDC-specifieke prestatie % (N=14) P0 P50 P100 Minstens 1 HbA1c-meting 99, ,6 99,3 100,0 Minstens 3 HbA1c-metingen 90, ,2 90,9 98,0 Meting van de BMI 94, ,0 99,1 100,0 Meting van de bloeddruk Alle patiënten 80, ,0 87,9 99,2 12 j ,0 94,2 100,0 Meting van bloedlipiden Alle patiënten ,3 86,2 97,7 12 j 85, ,7 86,1 98,8 Screening voor retinopathie Alle patiënten ,7 40,5 99,2 10j /<10j indien de puberteit is bereikt a 50, ,9 48,0 99,0 Screening voor nefropathie Alle patiënten ,0 64,0 87,4 10j /<10j indien de puberteit is bereikt a 74, ,4 70,6 90,1 Screening voor neuropathie 28, ,0 2,6 86,5 Screening voor coeliakie 88, ,3 90,2 98,5 Screening voor schildklierauto-immuniteit 89, ,3 91,1 98,5 3 consultaties in , ,7 91,5 99,2 Resultaten 16 a De richtlijnen (9) bevelen een screening aan bij patiënten van minstens 10 jaar OF bij patiënten van minder dan 10 jaar die de puberteit hebben bereikt met een diabetesduur tussen 2 en 5 jaar.

17 De volgende boxplots laten de evolutie van de prestatie zien op het vlak van procesindicatoren tussen 2008 en De prestatie van individuele PDC s wordt getoond als ongevulde cirkels en het gemiddelde van de prestatie wordt door een rode stip weergegeven. Merk op dat de waarden voor 2015 lichtjes anders zijn dan die in Tabel 4. In deze grafieken worden aangepaste waarden van de GEE-modellen getoond (rode stip) waarbij rekening wordt gehouden met de clustering van antwoorden binnen de PDC s (zie 2.6.5). Significante verschillen in de gemiddelde prestaties tussen verschillende auditjaren worden met een asterisk gemarkeerd. De omvang van de steekproef voor ieder auditjaar bedraagt respectievelijk 974, 1196, 1193, 2657 en 2898 patiënten. De percentages voor de meting van HbA1c (één of drie keer), BMI, bloedlipiden en screening voor coeliakie en schildklierauto-immuniteit waren consistent hoog (> 80%) in alle audits. De percentages voor de bloeddrukmeting verhoogden significant naar een hoog niveau. De percentages voor nefropathiescreening waren iets lager en stabiel. Uit alle audits blijkt dat bij benadering 50-60% van de doelgroep jaarlijks gescreend werd voor retinopathie. Deze verhouding kan laag lijken, maar de aanbeveling van een jaarlijkse screening is alleen gebaseerd op consensus en er bestaat discussie over de kostenefficiëntie ervan (11,12), vooral wanneer gevoelige opsporingsmethoden, zoals fluorescentie-angiografie, worden gebruikt. Resultaten 17

18 100 Minstens 1 bepaling van HbA1c 80 ** * ** ** *** Patiënten (%) Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) : 0.91 Aandeel van patiënten die in 2015 minstens 1 HbA1c-bepaling haalden. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging Minstens 3 bepalingen van HbA1c 100 Patiënten (%) * Resultaten Audit jaar lineaire trend (P-waarde) : 0.44 Aandeel van patiënten die in 2015 minstens 3 HbA1c-bepalingen haalden. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

19 100 Bepaling van BMI 80 *** Patiënten (%) Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) : 0.62 Aandeel van patiënten bij wie in 2015 de BMI werd bepaald. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging 100 Bepaling van bloeddruk (alle patiënten) Patiënten (%) Resultaten * * Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) :0.05 Aandeel van patiënten bij wie in 2015 de bloeddruk werd gemeten (alle patiënten). * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

20 100 Bepaling van bloeddruk (>=12 j) 80 Patiënten (%) *** Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) : 0.11 Aandeel van patiënten bij wie in 2015 de bloedlipiden werden gemeten (doelpopulatie). * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging 100 Bepaling van bloedlipiden (alle patiënten) Patiënten (%) Resultaten Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) : 0.50 Aandeel van patiënten bij wie in 2015 de bloedvetten werden gemeten (alle patiënten). * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

21 100 Bepalingvan bloedlipiden (alle (>=12 patiënten) j) 80 Patiënten (%) Audit jaar lineaire lineaire trend trend (P-waarde) : 0.50 : 0.84 Aandeel van patiënten bij wie in 2015 de bloedlipiden werden gemeten (doelpopulatie). * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging 100 Screening voor retinopathie (alle patiënten) Patiënten (%) Resultaten Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) : 0.09 Aandeel van patiënten die in 2015 werden gescreend voor retinopathie (gehele populatie). * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

22 100 Screening voor retinopathie (doelpopulatie) 80 Patiënten (%) Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) : 0.07 Aandeel van patiënten die in 2015 werden gescreend voor retinopathie (doelpopulatie). * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging 100 Screening voor nefropathie (alle patiënten) Patiënten (%) Resultaten * Audit jaar lineaire trend (P-waarde) : 0.44 Aandeel van patiënten die in 2015 werden gescreend voor nefropathie (alle patiënten). * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

23 100 Screening voor nefropathie (doelpopulatie) 80 Patiënten (%) *** Audit jaar lineaire trend (P-waarde) : 0.43 Aandeel van patiënten die in 2015 werden gescreend voor nefropathie (doelpopulatie). * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging 100 Screening voor neuropathie Patiënten (%) Resultaten Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) : 0.50 Aandeel van patiënten die in 2015 werden gescreend voor neuropathie. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

24 100 Screening voor coeliakie 80 Patiënten (%) * Audit jaar lineaire trend (P-waarde) : 0.15 Aandeel van patiënten die in 2015 werden gescreend voor coeliakie. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging 100 Screening schildklierautoimm. Patiënten (%) Resultaten Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) : 0.41 Aandeel van patiënten die in 2015 werden gescreend voor schildklierauto-immuniteit. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

25 100 >= 3 consultaties in Patiënten (%) Audit jaar 2014 lineaire trend (P-waarde) : 0.45 Resultaten Aandeel van patiënten die in 2015 minstens 3 consultaties kregen. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging 25

26 Zorguitkomsten In Tabel 5 zien we de prestaties in 2015 op het vlak van de uitkomstindicatoren. De tabel laat ook de verdeling van de prestaties van de individuele PDC s zien. De indicatoren voor BMI en bloeddruk werden geanalyseerd voor alle patiënten, terwijl de andere indicatoren enkel werden geanalyseerd voor patiënten met een diabetesduur van 1 jaar. Tabel 5 Prestaties van PDC s in 2015 op het vlak van uitkomstindicatoren N Algemene prestatie % Verdeling van PDC-specifieke prestatie % (N=14) Uitkomstindicatoren P0 P50 P100 Het halen van de HbA1c-streefwaarde: <7,0% (streefwaarde voor volwassenen, ADA) ,3 15,2 25,6 44,6 <7,5% (pediatrische streefwaarde, ISPAD / ADA) ,5 33,6 50,7 61,6 <9,0% ,5 79,9 90,1 94,3 Afwezigheid van hypoglycemie ,9 84,1 93,2 96,0 Afwezigheid van opnamen voor DKA ,5 92,9 97,0 100,0 Normale BMI ,6 58,6 72,8 83,1 Normale systolische bloeddruk ,0 48,5 61,5 94,3 Normale diastolische bloeddruk ,6 70,3 86,5 94,3 De volgende boxplots laten de evolutie van de prestatie zien op het vlak van uitkomstindicatoren tussen 2008 en De prestatie van individuele PDC s wordt getoond als ongevulde cirkels en het gemiddelde van de prestatie wordt door een rode stip weergegeven. Merk op dat de waarden voor 2015 lichtjes anders zijn dan die in Tabel 5. In deze boxplots worden aangepaste waarden van de GEE-modellen getoond (rode stip) waarbij rekening wordt gehouden met de clustering van antwoorden binnen de PDC s (zie 2.6.5). Significante verschillen in de gemiddelde prestaties van de PDC tussen verschillende auditjaren worden met een asterisk gemarkeerd. De omvang voor ieder auditjaar bedraagt respectievelijk 974, 1196, 1193, 2657 en 2898 patiënten. Het is belangrijk dat er een significante positieve lineaire trend was inzake de proportie van patiënten die de HbA1c-streefwaarde van de ADA voor volwassenen (7%) haalde, de HbA1c-streefwaarde van de ISPAD (7,5%) en de HbA1c-streefwaarde van 9,0%. Resultaten 26

27 100 Halen van HbA1c doelwaarde HbA1c < 7.0% (volwassenen, ADA) Patiënten (%) * ** *** *** *** Audit jaar lineaire trend(p-waarde) : < Aandeel van patiënten die in 2015 de streefwaarde haalden. < 7,0% HbA1c. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging Halen van HbA1c doelwaarde HbA1c <7.5% (pediatrisch, ISPAD/ADA) Patiënten (%) * ** ** *** Resultaten ** *** Audit jaar lineaire trend(p-waarde) : < Aandeel van patiënten die in 2015 de streefwaarde haalden. < 7,5% HbA1c. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

28 100 Halen van HbA1c doelwaarde HbA1c <9.0% 80 Patiënten (%) * *** *** Audit jaar lineaire trend(p-waarde) : < Aandeel van patiënten die in 2015 de streefwaarde haalden. < 9,0% HbA1c. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging 100 Afwezigheid van hypoglycemie Patiënten (%) * *** ** Resultaten Audit jaar lineaire trend(p-waarde) : 0.14 Aandeel van patiënten die in 2015 geen ernstige episode van hypoglycemie hadden. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

29 Afwezigheid hospitalisaties DKA Patiënten (%) Audit jaar lineaire trend(p-waarde) : 0.40 Aandeel van patiënten die in 2015 niet werden opgenomen voor DKA. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging 100 Overgewicht BMI Patiënten (%) Resultaten Audit jaar lineaire trend(p-waarde) : 0.53 Aandeel van patiënten die in 2015 overgewicht hadden (BMI). * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

30 100 Normale systolische bloeddruk 80 Patiënten (%) * * *** * Audit jaar Aandeel van patiënten bij wie in 2015 de diastolische bloeddruk normaal was. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging lineaire trend(p-waarde) : Normale diastolische bloeddruk Patiënten (%) * * Resultaten Audit jaar lineaire trend(p-waarde) : 0.06 Aandeel van patiënten bij wie in 2015 de systolische bloeddruk normaal was. * P<0,05 vs. geen wijziging ** P<0,01 vs. geen wijziging *** P<0,001 vs. geen wijziging

31 Evolutie van het gemiddelde HbA1c Om de verbeterde prestatie op het vlak van HbA1c-indicatoren te begrijpen, analyseerden we HbA1c op de continue schaal op een herhaalde transversale manier. Het gemiddelde HbA1c bij patiënten met een diabetesduur 1 jaar tussen 2008 en 2015 wordt in de volgende tabel (Tabel 6) weergegeven. Tabel 6 Gemiddeld HbA1c bij patiënten met een diabetesduur 1 jaar tussen 2008 en 2015 Auditjaar Gemiddeld HbA1c (%) (BI 95%) 7,83 (7,70-7,97) 7,94 (7,79-8,09) 7,9 (7,76-8,04) 7,73 (7,50-7,87) 7,62 (7,50-7,75) Er was een significante lineaire daling van HbA1c van gemiddeld 0,045±0,005 percent-punten per jaar (p<0,05). Tussen de PDC s varieerde de jaarlijkse lineaire verandering in HbA1c van -0,088 tot +0,006 percentpunten. In veertien PDC s daalden de gemiddelde HbA1c-waarden; in 5 PDC s was deze afname statistisch significant. In slechts één PDC stegen de gemiddelde HbA1c-waarden, maar die stijging was niet significant. Deze resultaten worden samengevat in Figuur 1 die de lineaire verandering van het voorspelde HbA1c (dus na toepassing van het lineaire model) voor ieder PDC weergeeft. Het laat ook het geobserveerde gemiddelde HbA1c voor ieder PDC en voor ieder jaar zien. Dit cijfer toont aan dat de evolutie niet volledig lineair was: de geobserveerde waarden laten zien dat voor veel PDC s de HbA1c-waarden tussen 2008 en 2010 stegen, en daarna gestaag afnamen tot Lineaire modellen zonder de data van 2008 leidden evenwel tot gelijksoortige conclusies (data niet getoond). Resultaten 31

32 Figuur 1 Lineaire verandering van het voorspelde HbA1c voor de 15 PDC s die deelnamen tussen 2008 en PDC s met een daling in gemiddelde HbA1c-waarde worden in het groen weergegeven; de PDC s met een stijging in het rood. Dikkere lijnen wijzen op statistisch significante veranderingen in de gemiddelde HbA1c. De geobserveerde gemiddelde HbA1c-waarde wordt in het grijs weergegeven. Resultaten 32

