I&O Research Langestraat 37 Postbus 563, 7500 AN Enschede tel. (053) Amslv /60. december 2003

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "I&O Research Langestraat 37 Postbus 563, 7500 AN Enschede tel. (053) 4825000. Amslv03 2003/60. december 2003"

Transcriptie

1

2

3 Derde meting

4 COLOFON Uitgave: I&O Research Langestraat 37 Postbus 563, 7500 AN Enschede tel. (053) Project: Amslv03 Rapportnummer: 2003/60 Datum: december 2003 Opdrachtgever: Gemeente Enschede Langestraat 24, 7511 HC Enschede tel. (053) Auteurs: drs. Marlies Bongers dr. Rob van de Peppel Redactie: dr. Rob van de Peppel Bestellingen: Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

5 Inhoud blz. Voorwoord Samenvatting 1. Vraagstelling en verantwoording Inleiding Terugblik Verantwoording Statistische procedures Leeswijzer 6 2. Gezondhei d en welbevinden Inleiding Gezondheid Sociale participatie Schade Invloed ramp Conclusies Nazorg en afwikkeling schades Inleiding Gebruik nazorg Tevredenheid met nazorg en schadeafwikkeling Behoefte aan nazorg Conclusies Wederopbouw Inleiding Roombeek Terugkeer Buurthuisactiviteiten Betrokkenheid en vertrouwen Projectbureau Wederopbouw Conclusies Actuele onderwerpen Inleiding Herstel van vertrouwen Beleidsvoorkeuren Conclusies Ondernemers Kenmerken van de onderzoeksgroep Gezondheid en bedrijfsvoering Nazorg Wederopbouw Conclusies Leeftijdsgroepen Inleiding Gezondheid en welbevinden Wederopbouw Conclusies 69 I II

6

7 blz. 8. Allochtonen Inleiding Gezondheid en welbevinden Nazorg Wederopbouw Conclusies 77 Bijlagen Leden Begeleidingscommissie Begrippenlijst 82

8

9 Voorwoord Voorwoord Ook in 2003 zijn de sporen van de vuurwerkramp van 13 mei 2000 nog niet uitgewist. Toch lijkt 2003 voor veel getroffenen een jaar van herstel geweest te zijn. In tegenstelling tot 2002 zijn er in 2003 op veel vlakken duidelijke indicaties van verbetering: zo vertonen de meeste indicatoren voor de gezondheid en het welbevinden van getroffenen een positieve ontwikkeling. Dit is één van de algemene conclusies die wij trekken in de Getroffenenmonitor Dit onderzoek voert I&O Research jaarlijks uit in opdracht van de gemeente Enschede. In samenhang met het Gezondheidsonderzoek Getroffenen Vuurwerkramp Enschede (GGVE, zie ook de derde meting van het GGVE) geeft de Getroffenenmonitor jaarlijks een actueel beeld van (de ontwikkeling van) het welbevinden van getroffenen van de vuurwerkramp, hun tevredenheid met en behoefte aan nazorg en hun betrokkenheid bij en vertrouwen in de wederopbouw. De Getroffenenmonitor biedt de gemeente Enschede en andere bij de nazorg en wederopbouw betrokken organisaties de mogelijkheid om de effecten van beleid en maatregelen te toetsen èn te signaleren welke aanvullende of nieuwe maatregelen wenselijk zijn. Wij hopen hiermee een bijdrage te leveren aan een optimale afstemming van de nazorg op de behoeften van getroffenen en aan een wederopbouwproces dat is afgestemd op de wensen en behoeften van oud-bewoners. I&O Research, drs. Nico Buurman directeur I

10

11

12 Samenvatting Samenvatting Inleiding Hoe vergaat het de getroffenen van de vuurwerkramp? In welke mate maken zij gebruik van het aanbod van zorginstellingen? Zijn zij tevreden over de begeleiding na de ramp? Voelen zij zich betrokken bij de wederopbouw van het rampgebied? Hoe tevreden zijn zij over het verloop van de wederopbouw? En: is er sprake van een herstel van vertrouwen tussen burgers en de gemeente Enschede? Deze en andere vragen staan centraal in de Getroffenenmonitor 2003, een onderzoek dat tot nu toe jaarlijks in september is uitgevoerd onder door de vuurwerkramp getroffen Enschedeërs. Het onderzoek is in opdracht van de gemeente Enschede uitgevoerd door I&O Research. Deze samenvatting beschrijft in kort bestek de belangrijkste resultaten. Wij hebben gesprekken gevoerd met drie te onderscheiden groepen getroffenen en met een groep gewone Enschedeërs. De drie groepen getroffenen worden in dit rapport aangeduid als geherhuisvesten, bewoners van de binnenring en overige getroffenen. Deze drie groepen hebben gemeen dat zij allen op enige wijze zijn getroffen door de ramp. Sommigen zijn gewond geraakt. Anderen hebben huis en haard verloren en hebben daarmee materiële schade geleden. Weer anderen zijn door de ervaringen tijdens en na de ramp getraumatiseerd. Toch zijn tussen de groepen belangrijke verschillen aan te wijzen. Geherhuisvesten zijn Enschedeërs die als gevolg van de ramp moesten verhuizen. In de meeste gevallen gaat het hier om Enschedeërs die binnen de zogenoemde schuttingring woonden. Bewoners van de binnenring woonden ten tijde van de ramp net buiten deze schuttingring. Overige getroffenen zijn personen die niet binnen de schuttingring of de binnenring woonden maar tijdens de ramp wel in het getroffen gebied aanwezig waren: als passant of als hulpverlener. Tot de groep overige getroffenen rekenen wij ook bewoners van het gebied vlak buiten de binnenring (ook wel de buitenring genoemd). Daarnaast heeft een vierde groep aan dit onderzoek meegewerkt. Personen in deze groep, die in dit rapport wordt aangeduid met de term controlegroep zijn niet getroffen door de ramp. Zij zijn niet gewond geraakt. Zij woonden ten tijde van de ramp weliswaar in Enschede, maar hun woning stond niet in of in de directe nabijheid van het getroffen gebied. Respondenten in deze groep hebben geen materiële schade geleden als gevolg van de ramp. Deze groep vormt daarmee dus een afspiegeling van de gemiddelde Enschedeër. Het vervolg van deze samenvatting beschrijft in kort bestek de belangrijkste resultaten van de Getroffenenmonitor 2003 waarvoor in september 2003 ruim 700 gesprekken zijn gevoerd. Eerst beschrijven we het welbevinden van getroffenen in Daarna gaan we in op hun ervaringen met, tevredenheid over en behoefte aan nazorg. Vervolgens beschrijven we de betrokkenheid bij en het vertrouwen in de wederopbouw van het rampgebied. Ten slotte bespreken we de situatie van enkele specifieke groepen: getroffen ondernemers, allochtonen, en jongeren en 50- plussers. We sluiten deze samenvatting af met de belangrijkste algemene conclusies van het onderzoek. II

