IV. TYPOLOGIEËN inbrengstadium circulatiestadium investeringsstadium

Transcriptie

1 59 IV. TYPOLOGIEËN Dit hoofdstuk behandelt de ontleding door de Cel van de typologische kenmerken van de dossiers die ze in de loop van het afgelopen jaar doormeldde aan de Procureurs des Konings. De statistieken van 2004 bevestigen in vergelijking met de voorgaande jaren de dalende trend van het aantal dossiers in het inbrengstadium 20 die de Cel doormeldde aan de gerechtelijke overheden. Deze vaststelling heeft te maken met de invoering van de euro. De omschakeling naar de eenheidsmunt leidde immers tot een belangrijke vermindering van het aantal manuele wisselverrichtingen die precies de hoofdmoot vormden van de verrichtingen uit het eerste witwasstadium. Naast de daling in absolute cijfers blijkt uit de statistieken ook een procentuele daling. De doorgemelde dossiers in 2004 waarbij inbrengverrichtingen betrokken waren maken 15,7% procent uit van het totaal aantal dossiers die de Cel in de loop van dat jaar doormeldde. Dit percentage bevestigt eens te meer de trend die reeds door de Cel werd vastgesteld in de loop van de voorbije jaren. Vermits de verrichtingen uit het inbrengstadium het gemakkelijkst op te sporen zijn, ligt het voor de hand dat de misdadigers die het financieel systeem gebruiken voor hun witwasverrichtingen getracht hebben de opsporing van hun operaties te bemoeilijken door hun verrichtingen meer ingewikkeld te maken. Dit verschijnsel wordt duidelijk door de verschuiving van de witwasverrichtingen die de Cel vaststelt naar het circulatie- en investeringsstadium. De statistieken tonen aan dat 71,7 % van de doorgemelde dossiers in 2004 betrekking hebben op verrichtingen in het circulatiestadium 21 waarbij meer ingewikkelde technieken worden gebruikt om de banden tussen het ingebrachte geld en de criminele oorsprong te verbergen. Het aandeel van de dossiers in het circulatiestadium die door de Cel worden doorgemeld neemt jaar na jaar toe. Het onderzoek van de uitgevoerde verrichtingen in deze dossiers vertoont een toename van de bankverrichtingen, in het bijzonder internationale transfers. De niet-bancaire verrichtingen zoals money remittance of geldoverdrachten kenden het afgelopen jaar een lichte daling. Tenslotte vertegenwoordigen de dossiers uit het investeringsstadium 22 in ,6% van het totaal aantal doorgemelde dossiers. In de loop der jaren is het aandeel van dergelijke dossiers in het aantal doormeldingen zodoende gestadig aangegroeid. 20 De inbreng slaat op alle middelen waarmee de fondsen die rechtstreeks voortkomen uit een misdadige activiteit voor het eerst in de financiële kringloop worden gesluisd, meestal in de vorm van grote hoeveelheden baar geld. 21 De circulatie of opstapeling is te omschrijven als een vaak ingewikkelde opeenvolging van financiële verrichtingen met als doel elk verband tussen het ingebrachte kapitaal en de criminele oorsprong ervan zo vlug mogelijk uit te wissen. De werkwijzen die in dit stadium bij voorkeur worden aangewend door de witwassers zijn binnenlandse en internationale betalingen door middel van overschrijvingen of cheques, alsook elektronische geldoverdrachten. 22 De investering omvat alle methodes die toelaten kapitalen van criminele herkomst, meestal vooraf ingebracht en in circulatie gebracht, te beleggen in de wettelijke economische en financiële stromen onder de vorm van bona fide en renderende waarden, zoals vastgoed, handelsfondsen, waardevolle voorwerpen of participaties in ondernemingen.

2 60 In vergelijking met de voorgaande jaren stelde de Cel vast dat er in de dossiers uit het investeringsstadium de casinoverrichtingen verminderen, en dat het aantal verrichtingen in verband met effecten, de verzekeringssector, alsook de oprichting van en beleggingen in vennootschappen en in vastgoed, verhoogt. De daling van het aantal dossiers in verband met verrichtingen in casino s werd duidelijk vanaf 2002 en is sindsdien toegenomen. Deze trend gaat samen met de daling van het aantal meldingen van casino s en hangt voornamelijk samen met de invoering van de euro. De omschakeling naar de euro op 1 januari 2002 heeft inderdaad gevolgen voor de frequentie van de aankopen van speelpenningen tegen buitenlandse deviezen. Dit heeft geleid tot een sterke daling in het aantal meldingen op basis van criterium nummer De stijging van het aantal dossiers over andere investeringsverrichtingen duidt erop dat men zich steeds meer bewust is van het witwasrisico. Vermits verrichtingen uit het investeringsstadium nagenoeg per definitie het gevolg zijn van voorheen geslaagde witwasoperaties, getuigt de stijgende trend van doormeldingen in dit stadium dat dergelijke verrichtingen steeds méér worden ontdekt. 1. TYPOLOGISCHE BESPREKING VAN DE DOSSIERS DIE TUSSEN 1 JANUARI EN 31 DECEMBER 2004 AAN DE PROCUREUR DES KONINGS WERDEN DOORGEMELD 1.1. Inbreng Dossiers m.b.t contante aan- en verkoop van deviezen De voornaamste onderliggende ernstige misdrijven, vastgesteld in deze dossiers, zijn illegale drughandel en illegale handel in goederen en koopwaren. Illegale drughandel De typologieën die de Cel in de loop van het voorbije jaar vaststelde, duiden erop dat de manuele wisselverrichtingen in verband met illegale drughandel voornamelijk gebeuren met GBP, over het algemeen uitgevoerd door gelegenheidsklanten die noch de Belgische noch de Britse nationaliteit hebben. Deze personen, zonder officieel adres of activiteit in België, worden als koeriers ingezet om zonder aannemelijke reden wisselverrichtingen uit te voeren, hoofdzakelijk bij wisselkantoren. In meerdere dossiers stelde de Cel trouwens vast dat verscheidene betrokkenen met dezelfde herkomst en volgens verklaring wonend op hetzelfde adres, op dezelfde dag bij hetzelfde wisselkantoor gelijkaardige wisselverrichtingen uitvoerden. Al deze gegevens voedden het vermoeden dat de koeriers voor rekening van dezelfde criminele bende optraden. Naast personen afkomstig uit Noord-Afrika en Centraal-Europa, traden in verscheidene in 2004 doorgemelde dossiers ook personen uit Zuid-Amerika op die GBP omruilden naar EUR. Ze wendden zich hiervoor steeds tot hetzelfde wisselkantoor, soms meermaals per dag. Deze personen waren niet officieel in België ingeschreven en oefenden er evenmin een 23 Zie eveneens table 2.4., blz. 27. Criterium nummer 4 slaat op de aankoop van speelpenningen door een cliënt voor een bedrag van EUR of méér tegen buitenlandse deviezen.

3 61 beroeps- of handelsactiviteit uit die de verrichtingen kon verantwoorden. Het was trouwens evenmin financieel voordelig de verrichting in België uit te voeren. Het was hier duidelijk de bedoeling zo elke verdere opzoeking naar de criminele herkomst van het geld te bemoeilijken door één of meerdere grenzen te plaatsen tussen de criminele activiteiten waaruit het geld voortkwam en het witwassen ervan. Bovendien werd het vermoeden van de band met illegale drughandel versterkt door het feit dat de betrokkenen afkomstig waren uit een land dat bekend staat om de drugproductie en drughandel, of die er verbleven. Verscheidene opsporingsonderzoeken werden dienaangaande door het parket ingeleid. Illegale handel in goederen en koopwaren De typologische ontleding van dossiers inzake illegale handel in goederen en koopwaren toont aan dat de betrokkenen manuele wisselverrichtingen uitvoeren met GBP, USD en EUR in wisselkantoren en in mindere mate in banken. De gekende inkomsten van betrokkenen bieden daarnaast geen enkele economische rechtvaardiging voor de aard en de omvang van de uitgevoerde verrichtingen. Net zoals de voorbije jaren blijkt dat in verscheidene doorgemelde dossiers een verband bestaat tussen de verkoop van GBP en de illegale verkoop van tabak 24. Vroeger stelde de Cel vast dat deze verrichtingen voornamelijk plaatsvonden in wisselkantoren in de Belgische kuststreek, nu blijkt echter dat de witwassers hun verrichtingen vaker in Brussel uitvoeren om mogelijke verdenking te vermijden. De opsplitsing van de verrichtingen tussen verschillende betrokkenen heeft hetzelfde doel. Naast Britse onderdanen of personen met verblijf in België, zijn ook personen afkomstig van Centraal- en Oost-Europa, zonder enige band met België, betrokken in dit soort handel. Verschillende personen afkomstig uit Centraal-Europa wisselden meermaals bij hetzelfde wisselkantoor in Brussel GBP in EUR. In enkele maanden tijd liep het omgewisselde bedrag op tot honderdduizenden EUR. Deze betrokkenen waren niet officieel ingeschreven in België en oefenden geen enkele officiële beroepsactiviteit uit in België. Uit politionele bron bleek dat ze meerdere politionele voorgaanden hadden voor trafiek in sigaretten. De GBP die omgewisseld werden in België kwamen waarschijnlijk voort uit deze handel en werden witgewassen door de aankoop van EUR. Er werd een opsporingsonderzoek geopend Dossiers inzake overige inbrengverrichtingen Andere verrichtingen in het eerste witwasstadium bestonden voornamelijk uit de opening van rekeningen en de stortingen of opnames in contanten van deze rekeningen. Hoewel deze verrichtingen deel uitmaken van het eerste witwasstadium, toont de typologische ontleding aan dat de witwassers de opsporing van hun verrichtingen moeilijker wilden maken door hun verrichtingen te spreiden over verschillende landen of door stromannen in te zetten. Een bank deed een melding aan de Cel in verband met een buitenlandse politiek prominente persoon. Deze persoon opende bij de bank een rekening op zijn naam. Onmiddellijk na de opening voerde de betrokkene een zeer aanzienlijke storting in contanten uit. Er was er geen enkele economisch verantwoorde reden voor iemand zonder enige band met België om deze verrichting in België uit te voeren. Uit inlichtingen van de Cel bleek dat de betrokkene gekend was voor de verduistering van aanzienlijke bedragen in zijn land van oorsprong in het kader van de uitoefening van zijn politieke functies. Deze bedragen kwamen 24 Zie het 7e Activiteitenverslag 1999/2000 voor een gedetailleerde beschrijving van deze dossiers.

4 62 waarschijnlijk overeen met de storting op de rekening die in België werd geopend. Er werd een opsporingsonderzoek geopend. Een persoon uit West-Europa, zonder officieel adres in België, bezocht samen met verschillende buitenlanders een Belgische bank om rekeningen te openen op naam van deze laatsten. Hij vermeldde dat deze rekeningen bestemd waren om zeer grote sommen te ontvangen die hij daarna zou overschrijven naar zijn persoonlijke rekening en de rekening van vennootschap X, waarvan hij de vertegenwoordiger was, om de bedragen uiteindelijk opnieuw over te schrijven naar de te openen rekeningen. De bank weigerde de rekeningen te openen. De persoonlijke en vennootschapsrekeningen vertoonden geen voorgaande bewegingen. Bovendien werd de vennootschap sinds twee maanden vertegenwoordigd door de betrokkene ter vervanging van persoon A, een Belg met verblijf in België. Uit politionele bron bleek dat de betrokkene, vennootschap X en persoon A politioneel gekend waren voor oplichting. Al deze elementen wezen er op dat de betrokkene en de personen die door hem werden voorgesteld stromannen waren van A, waardoor deze laatste niet rechtstreeks betrokken werd bij de verrichtingen en de sporen uitgewist werden. De Cel meldde dit dossier door wegens witwassen uit oplichting, waarop een opsporingsonderzoek werd geopend. Verschillende dossiers tonen aan dat witwassers steeds trachten mogelijke opzoekingen te bemoeilijken. Opname in contanten blijkt een vaak gebruikte methode te zijn om het spoor van vuil geld te onderbreken. Volgend dossier is een voorbeeld dat kadert in een misbruik van vertrouwen. A, die in een rusthuis verbleef, was houder van een zichtrekening en een spaarrekening waarop B en C volmacht hadden. De zichtrekening werd maandelijks gecrediteerd met het pensioen van A en met aanzienlijke bedragen afkomstig van zijn spaarrekening. Alle debetverrichtingen werden uitsluitend uitgevoerd door B en C. Zo was een deel van het geld bestemd om het rusthuis te betalen, maar het grootste deel van de fondsen werd in contanten opgenomen door B en C. In enkele maanden tijd hadden B en C zo aanzienlijke bedragen opgenomen van de zicht- en spaarrekening van A. De opname in contanten leek bedoeld te zijn om eventuele latere opzoekingen te bemoeilijken. Er werd een opsporingsonderzoek geopend Circulatie Dossiers m.b.t. bankverrichtingen Illegale handel in goederen en koopwaren De Cel vereenzelvigde verschillende vormen van lucratieve illegale handel die via bankverrichtingen werden witgewassen. Illegale handel in voertuigen Een groot deel van de dossiers uit het circulatiestadium met bankverrichtingen houdt verband met de handel in voertuigen. Een aantal van die dossiers hebben betrekking op bankverrichtingen uitgevoerd door personen die geen enkele officiële handelsactiviteit uitoefenen. Als de omvang en/of de frequentie van de uitgevoerde verrichtingen er op lijken te wijzen dat die personen een handelsactiviteit uitoefenen, blijkt in werkelijkheid dat zij geen binding hebben met enige vennootschap in België of het buitenland en dat de

