NVOX. Diepte-investering in NLT. Van chemisch experiment tot wiskundig model. De wasknijperauto. Op expeditie naar de broeikaswereld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NVOX. Diepte-investering in NLT. Van chemisch experiment tot wiskundig model. De wasknijperauto. Op expeditie naar de broeikaswereld"

Transcriptie

1 magazine voor natuurwetenschap op school NVOX 2 Diepte-investering in NLT 33e jaargang februari 2008 nummer 2 Periodiek van de NVON Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen Van chemisch experiment tot wiskundig model De wasknijperauto Op expeditie naar de broeikaswereld

2

3 inhoudsopgave 33 e jaargang - februari nr 2 NVOX Kanon 60 De wasknijperauto IN DE KLAS Van chemisch experiment tot wiskundig model Wanda Guedens en Monique Reynders Smaakmakers (29): Toverlantaarns 1 Louis Mathot en Hubert Biezeveld Duikertje van Descartes Ineke Frederik Ballon kebab Ineke Frederik Nieuwe scheikunde op het Maaswaalcollege Frans Arnold, Laurens Houben, Erwin van den Berg, Yvonne Zwartjes en Emiel de Kleijn Kruiwagenspel Gerard Stout De papierfabriek Jules B. van Lier en Maartje J. Luteijn Vraagje bio Jan Theo Boer Danseresje: magie of magneet Leon van der Graaff Biologie en poëzie Marjan Bruinvels De wasknijperauto Frans Berckenkamp CURRICULUM/EXAMENS Diepte-investering in NLT Brechje Hollaardt en Nico Kerkhoven Weten leraren wat leerlingen bezighoudt? Jan van Delden, Rob van Woerkom, Horst Wolter en Marcel Kamp MENSEN Ontbijt met Machteld Roede Marianne Offereins Interview met Jan Broeders Jan Theo Boer EN VERDER Op expeditie naar de broeikaswereld Tine Béneker en Joop van der Schee Zonne-energie in ontwikkelingslanden Arnoud Pollmann Het paard als patiënt: 2500 jaar paardengeneeskunde Marianne Offereins Register 2007 JAARSTUKKEN RUBRIEKEN 76 Vereniging bestuur bijeenkomsten nieuw in de ledenservice 80 Media boekrecensies digitaal 85 Actueel wetenschap berichten 88 Colofon/Aansteker 89 Agenda Coverfoto: Voermans van Bree Fotografie Nadat Ineke Frederik op de Woudschoten natuurkundeconferentie de Minnaertprijs in ontvangst had genomen (voor de bisk-collega s: een prijs voor iemand die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor het natuurkundeonderwijs) stond Jan L, eerder en terecht Minnaertprijswinnaar, papiertjes uit te delen bij de uitgang van de zaal. Welke onderwerpen uit de natuurkunde zouden volgens u bij iedereen bekend moeten zijn? Of we dat maar wilden opschrijven. Vervang in bovenstaande zin natuurkunde door biologie, scheikunde, wiskunde, Engels, Frans, Duits, Nederlands, economie en stel deze vraag aan de leraren biologie, scheikunde, wiskunde, Engels, Frans, Duits, Nederlands, economie. Vervang vervolgens het woord natuurkunde door de woorden: rechten, schilderkunst, muziek, psychologie, marketing, politicologie, sociologie, zaadveredeling en stel deze vraag aan juristen, schilders, muzikanten, psychologen, marketing managers, sociologen, en zaadveredelaars. Vervang vervolgens het woord natuurkunde door de woorden: het veilingwezen, optometrie, glasindustrie, telecommunicatie, auto-onderdelenhandel, graszodenkwekerij, postbezorging, onderzoek naar nierdialysetechnieken, verkeersveiligheid en gezondheidszorg op Seychellen en stel deze vraag aan een veilingmeester, een opticien, een glasmaker, een medewerker van KPN, aan Van Dal hier op de hoek, aan een graszodenkweker, een postbesteller, aan een mevrouw die drie keer per week naar de nierdialyse moet, aan een politieagent en een huisarts op de Seychellen. Ja Jan, dat wordt een zootje, een ongeregeld zootje. En als je dan alles hebt uitgeschreven, gecatalogiseerd, verwerkt tot hapklare brokjes leerstof. Als je dan alles netjes in het mooie ik-wil-allesweten-boek hebt gefrot. Als je dan een vrachtwagenproducent hebt gevonden die een veelasser weet te construeren waar dat ik-wil-alles-wetenboek in vervoerd kan worden, dan blijkt dat voortaan iedereen tot z n 78 ste naar school moet om alles te leren wat zo belangrijk is. Kanonnen zijn apparaten waarmee veel schade en veel menselijk leed kan worden veroorzaakt. Als je dan per se een kanon wil, Jan, doe het dan zo. Vraag aan een postbesteller wat iedereen moet weten van politocologie, aan de veilingmeester w.i.m.w.v. telecommunicatie, aan een socioloog w.i.m.w.v. de auto-onderdelenhandel en aan Van Dal hier op de hoek w.i.m.w.v. de natuurkunde. Dan komen onze leerlingen misschien toe aan leren wat ze zelf willen weten en kunnen ze voor hun dertigste beginnen te zorgen voor hun nageslacht. knoppert@worldonline.nl februari 2008 NVOX 45

4 Van chemisch experiment tot wiskundig model Hoe chemie en wiskunde elkaars maatje worden Data-analyse komt neer op het zoeken naar onderlinge verbanden. Aan de hand van een wiskundig model kun je algemene uitspraken en/of voorspellingen doen. Met dit artikel willen de auteurs aantonen dat leerlingen in een leerlingenpracticum chemie gemeten data tijdens de les wiskunde kunnen verwerken tot een wiskundig model. Data die zich hier goed toe lenen zijn uit titraties verkregen metingen. Wanda Guedens en Monique Reynders / Universiteit Hasselt, België 46 We gaan van start met een les chemie! De beginsituatie Maleïnezuur is de triviale naam van cisbuteendizuur. Maleïnezuur is goed oplosbaar in water. De titratie van een onbekende maleïnezuuroplossing met een NaOH-oplossing van bekende concentratie is een toepassing van een zuur-basetitratie van een zwak diprotisch zuur met een sterke basische oplossing (figuur 1a). Wij titreren tot het tweede equivalentiepunt, zodat beide protonen gereageerd hebben met een hydroxide-ion. O O OH O - HO - OH OH Figuur 1a. Titratiereactie van een maleïnezuuroplossing met een NaOH-oplossing. Voor dit practicum moet je beschikken over de basiskennis van rekenen met een grafische rekenmachine; wij gebruikten de TI 83/84 Plus. Van je docent krijg je de nodige informatie om ook te kunnen meten met de betreffende grafische rekenmachine. Je registreert ph-metingen met een sensor die via een datalogger gekoppeld is met de grafische rekenmachine. Wij gebruikten de Vernier ph Sensor en de CBL2 O O H 2 O Figuur 1b. Experimentele opstelling voor de titratie van een maleïnezuuroplossing met een NaOH-oplossing met behulp van de grafische rekenmachine. datalogger (figuur 1b). Let er wel op dat het programma DataMate toegevoegd is aan de toepassingen in de rekenmachine. De ph Sensor is een Ag/AgCl combinatie-elektrode met een meetbereik van 0 tot 14 ph-eenheden. Het practicum Je werkt met een gestandaardiseerde 0,1000 mol/l NaOH-oplossing en met 100 ml maleïnezuuroplossing met onbekende concentratie. De buret vul je met de basische oplossing; in een bekerglas doe je de zure oplossing en met de nodige voorzichtigheid steek je de ph Sensor in de zure oplossing. Als je DataMate start zal het programma de ph Sensor detecteren, indien de koppeling ph Sensor - CBL2 - rekenmachine op een correcte manier gebeurd is. Bij elk titratiepunt voer je het toegevoegd volume van de basische oplossing manueel in. Tijdens de registratie van de metingen zie je de titratiecurve eerst groeien naar het eerste equivalentiepunt en dan naar het tweede equivalentiepunt. Hieruit kun je concluderen dat maleïnezuur een diprotisch zwak zuur is. DataMate slaat voor jou de meetresultaten standaard op in L1 en L2 (lijsten) zodat je deze niet kwijt bent na het afsluiten van het programma DataMate. Deze lijsten zijn een ideaal hulpmiddel voor het verder analyseren van de meetresultaten. In lijst L1 vind je het toegevoegd volume basische oplossing, terwijl in L2 de ph meetresultaten worden opgeslagen. Verder zul je zien dat wij deze lijsten veranderd hebben in lijst VOL voor het toegevoegd volume en lijst PH voor de phwaarden. Van deze meetresultaten kun je zelf grafische voorstellingen maken waarbij je meerdere curven op één scherm van je grafische rekenmachine kunt laten verschijnen, wat de analyse van de meetresultaten zeker bevordert. NVOX februari 2008

5 IN DE KLAS Analyse van de meetresultaten Uit een (VOL, PH)-grafiek kun je de concentratie van de maleïnezuuroplossing afleiden uit een van de twee equivalentiepunten (figuren 2 en 3). Figuur 2. (VOL, PH)-grafiek met aanduiding eerste equivalentiepunt. rekenmachine maakt het mogelijk een dergelijke curve verder te analyseren en op een wiskundige manier de equivalentiepunten vast te leggen. Met je data opgeslagen als lijsten in het rekentoestel ga je daarom voor verdere verwerking naar de wiskundeles. Zijn de begrippen eerste en tweede afgeleide van een functie voor jou bekend, maar die van numerieke gegevens een onbekend terrein, dan is het verwerken van meetgegevens uit een chemie-experiment een ideale kans om hiermee kennis te maken. Verwerken van lijsten In het menu voor het bewerken van lijsten kun je met 7:ΔLijst het verschil maken tussen de opeenvolgende meetpunten (figuur 4). Figuur 5b. Grafische aanduiding van het eerste equivalentiepunt met de eerste afgeleide. Figuur 6a. Lijst numerieke afgeleide van (VOL, PH)-curve in het tweede equivalentiepunt. 47 Figuur 3. (VOL, PH)-grafiek met aanduiding tweede equivalentiepunt. Wij stellen voor het tweede equivalentiepunt te nemen om de onbekende concentratie van maleïnezuur te berekenen, omdat bij het tweede equivalentiepunt een duidelijkere ph-sprong waar te nemen is (figuur 3). Uit het bekende volume zure oplossing, de bekende concentratie van de NaOH-oplossing en het gemeten volume toegevoegde NaOH-oplossing bij het tweede equivalentiepunt bereken je met de titratieformule (c OH -. V OH - = c H +. V H +) de concentratie van het zwakke zuur. Is de concentratie van de maleïnezuur-oplossing bekend, dan heb je genoeg gegevens verzameld om ook nog de evenwichtsconstanten van het zwakke zuur te berekenen. En nu over naar de les wiskunde! De beginsituatie Door het verloop van de (VOL, PH)-grafiek te traceren heb je tijdens de les chemie gezocht naar de equivalentiepunten, EP1 en EP2. Werken met de grafische Figuur 4. Bewerken van lijsten. Met de formule ΔLijst(PH)/ΔLijst(VOL) kun je de numerieke afgeleide van de meetresultaten opslaan in de lijst DC (figuren 5a en 6a). Figuur 5a. Lijst numerieke afgeleide van (VOL, PH) curve in het eerste equivalentiepunt. Figuur 6b. Grafische aanduiding van het tweede equivalentiepunt met de eerste afgeleide. Waar zich de equivalentiepunten bevinden kun je zien als je opmerkt waar de numerieke afgeleide een maximale waarde bereikt (figuren 5a,5b en figuren 6a,6b). Je kunt zelfs nog verder gaan en ook de numerieke tweede afgeleide berekenen met de formule ΔLijst(DC)/ΔLijst(VOL) en opslaan in de lijst DDC (figuren 7a en 8a). De methode is een goede wiskundige benadering voor het bepalen van de equivalentiepunten van een titratiecurve februari 2008 NVOX

6 Figuur 7a. Lijst numerieke afgeleide van (VOL, DC) curve in het eerste equivalentiepunt. Figuur 8b. Grafische aanduiding van het tweede equivalentiepunt met de tweede afgeleide. Conclusie Via de voorgestelde onderwijsmethode, waarbij gebruik wordt gemaakt van de voordelen van een grafische rekenmachine als multifunctioneel apparaat, leren leerlingen dat wiskunde en chemie sterk aan elkaar gerelateerd zijn. Dit inzicht is heel belangrijk omdat ze op die manier meer worden betrokken bij het lesgebeuren en zo hun interesse in wetenschappen en wiskunde groeit. Daarenboven worden contextgebonden onderwerpen in de chemie toegankelijker gemaakt. 48 Figuur 7b. Grafische aanduiding van het eerste equivalentiepunt met de tweede afgeleide. Figuur 8a. Lijst numerieke afgeleide van (VOL, DC)-curve in het tweede equivalentiepunt. Vanaf de meetresultaten die overeenstemmen met de respectievelijke equivalentiepunten naar de eerstvolgende meetresultaten maakt de numerieke tweede afgeleide een grote sprong. De methode die hier wordt gehanteerd, is een goede wiskundige benadering voor het bepalen van de equivalentiepunten van een titratiecurve. Maar een volledige beschrijving van de curve is minder opportuun omdat je rekening moet houden met de dimensie van de lijsten voor het uitzetten van de grafieken. Met de gehanteerde formules ΔLijst(PH)/ΔLijst(VOL) en ΔLijst(DC)/ΔLijst(VOL) hebben de lijsten DC en DDC telkens een element minder. Voor het weergeven van de grafieken waarbij telkens op de x-as de lijst VOL wordt uitgezet, zijn de dimensies van de lijsten verschillend. Voor het uitzetten van de (VOL, PH)-grafiek en de (VOL, DC)- grafiek op één scherm moet je dus de eerste waarde van de lijst PH verwijderen (figuren 5b en 6b). Een tweede waarde moet je verwijderen om de (VOL, PH)- grafiek en (VOL, DDC)-grafiek op één scherm te kunnen laten verschijnen (figuren 7b en 8b). Literatuur Guedens, W. & Reynders, M. (2003). Geboeid door Wiskunde en Wetenschappen-Chemie, Meten met sensoren in vier leerlingenpractica: Temperatuur-pH- Geleidbaarheid-Extinctie, D/2003/2451/33. LUC Diepenbeek, België. Holmquist D. & Volz D. (2000). Chemistry with computers - Using Logger Pro. Second ed. Beaverton: Vernier Software & Technology Wanda J. Guedens is docent chemie aan de Universiteit Hasselt, Campus Diepenbeek. Haar mailadres is wanda.guedens@uhasselt.be. Monique M. Reynders is wetenschappelijk adviseur aan de faculteit Wetenschappen van de Universiteit Hasselt, Campus Diepenbeek. Haar mailadres is monique.reynders@uhasselt.be. Kleintje wetenschap Lopen op water met maïzena Wie voldoende haast maakt, kan lopen over water met een suspensie van maïszetmeel (maïzena). Prof. Daniel Bonn, hoogleraar complexe vloeistoffen aan de UvA, heeft opgehelderd waarom maïzena zich zo gedraagt. Zijn groep bestudeerde de deeltjes door middel van MRI. Om te kunnen stromen moeten de bolvormige maïzenadeeltjes over elkaar kunnen rollen. Hiervoor hebben ze ruimte nodig. Dit betekent dat het materiaal moet uitzetten om te kunnen stromen. Het blijkt dat bij een hoge stroomsnelheid (veroorzaakt door de druk van de voet die wordt neergezet) de uitzetting te groot wordt om het volume verder te vergroten, en dan zouden de maïzenadeeltjes uit het water moeten verdwijnen. Hierdoor blokkeert het systeem zichzelf en wordt de stromingsweerstand gigantisch groot, en de wandelaar zinkt niet. Tot zover het bericht. Onze redacteur Jan de Gruijter heeft dit verschijnsel gedemonstreerd op het feest ter gelegenheid van zijn pensionering (te zien op p. 294 van nr. 6, 2007). De achtergrond vindt u in Physical Review Letters van 11 januari Bron: Nederlands Dagblad 18 januari 2008 NVOX februari 2008

7 IN DE KLAS Smaakmakers (29) Toverlantaarns 1 Huygens zou wel eens de uitvinder van de toverlantaarn kunnen zijn; want in 1659 schetste hij het principe in een brief. Of ging Drebbel hem nog vóór? Hij was niet de enige beroemde naam op dit gebied. Als zijn vader echter de lantaarn aan het Franse hof wil vertonen, saboteert hij dat botweg, géén kermisapparaten van de grote wetenschapper. Iets voor PWS of doeopdrachten? Louis Mathot en Hubert Biezeveld Wetenschappers Echt de eerste was Huygens ook weer niet want wat te denken van De Fontana met deze vergrote duivel? Het lijkt er toch sterk op dat dit plaatje een projectie uitbeeldt. Luikerwalen Rattenvangers uit Wallonië vandaar hun naam liepen met toverlantaarns op hun rug naar onze streken toen ze hun beroep niet langer met gif mochten uitoefenen. de Fontana, Huygens, Van Musschenbroek maakte in 1720 een tover lantaarn voor s Gravesande en die oudste lantaarn ter wereld is nog steeds in museum Boerhaave te bewonderen. Wheatstone hier met familie ontwierp de voor loper van de stereoscoop in Het Leger des Heils zag de kans schoon om via de lantaarn niet alleen Bijbelverhalen te vertonen om de schare van de plaatsen der verleiding, zoals de kermis, vandaan te houden maar ook het moreel verval een halt toe te roepen: drank en zedeloosheid. Een raadsel In het Teylermuseum zagen we deze grapho scoop, zo een als door Holmes tijdens de Amerikaanse burgeroorlog gemaakt is. Een gewone prentbriefkaart door de grote positieve lens bekeken, vertoont een ruimtelijk effect. 49 Er zijn vast leerlingen die zich hierin willen verdiepen en die een toverlantaarn in elkaar willen knutselen; zie de sites voor meer informatie. We zijn er nog niet achter hoe één enkele lens een stereo-effect kan geven, zoals bij de graphoscoop hiernaast. Wie weet het antwoord? Adressen februari 2008 NVOX

8 Duikertje van Descartes Ineke Frederik / TULO, TU Delft In de professionele uitvoering wordt het duikertje van Descartes ook wel Cartesiaans duiveltje genoemd. Het is dan een glazen poppetje met een bobbeltje op z n kop en een lange, dunne staart die om het dikke buikje is gewikkeld. Het duiveltje is hol en gedeeltelijk gevuld met water, zodat het net zweeft in een fles of pot met water. In een samendrukbare fles kan hij stijgen of dalen als je extern de druk op de fles variëert. Bij het naar boven gaan draait het duiveltje om zijn as. Er bestaan vele zelfmaakversies van het tamelijk bekende duikertje. Goedkoper vaak dan het glazen poppetje en zeker minder kwetsbaar. De pipet en de verzwaarde reageerbuis zijn vermoedelijk het bekendste. Daar kan nu de vacuvin-variant aan toegevoegd worden. Een kurk en een stalen kogel en het succes op de open dag is verzekerd. Zeer robuust en leerlingbestendig! Helaas: draaien doet dit duikertje niet net zomin als het pipetje of de reageerbuis. 50 Ballon kebab Ineke Frederik / TULO, TU Delft Niet om te eten deze kebab, maar om als geestelijk voedsel te dienen. Hoe kan dat nou? Als je in een ballon prikt met een speld hoor je toch de bekende knal? Dezelfde knal maar dan zachter natuurlijk die je ook hoort als een vliegtuig de geluidsbarrière doorbreekt. Of als het uiteinde van een zweep knalt. Geen knal deze keer, maar dankzij de speciale manier van rijgen een ballon kebab! De kunst is om de scherpe punt van het kebabstokje door het ballonvlies te steken op een plaats waar het vlies nauwelijks uitgerekt is. Dat is het geval bij de opening en in het ballonpuntje. Ik zag dit gedemonstreerd op de ASE-conferentie 2008 in Liverpool. Het maakt deel uit van een show waarin natuurkunde de theatrale hoofdrol vervulde. NVOX februari 2008

9 IN DE KLAS Nieuwe Scheikunde op het Maaswaalcollege Leerlingen 4 havo, docenten, toa en coach vertellen over hun ervaringen met het examenexperiment Nieuwe Scheikunde. Frans Arnold / Radboud Universiteit Nijmegen Laurens Houben, Erwin van den Berg en Yvonne Zwartjes / Maaswaascollege, Wijchen Emiel de Kleijn / SLO, Enschede Inleiding Bij de Nieuwe Scheikunde zijn velen actief: ontwerpers, toa s, docenten, coaches, een projectgroep en een stuurgroep. Na drie jaren van voorbereiding zijn we nu bezig deze inspanningen te verzilveren in een experimenteel examentraject, waaraan twaalf havo- en acht vwo-scholen meedoen. In dit examenexperiment wordt getoetst of het ontwikkelde lesmateriaal onderwijsbaar en haalbaar is (wat betreft de beschikbare tijd én studielast én leerbaarheid voor leerlingen) en ook toetsbaar is. 51 Organisatie en ondersteuning De deelnemende scholen zijn verdeeld in netwerken met een eigen coach. De docenten en toa s binnen zo n netwerk komen regelmatig bijeen om ervaringen uit te wisselen. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan het implementeren van modules, zowel inhoudelijk als (vak)didactisch, en ook aan de toetsing, in relatie tot de schooleigen situatie. Ieder kwartaal wordt een landelijke bijeenkomst georganiseerd om het proces te monitoren, knelpunten en succesfactoren te inventariseren en om suggesties te krijgen om de begeleiding van het examenexperiment en de bestaande modulen te verbeteren en bij te sturen. Via een gesloten deel van de site kunnen alle participanten met elkaar communiceren en informatie uitwisselen. Erwin van den Berg (docent): Veel leraren zien er tegen op om modulair onderwijs te geven. Ikzelf had dat ook. Mijn collega Laurens wist me te overtuigen: Nu kun je zelf meebeslissen over het materiaal en het helpen ontwikkelen. Uiteraard is het gemakkelijk om je (oude) boek te nemen en met wat aanpassingen je lessen te draaien. Maar is dit zo ontzettend verschillend met het werken met modules? Je begint met de module door te werken om de bedoeling van de makers te doorgronden. Je geeft vervolgens je eigen lessen met de module als leidraad. De modules hebben een logische opbouw, bevatten geen aannames: de formules worden afgeleid uit experimenten. Een van de proeven in deze module is het wegen van gassen zodat de dichtheid bepaald kan worden. Leerlingen vinden dit fantastisch. De getallen in Binas komen niet maar zo uit de lucht vallen. Nu we een maand of drie bezig zijn, moet ik zeggen dat het me meevalt. Uiteraard is een enthousiaste vakgroep waar de toa de belangrijkste schakel is een noodzaak. Docent Erwin van den Berg kijkt toe hoe een groepje leerlingen de massa bepaalt van een lege spuit gevuld met niets. Lesbezoek Frans Arnold en Emiel de Kleijn namen een kijkje bij een 4 havo-groep die bezig is met de module Op groene vakantie. Hierin mogen de leerlingen zelf een tiendaagse rondreis door Europa uitstippelen en daarbij hun eigen vervoermiddelen (minstens drie) kiezen. Vervolgens gaan zij uitrekenen voor elke soort brandstof hoeveel daarvoor nodig is. Hieruit kunnen ze dan hun eigen CO 2 -productie berekenen en daarmee bepalen hoeveel hectare eikenbos nodig is om deze CO 2 -productie (binnen twintig dagen) uit de lucht te halen (te assimileren). In deze module wordt veel chemisch gerekend. Ook wordt voor de theorie de februari 2008 NVOX

10 weg afgelegd van kommaformules naar molecuulformules. Voorlopige conclusie Uit de gesprekken met de scheikundedocenten en de toa en uit hun optreden in de klas kunnen we concluderen dat met veel inzet en enthousiasme gewerkt wordt aan de Nieuwe Scheikunde. De leerlingen zijn door het nieuwe materiaal actiever betrokken bij de les, niet alleen omdat ze meer practicum doen dan voorheen, maar vooral ook omdat ze zich meer eigenaar voelen van de door te werken leerstof. De Nieuwe Scheikunde vergt de nodige tijd en voorbereiding bij invoering in de klas, maar maakt ook veel positieve energie vrij bij leerlingen en onderwijsgevenden. Docent Laurens Houben in gesprek met een groepje leerlingen over wat de massa van een lege spuit precies betekent. 52 Laurens Houben (docent): Een belangrijke reden waarom ik deelneem is dat ik na tien jaar praten over leerstijlen en lesvormen dringend behoefte had om terug te keren naar mijn voornaamste drijfveer: leerlingen liefde voor mijn vak scheikunde bijbrengen. In de opstartperiode van Nieuwe Scheikunde mochten duizend bloemen bloeien. Het trok me aan om het vak goed tegen het licht te houden en opnieuw vorm te geven. Er werden weinig kaders gesteld. Ik kon en kan me vinden in de richtlijn om uit te gaan van actuele contexten en daarbij de chemische concepten aan te brengen, om zorgvuldig en bewust om te gaan met micro- en macrodenken. Ik vind het een verademing met andere chemici weer over het vak te praten en over de nieuwe dingen die we in de klas willen doen. De tientallen jaren ervaring blijken toch veel nuttige bagage achtergelaten te hebben in plaats van de gevreesde ballast. Mijn collega en ik besteden nu veel meer tijd aan onze lessen. We hebben veel moeten sleutelen aan het lesmateriaal, maar dat is leuk werk als je het samen kunt doen met enthousiaste collega s en toa. We vertrouwen erop dat we de komende jaren kunnen profiteren van het extra werk dat we nu doen. De stemming in de sectie is sinds we met het project begonnen alleen maar beter geworden, we hebben het gevoel dat we aan iets goeds bouwen. Ik zie de Nieuwe Scheikunde als een uitgelezen kans om het vak in een goede richting te duwen, naar een gedegen vak waar leerlingen op een goede manier wezenlijke zaken leren die relevant zijn voor hun wereld, een vak dat hen in staat stelt de grote problemen van deze tijd te vertalen in uitdagingen en kansen die wachten om door hen te worden opgepakt. En ze meegeven hoe bevoorrecht je bent als je kunt meewerken aan het oplossen van problemen die ertoe doen. De toa, Yvonne Zwartjes, helpt de leerlingen bij het vullen van een spuit met (koolstofdioxide)gas. Yvonne Zwartjes (toa scheikunde): Leuk, dacht ik aan het begin van het schooljaar Nieuwe Scheikunde, geen idee wat het inhoudt, maar we zien wel. Vooral bij de eerste modules was pas vlak voor het begin van de lessen bekend wat en hoe iets gedaan moest worden. Erg veel tijd om dingen goed uit te testen was er niet, maar al doende leert men. Er zijn onderdelen bij waarbij ik als toa denk: is dit scheikunde? Zo gaan we aan de slag met enzymen, gist (bio-ethanol), plantjes en er wordt met bekers gegooid. Voor mij als toa houdt het in dat ik veel meer tijd bezig ben met voorbereiden en uitproberen van de verschillende practica. Ook het verzamelen van het materiaal dat nodig is, vergt het nodige zoekwerk op internet. Al met al is het wel een uitdaging om alles goed lopend te krijgen en te merken dat de leerlingen meer besef hebben van wat ze aan het doen zijn en waarom. NVOX februari 2008

11 IN DE KLAS Meer informatie op of bij Evelien Veltman, Auteurs van Op groene vakantie zijn: Frans Arnold, Erwin van den Berg, Laurens Houben en Coen Klein Douwel Leerlingen met elkaar in gesprek over hoe ze de dichtheid van een gas kunnen bepalen uit de massa s van de lege en volle spuit en het volume. Frans Arnold (coach en ontwerper): De uitgangspunten van de Nieuwe Scheikunde zijn niet onlogisch, maar wel ongewoon: werken vanuit contexten, niet meer theorie behandelen dan voor die context nodig is, van het waarneembare gaan naar half waarneembaar (microscoop) en dan pas naar micro. Naast mijn begeleidingstaak is ook het herschrijven van eerder opgeleverde modulen nodig om er een doorlopende lijn in te brengen. En toen ik dan bij het lesbezoek zag hoe een klas 4 havo aan de slag gaat en blijft met het wegen van gassen dacht ik: Dit onderwerp is eigenlijk conceptueel knap moeilijk. Ik ben benieuwd hoe de verwerking verloopt. Maar uit een aantal opmerkingen van leerlingen maak ik op, dat het moet lukken de meesten ook de wetenschappelijke context te laten zien waarin dit practicum functioneert. Voor een coach is het al fijn als de docenten tevreden zijn, maar enthousiaste leerlingen hebben een hoge meerwaarde. Ashley Klaasing & Loes Arts (leerlingen): Bij de vorige methode werkten we alleen maar uit boeken. Een van ons heeft dit zelf ervaren omdat ze eerst een jaar 4 vwo heeft gedaan. Het was niet altijd even duidelijk en nogal rommelig, verder was het alleen maar uit boeken leren en bijna nooit practica waardoor we niet zo vaak zin hadden om weer eens een heel uur naar de uitleg van de leraar te luis - teren. Ook leer je hierdoor alleen maar de theorie en weet je niet hoe het in de praktijk werkt. Bij de nieuwe methode leren we veel door practica te doen. De leraar gaat het eerst met de klas erover hebben om te kijken of we wel weten wat en waarom we het doen. Als dit duidelijk is, gaan we met de practica beginnen, waardoor de klas er plezier in heeft en we dus ook een heleboel leren. Van deze practica moeten we meestal ook nog een verslag maken, waardoor we eigenlijk ook nog dieper over de stof gaan nadenken. Naast de practicumlessen hebben we ook gewone theorielessen. Dit kan op de computer zijn, maar ook gewoon met de leraar in het lokaal en dat we zelf veel moeten oefenen. Oefenen en huiswerk hoort er natuurlijk ook bij, alleen dit kost niet meer zo heel veel tijd, omdat we er in de les de tijd voor krijgen en omdat het allemaal duidelijk is (uitgelegd), hebben we er ook niet meer zo veel moeite mee. De eerste module vonden we niet fijn, het was allemaal niet erg duidelijk. Het stond er nogal rommelig in, en bij het practicum was ook niet altijd duidelijk wat we moesten doen. In het begin leek de nieuwe methode niet erg fijn, en verlangden we allemaal weer naar het boek. Maar ook de leraren vonden de eerste module niet erg fijn. Maar nu we met de nieuwe module bezig zijn, gaat het allemaal een stuk beter. Het is beter georganiseerd en is het allemaal erg duidelijk uitgelegd. Wij zijn dus erg tevreden met de nieuwe methode van scheikunde. 53 Leerlingen bezig met het vullen van een spuit met (propaan)gas. De leerlingen zijn door het nieuwe materiaal actiever betrokken bij de les Frans Arnold is (oud)vakdidacticus scheikunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Laurens Houben en Erwin van den Berg zijn docent scheikunde aan het Maaswaalcollege te Wijchen. Yvonne Zwartjes is technisch onderwijsassistent scheikunde aan het Maaswaalcollege. Emiel de Kleijn is projectleider Nieuwe Scheikunde en werkt bij SLO, Enschede. februari 2008 NVOX

12 Kruiwagenspel Actief met lichaam en geest, wat wil een mens nog meer? Het kruiwagenspel biedt alle mogelijk - heden om natuur en natuurwetenschappen met elkaar te verbinden. Uitvoeren, waarnemen, waarnemingen ordenen, conclusies trekken, verbeteringen doorvoeren en opnieuw beginnen. Gerard Stout / Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Inleiding Het ligt voor de hand dat er een verband bestaat tussen de beenlengte en de gemiddelde pasgrootte. Het ligt ook voor de hand dat de pasgrootte varieert met de loopsnelheid, maar is dat zo? Je kunt op je handen lopen als een partner je enkels vasthoudt. Bij deze kruiwagenloop is de paslengte waarschijnlijk afhankelijk van de armlengte. Is dat zo? En welke rol speelt de loopsnelheid? 54 Uitvoering 1. Je wandelt een parcours van twintig meter en je telt je stappen. Bereken de gemiddelde staplengte. 2. Je rent een parcours van twintig meter en je telt je stappen. Bereken de gemiddelde staplengte. 3. Je meet je beenlengte van je rechterbeen. 4. Je wandelt als kruiwagen een parcours van tien meter. Je meet het aantal stappen. 5. Je rent als kruiwagen een parcours van tien meter. Je meet het aantal stappen. 6. Je meet de armlengte van je rechterarm. 7. Zet de waarden in een tabel, vergelijk de waarden met elkaar en trek conclusies. Presenteer je bevindingen. Waarnemingen Plezier, gelach, geroep, aanmoedigingen en valpartijen zijn direct waarneembare resultaten. Deelnemers discussiëren over de armlengte; is dat vanuit de oksel tot het uiteinde van de gestrekte hand, of is de afstand tot de pols beter? Conclusies Uit de meetwaarden van 24 lopers zijn nauwelijks (lineaire) verbanden te destilleren. De paslengte varieert bijna niet. Harder lopen levert grotere passen, maar meer is er niet van te zeggen. Er is een grote spreiding tussen beenlengte, armlengte en aantal passen. Ook hier is geen eenduidige relatie vast te stellen. Kwantitatief is het experiment mislukt. Wat kan anders? Wellicht is het parcours te kort. Wellicht is de instructie te ruim. Misschien is de uniforme leeftijdsopbouw van de bijna twintigers te weinig onderscheidend. We keken na afloop van het experiment naar de video-opname. De kruiwagentechniek is heel divers. Sommige deelnemers zetten de handen naar voren, geheel vergelijkbaar met de wandelpas, maar anderen zwaaien de armen ver opzij. Door de handen ver uit elkaar te plaatsen blijft evenwicht beter gegarandeerd. Sommige kruiwagenlopers hielden de kruiwagen bij de enkels vast, anderen zochten de knieën van de kruiwagen. Die laatste techniek zorgde voor een hoog zwaartepunt van de kruiwagen, en kortere passen als gevolg. Bij de kruiwagenloop lijkt het erop dat mensen met lange armen in verhouding meer stappen verzetten. Onderscheid tussen langzame en snelle stap met de handen is nauwelijks te zien. Versnellen gaat lastig voor de kruiwagen. Bij verwerking van de meetwaarden is consultatie van collega s wiskunde heel handig. Verbeteringen Uit het experiment is helder dat niet alleen de armlengte van de kruiwagen een rol speelt. Ook de maten van de kruier bepalen het resultaat. Het lijkt handig om een dubbele snelheid af te spreken, dubbel vergeleken met de wandelpas. Wie sprint neemt grotere stappen. De kruiwagenloop biedt voldoende aanknopingspunten voor een interessante herhaling. Analyse van de video-opnamen levert wellicht aanvullende gegevens over loopsnelheid en wandeltechniek. Ik ben benieuwd. Het oriënterende experiment werd uitgevoerd tijdens de introductie op Ameland van eerstejaars Exacte Vakken van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Bij de studenten traden al valpartijen op. Bij uitvoering door scholieren zijn de risico s groter. Maak vooraf een risicoanalyse en werk zo mogelijk samen met de collega s lichamelijke opvoeding. Redactie NVOX NVOX februari 2008

13 De papierfabriek IN DE KLAS Haal meer uit water was de titel van een nascholingsdag in november voor NVON-kringen op de locatie DSM Geleen, georganiseerd door Wageningen Universiteit. Een van de onderdelen was deze workshop, die geschikt is voor gebruik in de klas. In het vorige nummer van NVOX (p ) stond de beschrijving van een experiment. In dit deel volgt een toepassing van het procédé. Jules B. van Lier en Maartje J. Luteijn Stel, je hebt het experiment in deel 1 uitgevoerd met papierafvalwater en je hebt gezien dat er een grote hoeveelheid biogas wordt geproduceerd. Eigenlijk vind je het zonde dat de papierfabriek daar niets mee doet; ze zouden hun afvalwater ook anaeroob moeten bewerken. Daardoor kunnen ze het biogas gebruiken als brandstof voor de papierproductie en kan het schonere water ook gerecycled worden. Jij wilt ze overtuigen, maar daarvoor heb je harde bewijzen nodig. Je slaat aan het rekenen om de directeuren van de papierfabriek van jouw mening te overtuigen. De papierfabriek heeft de volgende kenmerken: productie: 1000 ton papier per dag afvalwaterstroom: 10 m 3 / ton papier totale afvalwaterstroom: 1000 x 10 = 10 * 10 3 m 3 /dag Vraag 1. Wat is de CH 4 -productie per dag? Gebruik de resultaten van je experiment of de gemeten CZV-waarde. Antwoord op vraag 1 Je hebt gemeten dat per liter afvalwater 0,88 L CH 4 wordt geproduceerd, wat overeenkomt met 2,5 g CZV per liter. 10 * 10 3 m 3 afvalwater per dag levert dus 8,8 * 10 3 m 3 CH 4 per dag op. Je kunt ook uitgaan van 2,5 * 10 3 kg CZV per dag, dat levert per dag 2,5 * 10 3* 0,35 m 3 CH 4 / kg CZV = 8,8 * 10 3 m 3 CH 4 op. 55 Vraag 2. Druk de energieproductie uit in MJ/dag waarbij kan worden aangenomen dat voor CH 4 geldt: 39 MJ/m 3. Antwoord op vraag 2 8,8 * 10 6 L komt overeen met 8,8 * 10 3 m 3 aan gas per dag (onder standaardomstandigheden). 39 MJ/m 3* 8,8 * 10 3 m 3 /dag = 34 * 10 4 MJ/dag. Vraag 3. Een warmtekrachtkoppeling (WKK) is in staat om 40% van de energie om te zetten in elektrische energie. Welk vermogen kan worden geïnstalleerd bij deze fabriek? Anaerobe reactor die het proceswater van een papierfabriek in Hoogezand behandelt. Het biogas wordt hier al (in plaats van aardgas) in het productieproces gebruikt om stoom te maken. Het gezuiverde water gaat weer terug naar de papiermachine. Antwoord op vraag 3 (34 * 10 4 MJ/dag) /(3,6 MJ/kWh)= 1,0 * 10 5 kwh/dag * 0,40 = 4,0 * 10 4 kwh/dag. Het te installeren vermogen is dan (4,0 * 10 4 kwh/dag) / (24 h/dag) = 1,7 * 10 3 kw =1,7 MW. Minder efficiënte gasmotoren halen slechts een rendement van 35%. Echter, indien alle warmte van de WKK kan worden gebruikt kan het thermische rendement zelfs naar 55-50% stijgen. De hoeveelheid anaeroob te verwijderen papierafval is 2,5 g CZV/L. Dit is gelijk aan 2,5 kg/m 3, ofwel 25 * 10 3 kg/dag (25 ton/ dag). Bij een sterker vervuild afvalwater, zoals bij destilleerderijen, kan het CZV-gehalte wel het tienvoudige bedragen, waardoor de hoeveelheid winbare energie per liter februari 2008 NVOX

14 Overzichtsfoto van de zuivering te Eerbeek, waar het afvalwater van drie papierfabrieken wordt gezuiverd. Het afvalwater wordt gezuiverd met een anaerobe reactor (afgesloten rechthoekige en ronde tank in het midden van de foto). Vervolgens wordt het nagezuiverd met een aerobe zuivering (schuimende bakken links van het midden) en na een nabezinking (ronde tanks midden boven) gaat het naar het kanaal (links boven). Men is van plan om het gezuiverde water weer terugvoeren naar de fabrieken (nog niet uitgevoerd). Het biogas wordt omgezet in elektriciteit door middel van een WKK van Nuon (gratis). Van de elektriciteit heeft men 1 / 3 op de zuivering zelf nodig en 2 / 3 gaat terug naar het elektriciteitsnet als huur voor de WKK. 56 afvalwater dus ook 10 x zo veel wordt. In landen als India en Cuba, waar energie zeer kostbaar is, is men zeer geïnteresseerd in deze vinding van Wageningen Universiteit om energie te winnen uit het afvalwater voor het productieproces en tegelijkertijd het afvalwater te zuiveren. Wat wordt de energieopbrengst indien je 5 of zelfs 10 L CH 4 per liter afvalwater kunt winnen? Wat denk je: kun je de papierfabriek overtuigen? Vraag 4. Bereken het benodigde elektrische vermogen indien de vuillast met een aerobe actief slibinstallatie zou worden gereinigd. Neem hierbij aan dat de verwijdering van 1,0 kg CZV een energiebehoefte heeft van gemiddeld 0,75 kwh. Antwoord op vraag 4 Het afvalwater (10 * 10 3 m 3 /dag) heeft een vuillast van 2,5 g CZV/L (kg/m 3 ), ofwel er moet 25 * 10 3 kg CZV /dag worden verwijderd. Een aerobe zuivering die alle vuillast omzet in CO 2 en H 2 O verbruikt gemiddeld 0,75 kwh/kg CZV verwijderd aan elektrische energie. Bij de papierfabriek is dit dus: 25 * 10 3 kg CZV * 0,75 kwh/kg CZV = 19 * 10 3 kwh/dag. Het benodigde vermogen is dan: (19 * 10 3 kwh/dag) / (24 h/dag) = 0,80 * 10 3 kw, ofwel 0,80 MW. Vraag 5. Met hoeveel euro per jaar kan de energierekening worden verlaagd indien de fabriek besluit anaeroob te zuiveren in plaats van aeroob? Neem voor de energiekosten: 0,06 /kwh. Antwoord op vraag 5 De anaerobe zuivering levert per dag: 38 * 10 3 kwh, terwijl er 19 * 10 3 kwh per dag wordt bespaard bij de aerobe zuivering. In totaal is dit: 57 * 10 3 kwh/dag. Ofwel 57 * 10 3* 0,06 /kwh = 3400/dag ofwel 1,24 * 10 6 ( 1,24 miljoen) per jaar! Anaeroob slib dat CH 4 maakt (bellen zijn te zien). Vraag 6. Een vierpersoons huishouden gebruikt zo n 4500 kwh elektriciteit per jaar. Hoeveel huishoudens kunnen van stroom worden voorzien op basis van de uitgespaarde energie in de papierfabriek? Antwoord op vraag 6 De jaarlijks uitgespaarde energie is: (57 * 10 3 kwh/dag * 365 dag/jaar) / (4500 kwh/huishouden) = 4,6 * 10 3 vierpersoons huishoudens! NVOX februari 2008

15 IN DE KLAS Detail anaerobe slibkorrels. De zwarte korrels zitten vol met methaanbacteriën. Noot Efficiënter watergebruik in fabrieken leidt tot steeds geconcentreerdere afvalwaters waarbij CZV-gehaltes kunnen oplopen tot wel 20 kg/m 3. Bij sommige afvalwaters kan dit zelfs oplopen tot wel 50 kg CZV/m 3, of nog meer. Het wordt dan steeds interessanter om het afvalwater anaeroob te zuiveren (bijvoorbeeld voor hergebruik in de fabriek) en om de energie uit het afvalwater terug te winnen voor het productieproces in de fabriek. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Ondertussen wordt ook nog eens bijgedragen aan onze inspanning om de uitstoot van het broeikasgas CO 2 terug te dringen. Een driekantig mes moet echter nog worden uitgevonden. Vraagje BIO In deze rubriek Vraagje Bio komen regelmatig vragen naar voren waarop weinigen het antwoord weten. Ik hoop dat er mensen zijn die antwoord weten op de interessante vraag van deze keer, die uit de praktijk stamt. Wellicht een aardige aanzet om uw leerlingen eens een praktisch onderzoek naar te laten doen. Vraag 7. De papierfabriek wil de kringloop na de zuivering sluiten. Dat wil zeggen dat al het proceswater wordt hergebruikt; de fabriek verbruikt dan nog maar 1,0 m 3 water (in plaats van 10) per ton papier. De procestemperatuur in de fabriek is 35 ºC en het opgepompte grondwater is 10 ºC. Aangenomen wordt dat het opwarmen van 1 m 3 proceswater 4,2 MJ per ºC kost. Bereken de energiewinst voor de papierfabriek indien deze kringloopsluiting wordt doorgevoerd. Reacties graag naar Jan Theo Boer, jt.boer@upcmail.nl Antwoord op vraag 7 De fabriek diende eerst 10 * 10 3 m 3 /dag grondwater te verwarmen van 10 ºC naar 35 ºC. Nu nog maar 1,0 * 10 3 m 3. De energiewinst is: 9,0 * 10 3 m 3 /dag * 4,2 MJ/(ºC.m 3 ) * 25 ºC = 950 * 10 3 MJ/dag = 950 GJ (wat overeenkomt met 2,6 * 10 5 kwh en 2,6 * 10 5* 0,40 (WKK rendement) = 1,0 * 10 5 kwh elektrisch/dag) Dit loopt jaarlijks in de miljoenen! 57 Vraag 8. Bereken de hoeveelheid bespaarde CO 2 -emissies bij toepassen van de anaerobe zuivering in plaats van aerobe zuivering. De CO 2 -emissie door conventionele elektriciteitsproductie bedraagt: voor een kolencentrale: 0,86 ton CO 2 /MWh-e en voor een aardgascentrale: 0,44 ton CO 2 /MWh-e. Antwoord op vraag 8 De totale energiewinst bij anaerobe zuivering in plaats van aerobe zuivering is: 57 MWh/dag. Per dag bespaart de fabriek 57 * 0,86 = 49 ton CO 2 -emissie indien wordt uitgegaan van een kolencentrale, en 57 * 0,44 = 25 ton CO 2 -emissie indien wordt uitgegaan van een gascentrale. De jaarlijkse besparing is dus óf 9,0 * 10 3 óf 17 * 10 3 ton CO 2 -emissie. Aangezien de verhandelbare CO 2 -emissierechten 20 per ton CO 2 kosten, levert dit een extra financiële winst voor het bedrijf op. In mijn tuin heb ik dit jaar een boom versierd in paarstinten, met daarin diverse lekkernijen voor vogels. Er is opvallend veel belangstelling voor de boom met paarse kerstballen en slingers. In voorgaande jaren was de kerstversiering voor deze boom in rood en geel en was er beduidend minder animo bij de gevederde vrienden. Veel vogels hebben vier receptoren voor kleur. Zijn de mezen, mussen, roodborstjes enzovoort gevoeliger voor het paarse gamma? Wie kan commentaar geven op dit fenomeen? Henk Boer De toevoeging e bij kwh betekent elektrisch, dus dat het om elektrische energie gaat. Je kunt de CH 4 -productie energetisch ook uitdrukken in kwh/dag, echter dan is het nog niet elektrisch. Pas als je het WKK-rendement van 40% erin verwerkt hebt (vermenigvuldigen met 0,4), heb je de elektrische equivalent. Zo ook bij elektriciteitscentrales waarbij je de kolen ook kan uitdrukken als kwh/dag, maar de uitgaande elektrische energie is veel minder! Voor de duidelijkheid en vergelijking spreekt met daarom van kwh-e en MWh-e. februari 2008 NVOX

16 Danseresje: magie of magneet? Is het magie? Zit er een batterijtje in? Of werkt het toch gewoon met een magneet? En als het enkel met een magneet werkt, waardoor gaat het dan draaien? Het magnetische danseresje is mysterieuzer dan ik dacht. Leon van der Graaff / TULO, TU Delft begint het danseresje om haar as te draaien altijd linksom. Ze beweegt zich van de spiegel af. Hoe werkt het? 58 Danseresje voor de spiegel: magie of magneet? In het allereerste college vakdidactiek natuurkunde toont onze docent een stukje speelgoed. Het bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een danseresje op een voetstuk. Een cilindertje waarvan één kant een beetje bol is en waar op de andere kant het danseresje is bevestigd. Het tweede deel is een doosje met een spiegeltje. Wanneer je de spiegel (met de spiegelende zijde) naar het danseresje toeschuift Thuis heb ik een behoorlijk tijdje ermee moeten spelen, voordat ik er achter was hoe het werkte. Wat ik al snel doorhad was, dat er inderdaad magneetjes in zaten. Maar waardoor gaat het danseresje dan draaien? En waarom altijd maar één kant op? Een lichaam gaat draaien wanneer er een kracht wordt uitgeoefend ten opzichte van een as. Een koppel, dus. De onderkant van het danseresje is bol. De draai-as gaat dus door het punt waarmee het danseresje op het oppervlak staat. Het danseresje is als het wordt neergezet, gewoon in evenwicht. Dus steunt het precies in het midden van de bolling. Om dan een koppel uit te oefenen zou de kracht moeten aangrijpen aan de zijkant van de magneet. Dit is niet zo aannemelijk! De afstotende kracht door de magneet in de spiegel grijpt gewoon in het midden van de magneet aan. Een andere optie is dat de magneet in de spiegel het danseresje uit evenwicht brengt. Dan verplaatst het steunpunt van het danseresje zich naar opzij. Wanneer Vooraanzicht van het danseresje en de spiegel. Beide bevatten een magneet. Hoe wordt het danseresje uit evenwicht gebracht? Onderaanzicht danseresje met steunpunt en afstotende kracht. dan de afstotende kracht van de spiegelmagneet tegen de magneet onder de danseres aanduwt en deze kracht grijpt in het midden van de magneet, zal er wél een koppel zijn. Maar hoe wordt het danseresje uit evenwicht gebracht? Hiervoor is een trucje gebruikt. De magneet in de spiegel is zo gemonteerd dat deze niet enkel afstoot. Hij is onder een hoek van 45 graden gemonteerd, zodat de spiegel de danseres rechtsom doet overhellen. Nu is het steunpunt niet meer in het midden van de magneet, en geeft de afstotende kracht van de magneet, die nog steeds in het midden aangrijpt, een koppel. Daarom draait de danseres altijd linksom. Zou de magneet anders zijn bevestigd, zou de danseres linksom hellen en andersom gaan draaien. In de figuren van het vooraanzicht van het danseresje en de spiegel is geschetst hoe de positie van de magneten in de beide objecten is. In het dagelijks leven Beide verschijnselen: afstoting en rotatie door magnetisme komen we zéér veel tegen in het dagelijks leven. Afstoting wordt bijvoorbeeld gebruikt om zweef- NVOX februari 2008

17 IN DE KLAS treinen omhoog te krijgen. De rotatie door magnetisme wordt vooral gebruikt in stappenmotoren. Ik heb na een tijd zoeken geen voorbeeld kunnen vinden, waarin zoals hier zowel een afstotende kracht als een koppel op het lichaam wordt uitgeoefend met één onder een hoek geplaatste magneet. Biologie & Poëzie Deze keer een gedicht uit de oude doos, ingestuurd door Ton Umans. Het stond in een Bulletin van dertig jaar geleden. Misschien vist u ook ergens een oud gedicht over natuurwetenschap op? Stuur het dan naar m.bruinvels@orange.nl. Vragen waarmee een docent aan de slag zou kunnen Wat is de stand van de magneten? Om erachter te komen hoe dit stukje speelgoed werkt, is het de kunst om de stand van de magneten te weten te komen. Deze vraag zou ook aan de leerlingen kunnen worden gesteld. Zelf heb ik hiervoor gewoon een derde magneetje gebruikt. Daarvoor is natuurlijk wel enige voorkennis nodig over hóé magneten elkaar aantrekken en afstoten. Waarom een bolle onderkant? De bolle onderkant is essentieel. Iemand vragen om dit toe te lichten, kan een opzet zijn voor een uitleg over zwaartepunten, frictie, momenten enzovoorts. Waarom is er een spiegel gebruikt? Een zeer belangrijk aspect van een fysisch onderzoek is na te gaan welke aspecten van een fenomeen nu daadwerkelijk een rol spelen in de verklaring en welke niet. Die spiegel is hier ruis, maar hoe weet je dat zeker? 59 Hoe kun je het danseresje andersom laten draaien? Leerlingen kunnen het antwoord vinden door domweg te experimenteren, maar het kan ook door redeneren. Hoe lopen de veldlijnen? Als de leerlingen al bekend zijn met het veldlijnenbegrip kan gevraagd worden hoe de veldlijnen lopen. Dit kan worden beredeneerd. Maar men zou ook aan de slag kunnen met ijzervijlsel of een kompas. Kun je het verschijnsel nadoen met twee kleine cilindervormige magneetjes? Weet je hoe het verschijnsel werkt, dan kun je het nabouwen met de essentiële onderdelen. Misschien kun je het dan ook wel verbeteren. A-B-C-D Biologen, zingt vol vuur de lof van t pyrodruivenzuur. Prijst de acetylcholine en aanbidt de voor-urine. Weet: Uw vak verkrijgt pas staatsie door d anaerobe dissimilatie. Toont Uw vingervlug getover met koppeling en crossing-over. Laat voortdurend bonen kiemen en smijt kwistig met enzymen. Wie terugschrikt voor die klus verhange zich aan Henle s lus! Weet eenieder te verbazen door schittering van cellulase. Etaleert het magnifieke van Uw kost lijke grafieken: Is er ooit een groter pracht dan die der curven voortgebracht? Slechts volslagen idioten smullen niet van Uw zygoten en een flinke dot chemie is toch zálig, potverdrie! Nee, daarover niets dan goeds, en het laat zich ook zo lekker toetsen Dus, als U wandelt met Uw kind (bloederziek of kleurenblind?), leer het zó de schepping kennen, dan kan het er vast aan wennen: Heel die heerlijke natuur is slechts pyrodruivenzuur!. Ton Veltman Uit: Bulletin voor Docenten in de Biologie; augustus 1977, p februari 2008 NVOX

18 De wasknijperauto Typ muizenvalauto in op Google en je scoort al gauw duizenden hits. Met mousetrap car is de oogst nog groter. Dat wilden we niet: een voorschrift volgen is nu eenmaal iets heel anders dan zelf nadenken. Vandaar de jongste loot aan de boom met wedstrijdopdrachten: de wasknijperauto. Frans Berckenkamp / ISW Naaldwijk De wasknijper als aandrijving is betrekkelijk onbekend. We verwachten op grond daarvan meer authentiek denkwerk van onze de leerlingen dan bij de opdracht muizenvalauto. Wasknijpers zijn goedkoper dan muizenvallen: een voordeel. Nadelen zijn er ook. De opgeslagen veer - energie is van het merk wasknijper afhankelijk. Alle leerlingen moeten dus dezelfde knijpers gebruiken. Verder is de opgeslagen energie per wasknijper nogal gering, zodat het gebruik van twee of meer wasknijpers aan te raden is. Moet je gelijk even nadenken hoe je ze schakelt. Voor de meeste leerlingen bleek dit een zeer moeilijke opdracht. Zeker omdat het de eerste keer in de bovenbouw was dat ze moesten ontwerpen. In de onderbouw hadden ze weliswaar gewerkt met de ontwerpcyclus, maar daar was weinig van blijven hangen. Een week nadat ik de opdracht had verstrekt heb ik de suggestie aan een aantal leerlingen gegeven van het touwtje met het asje. Na deze aanwijzingen en suggesties kregen we erg aardi- ge resultaten. Allemaal verschillende oplossingen en zeer uiteenlopende prestaties. Genieten! Resultaat was toch weer een leuke serie werkstukken. Het idee van hefboom en touwtje om as werd niet spontaan geboren. Onze opdracht is voor herhaling vatbaar, maar mag ook nog verbeterd worden. We bleken bijvoorbeeld onvoldoende duidelijk aangegeven te hebben dat lanceren niet uit de hand mocht gebeuren. 60 Opdracht wasknijperauto Bouw een karretje dat een zo groot mogelijke afstand aflegt op de veerenergie van twee door mij verstrekte wasknijpers. Allemaal verschillende oplossingen en zeer uiteenlopende prestaties De lanceerinstallatie is zelf verzonnen. NVOX februari 2008

19 Diepte-investering in NLT CURRICULUM / EXAMENS Het Sint-Nicolaaslyceum in Amsterdam heeft samen met het Fons Vitae Lyceum een havo 4 klas NLT gevormd. Docenten van het Sint-Nicolaaslyceum, de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Hogeschool INHOLLAND en de Hogeschool van Amsterdam geven de lessen. Hoe organiseer je dit, waarom en hoe bevalt het? Een interview met plaatsvervangend rector Irene Jansen, de coördinator NLT Ronald van Berge en Paul Zuurbier, docent van het Sint-Nicolaaslyceum. Brechje Hollaardt / Landelijk Ontwikkelpunt NLT en Nico Kerkhoven / NVON-bestuurscommissie NLT De samenwerking tussen deze v.o.-scho - len en het hoger onderwijs vindt plaats in het kader van het Sprint-UP programma. De twee scholen maken onderdeel uit van een cluster van vier v.o.-scholen, waarin ook het Ignatius Gymnasium en het Montessori Lyceum Amsterdam partici - peren. Naast gemeenschappelijke klassen voor NLT stelt dit cluster scholen ook gemeenschappelijke klassen samen voor wiskunde D en informatica. Het programma Sprint-UP Opzet project Irene Jansen: De rectoren van het Sint- Nicolaaslyceum en Fons Vitae Lyceum hebben met elkaar de randvoorwaarden geregeld voor de NLT-lessen: afspraken over afstemming van de roosters, welke school de lessen verzorgt, door welke docenten. Ronald van Berge, de coördinator NLT die docent wiskunde is op onze school, maakt met de collega s het PTA en bespreekt dit ook met het Fons Vitae Lyceum. En het regionale steunpunt NLT, dat is opgericht door de partners in het hoger onderwijs om NLT-docenten inhoudelijk te helpen, zorgt voor de inhoudelijke ondersteuning. Ronald van Berge licht toe: Voordat dit schooljaar begon zijn er afspraken vastgelegd op papier. Het Sint-Nicolaaslyceum verzorgt de lessen. Onze school informeert de partnerschool over de cijfers en resultaten van hun leerlingen. Met de collega s van het Fons Vitae Lyceum vindt overleg plaats. Wel lopen de scholen De samenwerking tussen de scholen en het hoger onderwijs is opgezet in het kader van het mobiliteitsprogramma v.o.-h.o. Sprint-UP, waarbij in de regio Noord-Holland/Flevoland in totaal 35 v.o.-scholen zijn betrokken, de twee Amsterdamse Universiteiten, de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool INHOLLAND. Dit programma stimuleert de uitwisseling van v.o.- en h.o.-docenten in het bètatechnisch onderwijs. Het doel ervan is om docenten hoger onderwijs (50 fte in vier jaar) in te zetten op het v.o. en v.o.-docenten (25 fte in vier jaar) te detacheren op het h.o. Scholen worden geclusterd zodat ook uitwisseling tussen v.o.-docenten kan worden gerealiseerd. Bovendien kan zo een schaalvergroting worden gerealiseerd bij die scholen die slechts een beperkt aantal leerlingen hebben voor informatica, wiskunde D en NLT. Voor buitenschools onderwijs worden ITS-labs (Informatica, Technologie, Science) ingericht op de vier instellingen van hoger onderwijs. tegen organisatorische problemen aan, bijvoorbeeld bij de toetsing van NLT. Het Fons Vitae Lyceum wil de toetsing in de toetsweken laten plaatsvinden, maar de afronding van NLT is anders georganiseerd. Daarom verzocht het Fons Vitae Lyceum ons hun leerlingen de NLT-toetsen te laten doen op hun school tijdens de toetsweek. We hebben overlegd en geconstateerd dat zoiets niet kan. Dit hangt samen met de praktische component van de toetsen waarvoor leerlingen in het NLT-lokaal moeten zijn. Meer afstemmen Irene Jansen: Dit is een voorbeeld van wat je zoal tegenkomt bij het samenwerken tussen scholen. Scholen hebben verschillende onderwijssituaties. Door het project bekijk je met elkaar wat je van een andere school wilt of kunt overnemen. Je leert van elkaar. Dat gebeurt ook door de bijeenkomsten voor partnerscholen die het steunpunt NLT organiseert. Ze is van mening dat de docenten meer tijd zouden moeten hebben om inhoudelijk af te stemmen. Voor de start van het project was er geen tijd voor: we moesten een deadline halen voor het indienen van het projectvoorstel Sprint-UP. De rectoren hebben daarom afspraken gemaakt over de organisatie. We merken nu dat docenten de fase van aandacht voor elkaar en met elkaar afstemmen gemist hebben. Die fase komt nu langzaam in het project. De vier scholen kiezen voor een gefaseerde invoering van NLT, informatica en wiskunde D. Irene Jansen: Dit heeft te maken met de organisatorische kant van het project. Onze school is dit schooljaar begonnen met informatica-havo en vwo, NLT-havo en wiskunde D-vwo. We participeren nog niet in NLT-vwo. Ignatius wel, samen met Fons Vitae. Op het Ignatius volgen onze leerlingen wiskunde D. Het is de bedoeling dat in de loop van het Sprint-UP project (vier jaar) alle scholen participeren in alle vakken op zowel havo als vwo. De NLT-les op school Ronald van Berge: Van het Fons Vitae Lyceum komen het hele jaar elke week acht leerlingen bij onze NLT-les. Van onze school zijn er 17 leerlingen. De klas bestaat uit 12 meisjes en 13 jongens. De NLT-les is elke woensdagmiddag van 61 februari 2008 NVOX

20 tot uur. Vier docenten verzorgen NLT: vanuit natuurkunde, scheikunde, biologie en aardrijkskunde. Ik ben als coördinator de vijfde docent die erbij betrokken is. Daarnaast verzorgen experts vanuit het hbo en de universiteit delen van modules. Wekelijks zitten we één uur rond de tafel om de les voor te bereiden. Heel concreet regelen we allerlei zaken, op detailniveau werken we een les uit. Ook de deskundigen van het hoger onderwijs nemen deel aan het overleg. Voor deze voorbereiding zijn we gefaciliteerd met een uur in de week. Voor de inschakeling van externe deskundigen melden we het regionale steunpunt NLT welke module we de komende periode doen. Het steunpunt zoekt daar de expert bij van het hbo en/of wetenschappelijk onderwijs die ons kan ondersteunen. Per module krijgen we andere deskundigen toegewezen. Paul Zuurbier, docent NLT en natuurkunde vult aan: Vanuit onze eigen expertise in de verschillende monovakken geven de v.o.-docenten invulling aan de NLTmodules. Neem forensisch onderzoek. De biologiedocent verzorgt het onderdeel bloedonderzoek. Ik doe als docent natuurkunde de onderdelen Bloedpatronen onderzoek en De baan van een kogel. De experts gaan de diepte in met theorie en actualiteiten. We hebben echt iets aan de inbreng van experts. Ronald van Berge: We prijzen ons rijk met zoveel docenten op één groep van 25 leerlingen. Het is belangrijk dat continuïteit in dit traject gegarandeerd kan worden. Nu we met meerdere docenten aan de slag zijn met de verschillende modules, doen we kennis op die we breed kunnen inzetten in de komende jaren, ook richting andere docenten. Volgend jaar hebben we twee NLT-groepen: havo 4 en havo 5. Schooljaar 2009/2010 starten we naar verwachting ook met vwo 4. Modules De school bepaalt welke modules leerlingen volgen. Paul Zuurbier: Wij docenten selecteren gezamenlijk de modules. Er bestaan testmodules, niet-gecertificeerde modules en gecertificeerde modules. We proberen in eerste instantie te kiezen voor de gecertificeerde modules. Dit om te voldoen aan de eisen van het examen- Ronald van Berge en Irene Jansen. Foto: Voermans Van Bree Fotografie. Praktische opdrachten worden beoordeeld door de docenten die er op dat moment tijd voor hebben den. Anders krijg je het niet georganiseerd om verschillende docenten gelijktijdig les te laten geven samen met gastdocenten van hoger en wetenschappelijk onderwijs. Toetsen Iedere module wordt afgesloten met een dossiertoets voor het schoolexamen. Paul Zuurbier: Het schoolexamen bevat daarnaast praktische opdrachten. Bijvoorbeeld een adviesrapport schrijven of een presentatie houden. Leerlingen krijgen acht modules, verdeeld over twee jaar. In totaal hebben we acht cijfers voor het schoolexamen. De dossiertoetsen worden beoordeeld door docenten van het Sint- Nicolaaslyceum. Het werk daarin verdelen we onderling, zodat iedereen ongeveer evenveel te doen heeft. Het samenstellen van de toetsen gaat als volgt. Iede- programma NLT. Het regionale steunpunt NLT adviseert ons bij de keuze. Het geeft bijvoorbeeld aan dat bepaalde modules heel geschikt zijn omdat ze goed aansluiten bij ons type leerling. Voor deze adviezen raadpleegt het steunpunt vakdidactici, die de modules doornemen. Het NLTteam heeft ervoor gekozen alle leerlingen tegelijkertijd dezelfde modules aan te biere docent levert ten minste drie vragen (met de antwoorden) in over de stof van de module die deze zelf heeft behandeld. Van een deel van die vragen wordt een toets samengesteld. Eén docent corrigeert de gehele toets. Het maakt op zich niet uit wie: de vragen zijn zo opgesteld dat ze eenduidige antwoorden uitlokken. De praktische opdrachten worden beoordeeld door de docenten die er op dat moment tijd voor hebben. Als iemand druk is met de lesvoorbereidingen, ontzien we die persoon. Sommige praktische opdrachten kunnen door één docent beoordeeld worden, andere niet. Een adviesrapport wordt in ieder geval door minimaal twee docenten bekeken. Verbeterpunten Ronald van Berge: Onlangs hebben we een enquête onder leerlingen gehouden over de NLT-lessen. Ze willen graag meer praktijk en meer proeven buiten doen. Soms vinden ze de uitleg van de experts wat ingewikkeld. Ik evalueer de lessen met het steunpunt, zodat we de lessen kunnen verbeteren. Daarin nemen we de meningen van leerlingen mee. Misschien kunnen we met het steunpunt iets doen aan didactische trainingen voor de deskundigen die nog niet zo vertrouwd zijn met het voortgezet onderwijs. Irene Jansen: Ik zou graag zien dat er een projectleider komt om binnen het scholencluster zorg te dragen voor de communicatie en organisatie, we zijn daarmee NVOX februari 2008

21 CURRICULUM / EXAMENS Een leerling bepaalt met een sextant de hoogte van een boom aan de hand van de stand van de zon. Foto: Voermans van Bree Fotografie. Leerlingen doen graag proeven buiten de school. Foto: Voermans Van Bree Fotografie. bezig. Dat is nodig voor zo n omvangrijk project met zoveel participanten. Iemand met aandacht voor de afstemming tussen docenten, voortgezet en hoger onderwijs en de contactpersonen en leiding van de scholen. Het project wordt extra gefaciliteerd. Het is natuurlijk kostbaar dat we vijf docenten inzetten op 25 leerlingen. Docenten die ook een uur per week gefaciliteerd worden om te overleggen. De kosten van de inzet van onze docenten wegen op het moment nog niet op tegen besparingen door het over en weer uitbesteden van leerlingen. Bovendien investeren we ook in de inrichting van de lokalen en faciliteiten. Maar voor de kwaliteit van ons onderwijs vind ik het heel belangrijk om te investeren in de samenwerking tussen v.o.-docenten onderling, tussen verschillende v.o.-scholen en tussen voortgezet en hoger onderwijs! Website regionaal steunpunt Zuid-Holland In het overzicht van Regionale Steunpunten voor NLT op p. 409 in het novembernummer van NVOX is bij het Bèta Steunpunt Zuid-Holland het adres van de website anders dan de redactie had gekregen. Het juiste adres is ste verjaardag van de geboorte van Charles Darwin en de 150ste verjaardag van de publicatie On the origin of species Deze feiten vormen voor de redactie aanleiding de lezers uit te nodigen een bijdrage te schrijven over: Darwin, zijn leven en zijn werkzaamheden. On the origin of species en de daarin besproken theorie. Darwin, hoe komt hij in mijn lessen naar voren. Uw bijdragen (maximale omvang 1500 woorden en te voorzien van illustraties) zullen in het februarinummer van 2009 verschijnen. Degene die wil bijdragen aan deze viering kan contact opnemen met de eindredacteur biologie, Marijke Domis-Hoos (marijke.domisl@wxs.nl) of met de hoofdredacteur, Willem Vis (hfdrd-nvox@nvon.nl). Uw aanmelding zien we graag tegemoet vóór 1 september Willem T.W. Vis, hoofdredacteur 63 februari 2008 NVOX

22 Weten leraren wat leerlingen bezighoudt? 64 Deze column gaat over de ervaringen van Jan van Delden, Rob van Woerkom, Horst Wolter en Marcel Kamp bij de ontwikkeling van voorbeeldlesmaterialen in het kader van de concept-contextbenadering bij biologie. Komend jaar zal iedere aflevering van NVOX een column bevatten. Reacties zeer welkom! Enkele maanden geleden waren we met enkele Duitse en Nederlandse vakdidactici van natuurwetenschappelijke vakken bijeen in het Leibniz-Institut für die Pädagogik der Naturwissenschaften an der Universität Kiel, het IPN. We wisselden uit hoe ver we waren met de ontwikkeling van context-conceptbenadering oftewel Biologie im Kontext (bik, zoals de Duitsers het noemen, zie In één van de sesssies vertelde de Duitse Doris Elster, dat ze aan leerlingen had gevraagd wat hen interesseerde. En dat zij vervolgens aan de biologieleraren van die leerlingen had gevraagd wat deze dachten dat de leerlingen hadden geantwoord. Het bleek dat leraren er flink naast zaten. Leerlingen waren bijvoorbeeld heftig geïnteresseerd in magie, maar er was geen leraar die dat noemde. Wat raar, zou je denken, leraren praten dagelijks met leerlingen, ze zouden toch eigenlijk een soort experts moeten zijn in waar leerlingen zich mee bezighouden, in wat hen interesseert, in wat voor hen relevant is? De concept-contextbenadering wil dat leerlingen de relevantie van leerstof beter gaan zien. Bij de ontwikkeling van voorbeeldlessen vertrouwden we er op dat leraren konden aangeven wat leerlingen relevant vinden. Wanneer we starten met een nieuwe lessenreeks gaan we eerst op zoek naar geschikte contexten. Aan een context worden heel wat eisen gesteld: de context moet een praktijk zijn, in de zin van een huisartsenpraktijk, maar dan algemener: een situatie waarin mensen samenwerken aan het bereiken van een doel en daarbij biologische kennis gebruiken. Zo n context moet ook een hoofdvraag (met een emotionele lading) stellen en vragen bij leerlingen oproepen. Om dat laatste goed in te schatten, moet je als ontwikkelaar wel goed weten wat leerlingen raakt, wat hen bezighoudt. En daar wringt de schoen dus. Dat bleek wel héél duidelijk toen we contexten zochten waarin kennis over evolutie een centrale rol speelt. Dat was op een bepaald moment helemaal niet leuk meer. De frustraties gierden door het lokaaltje waar we zaten. Hoe was het mogelijk dat we als ontwikkelaars-leraren nauwelijks praktijken konden bedenken die voor leerlingen interessant zijn of interessant te maken zijn waarin het hoofdbegrip van de biologie nodig is? De domme praat van Maria van der Hoeven over de evolutietheorie interesseert de meeste leerlingen geen zier. Dachten we, maar we wisten het niet zeker. We bleven lang cirkelen rondom religieuze orthodoxie, christelijke of islamitische, dat leek niks uit te maken. Zou leerlingen dat interesseren? We realiseerden ons dat een eerder gebruikte context over Afweer, de MRSA-bacterie, goed bruikbaar was en dat die leerlingen aansprak. Zo ploeterden we verder. (Over wat we besloten hebben schrijven we later nog wel eens.) We hebben onze moeite met deze fase in de ontwikkeling van de concept-contextbenadering uitgespeeld op de Good practice dagen van de Universiteit Leiden. Daar hebben we onschuldige leraren (niet alleen van biologie) met dit probleem geconfronteerd. We lieten ze door de fases heen lopen, die wij zelf hadden doorlopen en verkneukelden ons over de moeite die ze ermee hadden. Een beetje leedvermaak mag toch wel? Hoe weet je wat leerlingen echt bezighoudt? Jan van Delden werkt op het Candea College te Duiven. Rob van Woerkom werkt op Notre Dame des Anges te Ubbergen. Horst Wolter werkt zowel op het Candea College als op Notre Dame des Anges. Marcel Kamp is verbonden aan het ILS, Radboud Universiteit Nijmegen. NVOX februari 2008

23 MENSEN Ontbijt met Machteld Roede Marianne Offereins Op kerstochtend ontbeet ik met Machteld Roede. Zij was jarenlang docent aan de universiteiten van Utrecht en Maastricht. Haar onderzoek bewoog zich van de lipvissen, en de groei van Nederlandse kinderen, via de Wateraap naar de achterstelling van meisjes wereldwijd. Haar colleges over seks in de natuur bleven niet onbesproken. Ze kwam erdoor als hoofdgast bij Kopspijkers. Reden genoeg om eens een praatje te maken. Je bent begonnen als bioloog. Vervolgens kwam de switch naar de fysische antropologie. De biologie was een bewuste keuze, neem ik aan. Waarom? Ik was een poppenkind, maar een oom noemde mij steeds professor. Vanaf mijn kindertijd trok ik met mijn vader naar het Amsterdamse bos en naar de duinen om planten en vogels te kijken. Bij ons kwam later vaak een biologiestudent en ook mijn biologieleraar motiveerde mij zeer. Ik was altijd gek met planten en dieren, dus het leek me heerlijk om ermee door te gaan. Ik speelde nog even met de gedachte om medicijnen te studeren, maar het werd toch biologie. Wie is Machteld Roede? Dr. Machteld Roede werd op 21 juli 1936 in Amsterdam geboren. Ze bezocht er na de lagere school het gymnasium. Vervolgens studeerde ze biologie aan de Universiteit van Amsterdam. Haar promotieonderzoek naar de lipvis deed ze op Curaçao en Puerto Rico. In 1972 promoveerde ze op een proefschrift met als titel: Color as related to size, sex, and behavior in seven Caribbean labrid fish species. Van 1965 tot 1983 was ze staflid aan het Instituut voor Antropobiologie van de Universiteit Utrecht. Wegens bezuinigingen werd ze in 1983 overgeplaatst naar Maastricht, waar ze aanvankelijk een hoogleraarschap aangeboden had gekregen. Maar op de valreep werd ze gepasseerd door een man met naar men dacht betere financiële connecties. Ze bleef aan de universiteit in Maastricht verbonden tot najaar 2002, een jaar na haar pensioengerechtigde leeftijd. Waarom? In het eerste jaar van mijn studie zaten de biologen en medici veelvuldig bij elkaar. Veel in mijn leven lijkt wel toe te schrijven aan toeval: in de kerstvakantie wilde ik omzwaaien, maar het inschrijfbureau was net even dicht. Een vriendin, die nogal bijgelovig was, zei tegen me: Dit is een voorteken. Vervolgens ben ik naar de hoogleraar zoölogie gegaan. Hij stelde me allerlei vragen zoals: Houdt u van autorijden, van hockey... Aan het eind van het gesprek zei hij: Medicijnen is niets voor u. U kunt beter wetenschapper worden. Pas veel later begreep ik wat hij toen bedoelde. Het kandidaatsexamen was voor iedereen hetzelfde, daarna wilde ik mijn doctoraalvakken gaan doen in de medische richting. Maar, ik was verloofd geraakt met een marien bioloog. Ik schakelde daarom over op de zeebiologie, en hield me bezig met een onderzoek naar lipvissen in Zuid Frankrijk. Toen de studie klaar was en de verloving verbroken wilde ik absoluut niet in Nederland aan het werk. Ik ging naar mijn hoogleraar met de vraag of ik op Curaçao verder kon gaan met mijn lipvissen. Hij begon meteen te bellen: Ik heb hier Machteld Roede, die wil een promotieonderzoek gaan doen. Voor ik het wist, was ik op de Antillen dagelijks bezig talloze visjes te vangen, en een deel met hormonen in te spuiten. Een intrigerend onderwerp. Vissen die als vrouwtje beginnen en later mannetje worden. Een geslachtsomkeer die deel is van hun gewone levenscyclus. Bij medici bestond nauwelijks belangstelling voor biologie van de mens Terwijl ik in Amsterdam nog bezig was met het uitwerken van mijn onderzoek, bezorgde de veelzijdige arts Boy Edgar me zonder duidelijke sollicitatie een aanstelling aan de medische faculteit in Utrecht. Toen ik daar begon, bestond bij medici nauwelijks belangstelling voor de biologie van de mens. Artsen keken naar een ziek individu, niet naar gezonde populaties. Wij waren de eersten die in Nederland begonnen met colleges fysische antropologie, over verschillen tussen groepen mensen. Wij introduceerden ook colleges over de genetica van de mens. Samen met een collega-arts werd een jaarcurriculum opgezet, dat jarenlang is gebruikt (en dat later de basis werd voor het Nederlandse standaardboek hierover). Daarnaast deed ik aanvankelijk onder- 65 februari 2008 NVOX

24 66 zoek naar het X-chromatine (lichaampje van Barr): een van de twee X chromosomen die bij vrouwelijke zoogdieren, dus ook de mens, in de interfase samengeklonterd blijft. In die tijd een hype. Toeval bleef in mijn leven een rol spelen. Op een dag werd ik bij de directeur geroepen. Hij gaf me de opdracht om gezien mijn ervaring met vissengroei in Nijmegen een onderzoek naar lichaamsmaten van kinderen te gaan bewerken. Zo werd ik enige jaren gastmedewerker bij een groot Nijmeegs groeiproject. Toen ik dat aan het afronden was, vroeg een van de artsen van het Wilhelmina Kinder Ziekenhuis in Utrecht mij de leiding op me te nemen van het derde grote landelijk onderzoek naar de groei van kinderen. Dit resulteerde in de groeidiagrammen 1980 die jarenlang in de Jeugdgezondheidszorg zijn gebruikt. Daarnaast werd beschreven waarom de Nederlandse jeugd zo lang wordt (veel minder ziektes met koorts, kleinere gezinnen, gezonder eten). Jarenlang werd ik gevraagd voor lezingen en interviews over deze achtergronden. En weer greep het toeval in. In een enorme bezuinigingsronde werd het instituut in Utrecht opgeheven; ik kwam terecht in Maastricht. Daar werd ik enthousiast voor het bij de nieuwe universiteit ingevoerde probleemgestuurd onderwijs. De laatste jaren heb ik me naast het vele onderwijs en het schrijven van de Geschiedenis van de Nederlandse Fysische Antropologie geconcentreerd op de wereldwijde negatieve invloed op de gezondheidstoestand van meisjes door hun lage status (selectieve infanticide, besnijden, achterstelling in voeding, (geneeskundige) zorg, en onderwijs, jeugdarbeid, misbruik). Je hebt na je pensionering nog een jaar doorgewerkt, wel een beetje uitzonderlijk in de tijd dat veel mensen tegen de vijftig al beginnen te piepen. Wat was je motivatie? Ik vond het contact met de studenten ontzettend leuk en kon me niet voorstellen dat ik niet werkte. Toen ik mijn vertrek aankondigde, werd er een handtekeningenactie gehouden: Machteld moet blijven! Vanuit de faculteit kreeg ik ook het verzoek of ik, gezien een curriculumwijziging, voor de tweedejaars nog de oude vorm wilde afronden. Daarom ben ik een vol jaar nog heel actief geweest. Meisjes in het (bèta)onderwijs In je laatste publicatie, Physical Anthropology and Gender Issues voor de UNESCO, schrijf je over de achterstelling van meisjes als een wereldwijd probleem. Je benadrukt er ook het grote belang van onderwijs juist voor meisjes. Wat zou er in Nederland nog kunnen/moeten veranderen in het onderwijs? Ik heb zelf een bètaopleiding gedaan, dus ik vind het eigenlijk vanzelfsprekend dat meisjes ook die richting opgaan. In onze bètaklas zaten overigens al evenveel meisjes als jongens. Tijdens de studie vielen wel juist de meisjes steeds meer af. Maar ook grote bètaontdekkingen zijn door vrouwen gedaan. Ik had een tante die apotheker was; zulke voorbeelden zijn belangrijk, maar die zijn er zo langzamerhand ook wel genoeg. Het lijkt mij essentieel dat meisjes niet als alfapoppetjes worden neergezet. In de lerarenopleidingen moet hier aandacht aan worden besteed. Er is een attitudeverandering, vooral bij de mannen, nodig in de benadering van de vrouwelijke leerlingen. Wat is je mening over allochtone meisjes, is voor hen de situatie anders dan voor de autochtone? Ik heb alleen de ervaring bij de universiteit. Daar doen de allochtone meiden het geweldig, ze zijn heel geëmancipeerd. Ze doen het veelal beter dan de mannen met dezelfde achtergrond. De laatste tijd kwam ik veel in Marokko, daar zijn vrouwelijke academici gewoon, en in Turkije zijn ze dat zeker. Het glazen plafond Heb jij er een verklaring voor dat, ondanks het feit dat er hoe langer hoe meer vrouwelijke studenten zijn die het juist zo goed doen, het aantal vrouwen, hoe hoger je komt, toch uiterst sterk uitdunt? Die term glazen plafond verwerp ik. Ik heb het altijd over het glazen schuifdak: geen starre afsluiting, maar iets wat opengezet kan worden. Hoe moet het open? Je moet je bewust zijn van belemmeringen en je moet zelf actief meewerken om die barrière open te maken. Ik moet wel zeggen dat dit voor mijzelf nogal een dubbel gevoel is, zelf was ik vroeger nogal naïef en zeker niet assertief. Zowel op Curaçao als in Utrecht verdiende ik aanvankelijk minder dan de mannen. De heren die erover beslisten, hadden als uitgangspunt: dat meisje heeft niet zoveel nodig. Zodra ik dat doorkreeg, liet ik het wel met terugwerkende kracht bijstellen. Wat moeten volgens jou vrouwen en meisjes doen om door te dringen in de hogere regionen? Vooral zelfvertrouwen hebben en het besef dat je met je capaciteiten een goede inbreng kunt hebben, maar vooral het besef dat het ook LEUK is. Ik zie om me heen, dat een gezin goed te combineren is met een (top)carrière. Je moet natuurlijk wel kunnen organiseren. Vrouwen kunnen dat echt beter dan mannen, de uitzonderingen niet te na gesproken. Ze moeten immers thuis ook al zoveel organiseren, dus waarom zouden ze het op hun werk niet kunnen? CONGRES 14 en 15 maart 2008 Duurzaamheid in processen Open universiteit Heerlen Schrijf u in op NVOX februari 2008

25 Interview MENSEN Met enige regelmaat interview ik iemand die actief is bij een instelling die een relatie heeft met het biologieonderwijs. Dit keer staat Jan Broeders in de schijnwerpers. Jan Broeders is actief voor Optische Fenomenen. Jan Theo Boer / redactie biologie Wie is Jan Broeders en wat is zijn functie bij Optische Fenomenen? Jan M. Broeders is de initiatiefnemer, oprichter en uitgever van de nieuwsbrief Optische Fenomenen. De nieuwsbrief is het orgaan van de Nederlandse Stichting voor Waarneming & Holografie. Het maandelijks orgaan wordt samengesteld door Jan Broeders. Onmogelijke constructies en illusies van Jos de Mey: Vlaamse lekkernijen. Hoeveel mensen werken er bij Optische Fenomenen en wat doen ze? Hoeveel daarvan zijn er bioloog? De nieuwsbrief wordt volledig samengesteld door mij. Op onregelmatige tijden is er een bijdrage van een bevriend auteur zichtbaar in de nieuwsbrief. Door het lezen van biologieboeken en het schrijven over zien en waarnemen is er kennis ontstaan over het boeiende vakgebied biologie. Ik heb van oorsprong een elektrotechnische opleiding. 67 Wat is het doel van Optische Fenomenen? Het doel van de nieuwsbrief is het geven van informatie, nieuws en wetenswaardigheden uit de interessegebieden waarneming en holografie. Daaraan gekoppeld zijn de themagebieden optica, kleur, zien, illusies en driedimensionale beeld- en informatietechnieken. Ook geeft de nieuwsbrief informatie over anamorfosen, stereoscopie, anaglyfen, kunst en fotonica. De nieuwsbrief verschijnt elke maand. De titelpagina bevat elke maand een hologram of een holografische folie. De stichting is opgericht op 2 juli 1987 en heeft contacten met nagenoeg alle educatieve uitgeverijen in Nederland. Ook zijn uitstekende contacten met educatieve uitgeverijen in de ons omringende landen. Welke activiteiten ontplooit Optische Fenomenen in Nederland momenteel met betrekking tot het onderwijs? De Nederlandse Stichting voor Waarneming & Holografie neemt met de nieuwsbrief Optische Fenomenen deel aan onderwijs- en informatiemarkten in binnen- en buitenland. Boeken, tijdschriften en andere publicaties met onderwerpen uit de genoemde themagebieden worden besproken in de nieuwsbrief. Meerdere bijdragen uit de nieuwsbrief worden overgenomen door educatieve uitgaven. Ook zijn er activiteiten in promotionele en educatieve zin voor andere verenigingen en instituten. Kunt u wat meer vertellen over projecten die geschikt zijn voor leerlingen die biologie volgen? De nieuwsbrief geeft veel informatie over boeken, brochures en andere publicaties over zien, waarnemen en herkennen. Het zien en waarnemen en de psychologie en fysiologie van de mens zijn specifieke kenmerken en onderdelen voor de vorming in de biologie. Het gewaarworden van visuele afwijkingen in ons kijkproces levert interessante aanknopingspunten op voor aantrekkelijke lesonderdelen in het vak biologie. Het stereoscopisch zien is een aantrekkelijk en boeiend onderwerp voor de biologielessen. Ook de waarneming van de natuur op afbeeldingen is in driedimensies nog interessanter dan men zou denken. Hoe verlopen jullie contacten met het onderwijs? Door de kennis, ervaring en de continuï- februari 2008 NVOX

26 teit in het verschijnen van de nieuwsbrief zijn er vele contacten opgebouwd in de onderwijssector in binnen- en buitenland. Mede via de grotere onderwijsbeurzen worden de contacten uitgebreid en de noviteiten via de nieuwsbrief verspreid. Ceci n est pas un Magritte. Welke ervaringen hebben jullie met het onderwijs? Door onze deelname aan de meeste onderwijsmarkten voor vmbo-, vwo- en universitair niveau doen veel bezoekers inspiratie op vanuit onze presentaties van boeken, tijdschriften en lesmateriaal. Docenten doen inspiratie op bij het zien van de gepresenteerde materialen en door de mondelinge toelichtingen. 68 Heeft Optische Fenomenen aanraders voor het vmbo? De gevarieerde inhoud van de nieuwsbrief is een aanrader voor docententeams en bedenkers van lesprogramma s en keuzeonderwerpen. Vooral op het gebied van het zien en waarnemen en driedimensionale beeldtechnieken is er bij leerlingen in het vmbo veel belangstelling om meer te weten te komen over de achtergronden van ons kijken. Via de inhoud van de nieuwsbrief kunnen docenten en leerlingen ook steeds meer belangstelling krijgen voor kunst en cultuur. Op welke wijze houdt Optische Fenomenen contact met docenten in het veld? Het contact met docenten verloopt via onze aanwezigheid op onderwijs- en informatiemarkten bij verschillende instituten en landelijk opererende verenigingen op het gebied van biologie, wiskunde, natuurkunde, NLT en scheikunde. Ook op het gebied van de fotonica draagt de stichting haar steentjes bij, met als hoogtepunt een deelname op de internationale informatiemarkt tijdens het Fotonica Evenement 2007 in het congrescentrum van Den Haag. Hoe kunnen leerlingen informatie krijgen (bijvoorbeeld voor werkstukken) over de betreffende onderwerpen? Door het voortdurend raadplegen van de actuele uitgaven van de nieuwsbrief ontstaat er een schat aan informatiebronnen met tips en nieuws over de ontwikkelingen in verschillende interessegebieden. Optische Fenomenen stimuleert tevens het verzamelen van postzegels met thematische uitgaven om daarmee meer te weten te komen over het specifieke thema en de innovatieve ontwikkelingen van dat thema te volgen. Het thematisch verzamelen van postzegels is veel goedkoper en persoonlijk duurzamer van inhoud en kwaliteit, dan het zomaar kopen van alle uitgaven van een land of een gebied. Door de veelheid van specifieke onderwerpen hebben de lezers voldoende informatie om een onderwerp te kiezen voor een werkstuk. De stichting geeft op verzoek aanvullende informatie. Optische fenomenen in de Nieuwsbrief. Hoe kunnen optische fenomenen gebruikt en ingepast worden in het biologieonderwijs? De verschillende onderwerpen die aandacht krijgen in de nieuwsbrief zijn stuk voor stuk geschikt om in te passen in het biologieonderwijs. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de hoogst interessante verschijnselen uit de techniek, waarvoor de biologische ontwikkelingen in de natuur model heeft gestaan. Over dit verschijnsel verscheen een reeks van boeken. Ook beschrijft de nieuwsbrief met enige regelmaat nieuwe publicaties over Darwin en andere beroemde natuurwetenschappers. Optische Fenomenen is daarom een compacte informatiebron met prikkels voor het onderwijs om gericht meer te weten te komen of nieuwe wegen te bewandelen om de lessen aantrekkelijk te maken en materialen voorhanden te hebben om spontaan een verloren halfuurtje te vullen met boeiende onderwerpen. (maandelijks verschijnende nieuwsbrief) (Nederlandse Vereniging voor Fotonica) (Nederlandse Vereniging voor Stereofotografie) Reacties en vragen zijn welkom. Stuur ze naar Jan Theo Boer, jt.boer@upcmail.nl NVOX februari 2008

27 EN VERDER Op expeditie naar de broeikaswereld Klimaatverandering is hot. In de media voeren sceptische en alarmerende berichten de boventoon. Met hun Academische Jaarprijs project willen Utrechtse klimaatonderzoekers jongeren interesseren over wat we precies weten van klimaatverandering, hoe we dat te weten komen en wat dat kan betekenen voor de toekomst. Tine Béneker / Faculteit Geowetenschappen UU en Joop van der Schee / Onderwijscentrum VU De fictieve klimaatonderzoeker prof.dr. Von Boring. Foto: R. Berger. In juni 2007 won een team met geografen, geologen en biologen van de Universiteit Utrecht de Academische Jaarprijs. Die prijs is bedoeld om toponderzoek toegankelijk te maken voor een breed publiek. Het winnende projectvoorstel Expeditie Broeikaswereld wil bovenbouwscholieren bewust maken van de gevolgen van klimaatverandering. De euro voor de prijs is inmiddels uitgegeven aan het maken van een dvd met zes clips van ongeveer vijf minuten om af te spelen in de klas en een bijbehorende website. Daarnaast is er een prijsvraag waarmee leerlingen een expeditiereis naar Spitsbergen kunnen winnen. Kritisch kijken De centrale boodschap van de multimediale expeditie is dat kennis van het klimaat in het verre verleden onze sleutel is voor het begrijpen van de toekomst. Zo n 55 miljoen jaar geleden trad er een extreme klimaatverandering op in een wereld die toen veel warmer was dan nu. Door het plotseling vrijkomen van grote hoeveelheden methaangas en de oxidatie ervan tot CO 2 nam de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer zó snel toe dat de gevolgen voor het milieu catastrofaal waren. De globale temperatuur steeg met 6-8 graden binnen enkele eeuwen. De oceanen verzuurden, de zeespiegel steeg en vele planten en dieren stierven uit of trokken weg naar andere streken. Als we alle nu beschikbare fossiele brandstoffen gaan opstoken, hebben we misschien binnen enkele eeuwen de CO 2 -concentratie in de atmosfeer bereikt die gelijkwaardig is met die van 55 miljoen jaar geleden. Het is goed dat leerlingen daar oog voor krijgen, zegt Lucas Lourens, een van de Zelfs Al Gore vermeldt niet dat we al eens zo n warme periode op aarde gehad hebben onderzoekers die betrokken is bij het project. Zelfs Al Gore vermeldt niet dat we al eens zo n warme periode op aarde gehad hebben. We willen leerlingen goed laten kijken naar klimaatverandering over lange geologische tijdschalen. Professor Von Boring In de zes clips staan twee personen centraal: de fictieve klimaatonderzoeker prof. dr. Werner Von Boring, en Marc Cornelissen een poolreiziger en expeditieleider uit de praktijk ( Von Boring is een wat afstandelijke professor die aan de hand van experimenten en metaforen uitlegt hoe het broeikaseffect en de koolstofkringloop werken en welke rol geologische tijdschalen spelen bij klimaatverandering. Marc Cornelissen Voor wie? Het materiaal is gemaakt om gebruikt te worden bij onderwijs over klimaatverandering in de bovenbouw van havo/vwo. De clips zijn voor alle leerlingen te volgen. De verdieping en de opdrachten variëren in karakter, waarmee sommige meer geschikt zijn voor leerlingen in de bètaprofielen, bijvoorbeeld in een NLTmodule of bij scheikunde of biologie. Op het Marnix College in Ede wordt een module over de koolstofkringloop ontwikkeld waarin dit materiaal een plaats heeft. Als vakoverstijgend project is het materiaal uitgetest op de Ring van Putten in een klimaatprojectweek, in een Studium Generale project op het Norbertus College in Roosendaal en in een anw-module op de Nieuwe Veste in Coevorden. Het grootste deel van het materiaal sluit ook goed aan bij het oude en nieuwe examenprogramma aardrijkskunde voor de bovenbouw havo/vwo. Meer informatie, ook voor het bestellen van de dvd: broeikaswereld.nl. februari 2008 NVOX 69

28 70 zorgt voor de verbinding met de buitenwereld en de praktijk. Als rode draad door de clips loopt het paleoklimaatonderzoek met allerlei expedities en boringen in de zeebodem. De korte clips zijn los van elkaar in de klas te gebruiken als introductie op een onderwerp. De centrale boodschap van expeditiebroeikaswereld.nl is dat kennis van het klimaat in het verre verleden de sleutel is voor het begrijpen van een mogelijke toekomst. Daarnaast is er een website ( broeikaswereld.nl) met aanvullende bronnen. In de broeikast op de site zijn voor de thema s broeikaseffect, koolstofkringloop, tijdschalen en onderzoek, de clipjes te bekijken en achtergrond informatie te lezen. Via de boorkern kun je terug in de tijd tot zo n 65 miljoen jaar geleden. Fragmenten van sedimentlagen in de boorkern illustreren de enorme klimaatwisselingen in het verleden. In het klimatorium staan vijf opdrachten en experimenten die in de klas kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld over het historische verloop van de CO 2 -concentratie, de verzuring van oceanen en dateringsmethoden. Voor docenten is er een aparte afdeling met suggesties voor het gebruik in het onderwijs en met extra materiaal zoals huiswerkvragen. Het materiaal is zo opgebouwd dat het flexibel in te zetten is; dus geen dichtgetimmerd pakket dat direct een hoop tijd vraagt. Klimaatprojectweek In december 2007 hebben we op OSG De Ring van Putten in Spijkenisse een klimaatprojectweek gehad. Centraal stond de vraag of de huidige klimaatverandering een menselijke dan wel een natuurlijke oorzaak heeft. Als eerste hebben we de film van Al Gore laten zien. Daarna zijn de leerlingen met de natuurprofielen aan de gang gegaan met het materiaal van Expeditie Broeikaswereld van de Universiteit van Utrecht. Uit het gevarieerde aanbod van opdrachten en practica blijkt hoezeer ons klimaat beïnvloed wordt door natuurlijke oorzaken. Op grond van film- en lesmateriaal moesten de leerlingen uit de vierde klassen vwo in een mondelinge presentatie hun stellingname verdedigen: mens, natuur of beide? De vijfdeklassers gingen met elkaar in debat. Het lesmateriaal van Expeditie Broeikaswereld is zeker niet gemakkelijk, maar leerlingen vinden het mateloos interessant. Het verwijdt hun blikveld op materie, die al te vaak eenzijdig en clichématig behandeld wordt. André van Leijen (leraar anw en biologie, OSG De Ring van Putten, Spijkenisse) Spitsbergen Het derde onderdeel is een prijsvraag die ingepast kan worden in het onderwijsprogramma, bijvoorbeeld als toets, praktische opdracht of profielwerkstuk. Leerlingen worden uitgedaagd om in een zelf gemaakt kort filmpje of animatie hun visie te geven op de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering. Hoe ziet Nederland er in 2508 uit in een versterkt broeikasklimaat? Door eerst op expeditie te gaan naar de broeikaswereld in het verre verleden, kunnen ze zich een voorstelling maken van een verre toekomst. De wedstrijd loopt tot 10 mei en de filmpjes komen op YouTube en broeikaswereld.nl te staan, zodat iedereen ze kan bekijken. Tijdens de finale in NEMO op 4 juni wordt de winnende clip bekend gemaakt. De winnaars gaan de eerste week van september 2008 mee op expeditie naar Spitsbergen. Waarom Spitsbergen? Het is een bijzonder gebied, vertelt Lucas Lourens, die zelf al verschillende expedities heeft meegemaakt (zie kader). Er ligt onder andere een mijn, waarin je afdrukken van een nijlpaardensoort kunt zien die daar ooit in warmere tijden geleefd heeft. De basis voor dit artikel is eerder gepubliceerd in Geografie november/december Noot van de redactie Al Gore waarschuwt in de dvd-versie van zijn film (onder Special Features, vervolgens Update) tegen het vrijkomen van de miljarden tonnen koolstofdioxide en methaan die nu nog bevroren liggen in de permafrost, zodra deze smelt, zoals nu al steeds meer het geval is. Hij stelt dat hierdoor binnen 50 jaar de concentratie van koolstofdioxide zal verdubbelen. Discussiestellingen tijdens de projectweek op OSG De Ring van Putten. Foto: N. Meijer. NVOX februari 2008

29 EN VERDER Opwarming van de aarde nog ernstiger Op een kamer van de Universiteit Utrecht vertelt paleoklimatoloog Lucas Lourens enthousiast over het onderzoek dat hij uitvoerde bij de walvisrug voor de kust van Namibië. Lourens nam deel aan een expeditie in het kader van het Ocean Drilling Program. Het doel van die tocht was het opboren van stukken sediment uit de zeebodem, vooral sediment van ongeveer 55 miljoen jaar oud. Lucas laat aan de hand van plaatjes zien dat in de sedimentkolommen die ze naar boven haalden interessante overgangen te zien zijn, die waarschijnlijk wijzen op enorme uitstotingen van methaan. Die zorgden toen voor een ongekende opwarming van de atmosfeer. Het broeikaseffect op aarde was in die tijd vele malen groter dan op dit moment. Zelfs in de buurt van de huidige Noordpool bedroeg de temperatuur van het zeewater toen een tijdlang meer dan 20 C, zoals onlangs werd vastgesteld. Over de factoren die de opmerkelijke temperatuurstijging veroorzaakten is nog weinig bekend. Wellicht hangen de methaanuitstotingen rechtstreeks samen met de astronomische cyclus. In een warme periode wordt de drempelwaarde waarboven methaan begint vrij te komen waarschijnlijk eerder bereikt, en die kans is groter als de baan van de aarde om de zon minder gelijkmatig is. Dat de twee door ons onderzochte extreem warme periodes allebei samenvielen met een piek in de astronomische cyclus, vormt wat mij betreft een eerste bevestiging van ons vermoeden, zegt Lourens in een artikel in het blad van de Universiteit Utrecht. De ontdekking van de Utrechtse paleoklimatologen is zo belangrijk omdat de gebeurtenissen uit de onderzochte periode op geen enkele manier te verklaren zijn met de huidige klimaatmodellen. Lourens: De opstellers van die modellen houden onvoldoende rekening met de factoren die ervoor zorgden dat het in het verre verleden op aarde veel warmer is geweest, zoals het vrijkomen van grote hoeveelheden methaan. Voor Lourens is duidelijk dat astronomische cycli een veel grotere rol in klimaatmodellen moeten krijgen. Ik ben bang dat het huidige probleem van de opwarming van de aarde nog ernstiger is dan wordt gedacht. Want in de bestaande klimaatmodellen wordt nog niet of nauwelijks rekening gehouden met de gevolgen van een eventuele uitstoot van methaan. Over deze problematiek wisten Lourens en zijn collega s van het Utrechtse Darwin Centrum in een jaar maar liefst vier artikelen in Nature en Science gepubliceerd te krijgen. Geen geringe prestatie. 71 februari 2008 NVOX

30 Zonne-energie in ontwikkelingslanden Twee miljard mensen ter wereld hebben geen toegang tot elektriciteit. Energie is een duidelijke voorwaarde voor armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. Nederland heeft zich ertoe verplicht om uiterlijk in 2015 in totaal 10 miljoen mensen van moderne vormen van energie te voorzien. Een motiverende context voor lessen natuur- en scheikunde, in vijf voorbeelden uit de hele wereld. Arnoud Pollmann / redactie NVOX 72 Op vele plaatsen in de wereld zijn voorbeelden van succesvolle projecten met het gebruik van zonne-energie uit fotovoltaïsche cellen (PV-panelen). Grote voordelen: eenmaal geïnstalleerd is het licht gratis, niet vervuilend en praktisch zonder onderhoud. Een paar lampjes in de avond verbeteren het leven van zeer veel mensen. Vijf voorbeelden. Verlichte scholen in Kenia In de tropen is het om zes uur s avonds donker, dan gaat het licht uit. In de scholen kan niet meer gewerkt worden. Dat is erg jammer, vooral voor de kinderen van de twee hoogste klassen van de basisschool. Zij moeten immers binnenkort het belangrijke examen doen om naar de middelbare school te kunnen, en juist s avonds hebben de leraren gelegenheid om hen extra training te geven. Op honderd scholen in Noord-Kenia is daar de laatste jaren verandering in gekomen. Deze scholen hebben elektrisch licht. Het licht komt uit accu s die overdag worden gevoed door een aantal zonnepanelen op het dak. De resultaten zijn bijzonder. Op de eerste deelnemende scholen stegen de schoolresultaten van de leerlingen met zo n 30%. Het hoofd van één van de scholen toont trots de bokaal die zijn school heeft gewonnen voor de beste resultaten in de regio. Het succes heeft gezorgd dat andere scholen ook een aanvraag indienden. Hopelijk zullen over een aantal jaren alle 350 basis- en middelbare scholen uit de omtrek, een gebied van 200 bij 300 km rond het Baringomeer, s avonds licht hebben. Mobiele telefoontjes kunnen worden opgeladen, en radio en computeraansluitingen zijn mogelijk. Voor een school van 200 leerlingen zijn ongeveer 6 onderhoudsarme panelen nodig van 30 x 100 cm. In twee klassen zijn dan bijvoorbeeld 4 PL-lampen van ieder 10 Watt, en in de docentenruimte nog eens twee van ieder 6 Watt. De directeur van deze school in Kenia toont trots de prijzen die zijn school heeft gewonnen voor de beste resultaten in de regio. Het succes is te danken aan vier goede, cultureel aanvaarde uitgangspunten: De ouders betalen mee, zij zijn zo tevreden dat ze graag bereid zijn de opstartkosten van circa 20 euro te betalen, voor hen een aanzienlijk bedrag. Verplichte bewaking en onderhoud, dat kost de ouders één euro per maand. Een goede cursus voor de onderhoudsman (meestal een leraar). Jaarlijks toezicht door iemand van de stichting die het beheer voert, en die eigenaar blijft van de panelen. Deze stichting wordt bestuurd vanuit Nederland, in uitstekende samenwerking met de Keniaanse leiding. Het meeste geld wordt in Nederland ingezameld, onder andere uit acties op scholen (zie de kaders). Zoncontainers voor Zuid-Afrika Zeecontainers zijn hier slim omgebouwd. Deel de 12 meter lange container op met schotten, zaag er ramen en deuren in, zet zonnepanelen op het dak, en vier of vijf beginnende bedrijfjes krijgen er een prima modern onderdak. Een belangrijk onderdeel van het project is dat de startende ondernemers worden getraind in basale ondernemersvaardigheden. Tot nog toe zijn er zes containers omgebouwd en verspreid geplaatst in Kwazulu- Natal. Het project is opgezet door Novib en Nuon, samen met een Zuid-Afrikaans energiebedrijf in duurzame energie, met subsidie vanuit Nederland. Zie voor meer informatie de Novib-site, NVOX februari 2008

31 EN VERDER Help een school met energie: een oproep Scholieren in ontwikkelingslanden hebben baat bij een betere leeromgeving. Zoals in dit artikel naar voren komt, is energie daarbij een belangrijke factor. Stichting ETC in Leusden geeft uw school de mogelijkheid om een zonneenergiesysteem op een plattelandsschool in een ontwikkelingsland te financieren, om zo met uw leerlingen een steentje bij te dragen aan deze verbetering. Om de link met uw leerlingen te versterken ontvangt u een fotoverslag van de installatie op de school. Stichting ETC en haar partners voeren projecten uit op het platteland in ontwikkelingslanden. Wij komen daarbij veel scholen tegen die de meest elementaire energievoorziening ontberen. Het merendeel van deze scholen is niet in staat om zelf moderne energie aan te schaffen. Vanuit onze maatschappelijke betrokkenheid faciliteren wij door middel van het EASE Direct Support programma graag (en voor niets) uw steun aan een van die scholen. Indien u meer informatie wilt over Direct Support, kunt u kijken op of contact opnemen met Stichting ETC. Ook zal er een artikel over EASE Direct Support verschijnen in een volgend nummer van NVOX. Stichting ETC, Maaike Snel/Catrin Hohmann, ease@etcnl.nl, x zonne-energie in Kiribati Kiribati ligt middenin de Pacific en bestaat uit 17 bewoonde eilanden. Deze atollen liggen ver verspreid over de immense Stille Zuidzee. Tarawa, het hoofdeiland van Kiribati, heeft sinds een halve eeuw elektriciteit. Drie sterk verouderde turbines wekken ieder 1 MW op en voorzien een ziekenhuis, regeringsgebouwen en huishoudens van stroom. (Deze stroom is echter wel drie keer zo duur als in Nederland.) Mede door de aanwezigheid van elektriciteit is de bevolking op dat smalle atol in een halve eeuw gegroeid van tot zielen, hetgeen forse problemen voor de hygiëne en de drinkwaterwatervoorziening veroorzaakt. De regering probeerde daar, met steun van de EU, wat aan te doen door Een van de huishoudens met PV-systeem, in Taratai op het atol Noord-Tarawa. De accu van deze lamp is opgeladen door een zonnepaneel. s Nachts kun je ermee op kreeftenjacht gaan. De lamp is een goed alternatief voor de huidige gevaarlijke en dure lampen die werken op vergassing van kerosine. zonne-energie systemen op de verre eilanden te plaatsen. Eerst waren de 130 enorme, intensief gebruikte, dorpshuizen aan de beurt. Het plaatsen van één tot drie energiezuinige lampjes van 11 watt maakt de avonden veel aangenamer voor een groot deel van het dorp. Later kwamen circa 1800 huishoudens aan de beurt en daarna de scholen. In ieder huis leven gemiddeld 20 personen. Het leven wordt gemakkelijker met betrouwbaar en goedkoop kunstlicht, video, muziek via cassettedeck en radioverbindingen (tv is op Kiribati onbekend). Het systeem (fabrikaat BP) bestaat uit een of twee zonnepanelen van 0,5 m 2, Trotse huisvader toont de bergplaats van de accu. ieder goed voor 50 watt bij 17 volt. Daarnaast zijn een lokaal gemaakte omvormer, een accu, en drie aansluitpunten voor 7 of 11 watt lampjes. Het systeem kan worden uitgebreid met omvormers voor gebruik van video (220 V). Onderhoud Het geheim achter het succes is dat de systemen eigendom blijven van het bedrijf, terwijl de gebruikers verantwoordelijk zijn voor de lampen. Het onderhoud wordt gedaan door een onderhoudsmonteur op ieder eiland, die maandelijks langskomt. Deze solarman heeft een hoge status, zoiets als de burgemeester, zo belangrijk vindt iedereen het. De familie betaalt maandelijks 6 euro. Dit is een stuk minder dan het bedrag dat vele families moeten uitgeven voor gevaarlijke kerosine en dieselolie voor de vaak dure, en snel wegroestende, generatoren die op de eilanden nu elders in gebruik zijn. 73 februari 2008 NVOX

32 solar home systems in Bangladesh Mohammed Yunus, de uitvinder van het microkrediet en Nobelprijswinnaar, heeft de laatste jaren grootse plannen gerealiseerd om een groot deel van de verre uitgestrekte en geïsoleerde gebieden van In vijf jaar tijd zijn bijna dorpen voorzien van solar home systems Rwanda. In Kigali, de hoofdstad van Rwanda in Midden-Afrika, zijn wel vijf verschillende bedrijven bezig met installatie van PV. Hier zijn het vooral ziekenhuizen, scholen en districtskantoren in de buitengebieden die veelal met buitenlandse financiële steun worden geëlektrificeerd. Een districtskantoor nabij de grens met Tanzania krijgt een aparte power plant. Op het dak worden liefst 80 panelen van 50 bij 100 cm gelegd. In het gebouwtje komen de regelapparatuur, de ruim honderd accu s, en de omvormers naar 230 volt. 74 Suggesties voor de lessen natuur- en scheikunde Een van de duizenden huishoudens in Bangladesh die elektrisch licht kregen. Bangladesh te voorzien van elektriciteit. Grameen Shakti heet het project, energie voor de dorpen. In vijf jaar tijd zijn bijna dorpen voorzien van solar home systems. Belangrijk onderdeel van het project zijn daarnaast de introductie van biogas, en simpele oventjes. Dankzij dit project heeft bijna een half miljoen mensen op het platteland een beter leven. Kinderen kunnen s avonds hun huiswerk maken, ouders kunnen bijverdienen door hun marktstalletjes, café s, rijstmolens en winkeltjes langer open te houden. De gezondheid van vrouwen en kinderen gaat vooruit, omdat de hinderlijke en gevaarlijke rook van de houtvuurtjes verdwenen is. De ziekenhuizen van de dorpen hebben nu een koelkast op zonne-energie, belangrijk voor het goed houden van medicijnen. Meer informatie: gtz.de/en/presse/17523.htm. 1. Zoek op hoe het zit met de beschikbaarheid van zonne-energie. Zie bijvoorbeeld 2. Hoe groot moet een paneel zijn om een computer in Midden-Afrika te laten werken? 3. Hoe moet een paneel geplaatst worden? 4. De zwakke plek aan een PV-systeem is de accu. Waarom is de accu van een auto hoewel veel gebruikt eigenlijk niet zo geschikt? 5. Wat voor soort onderhoud moet aan een autoaccu gedaan worden? 6. Hoe werkt een onderhoudsvrije accu? (antwoord: op basis van gel) 7. Kan zonne-energie in Nederland ook goed gebruikt worden? 8. Welk type panelen zijn er op de markt en wat zijn de respectievelijke voordelen daarvan? (Antwoord op de eerste vraag: op basis van silicium: amorf silicium, monokristallijn, polykristallijn.) 9. Welke ontwikkelingen zijn er in de nabije toekomst te verwachten op het gebied van zonnecellen? 10. Waarom verwacht men dat de prijzen flink zullen dalen? Interessante sites zijn verder ook: (zoekterm: zonnestroom) (over niet-siliciumzonnecellen) Een van die scholen die betrokken zijn bij het project in Kenia is het Vossiusgymnasium te Amsterdam. Daar worden lessen verzorgd over zonne-energie, en geld ingezameld voor de betrokken scholen in Kenia. Het plan is dat dit jaar tien leerlingen van het Vossius een reis zullen maken naar Kenia om de projecten te bezoeken. NVOX februari 2008

33 EN VERDER Het paard als patiënt 2500 jaar paardengeneeskunde Marianne Offereins / ROC Midden Nederland, Utrecht museumcollectie tegen: instrumentarium voor aderlatingen, brandijzers, maar ook een kunstbeen voor een pony en portretten van beroemde Utrechtse hoogleraren. Intussen komt de bezoeker en passant veel te weten over de geschiedenis van het paard en zijn domesticatie. Op 28 november 2007 is de nieuwe Universiteitskliniek voor Paarden van de Universiteit Utrecht feestelijk geopend. De kliniek is gehuisvest in het hagelnieuwe Willem C. Schimmelgebouw aan de Yalelaan In eerste instantie niet iets waarbij het Universiteitsmuseum Utrecht (UM) genoemd zou worden, ware het niet dat bij deze opening ook een bijzondere afdeling van het UM is geopend, namelijk de tentoonstelling Het Paard als Patiënt: 2500 jaar paardengeneeskunde. Deze permanente tentoonstelling is ontwikkeld door de afdeling Diergeneeskunde van het UM, in samenwerking met het departement Gezondheidszorg Paard. Bij de opening kon ik niet aanwezig zijn, ik gaf les, maar vanmorgen werd ik vriendelijke ontvangen door hoogleraar Geschiedenis van de diergeneeskunde Peter Koolmees en projectleider en assistentconservator Babke Aarts. De tentoonstelling begint eigenlijk al als je nog op straat bent. Vanaf het parkeerterrein aan de overkant is het paardenbeeld zichtbaar dat in de grote vitrine bij de voordeur staat. Je kunt niet mislopen, hier moet je zijn. Zodra je de voordeur binnen bent, is het eerste dat opvalt een van de hoogtepunten van de collectie: de imposante opgeknapte travail bascule bij de entree van het gebouw. Hierin kon een paard volledig worden vastgezet en gekanteld, zodat hij kon worden geopereerd. Volgens zeggen zou het mechanisme door een kind van elf bediend kunnen worden. Dan praat je dus wel over een paard met een gewicht van honderden kilo s. Bij de travail bascule kan de bezoeker wel even blijven staan. Schuin erachter hangt een scherm waarop het gebruik van het apparaat door de tijd wordt getoond. Van Bucephalus tot Bonfire De tentoonstelling is opgesteld in twee ruime hallen. Een rondleiding begint boven, met de geneeskundige zorg voor de paarden in de Oudheid. Al 2500 jaar houden mensen zich op allerlei manieren bezig met het genezen van zieke en gewonde paarden. Dat kan uiteenlopen van aderlaten toen, tot ingewikkelde darmoperaties nu. Deze tentoonstelling vertelt de geschiedenis van de paardengeneeskunde. Belicht wordt hoe de betekenis van het paard is veranderd en welke vraag naar diergeneeskundig handelen hieruit is voortgekomen. Over welke theoretische kennis en praktische vaardigheden beschikken paardenartsen? Verder wordt ingegaan op de rol die de opleiding voor dierenartsen in Utrecht vanaf de oprichting in 1821 heeft gespeeld bij de ontwikkeling van de paardengeneeskunde. De tentoonstelling is opgedeeld in zes perioden: 1 Hoefijzers en hippiaters (500 v. Chr ) 2 Ridders en rossen ( ) 3 Stalmeesters en rijscholen ( ) 4 Van empirist naar paardenarts ( ) 5 Van werkpaard naar luxepaard ( ) 6 Maneges en medische technologie (1970-heden) Voor elk van deze perioden staat een beroemd paard als symbool. Via Bucephalus, het paard van Alexander de Grote, stap je de oudheid binnen, om uiteindelijk met Anky van Grunsvens Bonfire weer in het heden terecht te komen. Tijdens deze reis door de tijd komt de bezoeker uiteenlopende objecten uit de Schatten van onder het stof Op de bovenverdieping in een lange gang is de Kroongalerij gehuisvest. Hier zijn de vitrines opgesteld van het Museum voor Hoefkunde, dat aan het begin van de twintigste eeuw door de Utrechtse hoogleraar Kroon werd opgericht. Een selectie (ongeveer een kwart) uit de unieke collectie hoefijzers, instrumenten en onderwijsmiddelen wordt tentoongesteld. Naast de Keltische en middeleeuwse hoefijzers die door Kroon en zijn voorgangers verzameld zijn, toont dit deel van de tentoonstelling bijvoorbeeld ook de historische onderwijscollectie van s Rijksveeartsenijschool, klauwbeslag en orthopedische hoefijzers. Onlangs is een bijzonder ijzer toegevoegd. In het kader van het voortdurend onderzoek is een replica van een Keltisch hoefijzer uitgeprobeerd. Dat staat nu in de vitrine, niet van echt te onderscheiden. Als u toch in de Uithof moet zijn Altijd leuk om een kijkje te nemen. Praktisch informatie Het paard als patiënt is te bezichtigen op werkdagen tijdens de openingsuren van het W.C. Schimmelgebouw, Yalelaan te Utrecht. De afdeling Diergeneeskunde van het Universiteitsmuseum verzorgt op afspraak rondleidingen. Mail voor het maken van een afspraak naar b.aarts@uu.nl 75 februari 2008 NVOX

34 VERENIGING BESTUUR Wat deed het bestuur? Het bestuur is in de maand januari erg actief geweest. Zo werd er erg hard gewerkt aan de laatste voorbereidingen voor het congres, werden de jaarverslagen van secties en commissies van de vereniging klaargemaakt voor publicatie, werd de begroting gemaakt en de afrekening van het afgelopen jaar opgesteld, enzovoorts. Een geweldige bedrijvigheid! Oproep voor een kandidaat vicevoorzitter! Afgelopen jaar is de vereniging begonnen met een experimentele periode wat betreft het voorzitterschap. Het voorzitterschap van de vereniging beslaat één jaar. Als voorbereiding op het voorzitterschap draait men één jaar als vice-voorzitter mee en na afloop van het voorzittersjaar draait men nog een jaar mee als uitloopjaar. Het bestuur wil langs deze weg een pleidooi houden voor de opvolging van de huidige voorzitter. Tijdens het komende congres wil het bestuur een vice-voorzitter aanstellen die dan volgend jaar het voorzitterschap voor één jaar op zich neemt. Over ruim drie weken, op 14 maart, wordt het congres gehouden in Heerlen. Aan alle leden wordt verzocht om zich heen te kijken, maar ook naar zichzelf, en mogelijke kandidaten opmerkzaam te maken voor deze vacature. De nieuw aan te stellen vice-voorzitter willen we graag de mogelijkheid bieden van een persoonlijke begeleiding op maat. Het bestuur heeft daar (financiële) middelen voor ter beschikking gesteld. Wij denken daarbij aan een begeleidingsproces door externe deskundigen. In principe zijn er vele mogelijkheden. De gedachte die daar achter steekt is dat wij jonge collega s die later graag carrière willen maken (in het onderwijs) op deze wijze ervaring kunnen laten opdoen. Enkele gegevens: Het bestuur vergadert 10x per jaar, het DB 7 tot 10x per jaar, soms ook via telefoon (via Skype is tegenwoordig ook mogelijk). Van een vice-voorzitter wordt niet direct verwacht dat deze alle vergaderingen bijwoont. Van een voorzitter wordt dat natuurlijk wel verwacht. De AB-vergaderingen worden altijd op een woensdag van tot u in Amersfoort gehouden. DB-vergaderingen worden niet op vaste tijdstippen gehouden. Alle onkosten worden vergoed. Ondergetekende is graag bereid meer informatie te geven. Graag ontvangen wij uw suggesties en voorstellen! Namens het bestuur, Leander Jansen, secretaris Tel , secretaris@nvon.nl 76 BIJEENKOMSTEN Bijeenkomst sectie vmbo op donderdag 6 maart De sectie vmbo organiseert op 6 maart 2008 de eerste bijeenkomst voor deze nieuwe sectie. De bijeenkomst vindt plaats in: Stromenland, locatie Muurhuizen, Zangvogelweg 4, 3815 DL Amersfoort. De bijeenkomst duurt van uur tot uiterlijk uur. De NVON zorgt voor soep met broodjes. Op de agenda staan onder andere: Presentatie van de gehouden enquête Wat doen we met de uitkomsten van de enquête Op stapel staande beroepregistratie docenten exacte vakken. We hopen veel vmbo-docenten zullen komen. Ook niet-leden zijn welkom. De reiskosten van leden worden vergoed. Namens de sectie vmbo, Jan Baas en Jan van Venetiën Nieuwe generatie leraren bijeen in Zwolle Congres voor aanstaande leraren exacte vakken Op vrijdag 28 maart 2008 is op Hogeschool Windesheim het eerste Lions-congres. Alle aanstaande leraren in opleiding natuurkunde, scheikunde, biologie en techniek maken op die dag kennis met elkaar. Eerste-, tweede-, derde- en vierdejaars studenten van Sittard tot Leeuwarden en van Rotterdam tot Arnhem-Nijmegen laten elkaar zien wat ze in huis hebben. Bas Smit, eerstejaars scheikunde van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden laat met jaargenoten zien wat ze op NVOX februari 2008

35 VERENIGING CSI als onderwerp van een workshop. APS-Xact4U! organiseert op 23 april 2008 deze conferentie in het Reehorstcongrescentrum in Ede. Tien jaar geleden bij de invoering van de tweede fase begonnen als de anw-conferentie, de laatste jaren aangevuld met een NLT-deel, is de conferentie nu uitgegroeid tot een bètabrede conferentie voor havo en vwo waarin de vakoverstijgende activiteiten en de samenhang tussen de exacte vakken centraal staan. De conferentie blijft een platform waar anw-docenten inspiratie kunnen opdoen en ervaringen kunnen uitwisselen, maar besteedt ook aandacht aan allerlei andere bètaontwikkelingen in het voortgezet onderwijs. De volgende stromen staan op het programma: Anw NLT Projecten van Universumscholen De nieuwe scheikunde De nieuwe natuurkunde De nieuwe biologie Het technasium Bètaplus in de onderbouw Vakoverstijgende projecten Samenhang met wiskunde in projecten of modules De bètacanon Elke stroom begint met een inleidende lezing van 45 minuten met algemene informatie, de stand van zaken en de toeo.s.g. Piter Jelles met CSI hebben gedaan: Onze jaargroep was verantwoordelijk voor het CSI-project in alle havo 3-klassen. Bijna tweehonderd leerlingen onderzochten een moord op de locatie Aldlân. Wij stelden het werkboek samen en we maakten een moordfilm in de school met leraren als potentiële daders. De eerstejaars leerden onderdelen van het leraarsvak in de praktijk. Deze werkwijze laat versneld zien of de studenten de goede studiekeuze hebben gemaakt. Organisatorisch en op het terrein van de communicatie is er het een en ander misgegaan, maar er zijn gelukkig geen rampen gebeurd. De leerlingen hebben niets van de strubbelingen gemerkt. Bas Smit kijkt uit naar 28 maart. Het lijkt me prachtig om een workshop te geven en met studiegenoten te praten over onze ervaringen. Op het programma staan verder workshops over onder meer grafische rekenmachines, orde in de exacte lessen, didactiek van verbranding, uitstel- en vluchtgedrag, minoren in de diverse hogescholen, biologiestudenten met liedjes over bloed en de eerste publieksvertoning van de films van de Backer-filmwedstrijd. Ook is er een workshop waarin studenten proeven demonstreren uit Showchemie, het boek dat in het najaar zal verschijnen. De NVON is prominent aanwezig en doet de lerarenstudenten een aantrekkelijk aanbod om lid te worden. Diverse bedrijven en hogescholen sponsoren de bijeen- komst, zodat studenten gratis of met een minimale eigen bijdrage dit eerste landelijke congres bij kunnen wonen. Het congres is vooral voor en door studenten. NVON-leden die een bijzondere bijdrage willen of kunnen leveren zijn vrij om met de organisatie contact op te nemen. Dat kan via: en Meer informatie: De 10de Reehorstconferentie NLT-ANW-Bètabreed CONGRES 14 en 15 maart 2008 Duurzaamheid in processen Open universiteit Heerlen Schrijf u in op 77 februari 2008 NVOX

36 VERENIGING komstige ontwikkelingen. Daarna volgen drie werkgroepen van 60 minuten per stroom. Bij de stromen NLT en anw zijn er twee series van drie werkgroepen naast elkaar. Daarnaast staan er nog werkgroepen op stapel over Jet-Net, aansluiting p.o.-v.o., sciencewedstrijden, meisjes en bèta-techniek, Hisparc en dergelijke. De deelnemers kunnen kiezen voor het volgen van een bepaalde stroom, maar kunnen ook uitstapjes naar een andere stroom maken. De conferentie wordt plenair ingeleid door Harry Eijkelhof, hoogleraar vakdidactiek en curriculumontwikkeling natuurkunde in Utrecht en lid van verschillende stuurgroepen. Hij schetst de toekomst van het bètaonderwijs in Nederland, dat nu en in de komende jaren nogal in beweging is. Het definitieve programma van de conferentie wordt begin maart naar alle scholen gestuurd en staat dan ook op de website van het APS. Informatie: CONGRES Aanvullende toelichting NVON Congres welke gepubliceerd is in nr. 1 EO3. Excursie naar DSM De afkorting DSM stond voor Dutch State Mines. De chemische bedrijven die ontstonden vanuit de Staatsmijnen Wilhelmina, Emma, Hendrik en Maurits zijn de basis voor het huidige chemische complex, wat zich in de nabijheid van Sittard bevindt. Op dit industriële complex werken thans ongeveer 5000 mensen. Het bedrijf richt zich nu vooral op de fijnchemie. De excursie naar DSM bestaat uit een aantal onderdelen. Bij de ontvangst wordt een toelichting gegeven op ontstaan, ontwikkeling en de huidige stand van zaken. Vervolgens wordt een bezoek aan het laboratorium gebracht en een rondrit over het bedrijf gemaakt. Tevens zal ingegaan worden op duurzame procestechnieken binnen dit bedrijf, dat ook zijn bijdrage levert aan Jet-Net. Nadere informatie komt op de website 78 DocentenWerk Schoolontwikkeling kan alleen plaatsvinden door betrokkenheid van docenten. Betrokken docenten hebben de mogelijkheden zich te ontwikkelen, voelen zich een serieuze gesprekspartner binnen de school en denken en werken mee vanuit het vak en de vakkundigheid. Bent u docent in de onderbouw van het Kom dan naar voortgezet onderwijs? DocentenWerk 18 maart: Nijmegen 19 maart: Assen (onder voorbehoud) 26 maart: Weert 27 maart: Zwijndrecht 1 april: Amersfoort 3 april: Zaandam 7 april: Hengelo In maart en april organiseert het Platform VVVO (waarbij de NVON is aangesloten) in samenwerking met Onderbouw-VO, de AOb en CNV Onderwijs de bijeenkomst DocentenWerk, waarin de bovenstaande thema s centraal staan. Graag nodigen wij u uit om deel te nemen aan deze gratis bijeenkomst. Data en locaties: De bijeenkomst DocentenWerk vindt plaats op zeven locaties in het land: 18 maart: Nijmegen 19 maart: Assen (onder voorbehoud) 26 maart: Weert 27 maart: Zwijndrecht 1 april: Amersfoort 3 april: Zaandam 7 april: Hengelo Programma uur Ontvangst, gevolgd door een luchtige en interactieve opening uur Twee workshoprondes, met keuze uit de volgende workshops: Inspiratie van het vak: over het belang en de plaats van het vak bij vakoverstijgende activiteiten Het gesprek in de school: over het belang van goede communicatie in de school Docent en professionalisering wat wil de docent eigenlijk zelf?: een uur vol ideeën en suggesties om uw professionalisering in eigen hand te nemen uur Maaltijd en gelegenheid ervaringen en ideeën uit te wisselen met collega s van andere scholen Informatie en aanmelden Meer informatie over de bijeenkomst DocentenWerk vindt u op U kunt zich via deze website tot uiterlijk 25 februari 2008 aanmelden. NVOX februari 2008

37 VERENIGING NIEUW IN DE LEDENSERVICE Wereldwijde milieuveranderingen beter begrijpen Slechts 55% van de CO 2 die vrijkomt, hoopt zich op in de atmosfeer! Wetenschappers hebben een boekje geschreven over de huidige stand van zaken van onze kennis over CO 2. Dit boekje is speciaal geschreven voor een netwerk van internationale scholen verenigd in Carboschools en heeft de lange titel: Wat we weten. Wat we niet weten. En hoe we proberen de wereldwijde milieuveranderingen beter te begrijpen. Docenten uit het voortgezet onderwijs verbonden aan het docentennetwerk Studiestijgers van de Rijksuniversiteit Groningen hebben het boekje vertaald in het Nederlands. Het boekje kun je gebruiken bij anw of bij het anw-gedeelte in de monovakken. De Rijksuniversiteit heeft drie weerstations met geavanceerde CO 2 -meters geplaatst op het dak van het Willem Lodewijk Gymnasium in Groningen, het Maartens College in Haren en het Lauwers College in Buitenpost. We willen de gegevens van deze metingen beschikbaar stellen aan scholen. Samen met een website en het boekje bieden deze een goede basis voor een lessenreeks. Om dit nog verder uit te breiden ontwikkelt de Rijksuniversiteit een NLT-module over het meten van CO 2. Het boekje schetst de context van de module. Als scholen geïnteresseerd zijn in deze module kunnen ze zich melden bij het Steunpunt Noord van NLT (betasteun punt@rug.nl). Het boekje is uitgegeven als nr. 4 in de NVON-reeks en te bestellen bij de Ledenservice van de NVON. Alex van den Berg Bestelwijze Te bestellen door 10,25 over te maken op postgiro t.n.v. NVON-Ledenservice te Hapert, onder vermelding van artikelnummer 05 en van het adres waarnaartoe het boek moet worden gestuurd. Dit is 8,- voor het boek en 2,25 voor de verzendkosten. Indien u geen lid bent van de NVON en/of indien u meer exemplaren wilt bestellen, vraag dan naar het te betalen bedrag bij ledenservice@nvon.nl. 79 Auteursexemplaren Ontwerpen moet je doen In Ontwerpen moet je doen, NVON-reeks nr. 3, zijn bijna veertig NVOX-artikelen over aspecten van technisch ontwerpen gebundeld door Ineke Frederik en Marianne Vrijman als redactie. De inhoudsopgave is te vinden op de NVOX-site. Die is nu nog te vinden op Kijk bij de inhoudsopgave met internetadressen van dit nummer; de inhoudsopgave staat daar als supplement bij deze pagina. Het is de bedoeling dat alle auteurs van de in de bundel opgenomen artikelen een exemplaar van dit boek krijgen. Auteurs die aanwezig waren op de Woudschoten Natuurkunde Conferentie hebben daar hun auteursexemplaar gekregen. Intussen zijn ook auteursexemplaren verstuurd naar auteurs van wie we het adres kenden. Wie nog geen auteursexemplaar heeft gekregen en daar wel prijs op stelt, wordt verzocht zich te melden bij met vermelding van het adres waarheen het boek moet worden gestuurd. Henny Kramers-Pals, voorzitter BC NVON-reeks Ineke Frederik signeert in de NVON-stand tijdens de Woudschotenconferentie. februari 2008 NVOX

38 MEDIA BOEKRECENSIES 80 Ontwerpen moet je doen! Ineke Frederik en Marianne Vrijman-van Putten (red.). Ontwerpen moet je doen! Groningen: NVON, p., full colour. 12,- voor NVON-leden. Technisch ontwerpen als mogelijkheid leerlingen te prikkelen tot creativiteit werd aanvankelijk met de nodige scepsis ontvangen. Wat hebben een eenarmige sneeuwschuiver, een waterraket, een dynamisch fietszadel, een muizenvalauto, de bereiding van zuurkool, de productie van bier en al die andere zaken in de bundel Ontwerpen moet je doen! met exacte vakken te maken? Meer dan op het eerste gezicht lijkt. De bundel met bijna veertig artikelen uit NVOX van 1998 tot 2007 over aspecten van technisch ontwerpen geeft een overzicht van de mogelijkheden en de uitwerking in de praktijk. Er zijn artikelen over beleid, veel artikelen over praktische toepassing en over diverse ontwerpwedstrijden. Leerlingen en leraren zijn alom enthousiast. Soms remt de schoolleiding verdere uitwerking van de plannen: er wachten ook examens! Technisch ontwerpen is een goede manier om creativiteit en inzet te belonen. Leraren die de touwtjes uit handen kunnen geven en geen controlfreaks zijn, hebben een voorsprong. Wie de lessen van het begin tot het einde ook inhoudelijk onder controle wil houden, kan beter de lesmethode volgen. Voor de resultaten op het examen maakt de verscheidenheid in lesaanpak niet uit. Voor de inzet en betrokkenheid van leerlingen bij exacte vakken is er wel verschil merkbaar. Technisch ontwerpen is een doe-activiteit waar enig denkwerk voor nodig is. De lessen zijn gestructureerd, maar de uitkomst is onzeker. Een goede afspiegeling van het menselijk bestaan. Voor leraren die denken en ook leerlingen durven los te laten. De bundel is verkrijgbaar bij de NVON-ledenservice. Gerard Stout Bestelwijze Te bestellen door 15,- over te maken op postgiro t.n.v. NVON-Ledenservice te Hapert, onder vermelding van artikelnummer 52 (dit is inclusief 3,- voor de verzendkosten) en het adres waar het boek naartoe moet worden gestuurd. Indien u geen lid bent van de NVON en/of indien meer exemplaren wilt bestellen, vraag dan bij leden service@nvon.nl naar het te betalen bedrag. De kleur van de Chemie - gironummer In de aankondiging van de bundel De Kleur van Chemie in NVOX no. 10 is helaas een verkeerd gironummer opgenomen. Wie de bundel wil bestellen moet 14,95 overmaken op giro t.n.v. VU Amsterdam, Faculteit Exacte Wetenschappen, onder vermelding van De Kleur van de Chemie en uw adresgegevens. Adviezen voor kleurrijk onderwijs Jaap Krikke. Je moet wel van ze houden. Kampen: Ten Have, p. ISBN ,50. Jaap Krikke is sectordirecteur economie van de roc s in Almelo en Hengelo en kreeg in 2003 landelijke bekendheid, doordat een leerling van hem slachtoffer werd van eerwraak. Krikke was de eerste schooldirecteur die over dit onderwerp aan de bel trok, het stilhouden van dit soort incidenten moest afgelopen zijn. Dit heeft erin geresulteerd dat eerwraak niet langer taboe is, scholen scherper opletten, projecten zijn gestart en deskundigen er hun licht over laten schijnen. In dit boekje tekent Maarten Meester, journalist, schrijver en filosoof, de ervaringen van Krikke op. De hoofdstukken behandelen achtereenvolgens: vijf gevaren, tien complicaties, dertig adviezen en tips voor de minister van Onderwijs, leraren, ouders, directeuren van lerarenopleidingen en leerlingen. Het boek bevat verder een viertal bijlagen. De gevaren, zoals uitval, radicalisering en onderdrukking van meisjes krijgen in korte duidelijke teksten aandacht. Dit krijgt een vervolg in de complicaties, te denken valt aan problemen thuis, taalachterstand, openheid en gebrek aan openheid en motivatie bij docenten. Krikke illustreert deze constateringen met voorbeelden uit zijn school. Zoals het afblazen van het opnemen van vrije dagen voor het offeren suikerfeest in het vakantierooster door de MR. Ze wonen nu hier, dus hebben we niets met die feesten te maken. De dertig adviezen vormen de kern van het boek. Hier wordt de betrokkenheid van Krikke met de allochtone leerling duidelijk zichtbaar. Houd van deze leerlingen, verdiep je meer in hun cultuur, tweetaligheid accepteren ja, als de ouders maar duidelijk wordt gemaakt dat zij naast hun eigen taal ook Nederlands met hun kinderen moeten spreken. Ga als docent eens op ouderbezoek, gebruik rolmodellen om te laten zien, dat ook allochtonen carrière kunnen maken in ons land. Spreek docenten aan op hun professionaliteit. Op Krikke s roc gebeurt dit door de onderwijsgevenden te laten werken in zogenoemde resultaatverantwoordelijke teams. Het hoofdstuk Advies 23, kijk kritisch naar Artikel 23 geeft stof tot overdenking over de rol van bijzonder onderwijs in het middelbaar beroepsonderwijs. Is het verstandig de emancipatie van het moslimvolksdeel te laten verlopen via apart moslimonderwijs? Of kan deze emancipatie via het bestaande onderwijs sneller verlopen? Het laatste gedeelte van het boek bevat de dingen die Krikke zou doen in de rol van minister, leraar, ouder of leerling. Als minister zou hij in ieder geval in zijn agenda een dag per week uittrekken om onaangekondigd scholen te bezoeken. NVOX februari 2008

39 MEDIA Het boek leest prettig en is vlot geschreven. Problemen die binnen de schoolmuren spelen zijn in dit boek bespreekbaar gemaakt. De lezer, schoolleider of onderwijsgevende, kan zelf beoordelen welke van de aangereikte handvatten voor zijn of haar situatie bruikbaar zijn. Willem Vis Klimaatverandering in Nederland R. Roos en S. Woudenberg (red.). Opgewarmd Nederland. Utrecht: Stichting Natuurmedia i.s.m. uitgeverij Jan van Arkel en Stichting Natuur en Milieu, p., gebonden, ill. kleur. ISBN ,95. Te bestellen via Bij alle speculaties die er over de klimaatverandering zijn, nu iets dat reëel is. Voor het eerst wordt het effect van klimaatverandering zichtbaar gemaakt, of het nu gaat om nieuwe planten of vogels uit warme streken, of hele ecosystemen. De verandering van het klimaat heeft nu al grote gevolgen voor de landbouw, voor bossen, moerassen, rivieren en kust. Concrete effecten staan voorop. Welke planten en dieren verhuizen naar het noorden? Wat betekent een vroeger voorjaar? Welke plagen komen er? Kan ons bos en moeras alle broeikasgassen vastleggen? Wat komt door natuurlijke trends, wat door de mens? In Opgewarmd Nederland geen gespeculeer over wat er kán gaan gebeuren, maar zichtbare effecten nú. De dvd bevat documentaires over vogels, vlinders, libellen, korstmossen en hogere planten, en achtergronden. De bijbehorende site warmdnederland.nl biedt extra nieuws, wetenschappelijke achtergronden en links. De Nederlandse natuur is de best geïnventariseerde ter wereld. Of het nu gaat om vlinders, libellen, vogels, planten of mossen, het is bekend of ze voor- of achteruit gaan. Vijfendertig auteurs schrijven over flora en fauna, wateroverlast en zich aanpassende natuurgebieden. Ik kan hier kort over zijn: dit boek moet je gewoon aanschaffen en gebruiken bij allerlei lessen, maar vooral bij op dit moment aandachtvragende onderwerpen zoals global warming. Naast de tekst over de diverse onderwerpen staat het vol met kaders, grafieken, kaartjes en dergelijke. Achterin het boek staat een beschrijving van de auteurs en is er een uitgebreide literatuurverwijzing per hoofdstuk. De hoofdredactie berust bij Rolf Roos, bioloog, publicist en programmamaker op het gebied van ecologie en natuurbescherming. Hij redigeerde ook Het milieu van de natuur, dat moeilijk grijpbare zaken als verzuring, vermesting en verdroging in kaart bracht (Hoe kun je het zien? Hoe los je het op?). Marijke Domis Anatomie Midas Dekkers en Angela de Vrede. Botjes. Amsterdam: Querido, p., ill. zw/w. ISBN ,50. Dit is weer eens een heel andere manier om kinderen in aanraking te brengen met de anatomie, en dan specifiek het geraamte. Het boek begint met: Kleed je uit. Helemaal. Eerst doe je je jas uit en je schoenen, dan je hemd, je sokken en je broek. Nu je ondergoed. Meestal ben je dan wel klaar. Maar deze keer niet. We gaan verder. Trek ook je vel uit, met haren en pukkels en al. Je ziet nu open en bloot de spieren zitten. Maar niet lang. Weg ermee! Zo ga je door. Je longen hang je aan de kapstok, het hart aan een haakje, de darmen stop je in een teil. Ga door tot op het bot. ( ) In plaats van jezelf kun je ook een dier uitkleden. Als je een kip eet bijvoorbeeld. Op je bord. Al die botjes waren ooit een geraamte. ( ) Net een bouwdoos. Zo n bouwdoos zit ook in jezelf. ( ) Wil je dat niet weten, kleed je dan maar weer aan. Maar dan mis je wel wat. Botten zijn leuk. Word bottoloog. Hiermee is de toon gezet. Op een speelse manier en dat is Dekkers wel toevertrouwd passeren allerlei aspecten van het geraamte van de mens en allerlei andere zoogdieren de revue. Als de plaatjes in kleur waren geweest, was het boek mogelijk nog leuker. Voor pabo en basisonderwijs. Marianne Offereins Oerkat Dick Mol, Wilrie van Logchem, Kees van Hooijdonk en Remie Bakker. De sabeltandtijger uit de Noordzee. Norg: DrukWare, p., ill. kleur. ISBN ,50. Op zaterdag 1 december 2007 werd dit boek in Naturalis gepresenteerd. Met verbazing heb ik deze fraaie uitgave bekeken. Hoe je met een stuk bot van ongeveer een hand groot een dergelijk boek kunt maken De sabeltandtijger (Homotherium latidens) is een katachtig roofdier met opvallend grote hoektanden. Fossiele overblijfselen van deze soort in Europa zijn erg zeldzaam. De onderkaak die in maart 2000 uit de Noordzee werd opgevist, is gedateerd op een ouderdom van jaar. Tot dat moment werd aangenomen dat de sabeltandtijger in Europa al tot jaar geleden was uitgestorven. De auteurs van het boek schetsen op basis van deze opzienbarende vondst een beeld van de leefomgeving van het roof- 81 maart 2007 NVOX

40 MEDIA 82 dier en zijn prooidieren in het destijds droog liggende Noordzeegebied. Het verhaal is doorspekt met recente wetenschappelijke gegevens en rijk geïllustreerd met niet eerder gepubliceerd beeldmateriaal. Zo komt de tot de verbeelding sprekende oerkat met zijn vervaarlijke snijtanden weer tot leven. Als u dit leest is de tentoonstelling in Naturalis, waar een reconstructie van de sabeltandtijger gedurende enige tijd te zien was, alweer voorbij. Goed, u hebt dat dus gemist, maar het vervaardigen van het model wordt wel uitgebreid beschreven in het boek. Na de inleiding waarin de vangst van de onderkaak wordt beschreven, volgt een hoofdstuk over de geologische tijdschaal, vervolgens is het hele boek gewijd aan de Homotherium in al zijn verschijningsvormen. Voor iedereen met een paleontologische belangstelling een prachtig salontafelboek. Marianne Offereins Scharrelkinderen Willy Leufgen en Marianne van Lier. Vrij spel voor natuur en kinderen. Utrecht: Jan van Arkel, p., ill. kleur. ISBN ,00. Op 18 oktober 2007 werd dit boek gepresenteerd tijdens een dag met allerlei buitenactiviteiten op Kasteel Groeneveld in Baarn. De auteurs van dit boek, die in 2006 de Heimans en Thijsse Prijs toegekend kregen, maken zich, evenals Richard Louv (zie NVOX no 9, 2007, p. 431), zorgen om de kinderen van tegenwoordig die te weinig met de natuur worden geconfronteerd. Ze zijn al een kwart eeuw actief in het ontwerpen van speelse en natuurrijke tuinen en initiatiefnemers van Oase voor de bevordering van natuurrijke parken, tuinen en plantsoenen, inmiddels een overkoepelend orgaan voor de heemtuinen van Nederland (en Vlaanderen), Wilde Weelde en het netwerk Springzaad, meer ruimte voor natuur en kinderen (en willen we dat eigenlijk niet allemaal?). Als ik denk aan vroeger u weet wel, toen alles beter was en aan buiten spelen, herinner ik me strooptochten door de tuinen van de buren, mijn broer die onder de buitenkraan moest worden afgespoeld, omdat hij in de gierput van iemand verderop was terechtgekomen; de boomhut van de overbuurjongens waar ik nooit in mocht en met mijn vader naar het tumuliveld waar we over de heuvels holden en riepen dat we de witte wieven waren. Bestaan zulke plekken nog? Je zou met alle beton en verkeer denken van niet. Maar ze zijn er, op onverwachte plaatsen, ook in de stad. En iedereen met creativiteit en doorzettingsvermogen kan zelf een dergelijk landschap realiseren. Dit boek is een ontdekkingsreis naar allerlei fantastische voorbeelden in binnen- en buitenland, met voorbeelden van scholen en instellingen waarbij de meest avontuurlijke tuinen zijn ingericht.. Het geeft bovendien pedagogische argumenten, een stappenplan voor het inrichten van kindvriendelijke tuinen, niet alleen bij school maar ook voor thuis, al is de ruimte nog zo beperkt. Verder zijn er tips, adressen en websites. Als ik dan denk aan mijn huidige school, midden in de stad, met als natuur op de binnenplaats een zielige boom, die zijn wortels heeft in de parkeergarage of all places word ik wel een beetje droevig. Zie ook op internet: Marianne Offereins De altijd voortdurende strijd Dorothy H. Crawford. Deadly Companions. How Microbes Shaped Our History. Oxford: Oxford University Press, p., 21 z/w illustraties. ISBN Het is een mooi idee om de geschiedenis van infectieziekten te beschrijven als een nimmer aflatend gevecht tussen microben en de mens. En dan te bedenken dat zij er het eerst waren, zo n drie miljard jaar geleden, terwijl pas 600 miljoen jaar geleden de eerste eukaryoten op aarde verschenen, en nog veel later de mens. Maar deze bleek een uitstekende kweekplaats voor allerlei virussen en bacteriën, en pas geleidelijk raakte hij eraan gewend en ontwikkelde hij immuniteit. Zelfs ontstond er tussen talloze soorten en ons mensen een vorm van symbiose, zoals met de microben in ons darmstelsel. Crawford beschrijft deze ontwikkelingen heel boeiend, en hoewel zij allerlei oorlogstermen als vijand, list en vermomming gebruikt, vestigt ze er wel de aandacht op dat microben uiteraard geen wil of verstand hebben zoals wij, zodat de mens daardoor in deze strijd vaak de overwinnaar is. Er loopt een mooie historische lijn, waarbij de nadruk valt op de grote epidemieën of pandemieën zoals de Zwarte Dood in de veertiende eeuw en de Spaanse griep in de twintigste. Beschrijvingen van het ziekteverloop, maar ook van de levenscyclus van parasieten worden levendig neergezet. Uiteraard vertelt Crawford ook over de helden van de microbiologie, de ontdekkers van bacteriën als Louis Pasteur en Robert Koch, over de concurrentiestrijd tussen de geleerden en over de dwaalwegen die soms werden ingeslagen als het erom ging een bepaalde ziektekiem te identificeren. Ik vind het altijd prachtig als een groot geleerde in staat is zulke goed leesbare boeken te schrijven. Dat komt door de sappige details en door de human interest die hier worden neergezet. Het boek eindigt niet met een happy end. Daarvoor zijn de trucs van de microben te geraffineerd. Ieder jaar sterven er 17 miljoen mensen aan microbiële infecties, en toen HIV zijn intrede deed in 1980, werd het jaarlijks dodental verdubbeld, ondanks alle hygiëne. Vanmorgen kopt mijn krant: jaarlijks doden door HIV. En dat impliceert dat we er echt niet vanaf zijn. Crawford legt uit dat een universeel NVOX februari 2008

41 MEDIA microbendodend medicijn, wel eens gorillacine genoemd, ons meer kwaad dan goed zou doen. Kortom: de vij- and wordt nooit overwonnen en, zoals de dokter zegt, we zullen ermee moeten leren leven. Een aanbevelenswaardig boek, en niet alleen voor de collega s biologen. Jammer dat het aan de prijs is. Maar er zal vast wel een paperbackeditie van komen. Hans Bouma DIGITAAL Home Academy Het is een tijdje geleden dat er in dit tijdschrift aandacht is besteed aan de hoorcolleges van Home Academy ( Waar het aan ligt, ligt het aan. Deze keer zijn er twee die een recensie verdienen. Grote geschiedenis Maarten van Rossem. Geschiedenis in het groot. Den Haag: Home Academy, 2007, 4 cd s. ISBN ,95 (cd) - 27,95 (mp3). Hoogleraar Maarten van Rossem is geregeld op de televisie te zien wanneer er weer eens iets verstandigs moet worden gezegd over de politiek, vooral wanneer het gaat om Amerika. Dat hij nog veel meer in zijn mars heeft, blijkt wel uit deze vier cd s met hoorcolleges over de geschiedenis van het leven op aarde, van ons zonnestelsel en onze plaats in het hele universum. Vanzelfsprekend is het onmogelijk om zo n vier uur hoorcollege kort samen te vatten. Daar begin ik dan ook niet aan. Iedere cd uit dit handige doosje bevat twee hoofdstukken. Van Rossem begint met het beantwoorden van de vraag waarom er nu juist in onze tijd zoveel belangstelling is voor de Big History, geschiedenis op grote schaal, vervolgens gaat hij in op de conceptuele problemen die deze grootschalige geschiedenis meebrengt, citeert daarin onder meer Jared Diamonds Guns, Germs and Steel (in het Nederlands vertaald als Zwaarden, paarden en ziektekiemen). Op de tweede cd begint hij met de expansie van het universum en eindigt met het vertrek van homo sapiens uit Afrika. Op cd drie wordt de agrarische revolutie behandeld, en cd vier is gewijd aan de industriële revolutie en de economische en industriële groei van China. Mij spreekt de onderkoelde, afstandelijke en relativerende toon van Van Rossem erg aan. Op momenten benadert hij het cabaret. Een lesmethode waar ik erg van houd, ik ben ervan overtuigd dat leerlingen/studenten/toehoorders het gebodene beter onthouden als dat op een humoristische manier gebracht wordt. Degenen die dat met mij eens zijn, komen bij Van Rossem ruimschoots aan hun trekken. Denkt u trouwens niet: O, dit is niet voor mij geschiedenis! Ook de natuurwetenschappelijke eruditie van Van Rossem is bepaald niet gering. Je hoeft het zeker niet met alles wat hij zegt eens te zijn, maar wat een presentatie Voor mij heeft Van Rossem nu een gedeelde eerste plaats met Govert Schilling en zijn hoorcolleges over het Evoluerend heelal. De komende weken ga ik ze allemaal voor de tweede keer luisteren. Dat is ook verstandig, want soms moet je in de auto ook op het andere verkeer letten en dan mis je wel eens wat. Het is jammer dat de kerstvakantie als u dit leest al weer voorbij is, maar de voorjaarsvakantie komt er aan. Wetenschap versus Godsdienst Herman Philipse. Wetenschap versus Godsdienst. Een hoorcollege over grote conflicten, van Copernicus tot Dawkins. Den Haag: Home Academy, cd s. ISBN ,50 (cd) - 46,00 (mp3). Naar deze serie hoorcolleges was ik nieuwsgierig gemaakt door de gratis proef-cd Het geval Galileï die ik zag liggen bij de Drvkkery in Middelburg. In ongeveer een half uur geeft Philipse hierop een voorproef van zijn colleges. Nieuwsgierig gemaakt waagde ik een tele- foontje naar de uitgever. Een paar dagen later was ik dus ook in het bezit van de hoorcolleges Wetenschap versus Godsdienst. Acht uren hoorcollege moet je niet achter elkaar willen horen. Ik had de heen- en de terugweg naar Zeeland en de weg heen en weer naar school. Dat betekent dat ik in twee weken alles had gehoord. Ook hier is een korte samenvatting onmogelijk, en ook hier probeer ik het dus niet eens. In de eerste vier cd s is Philipse vooral gericht op de conflicten tussen natuur- en sterrenkundigen en de religieuze leiders. Dat gaat van de Copernicaanse Revolutie (cd 1), via Paus Urbanus VIII en Galileï (cd 2), naar de vraag of Descartes en Spinoza nu wel of niet atheïsten waren (cd 3) en eindigt met het Mechanicisme van Newton en de mening van Laplace (cd 4). In de vijfde cd gaat hij in op het wereldbeeld in de Bijbel in het licht van de moderne geologie. Cd 6 behandelt de visie van Charles Darwin tegenover die van William Paley. Op de zevende cd gaat Philipse in op de controverse tussen de Big Bang en het nieuwe creationisme. Cd 8 ten slotte, behandelt de godsdienst in onze tijd, waarin hij een antwoord zoekt op de vraag of er in de moderne tijd nog plaats is voor godsdienst. Het afluisteren van deze acht cd s vergt wel wat discipline, zeker voor wie dat niet op reis doet: je kunt er niet even bij weglopen, anders ben je de draad kwijt. Een mp3-luiste raar heeft daar natuurlijk geen problemen mee, maar dat terzijde. 83 februari 2008 NVOX

42 MEDIA 84 DIGITAAL In het bijbehorende boekje is op 35 pagina s een samenvatting gegeven van de colleges, dus aantekeningen hoeft u niet te maken. Marianne Offereins Startpagina over jongeren en de natuur Het onderwerp jongeren en natuur staat steeds meer in de belangstelling. De politiek en allerlei instanties houden zich ermee bezig. Als schrijfster, journaliste en vrijwilligster bij Het bewaarde land en het IVN, is Jolanda Pikkaart dagelijks bezig met dit onderwerp. Op haar weblog kind.nl verschijnt nieuws over kinderen en de natuur. De bijeenkomst van Springzaad in Kasteel Groeneveld in oktober maakte duidelijk dat er heel veel expertise en informatie over het onderwerp is. Tot nu toe was echter lastig om al die kennis over jongeren en de natuur boven water te halen. Pikkaart heeft nu de informatie gebundeld in de startpagina: natuur-jongeren.startpagi na.nl. De onderwerpen op deze startpagina zijn onder andere: natuuractiviteiten, lesmateriaal, natuurclubs, natuur op school en natuurmusea. voor het nieuwe bètavak is het bijhouden van het nieuws natuurlijk een must. De krant is zodanig opgemaakt dat hij makkelijk door de school te vermenigvuldigen is, maar het is ook mogelijk om een deel van de inhoud te verspreiden. Alle artikelen zijn ingekort om de leesbaarheid te bevorderen. Volledige artikelen staan ook op de website. Een greep uit de onderwerpen van deze aflevering: DNA, Stamcellen & Klonen: kloonembryo s van apen, stamcellen uit mensenhuid, evolutie versnelt. Zonnestelsel & Heelal: kosmisch tennisballenkanon, studenten ontdekken exoplaneet. Ziekte & Gezondheid: griepprik als poeder, langer leven door antidepressiva. Wetenschap & Onderzoek: expansieve hersencellen in beeld, gedurfde natuurkundetheorie, wiskunde helpt brandweer. Klimaat & Evolutie: Groenland stijgt, superstorm. Bekijk ook de nieuwe website: Natuurwetenschap in het Nieuws De 35 e editie van de krant Natuurwetenschap in het Nieuws is uit met een selectie van het actuele natuurwetenschappelijke nieuws. De onderwerpen passen uitstekend bij ANW, maar de krant heeft ook zeker de belangstelling van andere bovenbouwleerlingen. Voor wie zich al wil warmlopen NVOX februari 2008

43 ACTUEEL WETENSCHAP Schitterende feestkristallen in Beeld De mooi vormgegeven wetenschapsagenda van de Radboud Universiteit Nijmegen bevat tegenwoordig de rubriek Beeld met prachtige foto s. In editie 9 ( , er staat een link in de volgende versies) zijn foto s te bewonderen van bijzondere kristallen. Aan de Radboud Universiteit wordt fundamenteel onderzoek gedaan naar hoe kristallen groeien. Een van de technieken die de Nijmeegse vastestofchemici gebruiken om kristallen naar hun hand te zetten, is het opdampen op een strak geordende ondergrond, zoals keukenzout of grafiet. Het kristal groeit dan in de richting van deze ondergrond. Met deze techniek, epitaxiale groei geheten, kunnen kristallen worden gemaakt die in de natuur nooit uit zichzelf ontstaan. Op deze manier kan ook de kristallisatie op gang worden gebracht van stoffen die zonder ondergrond slecht kristalliseren. De foto s laten twee voorbeelden zien van epitaxiaal gegroeide naaldvormige kristallen. Bron: (nr. 9) Dit anthachinonkristal is uit de gasfase gegroeid op een oppervlak van keukenzout. De onderzoekers Wim Noorduin en Sander Graswinckel van de Radboud Universiteit Nijmegen maakten de foto met een gewone lichtmicroscoop en gepolariseerd licht. Optische zuiverheid kweken door roeren In de Radboud Universiteit in Nijmegen wordt een suspensie van een racemisch mengsel van een aminozuur, N-(2-methylbenzylidene)-fenylglycineamide, door gestaag roeren homogeen links- of rechtsdraaiend gemaakt. Onderzoeker Wim Noorduin heeft ontdekt dat dit mogelijk is als gevolg van minuscule hoeveelheden verontreinigingen uit de omgeving die zelf ook chiraal zijn. Deze verontreinigingen blokkeren selectief de groei van de anders draaiende kristallen via een moleculair herkenningsmechanisme. Dat heeft hij aangetoond door geringe hoeveelheden rechtsdraaiend fenylalanine toe te voegen. In de suspensie groeien de grote kristallen ten koste van de kleinere. De in de laatstgenoemde aanwezige linksdraaiende moleculen klappen om en hechten zich aan de zich vormende grotere kristallen. De methode is industrieel opschaalbaar: de projectpartners DSM en Syncom zijn enthousiast over de toepasbaarheid van de ontdekking. De Nijmeegse methode is ook van belang voor het antwoord op de vraag naar het ontstaan van het leven. Ook hier speelt chiraliteit van zichzelf reproducerende aminozuurmoleculen een rol. Bron: (nr. 10) Deze sferoliet bestaat uit naaldvormige kristallen van het kippeneiwit lysozym, gegroeid vanuit een waterige oplossing. Dergelijke sferolieten komen ook voor bij mineralen in de natuur. Het is een perfecte boomstructuur die ontstaat doordat de naaldjes zich tijdens de groei steeds in tweeën vertakken. Onderzoeker Maurits Heijna van de Radboud Universiteit Nijmegen maakte de foto met een gewone lichtmicroscoop. In een zuurkast bij Vaste-stofchemie van het Institute for Molecules and Materials (IMM) van de Radboud Universiteit Nijmegen staat nog steeds een rijtje te draaien: rondbodems gevuld met een ondoorzichtige vloeistof. Als onderzoeker Wim Noorduin de magneetdraaiers uit zet, worden ook kleine glazen kogeltjes zichtbaar. Continu malen ze de kristallen fijn die ontstaan in de verzadigde oplossing 85 februari 2008 NVOX

44 ACTUEEL 86 Smeltend Antarctica Dat de ijslaag aan de Zuidpool dunner wordt, daarover is men het wel eens. Maar er bestaat nog veel onzekerheid over de precieze situatie. Door hoogtemetingen van de NASA-satelliet ICESat wil de Delftse technicus dr. Riccardo Riva hierin meer helderheid brengen. De schattingen over de jaarlijkse ijskrimp lopen uiteen van 232 tot 72 km 3. De grote marge komt volgens Riva door de grote onzekerheid over het effect van de tektoniek onder Antarctica. Tussen en 4000 jaar geleden smolt het ijs veel sneller dan nu. Doordat toen een deel van de druk op het land is ver - dwenen veert het continent op. Er is nog veel uit te zoeken. Bron: Delft Integraal 2007/4. Mensen ruiken dezelfde stof anders door hun genen De reukperceptie van verschillende mensen voor een aantal stoffen kan sterk verschillen, zowel in intensiteit als in plezierigheid van een geur. Van een van deze verschillen is nu aangetoond dat het een genetische basis heeft. Het gaat om androstenon. Voor sommigen riekt het vies (naar oud zweet of urine), door anderen is het niet te ruiken en voor weer anderen riekt het heerlijk (naar bloemen of vanille). Dit kan worden verklaard door twee versies van een gen dat codeert voor een geurreceptor-eiwit dat in de neus aan specifieke stoffen bindt. Androstenon (5α-androst-16-en-4-on). De receptorvarianten van sommige mensen bonden de stof wel en die van anderen juist niet, waardoor de stof wellicht door een andere receptor wordt opgepakt. Androstenon is bij varkens bekend als feromoon dat een belangrijke rol heeft bij de paring, en komt bij tal van mannen in het zweet voor. De onderzoekers kijken verder wat androstenon eventueel voor sociale rol speelt. Bron: Ellips dec. 2007; zie ook Nature, 27 september Shell boort algen aan Aan de kust van Hawaï verrijst een proefinstallatie voor de kweek van zeealgen die kunnen dienen als grondstof voor dieselachtige biobrandstof. Shell heeft daartoe samen met het lokale algenbedrijf HR Biopetroleum een joint venture opgezet onder de naam Cellana. Vergeleken met andere soorten biomassa hebben algen grote voordelen. Zo groeien ze veel sneller: onder gunstige omstandigheden verdubbelen ze hun massa een paar keer per dag. Ook heb je er geen landbouwgrond of drinkwater voor nodig: een betonnen bak met zeewater is genoeg. Eventueel kun je de cultuur extra bemesten met CO 2 die je elders opvangt, bijvoorbeeld uit een kolencentrale. Shell is de eerste grote oliemaatschappij die het kweekproces daadwerkelijk gaat uitproberen. Bron: Chemisch2Weekblad 19 januari 2008 BERICHTEN Wereldnatuurfonds Nederlanders grootverbruikers van onzichtbaar water Hoeveel water is er nodig om één kop koffie te produceren? Of een bruine boterham met kaas? Of een reep chocola? Heel veel levensmiddelen en grondstoffen bevatten zelf nauwelijks water, maar verbruiken veel water tijdens de groei en het productieproces. Dat levert onthutsende cijfers op: zo wordt voor de productie van één katoenen T-shirt 2700 liter water gebruikt. Op verzoek van het Wereld Natuur Fonds (WNF) onderzocht de Universiteit Twente dit onzichtbare virtuele waterverbruik van Nederland. De belangrijkste uitkomst: 80 procent van het Nederlandse waterverbruik vindt plaats buiten ons land, ook in landen waar (schoon) water een schaars goed is. Op basis van het onderzoek The Water Footprint of the Netherlands; analysis of international impacts and options for change van de Universiteit Twente, stelde het Wereld Natuur Fonds een top 5 samen van dagelijkse producten en het water dat nodig is om ze te produceren. Daarbij is het waterverbruik tijdens het gehele groei- en productieproces meegerekend. Nederlanders gebruiken dagelijks zo n 100 liter zichtbaar water. Daar hebben ze zelf invloed op: de kraan wordt open of dicht gedraaid. Ze gebruiken daarnaast per dag liter virtueel water. Dat indirecte waterverbruik, gekoppeld aan geïmporteerde grondstoffen en levensmiddelen, vindt grotendeels plaats buiten ons land en buiten onze directe invloed. Dat water zit in de verbouw en verwerking van bijvoorbeeld katoen, koffie, veevoeders (soja en cassave) en cacao. De enorme vraag naar dit water via de producten voor de export, betekent een aanslag op de natuur in deze landen. Voor de bevolking betekent het nòg minder water voor eigen gebruik en het verbouwen van voedsel. Nederland is in absolute, maar ook in relatieve zin grootverbruiker van virtueel water in het buitenland: ons land staat op de derde plaats van de wereldranglijst. De belangrijkste verklaring daarvoor is dat Nederland door het geringe grondoppervlak wel gedwongen is de meeste grondstoffen en landbouwproducten te importeren. Maar zelfs als dat aspect wordt meegewogen, scoort ons land nog erg hoog: we verbruiken per hoofd van de bevolking relatief veel koffie, katoen, cacao en andere producten die afkomstig zijn van dorstige gewassen. Waterverbruik in droge landen moet en kan omlaag. Het verbruik van ons virtuele water in het buitenland kan op een relatief simpele manier drastisch omlaag worden gebracht. Het Wereld Natuur Fonds initieert al jaren lang projecten om gewassen (zoals katoen) te verbouwen met 20 tot 30 NVOX februari 2008

45 ACTUEEL procent minder water. Ook herstelt het WNF op diverse plaatsen de oorspronkelijke watervoorraad in de bodem door irrigatiemethoden aan te passen. Nu water steeds hoger op de internationale politieke agenda komt, ontstaan nieuwe mogelijkheden om het waterverbruik omlaag te brengen. Grote, internationale bedrijven die veel water gebruiken bij hun productieproces, staan open voor adviezen om het waterverbruik terug te dringen. Daarom werkt het WNF samen met bedrijven en overheden. Het meest recente voorbeeld is de overeenkomst met aardbeientelers rond de wetlands in de Spaanse Coto Doñana; de lokale overheid heeft de waterbesparende adviezen van het WNF nu voor het gehele gebied bindend verklaard. Cota Doñana De Spaanse overheid in de regio Andalusië heeft vergaande maatregelen genomen om het natuurgebied Cota Doñana beter te beschermen. Daarbij zijn de richtlijnen gevolgd van het Wereld Natuur Fonds. Illegale aardbeienteelt wordt geweerd en sommige legale aardbeienkwekerijen worden verplaatst. Op die manier ontstaan corridors die delen van het natuurgebied met elkaar verbinden. Dat is cruciaal om het leefgebied van de zeer zeldzame Iberische lynx veilig te stellen. De aardbeientelers die hun grond in het natuurgebied behouden, moeten waterbesparend en duurzaam gaan werken, naar het voorbeeld van de vier aardbeientelers waarmee het WNF al eerder afspraken maakte. De Cota Doñana is, net als de Waddenzee, een wetland van internationaal belang waar het WNF al meer 25 jaar lang actief is. Het natuurgebied (ruim 3 keer Texel) is zeer waterrijk en is ieder jaar een pleisterplaats voor zes miljoen watervogels op hun trek van en naar Afrika. Ook de Iberische lynx, een van de meest bedreigde katachtige ter wereld, komt er voor. Door de illegale, maar ook legale aardbeientelers wordt een onverantwoorde hoeveelheid grondwater gebruikt. Hierdoor zakt het grondwaterpeil naar een kritisch niveau en ligt verdroging van het gehele gebied op de loer. Nascholing natuurkunde en NLT aan de TU/e De TU/e organiseert op 6 maart 2008 een nascholingsdag met als thema Licht onder de loep. Deze docentdag heeft als doel: Nascholing en Netwerken voor Natuurkundedocenten. Natuurkundedocenten die lesgeven in de bovenbouw van het vwo ontmoeten dan docenten van de faculteiten Technische Natuurkunde, Elektrotechniek en Technologie Management van de TU/e. Verdere informatie op en bij de contactpersoon Henry van Bergen, h.j.m.v.bergen@tue.nl Op 20 maart 2008 organiseert de TU/e een nascholingsdag voor NLT-docenten. Verdere informatie bij de contactpersoon Erik Meijer, e.n.meijer@tue.nl 87 Docenten m/v (enkele uren per week). Voor de productie van de centrale examens voortgezet onderwijs zoeken wij docenten voor vmbo nask1 kb/gl/tl en vmbo biologie kb. U werkt mee aan de constructie van de centrale examens en correctievoorschriften. Dit werk kunt u deels in Arnhem bij Cito en deels thuis doen. U bent als docent werkzaam in het schooltype waarvoor het examen gemaakt wordt en hebt recente ervaring met examenklassen. U beschikt over gedegen vakkennis en hebt ervaring met het Word-tekstverwerkingspakket. De werkzaamheden starten per 1 augustus Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Henny Roseboom (026) (ma, di of wo). Uw schriftelijke reactie, voorzien van een recent curriculum vitae, kunt u uiterlijk 20 maart 2008 richten aan Cito, t.a.v. H. Roseboom, Postbus 1034, 6801 MG Arnhem. Over Cito februari 2008 NVOX

46 Aansteker Haarlemmer Houttuynia Plant en verschrikker De woekerplant Houttuynia cordata is een geschikte verschrikker voor honden en katten die de tuin onveilig maken. Dit woekergewas met fraaie bloempjes kent enkele varianten; onder meer een met groen blad en een met verkleurend bont blad. De laatste is ook bekend als kameleonplant. De houttuynia, genoemd naar de bioloog Maarten Houttuyn ( ), verspreidt bij de geringste aanraking een indringende en onprettige geur. Voldoende om honden en katten op afstand te houden. Ook veel tuinliefhebbers houden niet van deze geur die in de hele plant, bloem, stengels, wortels en bladeren is aan te treffen. De plant fungeert in Japan en andere landen in het verre oosten als haarlemmerolie. Hij is goed tegen diverse kwalen en in geval van (hongers)nood is de plant in de wok te bereiden. De indringende geur is afkomstig van onder meer 3-oxo-dodecanal, decanal, dodecanal en methylnonylketon = undecaan-2-on. De wondgenezende werking komt van quercitrin en isoquercitrin. De vluchtige oliën zijn met stoomdestillatie vast en zeker te winnen. Wie neemt de uitdaging aan? De plant is in diverse tuincentra te koop en wellicht als bodembedekker in de tuin aanwezig. Een vijfminutenfilm met een overzicht van de Houttuynia cordata is te vinden op: Op vindt u een meer uitgebreide beschrijving met extra foto s en de structuurformules. Aanstekelijk? Is het mogelijk om via stoomdestillatie de aromastoffen te isoleren? Kunnen leerlingen zelf een chemisch/plantaardige honden- en kattenverschrikker maken? Zijn er andere planten die zich voor een filmproject lenen? Gerard Stout, stout@nhl.nl 88 COLOFON NVOX is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuur wetenschappen (NVON) Redactie: Hoofdredacteur: W.T.W. Vis; adjunct-hoofdredacteur: mw. H. Kramers-Pals. Eindredacteuren: mw. M. Domis- Hoos (biologie), mw. J.E. Frederik (natuurkunde), J. de Gruijter (scheikunde), A. Pollmann (anw), mw. M.I.C. Offereins. Redacteuren: J.T. Boer, H. Bouma, B. Lefeber, M. Metselaar, mw. I. Schreurs. W. Sonneveld, mw. M. Bruinvels. Redactieadres voor alle kopij: Eekhorstweg 1, 7942 JC Meppel, t.a.v. mw. A. Versluis redactie@nvon.nl. Tel , bgg Fax Internetadres: De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen en berichten in NVOX. Artikelen kunnen niet zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur (tel , hfdrd-nvox@nvon.nl) worden overgenomen, gekopieerd, elektronisch worden doorgegeven of op welke wijze dan ook vermenigvuldigd. Een uitzondering wordt gemaakt voor het niet-commercieel gebruik door leden ten behoeve van hun schoolwerk. Klachten over de bezorging van het blad indienen bij de NVON-ledenadministratie, postbus 41, 7940 AA Meppel (tel , ledenadministratie@nvon.nl) Kopij voor de rubrieken Forum, Vereniging, Media en Actueel kunt u aanleveren tot: Nr ; Nr ; Nr ; Nr ; Nr ; Nr ; Nr ; Nr ; Nr ; Nr Verschijningsdata 2008: 21 jan., 18 feb., 21 mrt., 21 apr., 19 mei, 23 jun., 22 sep., 20 okt., 17 nov., 15 dec. Basisvormgeving: FIZZ new media solutions, Meppel. Vormgeving: S. Willems Druk: Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel. Advertentie-exploitatie: Bureau Van Vliet, postbus 20, 2040 AA Zandvoort (tel , fax , zandvoort@bureauvanvliet.com; site: Dagelijks bestuur NVON: H.A.C. Huijsmans, voorzitter (voorzitter@nvon.nl), L.A.M. Jansen, secretaris (secretaris@nvon.nl), J.Chr. Nolthenius, penningmeester (penningmeester@nvon.nl), J. Bette, algemeen lid (john.bette@orange.nl), H. de Graaf, algemeen lid (grf@huygenscollege.nl). Algemeen Bestuur: Het DB aangevuld met de sectievoorzitters biologie J. van Koppen (kopnvon@ hotmail.com), natuurkunde mw. A. Thurlingsvan der Lingen (thurlings@wanadoo.nl), pabo-p.o. mw. M. v. Graft (m.vangraft@slo.nl), scheikunde L. Donk (l.donk@planet.nl), toa A.P. Soldaat vmbo J. Baas (janbaas42@hetnet.nl). Bestuursmedewerker: mw. L. Pors (bm@nvon.nl) Het lidmaatschap loopt per kalenderjaar en wordt jaarlijks automatisch verlengd. Opzeggen kunt u tot 1 december bij de ledenadministratie. NVON-ledenadministratie: mw. M. Worst, Postbus AA Meppel, tel , fax , ledenadministratie@nvon.nl NVON-secretariaat: Maandag-donderdag uur.postbus 60047, 9703 BA Groningen, tel , fax , secretariaat@nvon.nl en info@nvon.nl NVON-ledenservice: mw. J.A. Huijsmans-Janssen, Nieuwstraat 12, 5527 AT Hapert, tel Gironummer , ledenservice@nvon.nl en bestellingen@nvon.nl Internetadres: Hier treft u alle informatie omtrent het lidmaatschap, bijbehorende contributie en een aanmeldingsformulier aan, en ook de adressen van de bestuursleden, van de leden van de secties en de commissies en van de NVOX-redactie. NVOX februari 2008

47 Aansteker Haarlemmer Houttuynia Plant en verschrikker 89 Aanstekers zijn beschrijvingen van korte experimenten met mogelijkheden voor nader onderzoek. Een korte beschrijving staat op pagina 88 in dit nummer van NVOX. Bijdragen voor deze rubriek zijn welkom. Zend uw Aansteker aan Agenda 2008 datum doelgroep organisatie/ onderwerp plaats/tijd in nummer maart 14 ieder NVON-congres Heerlen 1 28 lio s natuur- en Lions-congres Windesheim 2 scheikunde april 08 docenten en toa s studiedag Scheikunde Nijmegen scheikunde van vandaag en morgen 23 bètadocenten havo/vwo Reehorstconferentie Ede 2 NLT-ANW-Bètabreed (APS) februari 2008 NVOX

48 en BATECH EEN SOLIDE VERBINDING uitgeverij Educatief basisvorming natuur-/scheikunde vmbo- kgt- havo- vwo 1

Wanda Guedens en Monique Reynders. Universiteit Hasselt, België

Wanda Guedens en Monique Reynders. Universiteit Hasselt, België Wanda Guedens en Monique Reynders Universiteit Hasselt, België Van chemisch experiment tot wiskundig model Hoe chemie en wiskunde elkaars maatje worden Data-analyse komt neer op het zoeken naar onderlinge

Nadere informatie

Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders

Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders 2007 Universiteit Hasselt Chemie Inhoud INTRODUCTIE 1 De reactie van citroenzuur en natriumwaterstofcarbonaat 1 De reactie van magnesium en waterstofchloride 1 TEMPERATUURMETINGEN

Nadere informatie

Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders

Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders 2007 Universiteit Hasselt Chemie Inhoud INTRODUCTIE 1 Titratie van een onbekend diprotisch zuur met een bekende NaOH oplossing 1 PH METINGEN MET CBL2 EN DATAMATE 2

Nadere informatie

ETC ontdek energie voorbereidende les Leerjaar PO groep 6, 7 en 8. Een les ter voorbereiding op een workshop bij het hightechbedrijf ETC Nederland.

ETC ontdek energie voorbereidende les Leerjaar PO groep 6, 7 en 8. Een les ter voorbereiding op een workshop bij het hightechbedrijf ETC Nederland. TITEL ETC ontdek energie voorbereidende les Leerjaar PO groep 6, 7 en 8. Type les Een les ter voorbereiding op een workshop bij het hightechbedrijf ETC Nederland. Lesduur 45 minuten. Omschrijving van de

Nadere informatie

Is er afstemming tussen economie en wiskunde?

Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Ab van der Roest In Euclides 92-4 was te zien dat er een groot verschil is tussen de manier waarop in het vmbo procenten werden behandeld in de economie- en

Nadere informatie

TEST 2 DEZE TEST BESTAAT UIT TWEE ONDERDELEN: BEREKENING VAN HET VOLUME VAN EEN KIP AAN DE HAND VAN DE WET VAN BOYLE (activiteit 2)

TEST 2 DEZE TEST BESTAAT UIT TWEE ONDERDELEN: BEREKENING VAN HET VOLUME VAN EEN KIP AAN DE HAND VAN DE WET VAN BOYLE (activiteit 2) TEST 2 DEZE TEST BESTAAT UIT TWEE ONDERDELEN: METING VAN CO 2 PRODUCTIE GEDURENDE HET ADEMHALEN (activiteit 1) BEREKENING VAN HET VOLUME VAN EEN KIP AAN DE HAND VAN DE WET VAN BOYLE (activiteit 2) Pas

Nadere informatie

Prof. dr. J. Yperman Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders

Prof. dr. J. Yperman Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders Prof. dr. J. Yperman Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders 007 Universiteit Hasselt 1 Inhoudsopgave POTENTIOMETRIE... EEN GEUTOMTISEERDE ZUUR-BSE TITRTIE... Doelstellingen... Bepaling van de waarden van

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

Een visie op het natuurkundig practicum

Een visie op het natuurkundig practicum Een visie op het natuurkundig practicum Martijn Koops, Peter Duifhuis en Floor Pull ter Gunne; vakgroep Nastec, FE, HU Inleiding Practicum is belangrijk bij het vak natuurkunde. Het kan de theorie ondersteunen

Nadere informatie

Inhoud Micro en nano fluidica, fotonica en elektronica. Lab on a Chip casus voor netwerkvorming UNIVERSITEIT TWENTE. UNIVERSITEIT TWENTE.

Inhoud Micro en nano fluidica, fotonica en elektronica. Lab on a Chip casus voor netwerkvorming UNIVERSITEIT TWENTE. UNIVERSITEIT TWENTE. Netwerken VO HO 30 maart 2017 Lab on a Chip casus voor netwerkvorming Dr. Jan Jaap Wietsma Universiteit Twente / Greijdanus Zwolle j.j.wietsma@utwente.nl Drs. Arjan van Basten Saxion a.vanbasten@saxion.nl

Nadere informatie

[Samenvatting Energie]

[Samenvatting Energie] [2014] [Samenvatting Energie] [NATUURKUNDE 3 VWO HOOFDSTUK 4 WESLEY VOS 0 Paragraaf 1 Energie omzetten Energiesoorten Elektrisch energie --> stroom Warmte --> vb. de centrale verwarming Bewegingsenergie

Nadere informatie

Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Chemie tussen context en concept. Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen

Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Chemie tussen context en concept. Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen Tijdlijn Nieuwe Scheikunde 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Klassieke programma (1998) Aangepaste klassieke

Nadere informatie

Voorlichting overstap vmbo-t/g naar 4 havo 2015-2016

Voorlichting overstap vmbo-t/g naar 4 havo 2015-2016 Voorlichting overstap vmbo-t/g naar 4 havo 2015-2016 1 Waarom wil je naar 4 havo? ha vo 1 het; o hoger algemeen voortgezet onderwijs 2 de; v(m) - s school daarvoor (bron: van Dale) Opdracht 1. Schrijf

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Nieuwe Syllabus Scheikunde

Nieuwe Syllabus Scheikunde Nieuwe Syllabus Scheikunde Waar heeft docent behoefte aan? Cris Bertona (ICLON, voorzitter syllabus commissie) Karsten Kaspers (Hogeschool Leiden) Regionaal Steunpunt Leiden 26 januari 2012 Historie -

Nadere informatie

Een verslag van de slingerproef en de proef over de slingertijd van de eigen benen. Het verslag bevat de volgende onderdelen:

Een verslag van de slingerproef en de proef over de slingertijd van de eigen benen. Het verslag bevat de volgende onderdelen: LOPEN ALS EEN MENS KORTE BESCHRIJVING: LOPEN ALS EEN MENS Bedoeld voor VO onderbouw Doelgroep Vmbo TL/Havo/VWO Thema Bionica, robot denise, slingerproef Soort lesmateriaal Practicum Waardering Verdieping

Nadere informatie

02 H2 Stoffen om je heen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

02 H2 Stoffen om je heen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Its Academy Laatst gewijzigd 18 December 2014 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/51289 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Workshop natuurkunde, wiskunde

Workshop natuurkunde, wiskunde RUG2 Workshop natuurkunde, wiskunde Gehoord van een leerling Mag ik alles wat ik bij natuurkunde geleerd heb ook bij wiskunde gebruiken? Enno van der Laan Gerrit Roorda Rijksuniversiteit Groningen Andersom

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

Kettingreacties. Docentenhandleiding. Lesmateriaal 1-3 VMBO. Dit lesmateriaal is voor gebruik in de klas én in NEMO

Kettingreacties. Docentenhandleiding. Lesmateriaal 1-3 VMBO. Dit lesmateriaal is voor gebruik in de klas én in NEMO Kettingreacties Docentenhandleiding Lesmateriaal 1-3 VMBO Dit lesmateriaal is voor gebruik in de klas én in NEMO Informatie bij dit lesmateriaal NEMO en onderwijs NEMO heeft een uitgebreid gratis educatief

Nadere informatie

Oplossingen Scheikunde van 2001

Oplossingen Scheikunde van 2001 www. Oplossingen Scheikunde van 2001 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Om deze vragen te kunnen

Nadere informatie

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk. Het maken van een verslag voor natuurkunde Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige zinnen

Nadere informatie

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Examen HAVO 2010 tijdvak 1 vrijdag 28 mei totale examentijd 3 uur tevens oud programma natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 14 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de

Nadere informatie

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt. VAARDIGHEDEN EXCEL Excel is een programma met veel mogelijkheden om meetresultaten te verwerken, maar het was oorspronkelijk een programma voor boekhouders. Dat betekent dat we ons soms in bochten moeten

Nadere informatie

QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT

QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT Colofon Auteur: Amy Beerens Contact: Maarten Reichwein, WKUU, wetenschapsknooppunt@uu.nl of 030-25 33 717 INHOUDSOPGAVE Inhoud 1 Doel van de les 2 2 Opzet lesplan

Nadere informatie

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

leerlingen open Dag 18 februari Open lesmiddag 15 februari Aanmelden Open Lesmiddag kan vanaf januari via onze website

leerlingen open Dag 18 februari Open lesmiddag 15 februari Aanmelden Open Lesmiddag kan vanaf januari via onze website leerlingen open Dag 18 februari Open lesmiddag 15 februari Aanmelden Open Lesmiddag kan vanaf januari via onze website Welkomstwoord Gerwald: Ik heb het gevoel dat ik serieus word genomen. Docenten helpen

Nadere informatie

Leerlingenhandleiding

Leerlingenhandleiding Leerlingenhandleiding Afsluitende module Alternatieve Brandstoffen - Chemie verdieping - Ontwikkeld door dr. T. Klop en ir. J.F. Jacobs Op alle lesmaterialen is de Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk

Nadere informatie

SAMEN LEVEN, SAMEN LEREN!

SAMEN LEVEN, SAMEN LEREN! SAMEN LEVEN, SAMEN LEREN! Het Streek Bovenbuurtweg: dé school voor jou als je een school met een fijne sfeer zoekt. Een school waar je helemaal jezelf kunt zijn. Waar je de ruimte krijgt om je talenten

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde A Randomized Response

Praktische opdracht Wiskunde A Randomized Response Praktische opdracht Wiskunde A Randomized Re Praktische-opdracht door een scholier 2550 woorden 10 juni 2003 5,8 26 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding We hebben de opdracht gekregen een Praktische

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Christelijke Scholengemeenschap - gymnasium, atheneum, havo en vmbo. Betaonderwijs

Christelijke Scholengemeenschap - gymnasium, atheneum, havo en vmbo. Betaonderwijs Christelijke Scholengemeenschap - gymnasium, atheneum, havo en vmbo Betaonderwijs 'Als je doet wat je altijd gedaan hebt, krijg je wat je altijd kreeg' Albert Einstein Wat is betaonderwijs? De bètarichting

Nadere informatie

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Onderdelen Een verslag van een experiment bestaat uit vier onderdelen: - inleiding: De inleiding is het administratieve deel van je verslag. De onderzoeksvraag

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Alternatieve brandstoffen

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Alternatieve brandstoffen Afsluitende les Leerlingenhandleiding Alternatieve brandstoffen Inleiding Deze chemie-verdiepingsmodule over alternatieve brandstoffen sluit aan op het Reizende DNA-lab Racen met wc-papier. Doel Het Reizende

Nadere informatie

Methodeanalyse Talent

Methodeanalyse Talent Methodeanalyse Talent Wij hebben gekozen voor de methode Talent. Voornamelijk omdat Tessa en Wouter er veel mee hebben gewerkt. Wouter en Tessa hebben wel hele verschillende ervaringen met de methode.

Nadere informatie

Veel gestelde vragen over de U-Talent Academy

Veel gestelde vragen over de U-Talent Academy Veel gestelde vragen over de U-Talent Academy Deze lijst met veel gestelde vragen gaat in op de meest gestelde vragen over de U-Talent Academy. Deze lijst is bedoeld voor vwo-leerlingen die interesse hebben

Nadere informatie

27 ste Vlaamse Chemie Olympiade

27 ste Vlaamse Chemie Olympiade 27 ste Vlaamse Chemie Olympiade 2009-2010 2 de ronde 10 februari 2010 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: Aantal lesuren chemie per week die je dit

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Zuren en basen

Hoofdstuk 3: Zuren en basen Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie

Nadere informatie

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende

Nadere informatie

Oefentoets zuren en basen havo

Oefentoets zuren en basen havo Oefentoets zuren en basen havo Opgave 1 Melk en yoghurt Zweedse voedingswetenschappers hebben in 2014 bij meer dan 10000 mensen onderzocht of melk en melkproducten gezond zijn. Het doel van het onderzoek

Nadere informatie

Innovation Concepts B.V. Nieuwsbrief 2012-01 Versie NL

Innovation Concepts B.V. Nieuwsbrief 2012-01 Versie NL Algemeen Innovation Concepts B.V. is bijna twee jaar geleden opgezet door Pol Knops en Keesjan Rijnsburger. We zijn al ruim twee jaar bezig met het onderzoeken van diverse toepassingen van CO 2 binding

Nadere informatie

september 2017 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter

september 2017 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter september 2017 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter Stichting leerkracht Beter onderwijs en meer werkplezier 2 Het Nederlandse onderwijs is goed. Tegelijkertijd leven bij leraren en docenten,

Nadere informatie

Experiment: massadichtheid

Experiment: massadichtheid Inleiding In deze workshop willen we aan de hand van een praktijkvoorbeeld voor de lessen fysica in het derde jaar aangeven hoe de TI-83 plus een handig hulpmiddel kan zijn bij het verwerken van meetresultaten.

Nadere informatie

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas 24 november 2015 26-06-14 1 Na vanavond begrijpt en weet U: Wat profielen zijn. Welke profielen er op het Cosmicus College zijn. Hoe een profiel gekozen

Nadere informatie

Windmolenpark Houten. Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten. Namen: Klas:

Windmolenpark Houten. Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten. Namen: Klas: Namen: Klas: Windmolenpark Houten Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten Ontwikkeld door: Geert Veenstra Gerard Visker Inhoud Probleem en hoofdopdracht Blz 3 Samenwerking

Nadere informatie

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van

Nadere informatie

Energie. Docentenhandleiding. Lesmateriaal onderbouw havo/vwo. Dit lesmateriaal is voor gebruik in NEMO

Energie. Docentenhandleiding. Lesmateriaal onderbouw havo/vwo. Dit lesmateriaal is voor gebruik in NEMO Energie Docentenhandleiding Lesmateriaal onderbouw havo/vwo Dit lesmateriaal is voor gebruik in NEMO Informatie bij dit lesmateriaal NEMO en onderwijs NEMO heeft een uitgebreid gratis educatief aanbod

Nadere informatie

Energie. Jouw werkbladen. In de klas. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Naam: Klas: Energie Onderbouw havo/vwo Leerlingen In de klas versie 04-2014 1

Energie. Jouw werkbladen. In de klas. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Naam: Klas: Energie Onderbouw havo/vwo Leerlingen In de klas versie 04-2014 1 Energie Jouw werkbladen In de klas Naam: Klas: Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Energie Onderbouw havo/vwo Leerlingen In de klas versie 04-2014 1 Energie op aarde Energie, fossiele brandstoffen, groene

Nadere informatie

Locatie Rachmaninowlaan

Locatie Rachmaninowlaan a r t x e n i n Zi s e i k : g n uitdagi het voor m u i s a Gymn Locatie Rachmaninowlaan Waarom het gymnasium? Je bent jong en je wilt wat? Dan is onze gymnasiumbrugklas zeker iets voor jou! Het gymnasium

Nadere informatie

Energie in je lichaam

Energie in je lichaam Les in het kort De leerlingen maken kennis met energiezaken in relatie tot hun eigen lichaam. Ze leren voedsel te zien als brandstof. Ze leren de relatie tussen ademhaling en inspanning kennen. Ze meten

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)

Nadere informatie

Correlatie: Kerndoelen W T - Curriculum Noord-Amerika - Mad Science Nederland. Amerikaans Curriculum. Wetenschappelijk onderzoek doen

Correlatie: Kerndoelen W T - Curriculum Noord-Amerika - Mad Science Nederland. Amerikaans Curriculum. Wetenschappelijk onderzoek doen GROEP 1 + 2 onderzoek is een set van samenhangende processen gebruikt om vragen te stellen over de natuurlijke wereld en het onderzoeken naar verschijnselen. alle lessen aan techniek werken Sommige zaken

Nadere informatie

PRACTICUM SPRINGEN, KRACHT EN VERSNELLING

PRACTICUM SPRINGEN, KRACHT EN VERSNELLING LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM SPRINGEN, KRACHT EN VERSNELLING Om hoog te kunnen springen moet je je met flinke kracht tegen de grond afzetten. Bovenin de lucht hang je heel even stil voordat je weer

Nadere informatie

A. Wat is een dynamisch model? CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/45406

A. Wat is een dynamisch model? CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/45406 Auteur Its Academy Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 mei 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/45406 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

Nieuwe resultaten van de zoektocht naar het Higgs deeltje in ATLAS

Nieuwe resultaten van de zoektocht naar het Higgs deeltje in ATLAS Nieuwe resultaten van de zoektocht naar het Higgs deeltje in ATLAS Op 4 juli 2012 presenteerde het ATLAS experiment een update van de actuele resultaten van de zoektocht naar het Higgs deeltje. Dat gebeurde

Nadere informatie

Cloud Energy Optimizer Energie besparen, CO2-footprint verkleinen

Cloud Energy Optimizer Energie besparen, CO2-footprint verkleinen Cloud Energy Optimizer Energie besparen, CO2-footprint verkleinen Energie besparen in bestaande gebouwen is vaak ingrijpend en duur. De Cloud Energy Optimizer biedt u de mogelijkheid om veel minder energie

Nadere informatie

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar.

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar. Lesbrief 1 Hefbomen Theorie even denken Intro Overal om ons heen zijn hefbomen. Meer dan je beseft. Met een hefboom kan je eenvoudig krachten vermenigvuldigen. Hefbomen worden gebruikt om iets in beweging

Nadere informatie

Modelleren en visualiseren

Modelleren en visualiseren Modelleren en visualiseren Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Dr. W. Weymiens (Wolf) Natuurkunde Modelleren en visualiseren Modelleren en voorkennis Interfacultaire

Nadere informatie

Mens en Natuur, Natuurkunde. VO onderbouw (havo/vwo) 2-3 lesuren

Mens en Natuur, Natuurkunde. VO onderbouw (havo/vwo) 2-3 lesuren De sneeuwpop Voor de docent Vak(gebied) Schooltype / afdeling Mens en Natuur, Natuurkunde VO onderbouw (havo/vwo) Leerjaar 1 Tijdsinvestering Vakinhoud 2-3 lesuren Warmtegeleiding en -isolatie in dagelijkse

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

Cloud Energy Optimizer Energie besparen, CO2-footprint verkleinen

Cloud Energy Optimizer Energie besparen, CO2-footprint verkleinen Cloud Energy Optimizer Energie besparen, CO2-footprint verkleinen Energie besparen in bestaande gebouwen is vaak ingrijpend en duur. De Cloud Energy Optimizer biedt u de mogelijkheid om veel minder energie

Nadere informatie

Invloed van de temperatuur op de werking van pancreaslipase

Invloed van de temperatuur op de werking van pancreaslipase Invloed van de temperatuur op de werking van pancreaslipase Wat ga je onderzoeken? Pancreatine is een enzymextract uit de pancreas. Naast amylase en protease bevat het extract ook pancreaslipase. In het

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

N.C. Keemink

N.C. Keemink 017 018 N.C. Keemink P. Thiel vwo wiskunde B Jouw beste voorbereiding op je examen in 018 vwo wiskunde B Voorwoord Met deze examenbundel kun je je goed voorbereiden op het schoolexamen en het centraal

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Gastlessen Duurzaam Energie Gebruik

Gastlessen Duurzaam Energie Gebruik Gastlessen Duurzaam Energie Gebruik 17 en 19 november 2009 Strabrecht College, Geldrop HAVO/VWO-2 Het doel Het doel van deze gastlessen is om de leerlingen bewust te maken van energieverbruik. De gastles

Nadere informatie

PAL Student als Persoon lijk Assistent van Leraren. Voor vmbo, havo en vwo

PAL Student als Persoon lijk Assistent van Leraren. Voor vmbo, havo en vwo PAL Student als Persoon lijk Assistent van Leraren Voor vmbo, havo en vwo 3 Student als Persoonlijk Assistent van Leraren voor vmbo, havo en vwo is een initiatief van Platform Bèta Techniek, Sectorbestuur

Nadere informatie

TITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO

TITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO TITRATIES Een korte inleiding en voorbeelden voor het HAVO en VWO versie juli 2017 WOORD VOORAF De in dit document besproken titratiemethoden vormen de basis van de diverse varianten die in de loop der

Nadere informatie

OUDERAVOND PROFIELKEUZE 3 HAVO en VWO, inclusief TTO. 16 oktober 2018

OUDERAVOND PROFIELKEUZE 3 HAVO en VWO, inclusief TTO. 16 oktober 2018 OUDERAVOND PROFIELKEUZE 3 HAVO en VWO, inclusief TTO 16 oktober 2018 Vanavond Overgangsnormen Profielkeuze Profielkeuzeprogramma Middelen ter ondersteuning Wat kan men kiezen: informatie over profielen

Nadere informatie

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso) (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad Techniek-wetenschappen Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting... Logisch denken Laboratoriumwerk

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter

april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter Stichting leerkracht Beter onderwijs en meer werkplezier Het Nederlandse onderwijs is goed. Tegelijkertijd leven er ontzettend veel ideeën

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Wetenschappen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Ben je een leerling die: sterk geïnteresseerd is in de verschillende wetenschappelijke disciplines: aardrijkskunde,

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 WAAROM ONDERZOEK? Onderzoek doen is een belangrijke wetenschappelijke vaardigheid. Tijdens de plusweek ga je leren hoe je dat moet doen. Je

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

DE SCHOOLDAK- REVOLUTIE

DE SCHOOLDAK- REVOLUTIE WERKBLAD GROEP 1 DE SCHOOLDAK- REVOLUTIE Wat houdt de activiteit in? In deze workshop gaan jullie alles leren over zonne-energie. Maak je niet ongerust; je blijft gewoon op de grond. Jullie gaan uitzoeken

Nadere informatie

Doesjka Nijdeken Trinitas College Heerhugowaard Woudschoten Chemie Conferentie 2011

Doesjka Nijdeken Trinitas College Heerhugowaard Woudschoten Chemie Conferentie 2011 Doesjka Nijdeken Trinitas College Heerhugowaard Woudschoten Chemie Conferentie 2011 Hoe je het onderbuikgevoel zichtbaar maakt voor leerlingen (en jezelf) Wat bedoel ik met determineren? Hoe doe je dat

Nadere informatie

Evaluatie Beeld en beroep

Evaluatie Beeld en beroep Evaluatie Beeld en beroep Inhoud Introductie 1 Respondenten 2 Gegeven cijfer 2 De online informatie over het Project Beeld van het Beroep via innovationlab.nhl.nl was duidelijk 3 Er was voldoende variatie

Nadere informatie

Project Check de Stadsvergroening Handleiding en opzet

Project Check de Stadsvergroening Handleiding en opzet Project Check de Stadsvergroening Handleiding en opzet Contents Introductie... 2 Waarom doen jullie mee?... 2 Meten is weten... 2 Opbouw van deze handleiding... 2 Module opbouw... 3 Lesaanpak... 3 Lesopbouw...

Nadere informatie

OUDERAVOND PROFIELKEUZE havo 3 en vwo 3, incl. TTO. 27 november 2017

OUDERAVOND PROFIELKEUZE havo 3 en vwo 3, incl. TTO. 27 november 2017 OUDERAVOND PROFIELKEUZE havo 3 en vwo 3, incl. TTO 27 november 2017 Vanavond Overgangsnormen Profielkeuze Profielkeuzeprogramma Middelen ter ondersteuning Wat kan men kiezen: informatie over profielen

Nadere informatie

Onderzoekend leren Een windmolen op school: waar moet hij staan?

Onderzoekend leren Een windmolen op school: waar moet hij staan? Onderzoekend leren Een windmolen op school: waar moet hij staan? Inhoudsopgave Inleiding 3 Context 3 Doelen van de les 3 Overzicht van de les 4 Lesbeschrijving Een windmolen op school 5 Stap 1. Introductie

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

Cloud Energy Optimizer Energie besparen, CO2-footprint verkleinen

Cloud Energy Optimizer Energie besparen, CO2-footprint verkleinen Cloud Energy Optimizer Energie besparen, CO2-footprint verkleinen Energie besparen in bestaande gebouwen is vaak ingrijpend en duur. De Cloud Energy Optimizer biedt u de mogelijkheid om veel minder energie

Nadere informatie

Samenhang in N-profielen versterken

Samenhang in N-profielen versterken Samenhang in N-profielen versterken Woudschoten Scheikunde 8 november 2008 Heleen Driessen, h.driessen@slo.nl Welke samenhang? Met samenhang bedoel ik Welke samenhang? Woord: samenhang (zelfst. naamw.,

Nadere informatie

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium Tweede fase en profielkeuze Door: drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium wej@veurslyceum.nl Programma 1) Uitleg over decanaat en Tweede Fase 2) Wat zijn profielen en welke profielen zijn er?

Nadere informatie

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK! LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK! In dit E-book leer je hoe je door het inzetten van je eigen netwerk je bedrijf kan laten groeien. WAAROM DIT E-BOOK? Veel ondernemers beginnen

Nadere informatie

4-12-2015. Bedoeling infoavond. Welkom INFORMATIEAVOND 3 HAVO de Tweede Fase. Historische achtergronden. Tweede fase. Veranderingen door invoering

4-12-2015. Bedoeling infoavond. Welkom INFORMATIEAVOND 3 HAVO de Tweede Fase. Historische achtergronden. Tweede fase. Veranderingen door invoering Bedoeling infoavond Na afloop heeft u een beter beeld van: Welkom INFORMATIEAVOND 3 HAVO de Tweede Fase de Tweede Fase als onderwijssysteem het keuzeproces van uw zoon/dochter Tweede fase Voortgezet Onderwijs

Nadere informatie

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:.

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:. 1e klas BiNaSch slootwateronderzoek Deze reader is van: Klas:. Docent: Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas Waterkwaliteit In deze lessencyclus ga je naar de kwaliteit van het water van

Nadere informatie

DE SCHOOLDAK- REVOLUTIE

DE SCHOOLDAK- REVOLUTIE WERKBLAD GROEP 2 DE SCHOOLDAK- REVOLUTIE Wat houdt de activiteit in? In deze workshop gaan jullie alles leren over zonne-energie. Maak je niet ongerust; je blijft gewoon op de grond. Jullie gaan uitzoeken

Nadere informatie

Informatieboekje profielkeuze

Informatieboekje profielkeuze Informatieboekje profielkeuze Tweede fase en de keuze van een profiel Leerlingen die nu in de derde klas zitten, krijgen volgend jaar te maken met de Tweede Fase. In de tweede fase heeft elke leerling

Nadere informatie

Na het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken.

Na het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken. Je hebt naar de Mythbusters video praten tegen planten gekeken. Het Mythbusterteam doet in deze video onderzoek naar de invloed van praten op de kiemsnelheid en groeisnelheid van planten. De Mythbusters

Nadere informatie

Het tellen van mensen docentenhandleiding

Het tellen van mensen docentenhandleiding Het tellen van mensen docentenhandleiding Uittreksel Kinderen beginnen vanaf een hele jonge leeftijd met tellen. Tellen is een zeer belangrijke wiskundige competentie in de eerste jaren van het basisonderwijs.

Nadere informatie

Inleiding. Keuzes in:

Inleiding. Keuzes in: Keuzes in: 5 Inleiding Tijdens de ouderavond heb ik u uitgelegd hoe de keuzebegeleiding in klas 3 plaats vindt. In dit artikel zet ik de belangrijkste punten nog even op een rij. Mocht u na het lezen ervan

Nadere informatie

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 1. Kennis maken met + gebruik maken van de natuurwetenschappelijke methode: 1. Probleem 2. Onderzoeksvraag 3. Hypothese 4. Verzamelen informatie,

Nadere informatie