Project Nationale Veiligheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Project Nationale Veiligheid"

Transcriptie

1 Project Nationale Veiligheid Geïntegreerde rapportage interdepartementale zelfevaluatie Catastrofaal terrorisme Intern werkdocument Tja, nationale Veiligheid Wat is dat tegenwoordig eigenlijk? Datum:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Voorwoord Inleiding Omschrijving incidentcategorie Catastrofaal terrorisme Opmerkingen vooraf Beleidsproces en beleidsinhoud Beleidsproces Beleidsactiviteiten op hoofdlijnen Aanwezigheid interdepartementaal beleid Knelpunten, blinde vlekken en behoeften Knelpunten in het beleidsproces Blinde vlekken in het beleid Behoeften/ambities de betrokken ministeries Conclusies Beleid en interdepartementale samenwerking Kansen en mogelijkheden Prioritering kansen en mogelijkheden Bijlagen Bijlage 1: betrokken ministeries Bijlage 2: overzicht activiteiten ministeries... 43

3 Voorwoord De status deze rapportage is een intern werkdocument. De rapportage beschrijft de resultaten een inventariserend onderzoek naar 1. blinde vlekken in het beleid gericht op het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme 2. knelpunten in het interdepartementale beleidsproces dat ten behoeve hier wordt ingezet. De resultaten geven een overzicht de visies de betrokken departementen m.b.t. de blinde vlekken en knelpunten. Nadrukkelijk dient hierbij vermeld te worden dat de resultaten soms gebaseerd zijn op de visie één departement en nog geen gemeenschappelijk beeld weergeven. De rapportage bevat daarom kansen en mogelijkheden voor het versterken het proactieve beleid. De komende periode zal in het kader het project geïnventariseerd worden welke kansen en mogelijkheden voor het versterken het proactieve beleid opgepakt gaan worden, door wie en hoe. Daarnaast worden de resultaten het onderzoek gebruikt als bouwstenen bij de ontwikkeling een strategie voor de Nationale Veiligheid. De geïntegreerde rapportage is opgesteld op basis een aantal departementale zelfevaluaties en collegiale toetsen. In bijlage 1 treft u een overzicht welke departementen hebben bijgedragen aan het onderzoek. De rapportage wordt niet gepubliceerd. Wel kan deze als intern werkdocument worden aangevraagd door de medewerkers de departementen die betrokken zijn bij dit vervolgtraject en/of hebben bijgedragen aan het onderzoek. Aanvragen kunt u sturen aan het secretariaat het Project Nationale Veiligheid. Meer informatie over het onderzoek is opgenomen in een informatiebrochure met als titel: Project Nationale Veiligheid: Achtergrondinformatie bij de interdepartementale zelfevaluatie en collegiale toets. Ook deze brochure kunt u aanvragen bij het secretariaat het Project Nationale Veiligheid. Secretariaat Project Nationale Veiligheid Mw. A. de Jong-Tokman Fluwelen Burgwal 56 Postbus EA Den Haag Anna.Jong@minbzk.nl

4 1 Inleiding Tot een paar jaar geleden waren binnenlandse en buitenlandse veiligheid twee verschillende dimensies hetzelfde thema. 1 In de afgelopen periode is ons land echter geconfronteerd met een aantal dreigingen, dat duidelijk heeft gemaakt dat sprake is een toenemende verwevenheid tussen binnen- en buitenlandse veiligheid. Hierbij kan worden gedacht aan de opkomst het internationale terrorisme, de verspreiding CBRN-wapens, pandemieën, klimaatverandering en afnemende energievoorzieningszekerheid. Globalisering onder andere in de vorm open grenzen en vervaging de betekenis plaats en tijd heeft ertoe geleid dat buitenlands veiligheidsbeleid meer dan ooit invloed is op de binnenlandse veiligheid, terwijl het omgekeerde ook het geval is. Tegen deze achtergrond is de begripsvorming rondom nationale veiligheid op gang gekomen. Naar aanleiding enkele vooronderzoeken waaruit is gebleken dat het beleid op het gebied nationale veiligheid te repressief, ad hoc en gefragmenteerd is heeft de stuurgroep Nationale Veiligheid besloten een vervolgonderzoek in te stellen waarbij interdepartementaal en proactief beleid centraal moet staan. Als uitgangspunt voor dit onderzoek gelden negen dreigingen met daaraan gekoppelde incidentcategorieën. Hieronder volgt een overzicht deze dreigingen met bijbehorende incidentcategorieën. Klassieke dreigingen Incidentcategorieën 1. Aantasting de internationale vrede en Falende staten veiligheid Risicolanden 2. CBRN Verspreiding CBRN-wapens (proliferatie) 3. Terrorisme Catastrofaal terrorisme Radicalisering 4. Internationaal georganiseerde criminaliteit Toenemende verwevenheid onder- en bovenwereld Wereldwijde handel in drugs Sociaal-economische dreigingen Incidentcategorieën 5. Sociale kwetsbaarheid Toenemende (interetnische) spanningen en afnemend burgerschap 6. Digitale onveiligheid Digitale verlamming 7. Economische onveiligheid Aantasting de sociale zekerheid Extreme schaarste energiedragers en grondstoffen Natuurlijke dreigingen Incidentcategorieën 8. Klimaatverandering en natuurrampen Toenemend overstromingsrisico Toenemende kans op extreme droogte/hitte Plaagorganismen 9. Pandemieën Pandemieën reeds bekende ziekten Zoönosen 1 Zie ook de Wijk & Toxopeus, Hoe binnen- en buitenlandse veiligheid verweven zijn, in: Internationale Spectator,

5 Het onderzoek heeft het karakter een zelfevaluatie met daarop volgend een collegiale toets. Het onderzoek is concreet gericht op: 1. het identificeren blinde vlekken in het op proactie gerichte beleid ten aanzien de gekozen incidentcategorieën 2. het achterhalen knelpunten in het interdepartementale beleidsproces dat ten behoeve hier wordt ingezet 3. het creëren inzicht in de wijze waarop met deze blinde vlekken en knelpunten kan worden omgegaan. De voorliggende geïntegreerde rapportage heeft betrekking op de incidentcategorie catastrofaal terrorisme en is het resultaat departementale zelfanalyses de Ministeries Justitie, BZK, Financiën, BZ en Defensie en enkele collegiale toetsen (zie bijlage 1 voor een totaaloverzicht). Van de departementale zelfanalyses zijn separaat rapportages beschikbaar. Leeswijzer De voorliggende rapportage is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de omschrijving de incidentcategorie catastrofaal terrorisme in hoofdstuk 3 wordt uiteengezet hoe het interdepartementale beleidsproces eruit ziet en welke activiteiten op hoofdlijnen worden uitgevoerd in hoofdstuk 4 wordt beschreven welke blinde vlekken in het beleid aanwezig zijn, welke knelpunten zich in het beleidsproces voordoen en welke behoeften/ambities de betrokken ministeries hebben als het gaat om deze incidentcategorie in hoofdstuk 5 worden de conclusies beschreven. De rapportage wordt afgerond met twee bijlagen: in bijlage 1 wordt een overzicht weergegeven de betrokken ministeries en de aard hun bijdrage aan dit onderzoek in bijlage 2 is een overzicht weergegeven de activiteiten de betrokken ministeries in het kader het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme. 5

6 2 Omschrijving incidentcategorie In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de omschrijving de incidentcategorie catastrofaal terrorisme. Daarnaast wordt stilgestaan bij enkele opmerkingen vooraf. Beide paragrafen kunnen worden gezien als de achtergrond waartegen de resultaten het onderzoek moeten worden beschouwd. 2.1 Catastrofaal terrorisme Catastrofaal terrorisme ook wel het nieuwe terrorisme genoemd wordt gezien als het terrorisme de overtreffende trap. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat het catastrofaal terrorisme in tegenstelling tot het oude terrorisme de IRA, ETA, PLO, e.a. maximale doelstellingen hanteert. Het gaat niet om groeperingen die aanspraak maken op het gebied een soevereine staat, maar om groeperingen die een levensstijl, een systeem willen verwerpen. De maximale doelstellingen het catastrofaal terrorisme gaan gepaard met de inzet maximale middelen: zoveel mogelijk (onschuldige) slachtoffers maken, zodat een maatschappij ontwricht raakt. De aanslagen in Madrid en Londen hebben laten zien dat West-Europa een potentieel doelwit is het catastrofaal terrorisme. De dreiging catastrofaal terrorisme in Nederland kan worden gezien als een afgeleide de dreiging waarmee West-Europa als zodanig te maken heeft. 2 Op dit moment zo is in het kader de collegiale toetsing door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) aangegeven is het islamitisch of Jihadi terrorisme de enige voor Nederland relete dreiging. Met de moord op Theo Gogh is ook Nederland geconfronteerd met een terroristische daad. De mogelijkheid dat er op Nederlands grondgebied een aanslag plaatsvindt, wordt door deskundigen niet uitgesloten. De aanhouding zeven terreurverdachten in oktober 2005 kan in dit licht worden gezien. Tegelijkertijd moet worden beseft dat het nieuwe terrorisme ook gericht is op het angstig maken een samenleving en dit kan ook door geregeld te dreigen met aanslagen. Hoe het ook zij, het catastrofaal terrorisme vormt een actuele en niet te onderschatten voedingsbodem voor maatschappelijke ontwrichting. Wanneer moet worden nagedacht over de proactieve aanpak catastrofaal terrorisme is enig, doch niet volledig, inzicht in oorzaken noodzakelijk. Hierbij doet zich het probleem voor dat het catastrofaal terrorisme zich slecht leent voor causale schema s die beginnen bij de fundamentele oorzaak en eindigen bij de precieze verklaring voor terroristisch geweld. Wat volgens velen in ieder geval vaststaat, is dat het catastrofaal terrorisme in beginsel wordt veroorzaakt door radicale denkbeelden. Aangezien radicalisering in het project Nationale Veiligheid als aparte incidentcategorie is benoemd, gaat de aandacht in het kader de incidentcategorie catastrofaal terrorisme vooral uit naar de oorzaken die zijn gelegen tussen het hebben radicale denkbeelden en het daadwerkelijk plegen een catastrofale aanslag. Er zijn verschillende stimulerende factoren te noemen die eraan kunnen bijdragen dat mensen met extreem-radicale denkbeelden terrorist worden. 2 Zie ook Europol, Terrorist activity in the European Union; situation and trends report, 2004, p

7 Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan: financiële steun terroristische groeperingen die zowel in binnen- als buitenland opereren en die het karakter hebben netwerken toegang tot informatie over mogelijke politieke targets, maar ook over zogenaamde soft targets (plaatsen waar veel mensen bijeenkomen) toegang tot middelen die het mogelijk maken een aanslag te plegen, zoals explosief materiaal. In het kader het project Nationale Veiligheid wordt gekeken naar beleid en beleidsterreinen die op een proactieve manier kunnen bijdragen aan het voorkomen catastrofaal terrorisme. Het (structureel) inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme staat derhalve hierbij centraal. De aanpak wordt in internationaal verband wel omschreven als counter terrorisme, vrij vertaald contra-terrorisme. Beleid dat in dit verband wordt ingezet, heeft bijvoorbeeld betrekking op: - inlichtingen- en opsporingswerk met als doel structureel zicht te krijgen op ontwikkelingen in terroristische groeperingen. Hierbij kan het zowel gaan om inlichtingendiensten als om het werk de politie (inlichtingeneenheden, wijkagenten, e.a.) - maatregelen om potentiële terroristen en terroristische daden te identificeren, zoals toepassing biometrie in reisdocumenten, datatretentie, e.a. - financieel onderzoek met als doel gewelddadig-fundamentalistische organisaties structureel te verzwakken of te ontmantelen. 2.2 Opmerkingen vooraf Bij deze eindrapportage over catastrofaal terrorisme is een aantal opmerkingen te plaatsen dat hier aandacht verdient. In de eerste plaats heeft (de staf ) de Nationaal Coördinator Terrorisme (NCTb) niet deelgenomen aan de zelfevaluatie in het kader het project Nationale Veiligheid. De NCTb heeft wel een bijdrage geleverd door middel een collegiale toets 1. De NCTb valt onder de beleidsverantwoordelijkheid de Ministers BZK en Justitie, maar is in het project benaderd als een aparte entiteit. Doordat de NCTb geen zelfevaluatie heeft verricht, is de kans aanwezig dat een gedeelte het proactieve beleid ten aanzien catastrofaal terrorisme buiten beeld is gebleven. Zoals gezegd, heeft het NCTb wel gereageerd op de eerste versie de voorliggende rapportage. Dit betekent dat er uitgegaan kan worden dat er geen grote onderdelen het proactieve beleid ontbreken. In de tweede plaats heeft het beleid gericht op het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme verschillende dimensies. Twee deze dimensies zijn in het onderzoek benaderd als aparte incidentcategorieën. Het gaat hierbij om twee min of meer samenhangende incidentcategorieën, te weten: verspreiding CBRN-wapens (proliferatie). De dreiging proliferatie heeft lange tijd vooral een statelijk karakter gehad, maar met de opkomst het catastrofaal terrorisme is ook proliferatie door niet-statelijke actoren zoals terroristische groeperingen onderdeel geworden de problematiek. Deze wordt in deze rapportage niet behandeld, aangezien voor proliferatie (in brede zin) een aparte rapportage is opgesteld 7

8 falende staten. De dreiging falende staten is met de opkomst het catastrofaal terrorisme urgenter geworden. Dit neemt niet weg dat de internationale veiligheidsrisico s falende staten zich niet beperken tot terrorisme. Het gegeven dat falende staten in het onderzoek een aparte incidentcategorie zijn, heeft als gevolg dat bijvoorbeeld buitenlandse missies als de International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan niet (uitgebreid) worden meegenomen in de voorliggende rapportage. In de derde plaats kan worden opgemerkt dat catastrofaal terrorisme een incidentcategorie is die de verwevenheid tussen interne en externe veiligheid illustreert. Dit betekent dat het beleid gericht op het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme een sterke internationale component kent. Het is wellicht meer dan bij andere incidentcategorieën noodzakelijk deze internationale dimensie te beschrijven (zie paragraaf ). 8

9 3 Beleidsproces en beleidsinhoud In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven de interdepartementale samenwerkingsrelaties in het kader het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme. De hoofdvraag hierbij is welke ministeries uit welke rol betrokken zijn bij het proactieve beleid. Daarnaast wordt beschreven welke beleidsactiviteiten in dit kader worden verricht en in welke mate deze voortvloeien uit vastgesteld interdepartementaal beleid. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd: in paragraaf 1 wordt een overzicht gegeven het interdepartementale beleidsnetwerk dat bij het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme betrokken is in paragraaf 2 wordt op hoofdlijnen ingegaan op de beleidsactiviteiten die proactief uitwerken op het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme in paragraaf 3 wordt aangegeven in welke mate er vastgesteld interdepartementaal beleid aanwezig is dat richting geeft aan de beleidsactiviteiten en de samenwerking. 3.1 Beleidsproces Het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme is geen opgave die door één ministerie (succesvol) kan worden volbracht. Er werken verschillende ministeries uit uiteenlopende rollen samen aan het proactieve beleid op dit gebied. In deze paragraaf wordt in beeld gebracht hoe deze samenwerking eruit ziet. In de figuur op de volgende pagina wordt weergegeven welke ministeries in het kader het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme met elkaar samenwerken. De gekleurde ministeries zijn de ministeries die de zelfevaluatie hebben uitgevoerd en dus de kans hebben gehad de interdepartementale samenwerking te beschrijven. In de kern het netwerk staan de ministeries die op basis het onderzoek kunnen worden aangemerkt als de ministeries die beleidsmatig het sterkst betrokken zijn. 9

10 Figuur 1: interdepartementale samenwerking in het kader het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme Vanuit rol op het gebied security/ kwetsbaarheidbeperking in transporten watersector V&W Vanuit verantwoordelijkheid voor voorkoming en opsporing strafbare feiten, waaronder die terroristische aard, betrokken Vanuit verantwoordelijkheid voor inzet Defensiecapaciteiten (ihkv terrorisme) op NL grondgebied betrokken Vanuit verantwoordelijkheid telecomsector betrokken (cybercrime, dataretentie) Vanuit verantwoordelijkheid exportcontroles en grensaangelegenheden betrokken EZ Vanuit hoofdtaak bevordering internationale rechtsorde betrokken (internationaal verband) Vanuit hoofdtaak ondersteuning civiele autoriteiten betrokken (nationaal verband) Vanuit de verantwoordelijkheid voor de MIVD betrokken Vanuit beheersverantwoordelijkheid KMAR betrokken Defensie Justitie BZ Vanuit verantwoordelijkheid voor geïntegreerd buitenlands beleid, waar terrorisme een onderdeel is Coördinerende verantwoordelijkheid op het gebied terrorismebestrijding NCTb BZK Financiën Vanuit verantwoordelijkheid voor het bestrijden de financiering terrorisme betrokken (ook sanctiebevoegdheden op dit gebied) VWS Vanuit verantwoordelijkheid volksgezondheid betrokken bij bioterreur Vanuit verantwoordelijkheid voor (lokaal) veiligheidsbeleid, civiele inlichtingen (AIVD), (beheer) politie betrokken AZ Vanuit algemene verantwoordelijkheid Minister-president Coördinerende verantwoordelijkheid in het kader inlichtingenvergaring Leveren inbreng Krijgen inbreng Sterke betrokkenheid Gemiddelde betrokkenheid Zwakke betrokkenheid 10

11 Beschrijving interdepartementale samenwerking Uit figuur 1 is af te leiden dat de (staf de) Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) de centrale organisatie is ten aanzien het beleid gericht op het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme. De meest betrokken ministeries onderhouden vrijwel allemaal intensieve contacten met de NCTb. Rondom de NCTb functioneert een kern ministeries die bestaat uit de Ministeries Justitie, BZK, Defensie, BZ en Financiën. De Ministeries Justitie en BZK zijn beleidsverantwoordelijk voor de NCTb en kunnen in die zin ook niet los worden gezien de NCTb. In het project Nationale Veiligheid is er echter voor gekozen de NCTb te benaderen als een aparte entiteit. Het Ministerie Justitie is in de kern rondom de NCTb één de belangrijkste spelers, terwijl ook het Ministerie BZK uit zijn rol in relatie tot civiele inlichtingen, politie en lokaal veiligheidsbeleid een onmisbare schakel is. De Ministeries BZ en Defensie spelen een centrale rol in het kader de internationale component terrorismebestrijding (zie paragraaf ). Als gevolg de sterke verwevenheid tussen de internationale en nationale terrorismebestrijding, is ook de rol beide ministeries in nationaal verband toegenomen. Voor het Ministerie Defensie geldt daarnaast dat zij in algemene zin een grotere rol is gaan spelen in nationale aangelegenheden. Deze ontwikkeling is gerelateerd aan het toenemende belang zijn derde hoofdtaak, te weten: het ondersteunen civiele autoriteiten. Het Ministerie Financiën is eveneens intensief betrokken. De rol het Ministerie Financiën concentreert zich op het bestrijden de financiering terrorisme, hetgeen als integraal onderdeel het proactieve beleid moet worden gezien. De activiteiten Financiën ten aanzien terrorismebestrijding richten zich op informeren, tegengaan, opsporing en repressie. Tot slot kan over de bovengenoemde ministeries worden opgemerkt dat zij samen met het Ministerie AZ deelnemen in het Gezamenlijke Comité Terrorismebestrijding (GCT), dat kan worden gezien als een interdepartementaal voorportaal voor de Raad voor Nationale Veiligheid. Tot slot is er een aantal ministeries te weten die AZ, EZ, V&W en VWS dat betrokken is bij onderdelen het beleid en/of expertise ten behoeve hier levert. Het Ministerie AZ neemt wel deel in het GCT, maar is in algemene zin minder intensief betrokken bij het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme. Het Ministerie AZ is vooral betrokken uit de verantwoordelijkheid de Minister-President (ook waar het gaat om militaire missies) en de coördinerende rol op het gebied inlichtingenvergaring. De Minister-President stelt in overeenstemming met de betrokken Ministers het Aanwijzingsbesluit op. Hierin staan ten behoeve de inlichtingenvergaring door de AIVD en MIVD onderwerpen onderzoek omschreven die andere landen betreffen. Voor de Ministeries EZ, V&W en (vooral) VWS geldt dat zij een minder prominente rol spelen in het beleidsproces, omdat hun verantwoordelijkheden ten aanzien het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme beperkter zijn. Het Ministerie EZ is vooral betrokken uit zijn verantwoordelijkheid op het gebied de Telecomwet en in het kader exportcontroleregimes. 3 3 Deze verantwoordelijkheid is met name belang in het kader verspreiding CBRN-wapens (proliferatie) en conventionele wapens. Aangezien proliferatie een aparte incidentcategorie is, komt deze verantwoordelijkheid met name terug in de rapportage die hierover is opgesteld. 11

12 Het Ministerie V&W is betrokken uit de verantwoordelijkheid voor de transport en watersector, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar kwetsbaarheidsbeperking en beveiligingsmaatregelen. Tot slot is het Ministerie VWS betrokken bij het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme, wege zijn verantwoordelijkheid op het gebied bioterreur. 3.2 Beleidsactiviteiten op hoofdlijnen Waar in de vorige paragraaf de rollen/verantwoordelijkheden de bij het proactieve beleid betrokken ministeries centraal hebben gestaan, gaat deze paragraaf in op de hoofdlijnen de beleidsactiviteiten waarmee invulling wordt gegeven aan deze rollen/verantwoordelijkheden. Allereerst wordt aandacht besteed aan de verhouding tussen internationaal en nationaal beleid (paragraaf ). Vervolgens wordt ingegaan op de beleidsactiviteiten die worden verricht in het kader het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme (paragraaf ) Verhouding internationaal nationaal beleid Kenmerkend voor catastrofaal terrorisme is dat het in tegenstelling tot het zogenaamde oude terrorisme een internationaal verschijnsel is. Hiermee wordt niet alleen bedoeld dat het zich op internationale schaal voordoet, maar ook dat de netwerken die zich met dit soort terrorisme bezighouden zich uitstrekken over diverse landen. Het fenomeen als zodanig wordt daarom naast alle inspanningen op nationaal niveau ook op internationale schaal aangepakt. Het gaat hierbij enerzijds om gezamenlijk optreden in het kader het buitenlands beleid en anderzijds om het maken afspraken ten behoeve politiële en justitiële samenwerking. In dat opzicht illustreert catastrofaal terrorisme wellicht meer dan andere incidentcategorieën de sterke verwevenheid tussen de interne en externe veiligheid. Hieronder wordt zowel op de samenwerking in het kader het buitenlands beleid als op die ten behoeve politiële en justitiële aangelegenheden ingegaan. De inhoud is gebaseerd op de uitkomsten het onderzoek en een aanvullende documentenstudie. Gezamenlijk buitenlands beleid Na de aanslagen in New York heeft de Veiligheidsraad de Verenigde Naties (VN) resolutie 1373 aangenomen, hetgeen één de ruimste resoluties is die de Veiligheidsraad ooit heeft aangenomen. Deze resolutie verplicht alle lidstaten ertoe al het mogelijke te doen een einde te maken aan de steun en aan de financiering terreurdaden. Sindsdien heeft er nog een aantal resoluties met hetzelfde doel gevolgd. In het kader de Noord-Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO) hebben de lidstaten na 11/9 de wederzijdse solidariteitsverbintenis in werking gesteld. Hiermee is een terroristische aanslag gelijkgesteld met een militaire aanval op alle lidstaten. De Nederlandse militaire inzet in het kader Enduring Freedom en de International Security Assistance Force (ISAF) die expliciet is genoemd in het onderzoek kan in dit licht worden geplaatst. De Ministeries BZ en Defensie spelen in dit verband een grote rol. De Nederlandse militaire inzet vindt plaats aan de hand het Nederlandse Defensie Doctrine (NDD). 4 4 Ministerie Defensie, Nederlands Defensie Doctrine,

13 Naast de VN en de NAVO is ook de Europese Unie (EU) actief in het kader het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB), dat is ondergebracht in de zogenaamde tweede pijler de EU (Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB). 5 De Europese Veiligheidsstrategie is in het kader het EVDB een raamwerk dat richting geeft. In de Europese Veiligheidsstrategie wordt terrorisme als één de vijf voornaamste dreigingen voor Europa gezien. 6 In de Europese Veiligheidsstrategie wordt aangegeven dat de EU onder andere op het gebied terrorismebestrijding: actiever wil zijn (preventieve betrokkenheid) beter berekend wil zijn op haar taak, ook waar het gaat om het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme een coherent gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid wil voeren wil samenwerken in multilateraal verband. Mede als uitvloeisel de Europese Veiligheidsstrategie en onder Nederlands voorzitterschap is er in de afgelopen periode ook een begin gemaakt met de Technical Assistance (TA) aan derde landen. Deze assistentie houdt in dat lidstaten derde landen ondersteunen bij het verbeteren hun contraterrorismecapaciteit op het gebied grensbewaking, luchtvaartveiligheid, bestrijding financiering terrorisme, wetgeving en inlichtingenuitwisseling. Momenteel richt de EU zich op de volgende prioriteitslanden: Marokko, Indonesië, Pakistan, Algerije, Tunesië, Saoedi-Arabië en Kenia. 7 Uit de zelfevaluatie het Ministerie Defensie blijkt dat onder andere de Koninklijke Marechaussee in het kader de TA actief is. Daarnaast ondersteunt ook het Ministerie Financiën landen die een minder ontwikkeld financieel systeem hebben. Tot slot is in het kader het gezamenlijk buitenlands beleid nog belang melding te maken de Financial Action Task Force (FATF). Dit is een intergouvernementele organisatie die internationale richtlijnen opstelt ten aanzien het bestrijden terreurfinanciering en witwassen. Het Ministerie Financiën is in dit verband het eerste aanspreekpunt. Politiële en justitiële samenwerking De politiële en justitiële samenwerking (in strafzaken) binnen de grenzen de EU is belegd in de zogenaamde derde pijler de EU. Na de aanslagen in Madrid 11 maart 2004 hebben de lidstaten tijdens de Europese Raad 25 en 26 maart gezamenlijk de verklaring betreffende de bestrijding terrorisme ondertekend. In deze verklaring is een groot aantal acties aangekondigd zoals het Europees arrestatiebevel, samenwerking tussen inlichtingendiensten en het maximaliseren de effectiviteit informatiesystemen, het bestrijden de financiering terroristische activiteiten dat later in het EU-actieplan terrorismebestrijding nader is uitgewerkt. Tijdens de Europese Raad 4 en 5 november 2004 is het Haags Programma vastgesteld. 5 Aan de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) wordt in dit verband geen aandacht besteed, aangezien wordt verondersteld dat het antwoord op bedreigingen voor Nederland vooral in de NAVO en de EU ligt. Zie het Ministerie BZ, Memorie Toelichting bij de begroting 2006, p Europese Raad, Europese Veiligheidsstrategie; een veilig Europa in een betere wereld, 2003, p TK , , nr. 391, p

14 Dit programma heeft een bredere strekking dan alleen de terrorismebestrijding, maar bevat niettemin een aantal voor de terrorismebestrijding relete maatregelen, die vooral op het gebied technologie zijn gelegen. Hierbij kan worden gedacht aan het opnemen biometrische kenmerken in reisdocumenten, een uniforme aanpak ten behoeve het gebruik passagiersgegevens in het kader de luchtvaartbeveiliging en principes informatiedeling. 8 In 2005 heeft de constatering dat er weliswaar vooruitgang wordt geboekt op het terrein terrorismebestrijding, maar meer vaart wenselijk is, geleid tot een herzien EU-actieplan terrorismebestrijding. 9 Eind december 2005 is daarnaast de kop op het Europese antiterrorismebeleid te weten: de EU-strategie terrorismebestrijding aangenomen door de Europese Raad. De EU-strategie terrorismebestrijding bevat de doelstellingen, de inzet en de prioriteitstelling de EU op het gebied terrorismebestrijding. De EU-strategie is minder operationeel dan het EU-actieplan en gaat vooral in op de besluitvormingsstructuur en coördinatie. 10 De strategie heeft vier pijlers: preventie, bescherming, opsporing en crisisbeheersing. De beleidsontwikkelingen die in de bovenstaande alinea zijn beschreven, hebben geleid tot een groot aantal maatregelen, waar een deel al in nationaal verband is geïmplementeerd. Het is niet nodig in deze rapportage een uitputtende beschrijving te geven deze maatregelen, mede omdat enkele onderdelen ook terug komen in de beschrijving beleidsactiviteiten in de volgende paragraaf. Het is wel belang enkele betekenisvolle maatregelen kort te noemen, aangezien deze direct relatie houden met de beleidsvorming in nationaal verband: 11 oprichting een centrale eenheid die zich bezighoudt met het (wekelijks) opstellen dreigingsanalyses op basis informatie nationale inlichtingendiensten: Joint Situation Center (Sitcen) totstandkoming de derde richtlijn witwassen, welke onder andere de toepassing preventieve maatregelen in de financiële en economische sector witwasbestrijding uitbreidt naar de bestrijding de financiering terrorisme (reeds aangenomen) voorstel de Europese Commissie ten behoeve het bewaren telecommunicatiegegevens (dataretentie), hetgeen betekent dat verkeersgegevens die met uiteenlopende vormen communicatie gepaard gaan gedurende een bepaalde periode systematisch worden opgeslagen en (gereguleerd) toegankelijk worden gemaakt voor inlichtingen- en opsporingsdiensten 12 8 European Council, The Hague Programme; strengthening freedom, security and justice in the European Union, European Council, EU Plan of Action on Combating Terrorism Update, Council of the European Union, The European Union Counter-Terrorism Strategy, 1 december Zie voor een meer uitputtend overzicht: TK , , nr Proposal for a council framework decision on the protection of personal data processed in the course of activities of police and judicial co-operation in criminal matters provided for by Title VI of the Treaty on European Union, European Commission,

15 ontwikkeling en implementatie uiteenlopende informatiesystemen, waar het Schengen Informatiesysteem de tweede generatie (SIS II) en het Visuminformatiesysteem (VIS) in nationaal verband de meest vergaande implicaties hebben. Tot slot De EU is in het kader het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme een belangrijke schakel. Het voorgaande heeft duidelijk gemaakt dat de proactieve aanpak bestaat uit een mix instrumenten het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid en uit instrumenten die onder de noemer de politiële en justitiële samenwerking te scharen zijn. Terrorismebestrijding wordt daarom gezien als interpillar onderwerp, dat in verschillende pijlers de EU aandacht krijgt. Dit interpillar karakter komt ook tot uiting in de rolverdeling tussen de verschillende betrokken ministeries en de NCTb (zie ook de vorige paragraaf). Het gezamenlijke militaire optreden vloeit voort uit NAVO-verband en de Tweede Pijler de Europese Unie (EU), en is vooral het domein de Ministeries BZ en Defensie. Het Ministerie BZ is leidend waar het gaat om geïntegreerd buitenlands beleid. Het Ministerie Defensie is betrokken bij beleidsvorming/standpuntbepaling, maar heeft met de Krijgsmacht zelfsprekend ook een belangrijke operationele verantwoordelijkheid. De internationale kaderstelling ten behoeve het nationale beleid is in Europees verband vooral een Derde Pijler aangelegenheid en is het domein een groter aantal ministeries, waaronder die BZ, Justitie, BZK Financiën en de NCTb. Het gemeenschappelijk optreden in internationale coalities en de internationale afspraken die over terrorismebestrijding worden gemaakt, vormen de achtergrond waartegen het nationale proactieve beleid dient te worden beschouwd. Hierbij moet echter wel worden beseft dat het nationale beleid meer is dan de vertaling wat in internationaal verband wordt afgesproken en wordt gedaan Beleidsactiviteiten op hoofdlijnen 13 Om de beleidsactiviteiten inzichtelijk te maken, is in het onderzoek een indeling gemaakt in verschillende fasen het beleidsproces: de fase beleidsvoorbereiding waarin kennis en informatie over de achtergronden bij catastrofaal terrorisme wordt verzameld (onderzoek) en in kaart wordt gebracht wat de aard en de omg catastrofaal terrorisme is (risicoanalyses) de fase beleidsontwikkeling die gericht op het ontwikkelen acties, standpunten, e.a. die bijdragen aan het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme de fase beleidsuitvoering waarin uitvoering wordt gegeven aan wat ontwikkeld is in het kader het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme de fase beleidsevaluatie waarin wordt gekeken naar de resultaten/effecten het beleid met betrekking tot het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme. 13 In bijlage 2 vindt u een opsomming de beleidsactiviteiten die door de Ministeries BZ en Defensie worden uitgevoerd in het kader het inperken en/of voorkomen falende staten. 15

16 Onderzoek en risicoanalyses Voor de beleidsvorming in nationaal verband en de standpuntbepaling in internationaal verband is informatie essentieel. De relete informatie in het kader het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme wordt in essentie langs twee kanalen verkregen. In de eerste plaats wordt er meer of minder wetenschappelijk onderzoek verricht. Ten tweede vormen risico- of dreigingsanalyses een niet te missen bron informatie. Onderzoek wordt uit en/of in opdracht verschillende ministeries verricht. Ieder ministerie concentreert zich hierbij op specifieke aspecten de terrorismebestrijding: het Ministerie Justitie richt zich onder andere op onderzoek met een juridisch karakter. De vraag die hierbij centraal staat, is welke mogelijkheden er zijn om via wetgeving terrorisme in te perken en/of te voorkomen het Ministerie BZ laat zich door middel onderzoek adviseren over de relatie tussen terrorismebestrijding en mensenrechten 14, aangezien mensenrechten een centraal thema in het buitenlands beleid is in opdracht de Ministeries BZ en Defensie wordt door Clingendael geregeld onderzoek verricht naar ontwikkelingen op het gebied terrorismebestrijding. Ook TNO speelt in het kader onderzoek ten behoeve de bestrijding terrorisme een rol uit het Ministerie BZK verricht de AIVD enerzijds fenomeenstudies naar in binnenen buitenland gelegen oorzaken voor catastrofaal terrorisme. Daarnaast heeft bijvoorbeeld de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) onderzoek gedaan naar spanning tussen terrorismebestrijding en vrijheidsrechten er zijn met name onder verantwoordelijkheid de Minister Justitie onderzoeken uitgevoerd naar de effectiviteit het stelsel terrorismebestrijding, waarbij zowel aandacht is besteed aan de effectiviteit de beleidsmatige coördinatie als aan de mate waarin de inrichting, de aansturing en het optreden de speciale eenheden nog beantwoordt aan de eisen deze tijd. Daarnaast wordt er ook door de AIVD en externe onderzoeksinstellingen en/of Commissies onderzoek gedaan naar aspecten terrorismebestrijding. De AIVD heeft in de afgelopen jaren een serie onderzoeken uitgevoerd waarin zowel de aard en omg het fenomeen (catastrofaal terrorisme) centraal als strategieën om catastrofaal terrorisme tegen te gaan worden aangedragen. 15 Ten aanzien het onderzoek dat door externe onderzoeksinstellingen en/of Commissies wordt uitgevoerd, kan het onderzoek de Algemene Rekenkamer naar het gebruik grenscontroles bij terrorismebestrijding als voorbeeld dienen. 16 Risico- of dreigingsanalyses hebben een ander karakter dan het hierboven bedoelde onderzoek en zijn vooral gericht op het in kaart brengen de aard en omg de dreiging. De samenwerking ten behoeve risicoanalyses is de afgelopen periode aanzienlijk geïntensiveerd. 14 Zie de brief de Minister BZ aan de AIV juli Zie bijvoorbeeld Van dawa tot Jihad; de diverse dreigingen de radicale jihad tegen de democratische rechtsorde, december Zie TK , , nr

17 Op internationale schaal hebben landen onderling afspraken gemaakt, is de Europese inlichtingeneenheid Situation Centre (SitCen) versterkt en wordt in diverse werkgroepen gewerkt aan het optimaliseren de uitwisseling inlichtingen. Het Ministerie BZ, maar ook de AIVD, onderhoudt contacten met SitCen. Op nationaal niveau zijn de inlichtingendiensten AIVD en MIVD versterkt. De AIVD voert voortdurend analyses uit waarbij een afweging wordt gemaakt tussen belangen, dreigingen en weerstandsvermogen. Op basis hier worden belangendragers (overheden en vitale sectoren) en samenwerkingspartners in staat gesteld maatregelen te nemen. Ook wordt door veiligheidsonderzoeken dit wil zeggen: het screenen kandidaten voor vertrouwensfuncties getracht te voorkomen dat kwaadwillenden toegang kunnen krijgen tot middelen en/of informatie die gebruikt kunnen worden voor terroristische activiteiten. De MIVD informeert en adviseert behoeftestellers en genereert voorspellend vermogen ten aanzien de intenties en mogelijkheden internationaal opererende terroristische organisaties. Ten behoeve het vergaren inlichtingen wordt gebruik gemaakt human intelligence, image intelligence en signals intelligence. Concreet betekent dit dat informatie wordt ingewonnen via contactpersonen, visuele beelden worden gegenereerd door satellieten en dataverkeer kan worden onderschept (onder andere door satellieten). Naast de twee nationale inlichtingendiensten wordt ook op andere plekken informatie verzameld. De Veiligheidsdienst het Ministerie BZ stelt ten behoeve de veiligheid de posten bijvoorbeeld ongeveer 30 dreigingsanalyses per jaar op. Deze kunnen ook als input dienen voor de processen de AIVD en MIVD. Daarnaast wordt uit het Ministerie Financiën in beeld gebracht wat de aard en omg is criminele geldstromen, ondergronds bankieren en remittance corridors. 17 Ook door het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en de regionale korpsen wordt relete informatie verzameld. In de bovenstaande passages is vooral aandacht besteed aan diensten of organisaties die inlichtingen en/of informatie verzamelen en zich hierbij ook specifiek richten op catastrofaal terrorisme. Er is nog geen aandacht besteed aan de specifieke voorzieningen die in de afgelopen periode zijn gecreëerd ten behoeve het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme. Het gaat hierbij vooral om de volgende voorzieningen: het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN), dat (driemaandelijks) onder verantwoordelijkheid de NCTb wordt opgesteld en inzicht geeft in de aard en ernst de terroristische dreiging in Nederland (op basis vier niveaus) de Contra-Terrorisme Infobox (CT Infobox), waarbij op persoons- en groepsniveau (netwerken) wordt gekeken naar ontwikkelingen. De CT Infobox is ondergebracht bij de AIVD, een bijzonder samenwerkingsverband tussen de AIVD, IND, KLPD, MIVD en het OM en net als de Veiligheids- en Inlichtingendiensten is onderworpen aan de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV) uit Het Ministerie Financiën participeert in een internationaal onderzoek naar zogenaamde 'remittance corridors' bilaterale geldstromen die het gevolg zijn inkomensoverdrachten door migranten naar hun land herkomst. Het onderzoek wordt geleid door de Wereldbank en heeft als doel om in kaart te brengen hoe groot deze geldstromen zijn en langs welke kanalen deze zich bewegen. Zie de Tweede Kamerbrief Ondergronds bankieren: bestaansredenen, risico s en aanpak de Ministers Financiën en Justitie, 19 juli

18 het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding dat operationele diensten en relete bedrijfssectoren waarschuwt in geval een verhoogde dreiging, zodat snel maatregelen kunnen worden genomen om het risico op een aanslag te verkleinen. Tot slot kan er in het kader risicoanalyses worden opgemerkt dat er ook nog specifieke trajecten zijn afgerond dan wel nog steeds lopen die zich vooral richten op het in kaart brengen kwetsbaarheden. Zo wordt onder de coördinerende verantwoordelijkheid het Ministerie BZK het project Bescherming Vitale Infrastructuur uitgevoerd, waarbij wordt gekeken naar de mate waarin vitale sectoren kwetsbaar zijn voor uitval. Het Ministerie Defensie heeft ondersteund door TNO in kaart gebracht wat in het kader bewaken en beveiligen kwetsbare plekken zijn op land, in de zee en in de lucht. Beleidsontwikkeling Uit het onderzoek komt ondubbelzinnig naar voren dat de gerichtheid de betrokken ministeries op het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme in de afgelopen jaren aanzienlijk is toegenomen. De aanslagen in het buitenland, de terroristische moord op Theo Gogh en de dreiging een aanslag op Nederlands grondgebied hebben ertoe geleid dat de focus op het inperken en/of voorkomen deze incidentcategorie rijksbreed aanwezig is. Uit het onderzoek komt naar voren dat vooral de Ministeries Justitie, BZK, Financiën, BZ en Defensie op de hoogste beleidsniveaus doelstellingen hebben geformuleerd op het gebied dan wel expliciet aandacht besteden aan het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme. 18 De doorvertaling deze focus heeft rijksbreed de laatste jaren geleid tot een aantal ontwikkelingen: 19 inrichten nieuwe eenheden/structuren versterken bestaande eenheden/structuren/initiatieven ontwikkelen wetgeving ontwikkelen/inrichten specifieke interventiemechanismen en maatregelen. Inrichten nieuwe eenheden/structuren Hoewel in eerste aanleg niet specifiek bedoeld voor het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme, is medio 2003 een nieuw stelsel bewaken en beveiligen totstandgekomen. Uit het onderzoek blijkt dat verschillende ministeries hebben meegewerkt aan het ontwikkelen de Nota nieuw stelsel bewaken en beveiligen. 20 De belangrijkste wijzigingen in het stelsel hebben te maken met: het waarborgen vroegtijdige inzet in geval (be)dreiging door de introductie verschillende dreigingsniveaus 18 Zie ook de Memorie Toelichting bij de verschillende begrotingen; de Beleidsvisie 2006 het Ministerie Defensie, e.a. 19 De bijdrage aan de internationale beleidsvorming wordt hier buiten beschouwing gelaten, omdat deze al is behandeld in paragraaf Zie ook TK , , nr. 13 die onder verantwoordelijkheid de Ministers Justitie en BZK is opgesteld. 18

19 het waarborgen slagvaardige samenwerking/coördinatie door het instellen een Nationaal Coördinator Bewaking en Beveiliging (NCBB). In de zelfevaluatie het Ministerie Justitie is aangegeven dat er als gevolg de opkomst het catastrofale terrorisme in de 21 ste eeuw ook is gekeken naar de wijze waarop de coördinatie op het totale gebied terrorismebestrijding kon worden verbeterd. Dit heeft uiteindelijk begin 2005 geleid tot het instellen de al eerder genoemde Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb). 21 De NCTb is onder gezamenlijke verantwoordelijkheid de Ministers Justitie en BZK overeenkomstig hun onderscheiden ministeriële bevoegdheden belast met de voorbereiding en uitvoering het beleid inzake terrorismebestrijding alsmede met taken op het gebied bewaking en beveiliging ter voorkoming onder meer terroristische aanslagen. De eerder genoemde Nationaal Coördinator Bewaken en Beveiligen is bij de NCTb ondergebracht. Naast meer operationele taken, is het ontwikkelen beleid ten behoeve het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme één de centrale taken de NCTb. In derde plaats komt uit het onderzoek naar voren dat ook op het gebied de speciale eenheden een herinrichting het stelsel heeft plaatsgevonden. De Ministeries Justitie, BZK en Defensie zijn hier intensief bij betrokken geweest. Het eerder genoemde onderzoek naar de inrichting, de aansturing en het optreden de verschillende speciale eenheden heeft er uiteindelijk toe geleid dat er één overkoepelende dienst is ingericht: de Dienst Speciale Interventies (DSI). 22 De DSI is beheersmatig ondergebracht bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en is een fulltime eenheid die in beheersmatige zin bestaat uit de BBE-Snelle Interventie Eenheid (BBE-SIE), een scherpschutterscapaciteit en haar staf. De DSI is in het kader de terrorismebestrijding ook verantwoordelijk voor de operationele aansturing BBE-Mariniers (BBE-M) en de (diverse) Aanhoudings- en Ondersteuningseenheden (AOE n). Het initiatief tot inzet de DSI ligt bij het OM die daartoe een bijstandsverzoek richt door tussenkomst het College PG s aan de Minister Justitie. Voor de inzet de BBE-M geldt dat de Minister Justitie overleg pleegt met de Minister Defensie. Op departementaal niveau kan tot slot worden opgemerkt dat het Ministerie BZ een nieuwe eenheid/afdeling heeft opgericht ten behoeve terrorismebestrijding en andere nieuwe dreigingen. Hierdoor heeft het Ministerie één aanspreekpunt voor de andere ministeries en betrokkenen gecreëerd. Versterken bestaande eenheden/structuren/initiatieven Vanaf het Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid dat in oktober 2001 toen nog onder de coördinerende verantwoordelijkheid DG Rechtshandhaving het Ministerie Justitie is uitgebracht, heeft er een groot aantal investeringen plaatsgevonden in bestaande eenheden/structuren. 21 Regeling de Ministers Justitie en BZK 29 juni 2005, nr. DDS , houdende instelling de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. 22 Zie TK , , nr

20 Uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat de capaciteit de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (MIVD, AIVD), de politiële inlichtingen- en informatie-diensten, de politiële opsporings- en beveiligingseenheden, het Openbaar Ministerie (OM), de Koninklijke Marechaussee (KMAR), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Financieel Expertisecentrum (FEC), het financieel toezicht 23, en de bijzondere bijstandseenheden (BBE s) in de afgelopen jaren aanzienlijk is uitgebreid. De Tweede Kamer is hierover in diverse voortgangsrapportages geïnformeerd. 24 Doel de uitbreiding is catastrofaal terrorisme in Nederland te voorkomen door middel het versterken de inlichtingenfunctie, de grensbewaking, het financieel toezicht en de interventiemogelijkheden op het moment dat er sprake is een aanzienlijke dreiging. Het versterken bestaande eenheden/structuren heeft niet een uitsluitend kwantitatief karakter. Uit de zelfanalyses komt naar voren dat ook geïnvesteerd wordt in de kwaliteit het functioneren de bestaande organisaties. Het Ministerie Justitie heeft bijvoorbeeld aangegeven dat er binnen het OM landelijke terreurofficieren en terreurofficieren het Ministerie Justitie zijn aangewezen. Deze functionarissen richten zich specifiek op terrorismezaken, waarbij ook de rol inlichtingen in het strafrechtelijke proces specifiek aandacht krijgt. Daarnaast zijn er ook rechtercommissarissen die zich specifiek bezighouden met terrorismezaken en ook competent zijn om te gaan met het gebruik inlichtingen in het strafproces. Door het Ministerie BZK is aangegeven dat ook op politieel gebied wordt gewerkt aan het verhogen de kwaliteit. Dit gebeurt in de eerste plaats door te investeren in de politiële analysefunctie en een deel de capaciteit specifiek te richten op bijvoorbeeld inlichtingenen informatievergaring ten behoeve het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme. Daarnaast worden door de Politieacademie specifieke opleidingen op het gebied terrorismebestrijding aangeboden teneinde een professionaliseringsslag te maken op dit onderwerp. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een cursus vroegsignalering. Tot slot kan het doorontwikkelen Informatiegestuurde Politie (IGP) worden gezien als een kwaliteitsverbetering die ook ten goede komt aan het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme. Het Ministerie Financiën heeft naast de uitbreiding capaciteit voor het financiële toezicht en aangepaste wetgeving (zie het volgende kopje) ook geïnvesteerd in de kwaliteit het toezicht en de handhaving, waar het gaat om de financiering terroristische activiteiten. De samenwerking met de Ministeries BZK en Justitie is in deze belang: zo is er een functioneel parket gekomen voor het gezag over de Bijzondere Opsporingsdiensten (BOD en) op dit gebied (bijvoorbeeld FIOD-ECD) en is er een impuls gegeven aan de kennis de politie op dit gebied. 23 Zie hiervoor ook de Nota integriteit Financiële sector en terrorismebestrijding de Ministers Financiën en Justitie, 16 november De eerste vijf voortgangsrapportages zijn in samenwerking met andere ministeries uit DG Rechtshandhaving het Ministerie Justitie opgesteld. Vanaf begin 2005 heeft de NCTb onder verantwoordelijkheid de Ministers Justitie en BZK over de voortgang op het gebied terrorismebestrijding gerapporteerd. 20

21 Voor de Ministeries BZ en Defensie geldt dat de verwevenheid tussen de externe en interne dimensies het catastrofale terrorisme ook hebben geleid tot de nodige kwalitatieve verbeteringen. Al eerder is aangegeven dat het Ministerie BZ een aparte afdeling heeft opgericht om zodoende zijn inspanningen op het gebied onder andere het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme te stroomlijnen. De contacten met andere ministeries en de NCTb zijn de afgelopen periode dan ook intensiever geworden, wat het creëren één aanspreekpunt ook noodzakelijk(er) maakt. Voor het Ministerie Defensie geldt dat hier wordt straks ook nog op teruggekomen zijn rol op het gebied de nationale veiligheid aanzienlijk is toegenomen. Uit het onderzoek komt naar voren dat onder andere als gevolg het eindrapport Defensie & Terrorisme 25 en de Kamerbrief Defensie en nationale Veiligheid 26 de inzet het Ministerie Defensie zich meer is gaan richten op het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme in nationaal verband. Naast de kwantitatieve capaciteitsuitbreiding die heeft plaatsgevonden, heeft er ook een aantal beleidsintensiveringen plaatsgevonden met het doel het Ministerie Defensie beter toe te rusten op zijn bijdrage aan het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme (zie ook het stuk over specifieke maatregelen/interventiemechanismen). Uit de collegiale toetsen Ministeries als EZ en V&W blijkt duidelijk dat zij zich in de afgelopen periode ook meer zijn gaan bezighouden met de dreiging catastrofaal terrorisme. Hun rol op dit gebied is toegenomen, maar richt zich en dit blijkt vooral uit de collegiale toets het Ministerie V&W ook nadrukkelijk op de vertegenwoordiging hun sector. Maatregelen op het gebied security moeten in de visie deze ministeries worden geplaatst in kosten-baten perspectief en worden bezien in het belang het zogenaamde level playing field. In de kern komt dit erop neer dat overmatige aandacht voor security bijvoorbeeld door strakke exportcontroles en omgrijke controles de havens niet moet leiden tot een substantiële verslechtering de concurrentiepositie, wanneer dit niet strikt noodzakelijk is. Daarnaast wordt er uit het Ministerie V&W ook nadruk gelegd op het belang systeemherstel door redundantie en resilience. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de systemen die de luchtverkeersleiding gebruikt. Ontwikkelen wetgeving Uit de zelfanalyses komt naar voren dat wetgeving een belangrijk instrument is in het kader het inperken en/of voorkomen catastrofaal terrorisme, aangezien het de mogelijkheid geeft catastrofaal terrorisme in een relatief vroeg stadium tegen te gaan. Het Ministerie Justitie speelt in dit verband dan ook een grote rol, terwijl op bestuurlijk gebied het Ministerie BZK een belangrijke speler is. Bij het onderdeel onderzoek en risicoanalyses is al aangegeven dat het Ministerie Justitie onderzoek verricht naar mogelijkheden om met wetgeving de voorwaarden voor effectief optreden te creëren. Inzichten in deze mogelijkheden maar zeker ook ratificatie afspraken in internationaal verband hebben de afgelopen jaren geleid tot een aantal nieuwe bepalingen in het strafrecht, zoals: de uitbreiding de strafbaarheidstelling voorbereidingshandelingen, conform het VN-verdrag inzake de bestrijding terroristische bomaanslagen 25 TK , , nr Zie de brief de Ministers va Defensie en BZK, 22 april

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Ministerie: Dreiging: Incidentcategorie: Defensie Terrorisme Catastrofaal terrorisme Voor akkoord Directeur-Generaal: Directoraat:

Nadere informatie

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Ministerie: Dreiging: Incidentcategorie: Justitie Terrorisme Catastrofaal terrorisme Voor akkoord Directeur-Generaal: Directoraat:

Nadere informatie

Project Nationale Veiligheid

Project Nationale Veiligheid Project Nationale Veiligheid Hoofdlijnen interdepartementale zelfevaluatie en collegiale toets Intern werkdocument Tja, nationale Veiligheid Wat is dat tegenwoordig Catastrofaal terrorisme eigenlijk? Datum:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid

Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Rapportage interdepartementale zelfevaluatie project Nationale Veiligheid Ministerie: Dreiging: Incidentcategorie: Ministerie van Justitie Terrorisme Radicalisering Voor akkoord Directeur-Generaal: Directoraat:

Nadere informatie

De Militaire Inlichtingenen

De Militaire Inlichtingenen De Militaire Inlichtingenen Veiligheidsdienst 1 De rol van de krijgsmacht is de laatste jaren veranderd. Inlichtingen nemen in de huidige veiligheidscontext een steeds belangrijkere plaats in. Tijdens

Nadere informatie

Bestuurlijke Signalen

Bestuurlijke Signalen Bestuurlijke Signalen Informatiebrochure Landelijk Informatie en Expertise Centrum Voorbeeld: bestuurlijk signaal schijnhuwelijken Gedurende de periode 2010-2014 heeft de recherche van de Koninklijke Marechaussee

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en) STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 18660 8 december 2009 Circulaire Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE en) Aard circulaire: Bekendmaking van beleid

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 7984/10 ENFOPOL 78 + COR 1 + ADD

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2 JAI 346 COMIX 469 COTER 60 ENFOPOL 159 USA 39 ASIM 57 COHOM 126 COJUR 15 POLGEN 97 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Raad datum:

Nadere informatie

Datum 20 december 2018 Onderwerp Georganiseerde criminaliteit in relatie tot bescherming personenstelsels bewaken en beveiligen en getuigenbescherming

Datum 20 december 2018 Onderwerp Georganiseerde criminaliteit in relatie tot bescherming personenstelsels bewaken en beveiligen en getuigenbescherming 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Let op: Alleen het gesproken woord geldt! De lancering

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen

BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen Er is een glijdende schaal van maatregelen geïntroduceerd, waardoor meer flexibiliteit en maatwerk mogelijk is. De maatregelen hebben betrekking op de woning,

Nadere informatie

Bijlage I. CTIVD nr. 56. Bij het toezichtsrapport over de multilaterale gegevensuitwisseling door de AIVD over (vermeende) jihadisten

Bijlage I. CTIVD nr. 56. Bij het toezichtsrapport over de multilaterale gegevensuitwisseling door de AIVD over (vermeende) jihadisten Bijlage I Bij het toezichtsrapport over de multilaterale gegevensuitwisseling door de AIVD over (vermeende) jihadisten CTIVD nr. 56 [vastgesteld op 7 februari 2018] Commissie van Toezicht op de Inlichtingen-

Nadere informatie

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law. Fiche 2: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal

Nadere informatie

Project Nationale Veiligheid

Project Nationale Veiligheid Project Nationale Veiligheid Geïntegreerde rapportage interdepartementale zelfevaluatie Pandemieën Intern werkdocument Tja, nationale Veiligheid Wat is dat tegenwoordig eigenlijk? Datum: 16-05-2006 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag www.nctv.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Nadere informatie

Conclusies Inspectie De Inspectie heeft zich in haar onafhankelijke onderzoek gefocust op de lokale

Conclusies Inspectie De Inspectie heeft zich in haar onafhankelijke onderzoek gefocust op de lokale 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

12650/17 ons/dep/sp 1 DGD 1C

12650/17 ons/dep/sp 1 DGD 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2017 (OR. en) 12650/17 COSI 215 JAI 845 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Ontwerpconclusies

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 33 456 EU-mededeling: De EU-strategie voor de uitroeiing

Nadere informatie

A8-0316/13

A8-0316/13 18.11.2015 A8-0316/13 13 Paragraaf 14 14. herinnert eraan dat internetaanbieders en -dienstverleners een wettelijke verantwoordelijkheid hebben om samen te werken met de autoriteiten van de lidstaten en

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep drugshandel Ontwerp-aanbeveling van de Raad over de noodzakelijke

Nadere informatie

Datum 21 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over man uit Doornenburg verdacht van voorbereiden aanslag op moslims

Datum 21 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over man uit Doornenburg verdacht van voorbereiden aanslag op moslims 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Onderzoek naar de Dienst Bewaken en Beveiligen. Hoe worden mogelijke integriteitsschendingen bij de DBB voorkomen en/of bestreden?

Onderzoek naar de Dienst Bewaken en Beveiligen. Hoe worden mogelijke integriteitsschendingen bij de DBB voorkomen en/of bestreden? Onderzoek naar de Dienst Bewaken en Beveiligen Hoe worden mogelijke integriteitsschendingen bij de DBB voorkomen en/of bestreden? 1 Aanleiding 3 2 Afbakening 4 3 Doel- en probleemstelling 5 3.1 Doelstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2432 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport Follow the Money 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66 NOTA van: het Italiaanse voorzitterschap aan: de horizontale Groep drugs nr. vorig doc.: 11051/03 CORDROGUE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 974 Nieuw stelsel bewaken en beveiligen 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 303 Verslag van de commissie voor de Inlichtingenen Veiligheidsdiensten over haar werkzaamheden in 2011 Nr. 1 VERSLAG Vastgesteld 12 juni 2012

Nadere informatie

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) PUBLIC 14277/10 LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep algemene aangelegenheden,

Nadere informatie

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) Justitie

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) Justitie De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) Justitie WOORD VOORAF Begin 2005 ging de staf van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding officieel van start. Op dit moment werken er ruim

Nadere informatie

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding j1 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Postadres: Postbus 16950, 2500 BZ Den Haag Aan: de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Oranjebuitensingel

Nadere informatie

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juli 2001 (12.07) (OR. fr,en) 10731/1/01 REV 1 LIMITE JAI 74 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad (Justitie en Binnenlandse Zaken) Betreft: - Veiligheid van

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0367 (NLE) 14996/16 VOORSTEL van: ingekomen: 28 november 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COASI 218 ASIE 88

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad betreffende de beveiliging van de bijeenkomsten

Nadere informatie

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 april 2000 (17.04) (OR. en) 7316/00 LIMITE EUROPOL 4 NOTA van: Europol aan: de Groep Europol nr. vorig doc.: 5845/00 EUROPOL 1 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3 Betreft: Artikel

Nadere informatie

Europese en internationale instellingen en organisaties

Europese en internationale instellingen en organisaties Europese en internationale instellingen en organisaties relevant voor criminologie en strafrechtsbedeling Gert Vermeiden Maklu Antwerpen / Apeldoorn Inhoud Woord vooraf 13 1. Benelux 15 A. Ontstaan en

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 6.11.2007 SEC(2007) 1425 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij het Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Ronald Ulrich en Sanne Lohman

Ronald Ulrich en Sanne Lohman Nationale veiligheid Sinds de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten en Madrid, de moord op Theo van Gogh en bedreigingen aan het adres van Tweede Kamerleden en andere publieke gezagsdragers staat

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 oktober 2003 (03.11) (OR. it) 11051/4/03 REV 4 CORDROGUE 66

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 oktober 2003 (03.11) (OR. it) 11051/4/03 REV 4 CORDROGUE 66 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 oktober 2003 (03.11) (OR. it) 11051/4/03 REV 4 CORDROGUE 66 NOTA van: aan: Betreft: het Italiaanse voorzitterschap de horizontale Groep drugs Ontwerp-resolutie van

Nadere informatie

Bijlage V. CTIVD nr. 60

Bijlage V. CTIVD nr. 60 Bijlage V bij het toezichtsrapport over de wegingsnotities van de AIVD en de MIVD voor de internationale samenwerking met de Counter Terrorism Group- en sigint-partners CTIVD nr. 60 [vastgesteld op 21

Nadere informatie

Zittingsdocument B8-0221/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument B8-0221/2015 ONTWERPRESOLUTIE EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Zittingsdocument 4.3.2015 B8-0221/2015 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

Bekende afzenders. Nieuwe Europese regelgeving voor luchtvracht.

Bekende afzenders. Nieuwe Europese regelgeving voor luchtvracht. Bekende afzenders Nieuwe Europese regelgeving voor luchtvracht. NCTb taken en bevoegdheden Defensie KMar AIVD NCCB RNV Financiën CBB VDB BZ OM LOCC BZK NCC Douane OvJ MIVD RID KLPD IND ECD Justitie AZ

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Minister-President Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Veiligheid en Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 977 AIVD Nr. 150 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

111 e iii 0 Grootschalige publieksevenementen en Nationale Evenementen

111 e iii 0 Grootschalige publieksevenementen en Nationale Evenementen Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie Dep. VERTROUWELIJK 111 e iii 0 Grootschalige publieksevenementen en Nationale Evenementen De NCTV ziet het

Nadere informatie

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Informatie over het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) -1- Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit 3 Bestuurlijke aanpak

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2301 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

2 Uitwisseling van opsporings- en terrorisme-informatie

2 Uitwisseling van opsporings- en terrorisme-informatie 2 Uitwisseling van opsporings- en terrorisme-informatie 20 2.1 Inleiding Op 10 april 2003 publiceerde de Algemene Rekenkamer het rapport Uitwisseling van opsporings- en terrorisme-informatie. 1 Het onderzoek

Nadere informatie

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie en Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 16 maart 2017 (OR. en) 7079/17 ENFOPOL 116 JAI 225 NOTA van: aan: het voorzitterschap de delegaties nr. vorig doc.: 7078/17 Betreft: Ontwerpuitvoeringsbesluit (EU) 2017/

Nadere informatie

A 2014 N 72 PUBLICATIEBLAD H E B B EN B E S L O T E N : Artikel 1

A 2014 N 72 PUBLICATIEBLAD H E B B EN B E S L O T E N : Artikel 1 A 2014 N 72 PUBLICATIEBLAD MINISTERIËLE REGELING MET ALGEMENE WERKING van de 12 de september 2014 ter uitvoering van artikel 7 van de Sanctielandsverordening, houdende de implementatie van resoluties van

Nadere informatie

Nieuwe hoofdstructuur bestuursdepartement per 1 juli 2011

Nieuwe hoofdstructuur bestuursdepartement per 1 juli 2011 Nieuwe hoofdstructuur bestuursdepartement per 1 juli 2011 Nieuwe hoofdstructuur bestuursdepartement per 1 juli 2011 Minister Staatssecretaris Secretaris- Generaal plv Secretaris- Generaal Het nieuwe bestuursdepartement

Nadere informatie

Risico's van witwassen en terrorismefinanciering in de kansspelsector

Risico's van witwassen en terrorismefinanciering in de kansspelsector Dr. J. van der Knoop Decision Support Risico's van witwassen en terrorismefinanciering in de kansspelsector Quick scan 2 april 2017 dr. J. van der Knoop Samenvatting Titel: Risico's van witwassen en terrorismefinanciering

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon Pauline Eizema T 0031 70 348

Nadere informatie

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding α Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Postadres: Postbus 16950, 2500 BZ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Oranjebuitensingel

Nadere informatie

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juni 2017 (OR. en) 10159/17 ENFOPOL 301 PROCIV 54 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juni 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom INHOUD Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 14 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 15 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 348/130 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD van 16 december

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Nationale Veiligheid Programma Dreigingen en Capaciteiten Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving Courtesy Vertaling Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC Taakomschrijving Achtergrond Tegen het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de wereldwijde opwarming van

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

Datum Betreft Antwoorden op feitelijke vragen over het jaarverslag MIVD 2013

Datum Betreft Antwoorden op feitelijke vragen over het jaarverslag MIVD 2013 > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 maart 2013 Onderwerp Beleidsopvolging DTN 32

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 maart 2013 Onderwerp Beleidsopvolging DTN 32 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag >Retouradres Postbus 20010, 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bijlagen 0 1 van 5 Betreft Beantwoording vragen Lid Kuiken over publicatie

Nadere informatie

Datum 19 april 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de militaire beveiliging van Belgische kerncentrales

Datum 19 april 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de militaire beveiliging van Belgische kerncentrales 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag www.nctv.nl

Nadere informatie

De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië

De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië en Irak. Daarnaast zag de AIVD het afgelopen jaar dreigingen

Nadere informatie

Noord-Nederland Regionaal Informatie en Expertise Centrum

Noord-Nederland Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord-Nederland Regionaal Informatie en Expertise Centrum Postbus 107 9400 AC Assen T 088-1672790 ri ecnoord@groningen.politie_nl www.riec.nl Ons kenmerk RIECN2018ws100 Datum Betreft 5juni 2018 Informatie

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 juli 2001 (11.07) (OR. fr,en) 10731/01 LIMITE JAI 74

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 juli 2001 (11.07) (OR. fr,en) 10731/01 LIMITE JAI 74 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 juli 2001 (11.07) (OR. fr,en) 10731/01 LIMITE JAI 74 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel) Ontwerp-conclusies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 754 Terrorismebestrijding Nr. 217 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD Nr. 111 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 30 juni 2014 De vaste commissie voor Defensie heeft een

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag > Retouradres Postbus 2070 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 25 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 2070 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig doc.: 11037/1/00 ENFOPOL 58

Nadere informatie

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Post Bits of Freedom Bank 55 47 06 512 M +31 613380036 Postbus 10746 KvK 34 12 12 86 E ton.siedsma@bof.nl 1001 ES Amsterdam W https://www.bof.nl Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus

Nadere informatie

3. Corendon Dutch Airlines, te dezen vertegenwoordigd door de Managing Director,

3. Corendon Dutch Airlines, te dezen vertegenwoordigd door de Managing Director, Convenant tussen de Staat der Nederlanden, KLM, Corendon Dutch Airlines en TUIfly en de Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers inzake het nationaal borgen van het delen van dreigingsinformatie tussen

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018 Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 925 Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 32 317 JBZ-Raad HC BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

In mln euro 2015 2016 2017 2018 2019 2020. Totaal 24,9 105,4 116,7 120,9 122,4 128,8

In mln euro 2015 2016 2017 2018 2019 2020. Totaal 24,9 105,4 116,7 120,9 122,4 128,8 > Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Minister-President Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 december 2001 (19.12) (OR. en) 15354/1/01 REV 1 LIMITE PESC 546 RELEX 184 JAI 177

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 december 2001 (19.12) (OR. en) 15354/1/01 REV 1 LIMITE PESC 546 RELEX 184 JAI 177 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 december 2001 (19.12) (OR. en) 15354/1/01 REV 1 LIMITE PESC 546 RELEX 184 JAI 177 NOTA van: het Coreper d.d.: 12 december 2001 aan: de Raad Betreft: ontwerp-verslag

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE PUBLIC ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 NOTA van: van het voorzitterschap aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

Project Nationale Veiligheid

Project Nationale Veiligheid Project Nationale Veiligheid Geïntegreerde rapportage interdepartementale zelfevaluatie Plaagorganismen Intern werkdocument Tja, nationale Veiligheid Wat is dat tegenwoordig eigenlijk? Datum: 16-05-2006

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie