GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE"

Transcriptie

1 IN WIV J. Wytsmanstraat, B00 BRUEL FEDERALE OVERHEIDDIENT, VOLKGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDELKETEN EN LEEFMILIEU COMMIIE VOOR KLINICHE BIOLOGIE DIENT LABORATORIA VOOR KLINICHE BIOLOGIE COMITE VAN DEKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITEVALUATIE VOOR ANALYEN KLINICHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/EROLOGIE/PARAITOLOGIE Microbiologie (identificaties) almonella Anderlecht taphylococcus saprophyticus Campylobacter jejuni taphylococcus aureus (MRA) taphylococcus aureus (MA) taphylococcus aureus (MA) Parasitologie trongyloides stercoralis. Cyclospora cayetanensis Blastocystis hominis erologie CMV Toxoplasma HIV ENQUETE 0/00 Alle rapporten zijn tevens te raadplegen op onze website : WIV/0/0/Micro./ero./Para. 7 Dit rapport mag uitsluitend worden gereproduceerd, gepubliceerd of gedistribueerd met toestemming van het WIV.

2 COMITE VAN EXPERTEN VOOR MICROBIOLOGIE/EROLOGIE WIVLP (secretariaat) : 0/.. FAX : 0/.. (Dr. K. Vernelen) : 0/..9 FAX : 0/.. (Coördinator) : kris.vernelen@iph.fgov.be Dr. BODEU Monique : 0/7..0 FAX : : bodeus@mblg.ucl.ac.be Dr. CLAEY Geert : 09/0.. FAX : 09/0..9 : geert.claeys@rug.ac.be Dr. CROKAERT Françoise : 0/.7.00 FAX : 0/..9 : fcrokaer@ulb.ac.be en nathalie.cardinal@bordet.be Apr. CRUCITTI Tania : 0/7.. FAX : 0/7..0 : tcrucitti@itg.be Dr. DE BEENHOUWER Hans : 0/7..7 FAX : 0/7..88 : hans.de.beenhouwer@olvzaalst.be Dr. DE GHELDRE Yves : 08/..00 FAX : 08/..0 : yves.degheldre@mont.ucl.ac.be Dr. DEDITE Anne : 0/..0 : Anne_DEDITE@saintpierrebru.be Dr. DELFORGE MarieLuce : 0/.. FAX : 0/..9 : mdelforg@ulb.ac.be Dr. JADIN JeanMarie : 0/.0.8 FAX : 0/.8.7 : Apr. LONTIE Marc : 0/.0.7 FAX : 0/.0.88 : marc.lontie@mchlvwo.be Dr. LUYAU Victor : 00/.7. FAX : 00/.7.88 : v.luyasu@interweb.be Dr. MAGERMAN Koen : 0/ FAX : 0/ : koen.magerman@virgajesse.be Dr. NAEEN Anne : 0/ FAX : 0/77.0. : anne.naessens@az.vub.ac.be Dr. VAN RANT Marc : 0/ FAX : 0/ : marc.vanranst@uz.kuleuven.ac.be Dr. VERHAEGEN Jan : 0/.70.7 Fax : 0/.79. : jan.verhaegen@uz.kuleuven.ac.be Dr. VERVOORT Tony : 0/7.. FAX : 0/7..0 : tvervoort@poliklin.itg.be

3 I. ALGEMENE BEMERKINGEN Voor de de evaluatie van het jaar 00 (enquête 00/) werd volgend materiaal verzonden op oktober Zes gelyofiliseerde monsters voor identificatie. Voor monsters werden de resultaten van de gevoeligheidstesten gevraagd... Twee fecessuspensies in formol voor parasitologisch onderzoek... Vier plasmamonsters voor het opsporen van antistoffen tegen Toxoplasma, CMV en HIV. AANTAL DEELNEMER Het aantal evalueerbare antwoordbulletins bedroeg :. Voor identificatie en antibiogram : 07. Voor parasitologie : 98. Voor de serologie : CMV : 9 Toxoplasma : 97 HIV : 0 Wij danken de ApothekerBioloog Marc Lontie en de Dokter JeanMarie Jadin voor het ter beschikking stellen van de fotos in dit globaal rapport. Microbiologie 00/ Pagina op 77

4 II. IDENTIFICATIE.. Cultuur M/8 was een almonella Anderlecht Het betrof een almonella enterica subsp. enterica serovar Anderlecht of almonella Anderlecht Antigene formule :,0 : c : l,w (Groep,0 of vroeger E). Voor het eerst geïsoleerd in 9 Wij verwijzen naar de bespreking der almonella in recente globale rapporten: 00/ (. Cerro), 00/ (. berta) en 00/ (. enteritidis). Figuur... almonella Anderlecht (M/8) Figuur... almonella Anderlecht (M/8) Microbiologie 00/ Pagina op 77

5 REFERENTIE. Van Oye, E., L. Fievez, A Granville and H. Van Goethem. 9. Une nouvelle espèce de almonella,. anderlecht =,0 : c : l,w. Ann. Inst. Pasteur 0 :99. Microbiologie 00/ Pagina op 77

6 .. Cultuur M/79 taphylococcus saprophyticus tam M/79, uit een urinekweek geïsoleerd, was een taphyloccocus saprophyticus. De identificatie stelde niet veel problemen, en er werd correct geantwoord door het overgrote deel van de deelnemers. Identificatie, taxonomie, pathologie...saprophyticus behoort tot de groep van de Coagulasenegative stafylokokken (CN). Doorgaans zijn we in het diagnostisch labo niet geïnteresseerd in de identificatie van deze groep. Een groot deel van de stammen die we isoleren zijn (huid)contaminanten. Vroeger werd deze groep ook vaak gerapporteerd als. epidermidis, de meest frequent gevonden soort uit deze groep. Er is meer en meer interesse om CN te gaan identificeren, vooral als ze afkomstig zijn uit diepe sites, en verantwoordelijk lijken voor ernstige infecties (bv.endocarditis). ommige soorten CN duiden op een specifieke pathologie, en dit is het geval voor. saprophyticus : het overgrote deel van de significante isolaten van deze soort is afkomstig van urineweginfecties, typisch bij jonge sexueel aktieve vrouwen. In vele reeksen vindt men, als verwekker van nietgecompliceerde, nietnosomiale UWI s, na E. coli, op een gedeelde tweede plaats. saprophyticus, Klebsiella sp., Proteus sp.en enterokokken. Een zeldzame keer wordt.saprophyticus verantwoordelijk geacht voor systemische infectie. Het is dus belangrijk om in urinestalen een onderscheid te maken tussen de verschillende soorten CN, vooral in stalen die geen nosocomiale context hebben. In deze stalen zal. saprophyticus in de regel significant zijn, andere CN doorgaans een contaminant. Een zeer vlotte identificatie van. saprophyticus steunt op het feit dat de soort novobiocine resistent is (voor het diffusie antibiogram: inoculum 0. McFarland, lading schijfje: µg, R indien < mm voor dilutie antibiogram : MIC. of meer). Enkele andere species zijn ook novobiociner, maar dit zal uiterst zelden voorkomen in urinestalen. Nadeel is dat voor deze identificatie overnachtincubatie nodig is. Ook met commerciële galerijen en toestellen wordt. saprophyticus vlot geïdentificeerd, (maar dat is dan wat duurder) wat zijn belang heeft voor de nieturinaire stammen. Enkele belangrijke groeikenmerken niet hemolytisch 0 % van de stammen produceren een geelachtig pigment ( soms zijn gepigmenteerde en niet gepigmenteerde kolonies samen aanwezig), vooral duidelijk na dagen groei. Opgepast : een deel van de stammen agglutineert met slideagglutinatie testen voor. aureus. Microbiologie 00/ Pagina op 77

7 Het antibiogram en de behandeling met antibiotica. Hierover valt wel een en ander te vertellen. Beginnen we maar met de commentaar van NCCL: Routinegewijs testen van urinaire stammen van. saprophyticus is niet aangeraden, omdat infecties goed reageren op concentraties die we in de urine bereiken met AB die gebruikt worden om nietgecompliceerde UWIs te behandelen (bv. nitrofurantoine, trimetoprim + sulfamethoxazole, chinolone). Goed nieuws dus, maar in de praktijk heeft men vaak reeds een Abgram uitgevoerd samen met de identificatietest, en moet men deze resultaten negeren en dus het Abgram ook niet aanrekenen. Als men toch een antibiogram uitvoert moet men rekening houden met het feit dat de MICs van. saprophyticus voor methicilline relatief hoog zijn en er een reëel gevaar is voor valse resistentie. Als men de criteria gebruikt voor CN bij het interpreteren van de inhibitiezone of van de MIC (R indien oxa 7 mm of minder, MIC 0. of meer) zullen vele stammen verkeerdelijk als R worden beschouwd voor methicilline (en dus ook voor ampicilline). Aldus vinden in NCCL : CN andere dan. epidermidis moet men alleen methicilliner beschouwen : Als men het meca gen (genoomdetectie) of PBP (antigendetectie) kan aantonen Of indien de MIC voor oxacilline is of meer De combinatie van een orthodoxe identificatie en antibiogram van stafylokokken is een ware opdracht geworden. Voor de volledigheid kan nog worden vermeld dat. saprophyticus intrinsiek resistent is aan nalidixine en fosfomycine. In een klinische studie bleek de behandeling van UWI met een eenmalige dosis fosfomycine echter toch doeltreffend. Geert Claeys, UZ Gent Microbiologie 00/ Pagina op 77

8 Figuur... taphylococcus saprophyticus (M/79) Figuur... taphylococcus saprophyticus (M/79) Microbiologie 00/ Pagina op 77

9 REFERENTIE. NCCL vol n : document M00, januari 00. Voor gebruik bij MA8 en M7A. Coagulasenegative staphylococci: comparison of phenotypic and genotypic oxacillin susceptibility tests and evaluation of the agar screening test by using different concentrations of oxacillin. Ferreira RB; Iorio NL; Malvar KL; Nunes AP; Fonseca L; Bastos CC; antos KRJournal of clinical microbiology J Clin Microbiol 00,, 09.. FiveTest imple cheme for pecieslevel Identification of Clinically ignificant CoagulaseNegative taphylococci Adriana N. De Paulis, ilvia C. Predari, Carlos D. Chazarreta, and Jorge E. antoianni J Clin Microbiol. 00,, 9.. A comparison between singledose fosfomycin trometamol (Monuril ) and a day course of trimethoprim in the treatment of uncomplicated lower urinary tract infection in women M. A. Minassian *, D. A. Lewis, D. Chattopadhyay, B. Bovill, G. J. Duckworth and J. D. Williams Int J Antimicrob Agents. 998, 0, 97.. Manual of clinical microbiology. P.R. Murray e.a. 8 th Edition. AM Press, Washington D.C. Microbiologie 00/ Pagina 7 op 77

10 .. Cultuur M/ Campylobacter jejuni Wij verwijzen naar de bespreking van C. jejuni in het globaal rapport 00/. Figuur... Campylobacter jejuni (M/) Figuur... Campylobacter jejuni (M/) Microbiologie 00/ Pagina 8 op 77

11 Figuur... Campylobacter jejuni (M/) Microbiologie 00/ Pagina 9 op 77

12 . Culture M/7 taphylococcus aureus. Culture M/8 taphylococcus aureus. Culture M/9 taphylococcus aureus Deze kiemen worden samen besproken. De nadruk van deze enquête lag niet zozeer op de identificatie, doch wel op de bepaling van het antibiogram. tam M/7 was een methicilline resistente taphylococcus aureus (MRA) met constitutieve resistentie tegen macroliden, lincosamiden en type B streptograminen (ML B C) Positief voor meca gen en erma gen tam M/8 was een methicilline gevoelige taphyloccoccus aureus (MA) met induceerbare resistentie tegen macroliden, lincosamiden en type B streptograminen (ML B I) Positief voor ermc gen tam M/9 was een methicilline gevoelige taphylococcus aureus (MA) met resistentie tegen macroliden en streptograminen (M) Positief voor msra gen Bespreking Inleiding Aanleiding om deze stammen rond te sturen was: Een melding van een collega aan de expertencommissie dat een patiënt met artritis van de heup veroorzaakt door een taphylococcus aureus, resistent tegen erythromycine en gevoelig voor clindamycine geen goed klinisch antwoord vertoonde op behandeling met clindamycine. Een nieuw commentaar in de NCCL richtlijn voor antibiotica gevoeligheidsbepalingen van januari 00 (M00) over het rapporteren van clindamycine resistentie bij stafylokokken. Dit commentaar werd behouden in de versie van januari 00. Om didactische redenen vond de expertencommissie het wenselijk drie genetisch gedocumenteerde stammen met typische resistentiekenmerken rond te sturen. Resistentiemechanismen bij tafylokokken tegen macroliden, lincosamiden en groep B streptograminen Er zijn twee belangrijke resistentiemechanismen tegen macroliden. Het meest voorkomende mechanisme is methylatie van het rrna. Dit geeft aanleiding tot resistentie tegen macroliden, lincosamiden en type B streptograminen. Hiervoor wordt de afkorting ML B resistentie gebruikt. Het gen voor het enzyme is het erm gen. Er bestaan verschillende varianten. Erm A en erm C komen het meeste voor in België. Het gen kan induceerbaar zijn of constitutief tot expressie komen. Macroliden zijn goede inducers. Lincosamiden en type B streptograminen zijn slechte inducers. In vitro ziet men bij inductie (ML B I) resistentie tegen erythromycine en gevoeligheid voor clindamycine. Macroliden: erythromycine, clarithromycine, roxithromycine en azithromycine Lincosamiden: clindamycine Type B streptograminen: quinupristin Microbiologie 00/ Pagina 0 op 77

13 Indien bij disk diffusie een schijfje erythromycine op korte afstand ( tot mm) van een schijfje clindamycine wordt gelegd ziet men een afplatting van de inhibitiezone rond clindamycine. De zone rond clindamycine krijgt de vorm D (figuur...), vandaar de benaming Dzone test. Bij constitutieve resistentie is er in vitro resistentie tegen erythromycine en clindamycine. tammen met ML B C resistentie blijven gevoelig voor de combinatie van type B en type A streptogramine (ynercid ) maar de activiteit zou verminderen van bactericied tot bacteriostatisch. In België is ynercid voorlopig niet commercieel verkrijgbaar en ook niet terugbetaald. De tweede meest voorkomende vorm van resistentie tegenover macroliden wordt veroorzaakt door een efflux pomp. Hierdoor verliezen macroliden en streptograminen hun activiteit en blijft de activiteit van lincosamiden behouden. De afkorting die hiervoor wordt gebruikt is M resistentie. Het msr gen codeert voor dit resistentiemechanisme. In vitro ziet men geen afplatting van de inhibitiezonezone rond het schijfje clindamycine zoals bij ML B I. Resistentie door enzymen die macroliden en/of lincosamiden afbreken is zeldzaam. Prevalentie van resistentie aan macroliden en clindamycine in België bij MRA stammen In een collectie van MRA stammen uit Belgische ziekenhuizen waren % van de stammen constitutief resistent tegen clindamycine en erythromycine (ML B C), % vertoonden induceerbare clindamycine resistentie (ML B I). Het msrb gen voor de efflux pomp voor erythromycine werd gevonden in stam (0.007%). Deze stam had ook het erma gen en vertoonde constitutieve resistentie tegen macroliden en clindamycine. Laboratoriumbepaling van resistentie aan macroliden en clindamycine In de NCCL richtlijn van 00 werd een nieuw commentaar toegevoegd voor de gevoeligheidsbepaling van clindamycine. Voor disk diffusie wordt aangeraden induceerbare clindamycine resistentie op te sporen door een schijfje clindamycine op tot mm afstand van de rand van een erythromycine schijfje te leggen. Dit kan gebeuren door in de dispenser erythromycine naast clindamycine te positioneren. Indien de inhibitiezone groot genoeg is (NCCL mm) en geen afplatting vertoont, dan wordt clindamycine gevoelig geantwoord. Als de inhibitiezone wel afplatting vertoont, dan wijst dit op induceerbare clindamycine resistentie. De stam wordt dan resistent gerapporteerd. Eventueel kan volgend commentaar worden toegevoegd: de stam wordt resistent beschouwd omdat induceerbare clindamycine resistentie werd aangetoond. Clindamycine zou bij sommige patiënten nog effectief kunnen zijn. Voor MIC bepalingen wordt aangeraden om een schijfje clindamycine op mm afstand van de rand van een schijfje erythromycine te leggen op de bloedplaat, die wordt gebruikt voor controle van zuiverheid van het inoculum. Bij afplatting van de inhibitiezone wordt de stam resistent geantwoord eventueel met hetzelfde commentaar als bij de disk diffusie. Het uitvoeren van deze test wordt ook aangeraden voor automatische gevoeligheidsbepalingen zoals Vitek (biomérieux) en Phoenix (Becton Dickinson). Indien dit niet wordt gedaan dan wordt de stam foutief gevoelig gerapporteerd zoals blijkt uit de resultaten van deze enquête (cfr. Hoofdstuk IV Antibiogram). Type A streptrogramine: dalfopristin Microbiologie 00/ Pagina op 77

14 Indien men niet in staat is om inductie op te sporen, dan is het te overwegen om stammen, die in vitro resistent zijn tegen erythromycine altijd resistent tegen clindamycine te rapporteren, ook al zijn ze in vitro gevoelig voor clindamycine. Dit is te verantwoorden omdat in België M resistentie door middel van een efflux pomp zelden voorkomt. Houd er rekening mee dat deze mogelijkheid door NCCL niet wordt weerhouden en dus te beschouwen is als een individuele afwijking van de NCCL criteria. Klinische relevantie Het gebruik van clindamycine voor de behandeling van diepe infecties met groot inoculum door stafylokokken met clindamycine induceerbare resistentie zoals artritis, osteomyelitis, abcessen en endocarditis kan leiden tot therapiefalen. Oorzaak is het hoge risico op ontstaan van constitutieve resistentie door mutatie tijdens behandeling. In de literatuur zijn meerdere rapporten die wijzen op dit risico en er is consensus om geen clindamycine te gebruiken voor diepe infecties door stafylokokken met ML B I resistentie. Indien men oppervlakkige infecties met ML B I resistente stafylokokken zou willen behandelen met clindamycine dan wordt aangeraden om de resistentie ontwikkeling tijdens therapie strikt op te volgen. Bij recidief van de infectie moeten monsters voor kweek worden afgenomen en de gevoeligheid moet opnieuw worden bepaald. Het niet opsporen van induceerbare clindamycine resistentie en in plaats hiervan systematisch alle erythromycine resistente stammen clindamycine resistent antwoorden wordt niet aangeraden door NCCL omdat men op deze manier M resistente stammen foutief clindamycine resistent rapporteert. Clindamycine kan een nuttig en goedkoop alternatief zijn voor de (orale) behandeling van bijvoorbeeld community acquired MRA infecties of MA infecties bij patiënten die penicilline allergisch zijn. Opsporen van VIA en VRA CDC rapporteerde in de MMWR van april 00 een derde geval van Vancomycine Resistente taphylococcus aureus (VRA). Resistentie werd opgespoord door middel van Etest en bevestigd door middel van de NCCL microdilutie methode. CDC waarschuwt dat automaten voor gevoeligheidsbepalingen zoals Microscan en Vitek, faalden om resistentie tegenover vancomycine bij deze stam aan te tonen. De betrouwbaarste technieken voor gevoeligheidsbepalingen voor vancomycine zijn niet geautomatiseerde MIC bepalingen (b.v. broth microdilutie, agar dilutie en agargradiënt diffusie) waarbij volle uur wordt geïncubeerd voor af te lezen. CDC raadt aan om bij geautomatiseerde gevoeligheidsbepalingen een vancomycinescreen agar plaat te gebruiken met µg/ml vancomycine en af te lezen na uur incubatie. De ociété Française de Microbiologie raadt het gebruik van teicoplanine µg/ml in Mueller Hinton aan met aflezing na en 8 uur. Bij vermoeden van intermediaire gevoeligheid of resistentie moet de stam naar het referentielaboratorium worden gestuurd. Microbiologie 00/ Pagina op 77

15 Dankwoord De stammen werden ons bereidwillig ter beschikking gesteld door prof. M. truelens en dr. O. Denis van het laboratorium microbiologie van het Erasmusziekenhuis, waarvoor onze dank. Figuur... ML B I clindamycine resistentie ( D zone test) Dr. K. Magerman Virga Jesseziekenhuis Hasselt Microbiologie 00/ Pagina op 77

16 REFERENTIE. NCCL Performance tandards for Antimicrobial usceptibility Testing; Fourteenth Informational upplement, M00, Vol. No., January 00.. NCCL Performance tandards for Antimicrobial usceptibility Testing; Fifteenth Informational upplement, M00, Vol. No., January 00.. J.H. Jorgensen et al., Detection of inducible clindamycin resistance of taphylococci in conjunction with performance of automated broth susceptibility testing, Journal of Clinical Microbiology, 00; : J.. Lewis and J.H. Jorgensen, Inducible Clindamycin Resistance in taphylococci: hould Clinicians and Microbiologists be Concerned?, Clinical Infectious Diseases, 00;0:80.. O. Denis et al., Molecular epidemiology of resistance to macrolideslincosamidesstreptogramins in methicillinresistant taphylococcus aureus (MRA) causing bloodstream infections in patients admitted to Belgian hospitals, Journal of Antimicrobial Chemotherapy, 00 (0), 77.. Comité de l antibiogramme de la ociété Française de Microbiologie, Communiqué 00 (Edition de Janvier 00), 7. M. Kacica, CDC,Brief Report: VancomycinResistant taphylococcus aureus New York, 00, MMWR, April, 00; ();, Microbiologie 00/ Pagina op 77

17 III. REULTATEN VAN DE IDENTIFICATIE (N=07) De correcte of aanvaardbare resultaten zijn onderlijnd... Cultuur M/8 almonella Anderlecht (stoelgang) N = 07 almonella species (7.%) almonella groep E 9 (.0%) almonella groep E of G (.9%) almonella Anderlecht (.0%) almonella groep E (.0%) almonella enterica (.0%) almonella groep AG (0.%) almonella species (geen. typhi) (0.%) almonella species: agglutinatie met O,0, (0.%) almonella species niet A, B, C, D (0.%) almonella species niet A, B, C, D (0.%) almonella species niet B, D (0.%) almonella OMA positief (0.%) almonella groep C almonella groep E + E. coli Coprocultuur wordt niet uitgevoerd in laboratorium Geen antwoord.. Cultuur M/79 taphylococcus saprophyticus (urine) N= 07 taphylococcus saprophyticus 99 (9.%) taphylococcus saprophyticus ssp. saprophyticus (0.%) Coagulase negatieve staphylokok taphylococcus saprophyticus +. aureus taphylococcus aureus taphylococcus scylosus almonella species Microbiologie 00/ Pagina op 77

18 .. Cultuur M/ Campylobacter jejuni (stoelgang) N= 07 Campylobacter species 0 (.%) Campylobacter jejuni 7 (.%) Campylobacter jejuni/coli (.%) Campylobacter jejuni ssp jejuni (0.%) Campylobacter coli doylei Campylobacter coli I Campylobacter coli Campylobacter fetus ssp. jejuni Branhamella catarrhalis (geen pathogeen) Burkholderia cepacia Gram negatieve bacil die niet groeit Geen pathogenen Geen groei 7 Coprocultuur wordt niet uitgevoerd in laboratorium Geen antwoord.. Cultuur M/7 taphylococcus aureus (gewrichtsvocht) N= 07 taphylococcus aureus 07 (00%) 8 laboratoria (9.%) vermelden expliciet dat het een MRA betrof.. Cultuur M/8 taphylococcus aureus (gewrichtsvocht) N= 07 taphylococcus aureus 07 (00%) 0 laboratoria (.8%) vermelden expliciet dat het een MA betrof.. Cultuur M/9 taphylococcus aureus (gewrichtsvocht) N= 07 taphylococcus aureus 07 (00%) taphylococcus aureus 0 (98.%) taphylococcus epidermidis taphylococcus simulans taphylococcus species 0 laboratoria (.8%) vermelden expliciet dat het een MA betrof Microbiologie 00/ Pagina op 77

19 IV. ANTIBIOGRAM Een algemeen overzicht van de resultaten per staal wordt gegeven bij het begin van de bespreking van ieder staal. In de verdere verwerking worden de resultaten geanalyseerd naargelang methode. Het type antibiogram der verschillende stalen werd opgemaakt door verschillende experten... Cultuur M/7 deelnemers = 07 Niet alle deelnemers bepaalden de gevoeligheid voor alle antibiotica. ommige deelnemers bepaalden de gevoeligheid voor meer dan één chinolone. ommige deelnemers bepaalden de gevoeligheid met meer dan methode; in alle gevallen bekwamen zij dezelfde resultaten voor eenzelfde antibioticum met verschillende technieken. Tabel... Resultaten der laboratoria voor de antibiogrammen voor staal M/7 (. aureus). Antibioticum Verwachte resultaat I R * Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine Ofloxacine Pefloxacine Chinolone R R R R R R R R R R R R ³ Een aantal laboratoria bepaalde de gevoeligheid voor clarithromycine in plaats van erythromycine. Een aantal laboratoria vermeldde de naam van het gebruikte chinolone niet. Enkele laboratoria vermeldden dat de gevoeligheid voor vancomycine niet bepaald kan worden op basis van antibioticaschijfjes doch dat een bepaling van de MIC (waarover deze laboratoria niet beschikken) noodzakelijk is. Het in de tabellen... tot en met..9 weergegeven resultaat is het finale resultaat, na eventuele wijziging via toepassing der expertregels. Niet alle deelnemers vermeldden de gebruikte methode of lading. Voor zover deze aangegeven werd door de deelnemers, hebben wij voor de schijfjesmethode volgens NCCL en ROCO (NEOENITAB) mediaan, minimum en maximum diameter bepaald. ommige deelnemers vermeldden een andere lading dan de aangewezen lading of vermeldden de lading niet; deze laboratoria werden niet in de berekening der medianen, minimum en maximum opgenomen. Er dient opgemerkt dat een aantal laboratoria bij groei tot tegen het schijfje een diameter gelijk aan nul rapporteren. Nochtans is het aangewezen dat in dergelijke gevallen geen nul geantwoord wordt, doch de diameter van het schijfje gerapporteerd wordt. Deze resultaten werden evenmin in aanmerking genomen in de hiernavolgende tabellen. Pagina 7 op 77 Microbiologie 00/

20 Tabel... Bekomen diameters met de schijfjesmethode volgens NCCL voor staal M/7 (. aureus). Antibioticum gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading Mediane Grenswaarden diameter diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Norfloxacine Ofloxacine «Chinolone» (0) (7) () (0) () () () (8) () (8) () Tabel... Bekomen diameters met de schijfjesmethode volgens ROCO voor staal M/ 7 (. aureus). Antibioticum Lading Mediane Grenswaarden Resultaat gebruikers met diameter diameter (Totaal aantal gebruikers) vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) I R * Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Totaal aantal Charge Charge 70 Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine Ofloxacine Pefloxacine (90) (8) (8) (88) (8) (9) () () () () () , Er bestaan verschillende Vancomycineschijfjes met een andere lading. Beide ladingen worden afzonderlijk vermeld in de tabel. * Enkele laboratoria vermeldden dat de gevoeligheid voor vancomycine niet bepaald kan worden op basis van antibioticaschijfjes doch dat een bepaling van de MIC (waarover deze laboratoria niet beschikken) noodzakelijk is. Microbiologie 00/ Pagina 8 op 77

21 De resultaten die met de Etest bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel... Tabel... Resultaten bekomen MICwaarden met de Etest voor staal M/7 (. aureus). Antibioticum MIC (mg/l) Resultaat resultaten * > > I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Ofloxacine * MICwaarde niet vermeld De resultaten bekomen met de Vitek worden weergegeven in tabel... Tabel... Resultaten bekomen met de Vitek voor staal M/7 (. aureus). Antibioticum Finaal resultaat Vitek Meest vermelde verdunning labo s dat deze verdunning vermeldde (Totaal aantal gebruikers) Finaal resultaat Vitek Meest vermelde verdunning labo s dat deze verdunning vermeldde (Totaal aantal gebruikers) I R I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine «Chinolone» , en 8 8 > (7) () (8) (8) (7) () () , () (7) (7) (7) () () () () () () In de meeste gevallen is de meest vermelde verdunning de enige die vermeld werd door de deelnemers; een aantal laboratoria vermeldden immers de gevonden verdunning niet. Uiteraard waren er laboratoria die één verdunning verschillend van de meest vermelde, gevonden hebben. In enkele gevallen werd een grotere afwijking gevonden: voor oxacilline vond laboratorium een verdunning van 0. met Vitek voor penicilline vond laboratorium een verdunning van met Vitek voor clindamycine vond laboratorium een verdunning van met Vitek voor vancomycine vond laboratorium een verdunning van 0. met Vitek ; met Vitek bekomen 9 laboratoria een resultaat van en één laboratorium een resultaat 0 voor moxifloxacine vond laboratorium een verdunning van 8 met Vitek. Microbiologie 00/ Pagina 9 op 77

22 De resultaten bekomen met de ATB methode worden weergegeven in tabel... De meeste laboratoria antwoordden enkel het resultaat (, I of R) en gaven geen waarden weer. Tabel... Resultaten bekomen met de ATB methode voor staal M/7 (. aureus). Antibioticum Resultaat I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Levofloxacine Norfloxacine 8 De resultaten bekomen met de toestellen Osiris, Phoenix en irscan worden weergegeven in tabel..7. tot en met..9. Er zijn momenteel nog te weinig gebruikers van deze toestellen om de kwantitatieve resultaten statistisch zinvol te verwerken. Indien het aantal gebruikers toeneemt, zal dit uiteraard wel het geval zijn. Tabel..7. Resultaten bekomen met de Osiris voor staal M/7 (. aureus). Antibioticum Resultaat I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Tabel..8. Resultaten bekomen met de Phoenix voor staal M/7 (. aureus). Antibioticum Resultaat I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Microbiologie 00/ Pagina 0 op 77

23 Tabel..9. Resultaten bekomen met de irscan voor staal M/7 (. aureus). Antibioticum Resultaat I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Levofloxacine Ciprofloxacine Pefloxacine Tot slot dient vermeld dat: laboratoria de gevoeligheid voor oxacilline bepaalden met de oxascreen platen; alle vonden de stam resistent tegen oxacilline 8 laboratoria de gevoeligheid voor vancomycine bepaalden met de vancoscreen platen; alle 8 vonden de stam gevoelig voor vancomycine laboratorium verklaarde dat voor een adequate bepaling van de gevoeligheid voor vancomycine een MIC bepaling diende te gebeuren (waarover dit labo niet beschikte) 9 laboratoria niet vermeldden welke techniek zij gebruikt hebben ter bepaling van de gevoeligheid voor één of meer antibiotica Wij hebben ook nagekeken in hoeverre de finale van de ruwe resultaten verschillen en welke wijzigingen uitgevoerd werden. Voor staal M/7 beperkte dit zich tot volgende wijzigingen : laboratorium wijzigde een ruw resultaat R, bekomen met de Roscoschijfjes in een finaal resultaat voor oxacilline, penicilline, clindamycine, erythromycine, levofloxacine en norfloxacine laboratoria bekwamen een ruw resultaat voor vancomycine met de Rosco schijfjes maar verklaarden dat voor een adequate bepaling van de gevoeligheid voor vancomycine een MIC bepaling vereist is laboratoria wijzigden een ruw resultaat I, bekomen met de Vitek, in een finaal resultaat R voor moxifloxacine Microbiologie 00/ Pagina op 77

24 .. Cultuur M/8 deelnemers = 0 Niet alle deelnemers bepaalden de gevoeligheid voor alle antibiotica. ommige deelnemers bepaalden de gevoeligheid voor meer dan één chinolone. ommige deelnemers bepaalden de gevoeligheid met meer dan methode; in nagenoeg alle gevallen bekwamen zij dezelfde resultaten voor eenzelfde antibioticum met verschillende technieken. lechts laboratorium vermeldde voor clindamycine een verschil in resultaat tussen de papieren schijfjes ( R ) en de Vitek ( ); gezien dit laboratorium verwees naar het bestaan van de induceerbare resistentie van deze stam tegenover clindamycine, wordt dit laboratorium in onderstaande tabel onder R gerangschikt. Tabel... Resultaten der laboratoria voor de antibiogrammen voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Verwachte resultaat I R * Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine Ofloxacine Pefloxacine Chinolone R R R ³ Een aantal laboratoria bepaalde de gevoeligheid voor clarithromycine in plaats van erythromycine. Een aantal laboratoria vermeldde de naam van het gebruikte chinolone niet. Enkele laboratoria vermeldden dat de gevoeligheid voor vancomycine niet bepaald kan worden op basis van antibioticaschijfjes doch dat een bepaling van de MIC (waarover deze laboratoria niet beschikken) noodzakelijk is. Het in de tabellen... tot en met..9 weergegeven resultaat is het finale resultaat, na eventuele wijziging via toepassing der expertregels. Niet alle deelnemers vermeldden de gebruikte methode of lading. Voor zover deze aangegeven werd door de deelnemers, hebben wij voor de schijfjesmethode volgens NCCL en ROCO (NEOENITAB) mediaan, minimum en maximum diameter bepaald. ommige deelnemers vermeldden een andere lading dan de aangewezen lading of vermeldden de lading niet; deze laboratoria werden niet in de berekening der medianen, minimum en maximum opgenomen. Er dient opgemerkt dat een aantal laboratoria bij groei tot tegen het schijfje een diameter gelijk aan nul rapporteren. Nochtans is het aangewezen dat in dergelijke gevallen geen nul geantwoord wordt, doch de diameter van het schijfje gerapporteerd wordt. Deze resultaten werden evenmin in aanmerking genomen in de hiernavolgende tabellen. Microbiologie 00/ Pagina op 77

25 Tabel... Bekomen diameters met de schijfjesmethode volgens NCCL voor staal M/ 8 (. aureus). Antibioticum gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Norfloxacine Ofloxacine «Chinolone» (0) (8) (9) () () () () (8) () (8) () Er dient vermeld dat één laboratorium de opmerking maakte dat, hoewel de stam een induceerbare resistentie tegen clindamycine vertoonde, dit antibioticum in vivo in sommige gevallen nog werkzaam kan zijn. Tabel... Bekomen diameters met de schijfjesmethode volgens ROCO voor staal M/ 8 (. aureus). Antibioticum Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Totaal aantal Charge Charge 70 Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine Ofloxacine Pefloxacine gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) (87) (8) (80) (8) (8) (0) () () () () () Lading Mediane diameter, Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) Er bestaan verschillende Vancomycineschijfjes met een andere lading. Beide ladingen worden afzonderlijk vermeld in de tabel. * Enkele laboratoria vermeldden dat de gevoeligheid voor vancomycine niet bepaald kan worden op basis van antibioticaschijfjes doch dat een bepaling van de MIC (waarover deze laboratoria niet beschikken) noodzakelijk is I R 8 * Microbiologie 00/ Pagina op 77

26 De resultaten die met de Etest bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel... Tabel... Resultaten bekomen MICwaarden met de Etest voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum MIC (mg/l) Resultaat resultaten * 0,0 0, 0, 0, 0, > I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Ofloxacine * MICwaarde niet vermeld Opmerking: de in de tabel vermeldde resultaten zijn de finale resultaten (die, al dan niet na toepassing van expertregels gewijzigd kunnen zijn ten opzichte van de ruwe resultaten); dit verklaart de schijnbare tegenstelling tussen de lage MIC enerzijds en het resultaat R anderzijds voor clindamycine. De resultaten bekomen met de Vitek worden weergegeven in tabel... Tabel... Resultaten bekomen met de Vitek voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Finaal resultaat I R Vitek Meest vermelde verdunning labo s dat deze verdunning vermeldde (Totaal aantal gebruikers) Finaal resultaat I R Vitek Meest vermelde verdunning labo s dat deze verdunning vermeldde (Totaal aantal gebruikers) Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine «Chinolone» , < 0, en 0, 0, 8 0, < (8) () (8) (8) (8) () () , 0, 0, 8 0, 0, 0, 0, () (7) (7) (7) () () () () () () In de meeste gevallen is de meest vermelde verdunning de enige die vermeld werd door de deelnemers; een aantal laboratoria vermeldden immers de gevonden verdunning niet. Uiteraard waren er laboratoria die één verdunning verschillend van de meest vermelde, gevonden hebben. In enkele gevallen werd een grotere afwijking gevonden: voor oxacilline vonden 9 laboratoria een verdunning van 0. met Vitek voor vancomycine vond deelnemer een verdunning van met Vitek voor levofloxacine vonden 7 laboratoria een verdunning van 0. met Vitek Er dient nog opgemerkt dat één laboratorium (dat de Vitek gebruikte) vermeldde dat gebaseerd op aanwezigheid induceerbare clindamycine resistentie dit antibioticum in vivo mogelijk resistent is.; clindamycine kan bij bepaalde patiënten evenwel nog werkzaam zijn. Microbiologie 00/ Pagina op 77

27 De resultaten bekomen met de ATB methode worden weergegeven in tabel... De meeste laboratoria antwoordden enkel het resultaat (, I of R) en gaven geen waarden weer. Tabel... Resultaten bekomen met de ATB methode voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Resultaat I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Levofloxacine Norfloxacine 9 De resultaten bekomen met de toestellen Osiris, Phoenix en irscan worden weergegeven in tabel..7. tot en met..9. Er zijn momenteel nog te weinig gebruikers van deze toestellen om de kwantitatieve resultaten statistisch zinvol te verwerken. Indien het aantal gebruikers toeneemt, zal dit uiteraard wel het geval zijn. Tabel..7. Resultaten bekomen met de Osiris voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Resultaat I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Tabel..8. Resultaten bekomen met de Phoenix voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Resultaat I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Microbiologie 00/ Pagina op 77

28 Tabel..9. Resultaten bekomen met de irscan voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Resultaat I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Levofloxacine Ofloxacine Tot slot dient vermeld dat: laboratoria de gevoeligheid voor oxacilline bepaalden met de oxascreen platen; alle vonden de stam gevoelig voor oxacilline 8 laboratoria de gevoeligheid voor vancomycine bepaalden met de vancoscreen platen; alle 8 vonden de stam gevoelig voor vancomycine laboratorium verklaarde dat voor een adequate bepaling van de gevoeligheid voor vancomycine een MIC bepaling diende te gebeuren (waarover dit labo niet beschikte) laboratoria niet vermeldden welke techniek zij gebruikt hebben ter bepaling van de gevoeligheid voor één of meer antibiotica Gezien de problematiek van de induceerbare clindamycineresistentie, hebben wij nagekeken in hoeverre de finale van de ruwe resultaten verschillen en welke wijzigingen uitgevoerd werden; en dit niet enkel voor clindamycine maar ook voor de andere antibiotica. Een overzicht voor de meest gebruikte technieken (papieren schijfjes, Rosco tabletjes, E test, Vitek, Vitek en ATB) wordt in volgende tabellen gegeven. Voor de verklaring van de * verwijzen we naar de voorgaande tabel. Wij dienen tevens te vermelden dat gebruiker van het toestel Osiris een ruw resultaat voor clindamycine wijzigde naar I en gebruiker van het toestel Phoenix een ruw resultaat voor clindamycine wijzigde naar R...0. Vergelijking ruw en finaal resultaat voor papieren schijfjes voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Ruw resultaat Finaal resultaat Wijziging I R I R > I > R I > R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Norfloxacine Ofloxacine «Chinolone» Microbiologie 00/ Pagina op 77

29 ... Vergelijking ruw en finaal resultaat voor Rosco tabletten voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Ruw resultaat Finaal resultaat Wijziging I R I R * > I > R I > R R > > * Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine Ofloxacine Pefloxacine Vergelijking ruw en finaal resultaat voor de E test voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Ruw resultaat Finaal resultaat Wijziging I R I R > I > R I > R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Ofloxacine... Vergelijking ruw en finaal resultaat voor de Vitek voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Ruw resultaat Finaal resultaat Wijziging I R I R > I > R I > R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Norfloxacine Microbiologie 00/ Pagina 7 op 77

30 ... Vergelijking ruw en finaal resultaat voor de Vitek voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Ruw resultaat Finaal resultaat Wijziging I R I R > I > R I > R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Norfloxacine Ofloxacine «Chinolone» Er dient opgemerkt dat meerdere laboratoria het antibiogram ook met de schijfjesmethode bepaald hebben (al dan niet omwille van een vermoeden van induceerbare resistentie op basis van de Vitek gegevens) en mogelijk op basis hiervan de aanpassing uitgevoerd hebben.... Vergelijking ruw en finaal resultaat voor de ATB bepaling voor staal M/8 (. aureus). Antibioticum Ruw resultaat Finaal resultaat Wijziging I R I R > I > R I > R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Levofloxacine Norfloxacine 9 9 Microbiologie 00/ Pagina 8 op 77

31 .. Cultuur M/9 deelnemers = 0 Niet alle deelnemers bepaalden de gevoeligheid voor alle antibiotica. ommige deelnemers bepaalden de gevoeligheid voor meer dan één chinolone. ommige deelnemers bepaalden de gevoeligheid met meer dan methode; in alle gevallen bekwamen zij dezelfde resultaten voor eenzelfde antibioticum met verschillende technieken. Tabel... Resultaten der laboratoria voor de antibiogrammen voor staal M/9 (. aureus). Antibioticum Verwachte resultaat I R * Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine Ofloxacine Pefloxacine Chinolone R R ³ Een aantal laboratoria bepaalde de gevoeligheid voor clarithromycine in plaats van erythromycine. Een aantal laboratoria vermeldde de naam van het gebruikte chinolone niet. Enkele laboratoria vermeldden dat de gevoeligheid voor vancomycine niet bepaald kan worden op basis van antibioticaschijfjes doch dat een bepaling van de MIC (waarover deze laboratoria niet beschikken) noodzakelijk is. Het in de tabellen... tot en met..9 weergegeven resultaat is het finale resultaat, na eventuele wijziging via toepassing der expertregels. Niet alle deelnemers vermeldden de gebruikte methode of lading. Voor zover deze aangegeven werd door de deelnemers, hebben wij voor de schijfjesmethode volgens NCCL en ROCO (NEOENITAB) mediaan, minimum en maximum diameter bepaald. ommige deelnemers vermeldden een andere lading dan de aangewezen lading of vermeldden de lading niet; deze laboratoria werden niet in de berekening der medianen, minimum en maximum opgenomen. Er dient opgemerkt dat een aantal laboratoria bij groei tot tegen het schijfje een diameter gelijk aan nul rapporteren. Nochtans is het aangewezen dat in dergelijke gevallen geen nul geantwoord wordt, doch de diameter van het schijfje gerapporteerd wordt. Deze resultaten werden evenmin in aanmerking genomen in de hiernavolgende tabellen. Microbiologie 00/ Pagina 9 op 77

32 Tabel... Bekomen diameters met de schijfjesmethode volgens NCCL voor staal M/ 9 (. aureus). Antibioticum Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Norfloxacine Ofloxacine «Chinolone» gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) (0) (7) (9) () () () () (8) () (8) () Lading Mediane diameter 7 8 7, Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) I R Tabel... Bekomen diameters met de schijfjesmethode volgens ROCO voor staal M/ 9 (. aureus). Antibioticum gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) I R * Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Totaal aantal Charge Charge 70 Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine Ofloxacine Pefloxacine (87) (8) (80) (8) (8) (0) () () () () () , Er bestaan verschillende Vancomycineschijfjes met een andere lading. Beide ladingen worden afzonderlijk vermeld in de tabel. * Enkele laboratoria vermeldden dat de gevoeligheid voor vancomycine niet bepaald kan worden op basis van antibioticaschijfjes doch dat een bepaling van de MIC (waarover deze laboratoria niet beschikken) noodzakelijk is. Microbiologie 00/ Pagina 0 op 77

33 De resultaten die met de Etest bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel. Tabel... Resultaten bekomen MICwaarden met de Etest voor staal M/9 (. aureus). Antibioticum MIC (mg/l) Resultaat resultaten * 0,0 0, 0, 0, 0, > I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Ofloxacine * MICwaarde niet vermeld De resultaten bekomen met de Vitek worden weergegeven in tabel... Tabel... Resultaten bekomen met de Vitek voor staal M/9 (. aureus). Antibioticum Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Moxifloxacine Norfloxacine «Chinolone» Finaal resultaat I R Vitek Meest vermelde verdunning 0, en 0, < 0, en 0, 0, 8 0, 0, < labo s dat deze verdunning vermeldde (Totaal aantal gebruikers) (8) () (8) (8) (8) () () Finaal resultaat I R 7 Vitek Meest vermelde verdunning 0, 0,0 0, 8 0, 0, 0, 0, labo s dat deze verdunning vermeldde (Totaal aantal gebruikers) In de meeste gevallen is de meest vermelde verdunning de enige die vermeld werd door de deelnemers; een aantal laboratoria vermeldden immers de gevonden verdunning niet. Uiteraard waren er laboratoria die één verdunning verschillend van de meest vermelde, gevonden hebben. In enkele gevallen werd een grotere afwijking gevonden: voor penicilline vonden deelnemers een verdunning 0.0 en één deelnemer een verdunning van 0. met Vitek voor vancomycine vond laboratorium een verdunning van met Vitek voor levofloxacine vond deelnemer een verdunning 0. met Vitek () (7) (7) (7) () () () () () () Microbiologie 00/ Pagina op 77

34 De resultaten bekomen met de ATB methode worden weergegeven in tabel... De meeste laboratoria antwoordden enkel het resultaat (, I of R) en gaven geen waarden weer. Tabel... Resultaten bekomen met de ATB methode voor staal M/9 (. aureus). Antibioticum Resultaten I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Levofloxacine Norfloxacine 8 De resultaten bekomen met de toestellen Osiris, Phoenix en irscan worden weergegeven in tabel..7. tot en met..9. Er zijn momenteel nog te weinig gebruikers van deze toestellen om de kwantitatieve resultaten statistisch zinvol te verwerken. Indien het aantal gebruikers toeneemt, zal dit uiteraard wel het geval zijn. Tabel..7. Resultaten bekomen met de Osiris voor staal M/9 (. aureus). Antibioticum Resultaten I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Tabel..8. Resultaten bekomen met de Phoenix voor staal M/9 (. aureus). Antibioticum Resultaten I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Clarithromycine Vancomycine Chinolones Ciprofloxacine Levofloxacine Microbiologie 00/ Pagina op 77

35 Tabel..9. Resultaten bekomen met de irscan voor staal M/9 (. aureus). Antibioticum Resultaat I R Oxacilline Penicilline Clindamycine Erythromycine Vancomycine Chinolones Levofloxacine Ofloxacine Tot slot dient vermeld dat: laboratoria de gevoeligheid voor oxacilline bepaalden met de oxascreen platen; alle vonden de stam gevoelig voor oxacilline 8 laboratoria de gevoeligheid voor vancomycine bepaalden met de vancoscreen platen; alle 8 vonden de stam gevoelig voor vancomycine laboratorium verklaarde dat voor een adequate bepaling van de gevoeligheid voor vancomycine een MIC bepaling diende te gebeuren (waarover dit labo niet beschikte) laboratoria niet vermeldden welke techniek zij gebruikt hebben ter bepaling van de gevoeligheid voor één of meer antibiotica Wij hebben ook nagekeken in hoeverre de finale van de ruwe resultaten verschillen en welke wijzigingen uitgevoerd werden. Voor staal M/9 beperkte dit zich tot volgende wijzigingen: laboratorium wijzigde een ruw resultaat, bekomen met de papieren schijfjes in een finaal resultaat R voor oxacilline en penicilline voor clindamycine bepaald met de papieren schijfjes, wijzigde laboratorium een ruw resultaat in een finaal resultaat I en wijzigden laboratoria een ruw resultaat in een finaal resultaat R laboratorium wijzigde een ruw resultaat, bekomen met de Rosco schijfjes in een finaal resultaat R voor penicilline voor clindamycine bepaald met de Rosco schijfjes wijzigden laboratoria een ruw resultaat in een finaal resultaat I en wijzigden laboratoria een ruw resultaat in een finaal resultaat R laboratoria bekwamen een ruw resultaat voor vancomycine met de Rosco schijfjes maar verklaarden dat voor een adequate bepaling van de gevoeligheid voor vancomycine een MIC bepaling vereist is laboratoria wijzigden een ruw resultaat, bekomen met de Vitek, in een finaal resultaat R voor penicilline; andere laboratoria wijzigden een ruw resultaat voor clindamycine, bekomen met Vitek in een finaal resultaat I laboratorium wijzigde een ruw resultaat bekomen met Osiris voor clindamycine in een finaal resultaat I laboratorium wijzigde een ruw resultaat bekomen met de irscan voor clindamycine in een finaal resultaat I Microbiologie 00/ Pagina op 77

36 V. PARAITOLOGIE. De monsters Er werden geformoliseerde fecessuspensies verstuurd: P/79 en P/00. Er namen 98 laboratoria deel aan deze enquête: 98 gaven een antwoord op staal P/79 en 9 op staal P/00. Ter gelegenheid van deze enquête werd er voor de eerste maal de mogelijkheid geboden om via Toolkit te antwoorden; 87 laboratoria (%) maakten van deze mogelijkheid gebruik. De monsters waren vergezeld van volgende klinische inlichtingen : P/79: P/00: Een 9jarige jonge man wordt na zijn terugkeer van een reis doorheen Roemenië opgenomen in het ziekenhuis met ernstige diarree sinds een week, braken en abdominale krampen.. Een 0jarig meisje wordt in het ziekenhuis opgenomen met abdominale pijn, waterige diarree en koorts. taal P/79 bevatte larven van trongyloides stercoralis. taal P/00 bevatte oöcysten van Cyclospora cayetanensis + cysten van Blastocystis hominis. Aanwezigheid van andere (zeer zeldzame) parasieten in een fecesmonster zijn nooit met zekerheid uit te sluiten en kunnen dus ook niet als foutief geïnterpreteerd worden.. taal P/79.. Resultaten De 98 laboratoria leverden 8 antwoorden in. Drie laboratoria antwoordden Afwezigheid van parasieten, laboratoria antwoordden één parasiet, 8 antwoordden parasieten en laboratorium antwoordde parasieten. Tabel... Resultaten voor staal P/79 Resultaat trongyloides stercoralis 78 Cryptosporidium parvum Ancylostoma duodenale Cyclospora cayetanensis Ancylostomatoidea Ascaris lumbricoides Blastocystis hominis Chilomastix mesnili Endolimax nana Giardia lamblia Iodamoeba boetschlii chistosoma intercalatum trongyloides fulleborni Afwezigheid van parasieten Totaal 8 Microbiologie 00/ Pagina op 77

37 De door de laboratoria geantwoorde evolutiestadia voor trongyloides stercoralis worden in volgende tabel weergegeven. Acht laboratoria hebben evolutiestadia voor. stercoralis vermeld. Tabel... Evolutiestadia voor trongyloides stercoralis voor staal P/79 Evolutiestadium laboratoria Rhabditoïde larve 0 trongyloïde larve 9 Larve Ei Volwassen vorm Niet gepreciseerd Totaal 8 Voor de rhabditoïde larve van trongyloides stercoralis, hebben wij, in zoverre de laboratoria het aantal per plaatje vermeld hebben, deze gerapporteerde aantallen geëvalueerd. Van de 0 laboratoria die dit aantal/plaatje vermeld hebben, hebben er < geantwoord, hebben à geantwoord, antwoordden à, antwoordden à en heeft à 0 geantwoord. Voor de 8 andere worden mediaan, minimum en maximum in volgende tabel weergegeven. Tabel... Mediaan, minimum en maximum voor rhabditoïde larve van trongyloides stercoralis voor staal P/79 Mediaan Minimum Maximum 0.. Commentaar... Classificatie trongyloides stercoralis ( Bavay, 87 ) is een facultatieve parasiet; dit wil zeggen dat er stadia zijn die onafhankelijk in het uitwendige milieu leven en die gevolgd kunnen worden door stadia die een parasitair leven leiden in de darm. Er bestaan vele trongyloides species, die voorkomen bij de gewervelde dieren (huisdieren en wilde dieren). De studie van hun morfologie en evolutiecylus heeft reeds tot veel verwarring geleid.. stercoralis behoort tot de klasse van de nematoden. Zoals zijn naam aangeeft (Grieks strongulos = cylindrisch en eidos = uitzicht), is het een kleine ronde worm, die door zijn aanwezigheid in de intestinale submucosa een aandoening veroorzaakt, die strongyloidiasis of anguillulosis genoemd wordt. Meestal is het een weinig ernstige aandoening, die echter in sommige omstandigheden (immuun gedeprimeerden of in geval van ondervoeding) aanleiding kan geven tot een gegeneraliseerde infectie met een slechte prognose. Microbiologie 00/ Pagina op 77

38 ... Geschiedenis De worm werd in 87 ontdekt in Toulon, door Normand, bij soldaten die terug kwamen van Cochinchine (Vietnam). De beschrijving werd toevertrouwd aan Bavay. Hij werd lange tijd beschouwd als de verwekker van de diarree van Cochinchine, tot wetenschappers ontdekten dat dit niet het geval was. Er volgde een lange periode van verwarring doordat de worm parasitaire vormen vertoont: de strongyloïde en de rhabditoïde waardoor het vermoeden bestond dat het om verschillende wormen ging. De International Commission on Zoological Nomenclature aanvaardde in 9 het voorstel van tiles en Hassal (9) waarbij.stercoralis als de correcte naam van de parasiet beschouwd werd en Anguillula intestinalis als een synoniem. De morfologische beschrijvingen in onderstaande tekst zijn gebaseerd op de oudere werken van Brumpt (9) en de recentere van Little (9), peare (98, 989) en Grove (99).... Morfologische beschrijving Het onderscheid tussen de strongyloïde en de rhabditoïde vorm is gebaseerd op de structuur van de slokdarm. De slokdarm van de strongyloïde larve is cilindrisch zonder posterieure verdikking, deze van de rhabditoïde larve heeft een dubbele verdikking. De mond van deze laatste verlengt zich in een klein vestibulum dat naar de slokdarm leidt. Deze slokdarm bestaat uit afzonderlijke delen, het procorpus (cilindrisch van vorm), de zeer smalle isthmus en de bulbus (met afgeronde vormen). Deze morfologie is duidelijk lichtmicroscopisch zichtbaar. Deze morfologie van de rhabditoïde slokdarm is typisch voor nematoden die zich voeden met bacteriën. Volwassen parasitair vrouwtje (strongyloïde, intestinaal of filariform). De vrouwelijke parasieten worden slechts uitzonderlijk in de stoelgang aangetroffen, behalve bij patiënten die een massieve infectie vertonen ( cowden et al, 978 ). Via endoscopie kunnen zij opgespoord worden. Het vrouwtje meet ongeveer, mm op 0,0 mm. De mondopening is klein en zonder uitsteeksels. Drie lippen zijn duidelijk zichtbaar, drie andere zijn weinig opvallend. De slokdarm is lang, cilindrisch en zonder posterieure verdikking (strongyloïde type) ; hij neemt een kwart van de lengte van het lichaam in en zet zich verder in de darm (die een eencellige wand vertoont) De darm neemt de tweede helft van het lichaam in en mondt uit in het rectum; deze heeft een cuticulaire wand en verlengt zich in de anus. De anus ziet eruit als een transversale opening op de basis van de staart. De staart is kort en conisch. Het tegumentum is fijn gestreept. De geslachtsopening is iets over halfweg het lichaam gelokaliseerd op de ventrale mediane lijn. Microbiologie 00/ Pagina op 77

39 De uterus verlengt zich via anterieure en posterieure takken in de geslachtsopening. De eieren zijn op een rij gerangschikt en bezetten, eens ze aanwezig zijn, nagenoeg het hele lichaam van de worm. Volwassen vrouwtje, vrijlevende vorm (rhabditoïde). De vrije volwassen vrouwtjes worden overvloedig in de buitenwereld aangetroffen. Vaak bevatten ze een groot aantal eieren. Volwassen mannetje, vrijlevende vorm (rhabditoïde of stercorale). Het mannetje meet 0,7 mm op µm ; zijn staart is gekromd in de vorm van een haakje en vertoont twee gebogen spicula van 0 µm lengte. Eieren. De morfologie van de eieren van de parasitaire of vrijlevende vrouwtjes is gelijkaardig. Zij hebben een licht ellipsoïde vorm en meten tot 70 µm. Hun wand is zeer dun. De eieren van de vrouwelijke parasieten bevinden zich in de crypten van Lieberkühn, en worden slechts zeer zelden in de stoelgang aangetroffen. Larvale vormen: meten 00 à 00 µm op à µm. Ze kunnen extreme afmetingen bereiken van 80 µm op 7 µm. Er bestaan verschillende larvale stadia. De larven van het eerste stadium bevinden zich in de darmsappen en de stoelgang. Ze meten 0 µm op 7µm. De slokdarm is vergelijkbaar met deze van de nietparasitaire volwassenen. De rhabditiforme larven van het tweede stadium bereiken grotere afmetingen. De larven van het derde stadium zijn rhabditiform en worden filariform. Dit is een overgangsstadium. Hun slokdarm wijzigt zich. Ze worden langer (00 tot 700 µm lang met een diameter van tot 0 µm) en fijner, wat hen toelaat snelle bewegingen uit te voeren en alzo doorheen de huid te dringen. Het posterieure uiteinde van de filariforme larve lijkt een kleine incisie te vertonen ( Fig....), die zichtbaar is onder lichtmicroscopie (Little, 9) maar waarvan het bestaan door sommige auteurs betwijfeld wordt. Fig.... Posterieur uiteinde van een strongyloïde larve die een terminale incisie vertoont «notched tail» ( Foto M.Lontie ). Microbiologie 00/ Pagina 7 op 77

40 ... Levenscyclus Typerend voor het genus trongyloïdes is dat er een directe parasitaire homogone cyclus en een indirecte uitwendige heterogone cyclus bestaan ( Fig.... ). Parasitaire cyclus De infectieuze strongyloïde larven dringen doorheen de huid het lichaam binnen, volgens hetzelfde principe als Ankylostoma. Via de bloedbaan bereiken zij het hart en vervolgens de longen. Zonder enige wijziging te ondergaan verlaten zij de longen, vergelijkbaar met Ascaris, en worden ingeslikt. De larven bereiken het duodenum waar ze in 0 tot dagen volwassen worden. Fig.... Levenscyclus van trongyloïdes stercoralis. Microbiologie 00/ Pagina 8 op 77

41 De vrouwtjes zijn, naargelang de auteur, parthenogenetisch, hermafrodiet of protoandrogonisch (deze laatste zouden tijdens hun ontwikkeling een involutie van de mannelijke organen ondergaan, waardoor ze verkeerdelijk parthenogenetisch lijken) en leven in de wand van de dunne darm. Maar, in tegenstelling tot Ankylostoma, zijn ze niet hematofaag. Zij leggen hun eieren in de submucosa van de klierplooien of in het lumen van de klierholten. De eieren komen uit in de darm en de parasieten worden onder larvale vorm met de stoelgang uitgescheiden. Deze larven kunnen bij sommige patiënten in grote hoeveelheden vrijkomen: men kan tot meer dan 0 larven per microscopisch veld aantreffen. In zeldzame gevallen (versnelde transit) kunnen de eieren in de stoelgang teruggevonden worden (Fig....). Fig.... Geëmbryoneerd ei van trongyloïdes stercoralis dat in zeldzame gevallen in de stoelgang teruggevonden kan worden. (Foto M. Lontie). Endogene cyclus bij autoinfestatie Deze cyclus is zeer kort. De rhabditoïde larven vormen zich in de darm onmiddellijk om tot strongyloïde larven zonder passage in de buitenwereld. Het bewijs voor het bestaan van dergelijke cyclus wordt geleverd door patiënten die endemische zones verlaten en niet behandeld werden met antihelmintica; dergelijke patiënten kunnen immers 0 tot 0 jaar besmet blijven. Externe aseksuele directe cyclus Deze treedt op bij ongunstige atmosferische omstandigheden (t < 0 C, droge lucht). De rhabditoïde larven, die in de stoelgang uitgescheiden worden, vormen zich onmiddellijk in de omgeving om tot infectieuze strongyloïde larven en besmetten de mens via de gebruikelijke transcutane weg (Fig....). Microbiologie 00/ Pagina 9 op 77

