Steunmaatregel der Staten N 708/ Nederland MEP Stimulering duurzame energie MEP Stimulering warmtekrachtkoppeling
|
|
- Camiel Brouwer
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, C(2003)642fin Betreft: Steunmaatregel der Staten N 707/ Nederland Steunmaatregel der Staten N 708/ Nederland MEP Stimulering duurzame energie MEP Stimulering warmtekrachtkoppeling Excellentie, In twee brieven, beide van 6 november 2002, die door de Commissie geregistreerd werden op 7 november 2002, hebben de Nederlandse autoriteiten bij de Commissie een nieuwe maatregel aangemeld, onder de benaming Milieukwaliteit van de Elektriciteits Productie (hierna "MEP" te noemen). De eerste MEP-maatregel beoogt de stimulering van duurzame energie en werd geregistreerd als steunmaatregel N 707/2002; de tweede maatregel beoogt de stimulering van Warmte Kracht Koppeling (hierna "WKK" te noemen) en werd geregistreerd als steunmaatregel N 708/2002. Bij schrijven van 18 december 2002, dat op 23 december 2002 door de Commissie werd geregistreerd, hebben de Nederlandse autoriteiten de Commissie meegedeeld dat zij in januari 2003 aanvullende informatie zouden zenden. Bij schrijven van 24 januari 2003, dat op 27 januari 2003 door de Commissie werd geregistreerd, hebben de Nederlandse autoriteiten aanvullende informatie gezonden. Zijne Excellentie de Heer J.N.G. DE HOOP SCHEFFER Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutsenweg 67 Postbus NL 2500 EB 's GRAVENHAGE Europese Commissie, B-1049 Brussel - België. Telefoon: (32-2)
2 1. BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL 1.1. Regelgeving en beleidsachtergrond De productie van elektriciteit uit duurzame energiebronnen en WKK wordt in Nederland gestimuleerd door diverse steunmaatregelen: een korting op de energiebelasting voor duurzame elektriciteit 1, een korting op het terugleveringstarief 2, en een bepaling in de energiebelasting op WKK-elektriciteit 3. De meeste van deze maatregelen zijn bedoeld om de vraag naar duurzame - en WKK-elektriciteit te stimuleren. Een hogere vraag moet resulteren in een stijging van het verbruik en de productie van duurzame en WKKelektriciteit, om zo de nationale doelstellingen te halen inzake vermindering van CO 2 - emissies, die zijn overeengekomen in het Kyoto Protocol bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering. Bij brieven van 6 en 7 november 2002 hebben de Nederlandse autoriteiten een wijziging van het bestaande steunmechanisme aangemeld. De wijziging omvat nieuwe wetgeving, die wordt opgenomen in de Nederlandse Elektriciteitswet uit Doel van deze nieuwe wetgeving is de productie van duurzame en WKK-elektriciteit in Nederland verder te stimuleren, om het nationale doel van 9% duurzame elektriciteit in 2010 te behalen. Deze nationale doelstelling vloeit voor uit de implementatie van Richtlijn 2001/77/EG 4 en de nationale werking van de verplichtingen uit het Kyoto protocol inzake de broeikasgas reductie in de periode in Nederland. De redenen voor deze wijziging van het bestaande steunmechanisme zijn tweeledig. Ten eerste hebben de Nederlandse autoriteiten vastgesteld dat de capaciteit voor duurzame en WKK-elektriciteit in Nederland onvoldoende toeneemt. Volgens de Nederlandse autoriteiten is zulks ten dele te wijten aan scherpe concurrentie met relatief goedkope duurzame elektriciteit uit bestaande installaties in andere EU Lidstaten. Ten tweede zouden de Nederlandse autoriteiten de bestaande nationale stimuleringsregeling efficiënter willen maken door de omvang van de steun te differentiëren afhankelijk van de verschillende duurzame energiebronnen (wind-, zonne-energie enz.). 1 Goedgekeurd bij besluit van de Commissie van 16 juni 1998, Steunmaatregel N 752/97, SG(1998)/D 4851, PB C 244 van , blz. 8; bij besluit van de Commissie van 28 november 2001, Steunmaatregel NN 30B/2000, SG(2001)/D , PB C 30 van 2 februari 2002, blz. 16, en bij besluit van de Commissie van 11 december 2002, N 652/2002, SG(2001)/D (nog niet bekendgemaakt in het PB). 2 Goedgekeurd bij besluit van de Commissie van 20 december 1995, Steunmaatregel N 760/95, SG(1996)/D 1322, PB C 70 van , blz Besluit van de Commissie van 28 november 2001, Steunmaatregel N 168A/2001, SG(2001)/D , PB C 30 van , blz Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt, PB L 283 van , blz
3 De bestaande fiscale steunregeling voor de regulerende energiebelasting (hierna "REB" te noemen), die opgenomen is in de Wet belastingen op milieugrondslag, zal als volgt worden gewijzigd: het nultarief in de energiebelasting voor duurzame elektriciteit wordt gewijzigd in een verlaagd tarief voor duurzame elektriciteit. Deze maatregel is afzonderlijk bij de Commissie aangemeld bij schrijven van 1 oktober 2002, en op 9 oktober 2002 door de Commissie geregistreerd als Steunmaatregel N 652/2002. Deze maatregel is op 11 december 2002 door de Commissie goedgekeurd (SG(2001)/D nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad); het tarief voor teruglevering van energie naar het net (art. 36o van de Wet belastingen op milieugrondslag) en de bepalingen inzake de energiebelasting voor WKKstimulering (artikel 36r van de Wet belastingen op milieugrondslag) worden afgeschaft op het tijdstip dat de aangemelde subsidieregelingen in werking treden; terzelfder tijd wordt een nieuwe subsidieregeling ingevoerd om producenten van duurzame en WKK-elektriciteit in Nederland rechtstreeks te subsidiëren. Daarmee beogen de Nederlandse autoriteiten een verschuiving van een vraaggericht naar een aanbodgericht beleid Beschrijving van de aangemelde subsidieregeling De nieuwe subsidieregeling waarbij subsidies worden verleend aan producenten van duurzame en WKK-elektriciteit, functioneert als volgt. De taakuitoefening van de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet, het openbare bedrijf TenneT, wordt uitgebreid met de subsidieverlening aan producenten van duurzame en WKK-elektriciteit in Nederland. De subsidies voor duurzame en WKK-elektriciteit moeten het verschil compenseren tussen de productiekosten van duurzame en WKK-elektriciteit en de marktprijs voor conventionele elektriciteit. De producent van duurzame elektriciteit moet met een groencertificaat - een oorsprongscertificaat als geregeld in hiervoor genoemde Richtlijn 2001/77/EG - aantonen dat deze elektriciteit afkomstig is van duurzame energiebronnen. TenneT is ook belast met de administratie van Nederlandse groencertificaten. De administratie van de nieuwe subsidieregeling zal dus relatief eenvoudig worden geïntegreerd in het bestaande stelsel van nationale groencertificaten. De subsidie voor WKK-elektriciteit zal worden uitgekeerd nadat WKK-certificaten zijn gecreëerd. Voor WKK-elektriciteit blijft de subsidie beperkt tot de eerste GWh die een WKK-producent per kalenderjaar produceert en via de betrokken installatie aan het Nederlandse net levert. Dergelijk plafond is vergelijkbaar met de bestaande fiscale stimuleringsregeling voor WKK-energie. Het subsidiebedrag varieert naar gelang de vorm van duurzame elektriciteitopwekking op basis van het verschil tussen de productiekosten van de specifieke vorm van duurzame energie (wind-, zonne-energie enz.) en de marktprijs voor conventionele elektriciteit. Het subsidiebedrag dat TenneT zal toekennen voor duurzame en WKK-elektriciteit is afhankelijk van het geproduceerde aantal kwh. De hoogte van dit bedrag wordt jaarlijks door de minister van Economische Zaken bepaald. De minister kan een onderscheid maken tussen verschillende categorieën producenten en verschillende categorieën productie-installaties. De subsidie kan maximaal 0,07 EUR/kWh bedragen, hetgeen - 3
4 volgens de Nederlandse autoriteiten - het niveau is dat nodig is om een voldoende potentieel te ontwikkelen voor de productie van elektriciteit uit duurzame energiebronnen. Een vereiste ten aanzien van de opwekking van duurzame elektriciteit is dat productieinstallaties voor het eerst in gebruik zijn genomen na 1 januari De Nederlandse autoriteiten hebben deze datum gekozen omdat de fiscale stimulering voor duurzame elektriciteit per 1 januari 1996 van kracht werd. De aangemelde subsidieregeling vervangt grotendeels een belangrijk onderdeel van de vroegere fiscale stimulering voor de productie van groene stroom (het nultarief voor groene stroom in de energiebelasting). In bepaalde gevallen kan een producent ook in aanmerking komen voor subsidies wanneer zijn productie-installatie vóór 1 januari 1996 is gebouwd. In dat geval moet de producent aantonen dat de productie-installatie ingrijpend is gerenoveerd of uitgebreid, dan wel dat de productie-installatie voor het eerst na 1 januari 1996 gebruik heeft gemaakt van duurzame energiebronnen. De stimulering van WKK-elektriciteitsproductie is vooral gericht op operationele steun voor de huidige installaties. Om die reden geldt er, anders dan voor duurzame energie, geen grensdatum voor WKK-energie. Ook WKK-productieinstallaties die vóór 1 januari 1996 zijn gebouwd, komen dus voor subsidie in aanmerking. Ook al kunnen sommige bestaande installaties voor de regeling in aanmerking komen, toch heeft de subsidieregeling tot doel investeerders aan te moedigen nieuwe duurzame en WKK-productie te installeren. Om een stabiel investeringsklimaat te scheppen, moeten garanties geboden worden over omvang en duur van de stimulering. De economische levensduur van de meeste soorten duurzame installaties bedraagt minimaal 10 jaar. Daarom krijgen de producenten van duurzame en WKK-elektriciteit een vaste garantie van operationele steun voor een periode tot tien jaar, teneinde nieuwe investeringen te stimuleren. De omvang van de vaste subsidie wordt bepaald door het verschil tussen de kostprijs van duurzame en WKK-elektriciteit en de marktprijs van gewone elektriciteit op het tijdstip dat zij voor het eerst tot de subsidieregeling toetreden. De Nederlandse autoriteiten kunnen alleen het vaste bedrag van de MEP-subsidie tijdens de duur van de stimulering corrigeren door een aanpassing van het verlaagde tarief voor duurzame elektriciteit in de energiebelasting voor de rest van de contractperiode. Zo resulteert een verlaging met 0,01 EUR in de korting voor duurzame energie in een identieke verlaging met 0,01 EUR in de MEP-subsidie. Daarnaast wordt een verlaging van de korting gecompenseerd met een identieke verhoging in de betrokken MEP-subsidie tot het in de voorgestelde wetgeving toegestane maximum (0,07 EUR/kWh in 2003). Een producent van groene stroom komt in aanmerking voor de subsidieregeling vanaf het jaar dat de productie-installatie in bedrijf kwam, en dit gedurende tien jaar, te verminderen met het aantal jaar tussen het in gebruik nemen van de installatie en het tijdstip dat artikel 36o van de Belasting op Milieugrondslag (korting voor terugleveringstarief voor duurzame elektriciteit) volledig is ingetrokken. Een WKKinstallatie komt voor de subsidieregeling in aanmerking vanaf het jaar dat productieinstallatie in bedrijf kwam, en dit gedurende drie jaar. Wordt de productie van duurzame energie onderbroken of stopgezet in de periode dat een producent voor subsidie in aanmerking komt, dan kan geen subsidie worden aangevraagd. Een en ander betekent echter niet dat eerder betaalde subsidies dienen te worden terugbetaald. Wordt de 4
5 productie van duurzame elektriciteit hervat, dan kan ook het recht op subsidie worden hersteld. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet de producent een aanvraag indienen. Deze aanvraag wordt beoordeeld en goedgekeurd door TenneT. De subsidie wordt vervolgens gedurende maximaal tien jaar betaald in het geval van duurzame elektriciteit, en gedurende drie jaar in het geval van WKK. In die periode worden door TenneT maandelijkse voorschotten verstrekt aan de producent naar rato van het aantal aan de producent uitgegeven groencertificaten voor duurzame elektriciteit of het aantal aan de producent uitgegeven WKK-certificaten voor WKK-elektriciteit. Na afloop van de subsidieperiode wordt een eindafrekening gemaakt in de vorm van een beschikking tot subsidieverlening door TenneT. Gedurende deze periode geldt voor de producent een aantal verplichtingen die in de aangemelde maatregel nader zijn bepaald. Het hele proces verloopt onder toezicht van de Dienst uitvoering en Toezicht Energie (DTe). De subsidieregeling wordt uitsluitend gefinancierd via een door de aangemelde wetgeving aan elektriciteitsverbruikers opgelegde bijdrage. De bijdrage - in de vorm van een aansluitingsvergoeding - wordt beheerd en verdeeld overeenkomstig het bepaalde in de aangemelde wetgeving. Een en ander verloopt in samenwerking met de Nederlandse netbeheerders, die in de voorgestelde wetgeving bij alle afnemers een bijdrage moeten innen voor iedere aansluiting waarover dezen beschikken. Het bedrag van deze bijdrage wordt jaarlijks door de minister van Economische Zaken vastgesteld, met de mogelijkheid rekening te houden met de gedane en verwachte uitgaven voor duurzame en WKK-elektriciteit. Voor 2003 werd het bedrag van deze bijdrage vastgesteld op 34 EUR per aansluiting. Dit bedrag wordt berekend door het totaal van de naar verwachting uit te keren subsidies (258 miljoen EUR in 2003) te delen door het aantal elektriciteitsaansluitingen in Nederland (naar raming 7,53 miljoen in 2003). De door de netbeheerders geïnde bijdragen worden maandelijks aan TenneT overgemaakt, die het geld afzonderlijk aanhoudt op een rekening-courant. TenneT wordt toegestaan de operationele kosten van het fonds te financieren door een proportionele aftrek van de opbrengsten van de aansluitingsvergoeding op basis van de werkelijk gemaakte kosten. De Nederlandse autoriteiten zullen toezicht houden op deze operationele kosten, teneinde mogelijke overcompensatie aan TenneT te voorkomen. TenneT is alleen toegestaan hun compensatiekosten af te trekken na toestemming van de Nederlandse autoriteiten Stimulering van duurzame elektriciteit Er zijn verschillende opties om elektriciteit op te wekken uit duurzame energiebronnen, telkens met verschillen in operationele kosten ten opzichte van conventioneel opgewekte elektriciteit. Daarom worden de verschillende opties voor duurzame energie ingedeeld in afzonderlijke categorieën, en verschilt de subsidie naar gelang de categorie. Deze categorisatie is gebaseerd op de operationele meerkosten van de verschillende opties voor duurzame elektriciteit. De Nederlandse autoriteiten hebben de volgende algemene criteria gebruikt om de uiteindelijke categorieindeling en tariefstructuur vast te stellen: efficiëntie: het subsidiebedrag moet de front-end kosten van een bepaalde optie zo precies mogelijk dekken. Dit wordt bewerkstelligd door een zo klein mogelijke bandbreedte van de front-end kosten binnen een categorie; 5
6 doelmatigheid: het ondersteuningsniveau dient voldoende hoog te zijn om binnen een categorie voldoende investeringen te stimuleren met het oog op het behalen van de doelstellingen inzake duurzame energie; kosteneffectiviteit: uit het oogpunt van een kosteneffectieve stimulering van duurzame energie werd voor de MEP-subsidies een maximum vastgesteld van 0,07 EUR/kWh in Volgens de Nederlandse autoriteiten biedt zulks voldoende potentieel inzake duurzame energie tegen een aanvaardbare meerprijs; haalbaarheid en transparantie: het aantal categorieën moet niet groter zijn dan strikt noodzakelijk en een categorie moet eenduidig af te bakenen zijn; praktische uitvoerbaarheid: de categorisatie dient aan te sluiten bij de huidige markten beleidspraktijk, monitoring - en groencertificaten systematiek en dient uitvoerbaar te zijn. Dit houdt onder andere in dat de definiëring van de categorieën moet aansluiten bij de Europese beleidskaders, bijv. de reeds genoemde Richtlijn 2001/77/EG betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt. De extra operationele kosten zijn berekend aan de hand van een standaard cashflowmodel. Bij de berekening van deze kosten is zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij technologieën, bronnen en kosten van huidige initiatieven in de markt. Deze informatie is vastgelegd in factsheets per specifieke combinatie van een technologie en energiebron. Daarnaast geldt een aantal algemene generieke aannames met betrekking tot de financiering van projecten. Alle installaties voor duurzame energie worden afgeschreven op 10 jaar. Voor duurzame elektriciteit uit zon-pv- en windenergie, worden de kosten van onbalans 5 in aanmerking genomen bij het berekenen van de extra operationele kosten. Deze worden geraamd op 0,006 EUR/kWh, zodat de marktprijs voor wind- en zonne-energie uitkomt op zo'n 0,021 EUR/kWh. Op vraag van de Nederlandse autoriteiten heeft het Energie Onderzoekcentrum Nederland (ECN) een grondig onderzoek uitgevoerd, dat de volgende categorisatie opleverde. In de onderstaande tabel zijn de gemiddelde extra operationele kosten 6 en de aangemelde MEP-subsidie bedragen uitgedrukt in EUR/kWh. In deze tabel wordt ook het effect van de korting op de energiebelasting opgenomen 7, omdat de MEP-subsidie en de korting op de energiebelasting (waar toepasselijk) de totale operationele steun voor de productie uitmaken. De totale operationele steun voor duurzame energie is dus te vinden 5 Met "onbalans" wordt het verschil bedoeld tussen de voorspelde en de feitelijke elektriciteitsafname. Wind- en zonne-energie leveren niet continu elektriciteit aan het net (bv. wanneer er geen wind is). Dit resulteert in extra kosten omdat een andere productie-installatie de elektriciteitsproductie moet bijsturen. 6 De extra operationele kosten worden gedefinieerd als het verschil tussen de productiekosten van de betrokken categorie duurzame of WKK-elektriciteit en de marktprijs van conventionele elektriciteit. Daartoe heeft het ECN een analyse gemaakt van de prijsontwikkelingen voor gas en elektriciteit in de komende jaren. ECN heeft de gemiddelde gasprijs geraamd op 0,097 EUR /m 3. Dit is de bulkprijs; kosten voor transport en dienstverlening (capaciteit e.d.) moeten daar nog worden bijgeteld. Het ECN verwacht voor conventionele elektriciteit een gemiddelde marktprijs van 0,027 EUR/kWh. 7 De korting op de energiebelasting is goedgekeurd bij besluit van de Commissie van 11 december 2002, Steunmaatregel N 652/2002, SG(2002)/D (nog niet bekendgemaakt in het PB). De totale korting wordt dan ook beschouwd als doorgegeven aan de elektriciteitsproducent - er blijft dus geen deel bij de distributeur. 6