33 3.2. KENMERKEN, BEHANDELING EN UITKOMSTEN VAN PATIËNTEN Sociodemografische en diabetes-gerelateerde kenmerken In de audit van 2015 werden 2880 patiënten uit 14 PDC s onderzocht. Er waren meer jongens dan meisjes (jongen/meisje-verhouding: 1/0,92). De mediane leeftijd bedroeg 13,62 jaar (interkwartielbereik, IQR: 10,28 tot 16,12 jaar) en er was geen significant verschil tussen de geslachten (13,07 bij jongens vs. 12,94 jaar bij meisjes, P-waarde=0,3414). Figuur 2 toont de leeftijdsverdeling gestratificeerd naar geslacht. Ongeveer de helft van de patiënten was tussen 10 en 15 jaar oud. Van de 2840 patiënten van wie de puberale status bekend was (98,6%), had 36,3% de puberteit nog niet bereikt. Deze verhouding verschilde niet significant tussen de geslachten (31,34% bij jongens vs. 32,39% jaar bij meisjes, P=0,0957). Resultaten 33 Figuur 2 Leeftijdsverdeling gestratificeerd naar geslacht De datum van de diagnose werd voor 1 patiënt (0,03%) niet gemeld. De mediane diabetesduur was 4,78 jaar (IQR: 2,26 tot 7,90 jaar) en er was geen significant verschil tussen de geslachten (4,79 vs. 4,76 jaar P=0,2874). De mediane leeftijd bij diagnose was 7,57 jaar (IQR: 4,33 tot 10,68 jaar) en er was geen verschil tussen de geslachten. Figuur 3 toont de verdeling van de leeftijd bij diagnose. Er is geen duidelijke piek. Voor 316 patiënten (11,0%) werd de diagnose in 2015 gesteld. Ongeveer 3 op de 4 patiënten (72,5%, n=2836) leefde in een kerngezin. Zoals vastgesteld bij vorige audits waren de patiënten die in een kerngezin leefden significant jonger, hadden ze een significant kortere diabetesduur en hadden ze significant vaker 2 ouders van niet-kaukasische etniciteit. Ongeveer 1 op de 5 patiënten (22,9%, n=2871) had 2 ouders van niet-kaukasische etniciteit. De overige patiënten hadden minstens 1 ouder van Kaukasische etniciteit. Zoals vastgesteld bij vorige audits waren patiënten met 2 ouders van niet-kaukasische etniciteit significant jonger, hadden ze een significant kortere

34 diabetesduur en leefden ze significant vaker in een kerngezin, in vergelijking met patiënten met minstens 1 ouder van Kaukasische etniciteit. Figuur 3 Verdeling van de leeftijd bij diagnose van type 1-diabetes De PDC s meldden dat bij meer dan 1 op de 7 patiënten (14,5%, n=2856) de patiënt of zijn ouders taalproblemen hadden die de communicatie moeilijk maakte. In 80,3% van deze gevallen (n=411) was de communicatie alleen maar moeilijk met de ouders van de kinderen; in 4,9% was de communicatie alleen moeilijk met het kind; in de overige gevallen was ze moeilijk met zowel het kind als de ouders. Zoals vastgesteld bij vorige audits waren de patiënten met communicatieproblemen significant jonger, hadden ze een significant kortere diabetesduur en hadden ze significant vaker 2 ouders van niet-kaukasische etniciteit. Resultaten Ontwikkeling van kinderen en adolescenten met type 1-diabetes Lengte, gewicht en BMI werden vergeleken met de Vlaamse groeicurven om te onderzoeken of kinderen en adolescenten met type 1-diabetes zich normaal ontwikkelden. Er ontbraken waarden voor lengte of gewicht voor 168 patiënten (5,8%). De mediane (IQR) z-scores voor lengte, gewicht en BMI waren -0,14 (-0,89 tot 0,54), 0,28 (-0,35 tot 0,97) en 0,48 (-0,19 tot 1,12). Deze resultaten wijzen erop dat in vergelijking met de Vlaamse referentiepopulatie de patiënten kleiner zijn en een aanzienlijk hoger gewicht en hogere BMI hadden voor hun leeftijd en geslacht. Zoals vastgesteld bij vorige audits waren patiënten met 2 ouders van niet-kaukasische etniciteit significant kleiner en zwaarder, en hadden ze daardoor significant hogere BMI z-scores dan patiënten met minstens 1 ouder van Kaukasische etniciteit.

35 Insulineschema en zelfcontrole van de glycemie Tabel 7 toont de evolutie van insulineschema s sinds Er was een constante stijging van de behandeling met insulinepomp, terwijl de behandeling met 2 of 3 injecties per dag relatief daalde. De meeste patiënten werden behandeld met het basaal-bolusschema. Tabel 7 Insulineschema gestratificeerd naar auditjaar Insulineschema injecties per dag of minder (%) 252 (26,28) 375 (31,49) 371 (31,23) 587 (22,17) 510 (17,79) 3 injecties per dag (%) 25 (2,61) 24 (2,02) 64 (5,39) 15 (0,57) 10 (0,35) 4 of meer injecties per dag (basaal-bolusschema) (%) 567 (59,12) 650 (54,58) 606 (51,01) (60,84) (62,49) Insulinepomp (%) 94 (9,80) 137 (11,50) 140 (11,78) 425 (16,05) 523 (18,25) Ander schema (%) 21 (2,19) 5 (0,42) 7 (0,59) 10 (0,38) 32 (1,12) TOTAAL 959 (100) (100) (100) (100) (100) Het insulineschema is ook afhankelijk van de leeftijd, de diabetesduur, het aantal zelfcontroles van de glycemie (SMBG) per dag en de insulinedosis. Op die verbanden gaan we hier niet in detail in. We verwijzen de lezer naar het rapport van Wanneer we echter keken naar SMBG, zagen we een significante toename in het gemiddelde aantal metingen per dag van 4,4±0,1 in 2010 naar 4,8±0,1 in 2015 (P<0,05). Deze stijging was toe te schrijven aan een significante toename bij patiënten die werden behandeld met een insulinepomp: 4,9±0,2 SMBG s/dag in 2010 vs. 5,8±0,2 SMBG s/dag in 2015 (P=0,0418) en met 3 injecties/dag : 4,1±0,1 SMBG s/dag in 2010 vs. 5,5±0,3 SMBG s/dag in 2015 (P=0,0128). Voor de andere insulineschema s nam het aantal SMBG s/dag niet significant toe. Bijgevolg voerden de insulinepomppatiënten in 2015 nog steeds het hoogste aantal SMBG s/dag uit, vergeleken met respectievelijk 4,7±0,1, 5,5±0,3 en 4,8±0,1 SMBG s/dag bij patiënten die in 2015 met het schema van 2 injecties per dag, het schema van 3 injecties per dag of het basaal-bolusschema werden behandeld. Resultaten Transversale evolutie van de metabole controle en zijn determinanten We focussen hier op de evolutie van HbA1c sinds Zoals we al beschreven in paragraaf 3.1.3, nam het HbA1c in de studiepopulatie af. In deze paragraaf onderzoeken we in welke subpopulatie de evolutie het meest uitgesproken was. We hebben de studiepopulatie gestratificeerd naar leeftijd, geslacht, puberale status, gezinsstructuur, etniciteit van de ouders en insulineschema. We hebben alleen patiënten opgenomen met een diabetesduur van 1 jaar. 35

36 Leeftijd, geslacht en puberale status In de eerste plaats hebben we onderzocht of de verbetering van de HbA1c-waarde afhing van de leeftijd, het geslacht en de puberale status van de patiënt. In Tabel 8 zien we de evolutie van het gemiddelde HbA1c in de periode en de jaarlijkse verandering van het gemiddelde HbA1c, gestratificeerd naar leeftijdscategorie en vervolgens naar geslacht. In de leeftijdscategorie jaar en jaar nam het gemiddelde HbA1c significant af tussen 2008 en Er werd geen statistisch significante afname vastgesteld in de andere leeftijdscategorieën. Het is belangrijk om te weten dat het gemiddelde HbA1c in de leeftijdscategorie jaar in 2008 de op één na hoogste was. In 2015 was het nog steeds de op één na hoogste, maar de kloof met de jongere patiënten werd kleiner. Het gemiddelde HbA1c in de leeftijdscategorie jaar was altijd het hoogste sinds In alle audits blijken deze patiënten met een slechte metabole controle erg moeilijk te begeleiden tijdens hun geleidelijke overgang naar diabeteszorg voor volwassenen. In tegenstelling tot vorige audits gaven de cijfers in 2015 een significante verbetering weer in het gemiddelde HbA1c bij patiënten tussen 16 en 18 jaar. In deze leeftijdscategorie werd er een verbetering vastgesteld bij meisjes en jongens. Tabel 8 Evolutie van HbA1c, gestratificeerd naar leeftijdscategorie en geslacht Leeftijd Geslacht HbA1c in 2008 HbA1c in 2015 Jaarlijkse verandering 0-5 j Meisjes 7,54 ± 0,14 7,45 ± 0,09 d 0,014 ± 0,039 ns Jongens 7,41 ± 0,16 7,31 ± 0,14 d -0,056 ± 0,036 ns 6-9 j Meisjes 7,49 ± 0,14 d 7,33 ± 0,07 cd -0,031 ± 0,021 ns Jongens 7,37 ± 0,12 cd 7,23 ± 0,07 cd -0,034 ± 0,02 ns j Meisjes 7,93 ± 0,1 7,57 ± 0,07 bd -0,066 ± 0,012 *** Jongens 7,86 ± 0,07 b 7,63 ± 0,09 b -0,047 ± 0,011 *** j Meisjes 8,2 ± 0,13 b 7,92 ± 0,09 abc -0,034 ± 0,017 * Jongens 8,05 ± 0,11 b 7,86 ± 0,06 ab -0,056 ± 0,016 *** De getoonde HbA1c-waarden zijn de aangepaste waarden. *,***P< 0,05 of P<0,001 vs. geen wijziging ns P>0,05 vs. geen wijziging a P<0,05 vs. 0-5 j, zelfde geslacht, zelfde jaar b P<0,05 vs. 6-9 j, zelfde geslacht, zelfde jaar c P<0,05 vs j, zelfde geslacht, zelfde jaar d P<0,05 vs j, zelfde geslacht, zelfde jaar Resultaten Gezinsstructuur Tabel 9 laat zien dat een statistisch significante daling van het gemiddelde HbA1c (gecorrigeerd naar leeftijd en diabetesduur) werd vastgesteld, zowel bij patiënten die in een kerngezin woonden als bij patiënten die dat niet deden. De daling was doorgaans groter in de groep patiënten die niet in een kerngezin woonde in vergelijking met de patiënten die dat wel deden. 36 Tabel 9 Evolutie van HbA1c, gestratificeerd naar gezinsstructuur Gezinsstructuur HbA1c in 2008 HbA1c in 2015 Jaarlijkse verandering Kerngezin 7,78 ± 0,08 7,50 ± 0,06 b -0,052 ± 0,008*** Geen kerngezin 8,14 ± 0,11 7,89 ± 0,08 a -0,056 ± 0,009 *** De getoonde HbA1c-waarden zijn de aangepaste waarden. *** P<0,001 vs. geen wijziging a P<0,05 vs. kerngezin, zelfde jaar b P<0,05 vs. kerngezin, zelfde jaar

Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD)

Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD) Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD) Resultaten 2010 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid

Nadere informatie

Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD)

Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD) Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD) Resultaten 2008 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid

Nadere informatie

Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD)

Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD) Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Kinderen en Adolescenten met Diabetes (IKEKAD) Resultaten 2011 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 SAMENVATTING 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 134 Type 2 diabetes is een veel voorkomende ziekte die een grote impact heeft op zowel degene waarbij

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING TOESTAND OP 31 DECEMBER 2016 EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV- INFECTIE IN BELGIË

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie

ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie Achil Phase 1 (2009-2013). Ambulatory Care Health Information Laboratory Feedback rapport Lokale Multidisciplinaire

Nadere informatie

Feedback rapport per huisarts

Feedback rapport per huisarts ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie Achil Phase 1 (2009-2013). Ambulatory Care Health Information Laboratory Feedback rapport per huisarts Dataverzameling

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in Belgische ziekenhuizen: eerste semester 1 INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN VLAAMSE REFERENTIECURVEN VOOR ANTROPOMETRISCHE PARAMETERS VAN DE ABDOMINALE VETMASSA BIJ KINDEREN Dr. Sarah Begyn Promotor: Prof. Jean De Schepper Co-promotor: Prof. Mathieu Roelants Kadering BMI-curven

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 065 Depotnummer: D/2010/2505/70

Nadere informatie

Dagprofielen in de behandeling van diabetes type 2 zin en onzin

Dagprofielen in de behandeling van diabetes type 2 zin en onzin Dagprofielen in de behandeling van diabetes type 2 zin en onzin Prof. em. dr. J. Van Damme 15 januari 2011 Maar evident is de behandeling van type 2 diabetes enorm veel meer dan de glucoseregeling: denk

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren diabetes en zwangerschap (fase 2)

Kwaliteitsindicatoren diabetes en zwangerschap (fase 2) Kwaliteitsindicatoren diabetes en zwangerschap (fase 2) Nederlandse Diabetes Federatie 033-4480845 info@diabetesfederatie.nl Stationsplein 139 3818 LE Amersfoort Kwaliteitsindicatoren diabetes en zwangerschap

Nadere informatie

Diabetes en Puberteit

Diabetes en Puberteit Diabetes en Puberteit Hormonale veranderingen en Diabetes Dr. R. Zeevaert, MD, PhD 21/03/2019 Diabetes en Puberteit Hormonale veranderingen en diabetes 1. Normale puberteit 2. Invloed van puberteit op

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Surveillancerapport:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 ONDERVOEDING 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling

Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling Vernieuwd in 2007: Prof. H. Dorchy Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling Herinnering: De insulines: Type I Humane insulines met een snelle werking (Actrapid HM, Humuline Regular) Begin

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Samenvatting. Het Terneuzen Geboortecohort. Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte

Samenvatting. Het Terneuzen Geboortecohort. Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte Het Terneuzen Geboortecohort Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte In Hoofdstuk 1 worden de achtergrond, relevantie, gebruikte definities en concepten, en de

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends

Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends Kinderen met diabetes samen onze zorg! vzw Hippo & Friends www.hippoandfriends.com Naar schatting telt ons land 3.000 jonge diabetespatiënten. Bij kinderen is diabetes één van de meest voorkomende chronische

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN INHOUDSTAFEL 1. Deelname 2 2. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.2. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Diabetes IKED

Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Diabetes IKED Initiatief voor Kwaliteitsbevordering en Epidemiologie bij Diabetes IKED Rapport resultaten 2011 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst Gezondheidszorgonderzoek Juliette Wytsmanstraat, 14 1050 Brussel

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Inleiding Resultaten.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.

Nadere informatie

Overgewicht 2-4 jaar. JGZ-Organisatie: Yunio, 2014. Inleiding

Overgewicht 2-4 jaar. JGZ-Organisatie: Yunio, 2014. Inleiding Overgewicht 2-4 jaar JGZ-Organisatie: Yunio, 2014 Inleiding Met behulp van Jeugd in Beeld (JIB, http://jeugdinbeeld.databank.nl/) worden gegevens uit het Digitaal Dossier Jeugdgezondheid (DD JGZ) voor

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren diabetes DM 1 en zwangerschap (fase 2)

Kwaliteitsindicatoren diabetes DM 1 en zwangerschap (fase 2) Kwaliteitsindicatoren diabetes DM 1 en zwangerschap (fase 2) Nederlandse Diabetes Federatie 033-4480845 info@diabetesfederatie.nl Stationsplein 139 3818 LE Amersfoort Kwaliteitsindicatoren diabetes DM1

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de

Nadere informatie

Rapport resultaten 2014

Rapport resultaten 2014 INITIATIEF VOOR KWALITEITSBEVORDERING EN EPIDEMIOLOGIE BIJ DIABETES (IKED) Rapport resultaten 2014 AUTEURS A. Lavens, S. Chao, Dr M. Buysschaert, Dr G. Krzentowski, Prof. Dr C. Mathieu, Dr F. Nobels, Dr

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Overgewicht 4-19 jaar

Overgewicht 4-19 jaar Overgewicht 4-19 jaar JGZ-Organisatie: GGD Zaanstreek - Waterland, 2014 Inleiding Met behulp van Jeugd in Beeld (JIB, http://jeugdinbeeld.databank.nl/) worden gegevens uit het Digitaal Dossier Jeugdgezondheid

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2008 Dr. Marie-Laurence Lambert Afdeling Epidemiologie Contact : mllambert@iph.fgov.be

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN / Rapport cijfers BMI BIJ SCHOOLKINDEREN Vlaams Gewest 2012-2013 / 1.02.2016 1.02.2016 BMI bij schoolkinderen 1/10 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015 door: Lien Braeckevelt,

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM CEL 2010 0049 Indicatorenset DM Deze indicatorenset Diabetes Melitus is vervaardigd in opdracht van ZN en wordt ingebracht bij Zichtbare Zorg als de door zorgverzekeraars gewenste indicatorenset. Zorgverzekeraars

Nadere informatie

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 98 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden

Nadere informatie

NBVN. Jaarverslag 2012 Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie

NBVN. Jaarverslag 2012 Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie NBVN Jaarverslag 2012 Nederlandstalige Belgische Vereniging voor Nefrologie NBVN database & analyse De Commissie Registratie dankt alle dialysepatiënten en patiënten met een niertransplantaat voor hun

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren kinderen met diabetes type 1 (fase 1)

Kwaliteitsindicatoren kinderen met diabetes type 1 (fase 1) Kwaliteitsindicatoren kinderen met diabetes type 1 (fase 1) Nederlandse Diabetes Federatie 033-4480845 info@diabetesfederatie.nl Stationsplein 139 3818 LE Amersfoort Kwaliteitsindicatoren kinderen met

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Jaar 2008 B. Jans, Prof. M. Struelens & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2009 48 Depotnummer: D/2009/2505/

Nadere informatie

Voorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten

Voorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten Voorbereiding onderzoek voor diabetespatiënten Interne Geneeskunde Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 1. Behandeling in de ochtend: vanaf 24.00 uur nuchter 5 2. Behandeling in de middag: nuchter of licht

Nadere informatie

Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with diabetes but not in those without : a nationwide study in Belgium

Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with diabetes but not in those without : a nationwide study in Belgium Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with but not in those without : a nationwide study in Belgium Samenvatting van de resultaten gepubliceerd in Diabetologia (het artikel is

Nadere informatie

SAMENVATTING Een arts is, als professional, geïnteresseerd in de kwaliteit van zijn werk en in manieren om deze verder te verbeteren. Systematische, retrospectieve beoordeling van de eigen dagelijkse medische

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Kun je met statistiek werkelijk alles bewijzen?

Kun je met statistiek werkelijk alles bewijzen? Kun je met statistiek werkelijk alles bewijzen? Geert Verbeke Biostatistisch Centrum, K.U.Leuven International Institute for Biostatistics and statistical Bioinformatics geert.verbeke@med.kuleuven.be http://perswww.kuleuven.be/geert

Nadere informatie

regio uw praktijk 2004 43.8 56.2 % % jaar 6.9 jaar 15.9 66.5 8.2 9.4 % % % 67.8 54.1 17.6 % % % 7.1 4.4 81.8 148.5 29.9 mmhg

regio uw praktijk 2004 43.8 56.2 % % jaar 6.9 jaar 15.9 66.5 8.2 9.4 % % % 67.8 54.1 17.6 % % % 7.1 4.4 81.8 148.5 29.9 mmhg Algemene gegevens -5 In het onderstaande overzicht kunt u de gegevens uit uw praktijk van 5 (laatste kolom) vergelijken met die van 5 huisartspraktijken uit de regio (eerste kolom) en uw eigen praktijk

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Datacollectie: de ACHIL-leshiel van de zorgtrajecten?

Datacollectie: de ACHIL-leshiel van de zorgtrajecten? Ambulatory Care Health Information Laboratory ACHIL KULeuven UCL UA Datacollectie: de ACHIL-leshiel van de zorgtrajecten? Van Casteren V*, Goderis G**, De Clercq E***, Wens J****, Moreels S*, Vanthomme

Nadere informatie

In hoofdstuk 4 hebben we het design van de gerandomiseerde gecontroleeerde studie en de economische evaluatie van HypoBewust beschreven.

In hoofdstuk 4 hebben we het design van de gerandomiseerde gecontroleeerde studie en de economische evaluatie van HypoBewust beschreven. SAMENVATTING HYPOBEWUST Een psycho-educatieve groepsinterventie voor mensen met diabetes type 1 en insulinebehandelde diabetes type 2 en problematische hypoglykemie Een van de meest impactvolle gebeurtenissen

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Benchmark Diabetes 2016 SEZ Zaanstreek-Waterland

Benchmark Diabetes 2016 SEZ Zaanstreek-Waterland SEZ Zaanstreek-Waterland Waterland Mvr. M.E.M. Nota Dhr. R.T. Swart Kenniscentrum voor Ketenzorg Inhoudsopgave Leeswijzer... 3 Populatiegegevens... 4 Populatiegegevens gespiegelde patiënten... 5 Proces-

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Benchmark van complicaties en reïnterventies van pacemaker- of ICD implantaties. Concept / 10 januari 2019 / versie

Benchmark van complicaties en reïnterventies van pacemaker- of ICD implantaties. Concept / 10 januari 2019 / versie Benchmark van complicaties en s van pacemaker- of ICD implantaties Concept / 10 januari 2019 / versie 2018.0.4 Versie: 2018.0.4 Datum: 10 januari 2019 Voor informatie neem contact op met: Nederlandse Hart

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Screening van suikerziekte

Screening van suikerziekte Screening van suikerziekte Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 55 E-mail : edith.hesse@iph.fgov.be

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN CORONAIRLIJDEN Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden behandeld middels coronaire bypasschirurgie (CABG) en een

Nadere informatie

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke 107 Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed bekend. Onderzoek naar welke medicijnen gebruikt worden

Nadere informatie

Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten

Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten informatie voor patiënten INLEIDING 3 VOORSTELLING VAN HET DIABETESTEAM 5 Artsen Verpleegkundigen Diëtisten Psychologe Sociaal werkster Secretariaatsmedewerkster

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting

Nederlandstalige samenvatting Nederlandstalige samenvatting 147 Samenvatting 148 Nederlandstalige samenvatting Nederlandstalige samenvatting Achtergrond en doel van het onderzoek De keizersnede was oorspronkelijk bedoeld als noodprocedure

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q. INDICATORFICHE Patiëntenervaringen P4P indicatorenset 2018 Basisfiche Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q Het meten van patiëntenervaringen

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2009 Dr Marie-Laurence Lambert Afdeling : Public Health and Surveillance Contact

Nadere informatie

DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS. DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven

DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS. DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven Doelstelling van diabetesbeleid Kwaliteit: veilig medisch beleid voor diabetespatienten in dagziekenhuis:

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

INTENSIEVE INSULINETHERAPIE

INTENSIEVE INSULINETHERAPIE INTENSIEVE INSULINETHERAPIE Op de diabetespolikliniek van het Sint Franciscus Gasthuis wordt gewerkt met verschillende insulinetherapieën. In deze folder wordt de intensieve insulinetherapie besproken.

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

Opvolging van positieve mammotesten - Jaren Dr. JB Burrion, mei 2011

Opvolging van positieve mammotesten - Jaren Dr. JB Burrion, mei 2011 Opvolging van positieve mammotesten - Jaren 2008-2009 Dr. JB Burrion, mei 2011 Context Sinds 2002 organiseert Brumammo vzw het opsporingsprogramma voor borstkanker voor vrouwen van 50 tot 69 jaar in het

Nadere informatie

Snelwerkende insuline analoog. Novorapid (aspart) Humalog (lispro) Apidra (glulisine)

Snelwerkende insuline analoog. Novorapid (aspart) Humalog (lispro) Apidra (glulisine) Wat gaan we doen Basiskennis diabetes Bijspuiten met 2-4-6-regel De zieke patiënt Verkeerde insuline gespoten etc. Een aantal doseringsadviezen Uitleg diabetesspreekuur.nl 2 Snelwerkende insuline analoog

Nadere informatie