13

14

15 Samenvatting Gezondheid en welbevinden Ten aanzien van de gezondheid en het welbevinden van getroffenen zijn in de Getroffenenmonitor 2003 de volgende conclusies getrokken: Lichte afname lichamelijke klachten Onder geherhuisvesten is het aantal mensen met lichamelijke klachten, die zij zelf aan de vuurwerkramp toeschrijven, in 2003 gedaald (van 30 procent in 2002 naar 24 procent in 2003). Dit neemt niet weg dat geherhuisvesten ook in 2003 vaker dan andere groepen getroffenen lichamelijke klachten hebben. Lichte afname belemmeringen in dagelijkse activiteiten In 2003 ervaart 25 procent van de geherhuisvesten nog belemmeringen in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. Dat is vier procent minder dan in 2002, maar nog altijd ruim meer dan in de twee andere groepen getroffenen, waar slechts een paar procent van de mensen zich in hun dagelijkse activiteiten belemmerd voelt. Ziekteverzuim blijft hoog Ook in 2003 heeft nog bijna eenderde van geherhuisvesten zich een keer of vaker ziek gemeld op het werk. Bij de andere groepen getroffenen komt ziekteverzuim de helft minder vaak voor. Afname huisartsbezoek Geherhuisvesten bezoeken de huisarts in 2003 minder vaak dan in Het verschil met de andere groepen getroffenen is kleiner geworden. Het huisartsbezoek van met name geherhuisvesten ligt nog niet op het niveau van de controlegroep. Afname medicijngebruik Geherhuisvesten gebruiken in 2003 minder medicijnen dan in Het medicijngebruik bij geherhuisvesten is praktisch gelijk aan dat van de andere groepen getroffenen. Het verschil in gebruik van medicijnen tussen getroffenen en de controlegroep is gering. Aanzienlijk minder kinderen met problemen Het aantal kinderen met problemen die mogelijk te maken hebben met de vuurwerkramp is in 2003 afgenomen. Toch zijn in gezinnen van geherhuisvesten en overige getroffenen nog steeds vaker kinderen met problemen dan in de controlegroep. Gezondheid geherhuisvesten verbeterd Het aantal geherhuisvesten dat de eigen gezondheid als slecht beoordeelt, is in 2003 gedaald. Maar ook in 2003 voelen geherhuisvesten zich aanmerkelijk vaker ongezond dan de andere groepen getroffenen en de controlegroep. Lichte afname psychische klachten Bij geherhuisvesten, bewoners van de binnenring en overige getroffenen is in 2003 het aantal personen met psychische klachten, die zij zelf toeschrijven aan de vuurwerkramp, licht gedaald. De kans op psychische klachten is bij geherhuisvesten nog steeds aanmerkelijk groter dan bij bewoners van de binnenring en overige getroffenen. Loesje-campagne doeltreffend in opzet De campagne met posters van Loesje is door veel getroffenen opgemerkt en verlaagt volgens velen de drempels om professionele hulp in te schakelen. Toename sociale contacten Geherhuisvesten en andere getroffenen zijn in 2003 vaker sociaal actief dan in De mate van participatie is weer op het niveau van voor de ramp. Meer geherhuisvesten actief als vrijwilliger Geherhuisvesten en andere getroffenen zijn in 2003 vaker actief als vrijwilliger. Geherhuisvesten zijn nog minder vaak als vrijwilliger actief dan de controlegroep. III

16

17

18 Samenvatting Buurtintegratie verbeterd De buurtintegratie van geherhuisvesten is verbeterd ten opzichte van De buurtintegratie van geherhuisvesten en andere getroffenen wijkt in 2003 niet meer sterk af van de controlegroep. Noaberschap niet toegenomen Het aantal geherhuisvesten met een sterk ontwikkeld noaberschap is niet toegenomen ten opzichte van In dit opzicht blijven geherhuisvesten achter bij andere getroffenen en de controlegroep. Daling gevallen van niet-gecompenseerde schade zet door Nog ongeveer eenvijfde van de geherhuisvesten heeft in 2003 nog nietgecompenseerde schade. Vergeleken met vorig jaar is het aantal getroffenen met niet-gecompenseerde schade licht gedaald. De daling doet zich zowel voor bij geherhuisvesten, bewoners van de binnenring en overige getroffenen. Invloed ramp nog steeds groot De ramp oefent ook na ruim drie jaar nog grote invloed uit op het leven van getroffenen. Geherhuisvesten merken daar het meest van. Maar ook bij bewoners van de binnenring en de overige getroffenen laat de ramp nog steeds sporen na. Opvallend is dat de invloed van de ramp bij de controlegroep gestaag afneemt. Slechts een kleine fractie van gemiddelde Enschedeërs is anno 2003 nog van mening dat de ramp veel invloed op het eigen leven heeft. Getroffenen kunnen effecten ramp beter relativeren Een groter aantal getroffenen ziet ook duidelijk positieve effecten van de ramp. Na een daling vorig jaar zien we dit effect in alle groepen getroffenen optreden. Er zijn in dit opzicht geen verschillen meer tussen geherhuisvesten, andere getroffenen en de controlegroep. Nazorg en afwikkeling schade Gebruik nazorg constant Getroffenen doen in gelijke mate als in 2002 een beroep op nazorginstellingen. Tussen nazorginstellingen vinden we wel verschillen. Zo is het beroep op maatschappelijk werk en Mediant gedaald, terwijl contacten met medisch specialisten en alternatieve genezers een toename laten zien. Getroffenen doen nog steeds aanmerkelijk vaker een beroep op instellingen die bij de nazorg betrokken zijn dan de controlegroep. Tevredenheid met nazorg blijft hoog De meeste getroffenen zijn tevreden over de kwaliteit van de nazorg. We vinden in dit opzicht geen grote verschillen tussen groepen getroffenen. Onder geherhuisvesten neemt de tevredenheid voor het tweede achtereenvolgende jaar licht toe. Tevredenheid over herdenking De meeste getroffenen zijn evenals vorig jaar tevreden over de herdenkingsactiviteiten van 13 mei Dat geldt zowel voor de stille tocht naar het kindermonument als voor het officiële deel van het herdenkingsprogramma. Toename tevredenheid schadeafwikkeling bij geherhuisvesten Toename tevredenheid schadeafwikkeling bij geherhuisvesten Voor het tweede achtereenvolgende jaar neemt het aantal geherhuisvesten dat tevreden is over de schadeafwikkeling licht toe. Andere groepen zijn nog steeds wel iets vaker tevreden over de schadeafwikkeling, maar het verschil met geherhuisvesten is niet groot meer. IV

19

20

21 Samenvatting Tevreden over optreden instanties stabiel Getroffenen zijn evenals in 2003 over het geheel genomen tevreden met het optreden van instanties na de vuurwerkramp. Toch zijn er tussen instanties wel wat verschillen. Zo zijn geherhuisvesten minder tevreden over de gemeente Enschede. Opvallend is verder dat onder geherhuisvesten de tevredenheid met het optreden van de woningcorporaties toeneemt, terwijl de overige getroffenen juist aanmerkelijk minder vaak tevreden zijn over corporaties. Lichte afname nazorgbehoefte Nog ongeveer eenvijfde van de geherhuisvesten overweegt in 2003 contact op te nemen met een nazorginstelling. Dat is iets minder dan vorig jaar. Bij andere groepen is de nazorgbehoefte vrijwel afwezig. Wederopbouw Afname onzekerheid over terugkeer De meeste geherhuisvesten weten inmiddels of ze al dan niet terug willen keren naar Roombeek. Het aantal geherhuisvesten dat terug wil stijgt, ten koste van het aantal geherhuisvesten dat zeker niet terug wil. Bekendheid terugkeermogelijkheden neemt toe Geherhuisvesten zijn beter op de hoogte van terugkeermogelijkheden dan in Deelname activiteiten buurthuizen daalt Het aantal getroffenen dat heeft deelgenomen aan buurthuisactiviteiten is in 2003 gedaald. Deze daling deed zich vooral voor bij geherhuisvesten en bewoners van de binnenring. De deelnemers zijn zeer tevreden over de activiteiten die zij hebben bijgewoond. Geherhuisvesten meer betrokken bij wederopbouw De betrokkenheid bij de wederopbouw neemt toe bij geherhuisvesten. Bij de andere groepen getroffenen en bij de controlegroep vinden we een daling van de betrokkenheid bij de wederopbouw. Veel vertrouwen in nieuwe wijk Zowel bij de getroffenen als bij de controlegroep is, evenals in 2002, het vertrouwen in de nieuwe wijk stabiel en hoog tot zeer hoog. Iets meer geherhuisvesten verwachten dat er bij de wederopbouw ook echt rekening met de wensen van bewoners gehouden zal worden. Verder valt op dat de getroffenen en de controlegroep vaker van mening zijn dat bij de wederopbouw de belangen van de Enschedese bevolking voorop zullen staan. Vertrouwen in gemeente stijgt licht Bij alle groepen getroffenen en bij de controlegroep valt op dat het vertrouwen dat men in (vertegenwoordigers van) de gemeente Enschede heeft, licht toeneemt. Bekendheid Projectbureau Wederopbouw licht toegenomen Bekendheid Projectbureau Wederopbouw licht toegenomen De bekendheid van het Projectbureau Wederopbouw, de gemeentelijke dienst die de wederopbouw van Roombeek regisseert, is in 2003 licht toegenomen. Deze toename is het sterkst bij de controlegroep. Het Projectbureau is met name bij geherhuisvesten goed bekend. V

22

23

24 Samenvatting Actueel Afname tevredenheid over aanpak veiligheid bij geherhuisvesten Met name bij geherhuisvesten vinden we een afname in de tevredenheid over de aanpak van veiligheidsproblematiek door de gemeente. Evenals in 2002 zeggen de meeste getroffenen en de controlegroep dat zij nog weinig merken van wat de gemeente Enschede doet met de aanbevelingen van de commissie Oosting. Een minderheid van de getroffenen en de controlegroep zegt goed op de hoogte te zijn van de activiteiten die de gemeente onderneemt om de veiligheid te verbeteren. Nog steeds veel steun voor extra maatregelen voor getroffenen Evenals vorig jaar is er zowel bij getroffenen zelf als bij de controlegroep nog steeds veel steun voor extra maatregelen. Meer duidelijkheid over gewenst beleid ten aanzien van vuurwerkshows Getroffenen en de controlegroep voelen minder vaak voor een algeheel verbod op vuurwerkshows. Zij neigen er wel naar dat de gemeente in de toekomst terughoudend met dit soort evenementen moet omgaan. Tabel 1 vat deze bevindingen kort samen. Een zwarte stip in de tweede kolom ( verbetering ten opzichte van 2002 ) geeft aan dat op een indicator de toestand van getroffenen is verbeterd vergeleken met de vorige Getroffenenmonitor. Een zwarte stip in de derde kolom ( niveau voor de ramp bereikt ) duidt aan dat de toestand van getroffenen weer op het niveau is van vóór de ramp of dat er geen verschil meer is met de controlegroep. Een leesvoorbeeld: er is sprake van minder lichamelijke klachten bij getroffenen, maar het niveau van voor de ramp is nog niet bereikt. VI

25

26

27 Samenvatting Tabel 1 Samenvatting van ontwikkeling in indicatoren. indicator verbetering ten opzichte van 2002 niveau van voor de ramp bereikt in 2003 gezondheid en welbevinden lichamelijk klachten dagelijkse activiteiten ziekteverzuim huisartsbezoek medicijngebruik problemen kinderen ervaren gezondheid psychische klachten sociale contacten vrijwilligerswerk buurtintegratie noaberschap niet-gecompenseerde schade ziet ook positieve kanten nazorg en wederopouw gebruik nazorg tevredenheid met nazorg tevredenheid over herdenking tevredenheid met afwikkeling schade tevredenheid met optreden instanties nazorgbehoefte bekendheid terugkeermogelijkheden betrokkenheid bij wederopbouw terugkeergeneigdheid n.v.t. vertrouwen in nieuwe wijk beleid gemeente vertrouwen in gemeente zichtbaarheid aanpak veiligheid herstel van vertrouwen totaal: VII

28

29

30 Samenvatting Ondernemers Op het vlak van gezondheid gaat het in 2003 met ondernemers die door de ramp zijn getroffen, beter dan in 2001 en Er is echter geen sprake van een afname van contacten met nazorginstellingen. Wel geven ondernemers in 2003 minder vaak aan dat de ramp nog veel invloed op hun leven heeft. Over het algemeen zijn getroffen ondernemers tevreden met de bedrijfsruimte en met de buurt waarin het bedrijf is gevestigd. De meeste ondernemers zijn in 2003 tevreden met de schadeafwikkeling door de verzekeringsmaatschappijen. Ondernemers zijn in meerderheid ontevreden over de schadeafwikkeling via de regelingen van CFA I en CFA II. Eenderde van de getroffen ondernemers is van plan naar Roombeek terug te keren. De meeste getroffen ondernemers beoordelen de nieuwe wijk, op basis van de plannen, als ondernemersvriendelijk. Jongeren en 50-plussers Zowel bij jongeren als 50-plussers vinden we op veel indicatoren voor gezondheid, welbevinden, nazorg en wederopbouw verbetering. Bij veel jongeren zijn deze verbeteringen dermate sterk dat de groep die nog echt problemen ondervindt erg klein is geworden. Dit geldt nog niet voor de mensen tussen 30 en 50 jaar en de 50- plussers. Bij de groep mensen tussen 30 en 50 jaar is de vooruitgang ten opzichte van 2002 kleiner dan bij de jongeren. Daardoor is de groep die nog problemen ondervindt groter. Hetzelfde geldt voor de 50-plussers waar geen afname van psychische klachten merkbaar is en waar ook de behoefte aan nazorg niet daalt. Verder valt op dat bij de 50-plussers de terugkeergeneigdheid nog steeds toeneemt, evenals de betrokkenheid bij de wederopbouw. Tabel 2 Samenvatting van ontwikkeling in indicatoren jaar jaar 50 jaar en ouder verbetering t.o.v niveau van voor de ramp bereikt in 2003 verbetering t.o.v niveau van voor de ramp bereikt in 2003 verbetering t.o.v niveau van voor de ramp bereikt in 2003 ervaren gezondheid lichamelijke klachten dagelijkse activiteiten huisartsbezoek medicijngebruik psychische klachten gebruik nazorg sociale contacten invloed ramp behoefte aan nazorg niet-gecompenseerde schade terugkeergeneigdheid betrokkenheid bij wederopbouw VIII

31

32

33 Samenvatting Allochtonen Bij niet-westerse geherhuisvesten vinden we op vrijwel alle indicatoren voor gezondheid, welbevinden en nazorg positieve ontwikkelingen. Deze verbeteringen hebben het karakter van een inhaalslag. Vaak zijn de verbeteringen die optreden sterker dan bij westerse en Nederlandse geherhuisvesten. Toch gaat het met allochtone geherhuisvesten nog steeds slechter dan met de westerse en Nederlandse geherhuisvesten. De verschillen tussen deze groepen worden echter wel kleiner. Tabel 3 Samenvatting van ontwikkeling in indicatoren. niet-westerse geherhuisvesten westerse en Nederlandse geherhuisvesten verbetering t.o.v niveau van voor de ramp bereikt in 2003 verbetering t.o.v niveau van voor de ramp bereikt in 2003 ervaren gezondheid lichamelijke klachten dagelijkse activiteiten huisartsbezoek medicijngebruik psychische klachten gebruik nazorg sociale contacten behoefte aan nazorg niet-gecompenseerde schade terugkeergeneigdheid Eindconclusie Voor veel getroffenen lijkt 2003 een jaar van herstel geweest te zijn. In tegenstelling tot 2002 zijn er in 2003 op veel vlakken duidelijke indicaties van verbetering: zo vertonen de meeste indicatoren voor de gezondheid en het welbevinden van getroffenen een positieve ontwikkeling. Vooral bij de zwaarst getroffenen, de geherhuisvesten, zijn er duidelijk positieve ontwikkelingen waarneembaar. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een afname van lichamelijke en psychische klachten, huisartsbezoek, medicijngebruik en sociale participatie. Verder mag het bemoedigend genoemd worden dat er geen indicatoren zijn waarop het getroffenen noemenswaardig slechter vergaat. Op een aantal indicatoren voor gezondheid en welbevinden is inmiddels sprake van normalisatie. Dit is het geval bij medicijngebruik, psychische klachten, sociale contacten en buurtintegratie. De tevredenheid van getroffenen met de kwaliteit van de nazorg en hun vertrouwen in de wederopbouw is stabiel en in de meeste gevallen ook van een voldoende niveau. Dat geldt bijvoorbeeld voor het nazorgaanbod, de herdenking op 13 mei en het optreden van de meeste instanties bij schadeafwikkeling. De tevredenheid met de schadeafwikkeling stijgt. IX

34

35

36 Samenvatting De zichtbaarheid van het beleid van de gemeente Enschede rond veiligheidsproblemen is, zo blijkt uit de gesprekken met getroffenen, nog voor verbetering vatbaar. Deze constatering is ook in 2002 gedaan. Wel stijgt het vertrouwen dat getroffenen hebben in de gemeente als het gaat om de aanpak van veiligheidsproblemen. X

37

38

39 Vraagstelling en verantwoording 1. Vraagstelling en verantwoording 1.1. Inleiding In dit rapport treft u de resultaten aan van de Getroffenenmonitor Dit onderzoek, dat I&O Research uitvoert in opdracht van de gemeente Enschede, heeft tot doel na te gaan hoe het gaat met de getroffenen van de vuurwerkramp en hoe zij de inspanningen van de gemeente Enschede, onder andere bij de nazorg en wederopbouw van betrokken instanties, beoordelen. Via de Getroffenenmonitor kan antwoord worden gegeven op de volgende vragen: 1. Hoe vergaat het de getroffenen van de vuurwerkramp? 2. In welke mate maken getroffenen gebruik van het aanbod van medische, psycho-sociale en materiële nazorg en in welke mate zijn getroffenen tevreden hierover? 3. In welke mate zijn getroffenen betrokken bij de wederopbouw en in welke mate zijn zij tevreden over het wederopbouwproces? 4. In hoeverre leiden de nazorg en het wederopbouwproces tot een herstel van vertrouwen tussen burgers en de gemeente Enschede? 1.2. Terugblik 2001 De hoofdconclusie van de Getroffenenmonitor 2001 was dat de vuurwerkramp nog steeds een grote invloed heeft op het leven van veel Enschedeërs 1. Geconstateerd werd dat de vuurwerkramp in vele opzichten nog sterk doorwerkte in het persoonlijke leven van getroffenen. Daarbij viel op dat geherhuisvesten vaker met problemen kampten dan andere groepen getroffenen, zoals bewoners van de binnenring en overige getroffenen (bewoners aan de rand van het rampgebied en hulpverleners). Ook werd geconcludeerd dat de meerderheid van zowel de getroffenen als de controlegroep van mening was dat de gemeente Enschede voldoende maatregelen neemt om haar burgers weer een gevoel van veiligheid te geven. Getroffenen bleken verder over het algemeen tevreden te zijn over de aangeboden nazorg. De vuurwerkramp bleek tenslotte ook een uitstralingseffect te hebben onder inwoners van Enschede die zelf geen lichamelijk letsel opliepen en ook geen materiële schade leden In 2002 kampte nog een aanzienlijk deel van de geherhuisvesten en een kleiner deel van de bewoners van de binnenring en de overige getroffenen met problemen die een gevolg zijn van de vuurwerkramp. Deze problemen deden zich voor op verschillende terreinen, zowel medisch, psychisch en sociaal. Tevens werd geconstateerd dat getroffenen, met name geherhuisvesten, nog steeds een verhoogd beroep doen op allerlei hulpinstellingen die bij de nazorg zijn betrokken. 1 R. van de Peppel, O. Bulthuis en G. Huijgen, Getroffenenmonitor, I&O Research,

40 Vraagstelling en verantwoording Ook werd geconstateerd dat geherhuisvesten sterk betrokken waren bij de wederopbouw, de onzekerheid over het al dan niet terugkeren naar Roombeek nam af en de meeste getroffenen vonden dat de wederopbouw voor de gemeente de hoogste prioriteit moest hebben. Ten slotte werd vastgesteld dat het verwachte herstel van vertrouwen nog niet was gerealiseerd en dat de zichtbaarheid van de activiteiten die de gemeente op dit vlak uitvoerde aan het afnemen was. De eindconclusie van de Getroffenenmonitor 2002 luidde dan ook dat de nazorg en de wederopbouw nog niet zijn voltooid. In de Getroffenenmonitor 2001 luidde één van de hoofdconclusies dat de vuurwerkramp een uitstralingseffect heeft dat verder reikt dan de direct getroffenen: ook onder de inwoners van Enschede die geen lichamelijk letsel opliepen en geen schade leden, heeft de vuurwerkramp sporen achtergelaten. Op basis van de Getroffenenmonitor 2002 kan geconcludeerd worden dat dit uitstralingseffect langzaam verdwijnt. Dat kan onder meer worden afgemeten aan de dalende belangstelling voor deelname aan herdenkingsactiviteiten en de afnemende betrokkenheid bij de wederopbouw. Daar staat echter tegenover dat er onder Enschedeërs ook in 2002 nog een ruim draagvlak bestaat voor het nemen van extra maatregelen voor getroffenen Verantwoording Het veldwerk voor de derde Getroffenenmonitor vond plaats in augustus en september Ter voorbereiding op de vragenlijst is de commissie, die de Getroffenenmonitor begeleidt, tweemaal bijeengekomen. In samenspraak met deze begeleidingscommissie is voor input voor de nieuwe vragenlijst verder nog gesproken met de heer J. Roorda (GGD), de heer J. Schukking (IAC), de heer R. van der Werff (gemeente Enschede, Veiligheid), de heer J. Bron (Stichting Herdenking), mevrouw L. Bruns (SSE), de heer J. Hegeman (Mediant) en de heer J.N. Wigboldus (voorlichter bij Projectbureau Wederopbouw). Vijf onderzoeksgroepen In de opzet van de Getroffenenmonitor worden vijf onderzoeksgroepen onderscheiden: geherhuisvesten, bewoners van de binnenring, overige getroffenen, getroffen ondernemers en een controlegroep 2. De groep geherhuisvesten bestaat uit Enschedeërs die als gevolg van de ramp moesten verhuizen (in de vorige rapportage spraken we over ontheemden ). In de meeste gevallen gaat het om huishoudens binnen de zogenoemde schuttingring (het blauw gearceerde vlak van figuur 1.1). De bewoners van de binnenring woonden ten tijde van de ramp net buiten de schuttingring (het paars gearceerde vlak in figuur 1.1). De derde onderzoeksgroep, de overige getroffenen, bestaat uit personen die niet binnen de schuttingring of de binnenring woonden, maar tijdens de ramp toevallig in het getroffen gebied aanwezig waren (passanten) en hulpverleners. Tot de groep overige getroffenen rekenen wij ook bewoners van het gebied vlak buiten de binnenring (ook wel de buitenring genoemd). De vierde onderzoeksgroep betreft een groep ondernemers met een bedrijfsvestiging in het rampgebied. Ten slotte maakt een controlegroep deel uit van de Getroffenenmonitor. De personen in deze groep, die in dit rapport wordt aangeduid met de term controlegroep, zijn niet getroffen door de ramp. Zij zijn niet gewond geraakt. 2 R. van de Peppel, O. Bulthuis en G. Huijgen, Getroffenenmonitor, I&O Research, 2002, p. 2. 2

41 Vraagstelling en verantwoording Zij woonden niet in of in de directe nabijheid van het getroffen gebied en hebben geen omvangrijke materiële schade geleden als gevolg van de ramp. Deze groep vormt een afspiegeling van de gemiddelde Enschedeër. Deze controlegroep maakt het mogelijk om de situatie van de drie groepen getroffenen, en de ontwikkelingen daarin door de jaren heen, te bekijken in het licht van niet-getroffenen. Omdat de controlegroep voor wat betreft inkomen, opleiding en etnische afkomst verschilt van de groepen getroffenen zijn vergelijkingen alleen maar zinvol in relatieve zin; er moet niet worden verwacht dat de getroffenen op alle situaties op het niveau moeten komen van de controlegroep. Duidelijkheid kan door deze opzet wel worden verschaft in de richting waarin en de onderwerpen waarop de groepen getroffenen verschillen van de controlegroep. Dit kan vervolgens, door het betrekken van een controlegroep in de analyse, worden gerelateerd aan het hebben meegemaakt van de ramp. Op deze wijze kan enig inzicht worden verkregen in de impact die een dergelijke ramp heeft op het leven van de directe getroffenen. Figuur 1.1 Indelingen rampgebied. Indelingen Rampgebied Schuttingring Binnenring Panelonderzoek De Getroffenenmonitor is een panelonderzoek. Een panelonderzoek is een onderzoek waarbij dezelfde groep respondenten op meerdere tijdstippen wordt bevraagd, in dit geval eenmaal per jaar. Voor de Getroffenenmonitor 2002 zijn dus alleen de personen benaderd die ook aan de Getroffenenmonitor 2001 hebben deelgenomen. In 2003 is op verzoek van de begeleidingscommissie iedereen die heeft meegedaan aan de eerste meting in 2001 opnieuw benaderd met het verzoek ook in 2003 mee te doen. Ook degenen die in 2002 aangaven niet meer mee te willen doen, zijn alsnog in de gelegenheid gesteld om aan de derde meting mee te doen. I&O Research heeft (net als voor de eerste en tweede meting) een brief gestuurd, waarin het onderzoek werd aangekondigd en toegelicht. Een kleine groep respondenten gaf tijdens de eerste meting aan geen belangstelling te hebben om deel te nemen aan de tweede Getroffenenmonitor. 3

