Leerplaatsprofiel. Instelling : Gelre Ziekenhuizen Locatie : Apeldoorn Afdeling : A5 Neurologie en Geriatrie

Transcriptie

1 Leerplaatsprofiel Instelling : Gelre Ziekenhuizen Locatie : Apeldoorn Afdeling : A5 Neurologie en Geriatrie Neurologie en Geriatrie onverwacht veelzijdig 1

2 LEERPLAATSPROFIEL op INSTELLINGSNIVEAU Adres:, locatie Apeldoorn, locatie Zutphen Postbus 9014 Postbus DS Apeldoorn 7200 GZ Zutphen 1. Algemene doelstelling is een algemeen ziekenhuis, intramuraal. Het ziekenhuis heeft als doel: Het bieden van hoogwaardige, medisch specialistische diagnostiek, behandeling en zorg aan patiënten in hun eigen leefomgeving. Patiënten beleven de zorg als veilig, betrouwbaar en deskundig en worden in een patiëntvriendelijke sfeer opgevangen. De kernwaarden voor de identiteit van Gelre zijn: deskundig, betrokken, bereikbaar en behulpzaam. Voor meer algemene informatie over het ziekenhuis: 2. Visie op verplegen Wij willen mensen helpen door de zorg te verlenen die nodig is om van een ziekte te herstellen of de gevolgen daarvan te verlichten. Wij streven daarbij voortdurend naar verbetering en innovatie, ook door opleiding en onderzoek een prominente plaats te geven. Dat willen wij bovendien doen op een manier waarbij mensen zodanig tegemoet worden getreden, dat zij ook anderen zullen aanbevelen om van onze zorg gebruik te maken. Daarmee zijn wij in de regio Apeldoorn - Zutphen voor patiënten die niet in de positie verkeren om te kunnen kiezen, niet het onontkoombare ziekenhuis, maar voor hen en alle overige patiënten het gewenste ziekenhuis. 3. Leeftijdscategorie van de zorgvragers Alle leeftijdscategorieën. 4. Overzicht van de verschillende soorten afdelingen / zorgcategorieën Interne Geneeskunde, Longziekten, Cardiologie, Neurologie, Chirurgie & Orthopedie, Oogheelkunde, Keel/Neus/Oorheelkunde, Plastische Chirurgie, Kaakchirurgie, Dermatologie, Reumatologie, Gynaecologie & Verloskunde/gezinsgerichte zorg, Kind & Jeugd, Intensive Care, Oncologie, Dag/Spoed verpleging, spoedeisende hulp (SEH), Dialyse, Psychiatrie (RGC). 5. Uitgangspunten begeleiding Visie op leren en begeleiden Zoals in de zorgverlening sprake is van belevingsgerichte zorg, waarin beleving en behoefte van de patiënt centraal staan, zo ontwikkelt het onderwijs zich richting competentiegericht onderwijs en competentiegericht leren. Hierbij staat de behoefte van de student centraal. De grenzen daarbij worden bepaald door goede en verantwoorde beroepsuitoefening waarbij veiligheid van de patiënt voorop staat. Dit laatste is ter beoordeling aan de werkbegeleiders in de praktijk. Competentiegericht leren 1) Het competentie gericht leren doet naast de theoretische basis die binnen schools wordt gelegd, meer recht aan het leren in de praktijk, dus leren op de werkplek. Het leren zelf vindt plaats door interactie en samenwerking. Hier zijn betrokkenheid, behulpzaamheid, deskundigheid en bereikbaarheid voorwaarden voor samenwerking. Dit krijgt vorm door continue communicatie tussen student en werkbegeleider waar zij beiden verantwoordelijkheid in hebben. Dit vergt van beide een actieve rol. 2) De student is hierbij zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces, dit betekent aangeven van leerbehoefte en leerdoelen, actief vorm geven aan leren op de afdeling en daarbij het evalueren van het geleerde en het leerproces. Hierbij zijn grenzen aangeven essentieel. Belangrijk daarbij is zelfsturing, kennis van eigen leerstijl en reflectie op beroepsmatig handelen.uitgangspunt is daarbij de afdeling die de context is voor het leren van de student. 3) De werkbegeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding. Hij/zij coacht de student in het behalen van zijn/haar leerdoelen en in het leren/leren. Uitgangspunt hierbij is de leerstijl van zowel de werkbegeleider als de student. De werkbegeleider heeft een signalerende rol, waarin hij/zij door middel van feedback de student handvatten biedt om te kunnen leren. 4) Kenmerken voor een leerklimaat op een afdeling zijn: 1. openheid 2. respect 3. veiligheid 4. reflectie 5. feedback 2

3 6. ruimte om te leren 6. Organisatie van begeleiding Visie op leren en begeleiden Zoals in de zorgverlening sprake is van belevingsgerichte zorg, waarin beleving en behoefte van de patiënt centraal staan, zo ontwikkelt het onderwijs zich richting competentiegericht onderwijs en competentiegericht leren. Hierbij staat de behoefte van de student centraal. De grenzen daarbij worden bepaald door goede en verantwoorde beroepsuitoefening waarbij veiligheid van de patiënt voorop staat. Dit laatste is ter beoordeling aan de werkbegeleiders in de praktijk. Competentiegericht leren 5) Het competentie gericht leren doet naast de theoretische basis die binnen-schools wordt gelegd, meer recht aan het leren in de praktijk, dus leren op de werkplek. Het leren zelf vindt plaats door interactie en samenwerking. Hier zijn betrokkenheid, behulpzaamheid, deskundigheid en bereikbaarheid voorwaarden voor samenwerking. Dit krijgt vorm door continue communicatie tussen student en werkbegeleider waar zij beiden verantwoordelijkheid in hebben. Dit vergt van beide een actieve rol. 6) De student is hierbij zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces, dit betekent aangeven van leerbehoefte en leerdoelen, actief vorm geven aan leren op de afdeling en daarbij het evalueren van het geleerde en het leerproces. Hierbij zijn grenzen aangeven essentieel. Belangrijk daarbij is zelfsturing, kennis van eigen leerstijl en reflectie op beroepsmatig handelen. Uitgangspunt is daarbij de afdeling die de context is voor het leren van de student. 7) De werkbegeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding. Hij/zij coacht de student in het behalen van zijn/haar leerdoelen en in het leren/leren. Uitgangspunt hierbij is de leerstijl van zowel de werkbegeleider als de student. De werkbegeleider heeft een signalerende rol, waarin hij/zij door middel van feedback de student handvatten biedt om te kunnen leren. 8) Kenmerken voor een leerklimaat op een afdeling zijn: 7. openheid 8. respect 9. veiligheid 10. reflectie 11. feedback 12. ruimte om te leren 6. Organisatie van begeleiding 1. Introductie Bij aanvang van de stage vindt een groeps- of individuele introductie plaats, door een docent verpleegkunde. Nadien is er kennismaking met de desbetreffende afdeling waar de stage plaatsvindt dan wel gewerkt gaat worden. 2. Docent verpleegkunde van de afdeling De docent verpleegkunde is vakinhoudelijk bekend met het specialisme en betrokken bij het leerproces en de ontwikkeling van de student. De docent verpleegkunde die aan de verpleegafdeling verbonden is, is verantwoordelijk voor coaching en training van werkbegeleiders. 3. BPV- werkbegeleider (WB): De werkbegeleider (WB) is degene die op de werkvloer voor de begeleiding zorgdraagt bij het opdoen van zoveel mogelijk leerervaringen. Je krijgt per afdeling tenminste te maken met twee werkbegeleiders. Iedere verpleegkundige kan werkbegeleider zijn. 4. Aandachtspersoon voor studenten De aandachtspersoon voor studenten is iemand waar de student terecht kan als zij zich (tijdelijk) niet (meer) veilig voelt op de afdeling en met iemand hierover wil praten die bereid is objectief naar het verhaal te luisteren. De aandachtspersoon: Komt op voor de student waar hij/zij het zelf niet (meer) durft of kan. Gaat de dialoog met de student en de afdeling (medewerker/begeleider) aan, met als doel: de ontstane problemen te bespreken en te verhelderen; zodanig dat beide partijen zich heus bejegend voelen. Naam: Mw. R. Janssen tel: (intern 2738) of (verkort 5112) Ad: In zijn er ook vertrouwenspersonen voor werknemers (zie intranetsite). Dit zijn voor Zutphen mw. M. Bakker en in Apeldoorn mw. G. Wijnhoud, Gelre breed mw. R. Klein Koerkamp ( of 5402). 3

4 7. Overige informatie Er zijn opdrachten geschreven door deze krijg je van de opleider van je afdeling bij aanvang van je stage uitgereikt. Indien van toepassing maken deze opdrachten deel uit van je beoordeling. Deze opdrachten zijn zowel voor de formatieve en boven-formatieve studenten.. Het gaat om: 1) Opdracht: klinisch redeneren 2) Opdracht: orale medicatie 3) Opdracht: rekentoets 4) Opdracht: intraveneuze medicatie 5) Opdracht: visite lopen Indien een onderzoek of enquête/interview uitgevoerd dien je dit eerst te bespreken met de docent verpleegkunde en het afdelingshoofd van je afdeling. Er mogen geen enquêtes/interviews afgenomen worden bij patiënten! Beoordelen Binnen de stageperiode zijn er voor formatieve studenten twee beoordelingsmomenten T&V. Voor de bovenformatieve student gelden de regels van de onderwijsinstelling (meestal zijn er twee beoordelingsmomenten, één halverwege en één aan het eind van de stage). Van de beoordeling vindt schriftelijke verslaglegging plaats door de student en de werkbegeleiders met een handtekening en vermelding van datum en naam. De student zorgt ervoor dat de werkbegeleider en hij/zij zelf zich een week van tevoren middels het daarvoor bestemde formulier schriftelijk voorbereiden op de beoordeling (dit onafhankelijk van elkaar). Bij formatieve studenten is de werkbegeleider eindverantwoordelijk t.a.v. de verslaglegging. De beoordeling wordt door de opleider toegevoegd aan het digitaal studentendossier. Aanwezigheid leermiddelen: Bibliotheek in beide locatie Specifieke boeken op iedere verpleegafdeling Intranet en internet Digitale protocollen via intranet 4

5 Inhoudsopgave: Leerplaatsprofiel op afdelingsniveau blz: 6 Uitwerking rol en kerncompetenties verpleegkundige niveau 5 blz: 11 Uitwerking verpleegkundige niveau 4 blz: 16 5

6 LEERPLAATSPROFIEL op AFDELINGSNIVEAU Naam afdeling en code : A5 Neurologie / Geriatrie Locatie : Apeldoorn Telefoonnummer afdeling : Naam afdelingshoofd : Rienke van de Marel Telefoonnummer : Zorgcoördinatoren : Joke Brink /Nynke Peeters Telefoonnummer : afdelingscoördinator : r.van.der.marel@gelre.nl zorgcoördinator : bj.brink@gelre.nl / n.peeters@gelre.nl Telefoonnummer opleider : opleider : a.juffer@gelre.nl 1. Specifieke afdelingsvisie van de verpleegkundige zorg, afgeleid van of aanvulling op de verpleegkundige visie van de Gelre Ziekenhuizen Visie op zorg en visie op werk De verpleegkundigen van A5 stellen zich tot doel vraaggestuurde, professionele zorg aan te bieden vanuit geriatrische en neurologische deskundigheid. Deze zorg is gericht op de beleving van de patiënt en diens systeem. De zorg wordt verleend in een multidisciplinaire setting waarbij een goede samenwerking hoog voorop staat. Ten aanzien van de patiëntgerichte zorg wil de afdeling het accent leggen op: Een deskundige verpleging van de neurologische en geriatrische patiënt in de acute fase van zijn ziek zijn. Het creëren van een afdelingsklimaat waarbij de opvang van de psychische en sociale gevolgen van het ziek zijn mogelijk is. Het begeleiden van de (neurologische) patiënt die geconfronteerd wordt met beperkingen in zijn fysieke, geestelijke en sociale mogelijkheden, tot acceptatie en actieve participatie in het omgaan hiermee. Het stimuleren van de neurologische en geriatrische patiënt om zijn capaciteiten optimaal te benutten in het bereiken van de maximale zelfzorg zowel door de benaderingswijze van de patiënt als door een goede omgeving. Het ondersteunen van de (ouder wordende) mens die geconfronteerd wordt met een toenemende hulpbehoevendheid. Het stimuleren van een actieve bijdrage van de familie van de opgenomen patiënt bijvoorbeeld bij het voorkomen van vereenzaming en de familie/relatie voor te bereiden op het omgaan met de zelfzorg van de patiënt, op de terugkeer in de thuissituatie, het overgaan naar een andere zorginstelling of bij het sterven van de patiënt. De zorg rond de geriatrische patiënt moeten leiden tot een betere kwaliteit van leven. Daartoe is het van belang dat de zelfredzaamheid van de patiënt zo veel mogelijk hersteld of verbeterd wordt en de dreiging van een blijvende hulpbehoevendheid afgewend wordt. Het beoogde effect is dat de patiënt hierdoor in staat is om langer in de eigen woonsituatie te verblijven, op een voor hem acceptabele manier. Ten aan zien van de personeelsgerichte zorg wil de afdeling het accent leggen op: Het scheppen van een zodanig werkklimaat dat men zich met gerichte zorg aan de patiënt kan bezighouden en waarbij men zijn persoonlijke kwaliteiten kan ontplooien. Het bieden van effectieve leermogelijkheden dan wel bijscholing aan (leerling-) verpleegkundigen en stagiaires en het zorgdragen voor een goede begeleiding in hun leer- en werksituatie. De verpleegkundige moet in staat zijn de beleving van de patiënt te vertalen naar handelen door middel van: Goede communicatie, Het tonen van empathie, Vakinhoudelijke deskundigheid t.a.v. het specialisme geriatrie en neurologie Vindingrijkheid en creativiteit, Dynamische oordeelvorming, Verpleegkundige doelen kunnen formuleren en bijstellen, Vaardig zijn in de psychosociale ondersteuning, 6

7 Zelfreflectie in persoon en ten aanzien van de eigen professie, Intercollegiale reflectie en het geven van feedback of functioneren. Er worden klinische lessen gegeven door artsen, co-assistenten en verpleegkundigen. De stroke-unit doet regelmatig mee met wetenschappelijk onderzoek middels een trail. 2. Organisatie van de zorg Organisatievorm/ verpleegsysteem: Patiëntgericht en kamertoewijzing. Typering van de zorg: Zorg, begeleiding, revalidatie en reactivering. Duur van de zorg: De verpleegduur varieert van dagverpleging tot langdurig verblijf. De gemiddelde verblijfsduur is zeer afhankelijk van het ziektebeeld en de daardoor ontstane beperkingen. De afdeling heeft 30 bedden waarvan maximaal 8 bedden gebruikt worden voor de stroke unit, 1 bed voor slaaponderzoek, 2 bedden voor de TIA screening, 10 bedden voor de geriatrie met de mogelijkheid tot een semi gesloten setting met huiskamer. Stagiaires zijn in principe werkzaam op of de neurologie of de geriatrie. Op het moment dat de zorg dit vraagt, kan hiervan worden afgeweken. 3. Zorgcategorie Afdelingsspecialisme: Patiënten met een neurologische en of geriatrische aandoening. Leeftijdscategorie: Alle leeftijden vanaf 16 jaar Ziektebeelden en zorgbehoefte: De ziektebeelden zijn divers, zowel op geriatrisch- als op neurologisch gebied. In de introductiemap van de afdeling is hierover meer informatie te vinden. Er worden neurologische patiënten verpleegd met een CVA.(herseninfarct/hersenbloeding), H.N.P. (hernia), de ziekte van Parkinson, MS, observatie-patiënten met slaapstoornissen, epilepsie, neurologische oncologie, meningitis, Guillain Barré, myestenia gravis, delier, ontregelde diabetes, diagnose verminderde cognitie De Stroke Care Unit (SCU). De Stroke unit heeft totaal 8 bedden. Hier worden patiënten opgenomen die in de acute fase van een C.V.A. zijn, een soort hersenbewaking voor patiënten met een beroerte. Indien patiënt er voor in aanmerking komt vindt hier ook trombolyse plaats. De SCU is een onderdeel van de Stroke Service. Dit is een transmurale samenwerking tussen huisartsen, ziekenhuis, revalidatiecentrum en verpleeghuis en thuiszorg. De bedoeling hiervan is, dat de C.V.A.-patiënt zo snel mogelijk gediagnosticeerd en behandeld wordt en daarna zo snel mogelijk aan zijn/haar herstel gewerkt wordt in de daarvoor passende setting. 4. Inhoud en de mate van complexiteit van de zorg Complexiteit van zorg: laagcomplex, complex of hoog complex. De zorg die wordt geleverd op de afdeling is gericht op snelle diagnostisering en zo mogelijk behandeling. De kernpunten in de zorg zijn met name verpleging, begeleiding, reactivering en revalidatie. Gezien de individuele problematiek van de patiënt kan er vaak geen standaard protocol worden gebruikt. Maar zal er door middel van observeren en signaleren van mogelijkheden en onmogelijkheden een beleid moeten worden bepaald. 5. Afdelingsspecifieke afspraken studenten Minimale voorwaarden ten aanzien van de beginsituatie van de student om op afdeling stage te kunnen lopen: Tijdens je stage op de afdeling zul je waarschijnlijk voor de eerste keer te maken krijgen met de patiëntencategorieën van afdeling neurologie en geriatrie. Afhankelijk van het moment waarop je in de opleiding zit heb je veel/weinig theoretische kennis hierover. We verwachten van je dat je voor aanvang van de stage al verdiept in de genoemde patiënten categorieën. Op de afdeling is genoeg literatuur om deze kennis te vergroten. In de informatiemap van de afdeling kun je ook informatie vinden over o.a. ziektebeelden. 7

8 Voorbereiding stage Neem, voor je daadwerkelijk start met je stage contact op met de afdeling om kennis te maken en het rooster te bespreken voor de eerst week (weken). Geef je adres door, dan kun je tijdig informatie toegestuurd krijgen ter voorbereiding op de stage. Onregelmatige werktijden In het ziekenhuis wordt 24-uurs zorg gegeven met als gevolg dat je in dag- en avonddiensten ingezet zult worden. Je werkt gemiddeld 2 weekenden per maand. Samenwerken Je werkt in een team en je ontvangt van de collega s op de afdeling begeleiding. Je krijgt twee vaste werkbegeleiders toegewezen voor je stage periode. We verwachten het volgende van je dat je: o Zelf verantwoordelijk bent voor je eigen leerproces, je werkbegeleider is mede verantwoordelijk. o Initiatief toont t.a.v. je opleiding en de werkzaamheden op de afdeling o Afspraken nakomt en tijdig afspraken maakt voor evaluatie/beoordelingsgesprekken met je werkbegeleider. o Grenzen aangeeft aan collega s en patiënten in wat je kunt/mag op dat moment in je opleiding o Aan het begin van je dienst leerdoelen aangeeft, waaraan je tijdens de dienst wilt werken. Je spreekt af waarop je feedback wilt en wanneer je wilt evalueren. o Overleg met je WB hoe je wilt samenwerken en hoe je tijdens je dienst je werk organiseert. o Maak problemen en een mogelijke vraag om ondersteuning zo snel mogelijk bespreekbaar je WB of de docent verpleegkunde van de afdeling. o Zorgt voor verslaglegging van je leerproces. Het introductiegesprek, de evaluatie/beoordelingsgesprekken schriftelijk voorbereidt en je vraagt je werkbegeleider dit ook te doen. o Een kopie van de evaluatiegesprekken mail je naar de docent verpleegkunde. Deelnemen aan besprekingen etc. We verwachten dat je participeert in de volgende besprekingen (afhankelijk van het moment waar op je in je opleiding zit): - overdracht van dienst - multidisciplinair overleg - artsenvisite - leerlingen overleg/bespreking - werkoverleg - klinische lessen Na overleg met je begeleider en na toestemming van de patiënt is het mogelijk om onderzoeken bij te wonen. 6. Afdelingspecifieke afspraken tav de werkbegeleiding Organisatie van de werkbegeleiding, specifieke taken/verantwoordelijkheden van de werkbegeleider: 2 werkbegeleiders zijn gekoppeld aan 1 student. Er is een werkbegeleider bij het introductiegesprek en de beoordelingsgesprekken aanwezig. De WB en de stagiaire bereiden zich beiden schriftelijk op beoordelingsgesprekken voor. de werkbegeleider leest de POP s, werkplannen, reflectie verslagen en bespreekt deze met de student. De WB heeft inbreng in het werkbegeleidersoverleg en het leerlingenoverleg. De WB neemt contact op met de docent verpleegkunde als er problemen zijn in het leerproces van de student Begeleidingsstijl: De begeleidingsstijl is ondersteunend en coachend. Er wordt gewerkt vanuit de visie leren leren en er wordt aansluiting gezocht bij de door de student gevoerde leerstijl. Afhankelijk van het soort opleiding ben je bij aanvang van de stage enige tijd overgepland variërend van 3 weken tot 4 maanden of gedurende je hele stage. Inwerkschema Met behulp van het inwerkschema en de begeleiding van een werkbegeleider word je vertrouwd gemaakt met 8

9 de verpleegafdeling en de te geven zorg. Het schema is verdeeld in onderdelen en is bedoeld om je gedurende je inwerkperiode alle belangrijke aspecten van het werken op A5 duidelijk te maken. 7. Profileren van de afdeling De afdeling Neurologie/Geriatrie heeft een fijn en gezellig team om in te werken. Je bent welkom! In overleg kun je deelnemen aan projecten of je eigen project/onderzoek opzetten. Neurologische verpleegkunde is onverwacht veelzijdig en de tijd dat patiënten binnen het ziekenhuis langdurig verpleegd worden is voorbij. Er gebeurt van alles zowel in het ziekenhuis als daarbuiten. Hierbij denken we onder andere aan voorlichting, de TIA screening, en de CVA zorgketen. De geriatrische patiënt is een oudere patiënt met een complex ziektebeeld. Dit komt door een veelvoud van ziektes, stoornissen in lichamelijk en/of geestelijk functioneren en/of ontregelde sociale situatie. De geriatrische patiënt is daarnaast kwetsbaarder en heeft een verminderde reservecapaciteit. Binnen de afdeling wordt de patiënt zo spoedig mogelijk gediagnosticeerd en behandeld en wordt bezien waar, zo mogelijk, buiten het ziekenhuis, herstel kan plaatsvinden. Hierdoor is de opnameduur beperkt tot gemiddeld elf dagen. Projecten en project groepen Er kan in overleg aan projecten worden deelgenomen. De mogelijkheid is aanwezig tot verdieping in alle zorgaspecten m.b.t. de neurologische en geriatrische zorgvrager. Dit betekent dat je naast de verpleeg technische vaardigheden, je kunt verdiepen in preventie, GVO, continuïteit en coördinatie, kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering. Scholingsprogramma: Er worden er geregeld klinische lessen gegeven over onderwerpen die te maken hebben met het specialisme van de afdeling. Specialistische verpleegkundigen: Stroke verpleegkundigen, verpleegkundigen met een neurologie opleiding en klinisch geriatrische verpleegkundigen. Deelkwalificaties / Rol en kerncompetenties Complexiteit van zorg: laagcomplex, complex of hoog complex. De complexiteit / hectiek van de afdeling bestaat uit het feit dat er veel zorgvragers in korte tijd op worden genomen en worden ontslagen. Elke zorgvrager doorloopt de route van opname tot ontslag in een kort tijdsbestek. In die tijd moet de verpleegkundige ook alle zorg verlenen. De verpleegkundige moet dus in een korte tijd een vertrouwensband op kunnen bouwen met de zorgverlener. Verschillende vaardigheden, zoals communicatie en attitude, spelen hierbij een belangrijke rol. Verder is het mogelijk om bij verschillende rollen een project op de afdeling te doen. Deze projecten kunnen in overleg met de afdeling plaatsvinden. Verpleegkundige niveau 5 Als HBO-V student maak jij je het verpleegkundig beroep eigen, door te werken aan je kern / beroepscompetenties in de diverse rollen zoals beschreven bij uitwerking rol en kerncompetenties voor verpleegkundige niveau 5. Voor de HBOV Vakbekwaam (specifiek voor ) is een werkboek ontwikkeld waarin de proeves staan die moeten worden behaald. Verpleegkundige niveau 4. Bij de proeves van Prove2move wordt aangegeven wat er op de afdeling is. Als leerling verpleegkundige niveau 4 ben je je voornamelijk bezig met de directe zorgverlening. Door het werken aan de opleidingseisen vanuit theorie en praktijk maak je je het verpleegkundig beroep eigen. Het proeve boek is hierin leidend. De kern van je leerproces is de zorg voor de chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten, revaliderenden, en het proces van opname tot ontslag met de daarbij voorkomende verpleegtechnische vaardigheden. De interactie in beroepssituaties wordt geïntegreerd in alle proeves van bekwaamheden getoetst. 9

10 Uitwerking rol en kerncompetenties verpleegkundige niveau 5 DOMEINEN: Zorg DOMEINSPECIFICATIES: Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden Individuele en collectieve preventie GVO ROL: Zorgverlener Niveau 5 werkt met beroepscompetenties. Welke gekoppeld zijn aan de beroepscompetenties van de zorgcoördinator (Gelre specifiek). Hiermee wordt beoogd dat: 1) de positie, het profiel en de professionaliteit van de student wordt versterkt 2) verbetering patiëntenzorg 3) benadrukken beroepsoverstijgende competenties (rol van regisseur, ontwerper, coach en beroepsbeoefenaar) 4) er een appèl wordt gedaan op de zorgcoördinatoren KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES 1. Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat. 2. Om risico s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen, past de verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe. 3. Om een gezonde leefstijl bij zorgvrager en hun familieleden te bevorderen geeft de verpleegkundige op basis van programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen. Competenties zorgcoördinatoren A. Continueren van zorg Kernactiviteit: De verpleegkundige: bepaalt werkzaamheden; maakt keuzes; bewaakt voortgang; evalueert de zorg. B. Coördineren en organiseren van zorg. Kernactiviteit: De verpleegkundige: coördineert de verpleegkundige zorg; inventariseert de zorg; analyseert de zorg; organiseert de zorg; communiceert; werkt samen. Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek 1. Het verlenen van zorg, begeleiding, reactivering en revalidatie Observeren en signaleren is hierin belangrijk. 2. Leefregels mee voor thuis. Regels mee tav medicijn gebruik. Voorlichting: stoppen met roken, verhoogd cholesterol gehalte, pilgebruik. Voorlichtingsavonden. 3. Gericht op individuen. Gegeven tijdens opname en ontslaggesprekken. 10

11 DOMEINEN: Zorg DOMEINSPECIFICATIES: Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden Individuele en collectieve preventie GVO ROL: Regisseur KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES 4. Om de zorg te laten verlopen als continu en integraal proces dat gericht is op het welzijn van de zorgvrager coördineert de verpleegkundige de zorg. 5. Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de verpleegkundige de afgesproken activiteiten. Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Regisseren van zorg Kernactiviteit: De verpleegkundige: regisseert de verpleegkundige zorg; stelt zorgvraag vast; wijst zorg toe. Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek 4. In korte tijd vindt het verpleegkundig proces per patiënt plaats. Dit vraagt goede coördinatie met name vanwege de hoeveelheid zorg/ zorgvragers en het voor de patiënt leren omgaan met hun beperking ten gevolge van een neurologische aandoening. 5. In beperkte mate. Als Hbo er verwachten we van je dat je zelf naar het stuk GVO op zoek gaat Als verpleegkundige coördineer je de zorg op een zaal of op de jou toegewezen kamers. Hierbij gaat het gemiddeld om 5 zorgvragers per dienst. Als zorgcoördinator coördineer je naast je toegewezen zorgvragers ook de zorg afdelingsbreed. Je wijst de zorg toe. 11

12 DOMEINEN: Organisatie van zorg DOMEINSPECIFICATIES: Zorgprogrammering Verpleegbeleid Werkbegeleiding Kwaliteitszorg ROL: Ontwerper KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES 6. Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de verpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma s. 7. Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt en goed mogelijk te laten verlopen, verleent de verpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid. 8. Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de verpleegkundige in het ontwerpen van de kwaliteitszorg op afdelingsniveau. Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Kwaliteitszorg bewaken Kernactiviteit: De verpleegkundige: toetst kwaliteit; past wetgeving toe; signaleert knelpunten; schept voorwaarden. Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek 6. Er wordt gewerkt met protocollen.er wordt van je verwacht dat je hier kritisch naar kijkt; vergelijkingen maakt tussen theorie en praktijk; dat je evidence based kunt redeneren en daaruit conclusies kan trekken. Deze conclusies bespreek je op de werkvloer. Veranderingen in werkwijzen signaleer je en maak je bespreekbaar. Er is een protocollencommissie. Mochten er wijzigingen plaatsvinden dan kan het zijn dat protocollen bijgesteld moeten worden. Indien dit voorkomt, zou je hier een bijdrage in kunnen hebben. 7. Zie punt 6. Veel behandel programma s worden specifiek afgestemd op de situatie waarin de individuele patiënt zich bevindt. Dit vraagt afstemming/overleg met de verschillende disciplines waar je op de afdeling mee te maken hebt (artsen /fysiotherapie/logopedie). 8. Kwaliteitszorg is afdelingsoverstijgend /specialisme overstijgend. Bijvoorbeeld: Elektronisch medicatie voorschrijf systeem, met als doel medicatiefouten te voorkomen / verminderen. Stroke en TIA protocol. We verwachten van jou als student dat je kritisch kijkt op welke wijze kwaliteit nog verbeterd kan worden. Dit biedt mogelijkheden voor het oppakken van onderwerpen om projectmatig uit te werken. 12

13 DOMEINEN: Organisatie van zorg DOMEINSPECIFICATIES: Zorgprogrammering Verpleegbeleid Werkbegeleiding Kwaliteitszorg ROL: Coach KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES 9. Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma s te realiseren kan de verpleegkundige andere zorgverleners helpen en steunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies. 10. Om andere zorgverleners te steunen in hun professionele identiteit, staat de verpleegkundige de collega met raad en daad terzijde. Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Bevorderen van deskundigheid. Kernactiviteit: De verpleegkundige: bevordert en ontwikkelt eigen deskundigheid reflecteert op beroepsmatig handelen levert een bijdrage aan deskundigheidsbevordering van teamleden levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek 9. We verwachten van je dat je de regie hebt over de aan je toegewezen zorgvragers. Je vraagt indien nodig om hulp, maar biedt ook hulp aan collega verpleegkundigen aan, maar ook in relatie tot de andere disciplines zodat de zorg niet stagneert 10. We verwachten van je dat je kritisch meedenkt. Theorie en praktijk met elkaar vergelijkt. Je conclusies hieruit trekt en deze bespreekbaar maakt en hierop reflecteert. Hierbij uitgaande van respect voor de zorgvrager en zorgverlener en zijn mogelijkheden. We verwachten van je dat je je beroepsontwikkeling kunt uitdragen door het coachen van zorgvragers, collega s en leerlingverpleegkundigen 13

14 DOMEINEN: Beroep DOMEINSPECIFICATIES: Beroepsinnovatie Deskundigheidsbevordering ROL: Beroepsbeoefenaar KERN/ BEROEPSCOMPETENTIES 11. Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bijmaatschappelijke ontwikkelingen van de 21 ste eeuw, vervult de verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn. 12. Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep. Competenties behorende bij zorgcoördinatoren A. Kwaliteitszorg bewaken Kernactiviteit: De verpleegkundige: toetst kwaliteit; past wetgeving toe; signaleert knelpunten; schept voorwaarden. B. Initiëren van veranderingsprocessen Kernactiviteit: De verpleegkundige: stuurt veranderingen aan; werkt procesmatig. Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek 11. We verwachten van je dat je op de hoogte bent en blijft van de actuele ontwikkelingen en wetgeving binnen de zorg door het lezen en bijhouden van lezen van literatuur en vakbladen en je hierin profileert op de afdeling. Je bent in staat verbeterpunten te signaleren in de praktijk en deze projectmatig op te pakken. 12. Zie punt

15 DOMEINEN: Zorg Organisatie van zorg Beroep DOMEINSPECIFICATIES: Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden Individuele en collectieve preventie GVO Zorgprogrammering Verpleegbeleid Werkbegeleiding Kwaliteitszorg Beroepsinnovatie Deskundigheidsbevordering ROL: Zorgverlener Regisseur Ontwerper Coach Beroepsbeoefenaar HBO Competenties 1. Analytisch vermogen 2. Probleemoplossend vermogen 3. Communicatief vermogen 4. Coöperatief vermogen 5. Sturend vermogen Maak de te behalen competenties afdelingsspecifiek Uitgaande van het profiel van de afdeling, komen alle HBOcompetenties volop aanbod. Een goede analyse is van belang omdat er in korte tijd weloverwogen keuzes moeten worden gemaakt t.a.v. kwaliteit van zorg, coördinatie en continuïteit. Je zult moeten leren omgaan met de knelpunten / problemen die hieruit voort kunnen vloeien. Goede communicatieve eigenschappen t.a.v. zorgvrager, collega s en andere medewerkers zijn noodzakelijk om de zorgprocessen op afdeling neurologie vloeiend te kunnen laten verlopen. In korte tijd een vertrouwensband met de zorgvrager kunnen opbouwen is noodzakelijk. Hiervoor zijn goede contactuele eigenschappen en communicatie essentieel. Daarnaast is het van belang dat je goed kunt observeren, veranderingen snel signaleert en terugkoppelt naar collega s/andere disciplines en vast legt in het zorg dossier. Sturing van zorgprocessen om de kwaliteit, continuïteit en coördinatie te waarborgen is essentieel in deze dynamische zorgsetting. Ook de sturing t.a.v. je leerproces is hierin van groot belang. 15

16 Uitwerking verpleegkundige in opleiding niveau 4 Opdrachten Prove2 move deel A Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Ondersteuning bij persoonlijk basiszorg Opdracht 1 Lichamelijke verzorging Opdracht 2 Bedverzorging Opdracht 3 Begeleiden bij eten en drinken Opdracht 4 Hulp bij problemen bij de uitscheiding Opdracht 5 Hulp bij mobiliteitsproblemen Opdracht 6 Waak en slaapritme bevorderen Individuele voorlichting Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Geeft voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager Opdracht 1 Primaire preventie Opdracht 2 Secundaire preventie Begeleiden van zorgvragers Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Begeleiding van een zorgvrager bij de zelfredzaamheid : Een zorgvrager begeleiden op psychosociaal gebied : Een zorgvrager begeleiden op sociaal en maatschappelijk gebied Opdracht 1 Een zorgvrager begeleiden bij de zelfredzaamheid Opdracht 2 Een zorgvrager begeleiden op emotioneel gebied Opdracht 3 Een zorgvrager begeleiden op sociaal en maatschappelijk gebied Ingrijpen in onvoorziene situaties Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties Deze Opdracht 1 Handelen bij een ademhaling- en circulatiestilstand opdracht Handelen bij ongevallen en onverwachte situaties Opdracht 2 wordt in een nagebootste situatie (simulatie) beoordeeld Werken volgens verpleegplan Kerntaak 1: Bieden van (verpleegkundige) zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

17 Werkproces: Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op : Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied : Evalueert de zorgverlening Opdracht 1 Een verpleegplan opstellen Opdracht 2 Een zorgvrager observeren, monitoren en de gegevens verwerken Opdracht 3 Vitale functies bewaken Opdracht 4 De zorg evalueren Terugblikken en vooruitkijken Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Opdracht 1 Portfolio opdracht Bij alle beoordelingsmomenten Opdrachten volgens Prove2move Deel B Chronisch zieke zorgvrager Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Verlenen van verpleegkundige zorg Opdracht 2 Biedt palliatieve en/of terminale zorg Opdracht 3 Voorlichting, advies en/of instructie geven Opdracht 4 Begeleiden op sociaal-maatschappelijk gebied Geriatrische en psychogeriatrische zorgvrager Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Verlenen van verpleegkundige zorg Opdracht 2 Voorlichting, advies en/of instructie geven Opdracht 3 Hanteren van grensoverschrijdend gedrag Opdracht 4 Begeleiden bij het verwerken van emoties Begeleiden van een groep geriatrische zorgvragers op sociaalmaatschappelijk Opdracht 5 gebied niet Revaliderende zorgvrager Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan 2

18 Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning niet Opdracht 2 Begeleiden van een zorgvrager op moeilijke momenten niet De zorgvrager met een verstandelijke beperking Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Verlenen van verpleegkundige zorg Opdracht 2 Hanteren van gedragsproblemen Opdracht 3 Begeleiden op sociaal-maatschappelijk gebied Opdracht 4 Begeleiden van een groep zorgvragers op sociaal-maatschappelijk gebied niet niet niet niet Klinische zorgvrager Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 2: Begeleiden van zorgvrager(s) op basis van het zorgplan/verpleegplan Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Opdracht 1 Verlenen van zorg aan een klinische zorgvrager op een chirurgische afdeling Verlenen van zorg aan en begeleiden van een klinische zorgvrager voor Opdracht 2 onderzoek en behandeling Opdracht 3 Voorlichting geven De zorgvrager met een psychiatrische stoornis Niet niet Coördineren van zorg en coachen van collega's Kerntaak 3: Uitvoeren van taken ten behoeve van de zorgverlening en de organisatie Werkproces: Coördineert de zorgverlening : Neemt deel aan verschillende overlegvormen Opdracht 1 Coördineren van zorg Opdracht 2 Overdragen van zorg Opdracht 3 Voorbereiden van het ontslag Opdracht 4 Overleggen t.b.v.de zorgvrager Opdracht 5 Deelnemen aan teamoverleg of werkbespreking Opdracht 6 Stagiaires en nieuwe collega's begeleiden Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering Kerntaak 4: Uitvoeren van professiegebonden taken 3

19 Werkproces: Werkt aan deskundigheidsbevordering : Werk aan professionalisering van het beroep Opdracht 1 Bijdrage leveren a/d verbetering van de zorg Opdracht 2 Deskundigheidsbevordering Opdracht 3 Professionalisering van het beroep Verpleegtechnische handelingen Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het zorgplan/verpleegplan Werkproces: Voert verpleegtechnische handelingen uit Opdracht 1 Verzorgt sondevoeding en maagsonde Sondevoeding toedienen met trechter of spuit of via een toedieningssysteem Opdracht 2 Verzorgt stoma, suprapubische katheter en blaaskatheter Verwisselen van een tweedelig opvangsysteem Suprapubische catheter verzorgen niet Blaascatheter verzorgen/nieuw opvangmateriaal aansluiten Opdracht 3 Katheteriseert blaas en brengt een maagsonde in Blaascatheter inbrengen bij een man of een vrouw Maagsonde inbrengen via de neus niet Opdracht 4 Medicijnen en zuurstof toedienen Oraal Rectaal - suppositoria Vaginaal Via de huid Oogdruppels Neusdruppels Via de luchtwegen Zuurstof toedienen via centraal distributie d.mv. neuscatheter, zuurstofbril of mondkapje Opdracht 5 Zuurstof toedienen via een zuurstofcilinder d.mv. neuscatheter, zuurstofbril of mondkapje Dient medicijnen toe per injectie en per toedieningssysteem. Brengt een perifeer infuus in Subcutaan Intramusculair Intraveneus via infuusnaald of braunule naald In opgeloste vorm iv infuussysteem/toedieningssysteem Perifeer intraveneuze canule inbrengen voor een infuus Opdracht 6 Verricht puncties Venapunctie verrichten Hielprik toepassen bij een neonaat Vingerprik toepassen niet niet 4

20 Opdracht 7 Dient parenteraal vloeistoffen toe Via een perifeer infuus Via een centraal infuus Perfusor bedienen; spuit klaarmaken en aansluiten op de perfusor Transfusie verzorgen niet Opdracht 8 Wonden verzorgen met drains en hechtingen Rode, gele of zwarte wonden niet Zwachteltechniek bij gesloten wonden niet Hechtingen verzorgen niet Wond met drain verzorgen niet Hechtingen verwijderen niet Tampon verwijderen niet Wonddrain verwijderen niet Decubitus verzorgen niet Smetten verzorgen Opdracht 9 Orgaan spoelingen uitvoeren Blaasspoeling uitvoeren niet Maagspoeling uitvoeren Vagina irrigeren Stoma irrigeren Darmspoeling uitvoeren Opdracht 10 Tracheacanule en tracheastoma verzorgen Tracheacanule verzorgen niet Tracheastoma verzorgen niet Regelt de lichaamtemperatuur door middel van warmte- en Opdracht 11 koudebehandeling Bloedcirculatie bevorderen d.m.v. warmte niet Lichaamstemperatuur verlagen d.m.v. koudebehandeling niet Lichaamstemperatuur verlagen d.m.v. koude afwassing niet Opdracht 12 Zuigt mond en keelholte uit Een mond- en keelholte uitzuigen niet Opdracht 13 Deelnemen aan onderzoek en behandeling Monster verzamelen ten behoeve van diagnostiek, steriel en niet steriel Assisteren bij chirurgische behandeling, interne/neurologische onderzoeken Assisteren bij andere therapieën gericht op het instandhouden of verbeteren van somatische functies niet Opdrachten volgens Prove2move Deel C Beginnend beroepsbeoefenaar (DIFF opdracht) Deze opdracht dient door elke student te worden getoetst tijdens de differentiatie stage 5