Religieuze coping: ontwikkelingen, en onderzoek in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Religieuze coping: ontwikkelingen, en onderzoek in Nederland"

Transcriptie

1 Overzichtsartikel Religieuze coping: ontwikkelingen, en onderzoek in Nederland Jos Pieper Samen vatting We schetsen een aantal ontwikkelingen op het gebied van theoretiseren over en het meten van religieuze coping. Uitgangspunt is het Amerikaanse religieuze copingonderzoek van Pargament. Aanvullingen betreffen receptieve, spirituele en rituele copingstrategieën. Betoogd wordt dat de meetinstrumenten aangepast zullen moeten worden aan ontwikkelingen in de samenleving: opkomst nieuwe spiritualiteit en islam. Daarna gaan we in op empirisch onderzoek in Nederland dat zich richt op de effecten van religieuze coping op het welzijn van de degenen die een crisis moeten verwerken. Trefwoorden: coping, religieuze coping, welzijn, nieuwe spiritualiteit, christendom, islam, ritueel. Inleiding In deze bijdrage schetsen we een aantal ontwikkelingen op het gebied van theoretiseren over en meten van religieuze coping. We gaan eerst in op wat coping is, dan op wat religieuze coping is en illustreren tot slot aan de hand van met name empirisch onderzoek uitgevoerd in zorginstellingen in Nederland de effecten van religieuze coping op het welbevinden. Een korte conclusies sluit dit artikel af. Coping Een eerste opvatting over coping stamt uit de psychoanalyse van Freud en de daarop voortbordurende ego-psychologen (Anna Freud, Hartmann, Erikson). Bij hen is coping een verdedigingsmechanisme (afweermechanisme) bij het omgaan met seksuele en agressieve impulsen (Suls, David & Harvey, 1996). Hiermee is ook een homeostatische invalshoek verbonden: reductie van spanning en terugkeer naar een basisniveau. Ook nu nog zijn er wel auteurs die in deze lijn opereren. Zo maakt bijvoorbeeld Vaillant in 1994 een onderscheid tussen vier vormen van ego defenses: psychotisch (gekenmerkt door vervorming van de werkelijkheid), onvolwassen (agressie), neurotisch (verdringing) en volwassen (humor en sublimatie). Er zijn ook moderne varianten van het behandelen van coping als een persoonlijkheidskenmerk. Carver & Connor-Smith (2010) leggen een verband tussen de vijf basale persoonlijkheidskenmerken zoals beschreven in de big 5 (extraversie, neuroticisme, vriendelijkheid, nauwgezetheid en openheid voor ervaring) en copingstijlen. Zo zou bijvoorbeeld extraversie kunnen samenhangen met het zoeken van sociale steun als vorm van coping. Neuroticisme zou vormen van vermijdende coping in de hand kunnen werken. Schottenbauer, Rodriguez, Glass & Arnkoff (2006) vonden een verband tussen een positieve dispositie (positieve affectiviteit, optimisme en hoop) en het waarnemen van stress. Een positieve dispositie buffert een negatieve waarneming van stresssituaties die onder controle zijn. Echter het copingonderzoek is vooral tot bloei gekomen met de opkomst van de cognitieve psycho- Psyche & Geloof 23 (2012), nr. 3, pag

2 Jos Pieper logie, waarbinnen het copingproces als een vorm van informatieverwerking werd opgevat, waarbij het individu niet gestuurd wordt door statische persoonlijkheidskenmerken, maar een interactie aangaat met de omgeving (transactioneel model). Lazarus & Folkman hebben de meest uitgewerkte theorie ontwikkeld. In hun theorie wordt grote nadruk gelegd op een voortdurende transaction tussen mens en omgeving en op de subjectieve processen die binnen de transacties een rol spelen. Het betreft hier cognitieve strategieën van het individu, aan de hand waarvan het de relatie met de omgeving construeert. Zij merken hierbij op dat ook emoties en motivaties gevormd worden door deze cognities. Stress word door hen als volgt gedefinieerd: Psychological stress is a particular relationship between person and environment that is appraised by the person as taxing or exceeding his/her resources and endangering his/her wellbeing (Lazarus & Folkman, 1984, 19). Nu is stress geen automatische respons op een stimulus door het individu, maar als het ware het gevolg van een proces waarbij de cognitieve beoordeling en inschatting een belangrijke rol spelen. Het mag duidelijk zijn dat mensen onderling van elkaar verschillen wat betreft de mate waarin men stress ervaart bij dezelfde stressor. Deze cognitieve inschatting (cognitive appraisal) is een mentaal proces waarbij een onderscheid gemaakt kan worden tussen primary en secundary appraisal. De primaire inschatting heeft betrekking op de vraag of en in welke mate een situatie of gebeurtenis als een bedreiging geldt voor het welbevinden van het individu. De secundaire inschatting daarentegen heeft te maken met de inschatting van de bronnen waarover een persoon beschikt om tegemoet te komen aan de eis die de situatie of gebeurtenis stelt. De primaire inschatting kan leiden tot conclusies als: er is sprake van verlies of schade, er is sprake van een bedreiging (potentieel verlies). Vervolgens vindt er tevens een cognitieve inschatting plaats van de bronnen waarover iemand beschikt om de situatie het hoofd te bieden. De bronnen waarover iemand beschikt zijn divers van aard: materieel (geld, onderdak, voedsel, transport etc.), lichamelijk (gezondheid, vitaliteit), psychisch (inzicht, motivatie, kennis, emotionele vaardigheden) sociaal (de mate van sociale steun en beschikken over sociale netwerken) en religieus (nabijheid met God, inbedding in religieuze gemeenschap). Pargament (1997) wijst nog op een tertiaire inschatting: het uitkiezen van de meest doeltreffende (minste verlies van belangrijke waarden en doelen) en doelmatige (minste verspilling van hulpbronnen) copingstrategie. Na deze cognitieve inschattingen onderneemt de persoon pogingen om met de situatie om te gaan, de feitelijke coping. Coping is a cognitive and behavioral effort to master, tolerate, or reduce external and internal demands and conflicts among them (Folkman & Lazarus, 1980, 223). Nauw hierbij aansluitend definieert Oosterwijk (2004, 25) in een onderzoek naar cognitieve copingstrategieën van borstkankerpatiënten coping als de cognitieve en gedragsmatige inspanning die een persoon levert om het hoofd te bieden aan eisen die door anderen, de situatie of zichzelf aan hem worden gesteld, en waarvan hij inschat dat deze zijn vermogens op de proef stellen, of misschien zelfs te boven gaan. Deze inspanning is erop gericht de stressvolle situatie te beheersen, op te heffen, te reduceren of te tolereren. Deze definities laten zien dat er een onderscheid te maken valt tussen twee vormen van coping, namelijk de emotion-focused coping (betreft controle over de emotionele respons op de stressor) en de problem-focused of instrumentele coping (is gericht op het oplossen van het probleem door de situatie te veranderen of door het eigen gedrag te veranderen). Alhoewel probleemgerichte coping (bijvoorbeeld informatie inwinnen of hulp zoeken) meestal gezien werd als de meer effectieve vorm van coping, is nu wel geaccepteerd dat de effectiviteit van copinggedrag grotendeels afhankelijk is van de (on)mogelijkheden om actie te ondernemen in een bepaalde situatie. Zo gezien betekent effectieve coping in een situatie die als onveranderlijk geldt, dat er geen probleemgericht gedrag plaatsvindt, maar dat er emotie-regulerend werk wordt gedaan. In het geval van terminale kanker is het beter om de laatste levensfase zo zinvol mogelijk in te vullen in plaats van krampachtig op zoek te gaan naar de ene na de andere alternatieve geneeswijze. Andere indelingen van het copingrepertoire zijn die tussen engagement (confrontatie met het probleem) en disengagement (ontlopen van het probleem) en die tussen primaire (controleren van de stressor) en accomodatieve coping (aanpassen aan de stressor). De effectiviteit van de daadwerkelijke coping 140

3 Discussie en inspiratie rond wetenschap, geloof en hulpverlening kan op verschillende manieren worden gemeten. Zeidner & Saklofske (1996) noemen acht mogelijkheden: oplossen van het probleem; reductie van de lichamelijke arousal; reductie van de psychologische stress; mate van sociaal functioneren; hervatten van de activiteiten voor de crisis; de mate van welzijn van de betrokkenen bij de situatie; handhaven van het gevoel van eigenwaarde en de mate waarin men de situatie als onder controle ervaart. Hieruit blijkt al dat de effectiviteit nauw samenhangt met de doelen die men probeert te bereiken oftewel met de motivatie achter het copingproces. Naast het oplossen van het probleem zijn belangrijke motivaties: het vinden van betekenis en zin; controle; handhaven, herstellen of vergroten van het gevoel van eigenwaarde en het behoud van sociale contacten (meaning, control, selfesteem en belonging (Pargament, 1990)). Samengevat is coping een proces van cognitieve en gedragsmatige verwerking van probleemsituaties. Onderzoek volgens dit copingproces zou zich kunnen richten op de volgende variabelen: 1. Welke stressoren zijn er in het geding (ziekte, overlijden, relationeel etc.)? Zie bijvoorbeeld de Holmes-Rahe Life Stress vragenlijst (Holmes & Rahe, 1967). (In deze lijst worden, anders dan in een transactionele benadering, vaste stresspunten toegekend aan levensgebeurtenissen.) 2. Hoe verloopt de primary appraisal? 3. Hoe verloopt de secundary appraisal? Over welke hulpbronnen beschikt het individu? 4. Hoe verloopt het copingproces? Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen problemfocused en emotion-focused; tussen niet-religieuze en religieuze coping; en tussen individuele en sociale copingactiviteiten. 5. Wat zijn de effecten van het copingproces, zowel op het lichamelijk, psychosociaal, existentieel als religieus welbevinden. We gaan hierbij uit van een holistisch gezondheidsmodel: een biopsychosociospiritual model (Sulmasy, 2002), in de zin dat een effect op het ene niveau invloed heeft op de andere niveau s. Religieuze coping In het recente copingonderzoek is er ook aandacht voor zoeken van betekenis (Park & Folkman, 1997; Folkman & Moskowitz, 2004; Park, 2005; Park, 2011): A common theme in the coping processes related to positive emotion is their link to the individual s important values, beliefs, and goals that comprise the individual s sense of meaning (Folkman & Moskovitz, 2004, 766). Dit kan gepaard gaan met het positief herwaarderen van de situatie, bijstellen van persoonlijke doelen en reflecteren over de zin en de betekenis van het leven. Vanuit deze invalshoek is er ook een overgang naar religieuze coping te maken. Hier baseren we ons vooral op het boek The psychology of religion and coping van Pargament uit Religieuze coping, aldus Pargament, is gericht op the search for significance. Ook in coping komt het doelgerichte van het menselijk handelen tot uitdrukking. Het gaat om het maximaliseren van centrale waarden en niet om een snelle reductie van de spanningen die met stress samenhangen. Coping leidt niet alleen tot het wegnemen van de stressor, maar ook tot groei van de coper (accumulatie van significance). Deze search for significance kan in het copingproces op twee manieren worden ingevuld: ofwel oude waarden blijven bewaard (conservation of significance) ofwel er komen nieuwe waarden naar voren (transformation of significance). Bij het verwerken van een crisis zal er in eerste instantie meestal gegrepen worden naar conservation of significance. Een manier om een bedreigde levensstijl te behouden is het trekken van scherpe grenzen tussen de eigen leefwereld en de buitenwereld. Dit betekent een zich terugtrekken op de eigen stellingen, vaak gepaard gaand met een sterker commitment ten aanzien van de eigen geloofsgemeenschap. Hierbij sluit het zoeken van religieuze ondersteuning aan. Dit kan op een verticale manier gebeuren door je direct tot God te wenden of op een horizontale manier door je tot je geloofsgenoten of tot geestelijk verzorgers/ pastores te wenden. Een bijzondere variant van conservation of significance is religious reframing: een reconstructie van je overtuigingen om aan centrale waarden te kunnen vasthouden. Pargament werkt dit uit aan de hand het voorbeeld van het haast universele gevoel voor rechtvaardigheid: het gevoel dat een goedaardige God voorkomt dat rechtschapen mensen door ongeluk getroffen worden. Als men toch door ongeluk getroffen wordt, treden verschillende reframingtechnieken in werking. Men kan bijvoorbeeld de negatieve gebeurtenis herinterpre- 141

4 Jos Pieper teren in de zin van de kansen die men krijgt tot levensverdieping en tot het komen tot een bewuster bestaan. Of men verwijst naar de eigen zondigheid als oorzaak of naar het beperkte vermogen van de mens om de wegen van God te doorgronden. Ten slotte kan men ook het beeld van God nuanceren: men kan plaats inruimen voor de werking van de duivel, of men kan aan de almacht van God twijfelen (waarbij zijn goedheid wel in stand blijft). Hier raken we het terrein van de theodicee. Laten we overgaan naar voorbeelden van transformatie van significance. Sommige gebeurtenissen zijn zo ingrijpend dat ze slechts vanuit een nieuw perspectief (bijvoorbeeld het hiernamaals) van zin en betekenis kunnen worden voorzien. Ook deelname aan rites de passages (doop, huwelijkssluiting en uitvaart) leidt tot waardentransformatie. Bekering is een ander treffend voorbeeld. Het gaat om een radicale levensverandering. Een laatste voorbeeld van radicale transformation of significance is religieuze vergeving. Vergeving is een radicaal afstand doen van pijn, woede, onrecht, behoefte aan vergelding etc. De emotionele gebondenheid aan, gijzeling door het verleden wordt opengebroken. Er kan een zekere gemoedsrust optreden. Bovendien kunnen er nieuwe relatiemogelijkheden ontstaan. Dit alles uiteraard pas na een gerechtvaardigde fase van woede en afstand nemen van de dader. Deze waarde van vergeving is, aldus Pargament, perhaps most deeply and explicitly rooted within Judaism and Christianity (264). Deze search for significance vindt vooral plaats bij diep ingrijpende levensgebeurtenissen, in grenssituaties, waarvoor binnenwereldlijke verklaringen ontoereikend zijn. Religieuze coping zal vaak pas optreden daar waar niet-religieuze coping faalt. Vooral in situaties van verlies aan leven, gezondheid, relationele inbedding zal religieuze coping vaak een van de laatst overblijvende emotieregulerende copingstrategieën zijn. Of deze search for significance religieus van aard wordt, hangt verder af van het meaning-belief system van de betrokkene (hoe religieuzer hoe meer religieuze coping) en van de context waarbinnen hij tot omgaan met het probleem komt. In een religieuze context zal religieuze coping eerder als normaal ervaren worden. Het Amerikaanse religieuze copingonderzoek, gestoeld op de uitgangspunten van Pargament, heeft zich vooral voltrokken in de vorm van crosssectioneel zelfrapportage vragenlijstonderzoek onder gelovige populaties. Dit betekent dat er vragenlijsten zijn ontwikkeld om religieuze coping in kaart te brengen. Oorspronkelijk is the three styles of religious coping scale van Pargament veel gebruikt. Pargament (1990) onderscheidt drie manieren waarop God een rol kan spelen in het omgaan met problematische situaties. Dit leidt tot een omschrijving van drie copingstijlen: zelfbesturend, afwachtend en samenwerkend. Bij de zelfbesturende stijl is de oplossing van het probleem de verantwoordelijkheid van het individu. Gods hulp wordt daarbij niet ingeroepen. In de afwachtende stijl ligt de verantwoordelijkheid bij God. Het individu wacht af welke oplossingen door God worden aangedragen. In de samenwerkende stijl ligt de verantwoordelijkheid bij God en het individu samen. Beiden werken in samenwerking aan de oplossing. Pargament, Kennell, Hathaway, Grevengoed, Newman, & Jones (1988) ontwikkelden een vragenlijst om deze drie copingstijlen te meten. De zelfbesturende stijl kwam uiteraard het meest voor bij de minstgelovigen. De afwachtende stijl correleert met orthodoxie en extrinsieke religiositeit. Er is sprake van afhankelijkheid van een externe autoriteit. De samenwerkende stijl werd het meest gekozen en hangt samen met intrinsieke religiositeit en saillantie van het geloof voor het dagelijks leven. In deze stijl valt de overgave aan God samen met behoud van autonomie. Deze schalen meten maar een heel beperkt deel van de mogelijkheden aan religieuze coping. Later hebben Pargament, Koenig (die gepubliceerd heeft over religieuze coping bij ouderen) en Perez (2000) een nieuwe vragenlijst ontwikkeld, die vanuit een theoretische basis de volle bandbreedte van religieuze copingmethoden tracht te meten: de RCOPE. De vragenlijst is opgebouwd vanuit 5 basisfuncties die religie vervult. 1. Verschaffen van zin en betekenis (meaning). Voor het meten van deze functie zijn 4 subschalen ontwikkeld: herdefiniëring van de stressor als intrinsiek goed van aard ( tried to find a lesson from God in the event ); herdefiniëring van de stressor als straf van God voor zonden ( wondered what I did for God to punish me ); herdefiniëring van de stressor als een handeling van de duivel ( felt the devil was trying to turn 142

5 Discussie en inspiratie rond wetenschap, geloof en hulpverlening me from God ); herdefiniering van de macht van God ( thought that some things are beyond the power of God ). 2. Verschaffen van controle (control). Hiervoor zijn 5 subschalen ontwikkeld: samenwerkende religieuze copingstijl (God en mens werken samen bij het oplossen van problemen); actieve religieuze overgave ( did my best and then turned the situation over to God ); passieve religieuze overgave ( didn t do much, just expected God to solve my problems for me ); pleiten voor goddelijke interventie ( prayed for a miracle ); zelfbesturende stijl (de mens neemt het oplossen van zijn problemen zelf ter hand). 3. Zoeken van contact met God. Voor het meten van deze functie zijn 6 subschalen ontwikkeld: zoeken van troost bij God ( sought God s love and care ); afleiding zoeken door middel van religieuze activiteiten ( prayed to get my mind off of my problems ); religieuze zuivering ( confessed my sins ); spirituele band zoeken ( looked for a stronger connection with God ); spiritueel ongenoegen uiten ( wondered whether God had abandoned me ); terugtrekken op het eigen geloof ( stuck to the teachings and practices of my religion ). 4. Vinden van interpersoonlijke intimiteit (belonging). Hieruit zijn 3 schalen ontwikkeld: zoeken van ondersteuning van pastores en gemeenteleden ( looked for spiritual support from clergy ); helpen van anderen ( prayed for the well-being of others ); uitdrukking geven aan ontevredenheid over ondersteuning vanuit de geloofsgemeenschap ( wondered whether my clergy was really there for me ). 5. Helpen bij transformatie van het leven. Hier zijn drie schalen ontwikkeld: zoeken van een religieuze levensinvulling ( prayed to find a new reason to live ); bekering ( looked for a total spiritual reawakening ); vergeving ( asked God to help me overcome my bitterness ). Vanwege de lengte van deze vragenlijst is er een korte variant ontwikkeld: de brief RCOPE (Pargament, Smith, Koenig & Perez, 1998; Pargament, Feuille & Burdzy, 2011). Zeven items meten positieve religieuze coping (een zich toewenden tot God) en zeven items meten negatieve religieuze coping (je door God en de geloofsgemeenschap in de steek gelaten of gestraft voelen). De metrische kwaliteiten van deze brief RCOPE zijn goed (Pargament et al., 2011). Aanvullingen op Pargament De invulling van religieuze coping door Pargament situeert zich binnen de joods-christelijke traditie, waarbinnen een persoonlijke relatie met God centraal staat. Recent onderzoek heeft laten zien dat de gebruikte meetinstrumenten ook lijken aan te sluiten bij het geloof van de derde grote monotheïstische religie: de islam (Ai, Peterson & Huang, 2003; Khan & Watson, 2006; Aflakseir & Coleman, 2009; Braam, Schrier, Tuinebreijer, Beekman, Dekker & De Wit, 2010). Echter in de Nederlandse samenleving is er naast de secularisering ook sprake van de opkomst van ongebonden (Kronjee & Lampert, 2006) of nieuwe spiritualiteit (Meester, 2008; De Hart, 2011). Dit betekent dat religieuze coping ruimer opgevat moet worden en spirituele coping moet insluiten. De volgende voorbeelden laten zien hoe dit zou kunnen. Ahmadi (2006) interviewde 51 Zweedse kankerpatiënten. Voor een deel van de verhalen van de onderzochten waren de copingstijlen van Pargament een goed analyse-instrument. Echter een deel van de onderzochten richtte zich niet op een persoonlijke God, maar op een heilige bron. Maar er waren nog andere copingstijlen die alleen in het licht van de Zweedse cultuur begrepen konden worden. Ahmadi noemt: verbondenheid met het spirituele zelf, heiliging van de natuur, zingeving, meditatie, spirituele muziek beluisteren, positieve waardering van eenzaamheid, healing etc. Baldacchino & Draper (2001) zochten in de literatuur over verpleegkundig onderzoek naar spirituele copingstrategieën van patiënten. Naast religieuze vonden zij ook meer spirituele copingstrategieën, zoals verbondenheid met het zelf, verbondenheid met anderen, natuurbeleving, kunstbeleving, hoop, anderen helpen etc. Alma, Pieper & Van Uden (Alma et al., 2003; Van Uden et al., 2004) wezen ook op de beperkte toepasbaarheid van de meetinstrumenten van Pargament in het geseculariseerde Nederland. Als aanvulling ontwikkelden zij de receptieve copingschaal. Daarin wordt het actieve, persoonlijk godsbeeld van Pargament losgelaten. Deze schaal meet een houding 143

6 Jos Pieper van vertrouwen, waarin personen openstaan voor antwoorden die hun ten deel vallen in tijden van crisis. Expliciete verwijzingen naar iets of iemand die deze antwoorden aanreikt, bijvoorbeeld God, worden niet gemaakt. Deze schaal bevat 8 omschrijvingen van het copingproces, zoals: Als ik problemen heb, vertrouw ik erop dat een oplossing aangereikt zal worden. Deze schaal meet niet slechts een immanente houding van basisvertrouwen. Immers de correlaties met een schaal die gerichtheid op het transcendente meet zijn hoog (Van Uden et al., 2004). Bovendien scoorden theologiestudenten hoger op deze schaal dan psychologiestudenten. Het achterliggende idee van deze schaal is ontleend aan Fortmann (1974), die geestelijke gezondheid definieert als het vermogen om zichzelf te ontplooien en zichzelf te verliezen. Een andersoortige aanvulling op Pargament levert de antropologe Kwilecki (2004). Zij betoogt dat het huidige copingonderzoek twee vormen van religieuze coping heeft verwaarloosd: magische rituelen en bijzondere religieuze ervaringen. Voor Kwilecki is magie geen inferieure vorm van religiositeit. Magie ritualiseert het optimisme van de mens, stelt vertrouwen boven twijfel. Magie is van alle tijden. Huidige vormen zijn: schietgebedjes, amuletten, heilige stenen, wicca, satanisme etc. In dit verband kan ook gewezen worden op de aantrekkingskracht van zogenaamde paramarkten (Jespers, 2007). Twee bijzondere vormen van religieuze ervaringen worden door Kwilecki gepresenteerd als copingstrategieën. Bijna-doodervaringen worden door 5% van de Amerikanen gemeld. Ze hebben een positieve uitwerking op het leven van degenen die ze ondergaan: minder angst, meer liefde en meer zin in het leven. Ook Van Lommel (2007) rapporteert in zijn bestseller Eindeloos bewustzijn soortgelijke effecten. Contact met overledenen en geesten (after death communication) is een andere manier van coping, gericht op het verwerken van verlieservaringen. Tv-programma s als Char en Ogilvie bewijzen de populariteit ervan. Aansluitend hierbij pleit de auteur voor meer aandacht voor het onbewuste verloop van religieuze coping. Dit in tegenstelling tot het beeld van religieuze coping als een proces van rationele keuzes maken. William James (1902) wees al op de onbewuste wortels van het bekeringsproces. In lopend promotieonderzoek naar religieuze coping bij longkankerpatiënten van Korver (Universiteit van Tilburg) is vanuit bovengenoemde gedachtegang een nieuw meetinstrument ontwikkeld: de spiritueel-magische copinglijst. Voorbeelden uit deze lijst zijn: ervaar ik contact met overledenen en draag ik armbanden of medailles met bijzondere krachten. Tot slot zoekt men (Folkman & Moskowitz, 2004) ook naar aanvulling vanuit een narratieve benadering. Coping en dus ook religieuze coping is verweven in het vertellen van het levensverhaal. Analyse van deze verhalen kan manieren van coping achterhalen die in de standaardvragenlijsten niet voorkomen. In Nederland heeft Ganzevoort (1998) hier in de vorige eeuw al aandacht voor gevraagd. Effecten van religieuze coping Het religieuze copingonderzoek is niet alleen geïnteresseerd in de aard en functie van het copingproces, maar vooral ook in de effecten ervan op het lichamelijk, psychisch, sociaal en spiritueel welbevinden van de betrokkenen. Op die manier sluit men aan bij de in de godsdienstpsychologie al langer bestaande onderzoekslijn over het verband tussen religie en geestelijke gezondheid (zie bijvoorbeeld James, Freud en Jung). Men heeft onderzoek gedaan naar de effecten van religieuze coping op het omgaan met depressie bij ouderen; het hanteren van psychosociale problematiek bij psychiatrische patiënten; het omgaan met slachtoffer zijn van de bomaanslag in Oklahoma; het verzorgen van een chronisch ziek kind; het omgaan met het verlies van een familielid op grond van suïcide; het omgaan met een niertransplantatie; het omgaan met relatieproblemen bij studenten; omgaan met kanker; omgaan met het verlies van een kind door wiegendood; het omgaan met scheiding van de ouders; arbeidsverlies; verwerken van de Golfoorlog etc. Over het algemeen zijn de effecten positief. Uit een tweetal overzichtsartikelen (Harrison, 2001; Matthews et al., 1998) blijkt dat een groot deel van de gepubliceerde empirische gegevens aantoont dat religieuze coping een gunstige invloed heeft op het omgaan met psychische stoornissen en lichamelijke ziekten. In dit verband is het wel zinnig om het onderscheid te maken tussen positieve en negatieve vormen van religieuze coping. Bij positieve religieuze coping wendt men zich in 144

7 Discussie en inspiratie rond wetenschap, geloof en hulpverlening vertrouwen tot God en de geloofsgemeenschap. Bij negatieve religieuze coping is er sprake van het ervaren van afstand tot God of van een straffende God. In een meta-analyse van 49 studies over het verband tussen religieuze coping en aanpassing aan stress komen Ano & Vasconcelles (2005) tot de conclusie dat positieve religieuze coping gemiddeld 0.33 correleert met goede aanpassing aan stress en met slechte aanpassing aan stress. Negatieve religieuze coping correleert 0.02 met goede aanpassing aan stress (niet significant) en 0.22 met slechte aanpassing aan stress. Recent onderzoek komt tot de conclusie dat vooral negatieve religieuze coping, die weliswaar niet veel voorkomt, invloed heeft op de afwezigheid van welbevinden (Lavery & O Hea, 2010; Sherman, Plante, Simonton, Latif, & Anaisse, 2009; Burker, Evon, Sedway & Egan, 2005; Ai, Peterson & Huang, 2007; Scandrett & Mitchell, 2009; Winter, Hauri, Huber, Jenewein & Schnyder, 2009). Drie verklaringen voor het sterke verband tussen negatieve religieuze coping en welbevinden zijn te noemen. Op de eerste plaats kan de ervaring van gestraft worden door God en geen gehoor vinden bij je geloofsgemeenschap direct leiden tot ervaren van spanning en angst. Op de tweede plaats kan het conflict tussen jezelf als gelovig zien en de afwezigheid van steun in het geloof leiden tot cognitieve dissonantie die op haar beurt weer een negatieve invloed heeft op het ervaren van welbevinden (Ross, Handal, Clark & Van der Wal, 2009). Dit conflict bestaat ook bij mensen die tegelijk hoog op zowel positieve als negatieve vormen van religieuze coping scoren (Sherman et al., 2009). In de derde verklaring zijn oorzaak en gevolg omgedraaid: negative religious coping itself may therefore be a manifestation of poor psychological and illness adjustment (Lavery O Hea, 2010, 59). Tot slot moet opgemerkt worden dat het copingparadigma benadrukt dat de positieve effecten van religie op het welzijn in een crisissituatie pas plaatsvinden als de algemene religiositeit van de betrokkene kan worden omgezet in concrete religieuze copingactiviteiten ten aanzien van de stressor. Religieuze coping bemiddelt tussen algemene religiositeit en welbevinden. Dit wordt wel het stress-buffermodel genoemd (in tegenstelling tot het main-effect model). Onderzoek in Nederland In deze paragraaf rapporteren we over recent onderzoek in Nederland, waarbij zowel positieve als negatieve vormen van religieuze coping in verband zijn gebracht met welbevinden. Pieper & Van Uden (2009) deden onderzoek in een aantal intramurale settingen: a. Algemene psychiatrie, Van Gogh Instituut te Venray, 1999, N= 141. Gevarieerd religieus, vooral katholieke respondenten. b. Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis te Bosch en Duin, 2000, N= 118. Met name Gereformeerden en Nederlands Hervormde respondenten. c. Forensische psychiatrie, Pompe-kliniek te Nijmegen, 2005, N= 52. Respondenten die in religieus opzicht het doorsneebeeld van de Nederlandse bevolking laten zien. d. Verpleeg- en verzorgingshuis, ViVa!-zorggroep te Heemskerk, 2006, N= 106. Sterk religieus, respondenten met een vooral protestants-christelijke achtergrond. De vragen die zij trachten te beantwoorden luiden: a) in welke mate maken de cliënten gebruik van religieuze coping?; b) wat is de samenhang tussen religieuze coping en welbevinden in deze groepen patiënten uit diverse intramurale settingen? De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek zijn de volgende. Voor deze populaties van patiënten uit de intramurale gezondheidszorg vormde religie een belangrijke bron voor positieve coping met hun situatie en hun problematiek. In de verpleeg- en verzorgingshuizen van ViVa! ervaart 74% van de respondenten een positieve invloed, slechts 4% ervaart een negatieve invloed van het geloof op de problematiek. Het onderzoek in de psychiatrische inrichting Van Gogh te Venray en het onderzoek in het Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis toonde ook positieve invloed, maar toch iets minder hoog (54%). Zelfs in de Pompe-kliniek was de score nog 50% ervaren positieve invloed. De negatieve invloed is gering (16% bij Van Gogh en het GPZ, 8% bij de Pompe-kliniek en zoals gezegd slechts 4% bij de ViVa!-zorggroep). De aard van de positieve invloed was divers. Cognitieve, affectieve, gedragsmatige en sociale dimensies van geloof waren erbij betrokken. Soms kan de context een bepaalde dimensie extra van 145

8 Jos Pieper belang laten zijn. In de Pompe-kliniek stond de sociale dimensie voorop, omdat daar het sociale isolement van de opsluiting zwaar weegt. De nadruk van het geloof op nederigheid en schuld is nog het meest van toepassing als negatieve invloed. Wel is de vraag in hoeverre deze gerapporteerde overwegend positieve invloed verder doorwerkt op het niveau van welbevinden. Deze positieve invloed lijkt zich vaak te vertalen in een toegenomen welbevinden: angst neemt af en het existentieel welbevinden neemt toe. Echter als ook de negatieve invloed van het geloof in de analyses wordt betrokken, dan blijkt deze negatieve invloed juist meer het welbevinden te bepalen. Dit betekent dat positieve invloed werkt, omdat er dan minder negatieve invloed aanwezig is. De negatieve invloed heeft dus verstrekkender gevolgen voor het welzijn. Dit betekent dat geestelijk verzorgers extra aandacht moeten hebben voor deze negatieve invloed. In de gesprekken met bewoners kunnen bijvoorbeeld gevoelens van nederigheid en schuld op hun realiteitsgehalte getoetst worden. Wel is het gelukkig zo dat deze negatieve invloed maar weinig voorkomt. Braam et al. (2010) onderzochten het verband tussen positieve en negatieve religieuze coping en depressie onder vier bevolkingsgroepen in multicultureel Amsterdam: Nederlanders, Turken, Marokkanen en Surinamers/Antillianen (776 respondenten). Ze gebruikten een variant van de brief RCOPE van Pargament voor het meten van religieuze coping. De drie niet-nederlandse bevolkingsgroepen scoorden hoog op positieve religieuze coping, de Nederlanders daarentegen laag. Op negatieve religieuze coping werd door allen laag gescoord. Het hoogst scoorde nog het item ik voel me door God gestraft voor mijn zonden en gebrekkig spiritueel leven en wel onder de Turkse respondenten. Vervolgens werd in regressieanalyses de invloed van algemene maten van religiositeit en positieve en negatieve religieuze coping enerzijds op depressieve symptomen, drempeldepressie en depressieve stoornis anderzijds bepaald. Het algemene beeld is dat positieve religieuze coping in beperkte mate samenhangt met depressie (namelijk met drempeldepressie en bij de Surinaams/Antilliaanse bevolkingsgroep met depressieve symptomen). Dit verband was in afwijking van de trends in de literatuur ook nog negatief in de zin dat positieve religieuze coping samenhangt met meer depressie. Een verklaring wordt gezocht in het verloop van depressie. Als depressieve symptomen opkomen kan de religieuze copingactiviteit toenemen. De positieve effecten ervan worden pas op een later tijdstip zichtbaar. De negatieve religieuze coping hing systematischer samen met hoge scores voor depressie. Met name het item vraag ik mij af of God mij verlaten heeft hing bij de meeste onderzochte groepen samen met hogere scores op depressie. De auteurs geven een verklaring waarin de depressie de oorzakelijke factor is. Depressie gaat gepaard met gevoelens van leegte, wanhoop en anhedonie. Deze gevoelens komen ook tot uitdrukking in de relatie met God, of beter gezegd in de afwezigheid van het ervaren van een relatie met God. Een alternatieve verklaring zou ontleend kunnen worden aan de attachmenttheorie (Kirkpatrick, 1992; Grandquist, 2010). Onveilige hechting is dan de achterliggende oorzaak van zowel depressie als ervaren van de afwezigheid van God. De Vries-Schot, Pieper & Van Uden deden onderzoek (nog te publiceren) onder parochianen en patiënten van extramurale christelijke geestelijke gezondheidsinstellingen in Oost-Nederland. Het onderzoek is gebaseerd op 336 respondenten (49% patiënten en 51% parochianen). In dit onderzoek werden de brief RCOPE en de receptiviteitsschaal gebruikt. Het gebruik van positieve religieuze coping was groot, dat van receptieve coping aanzienlijk en dat van negatieve religieuze coping laag. Door middel van regressieanalyses werden de verbanden van deze drie vormen van coping met angst (gemeten met de STAI-schaal van Spielberger, Gorsuch & Lushene, 1970) en existentieel welbevinden (gemeten met de Existential WellBeing Scale van Ellison, 1983 en Bufford, Paloutzian & Ellison, 1991) gemeten. In de groep patiënten waren receptieve coping (minder angst) en negatieve religieuze coping (meer angst) de beste voorspellers voor angst. In de groep parochianen was het hebben van een positieve relatie met God (een algemeen religieus kenmerk) de beste voorspeller voor angst. Hetzelfde patroon werd gevonden bij existentieel welbevinden. De verklaarde variatie was hier nog groter. Hieruit blijkt dat religieuze coping vooral van invloed is in crisissituaties. Daarbuiten is de algemene religiositeit (bijvoorbeeld intrinsieke religiositeit en positieve relatie met God) meer van invloed op welbevinden. 146

9 Discussie en inspiratie rond wetenschap, geloof en hulpverlening Tot slot moet gewezen worden op twee lopende promotietrajecten, waarin naast vele andere variabelen ook positieve, negatieve en receptieve religieuze coping worden gemeten. Aan de Universiteit van Tilburg onderzoekt Sjaak Korver het verband tussen religieuze coping en het welbevinden van longkankerpatiënten in Noord-Brabant en Limburg. Zoals eerder gemeld wordt hiervoor een nieuwe vorm van meten van coping ontwikkeld: de spiritueelmagische schaal. Aan de Hogeschool van Amsterdam onderzoekt Leonie van der Valk (Van der Valk, 2010) religieuze coping (in het bijzonder bidden) bij hoogopgeleide Nederlandse moslima s van Marokkaanse afkomst. In beide onderzoeken worden ook, weliswaar in beperkte mate, de meetinstrumenten van Pargament gebruikt. Con c l u s i e Religieuze coping is een van de onderzoeksterreinen van de godsdienstpsychologie die ook weerklank vinden in de psychologie. Zo is in het recente handboek over stress, health and coping (Folkman, 2011) plaats ingeruimd voor religieuze coping. Dit is vooral de verdienste van de inspanningen van Pargament. Wil deze erkenning van religieuze coping ook in andere dan Angelsaksische landen tot stand komen, dan zal het religieuze copingonderzoek zich moeten aanpassen aan andere culturele condities. In Nederland zal rekening gehouden moeten worden met secularisatie, de nieuwe spiritualiteit en de multiculturele samenleving. Dit laatste betekent dat er enerzijds nieuwe meetinstrumenten ontwikkeld moeten worden, maar anderzijds dat voor bepaalde groepen binnen de Nederlandse samenleving (traditioneel gelovige christenen) de meetinstrumenten van Pargament wel valide zijn. Het religieuze copingonderzoek zou verder aan relevantie winnen als de werking van positieve en negatieve coping theoretisch meer inzichtelijk gemaakt zou kunnen worden. De attributietheorie en de attachmenttheorie lijken ons vruchtbare theorieën hiervoor te zijn. De attributietheorie zou via het thema theodicee zelfs een brug kunnen slaan naar de theologie. De rustgevende werking van ritueel gedrag zou verklaard kunnen worden vanuit actuele inzichten uit de neurowetenschappen. Tot slot zijn er ook implicaties voor de geestelijke verzorging. Voor zorgverzekeraars is het bijdragen aan vormgeven van (religieuze) coping bij cliënten een belangrijke legitimatie voor financiering van de intra- en extramurale geestelijke verzorging (Hopman, 2006). Inzichten uit het religieuze copingonderzoek zullen in het onderwijs voor geestelijk verzorgers opgenomen moeten worden. Het is bijvoorbeeld van belang om te weten dat spiritual distress een aanzienlijke negatieve impact kan hebben op het welzijn van cliënten. Ook is het nuttig om te weten dat niet alleen de affectieve band met God, maar ook meer volksreligieuze rituele handelingen een belangrijk bestanddeel van het copingrepertoire van de cliënten uitmaken. Wellicht zou het oprichten van een expertisecentrum voor religieuze coping hier van voordeel kunnen zijn. Bundeling van de onderzoeksinspanningen die nu verspreid op diverse universiteiten in Nederland geleverd worden, kan meerwaarde hebben. Lit e r a t u u r Aflakseir, A. & Coleman, P.G. (2009) The influence of religious coping on the mental health of disabled Iranian war veterans. Mental health, religion and culture, 12, Ahmadi, F. (2006). Culture, religion and spirituality in coping: the example of cancer patients in Sweden. Uppsala: Acta Universitatis Upsaliensis. Ai, A.L., Peterson, C. & Huang, B. (2003). The effect of religious-spiritual coping on positive attitudes of adult muslim refugees from Kosovo and Bosnia. The international journal for the psychology of religion, 13, Ai, A.L., Park, C.L., Huang, B., Rodgers, W. & Tice, T.N. (2007). Psychosocial mediation of religious coping scales: a study of short-term psychological distress following cardiac surgery. Personality and social psychology bulletin, 33, Alma, H., Pieper, J. & Van Uden, M. (2003). When I find myself in times of trouble : Pargament s religious coping scales in the Netherlands. Archiv für Religionspsychologie, 24, Ano, G. & Vasconcelles, E.B. (2005) Religious coping and psychological adjustment to stress: a meta-analysis. Journal of clinical psychology, 61, Baldacchino, D. & Draper, P. (2001). Spiritual coping strategies: a review of the nursing research litera- 147

10 Jos Pieper ture. Journal of advanced nursing, 34, Braam, A.W., Schrier, A.C., Tuinebreijer, W.C., Beekman, A.T.F., Dekker, J.J.M. & De Wit, M.A.S. (2010). Religious coping and depression in multicultural Amsterdam: a comparison between native Dutch citizins and Turkish, Moroccan and Surinames/Antillean migrants. Journal of affective disorders, 125, Bufford, R. K., Paloutzian, R. F. & Ellison, C. W. (1991). Norms for the Spiritual WellBeing Scale. Journal of psychology and theology, 19, Burker, E.J., Evon, D.M., Sedway, J.A. & Egan, T. (2005). Religious and non-religious coping in lung transplant candidates: does adding God to the picture tell us more? Journal of behavioral medicine, 28, Carver, C.S. & Connor-Smith, J. (2010). Personality and Coping. Annual review of psychology, 61, Ellison, C. W. (1983). Spiritual well-being: conceptualization and measurement. Journal of psychology and theology, 11, Folkman, S. (ed.) (2011). The Oxford handbook of stress, health and coping. Oxford: Oxford University Press. Folkman, S. & Lazarus, R.S. (1980). An analysis of coping in a middle-aged community sample. Journal of health and social behavior, 21, Folkman, S. & Moskowitz, J.D. (2004). Coping: pitfalls and promise. Annual review of psychology, 55, Fortmann, H.M.M. (1974). Als ziende de onzienlijke: een cultuurpsychologische studie over de religieuze waarneming en de zogenaamde religieuze projectie. Hilversum: Gooi en Sticht. Ganzevoort, R.R. (1998). Religious coping reconsidered, a narrative reformulation. Journal of psychology and theology, 26, 3, Grandquist, P. (2010). Religion as attachment: the Godin Award Lecture. Archive for the psychology of religion, 32, Harrison, M.O. (2001). The epidemiology of religious coping: a review of recent literature. International review of psychiatry, 13, Hart, J. de (2011). Zwevende gelovigen: oude religie en nieuwe spiritualiteit. Amsterdam: Bert Bakker. Holmes, T.H., Rahe, R.H. (1967). The social readjustment rating scale. Journal of psychosomatic research, 11, Hopman, A.M. (2006). Uitvoeringstoets geestelijke verzorging. Diemen: CVZ. James, W. (1994). The varieties of religious experience: a study in human nature. New York: Modern Library Press, (origineel 1902). Jespers, F. (2007). De paramarkt: New Age en volksgeloof. Religie en samenleving, 2, Khan, Z.H. & Watson, P.J. (2006). Construction of the Pakistani religious coping practices scale: correlations with religious coping, religious orientation, and reactions to stress among muslim university students. The international journal for the psychology of religion, 16, Kirkpatrick, L.A. (1992). An attachment-theory approach to the psychology of religion. The international journal for the psychology of religion, 2, Kronjee, G. & Lampert, M. (2006). Leefstijlen en zingeving. In W.B.H.J. van de Donk, A.P. Jonkers, G.J. Kronjee & R.J.J.M. Plum (red.), Geloven in het publieke domein: verkenningen van een dubbele transformatie (pp ). Amsterdam: University Press. Kwilecki, S. (2004). Religion and coping: a contribution from religious studies. Journal for the scientific study of religion, 43, Lavery, M.E. & O Hea, E.L. (2010). Religious/ spiritual coping and adjustment in individuals with cancer: unanswered questions, important trends, and future directions. Mental health, religion and culture, 13, Lazarus, R.S. & Folkman, S. (1984). Stress, appraisal and coping. New York: Springer. Lommel. P. van (2007). Eindeloos bewustzijn: een wetenschappelijke visie op de bijna-doodervaring. Kampen: Ten Have. Matthews, D.A., McCullough, M.E., Larson, D.B., Koenig, H.G., Swyers, J.P., Greenwold & Milano, M. (1998). Religious commitment and health status: a review of the research and implications for damily medicine. Archive for family and medicine, 7, Meester, M. (2008). Nieuwe spiritualiteit. Kampen: Ten Have. Oosterwijk, M.H. (2004). Cognitieve strategieën van borstkankerpatiënten en de relatie met aanpassing: een longitudinale studie. Enschede: Printpartners Ipskamp. 148

11 Discussie en inspiratie rond wetenschap, geloof en hulpverlening Pargament, K.I. (1990). GOD HELP ME: toward a theoretical framework of coping for the psychology of religion. Research in the social scientific study of religion, 2, Pargament, K.I. (1997). The psychology of religion and coping: theory, research, practice. New York: Guilford Press. Pargament, K.I., Kennell, J., Hathaway, W., Grevengoed, N., Newman, J. & Jones. W. (1988). Religion and the problem-solving process: three styles of coping. Journal for the scientific study of religion, 27, Pargament, K.I., Koenig, H.G. & Perez, L.M. (2000). The many methods of religious coping: development and initial validation of the RCOPE. Journal of clinical psychology, 56, Pargament, K.I., Smith, B.W., Koenig, H.G. & Perez., L. (1998) Patterns of positive and negative religious coping with major life stressors. Journal for the scientific study of religion, 37, Pargament, K., Feuille, M. & Burdzy, D. (2011). The brief RCOPE: current psychometric status of a short measure of religious coping. Religions, 2, Park, C.L. (2005). Religion as a meaning-making framework in coping with life stress. Journal of social issues, 61, Park, C.L., Folkman, S. (1997). Meaning in the context of stress and coping. Review of general psychology, 1, Park, C.L. (2011). Meaning, coping, and health and well-being. In S. Folkman (ed.), The Oxford handbook of stress, health and coping (pp ). Oxford: University Press. Pieper, J., Van Uden, R. (2009). Religieuze coping in de intramurale gezondheidszorg: zichtbaar en onzichtbaar. In M. van Uden, J. Pieper (red.), Zichtbare en onzichtbare religie: over de varianten van religieuze zin (pp ). Nijmegen: Valkhof pers. Ross, K., Handal, P.J., Clark, E.M. & Van der Wal, J.S. (2009). The relationship between religion and religious coping: religious coping as a moderator between religion and adjustment. Journal of religion and health, 48, Scandrett, K.G. & Mitchell, S.L. (2009). Religiousness, religious coping, and psychological wellbeing in nursing home residents. Journal of American medical directors association, 10, Schottenbauer, M.A., Rodriguez, B.F., Glass, C.R. & Arnkoff, D.B. (2006). Religious coping research and contemporary personality theory: an exploration of Endlers (1997) integrative personality theory. British journal of psychology, 97, Sherman, A.C., Plante, T.G., Simonton, S., Latif, U. & Anaisse, E.J. (2009). Prospective study of religious coping among patients undergoing autologous stem cell transplantation. Journal of behavioral medicine, 32, Spielberger, Ch. D., Gorsuch, R.L., & Lushene, R.E. (1970). Manual for the state-trait anxiety inventory. Palo Alto, CA: Consulting Psychologists Press. Sulmasy D.P. (2002). A biopsychosocial-spiritual model for the care of patients at the end of life. The gerontologist, 42, Suls, J., David, J.P. & Harvey, J.H. (1996). Personality and coping: three generations of research. Journal of personality, 64, Uden, M.H.F. van, Pieper, J.Z.T. & Alma, H.A. (2004). Bridge over Troubled Water : further results regarding the receptive coping scale. Journal of empirical theology, 17, Vaillant, G.E. (1994). Ego mechanisms of defense and personality psychopathology. Journal of abnormal psychology, 103, Valk, L. van der (2010). Research in social work on coping and migration: coping strategies of migrant generations of rural Moroccan and muslim background in the Netherlands. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Winter, U., Hauri, D., Huber, S., Jenewein, J. & Schnyder, U. (2009). The psychological outcome of religious coping with stressful life events in a Swiss sample of church attendees. Psychotherapy and psychosomatics, 78, Zeidner, M., Saklofske, D. (1996). Adaptive and maladaptive coping. In M. Zeidler, & N.S. Endler, Handbook of coping (pp ). New York: Wiley. Persona lia J.Z.T. Pieper, departement religiewetenschappen en theologie, Universiteit Utrecht en Faculteit Katholieke Theologie, Universiteit van Tilburg. Correspondentieadres: j.z.t.pieper@tilburguniversity.edu 149

Religious Coping en Veerkracht. Rien van Uden

Religious Coping en Veerkracht. Rien van Uden Religious Coping en Veerkracht Rien van Uden When I find myself in times of trouble Als ik met deze regels begin zullen de meesten onder u, zo denk ik, in staat zijn de vervolgregels aan te vullen: Mother

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Bijeenkomst Geestelijk Verzorgers Sint Maartenskliniek, Nijmegen

Bijeenkomst Geestelijk Verzorgers Sint Maartenskliniek, Nijmegen Bijeenkomst Geestelijk Verzorgers Sint Maartenskliniek, Nijmegen Religieuze coping in relatie tot het revalidatieresultaat 25 september 2013 Frans van Oosten Geestelijk verzorger 1 Waar gaat het eigenlijk

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Spiritualiteit, meeervoudige religieuze betrokkenheid en zingeving. Groningen, Joantine Berghuijs,

Spiritualiteit, meeervoudige religieuze betrokkenheid en zingeving. Groningen, Joantine Berghuijs, Spiritualiteit, meervoudige religieuze betrokkenheid en zingeving Joantine Berghuijs 6-03-2015 Overzicht presentatie Trends in religiositeit/spiritualiteit in Nederland Breedte van het begrip spiritualiteit

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Registratie-richtlijnen

Registratie-richtlijnen BEROEPSGEBONDEN BURNOUT/OVERSPANNING (niet in Europese Lijst van Beroepsziekten) (CAS: Burnout P611 en Overspanning P619) 1 Achtergrondinformatie Van burnout wordt gesproken indien sprake is van een langdurige

Nadere informatie

Dominiek Lootens.

Dominiek Lootens. Dominiek Lootens Vormingsbeleid in organisaties Voorwaarden voor een goed leerklimaat Interesse voor het thema bij zorgverleners Bijbelse visie op spiritualiteit Transformatie van de context Vormingsconcepten

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Overzicht. VU Alumni 12 mei 2012. 1. Belangstelling. 2. Religie en empirisch onderzoek. 3. Godsbeeld als objectrelatie. 4. Resultaten uit LASA

Overzicht. VU Alumni 12 mei 2012. 1. Belangstelling. 2. Religie en empirisch onderzoek. 3. Godsbeeld als objectrelatie. 4. Resultaten uit LASA De empirische studie van religie en psychiatrie een voorbeeld Arjan Braam Onderzoeker LASA, Vumc Opleider psychiatrie Altrecht / psychiater Crisisdienst Utrecht VU Alumni 12 mei 2012 Overzicht 1. Belangstelling

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self

Nadere informatie

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch Stress en Psychose 59 Noord Stress and Psychosis 59 North A.N.M. Busch Prevalentie van Subklinische Psychotische Symptomen en de Associatie Met Stress en Sekse bij Noorse Psychologie Studenten Prevalence

Nadere informatie

De Beroepsstandaard wordt aangepast op de volgende punten.

De Beroepsstandaard wordt aangepast op de volgende punten. BESLUIT VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN DE VGVZ (7 JUNI 2010) inzake het advies van de Commissie Spiritualiteit en Beroepsstandaard vastgesteld te Amsterdam door de Algemene Leden Vergadering van

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP

CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP WAAROM CALM? Ongeveer 25% van de oncologische patiënten in de palliatieve fase ontwikkelt een depressie of aanpassingsstoornis.

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/71755

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach. 1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Het Welbevinden van Mantelzorgers in Vlaanderen: Relaties tussen Sociale Steun, Sense of Coherence, Bevlogenheid en Welbevinden.

Het Welbevinden van Mantelzorgers in Vlaanderen: Relaties tussen Sociale Steun, Sense of Coherence, Bevlogenheid en Welbevinden. Het Welbevinden van Mantelzorgers in Vlaanderen: Relaties tussen Sociale Steun, Sense of Coherence, Bevlogenheid en Welbevinden. Well-being of Family Caregivers in Flanders: The Relationships between Social

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,

Nadere informatie

Positieve psychologie & Zingeving

Positieve psychologie & Zingeving Positieve psychologie & Zingeving Studiebijeenkomst KSGV Vrijdag 29 maart 2019, 13.00-17.00 uur Auditorium Catharijneconvent (Lange Nieuwstraat 38 te Utrecht) Informatie en aanmelding: www.ksgv.nl ksgv@ksgv.nl

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

EMOTIEREGULATIE & AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN

EMOTIEREGULATIE & AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN EMOTIEREGULATIE & AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN W E T E N S C H A P P E L I J K O N D E R Z O E K B I J H O O G F U N C T I O N E R E N D E K I N D E R E N E N J O N G E R E N Janneke de Ruiter, MSc FOCUS

Nadere informatie

ROM in de ouderenpsychiatrie

ROM in de ouderenpsychiatrie Improving Mental Health by Sharing Knowledge ROM in de ouderenpsychiatrie Marjolein Veerbeek Richard Oude Voshaar, Anne Margriet Pot Financier: Ministerie van VWS 2 Routine Outcome Monitoring Definitie

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Levensbeschouwing, religie en zingeving in de zorgverlening. wat wel, wat niet? Workshop Week van de Reflectie René van Leeuwen 27 november 2012

Levensbeschouwing, religie en zingeving in de zorgverlening. wat wel, wat niet? Workshop Week van de Reflectie René van Leeuwen 27 november 2012 Levensbeschouwing, religie en zingeving in de zorgverlening wat wel, wat niet? Workshop Week van de Reflectie René van Leeuwen 27 november 2012 ik werk bij elke patiënt volgens de principes van therapeutic

Nadere informatie

coping en emotionele aanpassing na NAH

coping en emotionele aanpassing na NAH Het venijn zit in de staart 29 maart historic perspective: the 1980s decade of the severe TBIs introduction of the concept golden hour coping en emotionele aanpassing na NAH Dr. S.Z. Stapert Neuropsycholoog

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness bij somatoforme stoornissen Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness-based cognitieve therapie (MBCT) bij somatoforme stoornissen Onverklaarde lichamelijke klachten 20% Persisterende

Nadere informatie

OMGAAN MET ONGEWENSTE KINDERLOOSHEID. Door Ditta van Dijk en Vivian Kraaij NLEIDING

OMGAAN MET ONGEWENSTE KINDERLOOSHEID. Door Ditta van Dijk en Vivian Kraaij NLEIDING OMGAAN MET ONGEWENSTE KINDERLOOSHEID Door Ditta van Dijk en Vivian Kraaij NLEIDING Uit psychologisch onderzoek is gebleken dat het welbevinden van onvrijwillig kinderloze vrouwen in Nederland vaak lager

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking 2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

12 e Post O.N.S. Meeting. Carolien Burghout Verpleegkundig specialist Jeroen Bosch Ziekenhuis

12 e Post O.N.S. Meeting. Carolien Burghout Verpleegkundig specialist Jeroen Bosch Ziekenhuis 12 e Post O.N.S. Meeting Carolien Burghout Verpleegkundig specialist Jeroen Bosch Ziekenhuis Screening for distress The Sixth Vital Sign Doelen De toehoorder: 1. heeft achtergrondkennis over distress en

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller

Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller gaat. Om bij te blijven met deze veranderingen in de

Nadere informatie

De spirituele begeleiding van mensen aan het eind van hun leven

De spirituele begeleiding van mensen aan het eind van hun leven De spirituele begeleiding van mensen aan het eind van hun leven Marie-José Gijsberts, Specialist Ouderengeneeskunde Consulent Palliatief Team Midden Nederland Promovenda VUmc: spirituele Levenseindezorg

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers. Werk in balans Een onderzoek naar de invloed van werktijden op werkthuisinterferentie en de gevolgen daarvan voor burnout en verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance A study of the

Nadere informatie

De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden

De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden in de Verpleeg- en Verzorgingshuizen The Influence of Self-efficacy

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Utrechtse Coping Lijst (UCL) November 2012 Review: 1. A. Lueb 2. M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

Spirituele zorg Wat kun je ermee? Carlo Leget

Spirituele zorg Wat kun je ermee? Carlo Leget Spirituele zorg Wat kun je ermee? Carlo Leget Palliatieve zorg Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis. Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met een Psychotische Stoornis. The Effect of Assertive Community Treatment (ACT) on

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Partners van een borstkanker patient, waar blijft u? Erik van Muilekom MANP verpleegkundig specialist

Partners van een borstkanker patient, waar blijft u? Erik van Muilekom MANP verpleegkundig specialist Partners van een borstkanker patient, waar blijft u? Erik van Muilekom MANP verpleegkundig specialist Zorg voor de Partner Waar loopt de partner tegen aan? Hoe kun je, je partner steunen als je zelf niet

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Deel 1: Positieve psychologie

Deel 1: Positieve psychologie Deel 1: Positieve psychologie Welkom bij: Positieve gezondheid. Jan Auke Walburg 2 Carla Leurs 3 4 Bloei Bloei is de ontwikkeling van het fysieke en mentaal vermogen. Welbevinden en gezondheid Verschillende

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en

Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en verbondenheid en de hechtingsstijl in een volwassenen populatie. Interrelationships

Nadere informatie