7 in de laatste kolom van de tabel. De thans aangemelde maatregelen betreffen uitsluitend de MEP-subsidie. Duurzame energiebron Extra operationele kosten MEPsubsidie Korting energiebelasting Totale steun Steun % EUR/kWh EUR/kWh EUR/kWh EUR/kWh Productie-installaties op zuivere biomassa/ biomassa Mengstromen / gemengde afvalverbranding Zelfstandige biomassa installaties (max. 50 MW) Afvalverbrandingsinstallaties (minimumrendement 26% 8 ) 0,077 0,048 0,029 0, % 0,029 0, , % 0,141 0,068 0,029 0,097 69% 0,029 0, , % Wind op land 0,078 0,049 0,029 0, % Wind op zee 0,097 0,068 0,029 0, % Zon-pv / golf- en getijdenenergie 0,598 0,100 0,068 0,068 0,029 0,029 0,097 0,097 16% 97% Waterkracht 0,098 0, ,068 69% In gemengde installaties, zoals afvalverbrandingsinstallaties, betreft de subsidie en de korting op de energiebelasting enkel de biologische component van de brandstof, bijvoorbeeld het percentage biomassa dat als brandstof voor de installatie wordt gebruikt. Voorts komt elektriciteit uit de verwerking van mengstromen (inclusief afvalverbrandingsinstallaties) en uit waterkracht niet in aanmerking voor een korting op de energiebelasting. De subsidie voor wind op land geldt tot vollast uren voor een totale periode van 10 jaar 9. De eventuele elektriciteit die bovenop deze vollast uren in een periode 8 Om subsidiabel te zijn moeten de afvalverbrandingsinstallaties een totale energetische productie hebben van minstens 26%. De totale energieproductie wordt berekend als de som van de totale productie van mechanische of elektrische energie en twee derde van de energieproductie van de geproduceerde nuttige energie. 9 De vollast uren worden berekend door de jaarlijkse elektriciteitsproductie van een windturbine (in kwh) te delen door de nominale capaciteit van de betrokken turbine (in Watt). Zo stemt het aantal vollast uren overeen met het aantal uren dat de betrokken turbine in dat jaar op volle capaciteit produceerde. 7
8 van 10 jaar wordt geproduceerd komt dus niet in aanmerking voor MEP-subsidie. Op die manier hopen de Nederlandse autoriteiten mogelijke freerider effecten voor relatief gunstige windlocaties (bijvoorbeeld langs de kust) te beperken. De extra operationele kosten voor productie-installaties die werken op zuivere biomassa en op biomassa, worden berekend op 0,077 EUR/kWh. Volgens de Nederlandse autoriteiten moet de meeste biomassa in Nederland worden geïmporteerd. Momenteel liggen de gemiddelde prijzen voor biomassa relatief hoog (6,6 EUR/GJ), hetgeen 0,077 EUR/kWh meerkosten meebrengt. De aangemelde operationele steun voor zuivere biomassa bedraagt 0,048 EUR/kWh, waardoor de totale operationele steun uitkomt op 0,077 EUR/kWh (inclusief 0,029 EUR/kWh korting op de energiebelasting). De steunintensiteit bedraagt dus 100%. De Nederlandse autoriteiten verwachten dat deze relatief hoge prijzen voor biomassa nog meerdere jaren blijven aanhouden. Wanneer de markt voldoende gegroeid is, zullen de gemiddelde prijzen voor geïmporteerde biomassa volgens de verwachtingen van de Nederlandse autoriteiten dalen tot 4 EUR/GJ. In dat geval zou de steunintensiteit boven 100% uitkomen. Daarom zal de vaste MEP-subsidie van 0,048 EUR/kWh voor biomassa enkel gegarandeerd zijn gedurende maximaal drie jaar. De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd de markt voor biomassa nauw te zullen volgen en de omvang van de steun overeenkomstig in te krimpen zodra de marktprijzen voor geïmporteerde biomassa zullen dalen Stimulering van WKK-elektriciteit Voor de Nederlandse autoriteiten zijn de relatief lage CO 2 -emissies van WKK-centrales een belangrijke reden om een subsidie te verstrekken aan de producenten van WKKelektriciteit. De bijdrage voor de producent van WKK-elektriciteit moet gezien worden als een compensatie voor de meerkosten die de producenten moeten maken om de relatief geringe milieueffecten in stand te houden. Daarom hebben de Nederlandse autoriteiten een verfijning aangebracht door de subsidie te koppelen aan de feitelijke verlaging van CO 2 -emissies. De bijdrage per kwh is dan ook niet langer in alle gevallen gelijk. Volgens de Nederlandse autoriteiten zal een WKK-installatie - bij een gelijk niveau aan CO 2 -emissies - relatief meer elektriciteit produceren dan wanneer warmte en elektriciteit gescheiden worden geproduceerd. De Nederlandse autoriteiten beschouwen de additionele elektriciteit als zijnde geproduceerd zonder enige CO 2 -emissie. De Nederlandse autoriteiten zullen alleen subsidie verlenen voor dit CO 2 -vrije deel van de geproduceerde elektriciteit. De WKK-producent kan de werking van zijn installatie energetisch zodanig optimaliseren dat hij meer CO 2 -vrije elektriciteit produceert - en zo een hogere subsidie ontvangt. Deze vorm van subsidiëring geeft dus aan iedere WKKexploitant een directe stimulus om het energetische rendement van de WKK-installatie te verbeteren. Niettemin zijn de technische marges voor dit soort energetische optimalisering beperkt. Een van de eerste verbeteringen zal zijn dat de installaties minder vaak zullen worden 'afgeremd'. Voor flexibele installaties zoals STEG-eenheden 10 zal de stimulus betekenen dat zij zullen draaien op het optimale niveau met een hogere verhouding warmte / kracht (w/k = 0,8 tot 1,0; zie ook onderstaande tabel). 10 STEG = SToom En Gasturbine. 8
9 In 2003 bedraagt de subsidie 0,021 EUR per CO 2 -vrije kwh. Volgens de Nederlandse autoriteiten wekken de producenten van WKK-elektriciteit gemiddeld 15% CO 2 -vrije elektriciteit op, afhankelijk van de gebruikte WKK-technologie. De Nederlandse autoriteiten hebben vijf categorieën WKK-technologie geselecteerd om een onderscheid te maken tussen de verschillende niveaus van MEP-steun. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de vijf geselecteerde soorten WKK, hun gemiddelde meerkosten, de aangemelde MEP-subsidie en steunintensiteit. In de berekening van de operationele kosten is de waardering van de warmte betrokken. WKK-bron: Extra operationele kosten (EUR/kWh) MEP-subsidie (EUR/kWh) Steunintensiteit (= subsidie / kosten) Gasmotor bij een tuinder 0,0300 0, % Gasturbine 22 MW 0,0125 0, % Stoom- en gasturbine 50 MW 0,0155 0, % Stoom- en gasturbine 70 MW (w/k = 0,8) 0,0115 0, % Stoom- en gasturbine 70 MW (w/k = 0,5) 11 0,0125 0, % De subsidieregeling voor WKK-elektriciteit zal ingaan per 1 juli 2003 en loopt tot 31 december De Nederlandse autoriteiten verwachten dat WKK-producenten op kortere termijn niet eerder zullen kunnen voldoen aan de meeteisen voor het vaststellen van de CO 2 -vrije elektriciteit. Daarom zal het huidige systeem voor WKK-steun, dat de Commissie bij besluit van 28 november 2001 heeft goedgekeurd voor de periode tot 31 december , gedurende een beperkte periode van maximaal zes maanden nog blijven doorlopen. De bestaande steunregeling zal niet langer functioneren als een fiscale compensatie, maar als een directe subsidie. De fiscale steun zal worden gehandhaafd op het bestaande niveau (0,0057 EUR/kWh). De Nederlandse autoriteiten hebben aangegeven dat de nieuwe regeling per 1 juli zal ingaan, maar dat de rechtsgrondslag voor de overgangsregeling per 1 januari 2003 moet ingaan. De ontwerprichtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt 13 (hierna "de ontwerprichtlijn WKK" te noemen) bevat een aantal belangrijke elementen voor het nationale beleid inzake WKK. Deze elementen zijn de definities (artikel 3), de criteria inzake rendement van de WKK-productie (artikel 5 en 11 Verwijst naar exploitatie met nadruk op elektriciteitsproductie (gedeeltelijk werkend als condensator). Vanuit energieoogpunt is dit een minder gunstige situatie. 12 Besluit van de Commissie van 28 november 2001, Steunmaatregel N 168A/2001, SG(2001)/D , PB C 30 van , blz COM(2002) 415 final, op door de Commissie aan de Raad gezonden. 9