42 Vraagstelling en verantwoording In overleg met de begeleidingscommissie is afgesproken deze groep toch in de gelegenheid te stellen alsnog aan de tweede meting en derde mee te doen. Daarom is ook aan deze groep respondenten schriftelijk gevraagd te willen meewerken aan de tweede Getroffenenmonitor. Vervolgens is een telefonisch interview gehouden, waarbij het onderzoek nog een keer werd toegelicht. Ook was het mogelijk om in het Turks, Duits of Engels te worden geïnterviewd. Potentiële respondenten uit de groep geherhuisvesten waarvan geen telefoonnummer bekend was of die liever niet telefonisch geïnterviewd wilden worden, is de mogelijkheid aangeboden op een later tijdstip of op een andere manier (door thuis een schriftelijke vragenlijst in te vullen of via een face-to-face interview) aan het onderzoek deel te nemen. Indien een respondent tijdens het interview aangaf niet meer verder te willen of te kunnen, bestond de mogelijkheid het interview op een ander tijdstip voort te zetten of eventueel in een andere vorm te kiezen (schriftelijk of face-to-face). De respondenten die geen belangstelling hadden om aan de derde Getroffenenmonitor deel te nemen, is gevraagd naar de reden. Respons De gerealiseerde respons op de derde Getroffenenmonitor is opgenomen in tabel 1.1. Met uitzondering van de groep ondernemers heeft ongeveer 60 procent van de respondenten die aan de Getroffenenmonitor 2002 deelnam ook aan de Getroffenenmonitor van 2003 deelgenomen. Bij de ondernemers kwam de respons uit op 80 procent. We hebben ervoor gekozen om niet in elke figuur op te nemen over hoeveel respondenten het resultaat wordt gepresenteerd; daarvoor dienen de onderstaande gegevens als uitgangspunt. Aantallen respondenten (n) worden alleen weergegeven als grafieken of tabellen informatie bevatten over subpopulaties. Waar relevant (bijvoorbeeld wanneer is gevraagd naar tevredenheid als men heeft deelgenomen) is het aantal respondenten waarover uitspraken wordt gedaan, in dit geval dus alleen deelnemers, wel vermeld. Tabel 1.1 Gerealiseerde respons geherhuisvesten binnenring overige getroffenen overig Enschede ondernemers n % n % n % n % n % benaderd benaderd in benaderd in non-respons 2002 totaal respons non-respons 2003 totaal respons

43 Vraagstelling en verantwoording Selectieve uitval Panelonderzoek brengt altijd het risico van selectieve uitval met zich mee. Daarom is onderzocht in hoeverre de groep respondenten die in 2003 niet deelnam aan de Getroffenenmonitor afwijkt van de groep die wel is geïnterviewd. Gebleken is dat beide groepen op verschillende kenmerken van elkaar afwijken. Op het kenmerk beoordeling gezondheidstoestand 2001 bleken in de non-responsgroep personen oververtegenwoordigd te zijn die de eigen gezondheid in 2001 als zeer goed of als zeer slecht beoordeelden. Ook op het kenmerk invloed ramp op het eigen leven 2001 blijkt de non-responsgroep af te wijken van de groep die wel aan de Getroffenenmonitor 2002 deelnam. Respondenten die in 2001 van mening waren dat de invloed van de ramp op hun eigen leven gering was, weigerden vaker hun medewerking aan dit onderzoek in De uitval bleek het meest selectief te zijn op het kenmerk leeftijd. Binnen alle onderzoeksgroepen bleken jongeren oververtegenwoordigd in de groep die niet aan de meting van 2002 heeft deelgenomen. De factor leeftijd bleek ook samen te hangen met de andere kenmerken waarop sprake was van ongelijk verdeelde non-respons. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat selectieve uitval leidt tot vertekeningen in de uitkomsten van de Getroffenenmonitor 2003 is op basis van leeftijd (net als in 2002) per stratificatie een weegfactor toegepast Statistische procedures De analyses waarop de conclusies in dit rapport berusten hebben tot doel na te gaan of zich belangrijke verschillen voordoen tussen de vier onderzoeksgroepen. Daarbij ging het er met name om, te onderzoeken of de drie groepen getroffenen (geherhuisvesten, bewoners van de binnenring en overige getroffenen) zich op bepaalde kenmerken duidelijk onderscheiden van de controlegroep. Indien in dit rapport wordt geconcludeerd dat één van de onderzoeksgroepen zich op een bepaald kenmerk duidelijk onderscheidt van één of meer van de andere onderzoeksgroepen dan gaat het om statistisch significante verschillen die bovendien onafhankelijk zijn van andere verschillen tussen de onderzoeksgroepen. De analyse van verschillen tussen de vier onderzoeksgroepen is uitgevoerd met behulp van een ANOVA-procedure. Dit is een statistische test waarmee op basis van een vergelijking van gemiddelden verschillen tussen twee of meer groepen op één kenmerk kunnen worden vastgesteld. De ANOVA-procedure laat echter niet toe om gevonden verschillen te controleren op de invloed van andere kenmerken. Om nu na te gaan of een gevonden verschil tussen twee of meer onderzoeksgroepen op één kenmerk stand houdt indien gecontroleerd wordt op andere kenmerken is een regressieanalyse uitgevoerd. Daarbij is het lidmaatschap van één van de onderzoeksgroepen als een onafhankelijke variabele (een zogenaamde dummyvariabele) opgevoerd naast een aantal controlevariabelen. Als controlevariabelen is een aantal achtergrondkenmerken gebruikt zoals leeftijd, geslacht, inkomen en opleidingsniveau. Als in de hoofdtekst wordt gesproken van een statistisch significant of duidelijk verschil tussen de onderzoeksgroepen is er dus sprake van een verschil tussen de vier onderzoeksgroepen, dat onafhankelijk is van invloeden van achtergrondkenmerken van de respondenten. Aan de hand van bovengenoemde statistische procedures is steeds nagegaan of zich statistisch significante verschillen voordoen tussen de groepen getroffenen en de controlegroepen tussen de verschillende metingen. 5

44 Vraagstelling en verantwoording 1.5. Leeswijzer In het vervolg van dit rapport wordt verslag gedaan van de bevindingen van de uitkomsten van de Getroffenenmonitor Hoofdstuk 2 gaat uitgebreid in op de gezondheid en het welbevinden van getroffenen. Waar mogelijk worden deze gegevens vergeleken met de Getroffenenmonitor van 2001 en 2002 en met de controlegroep. Hoofdstuk 3 gaat over de nazorg aan getroffenen. In dit hoofdstuk behandelen we met name vragen over gebruik van en tevredenheid met de geboden nazorg. Hoofdstuk 4 is geheel gewijd aan de wederopbouw. Hoofdstukken 5, 6 en 7 besteden aandacht aan enkele specifieke groepen getroffenen: ondernemers, allochtonen en jongeren en 50-plussers. Hoofdstuk 8 behandelt een aantal actuele onderwerpen. 6

45 Gezondheid en welbevinden 2. Gezondheid en welbevinden 2.1. Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft hoe het in 2003 gaat met getroffenen van de vuurwerkramp. We gaan met name in op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van getroffenen, hun sociale participatie, woonsituatie, de resterende materiële schade van de ramp en de invloed die de ramp in het algemeen op hen heeft gehad. Waar mogelijk vergelijken we deze gegevens met informatie over de controlegroep. Ook vergelijken we de gegevens van dit jaar met de uitkomsten van de Getroffenenmonitor van 2001 en van Gezondheid Lichte afname lichamelijke klachten bij geherhuisvesten Aan respondenten is gevraagd of ze ten tijde van de derde meting van de Getroffenenmonitor in 2003 nog lichamelijke klachten hebben die zij toeschrijven aan de vuurwerkramp. Uit figuur 2.1 blijkt dat 24 procent van de geherhuisvesten, 10 procent van de bewoners van de binnenring en negen procent van de overige getroffenen in september 2003 nog kampt met lichamelijke klachten die zij toeschrijven aan de vuurwerkramp. Hoewel er bij de geherhuisvesten een daling is opgetreden in het aandeel met lichamelijk klachten (van 30 procent in 2002 naar 24 procent in 2003) hebben geherhuisvesten nog wel duidelijk vaker lichamelijke klachten dan andere getroffenen. Figuur 2.1 Percentage personen met lichamelijke klachten als gevolg van de vuurwerkramp (september 2001, 2002 en 2003) geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen

46 Gezondheid en welbevinden Lichte afname belemmeringen in dagelijkse activiteiten geherhuisvesten In hoeverre worden getroffenen in 2003 belemmerd in het uitvoeren van allerlei dagelijkse activiteiten, zoals werken, boodschappen doen en het huishouden? Op de vraag: Zijn er op dit moment dagelijkse activiteiten die u niet kunt uitvoeren? gaf in 2001 nog ruim driekwart van de geherhuisvesten aan korte of langere tijd niet in staat te zijn geweest deze dagelijkse activiteiten uit te voeren (figuur 2.2). In 2002 is dat teruggelopen tot 29 procent en in 2003 is dat heel licht gedaald naar 25 procent. In de andere groepen is geen verandering opgetreden. Figuur 2.2 Percentage personen dat dagelijkse activiteiten niet kan uitvoeren (september 2001, 2002 en 2003) % 5 25% geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen Nog veel ziekteverzuim bij geherhuisvesten Een andere indicator voor de gezondheid van getroffenen is ziekteverzuim als gevolg van de ramp. Aan getroffenen met betaald werk is gevraagd of zij zich in 2003 ziek hebben gemeld. Uit figuur 2.3 blijkt dat dit het geval is bij 30 procent (29 procent in 2002) van de geherhuisvesten, 10 procent van de bewoners van de binnenring (13 procent in 2002) en 13 procent van de overige getroffenen (10 procent in 2002). Er is nauwelijks verschil met vorig jaar. Figuur 2.3 Percentage personen dat zich heeft ziek gemeld (september 2003) % 5 25% niet overwogen, niet ziek gemeld wel overwogen, niet ziek gemeld wel ziek gemeld geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen 8

47 Gezondheid en welbevinden Huisartsbezoek neemt af bij geherhuisvesten Gevraagd is of respondenten de afgelopen drie maanden contact hebben gehad met de huisarts vanwege gezondheidsklachten (niet voor voorbehoedmiddelen of herhalingsrecepten). Overigens heeft de vraag niet alleen betrekking op aan de vuurwerkramp gerelateerde gezondheidsklachten; gevraagd is naar contacten in het algemeen. Figuur 2.4 Percentage personen dat vanwege gezondheidsklachten twee keer of vaker in de afgelopen drie maanden contact heeft gehad met de huisarts (september 2001, 2002 en 2003) geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen controlegroep Uit figuur 2.4 blijkt dat geherhuisvesten en bewoners van de binnenring minder vaak dan voorgaande jaren de huisarts bezochten. Van de geherhuisvesten heeft 31 procent de afgelopen drie maanden twee keer of vaker de huisarts bezocht. Van de respondenten in de controlegroep heeft 16 procent in die periode twee of meer huisartsbezoeken afgelegd. Dit verschil is statistisch significant. Bewoners van de binnenring en overige getroffenen bezoeken de huisarts eveneens vaker dan de controlegroep (respectievelijk 21 en 23 procent). Het verschil tussen de geherhuisvesten en de bewoners van de binnenring is in 2003 wel significant; er is in 2003 geen statistisch significant verschil tussen de geherhuisvesten en de overige getroffenen. Deze laatste groep heeft relatief vaak de huisarts bezocht. Afname medicijngebruik bij geherhuisvesten Er is ook gevraagd naar het medicijngebruik van de respondenten. De vraag was of men in de twee weken voorafgaande aan dit onderzoek medicijnen op doktersvoorschrift had gebruikt (met uitzondering van voorbehoedmiddelen en herhalingsrecepten). 9

48 Gezondheid en welbevinden Figuur 2.5 Percentage personen dat twee weken voor het onderzoek medicijnen op doktersvoorschrift gebruikt (september 2001, 2002 en 2003) geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen controlegroep In 2001 werd een duidelijk verschil aangetroffen tussen groepen getroffenen en de controlegroep. In 2002 vinden we alleen een statistisch significant verschil in medicijngebruik tussen geherhuisvesten en de controlegroep. Uit figuur 2.5 blijkt verder dat bij geherhuisvesten sprake is van een afname van het medicijngebruik. In 2003 gebruikt van de geherhuisvesten 38 procent medicijnen. Bij de andere onderzoeksgroepen ligt dit tussen de 28 en 37 procent. Er is in 2003 geen statistisch significant verschil meer in medicijngebruik. Steeds minder problemen bij kinderen geherhuisvesten De Getroffenenmonitor besteedt ook aandacht aan de problemen waarmee jonge kinderen kampen die kunnen worden toegeschreven aan de vuurwerkramp. Aan de ouders is gevraagd in welke mate bij thuiswonende kinderen (tot 17 jaar) de volgende klachten optreden: concentratieproblemen, teruglopende schoolprestaties, slecht slapen, oververmoeidheid, vaak ziek en gedragsproblemen. Figuur 2.6 Klachten van kinderen bij gezinnen met jonge kinderen (in procenten, september 2003). concentratieproblemen gedragsproblemen oververmoeidheid teruglopende schoolprestaties geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen controlegroep vaak ziek slecht slapen

49 Gezondheid en welbevinden Uit figuur 2.6 blijkt dat kinderen in gezinnen van geherhuisvesten ook in 2003 nog vaker klachten hebben dan kinderen in gezinnen van de andere onderzoeksgroepen. Bij 14 procent van de gezinnen van geherhuisvesten zijn er nog kinderen met uiteenlopende klachten. Hetzelfde geldt voor vijf procent van de gezinnen van bewoners van de binnenring, twaalf procent van de gezinnen van overige getroffenen en drie procent van de gezinnen in de controlegroep. Vergeleken met 2001 en 2002 is deze problematiek in 2003 vooral bij geherhuisvesten en bewoners van de binnenring afgenomen. Opvallend is de stabilisatie van het aantal gezinnen onder de overige getroffenen ten opzichte van 2002, toen had 15 procent van de gezinnen van overige getroffenen kinderen met klachten. Er werd dit jaar ook aandacht besteed aan kinderen die ten tijde van de ramp thuis woonden, maar inmiddels niet meer. Zes procent van de geherhuisveste gezinnen heeft uitwonende kinderen die ten tijde van de ramp thuis woonden. Datzelfde geldt voor 14 procent van de gezinnen van bewoners van de binnenring en drie procent van de gezinnen van de overige getroffenen. In de Getroffenenmonitor zitten vier gezinnen waarvan deze kinderen problemen ondervinden in hun dagelijks functioneren als gevolg van de ramp. Dat aantal is te klein om algemene uitspraken te kunnen doen over deze kinderen. Geherhuisvesten voelen zich gezonder Ook in 2003 is de respondenten gevraagd de eigen gezondheidstoestand te beoordelen. Figuur 2.7 toont het percentage respondenten dat de eigen gezondheidstoestand als soms goed en soms slecht of als slecht beoordeelt. Dat is het geval bij 33 procent van geherhuisvesten, 17 procent van bewoners van de binnenring, 14 procent van de overige getroffenen en bij acht procent van de controlegroep. Alleen bij de geherhuisvesten is er ten opzichte van 2002 een verandering opgetreden; in 2002 gaf nog 42 procent aan dat de gezondheidstoestand soms goed en soms slecht of slecht was. In 2003 is de ervaren gezondheid van getroffenen overigens nog steeds statistisch significant slechter dan die van de controlegroep. Figuur 2.7 Beoordeling van de eigen gezondheidstoestand (percentages soms goed en soms slecht en slecht, september 2001, 2002 en 2003) geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen controlegroep Lichte afname psychische klachten Naast de hierboven genoemde lichamelijke klachten is aan getroffenen gevraagd of ze last hebben van psychische klachten als gevolg van de vuurwerkramp (figuur 2.8). 11

50 Gezondheid en welbevinden Figuur 2.8 Percentage personen dat in 2001 langere tijd kampte met psychische klachten en het percentage dat in de eerste helft van 2002 en 2003 last had van psychische klachten (september 2001, 2002 en 2003) % 5 25% geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen Ruim 60 procent van de geherhuisvesten heeft na de ramp langere tijd last gehad van psychische klachten. In 2002 had nog steeds 50 procent van de geherhuisvesten psychische klachten. Hetzelfde geldt voor 20 procent van de bewoners van de binnenring en 13 procent van de overige getroffenen. In 2003 is er een lichte daling opgetreden in het percentage getroffenen met psychische klachten. Van de geherhuisvesten heeft 44 procent psychische klachten gehad in de eerste helft van 2003, 15 procent van de bewoners van de binnenring en 12 procent van de overige getroffen. In 2003 komen psychische klachten nog steeds statistisch significant vaker voor bij geherhuisvesten dan bij andere groepen getroffenen. Loesje-campagne doeltreffend in opzet In 2003 hebben op diverse plaatsten in de stad Loesje-posters over de vuurwerkramp gehangen. Het doel van de Loesje-campagne was om de drempel te verlagen om professionele hulp te zoeken. We vroegen de getroffenen of ze de posters hebben zien hangen en of ze denken dat de Loesje-posters de drempel hebben verlaagd om hulp te zoeken (figuur 2.9). Figuur 2.9 Percentage personen dat de Loesje-posters heeft gezien en denkt dat ze drempelverlagend werken (september 2003) % 5 25% geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen posters gezien drempel verlagend 12

51 Gezondheid en welbevinden Van de geherhuisvesten heeft 60 procent de posters gezien. De andere groepen getroffenen hebben de posters iets minder vaak gezien. Van de bewoners van de binnenring zag 47 procent de posters en van de overige getroffenen 45 procent. Geherhuisvesten hebben statistisch significant vaker dan de andere groepen getroffenen de posters gezien. Rond de 60 procent van de getroffenen denkt dat de posters de drempel om professionele hulp te zoeken verlagen. De bewoners van de binnenring denken dat het vaakst (61 procent), de overige getroffenen het minst vaak (55 procent). Deze verschillen zijn statistisch niet significant. Eén procent van de getroffenen heeft daadwerkelijk hulp gezocht naar aanleiding van de Loesje-campagne Sociale participatie Onder sociale participatie verstaan we contacten met familie, vrienden en buren, activiteiten buitenshuis en in verenigingsverband, vrijwilligerswerk de frequentie van contact met de buren en de mate van noaberschap. Toename sociale contacten bij geherhuisvesten Contacten met familie, vrienden en buren, activiteiten buitenshuis en in verenigingsverband vatten we samen onder de noemer sociale contacten. Aan de respondenten is gevraagd hoe frequent zij deze drie soorten sociale contacten onderhouden. Op basis van deze vragen is een index voor sociale contacten ontwikkeld. De maximale score op deze index bedraagt tien. In dat geval is sprake van zeer veel sociale contacten: wekelijks of vaker contact met familie en vrienden, wekelijkse deelname aan activiteiten in verenigingsverband en wekelijks deelname aan activiteiten buitenshuis. De minimale score van de sociale contacten index bedraagt 0. Er is dan sprake van niet of minder dan maandelijks contact met familie of vrienden, niet of minder dan maandelijkse deelname aan verenigingsactiviteiten en niet of minder dan maandelijkse deelname aan activiteiten buitenshuis. Figuur 2.10 Ontwikkeling van sociale contacten bij getroffenen en de controlegroep (september 2001, 2002 en 2003) geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen controlegroep

52 Gezondheid en welbevinden Figuur 2.10 geeft een overzicht van de ontwikkeling van de sociale contacten bij getroffenen en de controlegroep. De gegevens over 2000 zijn verzameld tijdens de meting van 2001; het is een retrospectieve vraag omdat we aan respondenten hebben we gevraagd in welke mate zij sociale contacten hadden vóór de vuurwerkramp. Uit de figuur komt naar voren dat bij geherhuisvesten sprake is van een toename van de sociale contacten. In voorgaande jaren weken de geherhuisvesten statistisch significant af van de overige groepen. In 2003 wijken de geherhuisvesten voor wat betreft de sociale contacten niet meer significant af van de bewoners van de binnenring maar nog wel van de overige getroffenen en de controlegroep. Maar de verschillen zijn heel klein, statistisch gezien wijken de bewoners van de binnenring niet af van de controlegroep. Meer getroffenen actief als vrijwilliger Figuur 2.11 geeft een overzicht van het percentage personen dat vrijwilligerswerk verricht. Ongeveer 22 procent van de geherhuisvesten verricht vrijwilligerswerk (in 2002 was dat 17 procent). Tussen 30 en 37 procent van de personen in de andere onderzoeksgroepen zijn als vrijwilliger actief. Het grootste percentage vrijwilligers is, net als in 2002, te vinden in de groep overige getroffenen. Dit is goed verklaarbaar, omdat zich in deze groep veel hulpverleners bevinden, waarvan een deel als vrijwilliger bij de hulpverlening kort na de ramp betrokken is geweest. De verschillen tussen de onderzoeksgroepen zijn statistisch significant; de overige getroffenen doen vaker vrijwilligerswerk dan de geherhuisvesten. Tussen de overige getroffenen en de andere groepen is geen sprake van statistisch significante verschillen. Figuur 2.11 Percentage personen dat vrijwilligerswerk verricht (september 2002 en 2003) geherhuisvesten bewoners binnenring overige getroffenen controlegroep Buurtintegratie redelijk op peil In de Getroffenenmonitor is ook buurtintegratie gemeten. Dat is gedaan door te vragen naar de frequentie van het contact met buren voor bepaalde doeleinden (praten over buurtproblemen, iets lenen, praten over persoonlijke problemen en op visite gaan). Figuur 2.12 bevat het percentage van de onderscheiden groepen dat in 2003 regelmatig of vaak contact heeft met de buren. Uit de figuur komt naar voren dat de groep geherhuisvesten van de bewoners uit de binnenring afwijkt als het gaat om het bespreken van buurtproblemen. De bewoners van de binnenring bespreken relatief vaker (13 procent) dan de geherhuisvesten buurtproblemen (7 procent). Tussen geherhuisvesten, overige getroffenen en de controlegroep doen zich geen statistisch significante verschillen voor. 14

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

REKENKAMERCOMMISSIE. Beleving van externe veiligheid. Eindrapport van de Rekenkamercommissie Enschede

REKENKAMERCOMMISSIE. Beleving van externe veiligheid. Eindrapport van de Rekenkamercommissie Enschede REKENKAMERCOMMISSIE Beleving van externe veiligheid. Eindrapport van de Rekenkamercommissie Enschede Enschede, 26 januari 2006 Inleiding Met het onderzoek geeft de Rekenkamercommissie invulling aan haar

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Overlast park Lepelenburg

Overlast park Lepelenburg Overlast park Lepelenburg 1-meting oktober 2014 www.onderzoek.utrecht.nl Colofon Uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

13 mei - Opnieuw Beginnen. Een onderzoek onder lezers van het maandblad van het IAC

13 mei - Opnieuw Beginnen. Een onderzoek onder lezers van het maandblad van het IAC 13 mei - Opnieuw Beginnen Een onderzoek onder lezers van het maandblad van het IAC COLOFON Uitgave: I&O Research Langestraat 37 Postbus 563, 7500 AN Enschede Tel. 053 482 50 00 Project: As2viac Rapportnummer:

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 ISD de Kempen: resultaten gemeente Eersel Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500

Nadere informatie

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Bekendheid Norm Gezond Bewegen Bewonersonderzoek 2013 gemeente Deventer onderdeel Sport Nationale Norm Gezond Bewegen De Nationale Norm Gezond Bewegen is in 2013 bij 55% van de Deventenaren bekend. Dit percentage was in 2011 licht hoger

Nadere informatie

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte Gemeente Hollands Kroon Mei 2014 Colofon Uitgave : I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl

Nadere informatie

Samenvatting derde rapport

Samenvatting derde rapport Samenvatting derde rapport Gronings Perspectief onderzoekt gezondheid, ervaren veiligheid en toekomstperspectief van bewoners in alle 23 Groningse gemeenten. Het onderzoek is een samenwerking tussen onderzoekers

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Het vertrouwen in Woonwaard

Het vertrouwen in Woonwaard Het vertrouwen in Woonwaard Achtste peiling Huurderspanel Woonwaard Woonwaard juli 2014 Inleiding Aanleiding en doel onderzoek Woonwaard peilt periodiek de mening van de huurders over uiteenlopende onderwerpen