5 63 verrichtingen plaatsvinden buiten enige wettelijke of aangegeven activiteit. De financiële circuits worden zo gebruikt om illegale handelsactiviteiten uit te voeren en eveneens de opbrengst van die activiteiten wit te wassen, waarna winst van die activiteiten opnieuw wordt ingebracht om zo nieuwe illegale handelsactiviteiten uit te voeren. Een ander deel van de dossiers betreft bankverrichtingen door personen die officieel een handelsactiviteit uitvoeren dat als dekmantel dient voor de trafiek. Vennootschap X, gelegen in België en vertegenwoordigd door A, afkomstig uit Afrika met verblijf in België, was houder van meerdere rekeningen. Die rekeningen werden gecrediteerd door stortingen in opdracht van vennootschap Y, eveneens gelegen in België. Het bedrag van deze stortingen kwam ongeveer overeen met het zakencijfer dat vennootschap X aangaf bij de belastingadministratie. Naast deze verrichtingen werden de rekeningen van vennootschap X ook gecrediteerd door transfers met als mededeling aankoop tweedehands voertuigen en door stortingen in contanten. Daarna werden er opnames in contanten uitgevoerd. Deze verrichtingen hielden waarschijnlijk verband met de aankoop van tweedehands voertuigen in België met de bedoeling ze in het buitenland te verkopen. A bleek politioneel gekend te zijn voor verschillende inbreuken. Een deel van de verrichtingen die via de rekening van vennootschap X verliepen werd klaarblijkelijk uitgevoerd buiten het kader van een wettelijke of aangegeven activiteit met gelden afkomstig van illegale bedrijvigheid. De financiële circuits werden eveneens gebruikt om de opbrengst van dit misdrijf wit te wassen en de winst van die activiteiten werd opnieuw ingebracht om nieuwe handelsactiviteiten uit te voeren. Er werd een opsporingsonderzoek geopend. Illegale diamanthandel In de loop van het voorbije jaar meldde de Cel opnieuw verschillende dossiers door in verband met diamanthandel. De FAG benadrukt dat verschillende karakteristieken die eigen zijn aan diamanten deze sector zeer gevoelig maken voor illegale handel 25. In het volgende voorbeeld worden de bankrekeningen gebruikt als doorsluisrekeningen. Vennootschap X, onlangs opgericht in België en actief in de diamantsector, was houder van een rekening bij een bank in België. In enkele maanden tijd werd deze rekening gecrediteerd in opdracht van vennootschappen actief in dezelfde sector. Het geld werd vervolgens onmiddellijk overgemaakt naar het buitenland, voornamelijk ten gunste van vennootschap Y, actief in de diamanthandel in Afrika. Uit onderzoek van de Cel bleek dat het aantal en de omvang van het aantal verrichtingen exponentieel toenamen na de opening van de rekening van vennootschap X. De fondsen bleven nooit lang op dezelfde rekening, waardoor kon worden afgeleid dat ze als doorsluisrekening werd gebruikt. Daarnaast bleek dat vennootschap X dezelfde maatschappelijke zetel en maatschappelijk doel had als een andere vennootschap, vennootschap Z, die het voorwerp uitmaakte van een gerechtelijk onderzoek Bovendien waren verscheidene tegenpartijen vennootschappen die reeds het voorwerp uitmaakten van dossiers die door de Cel waren doorgemeld in verband met illegale diamanthandel. Uit al deze elementen bleek dat vennootschap X kort daarvoor was opgericht met het doel de activiteiten van vennootschap Z, die het voorwerp uitmaakte van een gerechtelijk onderzoek, over te nemen. Een gerechtelijk onderzoek werd geopend. Bij een ander deel van de dossiers zijn personen betrokken die niet rechtstreeks in verband staan met de diamantsector. Uit onderzoek van de Cel blijkt dat vennootschappen zonder 25 FAG, Verslag over witwastypologieën , blz. 27.

6 64 enige band met de diamantsector als dekmantel werden gebruikt om fondsen van illegale oorsprong te vermengen met fondsen uit legale handelsactiviteiten. De Cel ontving een melding inzake de rekening van vennootschap X, actief in de in- en uitvoer van voedingsmiddelen en gevestigd in een offshore centrum. Deze vennootschap werd vertegenwoordigd door de bestuurders die in het Midden-Oosten verbleven. Binnen het jaar werd de rekening gecrediteerd door verschillende transfers in opdracht van Afrikaanse vennootschappen uit dezelfde sector en vennootschap Y, een Afrikaanse vennootschap uit de diamantsector. Het geld werd onmiddellijk overgemaakt naar de persoonlijke rekening in België van één van de bestuurders, waarna het werd overmaakt naar het buitenland ten gunste van verscheidene vennootschappen. Het merendeel van de transfers op de rekening van vennootschap X bleken betrekking te hebben op de handel in voedingsmiddelen, maar er bestond geen enkele economische rechtvaardiging voor de transfers van vennootschap Y uit de diamantsector. Vennootschap Y maakte het voorwerp uit van een onderzoek met betrekking tot bloeddiamanten. De naam van deze vennootschap werd ook vermeld in een verslag van de Verenigde Naties inzake bloeddiamanten. Hieruit rees het vermoeden dat de rekening van vennootschap X als dekmantel diende om fondsen van illegale handel in diamanten te vermengen met fondsen uit legale handel in voedingsmiddelen. Er werd een opsporingsonderzoek geopend. Ernstige en georganiseerde fiscale fraude De witwasverrichtingen in dossiers in verband met ernstige en georganiseerde fiscale fraude zijn voor het merendeel bankverrichtingen in het circulatiestadium. Dossiers m.b.t. BTW-carrousselfraude In 2004 betrof het merendeel, of 89.6%, van de dossiers inzake ernstige en georganiseerde fiscale fraude BTW-carrousels. De analyse van deze dossiers wijst terug op verschillende kenmerkende elementen die door de Cel in de loop van de vorige jaren reeds werden aangehaald, met name het gebruik van doorsluisrekeningen, schermvennootschappen en stromannen 26. De dossiers zijn omvangrijk, zowel wat betreft de ingewikkelde vennootschaps- en financiële structuren als de totaalbedragen, hoewel de Cel in de loop de jaren heeft vastgesteld dat de bedragen van de individuele dossiers geleidelijk aan zijn afgenomen. Dit feit wordt verklaard doordat de financiële instellingen de verrichtingen die kenmerkend zijn voor dergelijke fraude steeds vroeger opsporen en sneller overgaan tot een melding. Naast carrousels met informaticamateriaal, auto s, petroleumproducten of textiel heeft de Cel in 2004 ook verschillende dossiers doorgemeld inzake BTW carrouselfraude in de telefonieen telecommunicatiesector, in het bijzonder met telefoonkaarten. Vooral de markt van de belwinkels blijkt zeer veranderlijk te zijn en wordt gekenmerkt door talrijke openingen, sluitingen en verkopen van winkels. De diensten die de klanten worden aangeboden geven aanleiding tot talrijke fraudegevallen waarbij eveneens banden werden vastgesteld met ernstige georganiseerde misdaad 27. In één van die dossiers werden verrichtingen uitgevoerd op de rekening van vennootschap X, actief in de handel in telefoonkaarten in België. Kort na de opening van die rekening werden er aanzienlijke stortingen in contanten uitgevoerd. Het geld werd daarna gebruikt om 26 Zie het 9e Activiteitenverslag 2001/2002, blz Hand., Senaat, nr. 3-70, 8 juli 2004.

7 65 cheques uit te schrijven ten gunste van vennootschappen actief in de handel in telefoonkaarten. Uit onderzoek van de Cel bleek dat de rekening gebruikt werd als doorsluisrekening. Zowel het aantal als de omvang van de verrichtingen waren exponentieel toegenomen, waardoor het zakencijfer in een korte tijdspanne sterk steeg. Bovendien was het adres dat door vennootschap X werd opgegeven slechts een postbus. Tenslotte hadden sommige handelaars in telefoonkaarten reeds het voorwerp uitgemaakt van een dossier dat door de Cel werd doorgemeld in verband met de BTW-carrousels en sommige maakten het voorwerp uit van een onderzoek van de belastingadministratie. Er werd een opsporingsonderzoek geopend. Dossiers m.b.t. andere vormen van ernstige en georganiseerde fiscale fraude De andere dossiers die in 2004 werden doorgemeld in verband met ernstige en georganiseerde fiscale fraude maken 10,4 % uit van de doorgemelde dossiers en worden gekenmerkt door hun internationale omvang en het gebruik van ingewikkelde constructies, zoals schermvennootschappen of stromannen. De bedragen die in deze dossiers voorkomen, zijn over het algemeen zeer aanzienlijk en belopen soms meerdere miljoenen euro. Oplichting De dossiers in verband met oplichting nemen de derde plaats in de onderverdeling per criminaliteitsvorm van de doorgemelde dossiers. In vergelijking met de voorbije jaren werd een hoger aantal van dergelijke dossiers doorgemeld 28. Dossiers m.b.t Nigeriaanse oplichting De Cel ontving meerdere meldingen van verschillende wisselkantoren inzake Nigeriaanse onderdanen die enerzijds geld ontvangen van Noord-Amerika en in mindere mate van Europa en Australië, en anderzijds geld versturen naar begunstigden in Afrika. De Cel kon gemeenschappelijk elementen vaststellen in verschillende dossiers die er op wijzen dat er een netwerk achter dit soort fraude zit. Zo gebruiken de betrokkenen vaak dezelfde wisselkantoren en voeren ze hun verrichtingen uit op dezelfde datum. Dezelfde begunstigden of opdrachtgevers komen eveneens in meerdere dossiers voor. Het blijkt dat deze betrokkenen niet officieel ingeschreven zijn op het adres dat ze opgeven en dat ze geen enkele gekende economische activiteit uitoefenen in België. Het stramien van deze oplichting verloopt als volgt: personen met verblijf in het buitenland nemen contact op met personen of vennootschappen gevestigd in andere landen en vragen hen om hulp om geld uit hun land van oorsprong te sluizen. Ze beweren dat het gaat om eerlijk verkregen kapitaal dat omwille van de wisselreglementering geblokkeerd zit in hun land. Om het geld het land uit te sluizen vragen ze de personen in kwestie om het bedrag van valse facturen op een Belgische bankrekening te ontvangen. In ruil wordt een aanzienlijke commissie beloofd op het geld dat het land wordt uitgesluisd. De personen die hierop ingaan moeten bepaalde kosten voorschieten. Dit is het eigenlijk opzet van de ganse bedoening. Nadat ze de gevraagde kosten hebben voorgeschoten aan de buitenlandse onderdanen horen 28 Deze evolutie is grotendeels het gevolg van de inwerkingtreding van de wet van 12 januari 2004 waardoor het onderliggend misdrijf van financiële oplichting uitgebreid werd tot oplichting als dusdanig.

8 66 de personen in kwestie er niets meer van 29. De witwashandeling bestaat uit de internationale transfers bij Belgische wisselkantoren. Binnen de tijdspanne van enkele maanden bezocht een Nigeriaanse onderdaan meermaals hetzelfde wisselkantoor om fondsen te ontvangen van verschillende opdrachtgevers in Noord-Amerika. De namen van bepaalde opdrachtgevers kwam meerdere keren voor. Hij verstuurde een deel van dit geld naar verschillende begunstigden in Nigeria. De betrokkene verklaarde in België te wonen maar was niet ingeschreven op het opgegeven adres. Hij oefende bovendien geen enkele gekende beroepsactiviteit uit in België die de transfers konden verantwoorden. Uit inlichtingen ingewonnen door de Cel bij het Amerikaans meldpunt bleek dat de betrokkene gekend was in het kader van een onderzoek inzake Nigeriaanse oplichting. De kenmerken uit dit dossier bevestigden dat deze oplichting gericht was op Amerikanen. De fondsen afkomstig van deze oplichting werden vervolgens witgewassen in België via internationale transfers. Er werd een opsporingsonderzoek geopend. De Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen maakt het publiek vaak attent op dit fraudemechanisme 30. De FAG benadrukte eveneens dat Nigeriaanse criminele organisaties betrokken zijn in deze fraude op grote schaal 31. Illegale drughandel In het verleden waren de verrichtingen bij dossiers inzake illegale drughandel voornamelijk manuele wisselverrichtingen, maar tegenwoordig stelt de Cel vast dat de verrichtingen zich voornamelijk voordoen in het circulatiestadium. Dit duidt erop dat misdadigers zich gemakkelijk aanpassen en hun toevlucht nemen tot steeds meer ingewikkelde witwastechnieken om hun verrichtingen moeilijker opspoorbaar te maken. Gebruik van een trust en een advocatenkantoor Wanneer de witwassers meer ingewikkelde constructies gebruiken werkt dit de ondoorzichtigheid van de verrichtingen in de hand, zoals het onderstaande dossier aantoont waarin een trust en een advocatenkantoor tussenkomen. Een buitenlandse onderdaan met verblijf in België opende een rekening bij een financiële instelling. Onmiddellijk hierna kwam er op de rekening een zeer aanzienlijke transfer van een advocatenkantoor uit Noord-Amerika. Dit bedrag was het resultaat van de afsluiting van de rekening op naam van een trust. De betrokkene vroeg om dit bedrag in contanten op te nemen. De bank deed onmiddellijk een melding aan de Cel, die besloot verzet aan te tekenen tegen deze opname. Uit inlichtingen die de Cel verkreeg van het meldpunt van het land van oorsprong van de betrokkene, bleek dat hij gekend was voor illegale drughandel. Het politioneel verleden van de betrokkene, het feit dat een onlangs geopende rekening werd gecrediteerd voor een aanzienlijk bedrag afkomstig van een advocatenkantoor in het buitenland gevolgd door de opname in contanten en het gebrek aan doorzichtigheid bij het 29 Zie hierover ook de webstek van de Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen ( in het bijzonder onder Spaardersinfo. 30 Ibidem. 31 FAG, Verslag over witwastypologieën , Verslag over witwastypologieën

9 67 gebruik van een trust, waren even zovele kenmerken van een witwasverrichting. Er werd een opsporingsonderzoek geopend. Mensenhandel en handel in clandestiene werkkrachten Dossiers inzake Chinese netwerken In de loop van het voorbije jaar bevestigde de ontleding van verschillende doorgemelde dossiers het bestaan van Chinese netwerken die actief zijn in mensenhandel en de handel in clandestiene werkkrachten. De betrokkenen in deze dossiers beantwoorden aan het volgende profiel: het gaat om Chinese onderdanen zonder officieel adres in België, ze zijn geen bestuurder van een vennootschap en zijn niet onderworpen aan de BTW in België. Als ze al een gekende officiële economische activiteit uitoefenen, volstaat die niet om de omvang van hun verrichtingen te rechtvaardigen. Die verrichtingen worden voornamelijk uitgevoerd bij financiële instellingen. Er wordt een rekening geopend waarop verschillende stortingen in contanten plaatsvinden, gevolgd door transfers naar China ten gunste van verscheidene begunstigden. De omvang en de frequentie van de stortingen en de omvang van de overschrijvingen naar China wijzen erop dat de betrokkenen niet voor eigen rekening handelen maar voor rekening van de mensenhandelaars. Zowel de debet- als creditverrichtingen op de rekeningen die door de betrokkenen worden geopend duiden aan dat ze gebruikt worden als verzamelrekeningen. Een Chinese onderdaan, die verklaarde in België te verblijven, had een rekening geopend bij een financiële instelling. Na de opening werd de rekening gecrediteerd door verschillende stortingen in contanten van gemiddeld 3000 EUR. Dit geld werd dan onmiddellijk en bijna volledig overgeschreven naar dezelfde begunstigden in China. De betrokkene was niet officieel ingeschreven in België en er bestond geen enkele economische rechtvaardiging voor de omvang en de frequentie van de uitgevoerde verrichtingen. Bovendien oefende de betrokkene geen enkele officiële economische activiteit uit in België. Uit politionele bron bleek dat de betrokkene bindingen had met mensenhandelaars, voor wier rekening hij dus leek te werken. Een opsporingsonderzoek werd geopend Ook andere elementen zijn kenmerkend voor meerdere van deze dossiers, zoals het verband met Chinese restaurants of de betrokkenheid van Chinese studenten met een studentenvisum. Het Centrum voor gelijkheid van kansen stelt in haar recentste verslag dat Chinese restaurants regelmatig opduiken als safehouse waar illegalen verzameld en gehuisvest worden voor ze hun transport verder kunnen zetten. In deze veilige huizen worden ze dikwijls al aan het werk gezet om hun reiskosten te betalen 32. Dit verslag benadrukt eveneens dat het aanvragen van studentvisa vaak wordt gebruikt bij mensenhandel 33. Dossier m.b.t. de bouwsector De fondsen die voortvloeien uit de handel in clandestiene werkkrachten worden vaak witgewassen door middel van transfers naar persoonlijke rekeningen van de vertegenwoordigers van vennootschappen uit deze sector en door opnames in contanten. 32 Federale overheidsdienst Justitie, Verslag over de georganiseerde criminaliteit in België in Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, Jaarverslag over mensenhandel: Analyse vanuit het slachtofferperspectief 2004, blz. 10.

10 68 De Cel ontving een melding van een bank in verband met een verdachte verrichting door de volmachthouder van een rekening van een van hun cliënten, vennootschap A, gevestigd in België en actief in de bouwsector. De betrokkene, directeur van die vennootschap, vroeg om een rekening te openen in naam van vennootschap B, een vennootschap in oprichting actief in dezelfde sector. De directeur van vennootschap B had geen beroepsactiviteit, terwijl de betrokkene verondersteld was volmachthouder te zijn van de rekening en het bedrag voor de oprichting te storten in contanten. De bank weigerde de rekening te openen. Na de melding van de bank onderzocht de Cel de bewegingen op de rekening van vennootschap A. De creditverrichtingen bestonden uit stortingen van verschillende privé-personen. De debetverrichtingen bestonden uit stortingen ten gunste van de persoonlijke rekening van de betrokkene en uit opnames in contanten. De betrokkene was politioneel gekend voor de rekrutering van clandestiene werkkrachten uit Oost-Europa. Deze elementen toonden aan dat de fondsen die op de rekening van vennootschap A werden gestort klaarblijkelijk overeenkwamen met de betaling van onroerende goederen door de privé-personen, waarbij een deel werd gebouwd door clandestiene werknemers. De transfers op de persoonlijke rekening van de betrokkene, evenals de opnames in contanten kwamen overeen met het witwassen van het geld afkomstig van dit misdrijf. Er werd een opsporingsonderzoek geopend. In een ander dossier werd de rekening van een vennootschap X, actief in de bouwsector en vertegenwoordigd door A, een Europese onderdaan met verblijf in België, voornamelijk gecrediteerd door transfers in opdracht van vennootschap Y, actief in dezelfde sector. De fondsen werden vervolgens overgeschreven op de Belgische rekening van de buitenlandse vennootschap Z, vertegenwoordigd door A en B, een andere Europese onderdaan met verblijf in het buitenland. Een deel van het geld werd door B in contanten opgenomen. Een ander deel werd eerst overgeschreven naar de rekening B en daarna in contanten opgenomen. De vennootschappen X en Z hadden schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en waren hiervoor reeds veroordeeld. Het bleek eveneens dat vennootschap Z gekend was om met vervalste werkvergunningen clandestiene werkkrachten naar hier te halen waardoor ze geen sociale zekerheid betaalden in België, noch in hun land van herkomst. Vermoedelijk werd het geld dat door B in contanten was opgenomen gebruikt om werknemers te betalen buiten enig officieel aangegeven kader. Er werd een gerechtelijk onderzoek geopend. Misbruik van vennootschapsgoederen Gebruik van doorsluisrekeningen Ook in dossiers in verband met misbruik van vennootschapsgoederen gebruiken witwassers vaak doorsluisrekeningen. In een van deze dossiers was vennootschap X, actief in de horecasector, houder van een rekening die werd geopend door A, bestuurder van vennootschap X. Kort na de opening vond er op de rekening een belangrijke storting in contanten plaats,waarvan de oorsprong niet was gekend. De fondsen waren overgeschreven ten gunste van vennootschap Y, actief in de vastgoedsector en gevestigd in het buitenland. De rekening vertoonde hierna geen bewegingen meer. A verantwoorde deze transfer door zijn deelname in het kapitaal van vennootschap Y. De verrichtingen pasten niet binnen het maatschappelijke doel van de vennootschap X. Uit politionele bron werd duidelijk dat A reeds gekend was in het kader van misbruik van vennootschapsgoederen van andere vennootschappen waarvan hij eveneens bestuurder was. Bovendien duidde het feit dat de rekening daarna geen verrichtingen liet optekenen erop dat de rekening enkel werd geopend om de witwasverrichting uit te voeren en eventuele latere opzoekingen te bemoeilijken. Er werd een opsporingsonderzoek geopend.

11 69 Gebruik van stromannen In andere dossiers worden rekeningen gebruikt die op naam van stromannen werden geopend. Persoon A was titularis van rekening bij een bank in België. Deze rekening werd voor een aanzienlijk bedrag gecrediteerd in opdracht van een vennootschap X in vereffening. Dezelfde dag ontving de bank een fax ondertekend door A, die enerzijds vroeg een cheque uit te schrijven ten gunste van B met als mededeling de aankoop van aandelen, en anderzijds vroeg om het andere deel van de fondsen over te schrijven ten gunste van C met een mededeling die verwees naar een gift. De uitgevoerde verrichtingen stonden in verband met de aankoop door C van effecten van B en de doorverkoop van dezelfde effecten aan vennootschap X aan een hogere koers. Door deze verrichtingen uit te voeren maakte C een aanzienlijke winst ten nadele van vennootschap X. Zoals bleek uit de historiek van de rekening, betaalde vennootschap X de aankoop van de effecten op de rekening van A. Het verschil tussen de verkoopprijs voor vennootschap X en de aankoopprijs voor B werd overgeschreven door A ten gunste van C. Bovendien bleek dat C een familielid was van A en ook in verband kon worden gebracht met D, die de vereffenaar van vennootschap X was. De opdracht om de cheque uit te schrijven en het geld over te schrijven werd daarenboven gefaxt door een vennootschap waarvan D bestuurder was. Daarnaast was het opmerkelijk dat de vennootschap X nog speculatieve verrichtingen uitvoerde hoewel ze in vereffening was. De rekening van A werd klaarblijkelijk gebruikt om de identiteit van de economische rechthebbenden van deze verrichtingen, C en D, en de onderliggende belangenvermenging af te schermen. Er werd een opsporingsonderzoek geopend. De financiering van terrorisme Verrichtingen met internationale transfers Bij de financiering van terrorisme door middel van internationale transfers komen verschillende typologische kenmerken voor. Deze omvatten onder meer valse identiteiten, stromannen en schermvennootschappen om mogelijke opsporing te vermijden. De fondsen worden ook vanuit meerdere financiële instellingen overgeschreven om de indruk te wekken dat deze overschrijvingen allemaal een verschillende oorsprong hebben zonder duidelijke onderling verband. In een dossier opende een Belgische ingezetene zonder officiële band met België twee rekeningen in verschillende agentschappen van dezelfde bank. De eerste rekening werd geopend op naam van vennootschap X, gevestigd in Noord-Amerika en de tweede op naam van vennootschap Y, gevestigd in een offshorecentrum. Op de eerste rekening vonden aanzienlijke stortingen in contanten plaats, gevolgd door overschrijvingen naar het buitenland ten gunste van vennootschappen die klaarblijkelijk actief waren in de textielsector, waaronder de vennootschap Z. De tweede rekening werd gecrediteerd door transfers uit het buitenland, met name van in opdracht van vennootschap Z. De fondsen werden weer naar het buitenland overgeschreven, voornamelijk naar vennootschap Q. Er was geen enkele duidelijke economische rechtvaardiging om de verrichtingen via rekeningen in België uit te voeren. Het feit dat er rekeningen van twee vennootschappen bij dezelfde bank werden gebruikt om verrichtingen uit te voeren die met elkaar verband hielden in verschillende agentschappen van de bank, liet vermoeden dat de verrichtingen gesplitst werden. Uit inlichtingen van een buitenlands meldpunt bleek dat de betrokkene het voorwerp uitmaakte van een onderzoek in het buitenland inzake terrorisme. De handelsactiviteiten van deze laatste in de textielsector konden als dekmantel dienen voor zijn criminele activiteiten. Er werd een opsporingsonderzoek ingesteld.

12 70 Volgens de FAG beschikken de financiële instellingen momenteel slechts over een beperkt aantal indicatoren waardoor kan worden nagegaan of de overschrijvingen mogelijk voor de financiering van terrorisme bedoeld zijn. Deze indicatoren hebben betrekking op de naam van de betrokken partijen en de oorsprong of de geografische bestemming van de verrichting. Het bedrag van de afzonderlijke overschrijvingen laat niet toe om vast te stellen of het financiële systeem wordt gebruikt voor de financiering van terrorisme omdat het bij deze overschrijvingen over het algemeen over zeer kleine bedragen gaat 34. Het gebruik van verenigingen zonder winstoogmerk De financiering van terrorisme met behulp van verenigingen zonder winstoogmerk bestaat meestal uit twee stappen: eerst worden er meerdere stortingen en overschrijvingen van beperkte omvang, namelijk giften van particulieren, uitgevoerd op een bankrekening in België op naam van een vereniging zonder winstoogmerk; daarna worden de bedragen van de individuele giften gegroepeerd om naar het buitenland te worden overgeschreven, over het algemeen ten gunste van het moederbedrijf van de vereniging zonder winstoogmerk. De betrokken verenigingen zonder winstoogmerk worden opgericht door personen die gekend staan voor hun banden met terroristische groeperingen, met de bedoeling fondsen te verzamelen om hun criminele activiteiten te financieren. In bepaalde dossiers gebruiken terroristen zowel verenigingen zonder winstoogmerk als schermvennootschappen. In een dossier inzake vennootschap X, gevestigd in België, was de vennootschap houder van een rekening waarop vele stortingen in contanten plaatsvonden. Deze fondsen warden vervolgens onmiddellijk overgeschreven naar het buitenland ten gunste van vennootschappen. Uit onderzoek van de Cel bleek dat vennootschap X een schermvennootschap was. Volgens de eerste gepubliceerde balans van de vennootschap had er geen enkele activiteit plaatsgevonden tijdens de eerste maanden. Daarenboven had de vennootschap een zeer uitgebreid maatschappelijk doel, waardoor ze vrijwel elke activiteit kon uitoefenen, wat eveneens kenmerkend is voor schermvennootschappen. Uit verrichtingen op de rekeningen van deze vennootschap werd duidelijk dat ze gebruik werd als doorsluisrekening. De belangrijkste verrichtingen werden uitgevoerd in kleine coupures door persoon A. Deze laatste, verblijvend in België, was volmachthouder op de rekening van vennootschap X en was een van de bestuurders van een vereniging zonder winstoogmerk. De kleine coupures die voor de stortingen werden gebruikt wezen er op dat de fondsen afkomstig konden zijn van geldinzamelingen bij sympathisanten. Uit politionele bron bleek dat deze vereniging gekend stond wegens banden met een terroristische groep, zoals dit ook het geval was voor één van de andere bestuurders, die bovendien bestuurder was van vennootschap X. Deze elementen wezen aan dat vennootschap X een schermvennootschap was waarvan de rekening gebruikt werd voor internationale transfers van fondsen van een vereniging zonder winstoogmerk met terroristische banden. Het federale parket opende een opsporingsonderzoek. De FAG 35 heeft bepaalde waarschuwingssignalen aangeduid die de aandacht moeten wekken van de meldingsplichtigen. Het gaat vooral om het gebrek aan samenhang tussen het soort en 34 FAG, Verslag over witwastypologieën en de financiering van terrorisme, , blz De FAG richtte onlangs een werkgroep op met als taak een zo volledig mogelijke lijst van indicatoren van een witwasverrichtingen en de financiering van terrorisme op te stellen. Deze werkgroep heeft een opdracht op lange termijn en zal de resultaten van haar onderzoek slechts over enkele maanden kunnen bekend maken. 35 Ibid, blz

13 71 de omvang van de financiële verrichtingen en anderzijds het opgegeven doel en de activiteiten van de instelling; de plotse stijging van de frequentie en de omvang van de bewegingen op de rekening van een vereniging zonder winstoogmerk of vice versa, waarbij de fondsen gedurende lange periode op de rekening van de vereniging blijven; het ontbreken van giften van schenkers verblijvend in het land van oorsprong van de vereniging; een groot aantal verenigingen met onverklaarbare verbanden (verschillende verenigingen schrijven onderling geld over of hebben hetzelfde adres of dezelfde bestuurders) Dossiers inzake niet-bancaire verrichtingen De niet-bancaire verrichtingen in de dossiers uit het tweede stadium omvatten money remittance verrichtingen of, met andere woorden, geldoverdrachten. Deze bestaan uit stortingen in contanten gevolgd door internationale transfers met tussenkomst van internationale systemen van geldoverdracht. Met deze diensten, die voornamelijk worden verleend door wisselkantoren, kan geld van en naar het buitenland worden overgemaakt. Het aandeel van de doorgemelde dossiers in verband met money remittance kende in de loop van het voorbije jaar een lichte daling. De dossiers waarin deze verrichtingen voorkomen houden voornamelijk verband met mensenhandel en de exploitatie van prostitutie. De exploitatie van prostitutie en mensenhandel Net als voorgaande jaren neemt de exploitatie van prostitutie en mensenhandel de vierde plaats in de verdeling van de doorgemelde dossiers per criminaliteitsvorm. Het onderzoek van de in 2004 doorgemelde dossiers bevestigt het bestaan van prostitutienetwerken en netwerken van mensenhandel. Hoewel de Cel nog steeds dezelfde typologische kenmerken en aanwijzingen vaststelt, komt daarbij dat de landen van herkomst van de koeriers en bestemmingen van de transfers steeds gevarieerder zijn. Zo blijkt dat het gaat om volledige regio s, voornamelijk in Zuid-Amerika en Centraal- en Oost-Europa. Dit verschijnsel lijkt erop te wijzen dat de netwerken zich steeds uitbreiden. Het belang van de vereenzelviging van de netwerken werd benadrukt in het verslag over mensenhandel van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding dat stelt dat om inzicht te verkrijgen in de complexe werking van mensensmokkel door criminele organisatie netwerkanalyse onontbeerlijk is 36. Om het kluwen van de georganiseerde misdaadwereld effectief te bestrijden is het noodzakelijk om deze netwerken van mensenhandel financieel door te lichten en de witwaspraktijken te bestrijden. Alleen hierdoor kan de georganiseerde misdaad en haar vertakkingen van mensenhandeltrafieken in haar wortels aangepakt worden Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, Jaarverslag over mensenhandel: Analyse vanuit het slachtofferperspectief 2004, blz Ibidem, blz. 43.

14 Investering Dossiers inzake verrichtingen met effecten Aankoop van aandelen met illegale gelden die voordien in het financiële stelsel werden ingebracht tijdens het inbreng- en circulatiestadium is één van de wijzen waarop de sector van de roerende waarden wordt gebruikt voor witwasdoeleinden. In een dossier dat werd doorgemeld in verband met private corruptie was de bestuurder van een vennootschap houder van een rekening bij een beursvennootschap in België. Deze rekening werd gespijsd door stortingen in contanten en de inning van cheques. Hierna vonden op de rekening aankopen en verkopen van effecten plaats die in een effectendossier werden geplaatst. De betrokkene maakte het voorwerp uit van een onderzoek naar private corruptie. De fondsen die voor de aankoop van de effecten werden gebruikt waren klaarblijkelijk afkomstig van dit misdrijf. Kort na zijn arrestatie gaf de betrokkene volmacht aan een derde om te kunnen beschikken over de tegenwaarde van de effecten. Gezien het dringend karakter van de zaak tekende de Cel krachtens artikel 12, 2 van de wet van 11 januari 1993 verzet aan tegen de terbeschikkingstelling van de waarden. De opname in contanten was klaarblijkelijk bedoeld om het verband tussen de bestemming van het geld en de illegale oorsprong te verbreken en mogelijke vervolging te vermijden. Er werd een opsporingsonderzoek geopend. Een ander dossier toont aan hoe fondsen van illegale oorsprong in roerende waarden wordt belegd door een beroep te doen op bankdiensten voor privé-vermogensbeheer. Een persoon met verblijf in België opende een rekening bij bank A waarop hij onmiddellijk een aanzienlijk bedrag in contanten stortte en waarvoor hij een beroep wenste te doen op privé-vermogensbeheer. Uit de documenten die de betrokkene verstrekte bleek dat de fondsen grotendeels afkomstig waren van de verkoop van effecten bij bank B en bleek eveneens dat kort voordien een inschrijving bij diezelfde bank plaatsvond. De rekening die werd geopend bij bank A werd vervolgens gecrediteerd door meerdere belangrijke overschrijvingen van de rekening van de betrokkene bij bank B. Korte tijd daarna vroeg de betrokkene aan bank A om het beheer van zijn vermogen stop te zetten, zijn beleggingen in geld om te zetten en de fondsen over te schrijven naar zijn rekening bij bank C. De overschrijving vond plaats en de fondsen werden beheerd in private banking bij bank C. Uit politionele bron bleek dat de betrokkene gekend was voor ernstige en georganiseerde fiscale fraude en dat deze onregelmatigheden waren gepleegd in dezelfde periode als toen de betrokkene de oorspronkelijke inschrijving uitvoerde bij bank B. Het leek dus waarschijnlijk dat de fondsen die werden gebruikt voor deze inschrijving afkomstig waren van illegale activiteiten. Dit dossier werd doorgemeld door de Cel op grond van witwassen uit ernstige en georganiseerde fiscale fraude. Een opsporingsonderzoek werd geopend. Naast de storting in contanten om effecten te kopen met de bedoeling de illegale oorsprong van de fondsen te verhullen, blijkt uit de doorgemelde dossiers van de Cel dat witwassers ook de materiële levering vragen om het spoor van de fondsen te onderbreken. Een persoon met verblijf in België had een aanzienlijk bedrag in contanten gestort op de rekening die hij kort daarvoor op zijn naam had geopend. Dezelfde dag werden de fondsen gebruikt om effecten aan te kopen. De betrokkene vroeg de materiële levering ondanks dat hiervoor kosten werden aangerekend, en sloot daarna de rekening af. De echtgenote van de betrokkene bleek het voorwerp uit te maken van een opsporingsonderzoek inzake misbruik van vennootschapsgoederen. Er vond geen enkele andere verrichting plaats op de rekening, waaruit kon worden afgeleid dat de rekening enkel werd geopend om de verrichting met de

15 73 effecten uit te voeren. De betrokkene handelde klaarblijkelijk voor rekening van zijn echtgenote en de fondsen voor de aankoop van effecten waren waarschijnlijk afkomstig van het misdrijf waarvoor zijn echtgenote gekend was. De materiële levering van de effecten had als doel om eventuele latere opzoekingen te bemoeilijken. Er werd een opsporingsonderzoek geopend Dossiers met verrichtingen in verband met de verzekeringssector Net zoals voorgaande jaren gaat het bij de doorgemelde dossiers, waarbij de verzekeringssector is betrokken, voornamelijk om levensverzekeringspolissen met éénmalige premie. In verschillende dossiers trok de betalingen van een éénmalige premie in contanten voor een hoog bedrag of een bedrag dat buiten verhouding stond met het inkomen van de verzekerde de aandacht van de melders. Een persoon met verblijf in België stortte kort nadat hij een rekening had geopend bij een financiële instelling aanzienlijke bedragen die hij had belegd door een belangrijke levensverzekeringpolis met eenmalige premie te onderschrijven. Hij liet vervolgens zijn rekeningen afsluiten, opende een nieuwe en vroeg de briefwisseling niet naar zijn thuisadres te sturen. Het betrof een student en de investering kwam niet overeen met zijn normaal financieel profiel. Uit politionele bron bleek dat de betrokkene gekend was voor handel in verdovende middelen. Een opsporingsonderzoek werd geopend. De vervroegde afkoop van levensverzekeringspolissen is een witwastechniek die meermaals voorkomt in doorgemelde dossiers. Een Belgisch koppel van rond de twintig sloot meerdere levensverzekeringspolissen met eenmalige premie af bij dezelfde verzekeringsmaatschappij in België. Enige tijd later vroegen ze de vervroegde uitbetaling in contanten van het kapitaal van al hun verzekeringen. Dit gegeven en de jonge leeftijd van de verzekeringnemers wekte de aandacht van de verzekeringsmaatschappij. Bovendien hadden de betrokkenen talrijke gerechtelijke voorgaanden en maakten zij het voorwerp uit van een opsporingsonderzoek inzake handel in verdovende middelen. Opname in contanten is, zoals gezegd, een vaak gebruikte witwasmethode om het spoor van de illegale fondsen te doen verdwijnen en aldus vervolging te vermijden. Dit dossier werd verwezen naar de correctionele rechtbank Dossiers met verrichtingen inzake investeringen in vennootschappen Fondsen van criminele oorsprong kunnen in de legale economie worden geplaatst door de oprichting en uitbating van een onderneming. Een Aziatische onderdaan, die naar België was gekomen met een toeristenvisum, was daarna eigenaar geworden van een restaurant dat hij had gefinancierd met een hypothecair krediet bij bank A. Dit krediet werd terugbetaald met overschrijvingen van een rekening bij bank B op naam van zijn echtgenote.in één jaar tijd werd de rekening van zijn echtgenote gecrediteerd door stortingen in contanten en gedebiteerd door opnames in contanten, alsook overschrijvingen naar bank A. Bij de debetverrichtingen vonden ook verschillende transfers naar China plaats ten gunste van een natuurlijke persoon. De hoofdbetrokkene was gekend voor inbreuken op de vreemdelingenwetgeving en de wetgeving inzake buitenlandse werknemers. Hij was eveneens gekend voor clandestiene tewerkstelling en had zelf illegaal in een restaurant in België gewerkt. Politiecontroles in zijn restaurant brachten verschillende inbreuken inzake het tewerkstellen van clandestiene werkkrachten aan het licht. Deze gegevens wezen er op dat de betrokkene vermoedelijk deel uitmaakte van een