10 Bijlage III) en de voorwaarden voor nationale steunregelingen (artikel 7 en overweging 16). Wat definities betreft, wordt in de ontwerprichtlijn WKK een onderscheid gemaakt tussen drie soorten WKK: industrie, verwarming en landbouw. De Nederlandse autoriteiten hebben deze benadering overgenomen. In de aangemelde subsidieregeling wordt het verschil tussen deze drie soorten uitgedrukt in de rendementsreferentiewaarde voor gescheiden opwekking van warmte. Voor hogere warmtetemperaturen (in de industrie) zal een lagere rendementsreferentiewaarde gelden dan voor lagere warmtetemperaturen (voor verwarming). Een lagere rendementsreferentiewaarde levert meer energiebesparing en lagere CO 2 -emissies op. In Bijlage III van de ontwerprichtlijn WKK wordt een methodologie voor de bepaling van het rendement van WKK-productie gegeven. Voor bestaande installaties is een besparing op energie van minstens 5% vereist ten opzichte van de gescheiden productie van warmte en elektriciteit (Bijlage III, onder a)). De rendementsreferentiewaarden zijn gebaseerd op het gemiddelde bedrijfsrendement van de nationale elektriciteits- en warmteproductie (Bijlage III, onder c), punt 3). Daarnaast worden voor WKK-installaties die na 1 januari 2004 in bedrijf zijn, in Bijlage III indicatieve rendementsreferentiewaarden opgegeven. In de aangemelde subsidieregeling komt een producent van WKK-elektriciteit enkel in aanmerking voor subsidie wanneer hij beter presteert dan bij de gescheiden productie van warmte en elektriciteit. De rendementsreferentiewaarden worden opgesteld op basis van de stand der techniek in het jaar dat de betrokken WKK-installatie werd gebouwd. Zodoende wordt er een verband gelegd met de overwegingen inzake energiebesparing op het tijdstip dat de investering in de WKK-installatie gebouwd werd (de built margin). Op de stand der techniek gebaseerde rendementsreferentiewaarden liggen 5% hoger dan die van het gemiddelde productierendement voor elektriciteit in Nederland (zie tabel). EU ontwerprichtlijn WKK (gemiddeld rendement) MEP-subsidie voor WKK (stand der techniek) Relatief verschil Rendementsreferentiewaarde elektriciteit 42,8% 53,9% 20 % Rendementsreferentiewaarde warmte 86,0% 91,6% 6 % Zo zal een WKK-installatie welke een energiebesparing oplevert die dicht bij de op de stand der techniek rendementsreferentiewaarden aansluit, al meer dan 5% energie besparen ten opzichte van de gemiddelde rendementsreferentiewaarde. Bijgevolg staat vast dat alle WKK-elektriciteit die in aanmerking komt voor de aangemelde WKKsubsidieregeling, voldoet aan de rendementscriteria uit de (ontwerp-)richtlijn. Wat nieuwe installaties betreft, hebben de Nederlandse autoriteiten bevestigd dat de rendementsreferentiewaarden vóór 1 januari 2004 zullen worden vastgesteld in overeenstemming met de (ontwerp-)richtlijn WKK. In de ontwerprichtlijn WKK is duidelijk aangegeven dat grootschalige WKK-installaties geen steun hoeven te ontvangen. In overweging 16 van de ontwerprichtlijn wordt het plafond voor steunverlening vastgesteld op een vermogen tot 50 MW. De MEP- 10
11 subsidieregeling bevat een gelijksoortig steunplafond voor een productievolume tot maximaal GWh. Dit plafond komt overeen met de beperkingen in de huidige regeling (Steunmaatregel N 168A/2001). In afwachting van een besluit over de ontwerprichtlijn WKK, zullen de Nederlandse autoriteiten het bestaande GWh plafond aanhouden. Zodra het besluitvormingsproces over de ontwerprichtlijn WKK zulks vereist, zal de Nederlandse regeling in overeenstemming worden gebracht met de richtlijn Looptijd en begroting van de maatregelen De Nederlandse autoriteiten hebben de looptijd voor de stimulering van duurzame elektriciteit beperkt tot 10 jaar en die van de stimulering van WKK-elektriciteit tot 3 jaar (tot en met 31 december 2005). Het totale budget voor deze maatregelen is 2,503 miljard EUR voor de gehele looptijd van de maatregelen. In de volgende tabel wordt een overzicht van de uitgetrokken middelen gepresenteerd. x miljoen EUR Elektriciteitsbron Jaar Duurzaam WKK Totaal Totaal STANDPUNT VAN DE NEDERLANDSE AUTORITEITEN De Nederlandse autoriteiten zijn van oordeel dat de betrokken regelingen verenigbaar zijn met artikel 87 van het EG-Verdrag. Volgens de Nederlandse autoriteiten zijn de 11
12 betrokken regelingen in overeenstemming is met de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu 14 (hierna "het milieusteunkader" genoemd). Volgens de Nederlandse autoriteiten is de steun voor producenten van duurzame elektriciteit in overeenstemming met deel E van het milieusteunkader (optie 1 voor operationele steun ten behoeve van duurzame energiebronnen). Wat de steun voor WKKelektriciteit betreft, zijn de Nederlandse autoriteiten van mening dat de steun in overeenstemming is met deel E.3.4 (operationele steun ten behoeve van WKK). 3. BEOORDELING De Commissie heeft de maatregelen getoetst aan artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. Zij moet allereerst nagaan of de aangemelde maatregelen inderdaad als steunmaatregel kan worden aangemerkt. De Commissie heeft het volgende geconstateerd. De financiering van de maatregelen is gebaseerd op een vaste bijdrage die de netwerkbeheerders verzamelen bij iedere elektriciteitsconsument en iedere maand doorgeven aan TenneT, die de opbrengsten op een aparte rekening beheert. Deze rekening kan worden vergeleken met een fonds. Om te bepalen of het geld op die rekening beschouwd moet worden als staatsmiddelen, is het nodig enkele specifieke aspecten van dit mechanisme te onderzoeken. Op dit punt zijn in de jurisprudentie van het Hof drie cumulatieve criteria vastgesteld om te bepalen of er sprake is van staatsmiddelen wanneer geld wordt overgedragen door een fonds 15 : het fonds moet zijn opgericht of opgedragen door de Staat; het fonds moet worden gefinancierd via door de Staat verplicht gestelde bijdragen, en het fonds moet worden gebruikt om bepaalde ondernemingen te begunstigen. Ten eerste merkt de Commissie op dat het fonds opgericht werd door de Staat en beheerd wordt door TenneT 16, staatsbedrijf en beheerder van het hoogspanningsnet. Dit staatsbedrijf opereert op instigatie van de overheid. De bijdrage in de vorm van een aansluitingsvergoeding wordt gecontroleerd en beheerd door de staat of door een publiek bedrijf en verdeeld volgens de bepalingen uit de genotificeerde wetgeving. Het niveau van de aansluitingsvergoeding wordt jaarlijks door de overheid vastgesteld. In deze omstandigheden kan geconcludeerd worden dat de staat een significante discretionaire bevoegdheid en dominante invloed heeft over het fonds. Ten tweede wordt de aangemelde subsidieregeling gefinancierd via een verplichte bijdrage die door de Staat wordt opgelegd aan elektriciteitsverbruikers. Een en ander verloopt in samenwerking met de Nederlandse netbeheerders, die in de voorgestelde 14 PB C 37 van , blz Arresten van het Hof van Justitie van 2 juli 1974 in zaak C-173/73, Italië / Commissie, en van 22 maart 1977 in zaak C-78/76, Steinike/Duitsland. 16 TenneT wordt toegestaan de operationele kosten van het fonds te financieren door een proportionele aftrek van de opbrengsten van de aansluitingsvergoeding op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Overcompensatie wordt niet toegestaan (zie einde van paragraaf 1.2 van deze beschikking). Daarom is er geen sprake van staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag aan TenneT. 12
13 wetgeving als taakuitoefening krijgen bij alle elektriciteitsverbruikers een bijdrage te innen voor iedere aansluiting waarover dezen beschikken. Ten derde zal deze regeling uitsluitend producenten van duurzame elektriciteit en producenten van WKK-elektriciteit begunstigen, welke die elektriciteit aan het net leveren. De financiële steun die aan deze selectieve groep elektriciteitsproducenten wordt verleend, zal hun positie op de internationale elektriciteitsmarkt versterken, hetgeen mogelijk kan leiden tot een verandering van de marktsituatie. Dergelijke versterking van de positie van de betrokken ondernemingen ten opzichte van andere ondernemingen die binnen de Gemeenschap met hen concurreren, moet worden aangemerkt als een ongunstige beïnvloeding van de handel tussen lidstaten. Bijgevolg vormt de aangemelde maatregel staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag en artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst. Door de maatregel aan te melden vóór de tenuitvoerlegging ervan hebben de Nederlandse autoriteiten voldaan aan het vereiste uit artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag. Doel van de aangemelde steun is bij te dragen tot de milieubescherming. Derhalve is de steunmaatregel door de Commissie getoetst aan het voornoemde milieusteunkader Stimulering van duurzame elektriciteit De Commissie heeft geconstateerd dat alle duurzame energiebronnen die met de aangemelde regeling worden gesteund, opgenomen zijn in de definitie van hernieuwbare energiebronnen uit artikel 2 van Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt. De maatregel is dan ook in overeenstemming met punt 6, achtste alinea, van het milieusteunkader. Met de regeling worden per kwh rechtstreekse subsidies verleend ten behoeve van elektriciteit geproduceerd uit duurzame energiebronnen. De steun wordt derhalve berekend per eenheid productie van de installatie, en wordt dus gekenmerkt als operationele steun. Daarom zal de Commissie van het milieusteunkader het deel E.3.3 (over operationele steun ten behoeve van duurzame energiebronnen) toepassen. Volgens punt 56 van het milieusteunkader kan operationele steun gerechtvaardigd zijn om het verschil te dekken tussen de productiekosten van de energie uit duurzame energiebronnen ten opzichte van de marktprijs van deze energie. De vorm van deze steun kan variëren naar gelang de betrokken energiebron en de door de lidstaten gekozen modaliteiten. Volgens punt 59 van het milieusteunkader (optie 1) kunnen lidstaten steun toekennen die het verschil compenseert tussen de productiekosten van de energie uit hernieuwbare bronnen en de marktprijs voor de betrokken energiebron. De Nederlandse autoriteiten hebben de meerkosten voor de producenten van elektriciteit uit diverse categorieën duurzame energiebronnen in detail beschreven (zie de tabel in het beschrijvende gedeelte). De aangemelde steun tot 0,068 EUR/kWh dekt de meerkosten slechts ten dele. Rekening houdend met de bestaande fiscale stimulering in de vorm van een korting op de energiebelasting en in de aanname dat deze korting op de energiebelasting volledig wordt doorgegeven aan de producent, liggen de steunintensiteiten van de totale operationele steun tussen 16% en 100%. Zodoende komt de totale operationele steun - de aangemelde MEPsubsidie, vermeerderd met de bestaande fiscale stimulering in de vorm van een korting op 13
14 de energiebelasting - niet uit boven het verschil tussen de productiekosten van de duurzame elektriciteit en de marktprijs voor conventionele elektriciteit. Volgens punt 59, eerste alinea, tweede volzin, van het milieusteunkader kan eventuele operationele steun slechts worden toegekend voor de afschrijving van de installaties. Volgens de vierde volzin van de eerste alinea van datzelfde punt 59 kan de steun eveneens een billijke vergoeding van het kapitaal dekken wanneer de lidstaten kunnen aantonen dat zulks onontbeerlijk is wegens de zwakke concurrentiepositie van bepaalde duurzame energiebronnen. De Nederlandse autoriteiten hebben een gedetailleerd verslag meegedeeld over de concurrentiepositie van de verschillende categorieën duurzame energiebronnen. In onderstaande tabel worden de uitkomsten van dit verslag samengevat. De tabel bevat zes variabelen, uitgedrukt in EUR per kw vermogen: A. de investeringskosten; B. de netto investeringskosten, welke zijn de bruto investeringskosten verminderd met eventuele investeringssteun 17 (in overeenstemming met punt 59, tweede alinea, van het milieusteunkader); C. de netto contante waarde van de billijke kapitaalvergoeding. Deze wordt berekend met een standaard cashflowmodel, met een verhouding eigen vermogen / vreemd vermogen van 20/80 en kapitaalvergoedingen van, respectievelijk, 15% en 6%, hetgeen overeenstemt met een gemiddeld rendement van geïnvesteerd vermogen (RoC) van 7,8%. Voor afvalverbranding werd een verhouding eigen vermogen / vreemd vermogen van 33/67 gebruikt en kapitaalvergoedingen van, respectievelijk, 12% en 6%, hetgeen overeenstemt met een gemiddeld rendement van geïnvesteerd vermogen (RoC) van 8%; D. de netto investering (B), vermeerderd met de netto contante waarde van de billijke kapitaalvergoeding (C); E. de netto contante waarde van de aangemelde MEP-subsidie en de bestaande fiscale stimulering in de vorm van een korting op de energiebelasting. Daarvoor hebben de Nederlandse autoriteiten een disconto van 4,8% gebruikt 18 ; F. in de laatste kolom wordt het saldo van de totale netto investering (inclusief een billijke kapitaalvergoeding) en de totale netto contante waarde van de operationele steun gegeven. 17 De Nederlandse autoriteiten hebben aangegeven dat de volgende steunregelingen hierin zijn betrokken (voorzover van toepassing): EIA, VAMIL, CO 2 -reductieplan, Groen beleggen en regionale steunregelingen. 18 In overeenstemming met de mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld, PB C 273 van , blz
15 A B C D (B + C) E F (D - E) Alle bedragen in EUR/kWh Investerings kosten NCW rendement geïnvesteerd vermogen (RoC) Netto investeringskosten Nettoinvestering plus RoC NCW MEP en REB 36i Saldo Zuivere biomassa Mengstromen Zelfstand. biomassa Afvalverbranding Wind op land Wind offshore Zon-pv Waterkracht Het saldo van de netto contante waarde van de operationele steun ten opzichte van de netto investeringskosten valt positief uit voor alle categorieën duurzame energiebronnen, met uitzondering van de eerste twee categorieën, "zuivere biomassa" en "mengstromen" (biomassa). De Nederlandse autoriteiten hebben aangegeven dat voor deze beide categorieën de investeringskosten relatief laag zijn, maar de operationele kosten relatief hoog. De relatief lage investeringskosten per kwh opgesteld vermogen zijn gelegen in het feit dat dit soort installaties meestal bij een bestaande elektriciteitscentrale kunnen worden aangebouwd. De relatief hoge operationele kosten bij deze beide categorieën houden verband met de hoge brandstofkosten, de kosten van voorbewerking (zoals zuivering) van de brandstof en de hoge onderhoudskosten. De redenen voor deze extra kosten zijn namelijk de hoge kwaliteitseisen in verband met het bijstoken van biomassa in bestaande elektriciteitscentrales. Aangezien de Nederlandse autoriteiten een belangrijk deel van hun doelstelling op het gebied van duurzame energie willen realiseren middels de bijstook van biomassa in bestaande en nieuwe elektriciteitscentrales, zijn zij voornemens een MEP-subsidie toe te kennen die de netto investeringskosten overstijgt. Volgens punt 60 van het milieusteunkader zijn bij biomassa, in tegenstelling tot de meeste andere duurzame energiebronnen, de investeringskosten relatief lager, maar zijn de exploitatiekosten hoger. Dientengevolge kan de Commissie operationele steun aanvaarden die de investeringskosten overstijgt wanneer de lidstaten kunnen aantonen dat de totale kosten van de ondernemingen na afschrijving van de installaties, nog steeds hoger liggen dan de marktprijs van de energie. De Nederlandse autoriteiten hebben aangetoond dat in het geval van "zuivere biomassa" en "mengstromen" (biomassa) er geen overcompensatie zal plaatsvinden wat betreft de compensatie van het verschil tussen de productiekosten van dit soort duurzame energie en de marktprijs voor elektriciteit. De Nederlandse autoriteiten hebben ook aangetoond dat voor deze beide categorieën duurzame energiebronnen de investeringskosten relatief laag zijn, maar de operationele kosten relatief hoog. Daarmee hebben de Nederlandse 15
16 autoriteiten bewezen dat de totale kosten voor de ondernemingen ná afschrijving van de installatie nog steeds hoger liggen dan de marktprijzen voor de energie. Daarom kan de Commissie het ermee eens zijn dat operationele steun wordt toegekend die de investeringskosten overstijgt. Tenslotte heeft de Commissie geconstateerd dat de Nederlandse autoriteiten de precieze steunmechanismen, en met name de berekeningswijze van het steunbedrag, hebben aangemeld, in overeenstemming met punt 59, derde alinea, van het milieusteunkader. De Commissie heeft geconstateerd dat de looptijd van de maatregel tien jaar is. In het milieusteunkader is geen looptijd vastgelegd voor steunmaatregelen volgens optie 1. Het milieusteunkader beperkt de totale operationele steun wel tot de afschrijving van de installaties en een billijke vergoeding van het kapitaal. In deze context komt de looptijd van 10 jaar voor duurzame energie installaties overeen met de looptijd van afschrijving (of economische levensduur) van deze duurzame installaties. Het komt ook overeen met de looptijd van de leningen die de begunstigden zullen afsluiten voor dergelijke projecten. Om die redenen is ten volle voldaan aan de voorwaarden van het milieusteunkader, Bijgevolg moet de MEP-regeling voor duurzame elektriciteit worden aangemerkt als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag Stimulering van WKK-elektriciteit Operationele steun voor niet-industriële WKK-installaties kan worden gerechtvaardigd op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag, mits voldaan is aan de toepasselijke regels die uiteengezet zijn in punt 66 van het milieusteunkader. Wat dit element betreft, is de Commissie de volgende mening toegedaan. Allereerst wordt in punt 66 van het milieusteunkader verwezen naar de milieu- en economische voorwaarden beschreven in punt 31 van datzelfde milieusteunkader. Volgens dat punt 31 kan steun ten behoeve van WKK eveneens in aanmerking komen voor toepassing van het milieusteunkader indien kan worden aangetoond dat de betrokken maatregelen gunstig zijn voor de bescherming van het milieu, omdat het conversierendement bijzonder hoog is, omdat het energieverbruik door deze maatregelen wordt beperkt of omdat het productieproces minder schadelijk is voor het milieu. De Nederlandse autoriteiten hebben de in de aangemelde maatregel vastgestelde rendementscriteria van de productie vergeleken met de desbetreffende criteria uit artikel 5 en Bijlage III van voormelde ontwerprichtlijn WKK. Uit deze vergelijking blijkt dat een WKK-installatie die een energiebesparing realiseert die overeenkomt met op de stand der techniek gebaseerde rendementsreferentiewaarden, al meer dan 5% energie zal besparen ten opzichte van de gemiddelde rendementsreferentiewaarden uit de ontwerprichtlijn WKK. Bijgevolg voldoet alle WKK-elektriciteit die in aanmerking komt voor de aangemelde WKK-subsidieregeling, aan de rendementscriteria uit de ontwerprichtlijn WKK. Daarom concludeert de Commissie dat de maatregel voldoet aan de voorwaarden uit punt 31 van het milieusteunkader. Ten tweede kan volgens punt 66 van het milieusteunkader deze steun worden toegekend aan ondernemingen die de openbare distributie van warmte en elektriciteit verzorgen, 16
17 wanneer de productiekosten van de elektriciteit of de warmte hoger zijn dan de markprijs ervan. Zoals uit de tabel in het beschrijvend gedeelte (paragraaf ) blijkt, is dit hier duidelijk het geval. Operationele steun kan dan ook worden toegekend overeenkomstig de regels uit de punten 58 tot en met 65 van het milieusteunkader. Volgens deze punten hebben de lidstaten vier opties, en in dit specifieke geval is optie 4 (punt 65) van toepassing. Deze optie 4 (punt 65) houdt in dat de lidstaten de mogelijkheid behouden om operationele steun toe te kennen overeenkomstig de in de punten 45 en 46 vervatte algemene bepalingen betreffende operationele steun. Volgens punten 45 en 46 van het milieusteunkader moet de duur van de steun beperkt blijven tot vijf jaar. In het geval van degressieve steun (punt 45), kan de steunintensiteit in het eerste jaar tot 100% van de extra kosten bedragen, maar moet zij lineair afnemen tot een nulniveau aan het einde van het vijfde jaar. In het geval van niet-degressieve steun (punt 46) mag de intensiteit tot maximaal 50% van de extra kosten bedragen. De Commissie doet opmerken dat de betrokken maatregel geen degressieve maatregel is. Het steunbedrag wordt jaarlijks vastgesteld. Derhalve is punt 46 van toepassing, hetgeen inhoudt dat de steunintensiteit maximaal 50% van de extra kosten mag bedragen. De bestaande steunregeling voor WKK-producenten, die in 2001 door de Commissie is goedgekeurd 20, werd per 1 januari 2001 van kracht. Zodoende kan, met toepassing van dezelfde voorwaarden uit het milieusteunkader, de steunmaatregel een looptijd hebben die gaat tot 31 december De Commissie heeft geconstateerd dat de looptijd van de aangemelde maatregel beperkt is tot 31 december Anders dan voor de MEP-subsidie voor de producenten van duurzame elektriciteit, wordt de MEP-subsidie voor de WKK-producenten slechts voor één kalenderjaar vastgesteld. Jaarlijks wordt dit subsidiebedrag voor WKK aangepast op basis van kostenniveaus en marktomstandigheden (prijzen van gas en elektriciteit) voor producenten van WKKelektriciteit. De huidige cijfers zijn gebaseerd op de prijsnoteringen d.d. 1 november 2002 voor een forward jaarcontract van 2003 voor inkoop gas en verkoop elektriciteit. Volgens de Nederlandse autoriteiten zal deze berekeningswijze elk jaar worden herhaald. WKKproducenten maken doorgaans gebruik van forward jaarcontracten om onzekerheden in de bedrijfsvoering te voorkomen. Daarom neemt deze berekeningswijze het risico weg dat door veranderende marktomstandigheden de maximale steunintensiteit wordt overschreden. De Nederlandse autoriteiten hebben aangegeven dat zij zullen waarborgen dat de maximale steunintensiteit 50% bedraagt. Daartoe wordt om de zes maanden een grondige marktanalyse uitgevoerd. Indien de steunintensiteit zou toenemen en indien een situatie te verwachten valt met steunintensiteiten van meer dan 50%, dan wordt het steunniveau zodanig aangepast dat het plafond van een steunintensiteit van 50% behouden blijft. Wat voorts de industriële WKK-installaties betreft, is voldaan aan punt 67 van het milieusteunkader. Derhalve is de Commissie van oordeel dat de MEP-subsidie voor elektriciteit die door niet-industriële WKK-installaties wordt geproduceerd, voldoet aan 19 In deze tabel wordt rekening gehouden met de inkomsten die de productie en verkoop van warmte opleveren, door deze in mindering te brengen van de productiekosten van de elektriciteit, in overeenstemming met de laatste volzin van punt 66 van het milieusteunkader. 20 Besluit van de Commissie van 28 november 2001, Steunmaatregel N 168A/2001, SG(2001)/D , PB C 30 van , blz
EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 15.VI.2006 C(2006)2415. Steunmaatregel nr. N 543/2005 - Nederland "Stimulering van WKK onder de MEP" Excellentie,
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.VI.2006 C(2006)2415 Betreft: Steunmaatregel nr. N 543/2005 - Nederland "Stimulering van WKK onder de MEP" Excellentie, De Commissie deelt de Nederlandse autoriteiten mee
Nadere informatie2. Deze aanmelding heeft betrekking op wijziging en verlenging van MEPsteunregelingen
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.XII.2007 C(2007)6875 Betreft: Steunmaatregel nr. N 478/2007 - Nederland "Stimulering van duurzame energie, wijziging en verlenging van de MEP-regeling (N 707/02) en MEP stimulering
Nadere informatieenergiebelasting geen steun was in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. 3 N 753/97, SG(98)/D 6551
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.12.2001 C(2001)3959fin Betreft: Steunmaatregel N 239/2001 Nederland Gedeeltelijke vrijstelling van energiebelasting voor afvalverbrandingsinstallaties Geachte heer, Bij schrijven
Nadere informatieOntwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006
Handelend na overleg met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 72p, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit:
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2003)2513 fin. Steunmaatregel N 266/ Nederland Project Offshore Windpark Q7. Excellentie, 1.
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.07.2003 C(2003)2513 fin Subject: Steunmaatregel N 266/2003 - Nederland Project Offshore Windpark Q7 Excellentie, 1. PROCEDURE Bij brief van 26 juni 2003 (bij de Commissie
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.5.2017 C(2017) 3217 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.46960 (2017/N)
Nadere informatieStaatssteun N 265/ Nederland Near Shore Windpark - Wijziging van besluit N 578/1999
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.I.2006 C(2006)119 Betreft: Staatssteun N 265/2005 - Nederland Near Shore Windpark - Wijziging van besluit N 578/1999 Excellentie, Hierbij deelt de Commissie Nederland mede
Nadere informatieBESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2013 C(2013) 7725 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37017 (2013/N)
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) 3259. Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie,
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11-VII-2006 C(2006) 3259 Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie, De Commissie wenst Nederland ervan in kennis te stellen dat zij, na onderzoek
Nadere informatieArtikel 10 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.
Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ..., houdende vaststelling van de vaste bedragen per kwh ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor het jaar 2006
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA. 36315 (2013/N) Nederland Botlek Zuid - stoompijpleiding
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.10.2013 C(2013) 6627 final In de openbare versie van dit besluit zijn, overeenkomstig de artikelen 24 en 25 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999
Nadere informatieslibvergisting, wordt omgezet in elektric iteit 0,029 per kwh. slibvergisting, wordt omgezet in elektriciteit 0,029 per kwh.