Nadere informatie

Bevindingen getroffenen en betrokkenen monstertruck-drama

Bevindingen getroffenen en betrokkenen monstertruck-drama Bevindingen getroffenen en betrokkenen monstertruck-drama Resultaten van drie belrondes onder getroffenen en betrokkenen van het monstertruckdrama op 28 september 2014 F.D.H. Koedijk, A. Kok Bevindingen

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Gemeten met de CQI index Februari 2015 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond

Nadere informatie

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede Waar staat je gemeente Gemeente Enschede Inhoudsopgave Sheetnummer Samenvatting 3 Burgerpeiling Waar staat je gemeente & respons 4 Woon & leefomgeving Waardering & sociale samenhang 5 Veiligheid en overlast

Nadere informatie

Brandweer en brandpreventie in Twente

Brandweer en brandpreventie in Twente Brandweer en brandpreventie in Twente Integrale Veiligheidsmonitor Twente 2011 Themarapport Brandweer April 2012 Brandweer en brandpreventie in Twente Integrale Veiligheidsmonitor Twente 2011 - Themarapport

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/141 Datum Augustus

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Landsmeer Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/134 Datum Augustus

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015 LelyStadsGeLUIDEN De mening van de inwoners gepeild Leefbaarheid 2015 April 2016 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Cluster Onderzoek en Statistiek team Staf, Beleid Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Moerdijk Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning

Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning Resultaten van de tweede schriftelijke vragenronde onder de deelnemers aan het GGZ-panel regio Delft Westland Oostland juli 2006 - L.M.

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Vuurwerk opnieuw gepeild

Vuurwerk opnieuw gepeild Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Vuurwerk opnieuw gepeild Verandering

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Cliënttevredenheidsonderzoek Breed Sociaal Loket gemeente Edam-Volendam Colofon Opdrachtgever Gemeente Edam-Volendam Datum April

Nadere informatie

MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad

MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD 2019 Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad Juli 2019 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Team Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Team O&S Postbus

Nadere informatie

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn en Zorg 1 Colofon: Onderzoek en rapportage: drs. E. Lange dr. J. Tuinstra Met medewerking van: H. Plat-Lieben Uitgave:

Nadere informatie

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar Onderzoek Kind en Opvoeding 0-17 jaar Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling en gezondheid 4 2. Zorgen over kind 8 3. Hulp en ondersteuning bij de opvoeding 11 4. Roken en alcohol 16 5. Sport en bewegen 18 Onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 Rapportage CQ Zorg Thuis ZGAO 2016 1 1. Inleiding Met het oog op het handhaven en/of verbeteren van de kwaliteit van de zorg die ZGAO levert,

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017 Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Hoe veilig is Leiden?

Hoe veilig is Leiden? Hoe veilig is? Veiligheidsmonitor gemeente Tabellenrapport April 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/015 Datum April 2014 Opdrachtgever Auteurs

Nadere informatie

Cliëntervaringen in beeld

Cliëntervaringen in beeld Cliëntervaringen in beeld Jaarrapportage contactpersonen de Herbergier 2011 dr. C.P. van Linschoten drs. M. Cardol drs. W. Betten februari 2012 ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING

Nadere informatie

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen Ouderenmonitor 2011 Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen De Ouderenmonitor is een onderzoek naar de lichamelijke, sociale en geestelijke

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Burgeronderzoek Bodegraven-Reeuwijk. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Juli 2012

Burgeronderzoek Bodegraven-Reeuwijk. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Juli 2012 Burgeronderzoek Bodegraven-Reeuwijk Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Juli 2012 Colofon Uitgave : I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl Rapportnummer : 2012-1888

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

VRIJWILLIGERSWERK IN MOERDIJK

VRIJWILLIGERSWERK IN MOERDIJK VRIJWILLIGERSWERK IN MOERDIJK Burgerpanel Moerdijk Januari 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2018/007 Datum Januari 2018 Opdrachtgever

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD Rapport CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD Gemeente Nuth Augustus 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/147 Datum Augustus 2017

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013. Concept. 11 augustus 2014

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013. Concept. 11 augustus 2014 Gemeente Roosendaal Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013 Concept 11 augustus 2014 DATUM 11 augustus 2014 TITEL Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013 ONDERTITEL Concept OPDRACHTGEVER Gemeente Roosendaal

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt

Nadere informatie

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari 2015. www.ioresearch.nl

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari 2015. www.ioresearch.nl PEILING 65-PLUSSERS Gemeente Enkhuizen januari 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Telnr. : 0229-282555 Rapportnummer 2015-2080 Datum januari 2015 Opdrachtgever

Nadere informatie

EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK

EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK Gemeente Moerdijk Juli 2019 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3084800 Rapportnummer 2019/101 Datum Juli 2019 Opdrachtgever

Nadere informatie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Overzichtsrapport SER Gelderland Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren Versie definitief Datum 20 maart 2007 1 (5) Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en Auteur Tineke Brouwers Het derde onderzoek Op 8 maart 2007 kregen alle panelleden van dat moment (771

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/143 Datum Augustus

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad -

Nadere informatie

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam Omgekeerd Inzamelen Datum: 11 augustus 2014 Versie 3.0 Uitgevoerd door: Auteurs: Opdrachtgever: Newcom Research & Consultancy B.V. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Gemeente Woerden Mevr M. Stam

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Raadsvragen van het raadslid Ann Tuza van de fractie CDA, ingevolge artikel 43 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede.

Raadsvragen van het raadslid Ann Tuza van de fractie CDA, ingevolge artikel 43 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede. 2016/11 Raadsvragen van het raadslid Ann Tuza van de fractie CDA, ingevolge artikel 43 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede. Binnengekomen d.d. 9 februari 2016 Betreft: Eenzaamheid Eenzaamheid

Nadere informatie

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Sportparticipatie 2016 Volwassenen Sportparticipatie Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2017 2 Samenvatting In het najaar van is de sportparticipatie onderzocht van volwassenen in de gemeente s-hertogenbosch. Het onderzoek is gehouden

Nadere informatie

EVALUATIE ALGEMENE PERIODIEKE KEURING

EVALUATIE ALGEMENE PERIODIEKE KEURING EVALUATIE ALGEMENE PERIODIEKE KEURING Peiling Huurderspanel Woonwaard Januari 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 7543 EZ Enschede Rapportnummer 2018/015 Datum Januari 2018

Nadere informatie

Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking. Januari 2015

Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking. Januari 2015 Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking Januari 2015 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : M. Hofland Telefoonnummer : 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl Gemeente Deventer 1 Inhoud Samenvatting

Nadere informatie

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014 Bijlagenummer 01/10/14/06 Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014 Adviesnota voor: (kopieer en plak voor regel van toepassing) X Onderwerp:

Nadere informatie

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? onderzoek naar ervaringen met de zorg Opdrachtgever: dr. D.H.M. Frijters D.J. Homberg, MSc dr. H.C.M. Kamphuis drs. S.J.W. de Kroon drs. J.J.A. Stavenuiter drs.

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

BURGERPANEL LANSINGERLAND

BURGERPANEL LANSINGERLAND BURGERPANEL LANSINGERLAND Evaluatie deelname burgerpanel November 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2015 / 164 Datum November 2015

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-248 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Woononderzoek Nederland 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-020 22 maart 2010 9.30 uur Woononderzoek Nederland 2009 Totale woonlasten stijgen in dezelfde mate als netto inkomen Aandeel en omvang aflossingsvrije

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond In januari 2012 is de nieuwe gemeentelijke website de lucht ingegaan. Maanden van voorbereiding en tests gingen daaraan vooraf. Daarbij is bij de projectgroep

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2016 verspreid in 40 vestigingen van Resto VanHarte, in 29 steden/gemeenten.

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

De volgende twee stellingen met betrekking tot scholing van uitzend-/detacheringskrachten zijn aan het Metalektropanel voorgelegd:

De volgende twee stellingen met betrekking tot scholing van uitzend-/detacheringskrachten zijn aan het Metalektropanel voorgelegd: Twee keer per jaar wordt in de vragenlijst van de Arbeidsmarktmonitor Metalektro ook een QuickScan met actuele vragen of stellingen voorgelegd aan de deelnemende metalektrobedrijven. In deze QuickScan

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom Gemeten met de CQI index Februari 2016 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index April 2014 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: april 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond en

Nadere informatie

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie