TBO/eu en TBO/nl. Een vergelijking van twee methoden van tijdbestedingsonderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TBO/eu en TBO/nl. Een vergelijking van twee methoden van tijdbestedingsonderzoek"

Transcriptie

1 tbo/eu en tbo/nl

2

3 TBO/eu en TBO/nl Een vergelijking van twee methoden van tijdbestedingsonderzoek Carlijn Kamphuis Remko van den Dool Andries van den Broek Ineke Stoop Patty Adelaar Jos de Haan Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, april 2009

4 Het Sociaal en Cultureel Planbureau is ingesteld bij Koninklijk Besluit van 30 maart Het Bureau heeft tot taak: a wetenschappelijke verkenningen te verrichten met het doel te komen tot een samenhangende beschrijving van de situatie van het sociaal en cultureel welzijn hier te lande en van de op dit gebied te verwachten ontwikkelingen; b bij te dragen tot een verantwoorde keuze van beleidsdoelen, benevens het aangeven van voor- en nadelen van de verschillende wegen om deze doeleinden te bereiken; c informatie te verwerven met betrekking tot de uitvoering van interdepartementaal beleid op het gebied van sociaal en cultureel welzijn, teneinde de evaluatie van deze uitvoering mogelijk te maken. Het Bureau verricht zijn taak in het bijzonder waar problemen in het geding zijn die het beleid van meer dan één departement raken. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is als coördinerend minister voor het sociaal en cultureel welzijn verantwoordelijk voor het door het Bureau te voeren beleid. Omtrent de hoofdzaken van dit beleid treedt de minister in overleg met de minister van Algemene Zaken, van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Financiën, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische Zaken, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag 2009 scp-special 31 Zet- en binnenwerk: Textcetera, Den Haag Opmaak figuren: Mantext, Moerkapelle Omslagsjabloon: Bureau Stijlzorg, Utrecht isbn nur 740 Dit rapport is gedrukt op chloorvrij papier. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 kb Hoofddorp, Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (art. 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting pro (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 kb Hoofddorp, Sociaal en Cultureel Planbureau Parnassusplein VX Den Haag Telefoon (070) Fax (070) Website: info@scp.nl

5 Inhoud Voorwoord 7 1 tbo/eu en tbo/nl: het hoe en waarom van een dubbelmeting Het Nederlandse tijdbestedingsonderzoek onder de loep Een dubbelmeting: tbo/eu en tbo/nl Dit rapport 12 2 Methodologische verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl Opzet van het veldwerk Onderzoeksontwerp 14 3 Vergelijking resultaten voor tbo/eu en tbo/nl Contactinterviews: tijdbesteding in oktober 2005 en oktober Resultaten van tbo/eu en tbo/nl 25 4 Kwaliteitsaspecten van tbo/eu en tbo/nl Tijd besteed aan de dagboekregistratie Aantal episodes per dag en episodelengte Ontbrekende waarnemingen in de dagboeken Nevenactiviteiten Met-wie-registratie 41 5 Non-respons in tbo/eu en tbo/nl 45 6 Conclusie en beschouwing 48 Bijlagen A Korte onderzoeksbeschrijvingen, tbo en mon 51 B Percentage participanten per activiteit, tbo/eu en tbo/nl 53 C Samenstelling van de steekproeven, tbo/eu en tbo/nl 54 D Frequentie van type gezelschap naar hoofdactiviteit, tbo/eu 56 E Frequentie van combinaties van hoofd- en nevenactiviteiten, tbo/eu en tbo/nl 60 Noten 64 5

6 Literatuur 50 Publicaties van het Sociaal en Cultureel Planbureau 65 6 Inhoud

7 Voorwoord Het Sociaal en Cultureel Planbureau (scp) is nauw betrokken bij het onderzoek naar de tijdsbesteding van de Nederlandse bevolking, dat sinds 1975 iedere vijf jaar wordt gehouden. Daarmee beslaat het Nederlandse tijdbestedingsonderzoek (tbo) internationaal gezien een uitzonderlijk lange tijdreeks. Afgezien van enkele kleine aanpassingen is de opzet van het onderzoek over de jaren heen gelijk gebleven, waardoor veranderingen in de tijdbesteding van Nederlanders nauwkeurig zijn te bestuderen (zie ook In de jaren negentig zijn Europese richtlijnen voor tijdbestedingsonderzoek ontwikkeld. Omdat zowel aan het behoud van het eigen tbo als aan een overgang naar de Europese richtlijnen voor- en nadelen kleven, heeft in 2005/2006 een dubbelmeting plaatsgevonden: een tbo naar de Nederlandse methode (tbo/nl) én een tbo naar Europese richtlijnen (tbo/eu). De dubbelmeting is mede mogelijk gemaakt door een aanzienlijke subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (nwo). Deze publicatie zet de belangrijkste verschillen tussen beide tbomethoden uiteen, gaat in op de belangrijkste verschillen in resultaten en bespreekt hoe deze te verklaren zijn. Verder passeren enkele indicatoren de revue die inzicht geven in de kwaliteit van de data van beide methoden. Prof. dr. Paul Schnabel Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau 7

8

9 1 tbo/eu en tbo/nl: het hoe en waarom van een dubbelmeting Wat doen Nederlanders in hun vrije tijd? Wordt er nu meer tijd besteed aan betaald werk dan vroeger? En in hoeverre heeft de opkomst van de computer en van internet onze tijdbesteding beïnvloed? Tal van vragen waarop het Nederlandse tijdbestedingsonderzoek (tbo) antwoord geeft. Sinds 1975 wordt om de vijf jaar het Nederlandse tbo gehouden, waarvan de methoden over de tijd heen vrijwel ongewijzigd zijn gebleven: circa 2000 respondenten houden in de eerste of tweede week van oktober een week lang een tijdbestedingsdagboek bij, waarin zij aan de hand van een codelijst voor elk kwartier de hoofdactiviteit en, eventueel, een gelijktijdig uitgevoerde tweede activiteit noteren. Doordat de methoden grotendeels gelijk zijn gebleven, kunnen veranderingen in tijdbesteding over de tijd heen nauwkeurig worden gevolgd, zonder dat deze zouden kunnen voortkomen uit veranderingen in methoden. Omdat er echter ook nadelen aan deze Nederlandse tbo-methode kleven, is in 2005 besloten om twee tbo s te houden: één uitgevoerd volgens de gebruikelijke, Nederlandse methode (tbo/nl) en één gebaseerd op een nieuwere, Europese methode van tijdbestedingsonderzoek (tbo/eu). In dit rapport staan de verschillen tussen tbo/nl en tbo/eu centraal: verschillen in methoden, verschillen in resultaten en verschillen op kwaliteitskenmerken. Op deze manier wordt bekeken in hoeverre een verandering van methode tot veranderingen in resultaten leidt en of er verschillen zijn in datakwaliteit tussen beide methoden. In het slothoofdstuk worden de belangrijkste conclusies samengevat en de beide tbo s op methodologische aspecten gewogen. 1.1 Het Nederlandse tijdbestedingsonderzoek onder de loep Nederland kent een lange traditie van tijdbestedingsonderzoek, die terug gaat tot het Interbellum (Blonk et al. 1936). Het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs) heeft in 1955, 1962 en eind jaren negentig enkele malen een dergelijk onderzoek uitgevoerd. Vanaf 1975 speelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (scp) een voortrekkersrol in het sindsdien vijfjaarlijks gehouden tbo. In menige publicatie binnen en buiten het scp is van deze gegevens gebruik gemaakt. Internationaal gezien is de lengte van de tijdreeks, die met zeven vijfjaarlijkse peilingen inmiddels de periode omspant, uitzonderlijk. 1 Om de gegevens over de jaren te kunnen vergelijken, bleef de methodologie van het onderzoek sinds 1975 gelijk, waarbij de inhoud uiteraard wel werd aangepast aan nieuwe ontwikkelingen als de opkomst van computer en internet. Omwille van het behoud van deze nationale tijdreeks werd ook nadat in de loop van de jaren negentig binnen Eurostat een Europees model voor tijdbestedingsonderzoek was ontwikkeld (Harmonized 9

10 European Time Use Survey, hetus) aan het Nederlandse model vastgehouden. Dit brengt echter ook nadelen met zich mee. Binnen de context van grotere Europese eenwording, ook op statistisch vlak, werd het ontbreken van de mogelijkheid om de Nederlandse tijdbesteding te vergelijken met die elders in Europa steeds meer als een gemis ervaren. Gegevens over de Nederlandse tijdbesteding zijn in Europese statistieken afwezig omdat ze, terecht, als onvergelijkbaar gelden. Vergelijking met andere Europese landen is daarom niet mogelijk, niet op beschrijvend niveau (bijvoorbeeld, nemen Nederlandse mannen een groter of kleiner aandeel in de kinderverzorging op zich dan andere Europese mannen?), noch op analytisch niveau (bijvoorbeeld, bestaat er een verband tussen nationaal sportbeleid en de sportdeelname in de diverse landen?). Daarnaast kleven aan de continuering van de in de jaren zeventig opgezette Nederlandse tbo-methode ook voor binnenlands gebruik verschillende bezwaren. Ten eerste voorziet het dagboek er alleen in om, naast de belangrijkste activiteit van een bepaald tijdbestek (hoofdactiviteit), een beperkte selectie van tweede bezigheden (nevenactiviteiten) te rapporteren. Alleen activiteiten gerelateerd aan mediagebruik (televisie kijken, radio luisteren), lezen, computeren, bellen, praten met huisgenoten en het bijhouden van het tijdbestedingsdagboek kunnen als nevenactiviteit gerapporteerd worden. Wanneer een respondent twee andere activiteiten combineert, bijvoorbeeld aardappels schillen en tegelijkertijd op de kinderen letten, kan dit niet worden gerapporteerd. Dit is een erfenis van het feit dat het Nederlandse tijdbestedingsonderzoek is voortgevloeid uit een mediaonderzoek uit 1970 (zie voor een kort historisch overzicht de onderzoeksverantwoording in Breedveld et al. 2001). Met de opkomst van taakcombinatie (meer vrouwen en mannen combineren betaald werk en zorg), van nieuwe apparatuur en nieuwe media groeide de interesse in de meer algemene vraag naar de mate waarin mensen tegelijk twee of meer activiteiten ontplooien. Ten tweede ontstond met de discussie over de afkalving van het sociale leven (zoals bijvoorbeeld naar voren kwam in de publicatie Bowling Alone (Putnam 2000)) meer interesse in de vraag met wie mensen activiteiten ondernemen. Een door nwo mogelijk gemaakt veldwerkexperiment voorafgaand aan het tijdbestedingsonderzoek van 2000 leert dat het invoegen van een met wie -registratie tot onwenselijke vertekening van de rapportage van de belangrijkste activiteiten zelf leidt. Vergelijking van respondenten die wel en niet per kwartier met wie konden registreren wijst uit dat degenen die dat wel konden minder sociale activiteiten rapporteerden dan degenen die geen met wie konden registreren. Blijkbaar leidt de mogelijkheid om aan te geven met wie men iets onderneemt ertoe dat men minder sociale contacten rapporteert, maar meer concrete hoofdactiviteiten in combinatie met een met wie -vermelding (er werd bijvoorbeeld minder praten met huisgenoten gerapporteerd, en meer eten in combinatie van een codering met huisgenoten ). Invoering van de met wie -registratie kan derhalve tot een trendbreuk in de meting van de kernvariabele de tijdbesteding leiden, reden waarom niet tot opname van een met wie -registratie is overgegaan. 10 tbo/eu en tbo/nl: het hoe en waarom van een dubbelmeting

11 Verder wordt de lange maar toch beperkte, voorgecodeerde activiteitenlijst meer en meer als (potentieel) nadelig gezien. De respondent is hierdoor te weinig zelf aan het woord. Een nadeel van de waarneming per kwartier is dat kortdurende activiteiten (waar er gezien een haastiger leefstijl tegenwoordig meer van zouden zijn) buiten het vizier blijven. De laatste maar zeker niet minst belangrijke schaduwkant betreft de waarnemingsperiode van twee weken in oktober. Het Nederlandse tbo kent van oudsher deze korte waarnemingsperiode voor de dagboekregistraties, met daaraan voorafgaand en daaropvolgend enige weken voor bijbehorende instructies en afname van vragenlijsten. In tijden waarin afnemende respons meer responsbevorderende maatregelen vergt, kan deze in een korte periode geconcentreerde inspanning voor een onderzoeksbureau problematisch zijn. Bovendien geeft een langere waarnemingsperiode, die zich bijvoorbeeld uitstrekt over een heel kalenderjaar, de meest waarheidsgetrouwe afspiegeling van de Nederlandse tijdbesteding. 1.2 Een dubbelmeting: tbo/eu en tbo/nl Er zijn dus genoeg redenen om veranderingen aan te brengen in de opzet van het Nederlandse tbo. Verandering van onderzoeksontwerp om één of enkele van deze schaduwkanten weg te nemen zou echter een nieuwe nulmeting betekenen, met verlies van vergelijkbaarheid met de eerder opgebouwde tijdreeks. De enige mogelijkheid om niet met het badwater ook het kind weg te gooien is een dubbelmeting. Door tegelijkertijd zowel het vanouds gehanteerde model als een alternatief model van tijdbestedingsonderzoek in te zetten, blijft de trend behouden, wordt ervaring met een nieuwe methode opgedaan en kunnen het oude en nieuwe onderzoeksontwerp uitvoerig vergeleken en op hun merites beoordeeld worden. Toepassing van het hetus-model als het alternatieve onderzoeksontwerp ligt dan voor de hand, aangezien dit ook mogelijkheden tot internationale vergelijking opent. Vanuit deze achtergrond besloten het scp en de andere tbo-opdrachtgevers 2 een dubbelmeting uit te voeren. In de praktijk zijn de twee metingen niet precies tegelijk verlopen, maar kort na elkaar. In oktober 2005 is het tijdbestedingsonderzoek naar Nederlands model uitgevoerd (tbo/nl). Gedurende het jaar 2006 heeft een tweede tijdbestedingsonderzoek naar Europees hetus-model plaatsgevonden (tbo/eu). Deze dubbelmeting werd mede mogelijk gemaakt dankzij een aanzienlijke subsidie van nwo. Over de inhoudelijke resultaten van beide tbo s (hoe besteden Nederlanders hun tijd?) wordt in andere publicaties gerapporteerd. Over tbo/nl verscheen exact een jaar na het veldwerk de publicatie De tijd als spiegel met de belangrijkste trendgegevens (Breedveld et al. 2006, zie ook Op basis van tbo/eu wordt momenteel gewerkt aan een vergelijkende studie van de Nederlandse tijdbesteding in Europees perspectief. In dit rapport staan dus niet de inhoudelijke resultaten centraal, maar draait het om de verschillen tussen twee methoden van tijdbestedingsonderzoek en hoe deze tbo/eu en tbo/nl: het hoe en waarom van een dubbelmeting 11

12 methodologische verschillen leiden tot verschillen in resultaten en verschillen in datakwaliteit. Deze methodologische vergelijking biedt belangrijke grondstof voor de discussie welke methode tijdens een volgende tbo-ronde moet worden toegepast. Daar moet direct worden bijgezegd dat dit rapport deze vraag niet kan en ook niet zal beantwoorden. Bij de keuze voor een tbo-methode spelen immers veel verschillende zaken een rol zaken die niet allemaal in dit rapport besproken worden. Het is bijvoorbeeld ook van belang om af te wegen welke methode de beste mogelijkheden biedt om maatschappelijk, beleidsmatig en/of wetenschappelijk relevante vraagstukken te onderzoeken, alsmede de afweging of daarbij primair landelijke tijdreeksen of vooral internationale vergelijkingsmogelijkheden nodig zijn. Verder spelen ook praktische zaken als betaalbaarheid en uitvoeringsmogelijkheden een rol. 1.3 Dit rapport In dit rapport wordt in detail ingegaan op de diverse verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl. In achtereenvolgende hoofdstukken komen de verschillen in de opzet van het veldwerk en onderzoeksdesign, een vergelijking van de uitkomsten en diverse kwaliteitsaspecten van tbo/eu en tbo/nl aan de orde. In het slothoofdstuk worden de belangrijkste resultaten uit eerdere hoofdstukken beschouwd. 12 tbo/eu en tbo/nl: het hoe en waarom van een dubbelmeting

13 2 Methodologische verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl Er zijn belangrijke methodologische verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl (zie bijlage A voor een bondig overzicht). Enerzijds zijn dit principiële verschillen in het basisontwerp van beide methoden, bijvoorbeeld het verschil in registratie van activiteiten in het dagboek door middel van codes (tbo/nl) of in eigen woorden van de respondent (met codering achteraf door onderzoekers) (tbo/eu). Anderzijds zijn het min of meer toevallige verschillen in de praktische uitvoering van de onderzoeken in 2005 en 2006, maar waarvan niet is gezegd dat deze bij een volgend tbo exact zo zouden worden herhaald, bijvoorbeeld het trekken van een verse steekproef (tbo/nl) versus een steekproeftrekking uit respondenten van een ander onderzoek (tbo/eu). Voor het verklaren van verschillen in resultaten door de verschillen in methoden zal vooral de nadruk worden gelegd op de verschillen in basisontwerp. Zoals eerder gezegd is het tbo/eu gebaseerd op het Europese hetus-model van tijdbestedingsonderzoek. Daar moet worden bij gezegd dat het tbo/eu de hetusrichtlijnen niet exact heeft opgevolgd. tbo/eu omvat naast de hetus-kern enkele extra s, waardoor meer gegevens beschikbaar kwamen en de mogelijkheden tot vergelijking met tbo/nl werden geoptimaliseerd. Het belangrijkste verschil tussen hetus en tbo/eu in dit verband is dat hetus per respondent registratie op een weekdag en een weekenddag voorschrijft, terwijl tbo/eu een volle week omvat. Daarnaast bevelen de hetus-richtlijnen een huishoudenssteekproef aan (alle leden van het huishouden houden in dat geval een dagboek bij), terwijl tbo/eu op een personensteekproef gebaseerd is. De verschillen tussen het hetus-model en tbo/eu blijven in deze publicatie buiten beschouwing. 2.1 Opzet van het veldwerk Na een openbare aanbesteding is de uitvoering van tbo/nl en tbo/eu vanaf de steekproeftrekking tot aan de oplevering van de gegevensbestanden uitbesteed aan onderzoeksbureaus. Het veldwerk voor tbo/eu is uitgevoerd door SocialData en dat voor tbo/nl door Intomart GfK. In beide onderzoeken bestond het veldwerk uit het afnemen van een basisvragenlijst, het een weeklang bijhouden van het tijdbestedingsdagboek door de respondent en het afnemen van een slotvragenlijst. Respondenten kregen als beloning voor deelname aan het onderzoek 20 euro, in de vorm van een tegoedbon of als donatie aan een goed doel. De veldwerkperiode voor het tbo/eu liep van september 2005 tot februari De basis- en slotinterviews zijn verspreid over deze periode afgenomen en de dagboeken zijn in januari tot en met december 2006 ingevuld. Voor het tbo/nl zijn de basisinterviews afgenomen in de periode 1 augustus 2005 tot en met 4 oktober 2005; de dagboeken zijn ingevuld in de week van 2 tot en met 8 oktober of van 9 tot 13

14 en met 15 oktober 2005, en de slotinterviews werden afgenomen in de periode van 10 oktober 2005 tot 14 november Als ondersteuning voor respondenten had SocialData tijdens de hele veldwerkperiode een service hotline voor telefonische vragen; Intomart GfK had tijdens de invulperiode van de dagboeken een helpdesk die telefonisch of per te benaderen was. Bovendien konden respondenten voor meer informatie over het tbo terecht op een door het scp beheerde homepage. Het invullen van de dagboeken werd door SocialData actief begeleid met twee telefonische gesprekken tijdens de invulweek, waarin de dagindeling van de voorafgaande dag werd doorgenomen (de zogenaamde validatie-interviews ). 2.2 Onderzoeksontwerp De onderzoeksopzet van tbo/eu en tbo/nl verschilt methodologisch op een aantal punten. Zo zijn de beoogde respondenten op een andere manier geselecteerd en verschillen beide onderzoeken op een aantal aspecten van de dataverzamelingsmethode die werd gehanteerd bij de drie onderdelen van het onderzoek: de basisvragenlijst, het dagboekje en de slotvragenlijst. In tabel 2.1 zijn de verschillen in de onderzoeksopzet puntsgewijs naast elkaar gezet. Tabel 2.1 Methodologische verschillen tussen TBO/eu en TBO/nl steekproefmethode TBO/eu Random selectie van respondenten uit het Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON). TBO/nl Verse tweetrapssteekproef: postcodegebied, persoon. steekproefkader Respondenten uit het MON. Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). populatie veldwerkperiode Nederlands sprekende bevolking van 10 jaar en ouder. De dagboeken worden gespreid over het hele jaar 2006 bijgehouden. Volgens de HETUSrichtlijn moeten de dagboeken gedurende een week- en weekenddag worden bijgehouden; ter wille van de vergelijking met het TBO/nl hebben de respondenten voor zeven aaneengesloten dagen een dagboek ingevuld. Nederlands sprekende bevolking van 12 jaar en ouder. De dagboeken worden in een van de twee geselecteerde weken in oktober bijgehouden, namelijk van zondag 2 t/m zaterdag 8 oktober, of van zondag 9 t/m zaterdag 15 oktober. afname basis- en slotvragenlijst Telefonisch: Computer Assisted Telephone Interviewing (CATI). Face-to-face: Computer Assisted Personal Interviewing (CAPI). Bron: SCP (TBO/eu en TBO/nl) 14 Methodologische verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl

15 Tabel 2.1 (vervolg) validatieinterviews TBO/eu Gedurende de dagboekweek vindt tweemaal een telefonisch validiatie-interview plaats, waarin de voorgaande dagboekdag wordt doorgenomen zodat het een sluitend geheel wordt. Het eerste validatieinterview vindt voor iedere respondent op de tweede dagboekdag plaats (en behandelt dus de tijdbesteding van dagboekdag één). TBO/nl Geen. dagboeken: tijdsinterval registratie activiteiten neven - activiteiten en aanvullende informatie (met wie en waar) ondersteuning bij invullen 10 minuten. 15 minuten. Door respondent in eigen woorden ingevuld en naderhand door getrainde medewerkers van het onderzoeksbureau gecodeerd aan de hand van de h e t us-codelijst, aangevuld met SCP-specifieke codes. Alle activiteiten mogen als nevenactiviteit worden ingevuld en tevens wordt ingevuld metwie en waar de activiteit plaatsvindt. Twee validatieinterviews tijdens de invulweek. Service hotline beschikbaar voor telefonische vragen. Door respondent genoteerd aan de hand van een nummerlijst met activiteitencodes. Alleen activiteiten gerelateerd aan mediagebruik (o.a. televisie kijken, radio luisteren), lezen, computeren, bellen, praten met huisgenoten en het bijhouden van het tijdbestedingsdagboek kunnen als nevenactiviteit gerapporteerd worden. Helpdesk is beschikbaar bij twijfel over juiste code. Bron: SCP (TBO/eu en TBO/nl) Steekproef tbo/eu De steekproef voor het tbo/eu is getrokken uit respondenten van het Mobiliteitsonderzoek Nederland (mon) van Het mon is de nationale verkeersenquête die in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gedurende een geheel jaar doorlopend wordt uitgevoerd en betrekking heeft op alle dagen van één bepaald jaar (zie bijlage A voor de belangrijkste kenmerken van het mon). Voor de mon steekproef zijn personen uit de Nederlandse bevolking random geselecteerd (responspercentage 71). Bewoners van instellingen, inrichtingen en tehuizen worden buiten beschouwing gelaten. Na de trekking van de adressen voor het mon werd de geldigheid van de adressen gecontroleerd aan de hand van de gegevens van de Gemeentelijke Basisadministratie (gba) en is aanvullende informatie over de bewoners toegevoegd. Het mon biedt de mogelijkheid om nader onderzoek te doen naar specifieke vraagstukken, waarvoor dan al basisgegevens beschikbaar zijn over onder meer huishoudens, personen en de mobiliteit van de betreffende personen. Dit geldt ook Methodologische verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl 15

16 voor de steekproef van tbo/eu. Om het gewenste aantal personen te krijgen zijn op basis van de dagelijkse respons van het mon voor iedere normale invuldag gemiddeld maximaal 9 kandidaten in de leeftijd van 10 jaar en ouder random geselecteerd. Omdat er per huishouden één persoon moest worden geselecteerd, is vooraf een onderverdeling naar grootte van het huishouden gemaakt en kregen leden van grotere huishoudens een grotere selectiekans. De geschoonde steekproef van tbo/eu bevat geen personen uit de categorie kwaliteitsneutrale uitval, zoals mensen die inmiddels waren overleden of verhuisd naar een onbekend adres of een verpleeghuis. In het analysebestand van tbo/eu zitten 1875 cases. De respons op het tbo/eu pakt, ook wanneer gecorrigeerd is voor een initiële respons van 71% op het mon, net wat hoger uit dan de respons van het tbo/nl, namelijk 43% tegenover 37%. Tabel 2.2 Steekproefkader en respons, TBO/nl en TBO/eu (in aantallen en procenten) TBO/nl TBO/eu steekproefkader GBA MON-respondenten respons (n) (%) (n) (%) % gecorrigeerd voor MON-respons brutosteekproef geschoonde steekproef contactinterview n.v.t. n.v.t basisinterview ingevuld dagboek slotinterview Bron: SCP (TBO/eu en TBO/nl) Steekproef tbo/nl De steekproef van het tbo/nl is een verse tweetrapssteekproef, getrokken door het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs), waarbij eerst postcodegebieden zijn geselecteerd en vervolgens per postcodegebied een aantal personen. In totaal zijn uit de bijna 4000 in Nederland voorkomende postcodegebieden voor het onderzoek volgens een random procedure 450 postcodegebieden geselecteerd. Het aantal personen dat per postcodegebied is getrokken was afhankelijk van stedelijkheid vanuit de veronderstelling dat de respons in de stedelijke gebieden lager zou liggen. De steekproef van de personen is door het cbs getrokken uit de A-nummers van de Gemeentelijke Basisadministratie (gba) De gemeenten van de 450 geselecteerde postcodegebieden hebben op basis van deze A-nummers de bijbehorende naam- en adresgegevens van de geselecteerde burgers geleverd. Per huishouden is maximaal één respondent per huishouden geselecteerd. Bewoners van instellingen, inrichtingen en tehuizen zijn buiten beschouwing gelaten. 16 Methodologische verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl

17 In de geschoonde steekproef van tbo/nl zijn de bedrijven en instellingen verwijderd, evenals niet-bestaande of niet-bewoonde adressen en personen waarmee geen gesprek mogelijk was, o.a. vanwege taalproblemen. In tabel 2.2 zijn de steekproefaantallen en responsecijfers per fase van het onderzoek opgenomen. Het uiteindelijke analysebestand van tbo/nl bevat 2204 cases. Veertig cases zonder een slotinterview werden alsnog opgenomen, terwijl 24 cases met een slotinterview niet werden opgenomen omdat de dagboeken tekortschoten. Benadering respondent Door de verschillende manieren om respondenten te selecteren en de verschillende wijzen van enquêteren zijn ook de contacten met de respondenten voor tbo/eu en tbo/nl anders verlopen. Tabel 2.3 geeft een overzicht van de verschillende momenten waarop er tijdens het veldwerk van de twee tbo s contact is geweest met de respondent en de manier waarop deze hierbij werd benaderd. Tabel 2.3 Contactmomenten met respondenten gedurende het onderzoek, TBO/eu en TBO/nl TBO/eu Het eerste contact met de geselecteerde respondenten is tijdens de telefonische eindcontrole van het MON. Tijdens deze eindcontrole wordt het zgn. contactinterview uitgevoerd. Aan de hand van het teruggestuurde MON-dagboek worden alle activiteiten die de respondent gedurende zijn MON-dag heeft uitgevoerd door de interviewer genoteerd. Aansluitend krijgen deze personen een MON-bedankbrief met de aankondiging dat ze mogelijk zijn geselecteerd voor een groot vervolgonderzoek. Geselecteerde MON-respondenten worden telefonisch benaderd met de vraag of ze zouden willen deelnemen aan het TBO; bij toezegging krijgt men nadere uitleg over het onderzoek en worden aansluitend de SCPbrief en SCP-folder toegestuurd. Pas na toezegging horen de mensen dat er bij deelname sprake is van een beloning. Het merendeel van de basisinterviews wordt tussen de twee en vier weken na het contactinterview uitgevoerd. De basisvragenlijst wordt telefonisch afgenomen. Als iemand niet te bereiken is worden er minstens tien pogingen gedaan in vier weken, op verschillende tijdstippen. Aan het eind van het gesprek wordt meegedeeld dat het dagboek wordt toegezonden TBO/nl Het eerste contact met de steekproefpersonen wordt gelegd door hun een SCP-brief en een SCP-folder te sturen; hierin wordt onder meer meegedeeld dat er bij deelname sprake is van een beloning. Bij een deel is de folder pas later verzonden. Binnen twee weken probeert de interviewer de respondent op het woonadres te benaderen om een afspraak te maken; er worden zo nodig minimaal 4 bezoekpogingen gedaan, gespreid over dag en week; daarna mag men eventueel proberen telefonisch contact te leggen. Bij weigering worden nog wel nonresponsvragen gesteld. Als er veel tijd ligt tussen dit contactgesprek en de afspraak voor het basisinterview, wordt een herinneringsbrief gestuurd. De basisvragenlijst wordt face to face afgenomen. Tijdens dit gesprek worden zo veel mogelijk al afspraken voor het slotinterview gemaakt. Als er veel tijd ligt tussen dit gesprek en de dagboekweek, is tussentijds een herinneringsbrief gestuurd. Methodologische verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl 17

18 Tabel 2.3 (vervolg) TBO/eu Een week voor het begin van de invulperiode, gemiddeld 15 dagen na het basisinterview, worden het dagboek met een retourenvelop en een bedankbrief toegestuurd. Drie tot vijf dagen na de verzending neemt de interviewer telefonisch contact op om na te gaan of alles aangekomen is; er wordt nadere uitleg gegeven en een datum vastgesteld voor het eerste telefonische validatie-interview. De respondent vult het dagboek gedurende de toegewezen dagboekweek in. Tweemaal vindt er een telefonisch validiatie-interview plaats, waarin de voorgaande dagboekdag wordt doorgenomen en gevalideerd zodat het een sluitend geheel wordt. Het eerste validatieinterview vindt voor iedere respondent op de tweede dagboekdag plaats (en behandelt dus de tijdbesteding van dagboekdag één). Na afloop van de dagboekweek stuurt de respondent het dagboek in een reeds gefrankeerde envelop terug naar het onderzoeksbureau Gemiddeld 14 dagen na het insturen van de dagboeken neemt de interviewer telefonisch contact op voor een afspraak voor het telefonische slotinterview, dat meestal direct aansluitend wordt afgenomen. Niet-bereikte personen worden binnen twee maanden minstens twintig keer op verschillende tijden gebeld. TBO/nl Tien dagen voor de start van de eerste dagboekweek worden het in te vullen dagboek en de nummerlijst met activiteitencodes opgestuurd, plus een brief met nadere toelichting. Vervolgens neemt de interviewer opnieuw contact op, zo mogelijk telefonisch, ter motivatie en om na te gaan of alles aangekomen is. De respondent vult het dagboek in met activiteitencodes per 15 minuten gedurende de toegewezen dagboekweek. Bij onduidelijkheden over de code kan hij/zij een helpdesk bellen of mailen. De slotvragenlijst wordt op de afgesproken datum face-to-face afgenomen. Bij het slotinterview wordt het dagboek gecontroleerd en meegenomen. Bron: SCP (TBO/eu en TBO/nl) De hiervoor geschetste procedure voor de benadering van respondenten wijkt hier en daar af voor kinderen tot 15 jaar. Voor deelname aan het onderzoek is bijvoorbeeld toestemming van de ouders/verzorgers nodig. In het tbo/eu heeft de interviewer de contactinterviews zo veel mogelijk bij het kind zelf afgenomen, maar als het kind hiervoor te jong was heeft de ouder of verzorger het kind de vragen gesteld en de antwoorden aan de interviewer meegedeeld. Bij de deelname aan de overige fasen van het onderzoek is in dat geval een soortgelijke procedure gehanteerd. In het tbo/ nl heeft de groep kinderen tot 15 jaar aangepaste brieven gekregen. Het dagboek, de nummerlijst en de begeleidende brief werden aan het kind zelf gestuurd. Controle veldwerk In beide gevallen hebben de onderzoeksbureaus tijdens het veldwerk regelmatig controles uitgevoerd, zo nodig met een terugkoppeling naar de enquêteurs, en werden de gegevens over de contacten per respondent vastgelegd. Het scp werd periodiek op de hoogte gehouden van de stand van zaken betreffende de respons en non-respons. Voor het tbo/nl werd aan de hand van geboortedatum en geslacht gecontroleerd of inderdaad de juiste steekproefpersoon op het adres werd ondervraagd. Of de 18 Methodologische verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl

19 basis- en slotvragenlijst bij dezelfde persoon zijn afgenomen en of dat ook de dagboekinvuller is geweest, werd min of meer gewaarborgd doordat de interviewer van het basisgesprek meestal ook het slotgesprek afnam. Tijdens dit slotinterview werd ook de invulling van het dagboekje nagelopen. Bij onduidelijkheid over de juiste activiteitencodes konden respondenten een speciale helpdesk van Intomart bellen of mailen. Dit is door 116 mensen gedaan. Door de wijze van steekproeftrekken voor het tbo/eu was van tevoren al veel bekend over de steekproefpersoon en daardoor kon eenvoudig worden gecontroleerd of de juiste respondent werd ondervraagd. Bij de telefonische interviews werd ernaar gestreefd dat de respondent gedurende het hele onderzoek contact had met dezelfde interviewer. De correcte invulling van het dagboekje werd gecontroleerd door tijdens de invulweek tweemaal een telefonisch validatie-interview met de respondent te voeren. De databestanden, ten slotte, zijn gecontroleerd op invoerfouten en logische fouten en zo mogelijk aan de hand van de oorspronkelijke vragenlijsten gecorrigeerd. Methodologische verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl 19

20 3 Vergelijking resultaten tbo/eu en tbo/nl Het ligt in de lijn der verwachting dat twee verschillende methoden van tijdbestedingsonderzoek verschillende resultaten opleveren. Echter, de aanname dat mogelijke verschillen in resultaten ook daadwerkelijk zijn toe te schrijven aan verschillen in methoden kan alleen worden gemaakt als met zekerheid is te stellen dat verschillen niet zijn toe te schrijven aan werkelijke verschillen in de tijdbesteding tussen 2005 en Een belangrijk verschil tussen tbo/eu en tbo/nl is immers dat eerstgenoemd onderzoek de tijdbesteding over het gehele jaar 2006 meet en de tweede die van oktober Trends over de tijd heen laten zien dat de tijdbesteding van Nederlanders redelijk stabiel is en slechts geleidelijk verandert (Breedveld et al. 2006). Wezenlijke verschillen in tijdbesteding van het ene op het andere jaar zijn daarom niet waarschijnlijk. Om te bepalen of de tijdbesteding tussen 2005 en 2006 inderdaad niet is veranderd, start dit hoofdstuk met een analyse van de al eerder genoemde contactinterviews (zie tabel 2.3). Daarna komen de belangrijkste verschillen in resultaten tussen tbo/eu en tbo/nl aan bod, zowel voor hoofdgroepen van activiteiten als meer specifieke activiteiten. Voor deze verschillen in resultaten wordt een verklaring gezocht vanuit de verschillen in methoden. 3.1 Contactinterviews: werkelijke verschillen in tijdbesteding tussen oktober 2005 en oktober 2006? Tijdens de contactinterviews is met de mon-respondenten nagelopen wat zij op hun mon-invuldag gedaan hebben (zie ook hoofdstuk 2). De interviewer heeft, aan de hand van het mon-dagboek waarin de respondent zijn verplaatsingen reeds had genoteerd, zo precies mogelijk nagevraagd welke activiteiten de respondent, naast de verplaatsingen, op die betreffende dag nog meer heeft ondernomen. Op deze manier is met alle potentiële tbo/eu-respondenten in feite al een mini-tijdbestedingsonderzoek gehouden. Dit had enerzijds tot doel om mogelijke respondenten vertrouwd te maken met het onderzoeksthema. Anderzijds werden op deze manier van zowel de uiteindelijke tbo-respondenten als ook de non-respondenten al enige tijdbestedingsgegevens verkregen. Hiermee kunnen onderzoeksvragen met betrekking tot nonrespons worden beantwoord (zie Ariel en Schouten, 2008). Het derde belangrijke doel van de contactinterviews was het kunnen vergelijken van de tijdbesteding van mensen in oktober 2005 en oktober 2006 met toepassing van één en hetzelfde meetinstrument, namelijk het telefonische contactinterview. Daarom zijn er in oktober 2005 en oktober 2006 extra veel contactinterviews onder de mon-respondenten gehouden, namelijk respectievelijk N = 1429 en N = 1740 (in de overige maanden waren dit er gemiddeld slechts 230 per maand). Op basis van deze contactinterviews is de tijdbesteding van mensen in oktober 2005 en oktober 2006 vergeleken. 20

21 Om te beginnen zijn kenmerken van contactinterviewrespondenten uit oktober 2005 en oktober 2006 naast elkaar gezet (zie tabel 3.1). Bij het afnemen van de contactinterviews is niet speciaal gelet op een gelijke verdeling van demografische kenmerken over alle maanden, wat er toe kan hebben geleid dat de samenstelling van de twee groepen oktober-respondenten niet helemaal gelijk is. Ook dit zou kunnen leiden tot verschillen in tijdbesteding tussen de twee steekproeven. Het blijkt dat de twee groepen respondenten in grote lijnen op elkaar lijken, maar dat er wel kleine verschillen zijn. In oktober 2006 deden aan het contactinterview meer vrouwen mee dan in oktober 2005 (resp. 57% vs. 52%). Daarnaast deden in oktober 2005 meer kinderen mee dan in oktober 2006 (resp. 8% en 4%) en dus ook meer scholieren (11%, versus 6% in 2006). In oktober 2006 daarentegen deden meer volwassenen mee en dus ook meer werkenden (60%, versus 53% in 2005). Al deze variabelen hangen samen met tijdbesteding. Vrouwen doen over het algemeen meer aan kinderverzorging, jeugdigen c.q. scholieren besteden meer tijd aan het volgen van onderwijs en werkenden rapporteren meer uren besteed aan arbeid. Het aantal kinderen jonger dan zes jaar in het huishouden is uiteraard sterk van invloed op de gemiddelde tijd besteed aan kinderverzorging en ook deze variabele blijkt ongelijk verdeeld over de twee oktobermaanden. Ten slotte woonden in oktober 2006 meer contactinterviewrespondenten in zeer sterk of sterk stedelijk gebied, terwijl in oktober 2005 meer mensen uit weinig of niet-stedelijk gebied kwamen. Tabel 3.1 Achtergrondkenmerken van respondenten van de contactinterviews, steekproef 6 jaar en ouder, oktober 2005 en oktober 2006 (in procenten) oktober 2005 (n = 1429) oktober 2006 (n = 1725) geslacht man vrouw leeftijdsklasse 6-11 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar 7 7 Vergelijking resultaten tbo/eu en tbo/nl 21

22 Tabel 3.1 (vervolg) oktober 2005 (n = 1429) oktober 2006 (n = 1725) maatschappelijke participatie werkzaam uur per week werkzaam 30 uur per week eigen huishouding student/scholier 11 6 werkloos 1 1 WAO 2 3 gepensioneerd/vut overig/onbekend 1 1 hoogst voltooide opleiding bo/lo 11 9 lbo/vglo/lavo/mavo/mulo mbo/havo/atheneum/gymnasium/mms/hbs hbo/universiteit overig/onbekend 3 3 aantal gezinsleden jonger dan 6 jaar 0 personen persoon personen personen personen 0 0 stedelijkheidsgraad woongemeente zeer sterk stedelijk sterk stedelijk matig stedelijk weinig stedelijk niet stedelijk Bron: SCP (TBO/eu-contactinterviews) In tabel 3.2 is de gemiddelde tijdbesteding van beide oktobermaanden gepresenteerd, zowel ongecorrigeerd als gecorrigeerd voor demografische verschillen tussen beide groepen respondenten. De verschillen in tijdbesteding tussen oktober 2005 en oktober 2006 blijken klein, ook zonder correctie voor steekproefverschillen. Zo n 2,9% van de 24 uur die in een dag zit, is in 2005 gemiddeld genomen anders besteed dan in Dit is slechts 2,1% wanneer voor verschillen in samenstelling van de steekproeven wordt gecorrigeerd. 2,1% klinkt als een klein verschil, maar is het dat ook? Een uitruil in activiteiten tussen twee jaren kan onmogelijk 100% worden, aangezien een deel van onze tijdbesteding min of meer vast ligt. 22 Vergelijking resultaten tbo/eu en tbo/nl

23 Tabel 3.2 Gemiddelde tijdbesteding voor contactinterviews, ongecorrigeerd en gecorrigeerd voor demografische kenmerken, oktober 2005 (n = 1429) en oktober 2006 (n = 1740) a (in uren per dag) gecorrigeerd voor: leeftijd, geslacht, werkzaamheid, aantal kinderen < 6 jaar in huishouden + ongecorrigeerd stedelijkheidsgraad activiteiten b p-waarde c p-waarde c geen antwoord, te privé 0,00 0,01 n.s 0,00 0,00 n.s slapen 8,42 8,37 n.s 8,42 8,41 n.s eten 1,78 1,82 n.s 1,77 1,81 n.s persoonlijke verzorging 0,77 0,79 n.s 0,63 0,64 n.s betaald werk 2,68 2,74 n.s 2,13 2,05 n.s onderwijs 0,48 0,24 *** 0,85 0,80 n.s studeren 0,13 0,10 n.s 0,19 0,20 n.s huishouden (incl. eten voorbereiden) 1,72 1,81 n.s 1,93 1,93 n.s klussen/huisdieren 0,43 0,43 n.s 0,13 0,15 n.s boodschappen 0,53 0,57 n.s 0,48 0,49 n.s diensten (bank, postkantoor, gemeentehuis) 0,10 0,12 n.s 0,08 0,10 n.s zorg/begeleiding kinderen 0,34 0,55 *** 1,40 1,50 *** hulp aan volwassenen 0,03 0,03 n.s 0,01 0,01 n.s vrijwilligerswerk 0,04 0,06 n.s 0,01 0,03 n.s godsdienst 0,07 0,06 n.s 0,11 0,09 n.s sociale contacten (kletsen, visite) 1,07 0,98 n.s 0,61 0,50 n.s uitgaan 0,34 0,32 n.s 0,11 0,09 n.s rusten 0,37 0,45 * 0,41 0,47 * sporten 0,21 0,21 n.s 0,12 0,15 n.s recreatie 0,15 0,15 n.s 0,11 0,11 n.s computeren 0,40 0,46 n.s 0,40 0,52 *** hobby s (o.a. amateurkunst, spelletjes) 0,35 0,27 * 0,29 0,24 n.s lezen 0,61 0,65 n.s 0,67 0,69 n.s tv 2,42 2,30 n.s 2,45 2,33 n.s muziek 0,03 0,04 n.s 0,04 0,04 n.s overig 0,02 0,03 n.s 0,01 0,03 n.s Vergelijking resultaten tbo/eu en tbo/nl 23

24 Tabel 3.2 (vervolg) gecorrigeerd voor: leeftijd, geslacht, werkzaamheid, aantal kinderen < 6 jaar in huishouden + ongecorrigeerd stedelijkheidsgraad activiteiten b p-waarde c p-waarde c verplaatsingen t.b.v. woon-werkverkeer 0,35 0,34 n.s 0,54 0,52 n.s verplaatsingen t.b.v. dienstreis 0,07 0,06 n.s 0,09 0,07 n.s verplaatsingen overig 0,06 0,05 n.s 0,03 0,02 n.s totaalmaat voor verschillen tussen oktober 2005 en 2006 d (%) 2,9 2,1 a Alleen respondenten waarvoor de dagbesteding optelt tot 24 uur zijn meegenomen in de analyses (n=62 buiten beschouwing gelaten). b Tijd besteed aan verplaatsingen is opgeteld bij de activiteit waarvoor de verplaatsing werd gemaakt (m.u.v. woonwerkverkeer, dienstreizen en overige verplaatsingen). c P-waarde voor verschil tussen 2005 en 2006 (ANOVA), ***: p < 0.001; **: p < 0.01: *:p < 0.05; n.s..: niet significant. d Deze maat geeft aan hoeveel procent van de 24 uur die in een dag zitten anders besteed werd in oktober 2005 dan in 2006 (en andersom). Formule: het absolute verschil in gemiddelde tijd per dag van alle activiteiten sommeren, vervolgens delen door 2 en daarna door 24 uur. Bron: SCP (TBO/eu contactinterviews) Uit trends over de tijd heen blijkt dat, in tegenstelling tot de tijd aan verplichtingen en vrije tijd, de hoeveelheid tijd besteed aan slapen, eten en persoonlijke verzorging vrij constant is: 60 uur per week gaat ongemerkt voorbij terwijl we slapen, 10 uur wordt besteed aan eten en drinken en 6 uur is men gemiddeld kwijt aan douchen, tanden poetsen, scheren, opmaken, et cetera (Breedveld et al. 2006). Dat betekent dat gemiddeld 76 uur per week vast ligt aan deze activiteiten, wat maakt dat de overige 92 uur, dus zo n 55% van het tijdbudget, tot op zekere hoogte variabel is. Toch blijft die 2,1%, ook op een schaal van 0% tot 55%, met recht een klein verschil. Bovendien is het belangrijk om te beseffen dat ons tijdbudget een systeem van communicerende vaten is. Meer tijd besteed aan de ene activiteit leidt automatisch tot minder tijd besteed aan een andere activiteit. Voor het feit dat een verandering in tijdbesteding dus altijd aan twee kanten snijdt, is in deze totaalmaat echter al rekening gehouden (de som van de absolute verschillen tussen 2005 en 2006 wordt door twee gedeeld, alvorens te delen door het totale tijdbudget). Voor vier activiteiten zijn er statistisch significante verschillen in tijdbesteding tussen oktober 2005 en 2006, namelijk de tijd besteed aan onderwijs, zorg/begeleiding van kinderen, rusten en hobby s. Gecorrigeerd voor verschillen in de samenstelling van de steekproef is de tijd besteed aan onderwijs en hobby s niet meer significant verschillend, die voor kinderverzorging en rusten nog wel. Een plausibele verklaring hiervoor is moeilijk te bedenken. De verschillen zijn klein door de 24 Vergelijking resultaten tbo/eu en tbo/nl

25 grootte van de steekproef zijn ze toch significant, maar waarschijnlijk niet omdat er een belangrijk effect is. Ook de tijd besteed aan computeren is, na correctie voor demografische kenmerken, significant verschillend voor oktober 2005 en oktober Voor dit verschil is wel een aannemelijke verklaring te bedenken. De resultaten wijzen erop dat de tijd die mensen in oktober 2006 meer aan computeren besteed hebben, een uitruil is geweest met tijd besteed aan televisie kijken. Uit onderzoek naar mediagebruik in 2006 en 2008 blijkt dat het computergebruik in die twee jaar is gestegen van 60 minuten naar 96 minuten per dag (zie Dit maakt het aannemelijk dat ook tussen 2005 en 2006 de tijd aan computeren werkelijk gestegen is. 3.2 Verschillen in resultaten voor tbo/nl en tbo/eu De verschillen in tijdbesteding tussen tbo/nl en tbo/eu zijn weergegeven in tabel 3.3. Aangezien vooral een groot effect wordt verwacht van het feit dat tbo/eu een jaar-rond-meting is en tbo/nl slechts de eerste twee oktoberweken beslaat, zijn voor tbo/eu twee kolommen in deze tabel opgenomen: één kolom met alle tbo/ eu-respondenten en één kolom met alleen de respondenten waarvan de dagboekdagen in de eerste twee (niet-vakantie)weken van oktober vielen (tbo/eu-selectie). Deze tweede tbo/eu-kolom zou daarom beter vergelijkbaar moeten zijn met tbo/nl. Het nadeel van deze tbo/eu-selectie is dat slechts een beperkt aantal respondenten binnen de selectie valt. De relatief kleine omvang van deze groep kan onbetrouwbare resultaten met zich meebrengen, vooral voor activiteiten die niet elke dag maar slechts één of twee keer per week voorkomen. Wanneer één respondent een uitzonderlijk hoge tijdbesteding aan zo n zeldzame activiteit rapporteert, kan dit veel invloed hebben op de gemiddelde tijdbesteding van deze tbo/eu-selectie-respondenten. In bijlage B is daarom weergegeven hoeveel procent van de respondenten de betreffende activiteit ook daadwerkelijk gedaan heeft (% participanten) en de gemiddelde tijdbesteding per participant. De samenstelling van de steekproeven van tbo/nl en tbo/eu is vrijwel gelijk, alleen de samenstelling van tbo/eu-selectie wijkt enigszins af (wat meer jongeren en studenten; zie bijlage C). Bij het interpreteren van de verschillen tussen tbo/nl, tbo/eu en tbo/eu-selectie wordt hiermee rekening gehouden. Verschillen op hoofdlijnen: arbeid, onderwijs, huishouden, persoonlijke verzorging en vrije tijd Ruim 5% van de totale tijdbesteding tussen tbo/eu en tbo/nl verschilt (uitgaande van een indeling in achttien groepen activiteiten, zie tabel 3.3). Het verschil tussen tbo/eu-selectie en tbo/nl ligt twee procentpunten lager, op 3,4%, wat betekent dat een belangrijk deel van de verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl is toe te schrijven aan het verschil in jaar-rond-meting versus twee oktoberweken. Vergelijking resultaten tbo/eu en tbo/nl 25

26 Tabel 3.3 Gemiddelde tijdbesteding naar activiteiten (inclusief reistijd) in het TBO/eu en TBO/nl, bevolking 12 jaar en ouder (gewogen a ) (in uren per week) TBO/eu (hele jaar, 2006) TBO/euselectie TBO/nl (oktober (oktober 2006, geen 2005, geen vakantie) vakantie) TBO/eu vs. TBO/nl p -waarde b TBO/euselectie vs. TBO/nl (n = 1875) (n = 128) (n = 2203) arbeid 17, 5 19,8 19,8 *** n.s. onderwijs en vorming 4,1 6,3 5,7 *** n.s. huishouden/zorgtaken 20,5 19,2 18,9 *** n.s. huishouding 11,7 10,6 10,7 *** n.s. kinderverzorging 3,2 3,3 3,8 ** * boodschappen 5,7 5,3 4,5 *** *** slapen, eten en persoonlijke verzorging 78,8 78,8 78,9 n.s. n.s. slapen 58, 9 59,7 60,3 *** ** eten en drinken 12,2 11,6 9,5 *** *** persoonlijke verzorging 6,2 6,3 6,4 n.s. n.s. overige tijdbesteding c 1,5 1,4 2,7 *** *** vrije tijd 47,1 43,9 44,8 *** n.s. tv, radio, audio 13,0 12,5 11,3 *** *** hobby s (o.a. computeren/internet), sport en spel 7,9 7,9 8,4 n.s. * sociale contacten 7,9 7,0 7,5 n.s. * uitgaan 5,0 5,3 6,3 *** *** lezen 3,8 3,3 3,8 n.s. ** verzorgende hobby s (karweitjes, tuinieren, planten) 2,8 2,4 2,8 n.s. * participatie (vrijwilligerswerk, vereniging, kerk, politieke org.) 2,7 2,9 2,1 *** *** recreatie buiten 1,4 1,0 1,1 ** * ontspannen, luieren 2,6 1,5 1,3 *** * totaalmaat voor verschil in tijdbesteding van TBO/eu ten opzichte van TBO/nl d (%) 5,4 3,4 - a Resultaten zijn gewogen naar geslacht, leeftijd en werkzaamheid. b P-waarde voor verschil tussen twee groepen (T-test), ***: p < 0.001; **: p < 0.01: *:p < 0.05; n.s.: niet significant. c Van oudsher wordt de categorie overige tijdbesteding opgeteld bij de hoofdgroep slapen, eten en persoonlijke verzorging al is hier geen logische verklaring voor te geven. d Maat geeft aan hoeveel procent van de 168 uur die in een week zitten anders besteed werd in TBO/eu ten opzichte van TBO/ nl. Formule: het absolute verschil in gemiddelde tijd per week van alle activiteiten sommeren, vervolgens delen door twee en door 168 uur. Bron: SCP (TBO/eu en TBO/nl) 26 Vergelijking resultaten tbo/eu en tbo/nl

27 Dit spreekt tevens uit de resultaten voor vier van de vijf hoofdgroepen van tijdbesteding - arbeid, onderwijs, huishoudelijk werk en vrije tijd - die significant verschillen tussen tbo/nl en tbo/eu, maar niet tussen tbo/nl en tbo/eu-selectie. De gemiddelde tijd besteed aan arbeid en onderwijs is lager voor tbo/eu dan voor tbo/nl, terwijl de tijd besteed aan huishoudelijke taken en de hoeveelheid vrije tijd aanmerkelijk hoger ligt. Een logisch resultaat, aangezien bij tbo/eu ook de tijdbesteding op feest- en vakantiedagen is geregistreerd en mensen op deze dagen niet werken/geen onderwijs volgen en dus meer tijd aan huishoudelijke taken en vrij te besteden hebben. De tijd besteed aan arbeid, onderwijs, huishoudelijk taken en vrije tijd van tbo/eu-selectie komt dan ook beter overeen met die van tbo/nl. De tijd besteed aan onderwijs is voor tbo/eu-selectie wel opvallend hoog (hoewel niet significant hoger dan voor tbo/nl), wat kan worden verklaard door het grote aantal jongeren en studenten die toevallig binnen deze tbo/eu-selectie vallen (zie bijlage C). Voor de vijfde hoofdcategorie, slapen, eten en verzorging, is het verschil in tijdbesteding tussen tbo/eu en tbo/nl gering; deze bedraagt voor beide metingen ongeveer 79 uur per week. Verschillen op specifieke activiteiten De verschillen tussen tbo/eu en tbo/nl in tijdbesteding aan de vijf hoofdgroepen van activiteiten zijn te verklaren door het verschil in registratieperiode (jaar-rond vs. oktober). De laatste kolom uit tabel 3.3 laat immers zien dat de verschillen in tijdbesteding op deze vijf groepen niet meer significant zijn, wanneer de registratieperiode ook voor tbo/eu op de eerste twee oktoberweken wordt gesteld. Ditzelfde is te zien voor een aantal meer specifieke activiteiten: ook voor huishoudelijk werk, kinderverzorging, recreatie buiten en ontspannen/luieren worden de verschillen kleiner of zijn ze niet meer significant wanneer rekening wordt gehouden met het verschil in registratieperiode. Voor een aantal andere specifieke activiteiten (o.a. lezen, verzorgende hobby s, sociale contacten en hobby s, sport en spel) worden de verschillen juist (iets) groter wanneer de tbo/eu-selectie met tbo/nl vergeleken wordt en worden de verschillen zelfs significant, terwijl ze dit voor tbo/eu vs. tbo/nl niet waren. Voor lezen en verzorgende hobby s (o.a. karweitjes in huis doen, tuinieren, planten verzorgen, huisdieren verzorgen) ligt de verklaring in het feit dat de tbo/eu-selectie niet representatief is voor de hele tbo/eu steekproef: het aantal respondenten dat daadwerkelijk deze activiteiten beoefent ligt een stuk lager dan in tbo/eu (en in tbo/nl) (zie de tabel in bijlage B). Hierdoor ligt de gemiddelde tijd besteed aan lezen en verzorgende hobby s voor tbo/eu-selectie ook lager dan voor tbo/eu en tbo/nl. Voor hobby s, sport en spel en sociale contacten ligt de verklaring vooral in de kleinere steekproefomvang (n) van de tbo/eu-selectie: ook al is het verschil in tijdbesteding tussen tbo/eu-selectie en tbo/nl minder groot of gelijk aan het verschil tussen tbo/eu en tbo/nl, de verschillen zijn nu wel significant doordat het kleine aantal respondenten in de tbo/eu-selectie-groep zorgt voor een grotere standaardfout. Dan blijft ten slotte nog een aantal specifieke activiteiten over waarvoor de verschillen zowel tussen tbo/eu en tbo/nl als tussen de tbo/eu-selectie en tbo/nl Vergelijking resultaten tbo/eu en tbo/nl 27

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Cretien van Campen m.m.v. Maaike

Nadere informatie

Jeugdzorg: verschil tussen budget en contract in de regio Zuidoost Noord- Brabant. Klarita Sadiraj

Jeugdzorg: verschil tussen budget en contract in de regio Zuidoost Noord- Brabant. Klarita Sadiraj Jeugdzorg: verschil tussen budget en contract in de regio Zuidoost Noord- Brabant Klarita Sadiraj Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, oktober 2015 Het Sociaal en Cultureel Planbureau is ingesteld

Nadere informatie

Bijlage A Gebruikte databestanden

Bijlage A Gebruikte databestanden Jeugd met beperkingen. Rapportage gehandicapten 2006. S.E. Kooiker (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, maart 2006 Bijlage A Gebruikte databestanden Aanvullend voorzieningengebruik onderzoek

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Gemiddelde budgetten per cliënt (en dag) voor de cliënten met een voogdijmaatregel en cliënten die 18 jaar of ouder zijn

Gemiddelde budgetten per cliënt (en dag) voor de cliënten met een voogdijmaatregel en cliënten die 18 jaar of ouder zijn Gemiddelde ten per cliënt (en dag) voor de cliënten met een voogdijmaatregel en cliënten die 18 jaar of ouder zijn Evert Pommer en Klarita Sadiraj Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, april 2016 Het

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid en Arbeid 2000 DOCUMENTATIE pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY Onderzoeksverantwoording Dongen, januari 2003 Ond.nr.: 6168.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Jongeren 2003 DOCUMENTATIE versie 1 pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4 Historie

Nadere informatie

Voor het eerst neemt vrije tijd niet meer af

Voor het eerst neemt vrije tijd niet meer af Voor het eerst neemt vrije tijd niet meer af Hoe gaan Nederlanders met hun tijd om? vraagt het Sociaal en Cultureel Planbureau zich af in het laatste rapport over het vijfjaarlijkse Tijdsbestedingsonderzoek.

Nadere informatie

VELDWERKVERSLAG TIJDSBESTEDINGSONDERZOEK 2005 (OUDE STIJL)

VELDWERKVERSLAG TIJDSBESTEDINGSONDERZOEK 2005 (OUDE STIJL) Onderzoek uitgevoerd door Intomart GfK bv te Hilversum in opdracht van Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag Hilversum, oktober 2006 Remko van den Dool/12.478 VELDWERKVERSLAG TIJDSBESTEDINGSONDERZOEK

Nadere informatie

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Date : 19 april 2010 Reference : 14280.PW.ND.mr GfK Panel Services Benelux is gecertificeerd voor het

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

Prioritering maatschappelijke vraagstukken Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Prioritering maatschappelijke vraagstukken Veldwerkverantwoording

Nadere informatie

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Bestuursstaf Advies en ondersteuning Venlo, juli 2017 Onderzoek & Statistiek 2 Samenvatting In maart 2018 vinden er in Venlo gemeenteraadsverkiezingen

Nadere informatie

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) Kenmerk: 360054 Datum: mei 2016 Vertrouwelijk Alle rechten voorbehouden GfK Panel Services

Nadere informatie

Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief. A Gebruikte databestanden... 2

Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief. A Gebruikte databestanden... 2 BIJLAGEN Het werken waard Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief A Gebruikte databestanden... 2 B Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 C Bijlage bij hoofdstuk

Nadere informatie

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Vergelijking met de Gezondheidsenquête Auteurs: Christianne Hupkens (CBS) Marieke Hiemstra (RIVM) Ellen de Hollander (RIVM) De Gezondheidsenquête

Nadere informatie

Vrijwillige inzet 2008

Vrijwillige inzet 2008 08 Vrijwillige inzet 2008 Marieke van Herten Publicatiedatum CBS-website: 29 april 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Tijdsbesteding van de Belgen. Resultaten van het Belgisch tijdsbestedingsonderzoek 2013

Tijdsbesteding van de Belgen. Resultaten van het Belgisch tijdsbestedingsonderzoek 2013 Tijdsbesteding van de Belgen Resultaten van het Belgisch tijdsbestedingsonderzoek 2013 Tijdsbestedingsonderzoek TBO 13 Uitgevoerd door AD Statistiek Statistics Belgium van de FOD Economie Ondersteuning,

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Onderzoek Culturele Veranderingen in Nederland 2006

Onderzoek Culturele Veranderingen in Nederland 2006 /> I Onderzoek Culturele Veranderingen in Nederland 2006 24 augustus 2006, projectnummer Intomart GfK (13.849) Instructies Geachte interview(st)er, Hierbij treft u het materiaal voor het onderzoek aan.

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Achterblijvers in de bijstand

Achterblijvers in de bijstand Achterblijvers in de Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Van de mensen die in 2001 in de kwamen, was 37 procent eind 2003 nog steeds afhankelijk van een suitkering. De helft van deze

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

VELDWERKVERSLAG TIJDSBESTEDINGSONDERZOEK 2006 NIEUWE STIJL. in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag.

VELDWERKVERSLAG TIJDSBESTEDINGSONDERZOEK 2006 NIEUWE STIJL. in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag. VELDWERKVERSLAG TIJDSBESTEDINGSONDERZOEK 2006 NIEUWE STIJL in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag Socialdata BV Instituut voor onderzoek naar verkeer en infrastructuur Bongerd 24-26

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar Meting 48 december 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index december 2016 Sportdeelname afgelopen maand Sportdeelname

Nadere informatie

Eerste Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek 2002 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK CURAÇAO 2002

Eerste Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek 2002 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK CURAÇAO 2002 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK CURAÇAO 2002 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Samenvatting 4 Bonaire 4 Curacao 4 Methodologie 4 Definities 5 Bonaire 6 I Werkenden 8 I.1 Geslacht 8 I.2 Leeftijd 9

Nadere informatie

Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Datum: 20 augustus 2010 Referentie: 14665.PW/SD/ND GfK Panel Services Benelux

Nadere informatie

Kijk- en luisteronderzoek 2013b

Kijk- en luisteronderzoek 2013b Kijk- en luisteronderzoek 2013b eindrapport januari 2014 OWP research Wethouder van Caldenborghlaan 76-6226 BV - Maastricht - www.owp.nl Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 6 1.1 Aanleiding onderzoek 6 1.2

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006 Deze factsheet is geschreven door RD Friele en R Coppen van het NIVEL in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt. Versie

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 In deze bijlage wordt achtereenvolgens kort ingegaan op de verrichte analyses en de gebruikte bestanden en worden enige aanvullende resultaten

Nadere informatie

Wie doen er aan sport en cultuur?

Wie doen er aan sport en cultuur? Beoefenen en/of en, en/of Capita selecta zijn ers ook beoefenaars? zijn liefhebbers ook liefhebbers? beoefenen 46 19 en 52 32 Zijn ers ook beoefenaars? Zijn ers van ook de mensen die amateurkunst beoefenen?

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 43 juli 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index juli 2016 Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 44 t/m 47 2015 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 23 november 2015 Projectnummer: 20645 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 45 september 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index september 2016 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie Bijlage A Opzet van het onderzoek Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers 2017 beschrijft de ontwikkelingen in de opvattingen en het personeelsbeleid van werkgevers ten aanzien van een aantal actuele beleidsthema

Nadere informatie

Onderzoektechnische verantwoording Burgerperspectieven 2013

Onderzoektechnische verantwoording Burgerperspectieven 2013 Onderzoektechnische verantwoording Burgerperspectieven 2013 3e kwartaal Project 18607 / augustus 2013 Een onderzoek in opdracht van Sociaal en Cultureel Planbureau, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 42 juni 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index juni 2016 Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie

Peiling profiel burgemeester 2011

Peiling profiel burgemeester 2011 Peiling profiel burgemeester 2011 Rapportage Afdeling Onderzoek en Statistiek 17 oktober 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Uitkomsten... 3 2.1 Welke kenmerken zijn voorgelegd?... 3 2.2 Naar welke eigenschappen

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 40 april 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index april 2016 Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie

Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking. Januari 2015

Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking. Januari 2015 Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking Januari 2015 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : M. Hofland Telefoonnummer : 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl Gemeente Deventer 1 Inhoud Samenvatting

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Onderzoektechnische verantwoording

Onderzoektechnische verantwoording Onderzoektechnische verantwoording Emancipatie Opinies Project 17598 Juni 2012 Een onderzoek in opdracht van Sociaal en Cultureel Planbureau, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE NEDERLAND BV Niets

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module SCP - LEEFSITUATIE SLI

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module SCP - LEEFSITUATIE SLI PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module SCP - LEEFSITUATIE 1997 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Trr197dc.doc 17-08-99 pagina 1 Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3

Nadere informatie

EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTENONDERZOEK CURAÇAO 2005

EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTENONDERZOEK CURAÇAO 2005 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTENONDERZOEK CURAÇAO 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Tel: 461 1031 Fax: 461 1696 Email: info@cbs.an Website: www.cbs.an INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 3 SAMENVATTING...

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK IN DE WIJK DE STRIJP Onderzoeksverantwoording Dongen, mei 2001 Ond.nr.: 3444.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek 3. De steekproef

Nadere informatie

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Factsheet 2019/2 Remko van den Dool Figuur 1 Motivatie om te sporten en bewegen, volgens bevolking 18 tot 79 jaar, naar meting en mate van sporten en bewegen

Nadere informatie

Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016

Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016 Evaluatie Parkeerregeling Den Haag Transvaal en Schilderswijk 2016 Gebiedscode 32, sub-gebied 1 Haagse Markt e.o. (Transvaal). Meningspeiling onder bewoners en belanghebbenden In opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv

Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK TOEKOMSTVERWACHTINGEN Onderzoeksverantwoording Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding... 2 2. Methode van onderzoek...

Nadere informatie

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2004 DOCUMENTATIE Rep04_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018

Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018 Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018 w Moniek Coumans CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45 570 60 00 www.cbs.nl

Nadere informatie

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

Prioritering maatschappelijke vraagstukken Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Prioritering maatschappelijke vraagstukken Veldwerkverantwoording

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 41 mei 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index mei 2016 Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 28 t/m 39 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 29 september 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Horeca en omzet. Samenvatting. Onderzoek onder 1016 horecagelegenheden. Maartje van Diepen/Noortje Antonis. F december 2008.

Horeca en omzet. Samenvatting. Onderzoek onder 1016 horecagelegenheden. Maartje van Diepen/Noortje Antonis. F december 2008. Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Horeca en omzet Onderzoek onder

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2001 DOCUMENTATIE Rep01_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van reumazorg te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek!" ##

Centraal Bureau voor de Statistiek! ## Centraal Bureau voor de Statistiek!" ## Projectnummer: BPA-nummer: Datum: 1 maart 2013 1. Doorontwikkeling van Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) naar Veiligheidsmonitor (VM) 1.1 Inleiding Gedurende de

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport ZOETERMEER FM Zoetermeer, 18 december 2015 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische

Nadere informatie

Voorbeeldcase RAB RADAR

Voorbeeldcase RAB RADAR Voorbeeldcase RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Private Banking (19725) Inhoud 2 Inleiding Resultaten - Spontane en geholpen merkbekendheid - Spontane en geholpen reclamebekendheid - Herkenning radiocommercial

Nadere informatie

Validiteit onderzoeken rondom draagvlak Olympische Spelen en advies voor vervolg

Validiteit onderzoeken rondom draagvlak Olympische Spelen en advies voor vervolg Validiteit onderzoeken rondom draagvlak Olympische Spelen en advies voor vervolg Annet Tiessen-Raaphorst, Ineke Stoop en Jos de Haan Sociaal en Cultureel Planbureau januari 2010 In de afgelopen jaren zijn

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten CQI zorg Werkinstructies voor de CQI zorg In de vernieuwde werkwijze kwaliteitskader zorg heeft pijler 2B betrekking op het meten van cliëntervaringen. De CQI zorg maakt geen deel uit van een instrumentenwaaier

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Wie doen er aan sport en cultuur?

Wie doen er aan sport en cultuur? Wie doen er aan sport en? Eerste presentatie van gegevens uit de Vrijetijdsomnibus 2012 HUP Wie doen er aan sport en? Sport en hebben veel gemeen. Het zijn allebei vormen van vrijetijdsbesteding (behalve

Nadere informatie

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas Grote Bickersstraat 74 13 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 0 522 54 44 f 0 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport De Tabakswet Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 8 t/m 11 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 18 maart 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Enquête op weg naar herstel

Enquête op weg naar herstel 21179801 Enquête op weg naar herstel - Beschrijving belangrijkste uitkomsten - Uitgevoerd in opdracht van VOORWOORD In opdracht van de gemeente Voorschoten is aan RenM Matrix opdracht gegeven voor het

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

3.1 Bereidwilligheid om vragenlijsten in te vullen (unit non-respons)

3.1 Bereidwilligheid om vragenlijsten in te vullen (unit non-respons) 3 NON-RESPONS 3.1 Bereidwilligheid om vragenlijsten in te vullen (unit non-respons) Een aantal huishoudens weigerden mee te doen aan de enquête of stuurden onvoldoende formulieren terug. In Tabel 1 geven

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Zorgverleners werken liever met interne dan met personeel van buitenaf. Utrecht: NIVEL, 2013) worden

Nadere informatie

BIJLAGEN. Gelukkig voor de klas. Leraren voortgezet onderwijs over hun werk. Ria Vogels

BIJLAGEN. Gelukkig voor de klas. Leraren voortgezet onderwijs over hun werk. Ria Vogels BIJLAGEN Gelukkig voor de klas Leraren voortgezet onderwijs over hun werk Ria Vogels Bijlage bij hoofdstuk 1 Leraren voortgezet onderwijs in beeld... 2 Bijlage bij hoofdstuk 3 Opleiding, bevoegdheid en

Nadere informatie

TIJDSBESTEDING IN VLAANDEREN:

TIJDSBESTEDING IN VLAANDEREN: TOR2005/23 TIJDSBESTEDING IN VLAANDEREN: VERANDERINGEN IN TIJDSBESTEDING TUSSEN 1999 EN 2004 Ignace Glorieux Joeri Minnen Jessie Vandeweyer 28/06/2005 Inhoudstafel Data TOR 99 en TOR 04/ 18-75 jaar. Tabel

Nadere informatie

Vraag naar Arbeid 2015

Vraag naar Arbeid 2015 Bijlage A: Opzet van het onderzoek Auteurs Patricia van Echtelt Roelof Schellingerhout Marian de Voogd-Hamelink Bijlage A. Opzet van het onderzoek Het rapport Vraag naar Arbeid 2015 beschrijft de ontwikkelingen

Nadere informatie

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

FINANCIERINGSBAROMETER

FINANCIERINGSBAROMETER FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer Juni 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Rapport. Referendum Monitor Europese Grondwet. Peiling mei. Project Mei 2005

Rapport. Referendum Monitor Europese Grondwet. Peiling mei. Project Mei 2005 Rapport Referendum Monitor Europese Grondwet Peiling - Project Mei Een onderzoek in opdracht van Rijksvoorlichtingsdienst, Dienst Publiek en Communicatie, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE NEDERLAND

Nadere informatie

Armoede in 2010 niet verminderd, toename verwacht in 2011 en 2012

Armoede in 2010 niet verminderd, toename verwacht in 2011 en 2012 Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Inlichtingen bij ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 6 DECEMBER 2011 09:30 UUR Prof. dr. J.J. Latten persdienst@cbs.nl T 070 337 4444 Dr. J.C. Vrooman

Nadere informatie

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS ONDERZOEK GEMEENTEGIDS Gemeente Hulst GfK Panel Services I juli 2014 GfK 2014 Onderzoek gemeentegids gemeente Hulst juli 2014 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Gebruik papieren

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit Onderzoektechnische verantwoording Opinieonderzoek Solidariteit Project 18917 / mei 2013 Een onderzoek in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE

Nadere informatie

Media:Tijd 2014 Een nader blik op het scherm

Media:Tijd 2014 Een nader blik op het scherm Media:Tijd 2014 Een nader blik op het scherm INHOUD: - Inleiding - Een gemiddelde dag - Tijd verdeeld over media - De mannen versus de vrouwen - De jongeren versus de ouderen - Multi versus single tasking

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 37 januari 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 Sportdeelname Index december Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie