COMPETENTIEMATRIX 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "COMPETENTIEMATRIX 2010"

Transcriptie

1 COMPETENTIEMATRIX 2010 Professionele bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs KHLeuven

2 BASISCOMPETENTIES BAKO 2010 OVERZICHT VERANT- WOORDE- LIJKHEID ROLLEN /TAKEN DECR. COMPETENTIES I. FUNCTIONEREN IN EEN KLASGROEP 1. een positief en veilig leefklimaat realiseren 2. een ontwikkelingsstimulerende omgeving 3. begeleiden van leer en ontwikkelingsprocessen / /3/ 4/6/ Een warme positieve relatie met kinderen opbouwen 2. Het emotionele welbevinden van kinderen bevorderen en omgaan met kinderen in sociaal-emotionele probleemsituatie of met gedragsmoeilijkheden 3. Het fysieke welbevinden en de gezondheid van kinderen ( en zichzelf) bevorderen 4. Een positieve klassfeer creëren en positieve interacties tussen kleuters kunnen bewerkstelligen 5. Bewust omgaan met eigen houding en waarden in een pedagogische context. 6. De speelleerruimtes (klas, speelplaats, )sfeervol, gestructureerd en kindvriendelijk inrichten gericht op zelfstandig functioneren van kinderen. 7. Het dagverloop en verloop van activiteiten gestructureerd en flexibel realiseren met maximale kansen tot initiatiefname en participatie van kinderen. 8. Aansluitend bij interesses en noden van een kind een breed ontwikkelingsstimulerend en samenhangend onderwijsaanbod uitwerken gericht op kansen geven aan talenten van kinderen 9. Gepaste werkvormen en leermiddelen, materialen kunnen inzetten met maximale kansen tot actief leren, zelfsturing en initiatiefname van kinderen 10. Efficiënt,kwaliteitsvol en flexibel omgaan met planning inspelend op diverse situaties die zich aandienen in de schoolcontext 11. Breed observeren met het oog op mediëren en differentiëren in de begeleiding van ontwikkelingsprocessen bij elk kind 12. (Binnen de klascontext) kwaliteitsvol inspelen op kinderen en erop kunnen reflecteren. 13. Inhoudelijke achtergrondkennis en vaardigheden correct en geïntegreerd inzetten bij het begeleiden van ontwikkelingsprocessen 14. Aansluitend bij de zorgwerking van een school zorginitiatieven nemen voor kinderen met specifieke zorgvragen 2

3 VERANT- WOORDE- LIJKHEID ROLLEN/ TAKEN DECR. COMPETENTIES II. SAMEN SCHOOL MAKEN 4. partner van het kind 5. partner in het team 6. partner van ouders/ verzorgers 7. lid van de brede school 2.2/2.3/ 2.4/ / / / /6.2/ 6.3/6.4/ 6.5/ / / / 2.5 1/2 8.1/ bevordert de emancipatie en participatie van kinderen ( het kind als gelijkwaardige partner in opvoedingssituatie overlegt en werkt samen binnen het (school)team 17. werkt mee in het schoolteam aan een horizontale en verticale samenhang in het programma-aanbod. 18. werkt mee in het schoolteam aan de realisatie van het opvoedingsproject & schoolwerkplan 19. bevordert de participatie van ouders door in dialoog te gaan, de betrokkenheid te realiseren, inspraak en medeverantwoordelijkheid te verlenen (ouders als volwaardige partners) 20. werkt multidisciplinair samen met verschillende participanten (kind, ouders, stagementoren, medestudenten, externe instanties) in kader van zorgverstrekking 21. werkt gelijkwaardig samen met partners in een breed netwerk met als gemeenschappelijk doel een kwaliteitsvolle ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen. (brede school). III. ONDERWIJS ONTWIKKELEN 8. vernieuwer en onderzoeker 9. Persoonlijke profilering en maatschappe lijk cultureel engagement 9.1/9.2 / / / / flecteert over onderwijsopvattingen en gaat er op constructief kritische wijze over in gesprek. 23 Verkent nieuwe onderwijsideeën en praktijkrelevante wetenschappelijke inzichten in onderwijs voor het jonge kind en integreert deze in eigen onderwijspraktijk. 24 erkent nieuwe leermiddelen kritisch en implementeert ze in de eigen onderwijspraktijk. 25 Werkt onderzoeksgericht aan nderwijsontwikkelingen. 26 Weet vanuit inzichten in veranderingsmanagement dat vernieuwingsprocessen complex kunnen verlopen 27 Profileert zichzelf vanuit eigen talenten binnen de schoolcontext en doet van daaruit innovatieve bijdragen. 28 Engageert zichzelf sociaal-cultureel-mondiaal IV. KWALITEIT BEWAKEN 10: Sturen van de professionele groei en permanent leren (zelfen bijsturing) 11. Functioneren als lid van de onderwijsorganisatie 5.3/ /3.2/ 5.1/ reflecteert over het eigen professionele handelen (kunnen en durven bevragen van de efficiëntie en effectiviteit van het eigen handelen) en staat open voor feedback 30 stuurt het professionele handelen bij; 31 loopbaanontwikkeling en levenlang leren 32 kan en wil administratieve taken correct uitvoeren 33 kent wettelijke bepalingen, past ze correct toe en handelt deontologisch. 34 verantwoordt in formele situaties het eigen professioneel handelen. 35 bewaakt de doelgerichtheid en resultaatsgerichtheid van het eigen handelen. 3

4 Professionele identiteit De toekomstige kleuteronderwijzer toont zijn functioneren in onderwijs via zijn professionele identiteit. Deze omvat een aantal professionele houdingen/attitudes die zijn competent handelen aansturen en die zijn persoonlijk interpretatiekader (waarden en normen m.b.t. zijn onderwijstaak) en zijn subjectieve onderwijstheorie (opvatting over hoe onderwijs moet gegeven worden) verenigen. We stellen een aantal expliciete attitudes voorop die studenten doorheen het werken aan eigen competentie integreren in hun professionele identiteit. Daarin inspireren ons: 1) aan de KHLeuven attitudes. (in vet). 2) Ook de attitudes die decretaal als essentieel voor het leraarsberoep, worden vooropgesteld worden opgenomen 3) attitudes die de opleiding zelf naar voren schuift Dit geeft ons onderstaande lijst beslissingsvermogen durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen. relationele gerichtheid en zin voor samenwerking/samenwerken in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen. bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken. kritische ingesteldheid bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. leergierigheid / leren actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen in functie van de eigen professionele en persoonlijke ontwikkeling. organisatievermogen erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden. verantwoordelijkheidszin zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen. flexibiliteit bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures. bezieling Zich betrokken voelen op de organisatie en de rol die men daarin heeft ten aanzien van kinderen, collega s, ouders, met hart en ziel opnemen. initiatief nemen Uit eigen beweging acties ondernemen respect Handelen vanuit een positieve basishouding tegenover zichzelf, anderen, het materiële, andere visies en waarden. erkennen van het recht van het kind op ontwikkeling De leraar heeft respect voor eigen kunnen, durven en willen van kinderen. Hij erkent hun recht op ontwikkeling ; maw. erkenning van het eigen actief aandeel van kinderen in hun ontwikkeling met inbegrip van hun eigen verantwoordelijkheid daarvoor en de uitdaging dit eigen aandeel actief ter hand te nemen. (dit vergt solidariteit, beschikbaarheid van volwassene en de moed de eigen rol los te laten). Creatieve gerichtheid Erop gericht zijn om nieuwe en/of ongebruikelijke oplossingen te vinden voor bestaande situaties/problemen. Open ingesteldheid Kinderen en de omgeving benaderen vanuit een onbevooroordeelde, ontvankelijke, betrouwbare en eerlijke houding Speelse ingesteldheid Als volwassene aansluiting zoeken met kinderen vanuit een kindeigen speelse, fantasierijke, vrije, ongedwongen houding. 4

5 ERANTWOORDELIJKHEID 1: FUNCTIONEREN IN EEN (KLAS)GROEP VERANTWOORDELIJKHEID 1: FUNCTIONEREN IN EEN (KLAS)GROEP I. FUNCTIONEREN IN EEN KLASGROEP 1. Een positief en veilig leefklimaat realiseren 2. Een ontwikkelingsstimulerende krachtige speel leeromgeving realiseren 3. Begeleiden van leer en ontwikkelingsprocessen 1. Bouwt een warme positieve relatie met kinderen op 2. Bevordert het emotionele welbevinden van kinderen en kan omgaan met kinderen in sociaal emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden 3. Bevordert het fysieke welbevinden en de gezondheid van kinderen ( en zichzelf). 4. Creëert een positieve klassfeer en werkt aan positieve interacties tussen kleuters. 5. Gaat bewust om met eigen houding en waarden in een pedagogische context 6. Richt ruimtes (hoeken, klas, speelplaats, )in en rust ze uit tot leerkrachtige speelleeromgevingen 7. Realiseert een gestructureerd en flexibel dagverloop en activiteitenverloop met maximale kansen tot initiatiefname en participatie van kinderen (klasmanagement) 8. Werkt aansluitend bij interesses en noden van een kleutergroep, een breed ontwikkelingsstimulerend en samenhangend onderwijsaanbod uit dat kansen geeft aan talenten van kinderen. (Interesses, noden, talenten herkennen, doelen kiezen en formuleren, authentieke inhouden en leerervaringen selecteren en structureren, ) 9. Zet gepaste werkvormen, leermiddelen en materialen in, met maximale kansen tot actief leren, zelfsturing en intiatiefname van kinderen. 10. Handelt kwaliteitsvol, efficiënt, planmatig en flexibel 11. Observeert breed met het oog op mediëren en differentiëren in de begeleiding van ontwikkelingsprocessen bij elk kind 12. Speelt kwaliteitsvol in op kinderen en lokt actief kleutergedrag en ontwikkeling bij kleuters uit. (tussenkomsten kiezen, aansluiten bij de eigenheid van kinderen, interactiemogelijkheden benutten, talensensibiliseren, ) 13. Zet inhoudelijke achtergrondkennis en vaardigheden correct en geïntegreerd in bij het begeleiden van ontwikkelingsprocessen. 14. Neemt in overleg met de mentor en aansluitend bij de zorgwerking van een school, zorginitiatieven voor kinderen met specifieke zorgvragen. 5

6 ROL 1: EEN POSITIEF LEEFKLIMAAT REALISEREN 1. Bouwt een warme positieve pedagogische relatie met kinderen op 1.1 Legt spontaan een warm contact met kleuters a. Legt intuïtief gepast lichamelijk contact en oogcontact en houdt rekening met contactsignalen die kinderen geven b. Communiceert verbaal en non verbaal l c. Toont graag zien d. Toont speelsheid in het contact e. Biedt gevoel van veiligheid f. Toont empathie (sensitiviteit en responsiviteit) g. Gaat in dialoog met het kind 1.2 Accepteert en gaat respectvol om met het eigen zijn en de inbreng van elke kleuter; a. aanvaardt kleuterspecifiek gedrag b. gaat zonder vooroordelen om met kleuters 1.3 Stelt en hanteert grenzen t.a.v. kinderen c. Stelt regels en hanteert die consequent d. Gaat na instemming van de mentor met kinderen in overleg over afspraken en regels 1.4 Stuurt eigen relaties met kinderen vanuit reflectie (z.o. 29.1) 2. Bevordert het emotionele welbevinden van kinderen en kan omgaan met kinderen in sociaal emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden (H)erkent signalen van welbevinden / emotionele problemen van kinderen en zoekt in overleg met de mentor naar vormen om er constructief op in te gaan 2.2 (H)erkent bij kinderen basisgevoelens en basisnoden en maakt ruimte om ze te exploreren en te uiten. 2.3 Bevordert in overleg met de mentor de socio-emotionele ontwikkeling van kinderen door een ondersteunend aanbod van materialen/ activiteiten en een gepaste begeleidingsstijl 2.4 Ondersteunt de ontwikkeling van een positief zelfbeeld bij kinderen via positieve interacties (bevestigen, aanmoedigen, erkennen)van kwaliteiten 6

7 3. Bevordert het fysieke welbevinden en de gezondheid van kinderen ( en zichzelf) Neemt preventieve veiligheidsmaatregelen bij de voorbereiding en tijdens het verloop van activiteiten en (h)erkent de eigen burgerlijke aansprakelijkheid daarin. 3.2 (H)erkent fysieke zorg- en noodsignalen en biedt adequate hulpverlening. a. Vindt met steun van de mentor goede balans tussen respect voor keuzes van ouders en de gehanteerde opvoedingsvisie binnen de klascontext 3.3 Herkent in diverse praktijkcontexten mogelijkheden waar kinderen gestimuleerd kunnen worden tot veilig gedrag, verantwoord omgaan met risico,, een gezonde levensstijl en ergonomisch bewustzijn 3.4 Stelt voorbeeldgedrag en toont zelfzorg ivm een gezonde en fitte levensstijl en ergonomisch bewustzijn. 4 Creëert een positieve klassfeer en werkt aan positieve interacties tussen kleuters Maakt belangrijke signalen van een positief leefklimaat in de klas bespreekbaar. 4.2 Gebruikt concrete en constructieve mogelijkheden die bijdragen tot een positief leefklimaat en positieve relaties tussen kinderen. a. Stimuleert tot respectvol omgaan met elkaar. b. Benut mogelijkheden om sociale vaardigheden te oefenen. c. Benut mogelijkheden als : positieve bekrachtiging, autonomie en verantwoordelijkheid geven, diverse vormen van samenwerken tussen kinderen, ruimte maken voor inbreng van kinderen, enz. (verwijzing naar partner van kinderen) 4.3 Zet persoonlijke omgangsstijl en expressieve mogelijkheden constructief in om een positief leefklimaat te bevorderen 5. Gaat bewust om met eigen houding en waarden in een pedagogische context Is zich in de pedagogische omgang met kinderen bewust van de impact van het eigen waarden- en normenkader (z.o. 28) 5.2 Functioneert op authentieke wijze binnen het pedagogisch concept van een school a. Kijkt respectvol naar het waardenkader van een school. b. Houdt er in zijn gedrag rekening mee 5.3 Plaatst waarden en normen binnen een christelijk perspectief en kan hier met kinderen verhelderend over praten. 5.4 Gaat op een interculturele wijze om met de diversiteit aan waarden binnen de klasgroep. 7

8 ROL 2: EEN ONTWIKKELINGSSTIMULERENDE KRACHTIGE SPEEL- LEEROMGEVING REALISEREN 6. Richt ruimtes (hoeken, klas, speelplaats, ) in en rust ze uit tot leerkrachtige speelleeromgevingen Doet in overleg met de mentor functionele en aangename ruimtelijke en materiële ingrepen in diverse speelleerruimtes rekening houdend met a. het zelfstandig functioneren van een groep kinderen, b. een evenwicht tussen veiligheidsvoorschriften, werkbaarheid en optimale stimulering (uitdaging), c. geobserveerde noden en interesses van kinderen, d. de diversiteit van de klasgroep, e. differentiatie mogelijkheden. 6.2 Maakt optimaal gebruik van buitenspel en locale mogelijkheden in en buiten de klas, de school, 6.3 Realiseert materiële orde en overzicht. 6.4 Gebruikt duurzame, kindvriendelijke en esthetisch verantwoorde sfeerelementen. 6.5 Stuurt op basis van observatie, in overleg met de mentor, de klasinrichting flexibel bij en geeft kleuters hierbij inspraak. 7. Realiseert een gestructureerd en flexibel dagverloop en activiteitenverloop met maximale kansen tot initiatiefname en participatie van kinderen Bouwt een dagverloop op : a. dat aansluit bij het ritme, de behoefte aan regelmaat en voorspelbaarheid van jonge kinderen, b. dat voldoende flexibel gehanteerd wordt, c. dat het spel in kleine groepen, autonomie en initiatiefname ondersteunt, d. dat optimale kansen geeft om gericht in te spelen op individuele kinderen en kleine groepen, 7.2 Overdenkt het scenario om gelijktijdige en opeenvolgende activiteiten te organiseren (via mentale, materiële en/of schriftelijke voorbereiding). 7.3 Gebruikt klasmanagementstechnieken die aansluiten bij de mogelijkheden van de kleuters (o.a. kiezen, groeperingsvormen, afspraken maken ). 7.4 Anticipeert en speelt in tijdens het organiseren en stuurt de organisatie flexibel bij (timing, inspelen op onverwachte moeilijkheden, ). 8

9 8. Werkt aansluitend bij interesses en noden van een kleutergroep, een breed ontwikkelingsstimulerend en samenhangend onderwijsaanbod uit dat kansen geeft aan talenten van kinderen. (Interesses, noden, talenten herkennen, doelen kiezen en formuleren, authentieke inhouden en leerervaringen selecteren en structureren, ) / Kiest thema s en activiteiten vanuit observatie en in samenspraak met kinderen. 8.2 Heeft bij de samenstelling van het aanbod oog voor talent, interesses, ontwikkelingsnoden en -mogelijkheden van verschillende kinderen in de groep. 8.3 Selecteert een authentiek, reële en betekenisvolle aanbod voor kleuters waardoor de echte wereld in de klas wordt binnengehaald. 8.4 Weet interesse te wekken voor mondiale, culturele of wetenschappelijke thema s door ze op een kindvriendelijke manier in het aanbod te verwerken. 8.5 Formuleert doelen die ruimte laten voor de eigenheid en diversiteit van de kleutergroep. (gedifferentieerde doelen). 8.6 Raadpleegt bij de doelenformulering de nodige documenten. 8.7 Ontwerpt specifieke ontwikkelingsondersteunende activiteiten die a. Doelgericht zijn, b. speels / aangepast / gedifferentieerd zijn, c. stapsgewijs opgebouwd zijn, rekening houdend met specifieke methodologische werkwijzen. 8.8 Zorgt voor een samenhangend en evenwichtig dag-, week-, meerweken aanbod. 8.9 Raadpleegt kwaliteitsvolle bronnen bij de samenstelling van het aanbod. 9. Zet gepaste werkvormen, leermiddelen en materialen in, met maximale kansen tot actief leren, zelfsturing en intiatiefname van kinderen. B.C Richt een ruimte (klas, hoek, speelruimte, speelplaats, ) met materialen en leermiddelen in, waardoor brede, diepe en gedifferentieerde ontwikkeling mogelijk is. 9.2 Gebruikt gepaste authentieke (levensechte) / conventionele en niet conventionele materialen ter ondersteuning van ontwikkelingsprocessen. 9.3 Gebruikt materialen op een duurzame manier en vraagt dit ook van kinderen. 9.4 Gebruikt schriftelijke communicatiemiddelen (picto s, foto s symbolen, )om tijdstructuren en de klasorganisatie bevattelijk te maken voor kinderen. 9.5 Kiest gepaste werkvormen en groeperingsvormen die aansluiten bij de ontwikkelingsbehoeften/ mogelijkheden van de groep en de doelen die men vooropstelt. 9

10 10. Handelt kwaliteitsvol, efficiënt, planmatig en flexibel Handelt planmatig : a. Pant eigen taken realistisch en stelt prioriteiten i.f.v. belangrijkheid, b. Onderschrijft het belang van planning en coördinatie, c. Houdt zich aan afspraken Kan samen met kinderen plannen en kan kinderen stimuleren in planmatige handelen Zoekt in overleg met de mentor naar alternatieven voor (complexe) didactische problemen Realiseert een verantwoord dagverloop dat past in een korte en langere termijnplanning (week, meerdere weken) a. Gaat flexibel om met diverse situaties die zich in een schoolcontext aandienen. b. Beslist i.f.v. uitgesproken vooropgestelde prioriteiten over aanpassingen in een dag- of weekplanning. L 3 : DE LERA AR ALS BEGELEIDER VAN LEER- EN ONTWIKKELINGSPROCESSEN 10

11 ROL 3: BELEIDEN VAN LEER EN ONTWIKKELINGSPROCESSEN 11. Observeert breed met het oog op mediëren en differentiëren in de begeleiding van ontwikkelingsprocessen bij elk kind Observeert en interpreteert in overleg met mentor het gedrag van kinderen. a. Schat het welbevinden en de betrokkenheid van kinderen in en kan zich empathisch verplaatsen (affectief, conatief, ognitief) in hun beleving. b. Herkent in kleutergedrag de ontwikkelingsvraag en het niveau van functioneren van kinderen c. Gebruikt een referentiekader van ontwikkelingssignalen voor verschillende ontwikkelingsgebieden. * in het bijzonder taalontwikkeling, taaldiversiteit d. Toont daarbij inzicht in de dynamiek van denk- leer en ontwikkelingsprocessen bij kinderen. e. Gebruikt een breed referentiekader i.v.m. diversiteit (multiculturaliteit, observeren vanuit socio-cultureel perspectief, ) f Observeert permanent en systematisch. a. Kiest geschikte observatiemomenten tijdens het klasdagverloop. b. Brengt systematisch ontwikkeling en leerwinst in kaart Verzamelt en gebruikt de geobserveerde gegevens om het eigen handelen systematisch bij te sturen Verzamelt informatie over persoonlijke gegeven en achtergrondgegevens uit diverse bronnen en het kinddossier en behandelt deze respectvol en discreet Gebruikt afgesproken observatieinstrumenten / leerlingvolgsystemen op correcte wijze. 12. Speelt kwaliteitsvol in op kinderen en lokt actief kleutergedrag en ontwikkeling bij kleuters uit. (tussenkomsten kiezen, aansluiten bij de eigenheid van kinderen, interactiemogelijkheden benutten, talen sensibiliseren, ) 12.1 Herkent gevarieerd en actief kleutergedrag en kan het uitlokken. a. Brengt bij de kleuter diverse vormen van experimenteren, spel, expressie, op gang. b. Lokt bij de kleuter communicatie, denkprocessen, reflecteren, probleemoplossend denken en handelen, uit Hanteert een breed repertorium aan mogelijkheden om ontwikkelingsprocessen bij kinderen uit te lokken en te mediëren a. Kent vormen van probleemstelling, vraagstelling, kindgerichte instructie, MISC, vormen van meespelen/ -demonstreren, b. Weet hoe kinderen geboeid kunnen worden, hoe aandacht kan gevraagd worden, hoe bepaalde ontwikkelingsgebieden aangesproken worden, hoe creatieve processen en denkprocessen op gang kunnen gebracht worden, c. Zet de eigen multimediale (talige, muzikale, motorische, dramatische, beeldende, audiovisuele) competenties optimaal in bij de ondersteuning van ontwikkelingsprocessen. 11

12 d. Communiceert met kinderen met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties Kiest oordeelkundig zijn tussenkomsten in functie van het verhogen van betrokkenheid en succesbeleving a. Herkent in kleutergedrag de ontwikkelingsvraag en het niveau van functioneren van kinderen en kan van daaruit inspelen b. Kiest tussenkomsten vanuit een breed intercultureel referentiekader en sluit aan bij de eigenheid van de kleuters c. Kan daarin het kind zowel autonomie verlenen om initiatief te nemen en de dingen op een eigen wijze aan te pakken als stimulerend tussen komen 12.4 Ziet en benut in diverse klassituaties het ontwikkelingspotentieel. a. Speelt flexibel in op diverse situaties die zich tijdens de dag voordoen en zet ze om in een leerervaring b. Houdt rekening met de betekenis die kinderen aan de situatie geven (wat willen de kinderen, welke betekenis geven zij aan de gebeurtenis, welk spel lokt het uit bij hen. ) 12.5 Doet aan talensensibilisering en gebruikt daarbij de aanwezige taaldiversiteit in de klas en/of brengt actief en speels vreemde talen in. 12

13 13. Zet inhoudelijke achtergrondkennis en vaardigheden correct en geïntegreerd in bij het begeleiden van ontwikkelingsprocessen Put uit mediumspecifieke en culturele achtergrond (taal, beeld, beweging, muziek, drama, audio-visuele communicatie) om kinderen verder te brengen in hun interesses en expressie Gebruikt wetenschapsspecifieke basiskaders (psychologie, pedagogie, wiskunde, taal, motoriek, humane en natuurwetenschappen en gezondheid techniek, WO ) in om de wereldverkennende interesses van kinderen inhoudelijk correct en uitdagend te ondersteunen Verruimt inhoudelijke basiskennis over leer en ontwikkelingsgebieden voor het jonge kind om activiteiten diepgaand te begeleiden Versterkt multimediale communicatieve competenties i.f.v. het werken met kinderen. (Multimediaal betekent talige, muzikale, beeldende, motorische, dramatische en audiovisuele competenties ) 14. Neemt in overleg met de mentor en aansluiten bij de zorgwerking van een school zorginitiatieven voor kinderen met specifieke zorgvragen Herkent via aangeboden kaders specifieke zorg en ondersteuningsvragen van kinderen en gaat op zoek naar mogelijkheden om deze aan te pakken (O.a. leerzorgkaders, leerlingvolgsystemen) 14.3 Maakt in overleg met de mentor, binnen de klaswerking expliciet ruimte om zorginitiatieven systematisch te realiseren via handelingsplannen. (aanreiken van gepaste hulpmiddelen, stellen van realistische doelen, systematisch observeren en opvolgen, reflecteren over effectiviteit ) 14.4 Zoekt in overleg met de mentor naar mogelijkheden om de uiteenlopende diversiteit binnen de kleutergroep als bijkomende leerkans te gebruiken voor alle kinderen (kinderen met handicap, beperktheid, specifieke eigenheid ) 14.5 Verkent vanuit praktijkervaring een bepaald ontwikkelings- en leerprobleem, bv. kinderen met dyslexie, dyspraxie, dyscalculie, faalangst, ADHD, hoogbegaafdheid 13

14 VERANTWOORDELIJKHEID 2: SAMEN SCHOOL MAKEN II. SAMEN SCHOOL MAKEN 4. partner van het kind 15. bevordert de emancipatie en participatie van kinderen ( het kind als gelijkwaardige partner in opvoedingssituatie) 5. partner in het team 16. overlegt en werkt samen binnen het team 17. werkt mee in het schoolteam aan een horizontale en verticale samenhang in het programma-aanbod. 18. werkt mee in het schoolteam aan de realisatie van het opvoedigsproject & schoolwerkplan 6. partner van ouders/verzorgers 19. bevordert de participatie van ouders door in dialoog te gaan, de betrokkenheid te realiseren, inspraak en medeverantwoordelijkheid te verlenen (ouders als volwaardige partners) 7. lid van de brede school 20. werkt multidisciplinair samen in kader van zorgverstrekking met verschillende participanten (kind, ouders, collega s, externe instanties). 21. werkt gelijkwaardig samen met partners in een breed netwerk met als gemeenschappelijk doel een kwaliteitsvolle ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen. (brede school). 14

15 ROL 4: PARTNER VAN HET KIND 15. Bevordert de emancipatie en participatie van kinderen (het kind als gelijkwaardige partner in opvoedingssituatie) Stimuleert kinderen tot het zelf vorm geven aan hun ontwikkeling, tot medeverantwoordelijkheid en actieve participatie voor klas- en schoolgebeuren en geeft hen hiertoe de nodige ruimte en tijd. a. Geeft kls inspraak en verantwoordelijkheid bij planning en organisatie van het aanbod (kls kunnen mee beslissen over doelen, inhouden, werkvormen, thema s, ). b. Bouwt voldoende kansen en momenten in (structuren creëren, werkvormen en strategieën kunnen hanteren) die kinderen stimuleren tot mondigheid/ eigen initiatief/ medeverantwoordelijkheid/participatie/inspraak en waarin kinderen eigen keuzes kunnen uitwerken volgens eigen interesse en mogelijkheden. (bv contractwerk opzetten waarbinnen kinderen een eigen planning kunnen opmaken, op eigen niveau kunnen werken, met aangepaste opdrachten) 15.2 Verkent en helpt mogelijkheden uitbouwen om kleuters inspraak- en participatiemogelijkheden op schoolniveau te geven. (Dit veronderstelt volgende grondhouding/attitude erkennen van het recht van het kind op ontwikkeling cfr professionele identiteit) 15

16 ROL 5: PARTNER BINNEN EEN (SCHOOL)TEAM 16. Overlegt en werkt samen binnen het (school)team Neemt initiatief tot samenwerken en overleg in het (school)team Werkt op een constructieve manier in groep samen aan een gemeenschappelijk doel met respect voor de vergader en werkcultuur en op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid. a. Kan binnen een klas/schoolsituatie (taakgericht en groepsgericht) samenwerken en vergaderen met medestudenten/ mentoren/klasmentor/ GOK-lkr/ bijzondere leermeesters / (cfr algemeen beroepsgerichte competenties ivm samenwerken). b. Realiseert de eigen opdracht in samenwerking met de leden van het schoolteam en rekening houdend met de schoolcultuur. (bv kan in overleg met teamleden en externen individuele kindkenmerken en groepskenmerken achterhalen, ). c. Kan omgaan met de diversiteit binnen een team: toont respect tonen voor culturele achtergrond, waardebeleving en onderwijsvisie van teamleden en heeft tegelijk aandacht voor/ houdt rekening met eigen grenzen. d. Kan meewerken aan / bijdragen tot het creëren van een ontwikkelingsgerichte schoolcultuur (=school waar men gericht is op samenwerken, professionalisering en vernieuwing). e. Vindt een balans tussen enerzijds authentiek/ zelfstandig functioneren en anderzijds het groepsbelang Treedt adequaat in Standaardnederlands in interactie met alle leden van het schoolteam. a. Voert doelgericht verschillende soorten gesprekken afhankelijk van de klas- en schoolcontext b. Geeft een korte, heldere uiteenzetting en maakt daarbij flexibel gebruik van ondersteuning in schrift en beeld; c. Schrijft doelgericht verschillende soorten korte teksten afhankelijk van de klas- en schoolcontext. 16

17 17. Werkt mee in het schoolteam aan een horizontale en verticale samenhang in het programma-aanbod In overleg met collega s (medestudenten / mentoren) het eigen onderwijsaanbod kunnen situeren in het geheel van het onderwijsaanbod a. Heeft kennis van van ontwikkelings- en leerlijnen en verwantschappen tussen leergebieden (horizontale en verticaleverbanden) b. Overlegt met collega s (medestudenten / mentoren) om de verticale groeilijnen in ontwikkelingsdoelen en aanbod vorm te geven en te bewaken. c. Overlegt met collega s (medestudenten, stagementor, bijzondere leermeester, duopartner..) om een horizontale samenhang tussen verschillende ontwikkelingsgebieden vorm te geven. d. Overlegt met collega s om de overgang van thuis/kinderopvang naar kleuteronderwijs en van kleuteronderwijs naar lager onderwijs of buitengewoon onderwijs vlotter laten verlopen door concrete maatregelen te nemen en afspraken te maken (doorgaande lijn en doorstroming realiseren) 18. Werkt mee in het schoolteam aan de realisatie van het opvoedingsproject & schoolwerkplan Neemt initiatief en participeert actief aan allerlei klasoverstijgende, schoolondersteunende evenementen (schoolfeesten, projecten, ) 18.2 Engageert zich actief engageren in de realisatie en actualisering van het opvoedingsproject en schoolwerkplan. a. Door het in de klaspraktijk te concretiseren/integreren b. Door het eigen pedagogisch en didactisch handelen bespreekbaar te maken in team. (erover reflecteren en feedback integreren in eigen handelen) c. Door zich te engageren in allerlei overleg/participatieorganen/werkgroepen in de scholengemeenschap die bijdragen te realisatie van opvoedingproject en schoolwerkplan Functioneert op authentieke wijze binnen het pedagogisch en levensbeschouwelijke concept van een school a. Kijkt respectvol naar het waardekader van een school en houdt er in zijn gedrag rekening mee b. Kan vormgeven aan de levensbeschouwelijke dimensie van het eigen christelijke leraarschap: participeert op constructieve wijze participeren aan de implementatie van het christelijke opvoedingsproject in het eigen professionele handelen. c. Heeft kennis van en kan een eigen standpunt innemen rond de verschillende levensbeschouwelijke visies (kaders & documenten) die in diverse Vlaamse onderwijsnetten worden gebruikt vanuit een open grondhouding en met de nodige kritische zin. 17

18 ROL 6: PARTNER VAN OUDERS/VERZORGERS 19. Bevordert de participatie van ouders door in dialoog te gaan, betrokkenheid te realiseren, inspraak en medeverantwoordelijkheid te verlenen Toont in zijn omgang/handelen dat hij ouders als belangrijke, volwaardige partners beschouwt, erkent hen als eerste opvoedingsverantwoordelijken en benut hun ervaringsdeskundigheid Communiceert op adequate wijze met ouders /verzorgers over het kind in de school (op basis van overleg met stagementoren /medestudenten / externen) a. Informeert over het ontwikkelingsverloop van het kind op school (ouders helpen zicht leren krijgen op relevante kenmerken van hun kind en op basis hiervan weloverwogen kunnen kiezen) b. Voert doelgericht verschillende soorten gesprekken: dialogeren over opvoeding en onderwijs, een gesprek over ondersteuning thuis, c. Kent de beschikbare hulpverleningsinstanties en brengt ouders hiermee in contact d. Communiceert in Standaardnederlands of in een ander passend register met ouders en verzorgers met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties (een korte, heldere uiteenzetting geven en daarbij flexibel gebruikmaken van ondersteuning in schrift en beeld/ doelgericht verschillende soorten korte teksten schrijven afhankelijk van de klas- en schoolcontext/ aangepaste strategieën inzetten om te communiceren met anderstalige ouders, ) 19.3 Betrekt ouders bij het klas- en schoolgebeuren, met respect voor de diversiteit van ouders (respect voor en rekening houden met hun culturele achtergrond, waardebeleving en verwachtingen ivm onderwijs) 19.4 Gaat discreet om met achtergrondinformatie van kind en ouders (zich discreet informeren en omgaan met deze gegevens) 18

19 ROL 7: LID VAN DE BREDE SCHOOL 20. Werkt multidisciplinair samen met verschillende participanten (kind, ouders, stagementoren, medestudenten, externe instanties) in kader van zorgverstrekking. (het begeleiden van kinderen en het uitstippelen van een zorgtraject voor kinderen met speciale noden) 1.8.1/ Participeert aan het zorg- en gelijke-onderwijs-kansenbeleid van de school: + a. kan de zorgvraag van een kleuter hierin situeren /3/4 + b. kan in overleg met het team deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school / Werkt samen en overlegt met team (medestudenten,stagementoren), externen en ouders op vlak van preventie, remediëring, doorstroming, oriëntering en op sociaal/emotioneel vlak 2.5 1/2 a. bepaalt samen met collega s (stagementoren) en externen observatiecriteria, -technieken en -instrumenten om risicokleuters te detecteren, probleemgedrag te herkennen, hulpvragen te expliciteren b. bevraagt en overlegt met collega s (stagementoren/gok-lkr ), externen en ouders omtrent diagnostische gegevens, schoolloopbaan en andere relevante informatie betreffende de kinderen. (systematische gegevensverzameling, interpretatie van gedragingen, interventies bespreken,.) c. beluistert het beeld dat CLB, collega s en ouders geven van kinderen met speciale opvoedingsvragen. d. formuleert in overleg met collega s (stagementoren/gok-lkr ) en externen adviezen over de voortgang van kls in hun schoolloopbaan e. informeert zich breed over de rol van paramedici, vakcollega s, ondersteuners en andere professionelen in de begeleiding van kinderen met speciale noden, relevante keuzemogelijkheden inzake doorstroming en oriëntering, f. in samenwerking met mede-studenten, mentoren en externen (CLB, ), op een planmatige wijze hulp bieden bij diagnose, remediëring, problemen op sociaal-emotioneel gebied en ouders actief betrekken bij de probleemanalyse en de ondersteuning van kinderen. 21. Werkt gelijkwaardig samen met partners in een breed netwerk met als gemeenschappelijk doel een kwaliteitsvolle ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen (brede school) benut opportuniteiten (onderwijsbetrokken initiatieven) die zich aanbieden en die gericht zijn op kinderen en jongeren of leerkracht/teamondersteuning wil zich samen met partners uit verschillende organisaties en sectoren engageren en actief op zoek gaan naar gemeenschappelijke doelen, gedeelde zorgen en gezamenlijke acties met als doel te komen tot een brede en kwaliteitsvolle ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen en jongeren treedt adequaat in Standaardnederlands in interactie met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven. 19

20 VERANTWOORDELIJKHEID 3: ONDERWIJS ONTWIKKELEN III. ONDERWIJS ONTWIKKELEN 8. vernieuwer en onderzoeker 9. Persoonlijke profilering en maatschappelijk cultureel engagement 22. Gaat op constructief kritische wijze in gesprek over onderwijsopvattingen en -ontwikkelingen. 23. Verkent nieuwe opvoedings- en onderwijsideeën en praktijkrelevante wetenschappelijke inzichten in onderwijs en opvoeding voor het jonge kind en integreert (in overleg met de mentor) elementen in de in eigen onderwijspraktijk 24. Verkent nieuwe leermiddelen en implementeert ze in overleg met de mentor in de eigen onderwijspraktijk 25. Werkt onderzoeksgericht aan nieuwe onderwijsontwikkelingen 26. Weet vanuit inzichten in veranderingsmanagement dat vernieuwingsprocessen complex kunnen verlopen 27. Profileert zichzelf vanuit eigen talenten binnen de schoolcontext en doet van daaruit vernieuwende bijdragen. 28. Engageert zichzelf sociaal-cultureel-mondiaal 20

21 ROL 8: VERNIEUWER EN ONDERZOEKER 22. Gaat op constructief kritische wijze in gesprek over onderwijsopvattingen en ontwikkelingen. 9.1/9.2 / Wordt zich bewust van de eigen subjectieve onderwijsvisie door a. op de eigen onderwijspraktijk te reflecteren. b. verschillende onderwijs- en opvoedingsvisies te verkennen c. Vlaamse en internationale maatschappelijke ontwikkelingen m.b.t. onderwijskundige thema s en beleidsvoering te verkennen 22.2 Expliciteert een eigen onderwijsvisie, kan ze beargumenteren en erover communiceren met collega s en externen 23. Verkent nieuwe opvoedings- en onderwijsideeën en praktijkrelevante wetenschappelijke inzichten in onderwijs en opvoeding voor het jonge kind en integreert (in overleg met de mentor) elementen in de in eigen onderwijspraktijk. 5.2/ Neemt kennis van opvoedings- en onderwijsrelevante ideeën in onderzoek dat focust op ontwikkeling van jonge kinderen Zoekt actief naar kanalen met nieuwe bruikbare onderwijs- en opvoedingsideeën voor de eigen praktijk. a. Raadpleegt op een efficiënte manier uiteenlopende bronnen in eigen moedertaal en in minimaal één andere Europese taal Implementeert (in overleg met de mentor ) elementen van nieuwe onderwijs- en opvoedingsideeën of inzichten in de klas- of schoolwerking. a. Reflecteert samen met de mentor kritisch over de kwaliteit van nieuwe onderwijs- en opvoedingsideeën en inzichten b. Tracht op een originele en creatieve manier nieuwe onderwijs- en opvoedingsideeën te implementeren. 21

22 24.Verkent nieuwe leermiddelen en implementeert ze in overleg met de mentor in de eigen onderwijspraktijk. 5.1/ Zoekt actief naar kanalen om nieuw leermiddelen te leren kennen en zet ze in overleg met de mentor doelmatig in. a. reflecteert samen met de mentor kritisch op de mogelijkheden voor de eigen onderwijspraktijk 24.2 Bestudeert nieuwe methoden en handleidingen zet ze doelmatig in. a. Weegt ze kritisch af t.a.v. visie op kleuteronderwijs en beoogde leer en ontwikkelingsprocessen en b. Raadpleegt efficiënt uiteenlopende bronnen in eigen moedertaal en in minimaal één andere Europese taal 24.3 Gaat creatief te werk bij het ontwikkelen van nieuwe materialen. 25. Werkt onderzoeksgericht aan onderwijsontwikkelingen Toont een onderzoekende en probleemoplossende houding waarbij gestreefd wordt naar een verbetering 25.2 Toont een elementair niveau van praktijkgerichte onderzoeksvaardigheden a. handelt methodologisch: (Specifieke kennisverwerving; een onderzoekvraag formuleren;,een onderzoeksplan uitdenken; verzamelen, selecteren en organiseren van info, gegevens en bronnenmateriaal; bepalen van de kwaliteit van het verzamelde materiaal; verwerken van gegevens;, conclusies trekken, verklaringen zoeken; kritisch reflecteren over het gevoerde onderzoek; bepalen en beargumenteren van eigen standpunt,; systematisch en talig voldoende. b. Presenteert een onderbouwd afgewerkt product : ( het eindproduct kan variëren in verschijningsvorm: een verslag, presentatie, een werkend prototype, ). 26. Weet vanuit inzichten in veranderingsmanagement dat vernieuwingsprocessen complex kunnen verlopen Kent stappen om een verandering succesvol te doorlopen Weegt haalbaarheid van vernieuwende ideeën af binnen een team 26.3 Ziet eigen positie als stagiair (in vernieuwingsrol) t.a.v. een team Herkent signalen van weerstand bij zichzelf, anderen 26.5 Geeft eigen ambitie een plaats binnen een specifieke groep 22

23 ROL 9: PERSOONLIJKE PROFILERING EN MAATSCHAPPELIJK ENGAGEMENT 27. Profileert zichzelf vanuit eigen talenten binnen de schoolcontext en doet van daaruit vernieuwende bijdragen Geeft eigen talenten en interesses aan 27.2 Neemt gericht initiatieven om ze te versterken 27.3 Neemt een leidende rol in samenwerkingssituaties waarin deze talenten en interesses specifiek worden aangesproken Neemt grensverleggende initiatieven wanneer deze talenten en interesses in de onderwijspraktijk worden aangesproken 28. Engageert zichzelf sociaal-cultureel-mondiaal Neemt een kritisch en persoonlijk standpunt over eigen identiteit (op sociaal, culturele, religieus / wereldbeschouwelijk vlak ) 28.2 Heeft kritische en brede belangstelling voor actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen (op sociaal, economisch, politiek, mondiaal, levensbeschouwelijk, cultureel en wetenschappelijk vlak.) 28.3 Engageert zich vanuit eigen talent en interesse actief in het sociaal cultureel en mondiaal leven in de lokale gemeenschap (z.o. 21) 23

24 VERANTWOORDELIJKHEID 4: KWALITEIT BEWAKEN IV. KWALITEIT BEWAKEN 10. Sturen van de professionele groei en permanent leren (zelf- en bijsturing) 11. Functioneren als lid van de onderwijsorganisatie 29. reflecteert over het eigen professionele handelen (kunnen en durven bevragen van de efficiëntie en effectiviteit van het eigen handelen) en staat open voor feedback. 30. stuurt het professionele handelen bij. 31. loopbaanontwikkeling en levenlang leren 32. kan en wil administratieve taken correct uitvoeren. 33. kent wettelijke bepalingen, past ze correct toe en handelt deontologisch. 34. verantwoordt in formele situaties het eigen professioneel handelen. 35. bewaakt het eigen doelgerichte en resultaatsgerichte handelen 24

25 ROL 10: HET STUREN VAN DE EIGEN PROFESSIONELE GROEI EN PERMANENT LEREN (ZELF- EN BIJSTURING) 29 Reflecteert over het eigen professioneel functioneren (kunnen en durven bevragen van de efficiëntie en effectiviteit van het eigen handelen) en staat open voor feedback. BC kan kritisch reflecteren over het eigen handelen: a. geloven in eigen veranderbaarheid en rol van de reflectie hierin (= voorwaarde om tot reflectie ) b. het eigen professionele functioneren en de professionele omgeving in vraag durven/willen/kunnen stellen. Een zelfbeoordelingsvermogen ontwikkelen afgestemd op externe beoordeling. c. stuurt de eigen relaties met kinderen bij vanuit reflectie en verwijst daarbij naar eigen grenzen en het persoonlijk aanvoelen van de pedagogische relatie. (cfr 1.4) d. beseft de impact van eigen waarden en normen in de omgang met kinderen en kan deze eventueel bijsturen. (cfr 5.1) e. doet aan reflectief ervaringsleren: door te reflecteren op de ervaringen van elke dag, door stil te staan bij de reacties van omstaanders,, ontwikkelt de student een breder handelingsrepertoire (cfr 26.3) f. kan nagaan /bewaken/verifiëren met behulp van documenten (ontwikkelingsplan, leerplannen, ) of het onderwijs(aanbod) bijdraagt tot de realisatie van (voor)opgestelde (ontwikkelings)doelen. (= nagaan of men doelgericht werkt) g. Kennis hebben van kwaliteitscriteria van een goede leerkracht en (met ondersteuning van externen) zichzelf realistisch kunnen situeren in de beheersing ervan staat open voor en gaat actief op zoek naar feedback/advies (van anderen) over eigen handelen : neemt initiatief tot en staat open voor advies/ suggesties/ feedback uit super/intervisiegesprekken en evaluatiegesprekken. 30. Stuurt het eigen professionele handelen bij (eigen groei in handen nemen ) Vertaalt feedback, falen of tegenslagen naar concrete leer- en verbeterpunten (= assertief-constructief omgaan met (negatieve) feedback), gebruikt feedback van anderen (mentor, directies, lectoren,.) om eigen functioneren bij te sturen rekening houdend met werkpunten die in overleg met de begeleiders zijn afgebakend 30.2 Gaat actief op zoek naar mogelijkheden op eigen handelen te optimaliseren (zie toelichting) 25

26 31.Loopbaanontwikkeling en levenslang leren Gaat vanuit een bewustzijn van de eigen professionaliteit en wens tot profilering gericht solliciteren en benut hierbij kennis van verschillende schoolkenmerken en culturen Toont initiatief om de eigen deskundigheid ter verruimen. a. gaat actief op zoek naar mogelijkheden om de eigen competenties en de uitvoering van zijn opdracht te verbreden en te verdiepen b. gebruikt efficiënte strategieën om eigen professionele beperkingen te compenseren of aan te vullen (reflecteert openkritisch op werkpunten en zet oplossingsgerichte strategieën in om ermee om te gaan.) c. en kan dit verder uitwerken tot concrete voorstellen. 26

27 ROL11: FUNCTIONEREN ALS LID VAN DE ONDERWIJSORGANISATIE 32. kan en wil administratieve taken correct uitvoeren Administratieve taken efficiënt, correct en consistent aanpakken onder supervisie van een mentor.(in overleg met de stagementor de klasadministratie voor zijn rekeing kunnen nemen) ICT-toepassingen beheersen om op efficiënte manier administratieve taken uit te voeren. 33. kent wettelijke bepalingen, past ze correct toe en handelt deontologisch kan zich gericht en adequaat informeren over de stage- en opleidingscontext 33.2 kent de wettelijke bepalingen en kan ze correct toepassen: functioneel aanwenden van kennis ivm organisatie en bestuurvormen, schoolsystemen i.f.v. eigen prof. loopbaan en onderwijsinnovatie: a. weten hoe het onderwijs; eigen schoolsystemen georganiseerd is in Vlaanderen en waar men de nodige informatie kan vinden i.f.v. eigen professioneel functioneren. b. kan zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de kleuters ( relevante en actuele informatie over juridische en administratieve aspecten van het leraarschap raadplegen, zich informeren over de rechten van het kind en daaruit conclusies trekken voor de evaluatie en advisering.) c. Zich op de hoogte houden van recente tendensen en beleidsvoering in het Vlaams basisonderwijs en de impact op het eigen taakinvulling (met bijzondere aandacht voor gelijke onderwijskansen, leerzorgkader, participatie,.) d. Kennis hebben van regelgeving inzake personeelsbeleid participatiestructuren/overlegorganen rechten en plichten van de leraar/kls.- Vakbonden -site departement onderwijs doorlichtingen (kent ondersteunende organisatie kan ze raadplegen in kader van begeleiding/participatie/regelgeving/ wettelijke bepalingen/ rechten en plichten/gezondheidspreventie,. ) 33.3 handelt deontologisch a. kennen en naleven van wetgeving: o.a. auteursrechten, privacy,. b. De privacy (van leerlingen, ouders, collega s) respecteren, discreet omgaan en bewaken. 27

28 34 verantwoordt in formele situaties het eigen professioneel handelen Rapporteert over en verantwoordt het eigen professioneel handelen: a. bij doorlichting/visitatie /inspectie b. in een gevraagde format (bij ZER en IKZ) c. beheeerst de nodige mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden 35 bewaakt de doelgerichtheid en resultaatsgerichtheid van het eigen handelen 35.1 voelt zich verantwoordelijk voor, bewaakt en verifieert (aan de hand van eindtermen/ ontwikkelingsplan /.) of het onderwijsaanbod en didactisch handelen bijdraagt aan de realisatie van de ontwikkelingsdoelen (die kleuters op einde van het jaar/kleuterschool dienen te bereiken) 28

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

1. Functionele gehelen

1. Functionele gehelen AR-WG BASISCOMP-DOC-1718-004 Bijlage. Basiscompetenties als vermeld in artikel 1 De basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren worden bepaald door twee factoren. Enerzijds zijn er tien functionele

Nadere informatie

Basiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG

Basiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG Basiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG DLR 1 BaCo 1 De Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs begeleidt kleuters in complexe school- en klascontexten bij hun leer- en ontwikkelingsproces.

Nadere informatie

FORMULIER MENTOREN bachelor kleuteronderwijs tweede opleidingsfase (2 BaKO) m.i.v. semester 5

FORMULIER MENTOREN bachelor kleuteronderwijs tweede opleidingsfase (2 BaKO) m.i.v. semester 5 FORMULIER MENTOREN bachelor kleuteronderwijs tweede opleidingsfase (2 BaKO) m.i.v. semester 5 vestiging Diest - Weerstandsplein 2-3290 Diest tel. 016 375 400 - dlo.diest@ucll.be vestiging Heverlee - Naamsesteenweg

Nadere informatie

De verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten

De verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten Bijlage. Basiscompetenties als vermeld in artikel 1 De basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren worden bepaald op basis van de volgende twee factoren: - tien functionele gehelen - een set van attitudes

Nadere informatie

1 COMPETENTIEVELD 1: LERAARS BEWEGEN VOOR KINDEREN

1 COMPETENTIEVELD 1: LERAARS BEWEGEN VOOR KINDEREN 1 BIJLAGE 2 Relatie tussen domeinspecifieke leerresultaten (DLR's) en competentieprofiel van OF3 1 COMPETENTIEVELD 1: LERAARS BEWEGEN VOOR KINDEREN 1.1 De leraar kleuteronderwijs Werkt vanuit een kindgerichte

Nadere informatie

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 ALGEMENE INFORMATIE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester

Nadere informatie

Functiebeschrijving beleidsmedewerker

Functiebeschrijving beleidsmedewerker Functiebeschrijving beleidsmedewerker Algemeen kader: Krachtlijnen van het opvoedingsconcept voor het katholiek basisonderwijs ( OKB) Werken aan een schooleigen christelijke identiteit Werken aan een degelijk

Nadere informatie

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 ECTS-FICHE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester

Nadere informatie

Functiebeschrijving mentor

Functiebeschrijving mentor Functiebeschrijving mentor Algemeen kader: Krachtlijnen van het opvoedingsconcept voor het katholiek basisonderwijs ( OKB) Werken aan een schooleigen christelijke identiteit Werken aan een degelijk onderwijsinhoudelijk

Nadere informatie

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 MODULE Klasmanagement (KLM) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3

Nadere informatie

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 MODULE Begeleiding (BEG) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3 (1

Nadere informatie

Communicatie en overleg (COO) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Communicatie en overleg (COO) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 MODULE Communicatie en overleg (COO) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 Aantal studiepunten

Nadere informatie

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 MODULE Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal

Nadere informatie

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,

Nadere informatie

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Klasmanagement (KLM) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 MODULE Klasmanagement (KLM) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3

Nadere informatie

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR Opleidingsinstelling Adres Telefoon fax BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR Identificatie Naam student/cursist: Opleidingsonderdeel/module: Stageplaats: Vakmentoren: naam en contactgegevens Periode: O

Nadere informatie

Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X MODULE Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X Aantal studiepunten

Nadere informatie

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 MODULE Didactische competentie oefenlessen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 Aantal

Nadere informatie

THEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN *

THEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN * THEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN * 1. De motivatie voor ontwikkeling en leren bij de leerlingen verhogen. 2. De ontwikkeling en /of leerwinst bij elke leerling verhogen.

Nadere informatie

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 MODULE Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal

Nadere informatie

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 MODULE Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal

Nadere informatie

Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X MODULE Leraar en verantwoordelijkheden (LEV) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X Aantal

Nadere informatie

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 MODULE Didactische competentie oefenlessen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 Aantal

Nadere informatie

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 MODULE Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal

Nadere informatie

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 MODULE Psychopedagogische Competentie (PPC) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal

Nadere informatie

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 MODULE Begeleiding (BEG) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3 (1

Nadere informatie

Functiebeschrijving van kleuteronderwijzer(es) Bijlage 3: Basiscompetenties

Functiebeschrijving van kleuteronderwijzer(es) Bijlage 3: Basiscompetenties Functiebeschrijving van kleuteronderwijzer(es) Bijlage 3: Basiscompetenties Goedkeuringsdatum: 05/10/2007 Publicatie: 17/01/2008 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Besluit van de Vlaamse regering betreffende

Nadere informatie

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 MODULE Begeleiding (BEG) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3 (1

Nadere informatie

breidt zijn professionele grondhouding uit: is kritisch ingesteld, creatief, organisatorisch sterk en flexibel

breidt zijn professionele grondhouding uit: is kritisch ingesteld, creatief, organisatorisch sterk en flexibel Beroeps houding Opleidingsvenster BaSO toont een professionele grondhouding o.b.v. verantwoordelijkheid en betrokkenheid: is stipt, leergierig, administratief in orde, ontvankelijk voor feedback, toont

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE DOORLICHTING ZONDER JURIDISCHE CONSEQUENTIES GO! Basisschool Vogelzang (2221)

VERSLAG VAN DE DOORLICHTING ZONDER JURIDISCHE CONSEQUENTIES GO! Basisschool Vogelzang (2221) VERSLAG VAN DE DOORLICHTING ZONDER JURIDISCHE CONSEQUENTIES GO! Basisschool Vogelzang (2221) 1 IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? K1 K6 K2 K5 K3 K4 K1. Visie en strategisch beleid

Nadere informatie

ECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck

ECTS- FICHE. L.Fret, H. Hicketick, S. Van Schoubroeck Specifieke lerarenopleiding ECTS- FICHE ECTS-Fiche Communicatievaardigheid Code: COMM Cluster: 1 Academiejaar: 2017-2018 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 à 90 lestijden Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:

Nadere informatie

* schrappen wat niet past

* schrappen wat niet past SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING LESEVALUATIEDOCUMENT Gelieve deze tabel in te vullen Naam cursist (lio /stagiair*): Naam vakmentor /stagebegeleider /liobegeleider*: Naam Stageschool/Lioschool*: Graad en leerjaar:

Nadere informatie

Competentiegerichte Standaard voor Praktijk

Competentiegerichte Standaard voor Praktijk Competentiegerichte Standaard voor Praktijk Inleiding De basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs geformuleerd door de overheid (5 oktober 2007, verschenen in het Staatsblad op 17 januari

Nadere informatie

WOORD VOORAF. Het tweede deel omschrijft het niveau van de competenties die de student in de verschillende opleidingsfasen zou moeten behalen.

WOORD VOORAF. Het tweede deel omschrijft het niveau van de competenties die de student in de verschillende opleidingsfasen zou moeten behalen. -2012c 2 WOORD VOORAF Het formuleren van competenties is een proces dat nooit eindigt. Als er maatschappelijke veranderingen of wetenschappelijke ontwikkelingen zijn, heeft dat een impact op onderwijs

Nadere informatie

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en) WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR 2018-2019 Geachte stagementor, vakmentor(en) Het traject werkplekleren bestaat uit een differentiatiestage (3 weken in semester 1 05/11/2018 t.e.m. 23/11/2018)

Nadere informatie

Word jij leerkracht op de Tienerschool?

Word jij leerkracht op de Tienerschool? Word jij leerkracht op de Tienerschool? Op 1 september 2018 opent de Tienerschool van Anderlecht de deuren. Op 1 september 2019 is de Tienerschool van Schaarbeek aan de beurt. De vzw Sint-Goedele rekruteert

Nadere informatie

Basiscompetenties voor de leraar kleuteronderwijs

Basiscompetenties voor de leraar kleuteronderwijs Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007 betreffende de basiscompetenties van de leraren (Verschenen in het Belgisch Staatsblad 17.01.2008, p.1594-1631) Basiscompetenties voor

Nadere informatie

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs COMPETENTIES EN INDICATOREN 1 Interpersoonlijke competentie De

Nadere informatie

Functiebeschrijving van onderwijzer(es) Bijlage 3: Basiscompetenties

Functiebeschrijving van onderwijzer(es) Bijlage 3: Basiscompetenties Functiebeschrijving van onderwijzer(es) Bijlage 3: Basiscompetenties MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Besluit van de Vlaamse regering betreffende de basiscompetenties voor de leraar lager onderwijs

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS Een goede spelbegeleider biedt ruimte en tijd om te spelen, maakt een weldoordachte keuze in het aanbod, biedt kansen om te exploreren, toont interesse,

Nadere informatie

Functiebeschrijving van preventie adviseur

Functiebeschrijving van preventie adviseur Functiebeschrijving van preventie adviseur Algemeen kader: Krachtlijnen van het opvoedingsconcept voor het katholiek basisonderwijs ( OKB) Werken aan een schooleigen christelijke identiteit Werken aan

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

10 oktober samen met MENTOREN

10 oktober samen met MENTOREN 10 oktober 2017 2 BaKO on the MOVE samen met MENTOREN Programma Deel 1 (klasgroepen) SAMEN taal geven aan de nieuwe opleidingsvisie De beheersingsniveaus Leren in de opleiding (inhouden van 2 BaKO) Deel

Nadere informatie

De student toont weinig interesse in. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool.

De student toont weinig interesse in. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool. EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (ingroeistage) gebruik voor het invullen van dit evaluatieformulier de stageleerlijn Student: Stageschool: Stageklas: Mentor: Aantal kleuters:

Nadere informatie

De cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen.

De cursist moet geen opleidingsonderdelen afgewerkt hebben of gelijktijdig volgen. Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-fiche opleidingsonderdeel: COMMUNICATIEVAARDIGHEID Code: 10368 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 à 90 uur Deliberatie: mogelijk

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059)

VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059) VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059) 1 IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? K1. Visie De school weet wat ze met haar onderwijs wil bereiken

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

Stagedoelstelling exploratiestage

Stagedoelstelling exploratiestage Stagedoelstelling exploratiestage 2018-2019 1 Zorgverlener: verlenen verpleegkundige zorg/technische vaardigheden volgens de verpleegkundige basisprincipes Werkt systematisch en gestructureerd. Besteedt

Nadere informatie

STEEKKAART VERWACHTINGEN OLOD AFSTUDEERSTAGE

STEEKKAART VERWACHTINGEN OLOD AFSTUDEERSTAGE STEEKKAART VERWACHTINGEN OLOD AFSTUDEERSTAGE 16-17 Dit zijn de stageverwachtingen in functie van de beoordeling van het opleidingsonderdeel afstudeerstage. Deze verwachtingen bestaan uit: opleidingsattitudes

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS Een goede spelbegeleider biedt ruimte en tijd om te spelen, maakt een weldoordachte keuze in het aanbod, biedt kansen om te exploreren, toont interesse,

Nadere informatie

Functiebeschrijving leraar lager onderwijs

Functiebeschrijving leraar lager onderwijs 1. Als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen zal u: Functiebeschrijving leraar lager onderwijs Onze scholen willen de gehele mens vormen. Ze leggen in het bijzonder de nadruk op een pedagogische

Nadere informatie

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in

Nadere informatie

Eindevaluatiedocument

Eindevaluatiedocument Eindevaluatiedocument Naam student: Stageplaats: Het eindevaluatiedocument is gebaseerd op de basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs, de taalcompetenties en de overkoepelende attitudes,

Nadere informatie

Competentievenster 2015

Competentievenster 2015 Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt

Nadere informatie

Studiewijzer Diversiteit

Studiewijzer Diversiteit 1 Thomas More Kempen Studiewijzer Studiewijzer Diversiteit OPO-verantwoordelijke: Annelies Demessemaeker Docenten: Eline Bernaerts en Annelies Demessemaeker CAMPUS Vorselaar Domein Lerarenopleiding Bachelor

Nadere informatie

Functiebeschrijving leraar

Functiebeschrijving leraar Functiebeschrijving leraar Deze functiebeschrijving is een aanvulling op het geldende arbeidsreglement en het algemeen reglement van de personeelsleden van het Katholiek Onderwijs. Deze functiebeschrijving

Nadere informatie

Functiebeschrijving leraar kleuteronderwijs

Functiebeschrijving leraar kleuteronderwijs 1. Als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen zal u: Functiebeschrijving leraar kleuteronderwijs Onze scholen willen de gehele mens vormen. Ze leggen in het bijzonder de nadruk op een pedagogische

Nadere informatie

Evaluatieformulieren

Evaluatieformulieren Evaluatieformulieren EVALUATIEFORMULIER 1 leidinggevenden niveau A, B en C 4 EVAFORM 1 1) collegialiteit 1. werkt samen (in team) aan de uitvoering van het gehele takenpakket van de organisatie, de dienst,

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK JK BUITENGEWOON ONDERWIJS 1.1 Beginsituatiebepaling 1.1.1 H1. Gegevensverzameling 1.1.1.1 Ontwikkelingsschaal H1 Het multidisciplinaire team verzamelt geen of

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Beste student, beste klasmentor,

Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Beste student, beste klasmentor, Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs 08-093 Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs - 08-09 Brusselsepoortstraat 93-9000 GENT - Tel.: 09 34 8 00 - www.arteveldehogeschool.be Dit document vindt

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK 1 Toelichting bij de ontwikkelingsschalen 2 De ontwikkelingsschalen 2.1 Beginsituatiebepaling H1. Gegevensverzameling H2. Bepalen van specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften 2.2 Doelenselectiefase

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK BUITENGEWOON ONDERWIJS OV4 1. Toelichting bij de ontwikkelingsschalen 2. De ontwikkelingsschalen 2.1 Beginsituatiebepaling H1. Gegevensverzameling H2. Bepalen

Nadere informatie

Basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs

Basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs Basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs Functioneel geheel 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Competentie 1.1: Stimuleert een respectvolle omgang binnen de groep.

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

zorgvisie Heilige familie Lagere school

zorgvisie Heilige familie Lagere school zorgvisie Heilige familie Lagere school 1) Inleiding Onze school- en zorgvisie staat gesymboliseerd in ons schoollogo en in onze slogan sterk onderwijs, warme sfeer! : Ieder kind is van harte welkom in

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Onderwijs- en onderzoeksopdrachten (OOO) A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Onderwijs- en onderzoeksopdrachten (OOO) A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 Algemene informatie MODULE Onderwijs- en onderzoeksopdrachten (OOO) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester

Nadere informatie

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-fiche opleidingsonderdeel VAKDIDACTISCHE STAGE Code: 10379 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 9 Studietijd: 225 à 270 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:

Nadere informatie

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn: Specifieke lerarenopleiding C ECTS-fiche opleidingsonderdeel vakdidactische oefeningen 2 Code: 10375 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Studietijd: 120 à 150 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT:

Nadere informatie

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Studietijd: 120 à 150 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling: niet

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met Doelgericht werken De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met elkaar. Wat zien en horen we als onze

Nadere informatie

Functiebeschrijving leerkracht bewegingsopvoeding in het lager en kleuteronderwijs

Functiebeschrijving leerkracht bewegingsopvoeding in het lager en kleuteronderwijs 1. Als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen zal u Functiebeschrijving leerkracht bewegingsopvoeding in het lager en kleuteronderwijs Onze scholen willen de gehele mens vormen. Ze leggen in het

Nadere informatie

BaLO welkom

BaLO welkom BaLO 2017-2018 welkom Het beste van de 3 campussen Veel ervaring opdoen Veel mogen oefenen Geleidelijke opbouw van stages Breed kijken naar het onderwijs Gebruik van competentieprofiel voor begeleiden

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school

Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school projectgroep 1 NOvELLe: netwerk voor ontwikkeling van expertise voor de Limburgse lerarenopleidingen - Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school Gegevens respondent Codenaam: Postcode: Onderwijs:

Nadere informatie

Beste student, beste klasmentor,

Beste student, beste klasmentor, Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs - 2018-2019 Brusselsepoortstraat 9-9000 GENT - Tel.: 09 24 81 00 - www.arteveldehogeschool.be Dit document vindt u digitaal op www.partnersinleren.be > Stage

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

Ondersteuning door kennis van :

Ondersteuning door kennis van : BASISCOMPETENTIES leraar SO (Bron: VLUHR. Domeinspecifiek Referentiekader Visitatie Specifieke Lerarenopleiding (SLO)) Functioneel geheel 1 : De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE BEOORDELINGSCRITERIA VOOR STAGE 2 (WIE DOET WAT? WELKE CRITERIA? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT: WETEN,

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Specifieke lerarenopleiding Maatschappelijk en beroepsgericht handelen in de onderwijspraktijk

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Specifieke lerarenopleiding Maatschappelijk en beroepsgericht handelen in de onderwijspraktijk ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Specifieke

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 1594 BELGISCH STAATSBLAD 17.01.2008 MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. OPVOEDEN en LEREN is gebaseerd op een draagvlak van STEUNEN, STUREN EN STIMULEREN: Om binnen de grenzen

Nadere informatie

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden

Nadere informatie

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten. Inhouden en doelen van de opdrachten in de praktijkcomponent van de SLO en de GLO van BEO MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten. de student geeft 10 à 20 minuten

Nadere informatie

De 10 basiscompetenties van de leraar

De 10 basiscompetenties van de leraar De 10 basiscompetenties van de leraar Woord vooraf 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 2 De leraar als opvoeder 3 De leraar als inhoudelijk expert 5 8 36 52 4 De leraar als organisator

Nadere informatie

1. Welke redenen zouden je ertoe aanzetten (of hebben je ertoe aangezet) voor het beroep van leraar/lerares te kiezen?

1. Welke redenen zouden je ertoe aanzetten (of hebben je ertoe aangezet) voor het beroep van leraar/lerares te kiezen? Reflectieformulier bij deel 1 van de lesstage SLO Geschiedenis KU Leuven Beperk je in je antwoorden niet tot algemene vaststellingen, maar zoek ook naar verklaringen. Probeer je antwoorden zo concreet

Nadere informatie

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018 Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018 Bouwstenen praktijk Verkenningsdagen: (bijna) wekelijks, meestal donderdagen experimenteren, uitproberen, observeren, participeren, verantwoorden, Actieve stage:

Nadere informatie

Functiebeschrijving van leerkracht bewegingsopvoeding kleuteronderwijzer. Bijlage 3: Basiscompetenties

Functiebeschrijving van leerkracht bewegingsopvoeding kleuteronderwijzer. Bijlage 3: Basiscompetenties Functiebeschrijving van leerkracht bewegingsopvoeding kleuteronderwijzer Bijlage 3: Basiscompetenties Goedkeuringsdatum: 05/10/2007 Publicatie: 17/01/2008 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Besluit

Nadere informatie

1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT

1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT 1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT Als katholieke school kiezen we voor de fundamentele opdracht onze kinderen te begeleiden vanuit uitgesproken evangelische waarden. Ieder kind is uniek.

Nadere informatie

Competentieprofiel voor coaches

Competentieprofiel voor coaches Competentieprofiel voor coaches I. Visie op coaching Kwaliteit in coaching wordt in hoge mate bepaald door de bijdrage die de coach biedt aan: 1. Het leerproces van de klant in relatie tot diens werkcontext.

Nadere informatie

Wij gaan met plezier naar school.

Wij gaan met plezier naar school. www.schoolbranst.be Wij gaan met plezier naar school. 3...onze visie Onze school is een landelijk gelegen dorpsschool, een groene school, waar we leven in verbondenheid met de natuur en met elkaar en handelen

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS De ondersteuner passend onderwijs is werkzaam in een team van professionals dat wordt aangestuurd door een ondersteuningsmanager. De ondersteuner passend

Nadere informatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende

Nadere informatie

De Kleuterark. Maldegem. 1 juni 2018

De Kleuterark. Maldegem. 1 juni 2018 De Kleuterark Maldegem 1 juni 2018 2 VOORAF: VOOR EEN GOED BEGRIP (een voorbeeld, niet van jullie school) GRAFISCHE VOORSTELLING Rood = beneden de verwachting Er is werk aan de winkel. Oranje = benadert

Nadere informatie