Regeling van de Minister van Economische Zaken van.., nr. WJZ, houdende vaststelling van de vaste bedragen per kwh ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor het jaar 2005
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Staatssteun / Nederland SA (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL)
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.09.2016 C(2016) 5506 final Betreft: Staatssteun / Nederland SA.45811 (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL) Excellentie, De Europese Commissie (hierna
Nadere informatie1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK
EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Concurrentie Beleid en coördinatie inzake staatssteun Brussel, DG D(2004) COMMUNAUTAIRE KADERREGELING INZAKE STAATSSTEUN IN DE VORM VAN COMPENSATIES VOOR DE OPENBARE
Nadere informatieStaatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.08.2002 C(2002)2904 fin. Betreft: Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen Excellentie, Bij schrijven
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2016) 5566 final. Steunmaatregel SA (2016/N) Nederland SDE+ biomassa bijstook - NL.
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.8.2016 C(2016) 5566 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.43422 (2016/N)
Nadere informatieSteunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) I.
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.01.2001 SG(2001) D/ 285215 Betreft: Steunmaatregel nr. N 212/1999 - Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) Excellentie,
Nadere informatieSteunmaatregelen van de staten N 187/ Nederland - Alle provincies Bodemsanering van voormalige gasfabrieksterreinen
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 04-07-2003 C (2003) 2374 Betreft: Steunmaatregelen van de staten N 187/2003 - Nederland - Alle provincies Bodemsanering van voormalige gasfabrieksterreinen Excellentie, PROCEDURE
Nadere informatieStaatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)
MEMO/08/31 Brussel, 23 januari 2008 Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) Waarom worden richtsnoeren milieusteun vastgesteld? Staatssteun moet aan bepaalde criteria
Nadere informatieSteunmaatregel nr. N 131/2001 Nederland "Subsidieregeling technologische samenwerkingsprojecten - Stimulus Clusterregeling "
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.07.2001 SG (2001) D/ 290180 Betreft: Steunmaatregel nr. N 131/2001 Nederland "Subsidieregeling technologische samenwerkingsprojecten - Stimulus Clusterregeling 2000-2005"
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA.37084 (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.10.2013 C(2013) 6636 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Excellentie, Steunmaatregel
Nadere informatieHernieuwbare elektriciteit,
Indicator 17 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De productie van hernieuwbare elektriciteit
Nadere informatieOntwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties
Regeling van de Minister van Economische Zaken van., nr..., houdende wijziging van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) en de
Nadere informatieBETREFT: N 627/2000 NEDERLAND STEUNREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING NIEUWE EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2001) D/
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.04.2001 SG(2001) D/ 287863 BETREFT: N 627/2000 NEDERLAND STEUNREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING NIEUWE GEBOUWEN IN AANGEWEZEN GEBIEDEN (2000-2006) Excellentie, I. PROCEDURE
Nadere informatieHernieuwbare elektriciteit,
Indicator 22 januari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2011 is 12 miljard kwh elektriciteit
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregelen der Staten N 780/ Pays-Bas Tijdelijke defensieve maatregelen voor de scheepsbouw
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9-07-2003 C(2002)2019fin Betreft: Steunmaatregelen der Staten N 780/2002 - Pays-Bas Tijdelijke defensieve maatregelen voor de scheepsbouw Excellentie, (1) De Commissie wenst
Nadere informatieSteunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.
Europese Commissie Brussel, 30.06.2004 C (2004)2042 fin Betreft: Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel, 30.V.2006 C(2006)2199. Steunmaatregel nr. N 401/ Nederland Subsidie CO2-reductie gebouwde omgeving.
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.V.2006 C(2006)2199 Betreft: Steunmaatregel nr. N 401/2005 - Nederland Subsidie CO2-reductie gebouwde omgeving Excellentie, De Commissie wenst Nederland ervan in kennis te
Nadere informatieBij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 07.XII.2005 C (2005) 5280 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten nr. N 491/2005 - Nederland Subsidieregeling sanering glastuinbouwbedrijven in vanuit milieu opzicht kwetsbare
Nadere informatieSteunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 499/02 Subsidie voor een kaasfabriek
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02-09-2003 C(2003) 3218 Betreft : Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 499/02 Subsidie voor een kaasfabriek Excellentie, De Commissie wenst Nederland
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 410 Besluit van 16 oktober 2007, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van de productie van hernieuwbare elektriciteit,
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel, 31.III.2008 C(2008)1275
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.III.2008 C(2008)1275 Betreft: Steunmaatregel nr. N 687/2007 Nederland Verlenging van de kaderregeling voor steun ten behoeve van de reductie van CO 2 -emissies in de sector
Nadere informatieSteunmaatregel SA (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling "Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het MKB"
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.03.2012 C(2012) 1656 final Betreft: Steunmaatregel SA.34102 (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling "Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het
Nadere informatieCONCEPT. Besluit: 1 Stcrt. 2003, 249; gewijzigd bij ministeriële regeling van 27 januari 2005 (Stcrt. 25). 2 Stcrt. 2004, 126.
Regeling van de Minister van Economische Zaken van., nr..., houdende wijziging van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2005, de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel, 20.12.2001. Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun. Excellentie, PROCEDURE
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2001 C (2001)4509fin Betreft: Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun Excellentie, PROCEDURE 1. Bij schrijven van 24 juli 2001 heeft België, overeenkomstig
Nadere informatieSteunmaatregel nr. 271/01 - Nederland Investeringspremieregeling Flevoland 2000 (IPR Flevoland 2000)
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.07.2001 SG (2001) D/ 289629 Betreft: Steunmaatregel nr. 271/01 - Nederland Investeringspremieregeling Flevoland 2000 (IPR Flevoland 2000) Excellentie, 1. PROCEDURE Bij brief
Nadere informatieSteunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 01-03-2004 C(2004) 706 Betreft : Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/2004 - Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij Excellentie, De Commissie
Nadere informatieHernieuwbare elektriciteit,
Indicator 14 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2011 is 12 miljard kwh elektriciteit
Nadere informatieDe Vlaamse autoriteiten hebben op 10 juli 2003 een decreet goedgekeurd teneinde een systeem van warmtekrachtcertificaten in te voeren.
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 03.V.2005 C(2005)1318 fin Betreft: Steunmaatregel nr. N 608/2004 - België Warmtekrachtcertificaten Excellentie, 1. PROCEDURE Bij brief van 7 september 2004, die op 9 september
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 665 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie Nr. 41 BRIEF
Nadere informatieSteunmaatregel N 51/ Nederland Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel regionale steun
Europese Commissie Brussel, 30-04-2003 C (2003)1214fin Betreft: Steunmaatregel N 51/2003 - Nederland Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel 2003 - regionale steun Excellentie, PROCEDURE Bij brief van
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt. Den Haag, 6 januari 2003
Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 6 januari 2003 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Economische Zaken OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer
Nadere informatieBEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO 2 -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN
Januari 3 ECN-C---55A BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN Notitie Herziening bedrijfseconomische beoordeling offshore windenergie
Nadere informatieStaatssteun / België - Steunnummer N 621/ Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13-XII-2006 C(2006) 6784 Betreft : Staatssteun / België - Steunnummer N 621/2006 - Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw Excellentie, Ik heb
Nadere informatieSteunmaatregel N 279/2003 - België Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.04.2004 C(2004) 1661 Betreft: Steunmaatregel N 279/2003 - België Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest Excellentie, 1. PROCEDURE Bij schrijven
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.11.2014 COM(2014) 704 final 2014/0332 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit
Nadere informatieBij het nemen van dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen:
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24-05-2004 C(2003) 1948 Betreft : Steunmaatregelen van de staten/nederland - Steunmaatregel nr. N 122/2004 - Steun voor onderzoek en parafiscale heffingen in de sectoren pluimvee
Nadere informatie1. BESCHRIJVING VAN DE MAATREGEL
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.07.2001 SG (2001) D/ 290545 Betreft: Steunmaatregel nr. N 550/2000 België Groenestroomcertificaten Bij schrijven van 2 augustus 2000, geregistreerd bij de Commissie op 8
Nadere informatieToelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines
Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines De voorwaarden waaraan voldaan moet worden in het kader van de steunregeling voor kleine en middelgrote windturbines,
Nadere informatieSteunmaatregel nr. N 222/ NL Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.08.2004 C (2004) 3218 Betreft: Steunmaatregel nr. N 222/2004 - NL Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten Excellentie, 1. PROCEDURE Bij schrijven van 17 mei 2004,
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. 2.1. Bestaande steunregelingen N 707/02, N 708/02 en N 543/05
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 07.09.2012 C(2012) 5858 final Betreft: Steunmaatregel SA.34411 (2012/N) Nederland SDE + Excellentie, Het verheugt mij u te kunnen meedelen dat de Europese Commissie de SDE+
Nadere informatieHernieuwbare elektriciteit,
Indicator 9 april 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2014 (voorlopige cijfers) bedroeg
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (N 447/2005) (PB C 133 van , blz. 3).
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.11.2018 C(2018) 7484 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.46727 (2016/N)
Nadere informatieBij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:.
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 06-12-2002 C (2002) 4854 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 210/02 Subsidieverordening sloop agrarische en overige bebouwing buitengebied
Nadere informatieSteunmaatregelen van de Staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 131/ Onderzoek en afzetbevordering met betrekking tot champignons
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18-VIII-2004 C(2004) 3268 Subject : Steunmaatregelen van de Staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 131/2004 - Onderzoek en afzetbevordering met betrekking tot champignons
Nadere informatieDE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN
1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling
Nadere informatieSteunmaatregel nr. N 825/06 -NL - Alternatieve verwerking slachtbijproducten.
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6-VIII-2007 C (2007) 3862 Betreft: Steunmaatregel nr. N 825/06 -NL - Alternatieve verwerking slachtbijproducten. Excellentie, De Commissie wenst Nederland ervan in kennis te
Nadere informatieDISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden
Algemene groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EU) nr. 651/2014) - Werkdocument Sociale vervoerssteun t.b.v. bewoners afgelegen gebieden Eerst moet u op de algemene toepassingsvoorwaarden voor de
Nadere informatieSteunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 01-07-2005 C (2005) 2457 Betreft: Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten
Nadere informatieSteunmaatregel N 515/ België "Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest"
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.I.2007 C(2007)233 Betreft: Steunmaatregel N 515/2006 - België "Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest" Excellentie, De Commissie wenst België
Nadere informatie(Beleidsregels cumulatietoets exploitatiesteun duurzame energie-installaties)
EZ Beleidsregels cumulatietoets exploitatiesteun duurzame energie-installaties Beleidsregels van de Minister van Economische Zaken betreffende het uitvoeren van een cumulatietoets voor duurzame energie-installaties
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5169 25 maart 2011 Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 17 maart 2011, nr. WJZ /
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20221 8 oktober 2012 Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 25 september 2012,
Nadere informatieSubsidieregeling energiebesparing huishoudens met lage inkomens N 698/2000 Nederland
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.10.2001 SEC(2001)1491fin Betreft: Subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lage inkomens N 698/2000 Nederland Excellentie, Bij brief van 20 oktober 2000 hebben de
Nadere informatie(Kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 1551/5) (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek) (1999/795/EG)
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 319 van 11/12/99 COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 8 juli 1999 betreffende de aanvraag van Oostenrijk voor een overgangsregeling op grond
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6371 3 april 2012 Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 28 maart 2012, nr. WJZ / 12042881,
Nadere informatieStaatssteun nr. N 291/ Nederland Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur (Bsik)
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 07.08.2002 C(2002) 3008 fin Betreft: Staatssteun nr. N 291/2002 - Nederland Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur (Bsik) Excellentie, 1. PROCEDURE Bij schrijven
Nadere informatieBetreft: Staatsteun nr. N 230/A/2002 Nederland Loonkostenpremieregeling Noord-Nederland 2002 (LPR 2002) - regionale steunmaatregel
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.07.2002 C (2002) 1730 Betreft: Staatsteun nr. N 230/A/2002 Nederland Loonkostenpremieregeling Noord-Nederland 2002 (LPR 2002) - regionale steunmaatregel Excellentie, PROCEDURE
Nadere informatieBIJLAGE III. Gegevens betreffende op de voorwaarden van deze verordening vrijgestelde staatssteun
NL BIJLAGE III Gegevens betreffende op de voorwaarden van deze verordening vrijgestelde staatssteun DEEL I overeenkomstig artikel 12 te verschaffen via de geëigende IT-toepassing van de Commissie Referentie
Nadere informatieHerziening van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu Vragenlijst
Herziening van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu Vragenlijst De huidige kaderregeling loopt eind 2007 af. Om de herziening van de kaderregeling voor te bereiden,
Nadere informatieSteunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27-02-2001 SG(2001) D/ 286469 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel Excellentie, Ik heb de eer U ervan in
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4674 29 maart 2010 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 maart 2010, nr. WJZ/10043132, houdende vaststelling
Nadere informatieSteunmaatregelen nr. N 170/ Nederland Verhoging van het steunbudget in de pootaardappelsector
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 01.VI.2006 C(2006)2242 Betreft : Steunmaatregelen nr. N 170/2006 - Nederland Verhoging van het steunbudget in de pootaardappelsector Excellentie, De Commissie vermeldt hierbij
Nadere informatieSteunmaatregel SA (2013/N) Nederland Wijzigingen in de Suppletieregeling Filminvesteringen
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2013 C(2013)7964 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37124 (2013/N)
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel, 28.11.2001 C(2001)3742fin. Steunmaatregel N 168/A/2001 Nederland Wijzigingen Energiebelasting 2001.
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.11.2001 C(2001)3742fin Betreft: Steunmaatregel N 168/A/2001 Nederland Wijzigingen Energiebelasting 2001 Excellentie, Bij schrijven van 19 februari 2001, dat op 13 maart 2001
Nadere informatieSteunmaatregel nr. N 346/ Nederland Subsidiekader voor Programma's voor Innovatief Onderzoek en Ontwikkeling (PRIOO)
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.IX.2005 C(2005) 3712 Betreft: Steunmaatregel nr. N 346/2005 - Nederland Subsidiekader voor Programma's voor Innovatief Onderzoek en Ontwikkeling (PRIOO) Excellentie, 1. PROCEDURE
Nadere informatievan 11 december 2007
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13
Nadere informatieBESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9,
L 104/20 NL 20.4.2017 BESLUITEN BESLUIT (EU) 2017/710 VAN DE RAAD van 3 april 2017 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2016:282. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/661
ECLI:NL:CBB:2016:282 Instantie Datum uitspraak 08-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 14/661 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven Bestuursrecht
Nadere informatie33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie)
33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Nadere informatieSteunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie,
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.12.2009 C(2009)10665 Betreft: Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie, 1. PROCEDURE (1) Bij brief van
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE
NL NL NL MEDEDELING VAN DE COMMISSIE TOT WIJZIGING VAN DE TIJDELIJKE COMMUNAUTAIRE KADERREGELING INZAKE STAATSSTEUN TER STIMULERING VAN DE TOEGANG TOT FINANCIERING IN DE HUIDIGE FINANCIËLE EN ECONOMISCHE
Nadere informatieBeslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart 2009
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13
Nadere informatieSteunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 358/03 Project voor de introductie van Braeburn appels in Flevoland
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16-06-2005 C(2005) 1889 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr N 358/03 Project voor de introductie van Braeburn appels in Flevoland Excellentie,
Nadere informatiede heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 14 oktober 2015 (OR. en) 13021/15 ENER 354 ENV 627 DELACT 136 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 12 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,
Nadere informatieVR DOC.0455/2QUATER
VR 2019 1605 DOC.0455/2QUATER Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de implementatie van het besluit SA.46013 van de Europese Commissie
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20510 30 december 2009 Regeling aanpassing voor het jaar 2010 van de percentages voor de milieu-investeringsaftrek uit
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel,19.12.2012 C(2012) 9473 final
EUROPESE COMMISSIE Brussel,19.12.2012 C(2012) 9473 final Betreft: Steunmaatregel SA.35377 (2012/N) Nederland Groene energiebelasting verlenging van de toepassing van het verlaagde tarief voor de glastuinbouwsector
Nadere informatieSteunmaatregel N 270/ Nederland Groene energiebelasting, verlaagd tarief voor de glastuinbouwsector
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 C(2010)9636 definitief Betreft: Steunmaatregel N 270/2010 - Nederland Groene energiebelasting, verlaagd tarief voor de glastuinbouwsector Excellentie, 1. DE PROCEDURE
Nadere informatieBeslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 28 oktober 2008
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13
Nadere informatievan 23 februari 2010
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13
Nadere informatieProvinciaal blad nr. 2015/0113166
Provinciaal blad nr. 2015/0113166 Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 besluit van: Gedeputeerde Staten d.d. 10 maart 2015 en 21 april 2015 kenmerk: 2015/0048385 en 2015/0101024 gepubliceerd
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2018) 1674 final
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.03.2018 C(2018) 1674 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Staatssteun SA.48350 (2017/N)
Nadere informatieDuurzame elektriciteit,
Indicator 15 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken De productie van duurzame elektriciteit
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 16798 9 november 2009 Regeling van de Minister van Ecomische Zaken van 30 oktober 2009, nr. WJZ/9190878, houdende vaststelling
Nadere informatieBijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010
Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Toelichting bij de doelstelling van 9% duurzame elektriciteit: - De definitie van de 9% doelstelling is conform de EU richtlijn duurzame elektriciteit
Nadere informatievan 23 februari 2010
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13
Nadere informatievan 23 februari 2010
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13
Nadere informatieDISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden
Algemene groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EU) nr. 651/2014) - Werkdocument Steun tot herstel schade veroorzaakt door bepaalde natuurrampen Eerst moet u op de algemene toepassingsvoorwaarden
Nadere informatieDiensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid
IP/04/235 Brussel, 18 februari 2004 Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid Na het Altmark-arrest van het Hof van Justitie is de
Nadere informatie