42 Fig.... Twee strongyloïde larven in onderhuids weefsel ( Foto J.M. Jadin ). Externe indirecte en heterogone seksuele cyclus Deze treedt op bij gunstige atmosferische omstandigheden ( t > 0 C, hoge vochtigheidsgraad ). De rhabditoïde larven van de eerste generatie, die in de stoelgang uitgescheiden worden, vormen zich vervolgens om tot mannetjes en vrouwtjes (Fig....). De bevruchte vrouwtjes leggen eieren waaruit de rhabditoïde larven van de tweede generatie komen. Deze larven vormen zich om tot infectieuze strongyloïde larven. Fig.... trongyloïdes stercoralis vrouwtje : vrije, stercorale, rhabditoïde vorm (met slokdarm met dubbele verdikking). De aanwezigheid van intrauteriene eieren en de geslachtsopening (gesitueerd aan de onderzijde van de vorm) zijn zichtbaar. ( Foto van microscopie met interferentieel fasecontrast, J. M. Jadin & M. Lontie). Microbiologie 00/ Pagina 0 op 77

43 ... Besmetting Het binnendringen van de larven doorheen de huid wordt momenteel niet meer betwist. In endemische zones kunnen de infectieuze larven doorheen de huid dringen indien men blootsvoets in de modder loopt of zwemt in besmette verzande rivierarmen, zwembaden of waterlopen Het dragen van linnen schoeisel biedt geen bescherming. Besmetting via ingestie is eerder zeldzaam.... Geografische verspreiding De geografische verspreiding van trongyloïdes stercoralis is vergelijkbaar met deze van Ankylostoma, maar trongyloïdes kan bij een lagere temperatuur overleven dan Ankylostoma, en dus is hun geografische verspreiding iets breder. Zo kan trongyloïdes stercoralis in Centraal Europa teruggevonden worden bij bovengrondse arbeiders, terwijl Ankylostoma enkel bij mijnwerkers voorkomt. Twintig jaar geleden kwam strongyloidiasis nog voor in België Pathologie trongyloidiasis of anguillulosis verloopt in stadia :. Fase gekenmerkt door huidletsels: deze is gekarakteriseerd door een hevige jeuk gevolgd door lokale urticaria, papuleuse erupties en oedeem, die langer dan een maand kunnen aanslepen.. Pulmonale fase: deze kan latent of asymptomatisch zijn of zich uiten door hoest, wheezing of slijmvliesontsteking van de bovenste luchtwegen.. Fase gekenmerkt door ernstige diarree. De gastrointestinale symptomen gaan vaak vergezeld van urticariële crisissen. Bij massieve infecties kunnen de transitproblemen leiden tot een enorme opstapeling van voedsel die een ernstige achteruitgang van de algemene gezondheidstoestand tot gevolg heeft. Bij immuungedeprimeerden of patiënten onder immunosuppressiva kan anguillulosis zeer ernstig tot fataal zijn. De autoinfestatie cyclus lijkt bij deze patiënten «op hol te slaan» wat leidt tot een gegeneraliseerde infectie (ileus, sepsis, pneumonie, longbloedingen ) Microbiologie 00/ Pagina op 77

44 ...8. Diagnose Er is steeds een eosinofilie. Er is geen anemie vermits de parthenogenetische vrouwtjes niet hematofaag zijn. Anguillulosis kan optreden in associatie met andere parasitosen zoals ankylostomiasis, schistosomiasis met.mansoni, ascaridiasis en amoebiasis. Enkel een nauwgezet coprologisch onderzoek kan de diagnose bevestigen. Het is belangrijk een rechtstreeks microscopisch onderzoek op verse stoelgang uit te oefenen. Men vindt dan zeer beweeglijke rhabditoïde larven (Fig....). Als de stoelgang tegelijkertijd eieren van Ankylostoma of Necator bevat, kunnen deze uitkomen als de stoelgang slechts na uur onderzocht wordt. Het coprologisch onderzoek wordt slechts positief 0 dagen na het begin van de infectie. Indien rhabditoïde larven in de vereiste omstandigheden wat betreft vochtigheid en voldoende temperatuur (> 0 C) gebracht worden in afwezigheid van andere gunstige omstandigheden, metamorfoseren zij in uur naar strongyloïde larven, die een ingesneden caudale extremiteit vertonen (of notched tail); dit laat toe de larven van.stercoralis te onderscheiden van deze van de ankylostomen ( CDC, 00 ). Fig.... Rhabditoïde larve van trongyloïdes stercoralis uit dit staal P/79: vorm, die meestal in de stoelgang aangetroffen wordt. (Foto M. Lontie ). De klassieke aanrijkingstechnieken (flotatie, Ritchie ) zijn nutteloos. Enkel de techniek van Baermann gebaseerd op de voorliefde van de larven voor lauw water, laat toe het aantal positieve resultaten te verhogen. Microbiologie 00/ Pagina op 77

45 De tring test (Enterotest capsule) laat toe eieren en larven uit het duodenum op te pikken en ze onder de microscoop te onderzoeken. Coproculturen die in routine niet uitvoerbaar zijn (Agar plate test, methode van Harada et Nori ) laten toe de larven en de eieren te concentreren en de metamorfosen ervan te observeren en de nematodenspecies te identificeren. Deze testen nemen twee tot acht dagen in beslag. Zij kunnen slechts uitgevoerd worden door mensen met een grote ervaring gezien het noodzakelijk is strikte voorzorgen te nemen om besmetting door de infectieuze larven met een uitgesproken migratie te voorkomen Behandeling Tiabendazole (Mintezol ) is de voorkeursbehandeling maar heeft neveneffecten. Ivermectin (Mectizan ) is eveneens doeltreffend. Albendazole (Zentel ) geeft goede resultaten. Deze geneesmiddelen zijn in België niet beschikbaar voor humane toepassingen maar kunnen bekomen worden via het Instituut voor Tropische Geneeskunde. J.M. Jadin (C.H. Jolimont), M. Lontie (MCH, Leuven) en K. Vernelen (WIV, Brussel) Microbiologie 00/ Pagina op 77

46 REFERENTIE Bailenger J. (97), Coprologie parasitaire et fonctionnelle. ème édition. Imprimerie Drouillard., pp. 99. Bogitsh B.J. et Cheng T.C., (998), Human Parasitology. nd edition. Academic Press, pp. 0. Brumpt E., (9), Précis de parasitologie. ème édition. Masson et Cie., pp Gentilini M., (99), Médecine tropicale. ème édition. Médecineciences. Flammarion., pp.889. Grove D.i., (99), Human strongyloidiasis, Adv. Parasitol., 8, 09. Lindo J. F. & Lee M.G., (00), trongyloides stercoralis and. fulleborni, in Principles and Practice of Clinical Parasitology, Ed. John Wiley & sons, LTD, pp Little M., (9), Comparative morphology of six species of trongyloides (Nematoda) and redefinition of the genus. J.Parasitol.,, cowden, E.B., chaffne W.tone W.J., (978), Overwhelming strongyloidiasis. An unappreciated opportunistic infection, Medicin, 7, 7. 9 pear R., (98), tudies on the Taxonomy of trongyloides (Nematoda trongyloididae), 0 PhD Thesis, James Cook University of North Queensland, pp. 90. pear R. (989), Identification of species of trongyloides. In Grove DI (ed), trongyloidiasis. A Major Rounworm Infection of Man. Taylor & Francis Ed., London. /dpd.cdc.gov. Parasites and Health. Intestinal Parasites : Comparative Morphology. Table 9 Differential Morphology, of the Diagnostic tages of Helminths found in Humans : Larvae. Last modified : 0/0/00. Beaver P.C., Jung C.R. and Cupp E.W. (ed.) Clinical Parasitology, 9 th ed., 98, Lea & Febiger, Philadelphia. Microbiologie 00/ Pagina op 77

47 . taal P/00.. Resultaten De 9 laboratoria leverden 9 antwoorden in. Negen laboratoria antwoordden Afwezigheid van parasieten, laboratoria antwoordden één parasiet, 7 antwoordden parasieten en laboratorium antwoordde parasieten. De parasieten worden in onderstaande tabel weergegeven: Tabel... Parasieten geantwoord voor staal P/00 Parasiet Cyclospora cayetanensis Blastocystis hominis 8 Endolimax nana Entamoeba hystolytica Cryptosporidium parvum Entamoeba coli trongyloides stercoralis Microsporidia Ancylostomatoidea Afwezigheid van parasieten 9 Totaal 9 De combinaties van parasieten welke door de laboratoria geantwoord werden, worden in onderstaande tabel weergegeven. Tabel... Combinaties van parasieten geantwoord voor staal P/00 Combinatie van parasieten B. hominis + C. cayetanensis B. hominis + E. nana B. hominis + C. parvum B. hominis + microsporidia C. cayetanensis + E. nana Totaal 7 Het laboratorium dat de aanwezigheid van parasieten antwoordde, vermeldde de combinatie B. hominis + C. cayetanensis + E. nana. De door de laboratoria geantwoorde evolutiestadia voor Cyclospora cayetanensis en Blastocystis hominis worden in volgende tabellen weergegeven. Tabel... Evolutiestadia voor Cyclospora cayetanensis voor staal P/00 Evolutiestadium Oöcyste 9 Cyste Volwassen vorm Totaal Microbiologie 00/ Pagina op 77

48 Tabel... Evolutiestadia voor Blastocystis hominis voor staal P/00 Evolutiestadium Cyste Oöcyste Trofozoïet Ei porocyste Vegetatieve vorm Niet gepreciseerd Totaal 8 Voor de cyste en oöcyste van Cyclospora cayetanensis, hebben wij, in zoverre de laboratoria het aantal per veld (0X) vermeld hebben, deze gerapporteerde aantallen geëvalueerd. Voor cyste: van de 8 laboratoria die het aantal/veld (0X) vermeld hebben, hebben er 0 < geantwoord, en heeft à geantwoord. Voor de 7 andere worden mediaan, minimum en maximum in tabel... weergegeven. Voor oöcyste: van de 0 laboratoria die het aantal/veld (0X) vermeld hebben, hebben er < geantwoord, antwoordden à, antwoordden à en heeft à 0 geantwoord. Voor de 7 andere worden mediaan, minimum en maximum in tabel..7. weergegeven. Tabel... Mediaan, minimum en maximum voor cyste van Cyclospora cayetanensis voor staal P/00 Mediaan Minimum Maximum 0 Tabel... Mediaan, minimum en maximum voor oöcyste van Cyclospora cayetanensis voor staal P/00 Mediaan Minimum Maximum Voor de cyste van Blastocystis hominis, hebben wij, in zoverre de laboratoria het aantal per veld (0X) vermeld hebben, deze gerapporteerde aantallen geëvalueerd. Van de laboratoria die dit aantal/veld (0X) vermeld hebben, hebben er 7 < geantwoord, antwoordden à en hebben à geantwoord. Voor de 7 andere worden mediaan, minimum en maximum in volgende tabel weergegeven. Tabel..7. Mediaan, minimum en maximum voor cyste van Blastocystis hominis voor staal P/00 Mediaan Minimum Maximum 0 Microbiologie 00/ Pagina op 77

49 .. Commentaar Wij verwijzen naar de commentaren in de globale rapporten van 00/ (C. cayetanensis) en 999/ (B. hominis). Fig.... Blastocystis hominis (staal P/00) Fig.... Blastocystis hominis (staal P/00) Microbiologie 00/ Pagina 7 op 77

50 Fig.... Cyclospora cayetanensis (staal P/00) Fig.... Cyclospora cayetanensis (staal P/00) Microbiologie 00/ Pagina 8 op 77

51 Fig.... Cyclospora cayetanensis (staal P/00) Microbiologie 00/ Pagina 9 op 77

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE

Nadere informatie

VOOLOPIG GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2015/3

VOOLOPIG GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2015/3 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE VOOLOPIG

Nadere informatie

Verdeling van de resultaten per monster. De oorsprong van elke kiem wordt tussen haakjes vermeld.

Verdeling van de resultaten per monster. De oorsprong van elke kiem wordt tussen haakjes vermeld. MICROBIOLOGIE In 2001 werden er 3 enquêtes georganiseerd in het kader van de EKE in de microbiologie. Voor de 3 enquêtes waren er respectievelijk 255, 254 en 250 laboratoria ingeschreven. De deelname van

Nadere informatie

Het optimaliseren van het (selectief) rapporteren van antibiotica. Van Aelst Sophie Supervisor: Laffut Wim H.-Hartziekenhuis Lier

Het optimaliseren van het (selectief) rapporteren van antibiotica. Van Aelst Sophie Supervisor: Laffut Wim H.-Hartziekenhuis Lier Het optimaliseren van het (selectief) rapporteren van antibiotica. Van Aelst Sophie Supervisor: Laffut Wim H.-Hartziekenhuis Lier INLEIDING Waarom? toenemende resistentie verminderde output nieuwe antibiotica

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN INHOUDSTAFEL 1. Deelname 2 2. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.2. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4.

Nadere informatie

Handleiding. Uitvoeren gevoeligheidstesten melkmonsters

Handleiding. Uitvoeren gevoeligheidstesten melkmonsters Handleiding Uitvoeren gevoeligheidstesten melkmonsters Voorwoord Het op de juiste manier inzetten van diergeneesmiddelen, waaronder de onderbouwing voor het toepassen van antibiotica, is van groot belang.

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 07788363 WIV J. Wytsmanstraat, 4 B050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR KLINISCHE

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 07788363 WIV J. Wytsmanstraat, 4 B050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR KLINISCHE

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2015/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2015/2 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Referentielaboratorium Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. J. VERHAEGEN U.Z. - Leuven - Microbiologie Herestraat, 49 3000 Leuven Tel. : 016/34.70.73 Fax : 016/34.79.31 E-mail : Jan.verhaegen@uz.kuleuven.ac.be

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN JAARRAPPORT 2011 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2008 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

JAARRAPPORT 2008 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 0778-8363 FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITES VAN DESKUNDIGEN

Nadere informatie

Streptococcus agalactiae

Streptococcus agalactiae Inleiding In hebben 33 Belgische laboratoria 11 stammen van de groep B streptokokken (GBS) naar het referentielaboratorium (C.H.U. Liège) verstuurd. De stammen werden geïsoleerd uit bloed, C.S.V. of normaal

Nadere informatie

Q 1: Vraag 13/01/2012: Antwoord Prof. Y. Glupczynski: Q 2: Vraag 26/01/2012: Antwoord Béa Jans: enterobacteriaceae carbapenemase +

Q 1: Vraag 13/01/2012: Antwoord Prof. Y. Glupczynski: Q 2: Vraag 26/01/2012: Antwoord Béa Jans: enterobacteriaceae carbapenemase + Q 1: Vraag 13/01/2012: In de richtlijnen van de HGR wordt verwezen naar een gedetailleerde lijst van landen waar CPE epidemisch of endemisch voorkomt. Als je deze landen in aanmerking neemt, dan behoren

Nadere informatie

1. Deelnemers. 2. Stalen

1. Deelnemers. 2. Stalen Externe kwaliteitsevaluatie in Microbiologie 2012 Identificatie van Mycobacteriën Gevoeligheidsbepaling van Mycobacterium tuberculosis complex isoniazide (INH), rifampicine (RMP), ethambutol (EMB) en facultatief

Nadere informatie

DEFINITIEF JAARRAPPORT MICRO/SERO/PARA 2012

DEFINITIEF JAARRAPPORT MICRO/SERO/PARA 2012 scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2006 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE

JAARRAPPORT 2006 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA

Nadere informatie

Rapport opgesteld door Vanessa MATHYS, Bernard CHINA en Kris VERNELEN, Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid

Rapport opgesteld door Vanessa MATHYS, Bernard CHINA en Kris VERNELEN, Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Externe kwaliteitsevaluatie in Microbiologie 2014 Identificatie van Mycobacteriën Gevoeligheidsbepaling van Mycobacterium tuberculosis complex isoniazide (INH), rifampicine (RMP), ethambutol (EMB) en facultatief

Nadere informatie

Dienst: Kwaliteit van laboratoria. HANDLEIDING VOOR HET GEBRUIK VAN DE TOOLKIT: EKE MICROBIOLOGIE (Instructies voor de deelnemers)

Dienst: Kwaliteit van laboratoria. HANDLEIDING VOOR HET GEBRUIK VAN DE TOOLKIT: EKE MICROBIOLOGIE (Instructies voor de deelnemers) Dienst: Kwaliteit van laboratoria HANDLEIDING VOOR HET GEBRUIK VAN DE TOOLKIT: EKE MICROBIOLOGIE (Instructies voor de deelnemers) Datum van bijwerking: 26/03/2019 Handleiding voor het gebruik van de Toolkit:

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2005 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

JAARRAPPORT 2005 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE IN 077886 WIV J. Wytsmanstraat, B00 BUEL FEDEALE OVEHEIDDIENT, VOLKGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDELKETEN EN LEEFMILIEU COMMIIE VOO KLINICHE BIOLOGIE DIENT LABOATOIA VOO KLINICHE BIOLOGIE COMITE VAN

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2015/3

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2015/3 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Het surveillanceprogramma werd tot en met mei 1993 door twee referentielaboratoria waargenomen. Sinds januari 1994 is alleen nog het Universitair Ziekenhuis van de K.U. Leuven nationaal referentielaboratorium

Nadere informatie

Streptococcus pyogenes

Streptococcus pyogenes Het referentielaboratorium voor S. pyogenes bevindt zich in het U.Z.A. - U.I.A. - Antwerpen. Materialen & Methoden Stammen In totaal stuurden 3 Belgische diagnostische laboratoria vermoedelijke gevallen

Nadere informatie

antibiotica in vitro : Welke eigenschappen moeten in acht worden genomen om de therapiekeuze te optimaliseren?

antibiotica in vitro : Welke eigenschappen moeten in acht worden genomen om de therapiekeuze te optimaliseren? antibiotica in vitro : Welke eigenschappen moeten in acht worden genomen om de therapiekeuze te optimaliseren? 1-1 In vitro bepaling van de activiteit van een antibioticum : antibiogram semi-kwantitatieve

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE N 0 WV J. Wytsmanstraat, B0 BUEL FEDEALE OVEHEDDENT, VOLKGEZONDHED, VELGHED VAN DE VOEDELKETEN EN LEEFMLEU COMME VOO KLNCHE BOLOGE DENT LABOATOA VOO KLNCHE BOLOGE COMTE VAN DEKUNDGEN GLOBAAL APPOT EXTENE

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Nationaal Referentiecentrum Coördinaten van het Referentielaboratorium Dr. J. VERHAEGEN U.Z. - Leuven - Microbiologie Herestraat, 49 3000 Leuven Tel. : 016/34.70.73 Fax : 016/34.79.31 E-mail : Jan.verhaegen@uzleuven.be

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Het surveillanceprogramma werd tot en met mei 1993 door twee referentielaboratoria waargenomen. Sinds januari 1994 is alleen nog het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg te Leuven nationaal referentielaboratorium

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2007 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

JAARRAPPORT 2007 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR

Nadere informatie

Rapport opgesteld door Vanessa MATHYS, Bernard CHINA en Kris VERNELEN, Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid

Rapport opgesteld door Vanessa MATHYS, Bernard CHINA en Kris VERNELEN, Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Externe kwaliteitsevaluatie in Microbiologie 2015 Identificatie van Mycobacteriën Gevoeligheidsbepaling van Mycobacterium tuberculosis complex isoniazide (INH), rifampicine (RMP), ethambutol (EMB) en facultatief

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2018/3

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2018/3 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF GLOBAAL

Nadere informatie

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort. AFDELING E_EZG3 2 monsters 1 1 10E081574-1.1 1 1 10E082902-1.2 1 1 10E079812-1.2 1 1 10E084583-1.

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort. AFDELING E_EZG3 2 monsters 1 1 10E081574-1.1 1 1 10E082902-1.2 1 1 10E079812-1.2 1 1 10E084583-1. Aanlevering Lab-code Maand Juli Jaar Aanlevering-D Datum -- Onbekende sleutelwaarden Gegeven Onbekende waarde Aantal oort AFDELNG E_EZG monsters Totaal Overzichten #solaten #solaten #Patienten #Patienten

Nadere informatie

BACTERIËLE GEVOELIGHEIDSBEPALINGEN: ALGEMENE PRINCIPES EN TECHNIEKEN

BACTERIËLE GEVOELIGHEIDSBEPALINGEN: ALGEMENE PRINCIPES EN TECHNIEKEN BACTERIËLE GEVOELIGHEIDSBEPALINGEN: ALGEMENE PRINCIPES EN TECHNIEKEN 10/01/2017 Stefanie Desmet University Hospitals Leuven Laboratory medicine microbiology stefanie.desmet@uzleuven.be GEVOELIGHEIDSBEPALINGEN

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT

Nadere informatie

Rapport opgesteld door Vanessa MATHYS, Bernard CHINA en Kris VERNELEN, Sciensano

Rapport opgesteld door Vanessa MATHYS, Bernard CHINA en Kris VERNELEN, Sciensano Externe kwaliteitsevaluatie in Microbiologie 2018 Identificatie van Mycobacteriën Gevoeligheidsbepaling van Mycobacterium tuberculosis complex isoniazide (INH), rifampicine (RMP), ethambutol (EMB) en facultatief

Nadere informatie

Haemophilus influenzae

Haemophilus influenzae Rapport 2011 Referentiecentrum voor DEDISTE Anne Tel: 02 535 45 31 Laboratorium Hallepoort Fax: 02 535 46 56 Hoogstraat 322 E-mail: haemophilus@stpierre-bru.be 1000 Brussel 1. Overzicht van de activiteiten:

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2014/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2014/2 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

Deze consensus besproken in de Bilulu werkgroep, beschrijft:

Deze consensus besproken in de Bilulu werkgroep, beschrijft: Consensus MRSA screening Deze consensus besproken in de Bilulu werkgroep, beschrijft: Indicaties voor screening met GeneXpert. Flowchart voor MRSA screening, gebaseerd op enerzijds GeneXpert, anderzijds

Nadere informatie

Aangrijpingspunten van antibiotica in de prokaryoten. - Celwandsynthese - DNA, RNA en eiwitsynthese

Aangrijpingspunten van antibiotica in de prokaryoten. - Celwandsynthese - DNA, RNA en eiwitsynthese Aangrijpingspunten van antibiotica in de prokaryoten - Celwandsynthese - DNA, NA en eiwitsynthese Dwarsdoorsnede celwand micro-organisme Gram-negatief Gram-positief Algemene mechanismen van antibioticum

Nadere informatie

Consensus MRSA screening

Consensus MRSA screening Consensus MRSA screening 1 Consensus MRSA screening Deze consensus besproken in de Bilulu werkgroep, beschrijft: Indicaties voor screening met Xpert MRSA (GXpert) GeneXpert, Cepheid. Flowchart voor MRSA

Nadere informatie

1. Deelnemers. 2. Stalen

1. Deelnemers. 2. Stalen Externe kwaliteitsevaluatie in Microbiologie 2013 Identificatie van Mycobacteriën Gevoeligheidsbepaling van Mycobacterium tuberculosis complex isoniazide (INH), rifampicine (RMP), ethambutol (EMB) en facultatief

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67

Nadere informatie

MIC bepalingen: fenotype of genotype? W.H.F. Goessens Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam Afd. Medische Microbiologie en Infectieziekten

MIC bepalingen: fenotype of genotype? W.H.F. Goessens Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam Afd. Medische Microbiologie en Infectieziekten MIC bepalingen: fenotype of genotype? W.H.F. Goessens Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam Afd. Medische Microbiologie en Infectieziekten WWW.EUCAST.ORG Susceptible (S) A micro-organism is defined

Nadere informatie

Aanlevering. Jaar 2010 Aanlevering-ID 2404 Datum Totaal Overzichten. #Isolaten ISIS #Isolaten #Patienten ISIS #Patienten

Aanlevering. Jaar 2010 Aanlevering-ID 2404 Datum Totaal Overzichten. #Isolaten ISIS #Isolaten #Patienten ISIS #Patienten Aanlevering Lab-code 5 Maand Februari Jaar Aanlevering-D Datum 5-- Totaal Overzichten #solaten #solaten #Patienten #Patienten 6 6 6 amenvatting Bijzondere esistenties Antibiotica-pathogeen combinaties

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2017/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2017/1 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2018/1

GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2018/1 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Nationaal Referentiecentrum Coördinaten van het Referentielaboratorium Dr. J. VERHAEGEN U.Z. - Leuven - Microbiologie Herestraat, 49 3000 Leuven Tel. : 016/34.70.73 Fax : 016/34.79.31 E-mail : Jan.verhaegen@uzleuven.be

Nadere informatie

Fecesonderzoek op parasieten

Fecesonderzoek op parasieten Fecesonderzoek op parasieten overzicht 2016 Titia Kortbeek Theo Mank overzicht bevindingen deelnemers 1 groep parasieten uitgelicht - 6 x gefixeerde feces 2016 Protozoa Balantidium coli Cryptosporidium

Nadere informatie

Rapport opgesteld door Vanessa MATHYS, Bernard CHINA en Kris VERNELEN, Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid

Rapport opgesteld door Vanessa MATHYS, Bernard CHINA en Kris VERNELEN, Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Externe kwaliteitsevaluatie in Microbiologie 2017 Identificatie van Mycobacteriën Gevoeligheidsbepaling van Mycobacterium tuberculosis isoniazide (INH), rifampicine (RMP), ethambutol (EMB) en facultatief

Nadere informatie

Directe diameters, en het effect op analyses van ISIS-AR. Mieke van Triest, epidemioloog ISIS-AR

Directe diameters, en het effect op analyses van ISIS-AR. Mieke van Triest, epidemioloog ISIS-AR Directe diameters, en het effect op analyses van ISIS-AR Mieke van Triest, epidemioloog ISIS-AR Inhoud 1. Verschillende interpretaties 2. Aanleiding probleem 3. Wat is een directe diameter? 4. Hoe groot

Nadere informatie

Faecesonderzoek op parasieten

Faecesonderzoek op parasieten Faecesonderzoek op parasieten overzicht 2013 Titia Kortbeek Theo Mank overzicht resultaten 2013 transitie CCKL praktijkrichtlijn naar ISO 15189-2012 stof tot nadenken overzicht resultaten 2013 transitie

Nadere informatie

Staphylococcus aureus (MRSA)

Staphylococcus aureus (MRSA) Het referentielaboratorium voor stafylokokken - MRSA (Erasmus Ziekenhuis Brussel) verleent de volgende diensten : - Identificatie en antibiogram van atypische stafylokokkenstammen met behulp van de volgende

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 07788363 WIV J. Wytsmanstraat, 4 B050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR KLINISCHE

Nadere informatie

VOOLOPIG GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2016/1

VOOLOPIG GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2016/1 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE VOOLOPIG

Nadere informatie

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Jens Van Praet Dienst Nierziekten, Infectieziekten en Algemeen inwendige ziekten HIV referentiecentrum Travel clinic Casus 1: Kris Labo-diagnostiek:

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 10:51 dinsdag, juli 21, 2015 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Februari-2015 Aanlever ID 7594 Datum ingelezen 27/05/2015 Aantal patiënten 1208 Aantal isolaten 2056 Aantal isolaten

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2014 Surveillance gegevens 2000 2014 Minimale ziekenhuis gegevens 2000-2012 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst: Zorginfecties en antimicrobiële

Nadere informatie

TEMOCILLINE Een prijs voor ecologie

TEMOCILLINE Een prijs voor ecologie TEMOCILLINE Een prijs voor ecologie Bilulu symposium 2012 G. Coppens Temocilline: een ecologisch alternatief? - Betalactam met Gram negatief spectrum -inclusief ESBL en AmpC type betalactamasen - Alternatief

Nadere informatie

7.13. Koorts bij neutropene patiënt

7.13. Koorts bij neutropene patiënt 7.13. Koorts bij neutropene patiënt 1. Inleiding Deze richtlijnen zijn bedoeld als hulpmiddel bij het maken van een verantwoorde antibioticumkeuze. De richtlijnen zijn slechts indicatief. Het oordeel van

Nadere informatie

PK/PD en resistentie: Hoe kunnen we er tegen vechten

PK/PD en resistentie: Hoe kunnen we er tegen vechten PK/PD en resistentie: Hoe kunnen we er tegen vechten Eradiceren Abnormale bacteriën Mutaties Effluxpompen Concentratie die mutaties voorkomt kritische T > MIC waarden En in de praktijk 4-1 Selectie van

Nadere informatie

Surveillance van de pneumokokkeninfecties in België. Verslag voor 2013.

Surveillance van de pneumokokkeninfecties in België. Verslag voor 2013. Coordinaten van het Nationaal Referentiecentrum : Dr J. VERHAEGEN U.Z. - Leuven - Microbiologie Herestraat, Leuven Tel. : /.. Fax : /.. Jan.verhaegen@uzleuven.be Surveillance van de pneumokokkeninfecties

Nadere informatie

Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 25 oktober 2006

Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 25 oktober 2006 Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 25 oktober 2006 Ronde 84 Parasitologie 2006-3 Algemene evaluatie 94 deelnemers stuurden een geldig resultaat

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2016/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2016/2 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

1. Deelnemers. 2. Stalen

1. Deelnemers. 2. Stalen Externe kwaliteitsevaluatie in Microbiologie 2011 Gevoeligheidsbepaling van Mycobacterium tuberculosis complex isoniazide (INH), rifampicine (RMP), ethambutol (EMB) en facultatief pyrazinamide (PZA). Identificatie

Nadere informatie

antibiotica : Hoe moet men doseren?

antibiotica : Hoe moet men doseren? Farmacodynamie: huidige gegevens antibiotica : In functie v.d. tijd In functie v. d. concentratie Hoe moet men doseren? 3C-1 Van farmacokinetiek naar farmacodynamie... Farmacokinetiek 0.4 conc. vs tijd

Nadere informatie

Resistentieop uwic. Lennie Derde Internist-intensivist UMC Utrecht

Resistentieop uwic. Lennie Derde Internist-intensivist UMC Utrecht Resistentieop uwic Lennie Derde Internist-intensivist UMC Utrecht lderde@umcutrecht.nl @Lennie333 Resistentie in Nederland Indeling van bacteriën G+ G- Coccen Staphylococcen Streptococcen Enterococcen

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2009 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

JAARRAPPORT 2009 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR

Nadere informatie

VOORLOPIG GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2019/1

VOORLOPIG GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2019/1 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSES KLINISCHE BIOLOGIE VOORLOPIG GLOBAAL

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 04:43 donderdag, oktober 09, 2014 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Februari-2014 Aanlever ID 6858 Datum ingelezen 11/07/2014 Aantal patiënten 1202 Aantal isolaten 2194 Aantal

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2013/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2013/1 scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2016/3

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2016/3 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

Samenvatting van de evaluatie van het Nationaal Referentie Centrum voor invasieve Groep A Streptokokken

Samenvatting van de evaluatie van het Nationaal Referentie Centrum voor invasieve Groep A Streptokokken Samenvatting van de evaluatie van het Nationaal Referentie Centrum voor invasieve Groep A Streptokokken 1. Participatiegraad: Allereerst willen we u bedanken voor de tijd die u hebt besteed aan het invullen

Nadere informatie

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Jaar 2008 B. Jans, Prof. M. Struelens & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2009 48 Depotnummer: D/2009/2505/

Nadere informatie

Antimicrobiele geneesmiddelen: gevoeligheid en resistentie

Antimicrobiele geneesmiddelen: gevoeligheid en resistentie Folia veterinaria Antimicrobiele geneesmiddelen: gevoeligheid en resistentie Antibacteriële geneesmiddelen zijn dikwijls onmisbaar in de diergeneeskundige praktijk, maar hun efficaciteit kan ernstig aangetast

Nadere informatie

De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen?

De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? Arend-Jan Meinders, internist-intensivist Resistente ziekenhuisbacteriën MRSA = Resistente S. aureus 30-40%

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE MICROBIOLOGIE/SEROLOGIE/PARASITOLOGIE ISSN 0778-8363 WIV J. Wytsmanstraat, 4 B-050 BRUSSEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST LABORATORIA VOOR KLINISCHE

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Veepeiler Varken. Pathogenen betrokken bij speendiarree bij biggen in Vlaanderen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Veepeiler Varken. Pathogenen betrokken bij speendiarree bij biggen in Vlaanderen Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Veepeiler Varken Pathogenen betrokken bij speendiarree bij biggen in Vlaanderen Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Speendiarree in Vlaanderen Willem Van Praet DGZ-Vlaanderen

Nadere informatie

European Antimicrobial Resistance Surveillance Network. Belgische deelname (EARS Net) M. Goossens IPH/EPI REPORTS D/2011/2505/45

European Antimicrobial Resistance Surveillance Network. Belgische deelname (EARS Net) M. Goossens IPH/EPI REPORTS D/2011/2505/45 European Antimicrobial Resistance Surveillance Network (EARS Net) M. Goossens IPH/EPI REPORTS D/2011/2505/45 1 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Volksgezondheid en Surveillance Juliette Wytsmanstraat,

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT MICRO/SERO/PARA

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT MICRO/SERO/PARA EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE EXPERTENCOMITE EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSES KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF GLOBAAL

Nadere informatie

MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2016

MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2016 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Fecesonderzoek op parasieten

Fecesonderzoek op parasieten Fecesonderzoek op parasieten overzicht 2014 Titia Kortbeek Theo Mank overzicht bevindingen deelnemers 1 parasiet uitgelicht 2014-7 x feces - 1 x urine - 1 x vocht uit lever cyste - 1x feces van hangbuikzwijntje

Nadere informatie

Algemene richtlijnen voor de detectie van carbapenemases bij multi-resistente Pseudomonas aeruginosa* en Acinetobacter spp. in Belgische laboratoria

Algemene richtlijnen voor de detectie van carbapenemases bij multi-resistente Pseudomonas aeruginosa* en Acinetobacter spp. in Belgische laboratoria Algemene richtlijnen voor de detectie van carbapenemases bij multi-resistente Pseudomonas aeruginosa* en Acinetobacter spp. in Belgische laboratoria Andere Pseudomonas spp. (bv: P. putida, P. monteilii,

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 065 Depotnummer: D/2010/2505/70

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT

Nadere informatie

Beheersen van BRMO in de regio

Beheersen van BRMO in de regio Beheersen van BMO in de regio Miriam Beerens specialist ouderengeneeskunde Laura van Dommelen arts-microbioloog Danielle van Oudheusden arts infectieziektebestrijding Marjolijn Wegdam- Blans arts-microbioloog

Nadere informatie

Woonzorginfecties: praktisch beleid Urineweginfecties in WZC

Woonzorginfecties: praktisch beleid Urineweginfecties in WZC Woonzorginfecties: praktisch beleid Urineweginfecties in WZC Symposium CRAGT, 15 december 2012 Katrien Latour Rue Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussels Belgium T +32 2 642 51 11 F +32 2 642 50 01 email:

Nadere informatie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2017/3

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2017/3 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012 scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT

Nadere informatie

NIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE ANA

NIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE ANA FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN GLOBAAL RAPPORT

Nadere informatie

Surveillance van de pneumokokkeninfecties in België. Verslag voor 2016.

Surveillance van de pneumokokkeninfecties in België. Verslag voor 2016. Coordinaten van het Nationaal Referentiecentrum : Dr J. VERHAEGEN U.Z. - Leuven - Microbiologie Herestraat, Leuven Tel. : /.. Fax : /.. Jan.verhaegen@uzleuven.be Hoe refereren naar dit rapport: Verhaegen

Nadere informatie

PK/PD en resistentie: Hoe kunnen we er tegen vechten

PK/PD en resistentie: Hoe kunnen we er tegen vechten PK/PD en resistentie: Hoe kunnen we er tegen vechten Eradiceren Abnormale bacteriën Mutaties Effluxpompen Concentratie die mutaties voorkomt kritische T > MIC waarden En in de praktijk 4B-1 Selectie van

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE ENQUETE 01/2009 ANA

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE ENQUETE 01/2009 ANA WIV J. Wytsmanstraat, 14 B-1050 BRUSSEL ISSN 0778-8363 FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA

Nadere informatie