of het kleine zwarte jurkje Lees- en verteltekst groep 2 t/m 5

Transcriptie

1 Coco of het kleine zwarte jurkje Lees- en verteltekst groep 2 t/m 5

2 voor de leerkracht museumles BesCHrIJvIng Het kleurrijke levensverhaal van de beroemde modeomtwerpster Coco Chanel inspireerde veelbekroond prentenboekillustrator en schrijver Annemarie van Haeringen tot het prentenboek Coco - of het kleine zwarte jurkje. Dit is het elfde deel uit de serie kinderkunstboeken die het Gemeentemuseum uitgeeft in samenwerking met Uitgeverij leopold. Het verschijnt ter gelegenheid van de tentoonstelling Chanel: de legende. De museumles voert de kinderen mee op een adembenemende reis door het leven van Coco Chanel. Chanels bijzondere levensloop, van 'rags to riches' spreekt al generaties tot de verbeelding en inspireert nog steeds. Het ontroerende verhaal van Annemarie van Haeringen oogt als een modern sprokkje. De kleine Coco groeit op in een weeshuis waar ze onder leiding van haar zwartgeklede 'tantes' hard moet werken voor de kost. Maar ze leert er ook naaien en bord uren. Op haar achttiende moet ze een baatje zoeken. De wereld ligt voor haar open. En één ding weet Coco heel zeker: ze wil nooit, nooit meer arm zijn. Tijdens de les bekijken de kinderen de orginele tekeningen van Van Haeringen. In spelopdrachtjes komt steeds een stukje van het leven van Chanel aan bod. Er wordt geborduurd, met lapjes gewerkt en een heuse show gelopen op de catwalk. Daarvoor staat de kinderen een goedgevulde verkleedkist ter beschikking.

3 lesdoelen kerndoelen praktische tips De kinderen kijken en luisteren naar het verhaal uit het 1 nederlands mondeling taal onderwijs Deze lees- en verteltekst is bedoeld om naar eigen inzicht Het is toegestaan tijdens de museumles foto s van uw leerlin- prenten boek Coco - De leerlingen leren ter voorbereiding gen te maken zónder of het kleine zwarte informatie te verwerven van de museumles te flits/statief. jurkje, van Annemarie uit gesproken taal. gebruiken. De inhoud Deze lees- en vertel- van Haeringen. Ze leren tevens die ervan is een aanvul- tekst is ook te down- De kinderen bekijken informatie, mondeling ling op de inhoud loaden vanaf onze site: de originele illustraties of schriftelijk, gestruc- van de museumles en van het boek en praten daarover. De kinderen doen spelopdrachtjes in relatie tot het leven en tureerd weer te geven. 12 nederlands taalbeschouwing, WAAronDer strategieën valt hiermee bewust slechts gedeeltelijk samen. U kunt deze tekst bijvoorbeeld voorlezen, bespreken museum.nl. Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/smart- werk van Coco Chanel. De leerlingen verwerven of als inspiratie board. De kinderen lopen een een adequate woorden- gebruiken voor een show op de catwalk. schat en strategieën andersoortige les. De kinderen bewerken voor het begrijpen van Uiteraard zult u dit een door Annemarie voor hen onbekende materiaal voor groep van Haeringen ont- woorden. Onder 2 anders kunnen worpen borduurkaart woorden schat vallen gebruiken dan voor met textiel. ook begrippen die het groep 5. Ook treft u De leerlingen kennen leerlingen mogelijk tot besluit suggesties de betekenis van een maken over taal te aan voor een of aantal woorden in verband met het leven en werk van Coco denken en te spreken. 54 kunstzinnige orïentatie meerdere les(sen) na het museumbezoek. Het is voor de Chanel, zoals mode- De leerlingen leren kinderen fijn om bij ontwerper, modeshow, beelden, taal, muziek, hun naam te worden borduren en weeshuis. spel en beweging te aangesproken in het gebruiken, om er gevoe- museum. Een naam- lens en ervaringen mee bordje of -sticker op uit te drukken en om er hun kleding werkt mee te communiceren. 55 kunstzinnige orïentatie goed. Het is prettig als u de kinderen alvast De leerlingen leren op zou willen uitleggen eigen werk en dat van dat kunstvoorwerpen anderen te reflecteren. 56 kunstzinnige orïentatie in een museum niet aangeraakt mogen worden. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

4 voor de leerling kleren Wat voor kleren heb jij aan vandaag? Een lekkere warme trui? Of een korte broek met blote benen eronder? Als je dat vertelt, weet ik al wat voor weer het is. Die dikke trui heb zeker aan omdat het hartstikke koud is buiten. En als je vandaag in een korte broek rondloopt, dan schijnt vast de zon. We dragen de kleren die bij het weer passen. Want kleren beschermen je tegen regen, wind, kou en felle zon. Kleren beschremen je ook als je ergens tegenaan loopt of als je valt. Daarom dragen motorrijders vaak dikke, leren pakken. Maar stel nou dat het buiten altijd droog en warm was, en dat er niets was waar je tegenaan kon lopen of vanaf kon vallen. Zou je dan in je blootje naar school wandelen? 'Tuurlijk niet. Je zou je doodschamen zeg! om te spelen Wat trek je's ochtends als eerste aan? En daarna? En dan? Om de beurt mogen de kinderen een er kledingstuk of assecoire bij verzinnen. Maar let op de volgorde. Je trekt natuurlijk niet eerst je schoenen aan en dan pas... precies! Varieer door de vraag toe te spitsen op weersomstandigheden. Bijvoorbeeld: - Ik ga buiten sneeuwballen gooien en trek aan... - Ik ga in de regen door de plassen stampen en trek aan... - Het is een warme zomerdag en ik ga naar het strand. Ik trek aan... Een graadje moeilijker wordt het als de kinderen eerst alle kledingestukken moeten opsommen die al genoemd zijn, voordat ze er een mogen toevoegen. Net zoals in het spelletje 'Ik ga op vakantie en neem mee... Wat voor kleren je aandoet, hangt ook af van waar je naartoe gaat en wat je daar gaat doen. Met je badpak aan in de klas zitten is een beetje vreemd. Maar als je ermee op het strand zit, vindt niemand het gek. Ga je voetballen, dan draag je het liefst iets wat lekker zit en waar je je goed in kan be wegen. Daarom zijn er speciale sportkleren. Op een groot feest wil je er vooral mooi uitzien. Dan kom je niet in je voetbalkleren aanzetten. om te raden Kun jij raden wat wij gaan doen? Vertel het maar!

5 Modeontwerpers Sommige mensen maken hun kleren zelf. Maar de meeste mensen kopen het in de winkel. Hoe komen die kleren daar? Dat gaat zo. Modeontwerpers bedenken de kleren. Ze bedenken of een jurk wijd of strak wordt, kort of lang, met lange mouwen of zonder mouwen, enzovoort. Dat is het model. Ook verzinnen ze waar de jurk van gemaakt moet worden: van glimmende gele stof, van harige zwarte stof, of van knalrode stof met witte bolletjes. Daar maken ze dan een tekening van. In de fabriek worden de kleren gemaakt. Daar zitten honderden mensen achter naaimachines om de kleren in elkaar te naaien. Er komen duizenden dezelfde jurkjes, broeken, jasjes en blousjes de fabriek uit. Daardoor kan het zijn dat iemand in jouw klas precies dezelfde blouse aanheeft als jij. De modeshow Niet alle kleren kun je zomaar in de winkel kopen. Als Koningin Maxima naar een groot feest gaat, koopt ze geen jurk in de Bijenkorf of een ander winkel. Dan laat ze er een maken, speciaal voor haar. Daarvoor gaat ze naar een hele goeie modeontwerper. Zo'n modeontwerper laat zijn nieuwste ontwerpen zien op een modeshow. Stel je voor: een zaal vol mensen; harde muziek; en in het midden van de zaal is een lang, smal podium. Daarover lopen mannen en vrouwen heen en weer om kleren te showen. Tussen de mensen in de zaal zitten filmsterren, zangeressen en TVpresentators. Zij kijken of ze een van die ontwerpen willen hebben. Dat kledingontwerp wordt dan speciaal voor hen gemaakt, zodat het perfect past! om over na te denken Heb je weleens in het fotoboek van je opa en oma gekeken? Wat zagen zij er vroeger gek uit hè? Nou ja, ze hadden toen ook al een neus en twee oren. Maar hun kleren waren wel raar en hun haar zat ook een beetje gek. Hoe zou dat komen?

6 CoCo Chanel Coco Chanel was ook modeontwerper. Ze leeft niet meer, maar nog steeds vinden veel mensen haar kleren mooi. En haar ontwerpen worden nog vaak nagemaakt. Coco heette eigenlijk Gabriëlle. Ze groeide op in een arm gezin. Toen haar moeder doodging, moest ze naar een weeshuis. Daar wonen kinderen die geen vader of moeder hebben om voor hen te zorgen. In het weeshuis leerde ze naaien en borduren. Dat kwam later nog goed van pas. Want zo kon ze als naaister haar eigen kostje verdienen. Maar Coco wilde meer. En dat lukte. Ze opende haar eigen modehuis en al snel droegen filmsterren, zangeressen en prinsessen haar ontwerpen én haar parfum. naar het MuseuM. Binnenkort kom je met je klas naar het Gemeentemuseum, misschien wel voor de eerste keer. In het museum is een tentoonstelling over Coco Chanel. Daar ga je naar kijken en je gaat er spelletjes bij doen. De museumjuf leest een verhaal voor over Coco. Daar horen tekeningen bij. Die zijn ook in het museum. Tenslotte mag je je mooi aankleden voor de modeshow. Heb je d'r al zin in?

7 voor de leerkracht kinderboeken, een BLog en een WeBsIte over mode & kostuumgeschiedenisk bij het thema mode. Engelstalige modeblog van tienermeisje Tavi) Georgette Koning, Mode, uitg. Van Goor & zonen, 2006, ISBN Karin van Hoof, De geschiedenis van de mode, Noordhoff Uitgevers, 2013 (nr. 353 in de Informatieserie van De Ruiters's Documentatiecentrum), ISBN Serie van uitgeverij Ars Scribendi over Mode in de 20ste eeuw, beschikbaar zijn de volgende delen: - Mode , ISBN: ( ) - Mode , ISBN: ( ) - Mode , ISBN: ( ) - Mode , ISBN: ( ) - Mode , ISBN: ( ) - Mode , ISBN: ( ) lessuggesties voor ná De museumles ontwerp een klein, zwart jurkje Op een werkblad met een voorgetekende aankleedpop (van internet te halen) ontwerpen de kinderen hun eigen zwarte jurkje. Hoe wordt het model? Wijd of strak? Lang of kort? Met grote pofmouwen of helemaal geen mouwen? Als de tekening klaar is, knippen ze het ontwerp uit. Daarbij blijft de rest van het papier heel. Dat lukt door het papier even dubbel te vouwen als ze beginnen met knippen. Het overgebleven werkblad wordt op een vel zwart papier of op een zwart lapje stof gelegd en vast geplakt. Wanneer het werkblad op een gekleurde ondergrond of op stof met een motiefje wordt gelegd, is het effect weer heel anders. Ook leuk om te proberen. Modeshow in de klas Met lappen stof die worden vastgezet met wasknijpers kleden de kinderen elkaar aan. Daarna worden de creaties in de klas geshowed. Collage: mijn stijl De kinderen knippen uit modetijdschriften de kleding die zij mooi vinden en verwerken deze tot een collage. Welke kleuren passen mooi bij elkaar? Plak ik het scheef of recht? Over elkaar of naast elkaar? Zo komt ieder tot een eigen stijl.

8 Gemeentemuseum Den Haag Productie: Gemeentemuseum sector Educatie Den Haag en afdeling Foto & Vorm oktober Tekst: Jet 2013 van Overeem Productie: sector Educatie en afdeling Foto & Vorm Deze februari lees en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: Ook Deze handig lees- en in verteltekst het geval u is in ook de klas te downloaden beschikt over een vanaf digitaal onze site: schoolbord/smartboard. Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/smartboard.