Factoren die van invloed zijn op de blijfkans van eerstejaarsstudenten noordoost Nederland. Werkgroep Aansluitingsmonitor noordoost Nederland.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Factoren die van invloed zijn op de blijfkans van eerstejaarsstudenten noordoost Nederland. Werkgroep Aansluitingsmonitor noordoost Nederland."

Transcriptie

1 Factoren die van invloed zijn op de blijfkans van eerstejaarsstudenten noordoost Nederland. Werkgroep Aansluitingsmonitor noordoost Nederland. Definitief. 19 Juni Groningen/Zwolle Juni

2 Inhoud 1 Inleiding Vergelijking responsgroep en populatie Analyse voor totaal Analyse Gedrag & Maatschappij Analyse gezondheidszorg Analyse Techniek Analyses Onderwijs Analyses landbouw en Veeteelt Analyses Kunst Conclusies en discussie Conclusies Discussie Praktische implicaties Bijlage 1. Uitkomsten logistische regressieanalyses Bijlage 2. Definities van variabelen

3 1 Inleiding In deze rapportage worden de studie-uitval gegevens van eerstejaarsstudenten gekoppeld aan de uitkomsten van de Aansluitingsmonitor Daarmee komen factoren in beeld die van invloed zijn op de studie-uitval bij opleidingen. De analyses zijn voor het totaal en per onderwijssector uitgevoerd en gepresenteerd in dit rapport. 2 Vergelijking responsgroep en populatie Van de 5592 respondenten konden de uitvalgegevens gekoppeld worden aan de sector. In de volgende analyses is dit aantal ingeperkt tot een groep van 4699 respondenten. Deze groep staat in cursusjaar 2010/2011 ingeschreven als voltijds/duaal student, heeft in 2009 of 2010 een diploma van de vooropleiding behaald, en heeft een studieduurverkorting van maximaal een jaar. Tabel 1: Uitval responsgroep en onderzoekspopulatie van eerstejaarsstudenten Steekproef december 2010* Onderzoekspopulatie (vastgesteld op 1 december 2010) Uitval per 1/ Totaal Uitval per 1/9/2011 Totaal economie N % 27,7% 100,0% 39,3% 100,0% gedr & m'ij N % 25,0% 100,0% 25,2% 100,0% gezzorg N % 18,5% 100,0% 30,1% 100,0% techniek N % 24,3% 100,0% 34,0% 100,0% onderwijs N % 33,5% 100,0% 42,2% 100,0% landbouw & veeteelt N % 20,8% 100,0% 33,5% 100,0% kunst N % 15,3% 100,0% 21,8% 100,0% totaal N % 25,6% 100,0% 34,7% 100,0% * De bruto-respons is gebruikt voor deze tabel. Voor de analyses op sector-niveau is de netto-respons gebruikt. 1 Dit is 103 meer dan de onderzoekspopulatie van de Aansluitingsmonitor. 3

4 Gemiddeld viel 25.6% van de respondenten uit aan het einde van het studiejaar 2010/2011. Uitval is daarbij gedefinieerd als aan het eind van eerste studiejaar niet meer aanwezig op de opleiding. 2 Boven dit gemiddelde zitten opleidingen in de sectoren Economie en Onderwijs, met achtereenvolgens 27.7%, en 33.5% uitvallers. Respondenten in de sectoren Gezondheidszorg en Kunst vallen minder vaak uit dan gemiddeld, met 18.5% en 15.3% uitvallers. Van de totale onderzoekspopulatie viel gemiddeld 34,7% uit, met ook hier de minste uitval bij de sectoren gezondheidszorg en kunst (respectievelijk 30,1% en 21,8%) en de meeste uitval in economie en onderwijs (39,3% en 42,2%). Hoewel studenten die uitvallen minder hebben meegedaan aan het aansluitingsonderzoek, menen we dat de verbanden tussen kenmerken van de aansluiting en uitval die in de volgende paragrafen zijn onderzocht representatief voor de populatie. Wel is het mogelijk dat in een meer representatieve steekproef of in de populatie sommige verbanden iets hoger of lager zijn. De aantallen respondenten waren groot genoeg om voor de totale responsgroep en bijna alle sectoren na te gaan welke factoren bijdragen aan het verklaren van uitval. In de volgende paragrafen zijn uitvallers en blijvers voor het geheel en voor de sectoren vergeleken op aansluitingskenmerken en is voor vijf sectoren (Landbouw & Veeteelt en Kunst niet) nagegaan uit welke factoren die in de aansluitingsmonitor zijn gemeten de uitval is te verklaren. 2 Omdat in de gegevens van instellingen niet altijd het onderscheid tussen switchers en echte uitvallers kon worden gemaakt zijn beide groepen als één groep geanalyseerd. 4

5 3 Analyse voor totaal Nagegaan is welke factoren invloed hebben op uitval. Allereerst is nagegaan of uitvallers en niet-uitvallers (blijvers) verschillen in percentages of gemiddelde scores op potentieel belangrijke factoren zien (Tabel 2). De factoren zijn gordend naar a. achtergrondkenmerken van studenten, b. individuele kenmerken die op het moment van instroom al vast staan, en c. proceskenmerken. De factoren onder punt a en b zijn in het model van de Eindrapportage Aansluitingsmonitor 2010/2011 (p.8) presage-factoren genoemd. De procesfactoren onder punt c hebben betrekking op studeergedrag, verwachtingen, percepties en attitudes van studenten tijdens hun eerste maanden van het hbo. De uitval aan het eind van het eerste jaar is één van de productfactoren die we in ons onderzoeksmodel voor aansluiting onderscheiden. De definities van de factoren genoemd onder b. individuele kenmerken die op het moment van instroom al vast staan en c. proceskenmerken zijn opgenomen in Bijlage 2 van dit verslag. Het rijtje factoren uit het onderzoeksmodel aansluiting is aangevuld met de factor studieduurverkorting, omdat deze in de voorbereidende analyses verschillen lieten zien tussen groepen studenten. 5

6 c. Proceskenmerken b. Individuele kenmerken die op moment van instroom al vast staan `a. Achtergrondkenmerken van studenten Analyse uitval voor zes hogescholen uit de Aansluitingsmonitor. Cohort Tabel 2: Gemiddelden en percentages voor uitvallers en blijvers. Totaal Uitgevallen per 1 september 2011 (N=1045) 3 HG 23,9% 76,1% Stenden-Emmen 26,8% 73,2% VHL 25,2% 74,8% NHL 23,7% 76,3% Stenden-Leeuwarden 24,9% 75,1% CHW 26,5% 73,5% Gebleven na 1 september 2011 (n=2995) 1 Saxion-Dev Saxion-Ens 29,0% 71,0% 29,4% 70,6% Man * 29,4% 70,6% Vrouw * 23,8% 76,2% Leeftijd op 1 dec ,62 19,61 Havisten* 27,9% 72,1% Vwo ers* 16,6% 83,4% Mbo ers 26,1% 73,9% Studenten met een andere vooropleiding 20,7% 79,3% Geen studieduurverkorting * 26,7% 73,3% Half jaar studieduurverkorting 25,4% 74,6% Half jaar jaar studieduurverkorting * 16,1% 83,9% Voorbereiding samenwerken 2,86 2,92 Voorbereiding zelfstandig werken * 2,56 2,63 Voorbereiding rekenvaardigheden 2,56 2,63 Tevredenheid voorlichting vanuit de vooropleiding 2,63 2,66 Tevredenheid voorlichting vanuit het hbo* 2,96 3,05 Intrinsiek keuzemotief * 4,20 4,32 Extrinsiek keuzemotief 3,31 3,26 zelfstudie (uren/week) * 13,18 14,10 contacturen (uren/week) 16,42 16,61 Uitkomen verwachtingen * 1,96 2,03 Tevredenheid aansluiting * 2,80 2,86 Sociale integratie * 3,14 3,21 Academische integratie * 2,80 2,98 Vasthoudendheid* 2,80 3,35 Intentie om te blijven * 20,6% 79,4% Intentie om te vertrekken * 52,4% 47,6% * Significant verschil p <.001. Vetgedrukt = factoren waarop uitvallers en blijvers verschillen. De kenmerken geslacht (m/v), vooropleiding, studieduurverkorting en intentie om te blijven/vertrekken zijn weergegeven in percentages. De overige kenmerken zijn weergegeven in gemiddelden 3 De N voor de steekproef die hier is gerapporteerd is gebaseerd op het laagste aantal respondenten dat voor een factor is genoemd en is iets lager dan het aantal genoemd in Tabel 1. 6

7 In tabel 2 zien we een groot aantal significante verschillen tussen uitvallers en blijvers. Van de mannen valt 29.4% uit, dat ruim 5% meer dan de 23.8% bij vrouwen. Vwo ers blijven vaker dan studenten met een andere vooropleiding, namelijk 83.4% tegen 74.1% gemiddeld. Van de havisten valt 27.9% uit, dat is vaker dan gemiddeld. Studenten die zonder studieduurverkorting instromen vallen gemiddeld vaker uit dan studenten met een half tot maximaal een jaar studieduurverkorting. Studenten die blijven zijn iets beter voorbereid op het hbo wat betreft zelfstandig werken, zijn meer tevreden met de voorlichting vanuit het hbo, en zijn meer intrinsiek gemotiveerd. Verder is uit de tabel af te lezen dat studenten die zijn gebleven ruim een uur meer tijd besteden aan zelfstudie dan degenen die zijn vertrokken. Blijvers zien ook hun verwachtingen meer uitkomen, zijn meer tevreden over de aansluiting, zijn beter sociaal en academisch geïntegreerd, en bovendien meer vasthoudend. Tot slot toont de tabel dat van de studenten die in december 2010 de intentie hadden om te blijven (voldoende tevreden waren over hun studiekeuze) 79.4% is gebleven en 20.6% is uitgevallen. Van degenen die in december de intentie hadden om een andere opleiding en/of instelling te kiezen (niet tevreden waren over hun studiekeuze) is na het eerste jaar 52.4% is uitgevallen en 47.6% gebleven. Dit laatste gegeven is in de volgende tabel apart uitvergroot (Tabel 3). Tabel 3: Intentie om te blijven of vertrekken (december 2010) en uitval aan het eind van het eerstejaar (september 2011). Totaal Uitgevallen (september Gebleven (september Totaal 2011) 2011) Intentie om te vertrekken (december 2010) 408 (52,4%) 370 (47,6%) 778 Intentie om te blijven (december 2010) 802 (20,6%) 3098 (79,4%) 3900 Totaal 1210 (25.9%) 3468 (74.1%) 4678 Op basis van de gegevens uit Tabel 3 kan worden berekend dat de kans van degenen die in december van het eerste jaar overwegen te vertrekken zo groot is als die van hun medestudenten die dit niet overwegen. 4 Voor het verklaren van uitval uit en voor het uitdrukken van de kans op uitval (of blijven 5 ) voor meer factoren tegelijk is de analyse van kruistabellen zoals hierboven een 4 De kans of odds op uitval van studenten die overwegen te vertrekken = 408/370 ofwel De kans op uitval van degenen die dit niet overwegen = 802/3098 ofwel De uitkomst van 1.10/0.258 = geeft de relatieve kans op uitval van twijfelaars weer. De omgekeerde deling 0.23/1.02 = geeft aan dat de relatieve kans op uitval van studenten die niet twijfelen maal zo klein is. Deze relatieve kansen worden in regressieanalyse aangeduid met het getal Exp(B). (zie voor vervolg de voetnoot bij de bijlage) 7

8 ontoereikend middel. Regressieanalyses die voor dit verslag zijn uitgevoerd lenen zich daarvoor beter. In Bijlage 1 zijn de uitkomsten van de regressieanalyse voor het totaal en voor vijf de sectoren (niet voor Landbouw & Veeteelt en Kunst) opgenomen. Welke van deze factoren hebben de grootste invloed op studie-uitval of blijven? Hieronder is het resultaat van de regressieanalyse samengevat (Tabel 4; volledig resultaat van de analyse in bijlage A). In deze tabel zijn ook de effecten doorgerekend voor de variabelen waarop uitvallers en blijvers significante verschillen (zie tabel 2) lieten zien. Tabel 4: Overzichtstabel invloed van variabelen op kans om te blijven. Totaal Factor waarde blijfkans(%) t.o.v. referentie 1 Populatiekenmerken om rekening mee te houden aandeel in populatie / gemiddelde st. dev. schaal sexe vrouw 4% 61% nominaal vooropleiding vwo 9% 10% nominaal leeftijd studieduurverkorting ja, 1 jaar 10% 7% nominaal direct beïnvloedbare factoren voorbereiding zelfstandig werken 1% 2,9 0,6 1 tot 4 (1) voorbereiding rekenvaardigheden 2% 2,6 0,8 1 tot 4 (1) voorlichting door hbo -3% 3,0 0,4 1 tot 4 (1) intrinsieke motivatie 1% 4,3 0,5 1 tot 5 (1) extrinsieke motivatie -1% 3,3 0,7 1 tot 5 (1) tevredenheid aansluiting -2% 2,8 0,5 1 tot 4 (1) academische integratie 5% 2,9 0,5 1 tot 4 (1) vasthoudendheid 10% 3,2 0,8 1 tot 4 (1) intentie om te blijven nee -18% 17% nominaal 1 Aantal %-punten afname/toename van de blijfkans ten opzichte van de referentiegroep (= mannelijke havisten van HG, zonder studieduurverkorting,die na drie maanden de intentie hebben om te blijven ) bij stijging van 1 schaalpunt. In de tabel komt zelfstudie-uren niet voor, hoewel significant in Tabel A bij de bijlage, omdat het effect op uitval slechts 0.2% is per uur meer. Tabel 4 geeft aan wat de toename van de kans op blijven (=niet uitvallen) is, indien de waarde van een factor een schaalpunt hoger is. De tabel laat, bijvoorbeeld zien dat de kans op blijven met 9%-punt toeneemt bij de vwo-instroom. Eén jaar studieduurverkorting levert een 5 Gekozen is om in dit type tabel de blijfkans centraal te stellen. In veel gevallen leiden hogere waarden op de factoren (linker kolom) tot een hogere blijfkans (genoemd in de kolom blijfkans (%) t.o.v. referentie). Equivalent hieraan is, afgezien van een verschil in connotatie, dat lagere waarden op deze factoren leiden tot meer uitval of een hogere uitvalkans. In de tekst wordt wisselend over uitval(len), uitvalkans, blijven of blijfkans gesproken. 8

9 blijfkans op die 10%-punt hoger is dan de referentie-uitkomst. Studenten die in december aangeven niet vasthoudend te zijn hebben 18%-punt minder kans te blijven. Een betere voorlichting vanuit het hbo met één punt doet de kans op blijven dalen met 3%-punt. Wanneer de tevredenheid over de mate van academische integratie stijgt met één punt, dan neemt de kans op blijven toe met 5%-punt. Tot slot laat toename van de vasthoudendheid met één punt de blijfkans met 10%-punt stijgen. Bij deze samenvattende tabel kan worden opgemerkt dat de analyse uitgebreid zou kunnen worden met zgn. interactie-effecten, dat zijn effecten van een derde variabele op de relatie tussen een onafhankelijke en een afhankelijke variabele. De relatie tussen geslacht en uitval kan bijvoorbeeld per sector verschillen. De toevoeging van de interactievariabele geslacht * sector leidt inderdaad tot een iets ander het regressiemodel, met een iets hogere Nagelkerke R 2 van (versus in bijlage A). Maar het aantal correct voorspelde uitvallers neemt niet toe. De veranderingen in het model zijn terug te vinden in een significant interactie-effect van onderwijs*sexe. Blijkbaar vallen mannen in deze sector relatief in vergelijking met andere sectoren vaker uit dan vrouwen. Hoewel interactie-effecten er dus wel toe kunnen doen, wordt hierop in dit rapport vanwege het technische karakter van de uitbreiding niet verder ingegaan. 9

10 c. Proceskenmerken b. Individuele kenmerken die op moment van instroom al vast staan a. Achtergrondkenmerken van studenten Analyse uitval voor zes hogescholen uit de Aansluitingsmonitor. Cohort Analyses voor Economie De analyses uit de voorgaande paragraaf zijn herhaald per sector. Tabel 5 geeft de gemiddelden voor uitvallers en blijvers voor de sector Economie. Tabel 5: Gemiddelden / percentages voor uitvallers en blijvers. Economie. Uitvallers (N=376) Blijvers (n=927) Man 30,4% 69,6% Vrouw 25,8% 74,2% Leeftijd op 1 dec ,50 19,45 Havisten * 31,0% 69,0% Vwo ers* 14,6% 85,4% Mbo ers * 28,3% 71,7% Studenten met een andere vooropleiding 15,7% 84,3% Geen studieduurverkorting 28,6% 71,4% Half jaar studieduurverkorting 33,3% 66,7% Half jaar jaar studieduurverkorting * 13,2% 86,8% Voorbereiding samenwerken 2,54 2,58 Voorbereiding zelfstandig werken 2,82 2,89 Voorbereiding rekenvaardigheden 2,64 2,73 Tevredenheid voorlichting vanuit de vooropleiding 2,61 2,65 Tevredenheid voorlichting vanuit het hbo 2,92 2,98 Intrinsiek keuzemotief * 4,20 4,29 Extrinsiek keuzemotief 3,53 3,50 zelfstudie (uren/week) * 12,63 13,99 contacturen (uren/week) 14,96 15,37 Uitkomen verwachtingen * 1,97 2,02 Tevredenheid aansluiting 2,78 2,84 Sociale integratie * 3,06 3,17 Academische integratie * 2,79 2,93 Vasthoudendheid* 2,75 3,27 Intentie om te blijven * 21,7% 78,3% Intentie om te vertrekken * 52,8% 47,2% * Significant verschil p <.05. Vetgedrukt = factoren waarop studenten die zijn uitgevallen verschillen van degenen die zijn gebleven. De kenmerken geslacht (m/v), vooropleiding, studieduurverkorting en intentie om te blijven/vertrekken zijn weergegeven in percentages. De overige kenmerken zijn weergegeven in gemiddelden 10

11 Tabel 5 laat zien dat havisten en mbo ers significant vaker uitvallen dan vwo ers. Verder hebben blijvers een significant hogere score op intrinsiek keuzemotief, en besteden zij meer tijd aan zelfstudie. Ook zien blijvers hun verwachtingen iets vaker uitkomen, hebben een hogere mate van sociale en academische integratie en zijn meer vasthoudend. De één na laatste regel van de tabel dat van de studenten die in december 2010 de intentie hadden om te blijven (voldoende tevreden waren over hun studiekeuze) 78.1% is gebleven en 21.9% is uitgevallen. Van degenen die in december de intentie hadden om een andere opleiding en/of instelling te kiezen (niet tevreden waren over hun studiekeuze) is na het eerste jaar 53.1% is uitgevallen en 46.9% gebleven. Dit laatste gegeven is in de volgende tabel apart uitvergroot (Tabel 6). Tabel 6: Intentie om te blijven of vertrekken (december 2010) en uitval aan het eind van het eerste jaar (september 2011). Economie Uitgevallen (september Gebleven (september Totaal 2011) 2011) Intentie om te vertrekken (december 2010) 160 (52,8%) 143 (47,2) 303 Intentie om te blijven (december 2010) 262 (21.7%) 945 (78,3%) 1207 Totaal 422 (27.9%) 1088 (72.1%) 1510 Uit de tabel kan worden berekend dat de kans van twijfelaars op uitval 4x keer zo groot is als die van degenen die in december 2010 zeker waren van hun keuze. 6 Vervolgens is voor Economie een regressieanalyse uitgevoerd (Bijlage B). De resultaten van deze analyse zijn hieronder samengevat (Tabel 7). In deze tabel zijn de effecten ook doorgerekend voor de variabelen waarop uitvallers en blijvers significant verschillen (zie tabel 6). 6 Kans of odds op uitval van twijfelaars = 160/143 = Kans of odds op uitval van twijfelaars = 262/945 = De kans van twijfelaars op uitval is dan 1.12/0.28 = 4.0 zo groot als die van de niet-twijfelaars. 11

12 Tabel 7: Overzichtstabel invloed van variabelen op kans om te blijven. Economie Totaal Factor waarde blijfkans(%) t.o.v. referentie 1 Populatiekenmerken om rekening mee te houden sexe aandeel in populatie / gemiddelde st. dev. schaal vooropleiding vwo 19% 10% nominaal mbo 9% 30% nominaal anders 18% 4% nominaal leeftijd -4% 19,5 2,0 jaar (1) studieduurverkorting ja, 1 jaar 21% 5% nominaal direct beïnvloedbare factoren voorlichting door hbo -10% 3,0 0,4 1 tot 4 (1) intrinsieke motivatie -2% 4,3 0,5 1 tot 5 (1) sociale integratie 5% 3,1 0,5 1 tot 4 (1) academische integratie 3% 2,9 0,5 1 tot 4 (1) vasthoudendheid 12% 3,1 0,8 1 tot 4 (1) intentie om te blijven nee -27% 20% nominaal 1 Aantal %-punten afname/toename van de blijfkans ten opzichte van de referentiegroep (= mannelijke havisten van HG, zonder studieduurverkorting en die na drie maanden de intentie hebben om te blijven ) bij stijging van 1 schaalpunt. In de tabel komt zelfstudie-uren niet voor, hoewel significant in Tabel A bij de bijlage, omdat het effect op uitval slechts 0.2% is per uur meer. Tabel 7 geeft aan wat de toename van de kans op blijven (=niet uitvallen) is, indien de waarde van een factor een schaalpunt hoger is. De tabel laat, bijvoorbeeld zien dat de kans op blijven met 19%-punt toeneemt bij studenten met een vwo-vooropleiding, met 9%-punt met een mbovooropleiding en 18%-punt indien men een andere vooropleiding (ook anders dan havo) heeft. Een hogere instroomleeftijd doet de blijfkans met 4%-punt per jaar zakken. Studieduurverkorting levert een verhoging van de blijfkans met 21%-punt op. Bij een betere voorlichting door de hbo-opleiding daalt de blijfkans met 10%-punt. Een betere sociale integratie levert een 5%-punt hogere blijfkans op. Hogere vasthoudendheid levert een stijging van de blijfkans met 12%-punt op. Geen intentie om te blijven doet de blijfkans met 27%- punt dalen. 12

13 c. Proceskenmerken b. Individuele kenmerken die op moment van instroom al vast staan a. Achtergrondkenmerken van studenten Analyse uitval voor zes hogescholen uit de Aansluitingsmonitor. Cohort Analyse Gedrag & Maatschappij Tabel 8 geeft de gemiddelden voor uitvallers en blijvers voor Gedrag & Maatschappij. Tabel 8: Gemiddelden voor uitvallers en blijvers. Gedrag & Maatschappij Uitvallers (N=200) Blijvers (n=629) Man * 31,4% 68,6% Vrouw * 23,8% 76,2% Leeftijd op 1 dec 2010 * 19,73 19,93 Havodum 27,6% 72,4% Vwodum 16,3% 83,7% Mbodum 22,2% 77,8% Overigdum 37,5% 62,5% Geen studieduurverkorting * 26,4% 73,6% Max halfjaar_studieduurverkorting 21,4% 78,6% Half_tot_jaar_studieduurverkorting* 17,5% 82,5% Voorbereiding samenwerken 2,69 2,73 Voorbereiding zelfst werken 2,95 2,98 Voorbereiding rekenva 2,38 2,28 Tevredenheid voorlichting vooropleiding 2,61 2,67 Tevredenheid voorlichting hbo * 2,93 3,05 Intrinsiek keuzemotief * 4,25 4,39 Extrinsiek keuzemotief 3,18 3,18 zelfstudie (gemiddeld aantal uren/week) * 12,98 14,00 contacturen (gemiddeld aantal uren/week) 15,06 15,16 Uitkomen verwachtingen * 1,97 2,02 Tevredenheid aansluiting 2,86 2,87 Sociale integratie 3,20 3,23 Academische integratie * 2,76 2,91 Vasthoudendheid * 2,68 3,32 Blijfintentie * 20,1% 79,9% Vertrekintentie * 48,5% 51,5% * Significant verschil p <.05. Vetgedrukt = factoren waarop studenten die zijn uitgevallen verschillen van degenen die zijn gebleven. De kenmerken geslacht (m/v), vooropleiding, studieduurverkorting en intentie om te blijven/vertrekken zijn weergegeven in percentages. De overige kenmerken zijn weergegeven in gemiddelden. 13

14 Er zijn geen significante verschillen tussen uitvallers en blijvers naar vooropleiding. De tabel wel laat zien dat vrouwen, studenten met een half tot een jaar studieduurverkorting, studenten die meer tevreden zij over de voorlichting vanuit het hbo, en meer intrinsiek gemotiveerde studenten vaker blijven. Bovendien besteden blijvers gemiddeld meer tijd aan zelfstudie, zien ze hun verwachtingen vaker uitkomen, zijn beter academische geïntegreerd en meer vasthoudend. De één na laatste regel van de tabel laat zien dat van de studenten die in december 2010 de intentie hadden om te blijven (voldoende tevreden waren over hun studiekeuze) 79.9% is gebleven en 20.1% is uitgevallen. Van degenen die in december de intentie hadden om een andere opleiding en/of instelling te kiezen (niet tevreden waren over hun studiekeuze) is na het eerste jaar 48.5% is uitgevallen en 51.5% gebleven. Dit laatste gegeven is in de volgende tabel apart uitvergroot (Tabel 9). Tabel 9: Intentie om te blijven of vertrekken (december 2010) en uitval aan het eind van het eerstejaar (september 2011). Gedrag & Maatschappij Uitgevallen (september Gebleven (september Totaal 2011) 2011) Intentie om te vertrekken (december 2010) 79 (48,5% 84 (51,5%) 163 Intentie om te blijven (december 2010) 163 (20,1% 649 (79,9%) 812 Totaal 242 (24.8%) 733 (75.2%) 975 Uit de tabel kan worden berekend dat de kans van twijfelaars op uitval bijna 4x keer zo groot is als die van degenen die in december 2010 zeker waren van hun keuze. 7 Vervolgens is voor Gedrag & Maatschappij een regressieanalyse uitgevoerd (Bijlage C). De resultaten van deze analyse zijn hieronder samengevat (Tabel 10). ). In deze tabel zijn de effecten ook doorgerekend voor de variabelen waarop uitvallers en blijvers significant verschillen (zie tabel 8). 7 Kans of odds op uitval van twijfelaars = 79/84 = Kans of odds op uitval van twijfelaars = 163/649 = De kans van twijfelaars op uitval is dan 0.94/0.25 = 3.76 zo groot als die van de niet-twijfelaars. 14

15 Tabel 10: Overzichtstabel invloed van variabelen op kans om te blijven. Totaal G&M Factor waarde blijfkans(%) t.o.v. referentie 1 Populatiekenmerken om rekening mee te houden aandeel in populatie / gemiddelde st. dev. schaal sexe vrouw 3% 83% nominaal direct beïnvloedbare factoren voorlichting door hbo 1% 3,0 0,4 1 tot 4 (1) intrinsieke motivatie 3% 4,4 0,5 1 tot 5 (1) uitkomen verwachtingen -10% 2,0 0,3 1 tot 4 (1) academische integratie 4% 2,9 0,5 1 tot 4 (1) vasthoudendheid 8% 3,2 0,8 1 tot 4 (1) intentie om te blijven nee -6% 17% nominaal 1 Aantal %-punten afname/toename van de blijfkans ten opzichte van de referentiegroep (= mannelijke havisten van HG, zonder studieduurverkorting, die na drie maanden de intentie hebben om te blijven ) bij stijging van 1 schaalpunt Tabel 10 geeft aan wat de toename van de kans op blijven (=niet uitvallen) is, indien de waarde van een factor een schaalpunt hoger is. De tabel laat, bijvoorbeeld zien dat de kans op blijven met 3%-punt toeneemt bij vrouwen (t.o.v. de referentiegroep mannen). Het beter uitkomen van verwachtingen leidt tot een daling van de blijfkans van 10%-punt. Een betere academische integratie (+4%-punt) en vasthoudendheid (+8%-punt) verhogen de blijfkans. Geen intentie om te blijven verlaagt de blijfkans met 6%-punt. 15

16 c. Proceskenmerken b. Individuele kenmerken die op moment van instroom al vast staan a. Achtergrondkenmerken van studenten Analyse uitval voor zes hogescholen uit de Aansluitingsmonitor. Cohort Analyse gezondheidszorg Tabel 11 geeft de gemiddelden voor uitvallers en blijvers voor sector gezondheidszorg. Tabel 11: Gemiddelden voor uitvallers en blijvers. Gezondheidszorg Uitvallers (N=96) Blijvers (n=461) Man * 32,3% 67,7% Vrouw * 16,0% 84,0% Leeftijd op 1 dec ,28 19,32 Havodum 18,0% 82,0% Vwodum 21,6% 78,4% Mbodum 20,6% 79,4% Overigdum 6,1% 93,9% Geen studieduurverkorting 18,8% 81,2% Max halfjaar_studieduurverkorting,0% 100,0% Half_tot_jaar_studieduurverkorting 12,5% 87,5% Voorbereiding samenwerken 2,66 2,63 Voorbereiding zelfstandig werken 2,93 2,98 Voorbereiding rekenvaardigheden 2,63 2,68 Tevredenheid voorlichting vooropleiding 2,65 2,65 Tevredenheid voorlichting hbo 3,06 3,09 Intrinsiek keuzemotief 4,29 4,35 Extrinsiek keuzemotief 3,03 3,00 zelfstudie (gemiddeld aantal uren/week) 13,21 13,68 contacturen (gemiddeld aantal uren/week) 17,23 17,56 Uitkomen verwachtingen 1,98 2,03 Tevredenheid aansluiting 2,81 2,85 Sociale integratie 3,19 3,22 Academische integratie * 2,88 3,02 Vasthoudendheid * 2,88 3,39 Blijfintentie * 15,1% 84,9% Vertrekintentie * 42,5% 57,5% * Significant verschil p <.05. Vetgedrukt = factoren waarop studenten die zijn uitgevallen verschillen van degenen die zijn gebleven. De kenmerken geslacht (m/v), vooropleiding, studieduurverkorting en intentie om te blijven/vertrekken zijn weergegeven in percentages. De overige kenmerken zijn weergegeven in gemiddelden. 16

17 Uit de tabel blijkt dat vrouwen significant minder vaak uitvallen en vaker blijven. Er zijn geen verschillen naar vooropleiding, maar wel naar mate van academische integratie en vasthoudendheid. Blijvers hebben een hogere score op deze twee laatste twee variabelen dan uitvallers. De één na laatste regel van de tabel dat van de studenten die in december 2010 de intentie hadden om te blijven (voldoende tevreden waren over hun studiekeuze) 84.9% is gebleven en 15.1% is uitgevallen. Van degenen die in december de intentie hadden om een andere opleiding en/of instelling te kiezen (niet tevreden waren over hun studiekeuze) is na het eerste jaar 42.5% is uitgevallen en 57.5% gebleven. Dit gegeven is in de volgende tabel apart uitvergroot (Tabel 12). Tabel 12: Intentie om te blijven of vertrekken (december 2010) en uitval aan het eind van het eerstejaar (september 2011). Gezondheidszorg Uitgevallen (september Gebleven (september Totaal 2011) 2011) Intentie om te vertrekken (december 2010) 34 (42.5%) 46 (57.5%) 80 Intentie om te blijven (december 2010) 85 (15.1%) 479 (84.9%) 564 Totaal 119 (18.5%) 525 (81.5%) 644 Uit de tabel kan worden berekend dat de kans van twijfelaars op uitval ruim 4x keer zo groot is als die van degenen die in december 2010 zeker waren van hun keuze. 8 Vervolgens is voor Gezondheidszorg een regressieanalyse uitgevoerd (Bijlage D). De resultaten van deze analyse zijn hieronder samengevat (Tabel 13). In deze tabel zijn de effecten ook doorgerekend voor de variabelen waarop uitvallers en blijvers significant verschillen (zie tabel 11). 8 Kans of odds op uitval van twijfelaars = 34/46 = Kans of odds op uitval van twijfelaars = 85/479 = De kans van twijfelaars op uitval is dan 0.723/0.177 = 4.08 zo groot als die van de niet-twijfelaars. 17

18 Tabel 13: Overzichtstabel invloed van variabelen op kans om te blijven. Totaal Gezondheidszorg Factor waarde blijfkans(%) t.o.v. referentie 1 aandeel in populatie / gemiddelde st. dev. schaal Populatiekenmerken om rekening mee te houden sexe vrouw 19% 85% nominaal direct beïnvloedbare factoren academische integratie 13% 3,0 0,4 1 tot 4 (1) vasthoudendheid 23% 3,3 0,8 1 tot 4 (1) intentie om te blijven nee -18% 13% nominaal 1 Aantal %-punten afname/toename van de blijfkans ten opzichte van de referentiegroep (= mannelijke havisten van HG, zonder studieduurverkorting, die na drie maanden de intentie hebben om te blijven ) bij stijging van 1 schaalpunt Tabel 13 geeft aan wat de toename van de kans op blijven (=niet uitvallen) is, indien de waarde van een factor een schaalpunt hoger is. De tabel laat, bijvoorbeeld, zien dat de kans op blijven met 19%-punt toeneemt bij de vrouwen. Een betere academische integratie levert een verhoging van de blijfkans op met 13%-punt. Een betere vasthoudendheid verhoogt de blijfkans met 23%-punt. Geen intentie om te blijven verlaagt de blijfkans met 18%-punt. 18

19 c. Proceskenmerken b. Individuele kenmerken die op moment van instroom al vast staan a. Achtergrondkenmerken van studenten Analyse uitval voor zes hogescholen uit de Aansluitingsmonitor. Cohort Analyse Techniek Tabel 14 geeft de gemiddelden voor uitvallers en blijvers voor sector techniek. Tabel 14: Gemiddelden voor uitvallers en blijvers. Techniek Uitvallers (N=172) Blijvers (n=513) Man 25,7% 74,3% Vrouw 22,4% 77,6% Leeftijd op 1 dec ,88 19,79 Havodum 26,9% 73,1% Vwodum * 16,5% 83,5% Mbodum 26,1% 73,9% Overigdum 20,0% 80,0% Geen studieduurverkorting 26,0% 74,0% Max halfjaar_studieduurverkorting 19,7% 80,3% Half_tot_jaar_studieduurverkorting 21,7% 78,3% Voorbereiding samenwerken 2,71 2,65 Voorbereiding zelfstandig werken 2,75 2,81 Voorbereiding rekenvaardigheden 2,72 2,82 Tevredenheid voorlichting vooropleiding 2,68 2,65 Tevredenheid voorlichting hbo * 2,97 3,08 Intrinsiek keuzemotief * 4,17 4,27 Extrinsiek keuzemotief 3,34 3,31 zelfstudie (gemiddeld aantal uren/week) 13,53 14,44 contacturen (gemiddeld aantal uren/week) 18,67 18,43 Uitkomen verwachtingen * 1,96 2,05 Tevredenheid aansluiting * 2,76 2,84 Sociale integratie * 3,11 3,18 Academische integratie * 2,83 3,05 Vasthoudendheid * 2,83 3,38 Blijfintentie * 20,5% 79,5% Vertrekintentie * 53,2% 46,8% * Significant verschil p <.05. Vetgedrukt = factoren waarop studenten die zijn uitgevallen verschillen van degenen die zijn gebleven. De kenmerken geslacht (m/v), vooropleiding, studieduurverkorting en intentie om te blijven/vertrekken zijn weergegeven in percentages. De overige kenmerken zijn weergegeven in gemiddelden 19

20 De tabel laat zien dat blijvers significant vaker vwo als vooropleiding hebben. Blijvers zijn vaker tevreden over de voorlichting die ze ontvingen uit het hbo en zijn meer intrinsiek gemotiveerd. Verder zien blijvers hun verwachtingen vaker uitkomen, zijn meer tevreden over de aansluiting, zijn zowel meer sociaal als academisch geïntegreerd en bovendien vasthoudender dan uitvallers. De één na laatste regel van de tabel laat zien dat van de studenten die in december 2010 de intentie hadden om te blijven (voldoende tevreden waren over hun studiekeuze) 76.4% is gebleven en 23.4% is uitgevallen. Van degenen die in december de intentie hadden om een andere opleiding en/of instelling te kiezen (niet tevreden waren over hun studiekeuze) is na het eerste jaar 70.4% is uitgevallen en 29.6% gebleven. Dit gegeven is in de volgende tabel apart uitvergroot (Tabel 15). Tabel 15: Intentie om te blijven of vertrekken (december 2010) en uitval aan het eind van het eerstejaar (september 2011). Techniek Uitgevallen (september Gebleven (september Totaal 2011) 2011) Intentie om te vertrekken (december 2010) 59 (53.2% 52 (47.8%) 111 Intentie om te blijven (december 2010) 138 (20.5%) 536 (79.5%) 674 Totaal 197 (25.1%) 588 (74.9%) 785 Uit de tabel kan worden berekend dat de kans van twijfelaars op uitval ruim 4x keer zo groot is als die van degenen die in december 2010 zeker waren van hun keuze. 9 Vervolgens is voor Techniek een regressieanalyse uitgevoerd (Bijlage E). De resultaten van deze analyse zijn hieronder samengevat (Tabel 16). ). In deze tabel zijn de effecten ook doorgerekend voor de variabelen waarop uitvallers en blijvers significant verschillen (zie tabel 12). 9 Kans of odds op uitval van twijfelaars = 59/52 =1.13. Kans of odds op uitval van twijfelaars = 138/536 = De kans van twijfelaars op uitval is dan 1.13/0.26 = zo groot als die van de niet-twijfelaars. 20

21 Tabel 16: Overzichtstabel invloed van variabelen op kans om te blijven. Totaal Techniek Factor waarde blijfkans(%) t.o.v. referentie Populatiekenmerken om rekening mee te houden - direct beïnvloedbare factoren aandeel in populatie / gemiddelde st. dev. schaal voorlichting door hbo 2% 3,1 0,4 1 tot 4 (1) intrinsieke motivatie 4% 4,2 0,5 1 tot 5 (1) uitkomen verwachtingen 2% 2,0 0,3 1 tot 4 (1) tevredenheid aansluiting -3% 2,8 0,5 1 tot 4 (1) sociale integratie -2% 3,2 0,5 1 tot 4 (1) academische integratie 9% 3,0 0,5 1 tot 4 (1) vasthoudendheid 10% 3,2 0,8 1 tot 4 (1) intentie om te blijven nee -19% 14% nominaal 1 Aantal %-punten afname/toename van de blijfkans ten opzichte van de referentiegroep (= mannelijke havisten van HG, zonder studieduurverkorting, die na drie maanden de intentie hebben om te blijven ) bij stijging van 1 schaalpunt Tabel 16 geeft aan wat de toename van de kans op blijven (=niet uitvallen) is, indien de waarde van een factor een schaalpunt hoger is. De tabel laat, bijvoorbeeld zien dat de kans op blijven met 10%-punt toeneemt bij een hogere vasthoudendheid met 1 schaalpunt. Een betere academische integratie levert een verhoging van de blijfkans op met 9%-punt. Geen intentie om te blijven doet de blijfkans dalen met 19%-punt. De overige invloeden zijn beperkt tot enkele procentpunten positief of negatief. 21

22 c. Proceskenmerken b. Individuele kenmerken die op moment van instroom al vast staan a. Achtergrondkenmerken van studenten Analyse uitval voor zes hogescholen uit de Aansluitingsmonitor. Cohort Analyses Onderwijs Tabel 17 geeft de gemiddelden voor uitvallers en blijvers voor sector Onderwijs. Tabel 17: Gemiddelden voor uitvallers en blijvers. Onderwijs Uitvallers (N=172) Blijvers (n=357) Man 36,6% 63,4% Vrouw 30,9% 69,1% Leeftijd op 1 dec ,68 19,59 Havodum 33,7% 66,3% Vwodum 17,0% 83,0% Mbodum 34,2% 65,8% Overigdum 38,9% 61,1% Geen studieduurverkorting 33,9% 66,1% Half jaar studieduurverkorting 25,0% 75,0% Half jaar jaar studieduurverkorting 8,7% 91,3% Voorbereiding samenwerken 2,65 2,70 Voorbereiding zelfstandig werken 2,91 2,97 Voorbereiding rekenvaardigheden 2,41 2,62 Tevredenheid voorlichting vooropleiding 2,64 2,73 Tevredenheid voorlichting hbo_ 3,04 3,18 Intrinsiek keuzemotief 4,14 4,29 Extrinsiek keuzemotief 3,15 3,12 Zelfstudie (uren/week) 13,94 13,87 Contacturen (uren/week) 18,31 18,29 Uitkomen verwachtingen 1,94 2,05 Tevredenheid aansluiting 2,83 2,94 Sociale integratie 3,26 3,31 Academische integratie * 2,84 3,05 Vasthoudendheid* 2,99 3,53 Intentie om te blijven * 26,9% 73,1% Intentie om te vertrekken * 63,0% 37,0% * Significant verschil p <.05. Vetgedrukt = factoren waarop studenten die zijn uitgevallen verschillen van degenen die zijn gebleven. De kenmerken geslacht (m/v), vooropleiding, studieduurverkorting en intentie om te blijven/vertrekken zijn weergegeven in percentages. De overige kenmerken zijn weergegeven in gemiddelden 22

23 Uit tabel 17 blijkt dat vwo ers relatief vaker blijver zijn dan studenten met een andere vooropleiding. Blijvers zijn bovendien significant meer academisch geïntegreerd en vasthoudender dan uitvallers. De één na laatste regel van de tabel dat van de studenten die in december 2010 de intentie hadden om te blijven (voldoende tevreden waren over hun studiekeuze) 73.1% is gebleven en 26.9% is uitgevallen. Van degenen die in december de intentie hadden om een andere opleiding en/of instelling te kiezen (niet tevreden waren over hun studiekeuze) is na het eerste jaar 63.0% is uitgevallen en 37.0% gebleven. Dit gegeven is in de volgende tabel apart uitvergroot (Tabel 18). Tabel 18: Intentie om te blijven of vertrekken (december 2010) en uitval aan het eind van het eerstejaar (september 2011). Onderwijs Uitgevallen (september Gebleven (september Totaal 2011) 2011) Intentie om te vertrekken (december 2010) 58 (63.0% 34 (37.0%) 92 Intentie om te blijven (december 2010) 136 (26.9% 369 (73.1%) 505 Totaal 194 (32.5%) 403 (67.5%) 597 Uit de tabel kan worden berekend dat de kans van twijfelaars op uitval ruim 4.5x keer zo groot is als die van degenen die in december 2010 zeker waren van hun keuze. 10 Vervolgens is voor Onderwijs een regressieanalyse uitgevoerd (Bijlage F). De resultaten van deze analyse zijn hieronder samengevat (Tabel 19). In deze tabel zijn de effecten ook doorgerekend voor de variabelen waarop uitvallers en blijvers significant verschillen (zie tabel 17). 10 Kans of odds op uitval van twijfelaars = 58/34 = Kans of odds op uitval van twijfelaars = 136/369 = De kans van twijfelaars op uitval is dan 1.71/0.37 = zo groot als die van de niet-twijfelaars. 23

24 Tabel 19: Overzichtstabel invloed van variabelen op kans om te blijven. Totaal Onderwijs Factor waarde blijfkans(%) t.o.v. referentie Populatiekenmerken om rekening mee te houden aandeel in populatie / gemiddelde st. dev. schaal vooropleiding mbo -16% 31% nominaal direct beïnvloedbare factoren voorbereiding rekenvaardigheden 6% 2,6 0,8 1 tot 4 (1) voorlichting door hbo -2% 3,1 0,4 1 tot 4 (1) intrinsieke motivatie -3% 4,2 0,5 1 tot 5 (1) uitkomen verwachtingen 7% 2,0 0,3 1 tot 4 (1) tevredenheid aansluiting -5% 2,9 0,5 1 tot 4 (1) academische integratie 10% 3,0 0,5 1 tot 4 (1) vasthoudendheid 12% 3,4 0,7 1 tot 4 (1) intentie om te blijven nee -16% 16% nominaal 1 Aantal %-punten afname/toename van de blijfkans ten opzichte van de referentiegroep (= mannelijke havisten van HG, zonder studieduurverkorting, die na drie maanden de intentie hebben om te blijven ) bij stijging van 1 schaalpunt Tabel 19 geeft aan wat de toename van de kans op blijven (=niet uitvallen) is, indien de waarde van een factor een schaalpunt hoger is. De tabel laat, bijvoorbeeld zien dat de kans op blijven met 16%-punt afneemt bij de mbo-instroom. Betere rekenvaardigheden levert een hogere blijfkans op met 6%-punt. Het beter uitkomen van verwachtingen verhoogt de blijfkans met 7%-punt. Een hogere tevredenheid over de aansluiting verlaagt de blijfkans met 5%-punt. Betere academische integratie (+10%-punt) en vasthoudendheid (+12%-punt) verhogen de blijfkans. Geen intentie om te blijven verlaagt de blijfkans met 16%-punt. 24

25 c. Proceskenmerken b. Individuele kenmerken die op moment van instroom al vast staan a. Achtergrondkenmerken van studenten Analyse uitval voor zes hogescholen uit de Aansluitingsmonitor. Cohort Analyses landbouw en Veeteelt Tabel 20 geeft de gemiddelden voor uitvallers en blijvers voor de sector. Tabel 20: Gemiddelden voor uitvallers en blijvers. Landbouw en Veeteelt Uitvallers (N=20) Blijvers (n=67) Man 23,1% 76,9% Vrouw 26,6% 73,4% Leeftijd op 1 dec ,51 19,41 Havodum 26,8% 73,2% Vwodum 7,1% 92,9% Mbodum 27,6% 72,4% Overigdum 50,0% 50,0% Geenstudieduurverk 23,8% 76,3% Maxhalfjaar_studieduurverk * 55,6% 44,4% Half_tot_jaar_studieduurverk 14,3% 85,7% Voorbereiding samenwerken * 2,39 2,49 Voorbereiding zelfstandig werken * 2,53 2,96 Voorbereiding rekenvaardigheden * 2,58 2,88 Tevredenheid voorlichting vooropleiding 2,59 2,60 Tevredenheid voorlichting hbo_ 2,79 2,91 Intrinsiek keuzemotief 4,17 4,24 Extrinsiek keuzemotief 3,11 2,96 zelfstudie (gemiddeld aantal uren/week) 14,00 13,33 contacturen (gemiddeld aantal uren/week) 17,58 18,88 Uitkomen verwachtingen * 1,98 2,14 Tevredenheid aansluiting * 2,61 2,82 Sociale integratie 3,09 3,14 Academische integratie * 2,48 3,02 Vasthoudendheid * 2,83 3,46 Blijfintentie * 14,6% 85,4% Vertrekintentie * 66,7% 33,3% * Significant verschil p <.05. Vetgedrukt = factoren waarop studenten die zijn uitgevallen verschillen van degenen die zijn gebleven. De kenmerken geslacht (m/v), vooropleiding, studieduurverkorting en intentie om te blijven/vertrekken zijn weergegeven in percentages. De overige kenmerken zijn weergegeven in gemiddelden. 25

26 De tabel toont dat studenten met maximaal een half jaar studieduurverkorting relatief vaak uitvallen. Het verschil is significant, maar gezien het geringe aantal studenten in deze categorie (waarin 5 van de 9 uitvallen) is voorzichtigheid bij interpretatie van dit resultaat geboden. Ook laat de tabel zien dat blijvers significant vaker hun verwachtingen zien uitkomen, meer tevreden zijn over de aansluiting, meer academisch geïntegreerd en vasthoudend zijn. De één na laatste regel van de tabel dat van de studenten die in december 2010 de intentie hadden om te blijven (voldoende tevreden waren over hun studiekeuze) 88.6% is gebleven en 11.4% is uitgevallen. Van degenen die in december de intentie hadden om een andere opleiding en/of instelling te kiezen (niet tevreden waren over hun studiekeuze) is na het eerste jaar 50.0% is uitgevallen en 50.0% gebleven. Dit gegeven is in de volgende tabel apart uitvergroot (Tabel 21). Tabel 21: Intentie om te blijven of vertrekken (december 2010) en uitval aan het eind van het eerstejaar (september 2011). Landbouw & Veeteelt Uitgevallen (september Gebleven (september Totaal 2011) 2011) Intentie om te vertrekken (december 2010) 14 (66.7% 7 (33.3%) 21 Intentie om te blijven (december 2010) 12 (14.6%) 70 (85.4%) 82 Totaal 26 (25.2%) 77 (74.8%) 103 Uit de tabel kan worden berekend dat de kans van twijfelaars op uitval bijna 12x keer zo groot is als die van degenen die in december 2010 zeker waren van hun keuze. 11 Voor Landbouw en veeteelt is geen verdere analyse uitgevoerd vanwege het te lage aantal respondenten. 11 Kans of odds op uitval van twijfelaars = 14/7 = 2.0. Kans of odds op uitval van twijfelaars = 12/70 = De kans van twijfelaars op uitval is dan 2.0/0.171 = zo groot als die van de niet-twijfelaars. 26

27 c. Proceskenmerken b. Individuele kenmerken die op moment van instroom al vast staan a. Achtergrondkenmerken van studenten Analyse uitval voor zes hogescholen uit de Aansluitingsmonitor. Cohort Analyses Kunst Tabel 22 geeft de gemiddelden voor uitvallers en blijvers voor sector Onderwijs. Tabel 22: Gemiddelden voor uitvallers en blijvers. Kunst Uitvallers (N=7) Blijvers (n=50) Man 18,2% 81,8% Vrouw 15,1% 84,9% Leeftijd op 1 dec ,90 19,98 Havodum 16,7% 83,3% Vwodum 13,3% 86,7% Mbodum 18,2% 81,8% Overigdum,0% 100,0% Geen studieduurverkorting 15,6% 84,4% Maxhalfjaar_studieduurverkorting,0%,0% Half_tot_jaar_studieduurverkorting,0%,0% Voorbereiding samenwerken 2,78 3,03 Voorbereiding zelfstandig werken 2,93 3,21 Voorbereiding rekenvaardigheden 2,21 2,37 Tevredenheid voorlichting vooropleiding 2,75 2,72 Tevredenheid voorlichting hbo_ 3,31 3,17 Intrinsiek keuzemotief 4,43 4,45 Extrinsiek keuzemotief 3,25 2,75 Zelfstudie (gemiddeld aantal uren/week) 17,50 20,25 Contacturen (gemiddeld aantal uren/week) 17,80 16,74 Uitkomen verwachtingen 2,00 2,05 Tevredenheid aansluiting 2,99 3,07 Sociale integratie 3,22 3,49 Academische integratie * 2,60 3,22 Vasthoudendheid * 2,67 3,42 Blijfintentie * 10,7% 89,3% Vertrekintentie * 57,1% 42,9% * Significant verschil p <.05. Vetgedrukt = factoren waarop studenten die zijn uitgevallen verschillen van degenen die zijn gebleven. De kenmerken geslacht (m/v), vooropleiding, studieduurverkorting en intentie om te blijven/vertrekken zijn weergegeven in percentages. De overige kenmerken zijn weergegeven in gemiddelden Blijver zijn meer academisch geïntegreerd en vasthoudender. De één na laatste regel van de tabel dat van de studenten die in december 2010 de intentie hadden om te blijven (voldoende tevreden waren over hun studiekeuze) 88,6% is gebleven en 11.4% is uitgevallen. Van 27

28 degenen die in december de intentie hadden om een andere opleiding en/of instelling te kiezen (niet tevreden waren over hun studiekeuze) is na het eerste jaar 50.0% is uitgevallen en 50.0% gebleven. Dit gegeven is in de volgende tabel apart uitvergroot (Tabel 23). Tabel 23: Intentie om te blijven of vertrekken (december 2010) en uitval aan het eind van het eerstejaar (september 2011). Kunst Uitgevallen (september Gebleven (september Totaal 2011) 2011) Intentie om te vertrekken (december 2010) 4 (57.1% 3 (42.9%) 7 Intentie om te blijven (december 2010) 6 (10.7%) 50 (89.3%) 56 Totaal 10 (15.9%) 53 (84.1%) 63 Uit de tabel kan worden berekend dat de kans van twijfelaars op uitval ruim 11x keer zo groot is als die van degenen die in december 2010 zeker waren van hun keuze. 12 Voor Kunst is geen verdere analyse uitgevoerd vanwege het te lage aantal respondenten. 12 Kans of odds op uitval van twijfelaars = 4/3 = Kans of odds op uitval van twijfelaars = 6/50 = De kans van twijfelaars op uitval is dan 1.33/0.12 = 1.08 zo groot als die van de niet-twijfelaars. 28

29 10 Conclusies en discussie 10.1 Conclusies In dit verslag is gerapporteerd over factoren die uitval verklaren voor een steekproef van eerstejaarsstudenten van zes hogescholen. Allereerst zijn de gemiddelden en percentages van uitvallers en blijvers vergeleken. Vervolgens zijn regressieanalyses uitgevoerd voor het totaal en vijf sectoren (zie resultaten in de Bijlage, tabellen A tot en met F). Tot slot zijn de resultaten voor het totaal en per sector gecombineerd in samenvattende tabellen (tabellen 4, 7, 10, 13, 16 en 19). De onderstaande kruisjestabel is gebaseerd op deze samenvattende tabellen en geeft per sector de factoren die invloed hebben op de blijfkans van studenten in het eerste jaar (Tabel 24). Populatiekenmerken Geslacht (vrouw) X X X Tabel 24: Factoren die relevant zijn voor het verklaren van de blijfkans Totaal Economie G&M Gezondheidszorg Techniek Onderwijs Leeftijd (X) Vooropleiding vwo X X Vooropleiding mbo X (X) Vooropleiding anders X Studieduurverkorting ( ½ - 1 jaar) X X Direct beïnvloedbare factoren Voorbereiding zelfstandig werken X Voorbereiding rekenvaardigheden X X Tevredenheid over de voorlichting vanuit de hboopleiding (X) (X) X X (X) Intrinsieke keuzemotivatie X (X) X X (X) Extrinsieke keuzemotivatie (X) Uitkomen verwachtingen (X) X X Tevredenheid aansluiting (X) (X) (X) Sociale integratie X (X) Academische integratie X X X X X X Vasthoudendheid X X X X X X Intentie om te blijven (nee) 13 (X) (X) (X) (X) (X) (X) X = factoren met een positieve invloed op de blijfkans (X) = factoren met een negatieve invloed op de blijfkans 13 De dubbele ontkenning (nee en X tussen haakjes) staat misschien wat vreemd maar is wel consistent met de bedoeling van de tabel. Formeel staat hier dat de blijfkans zal afnemen voor studenten die de intentie hebben om te vertrekken. Of: de blijfkans zal toenemen voor studenten die de intentie hebben om te blijven. 29

30 De tabel overziend, en gebaseerd op het percentage toename van de blijfkans in de overzichtstabellen, komen als belangrijkste factoren die van invloed zijn op de blijfkans van eerstejaarsstudenten naar voren: Academische integratie Vasthoudendheid Intentie om te blijven. Studenten met een geringe mate van academische integratie hebben meer kans op uitval. Minder vasthoudende studenten, die nog niet een duidelijk doel hebben aan het begin van het eerste jaar, hebben ook een grotere kans op uitval. Datzelfde geldt voor studenten die drie maanden na de start van het eerste jaar al een andere opleiding en/of instelling overwegen. Deze drie factoren hangen met elkaar samen (correlaties van.30 tot.60), maar hebben elk onafhankelijk van de andere twee factoren invloed op de uitval van studenten. De belangrijkste van deze drie factoren is de intentie om te blijven. Uit de voorgaande paragrafen blijkt dat studenten die niet de intentie om te blijven voor de vijf grote sectoren (economie, gedrag en maatschappij, gezondheidszorg, techniek en onderwijs) ongeveer een vier maal grotere kans hebben op uitval. Voor de sectoren kunst en veeteelt &landbouw is deze kans zelfs meer dan 10x zo groot. Twee factoren die naast deze drie bij vier sectoren (alleen niet bij gezondheidszorg) een rol spelen zijn: De tevredenheid van studenten met de voorlichting van het hbo, en De intrinsieke keuzemotivatie. Opvallend is dat de invloed van deze twee factoren negatief is bij economie en onderwijs. Een grotere tevredenheid met de voorlichting vanuit het hbo en een grote intrinsieke keuzemotivatie leiden tot een grotere kans op uitval. Het eerste betekent dat studenten op het verkeerde been gezet kunnen zijn door de voorlichting: ze zijn hierover wel tevreden, maar het leidt wel tot een minder grote blijfkans. Het tweede kan betekenen dat intrinsiek gemotiveerde studenten in de sectoren economie en onderwijs minder goed aarden. Bij gedrag & maatschappij en techniek hebben deze factoren wel een positief effect op de kans om te blijven. Per sector zijn er soms invloeden van specifieke factoren te zien. Bijvoorbeeld bij economie, waar jongere studenten, vwo ers en mbo ers, studenten met een studieduurverkorting van een half tot een jaar, en studenten met een hogere score op sociale 30

31 integratie een grotere kans hebben op blijven. Bij gedrag en maatschappij en gezondheidszorg hebben vrouwen een grote kans op blijven. Bij gedrag en maatschappij, techniek en onderwijs is het niet uitkomen van verwachtingen negatief van invloed op de blijfkans. Voorts zijn bij techniek de tevredenheid over de aansluiting en de mate van sociale integratie van invloed op de blijfkans van studenten. Tot slot valt voor onderwijs op dat mbo ers en studenten die minder tevreden zijn over hun voorbereiding in rekenvaardigheden een grotere kans op uitval hebben Discussie Dit onderzoek kende beperkingen wat betreft de representativiteit en het grote aantal variabelen. In hoofdstuk 2 is de steekproef vergeleken met de populatie, en daaruit bleek dat de steekproef procentueel minder uitvallers telt dan de populatie. Het gevolg daarvan kan zijn dat enkele factoren die nu net niet significant waren, bij een evenredige vertegenwoordiging van uitvallers wel als significant naar voren waren gekomen. De keuze voor deze variabelen is gebaseerd op ons theoretische model. 14 Niet alle mogelijke factoren zijn onderzocht en niet alle resultaten, bijvoorbeeld de negatieve invloed van intrinsieke motivatie op de blijfkans, zijn te verklaren binnen dit model. Persoonlijkheidskenmerken, financiële factoren, intrinsieke motivatie (niet vóór maar tijdens de opleiding), leerstijlen van studenten, kenmerken van docenten en opleiding kunnen bijdragen aan het beter verklaren van studiesucces. 15 Ook een verdere verfijning van de begrippen contacturen en zelfstudie-uren, sociale en academische integratie zou wellicht kunnen leiden tot scherpere en volledige verklaringen voor uitval (voetnoot 9). Echter, dat zou betekenen dat studenten wordt gevraagd meer vragen te beantwoorden, en dat staat op gespannen voet met het bereiken van een goede respons. De functies van de propedeuse zijn volgens de WHW (art.7) selecteren, oriënteren en verwijzen. Het is dus goed recht van studenten om te twijfelen over hun keuze. Het is ook de taak van opleidingen en instellingen om studenten te helpen en te adviseren over hun keuze. Tegelijk kan worden opgemerkt dat inherent aan het systeem is dat twijfels, wanneer uitval het gevolg is, kunnen leiden tot grote financiële consequenties voor zowel instelling en opleidingen als voor individuele studenten. Anders organiseren van twijfels en eerder 14 Werkgroep Aansluitingsmonitor Regio noordoost Nederland. Eindrapportage Aansluitingsmonitor 2010/2011. Verantwoording en aanvullende analyses, p zie bijvoorbeeld Severiens, S., e.a., Studiesucces in de bachelor. MOCW/Risbo/RuG. Te downloaden via 31

Factoren die van invloed zijn op uitval van eerstejaarsstudenten noordoost Nederland. Werkgroep Aansluitingsmonitor noordoost Nederland.

Factoren die van invloed zijn op uitval van eerstejaarsstudenten noordoost Nederland. Werkgroep Aansluitingsmonitor noordoost Nederland. Factoren die van invloed zijn op uitval van eerstejaarsstudenten noordoost Nederland. Werkgroep Aansluitingsmonitor noordoost Nederland. Definitief. 15 Juni 2012. Groningen/Zwolle Juni 2012 1 Inhoud 1

Nadere informatie

Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor 2010 2011

Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor 2010 2011 Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor 2010 2011 maatwerkrapport hbo opleiding hogeschool: opleidingsrapportage: n.v.t. alle havo/vwo studenten studiejaar: 2010 2011 bron: Aansluitingsmonitor Noordoost

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers April 2017 Inhoud 1 Het algemene beeld 2 2 Start van de studie: uitvallers 4 3 Start van de studie: wisselaars 5 4 Afsluiting van de studie: studiesucces

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR24052017 contactpersoon Daniël Rijckborst telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen e-mail d.rijckborst@avans.nl

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor 2008 2009

Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor 2008 2009 Maatwerkrapportage bij Aansluitingsmonitor 2008 2009 Tabellenbijlage hogeschool: opleidingsrapportage: naam opleiding studiejaar: 2008 2009 bron: Aansluitingsmonitor Noordoost Nederland 2008 2009, sept

Nadere informatie

Rapportage bij HBO aansluitingsmonitor 2012 2013

Rapportage bij HBO aansluitingsmonitor 2012 2013 Rapportage bij HBO aansluitingsmonitor 2012 2013 Vergelijkende studenttevredenheidsonderzoek voor instroom havo mbo totaal 1 COLOFON Eerstejaarsstudenten afkomstig van toeleverende scholen uit het voortgezet

Nadere informatie

Rapportage bij HBO-aansluitingsmonitor 2012-2013

Rapportage bij HBO-aansluitingsmonitor 2012-2013 Rapportage bij HBO-aansluitingsmonitor 2012-2013 Vergelijkend studenttevredenheidsonderzoek voor instroom havo mbo totaal 1 COLOFON Eerstejaarsstudenten afkomstig van toeleverende scholen uit het voortgezet

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR06062016 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 06-06-2016 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017 Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR21062018 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 21-06-2018 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na vijf jaar 38 procent met hbo-diploma Onderwijs... 2 Hbo-rendement tot voor kort dalend... 3 Wo-rendement stijgt... 4 Mbo ers in Onderwijs hoger rendement dan havisten... 6 Vrouwen halen hoger rendement

Nadere informatie

Eindrapportage Aansluitingsmonitor 2010/2011. Verantwoording en aanvullende analyses

Eindrapportage Aansluitingsmonitor 2010/2011. Verantwoording en aanvullende analyses Eindrapportage Aansluitingsmonitor 2010/2011 Verantwoording en aanvullende analyses Werkgroep Aansluitingsmonitor Regio noordoost Nederland Zwolle, oktober 2011 Leden stuurgroep Aansluitingsmonitor: Cees

Nadere informatie

NOTITIE. De onderstaande figuren geven informatie weer over: Uitval in jaar 1; Het behalen van de propedeuse, in jaar 1 en 2; Het bachelorrendement.

NOTITIE. De onderstaande figuren geven informatie weer over: Uitval in jaar 1; Het behalen van de propedeuse, in jaar 1 en 2; Het bachelorrendement. Leer- en Innovatie Centrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE datum 7 maart 2017 onderwerp Verwante en niet verwante Mbo-instroom van Etienne van Nuland contactpersoon Etienne van Nuland telefoon

Nadere informatie

Aansluitingsmonitor 2005-2006 havisten en mbo ers in Noordoost Nederland. Vragenlijst december 2005

Aansluitingsmonitor 2005-2006 havisten en mbo ers in Noordoost Nederland. Vragenlijst december 2005 Aansluitingsmonitor 2005-2006 havisten en mbo ers in Noordoost Nederland Vragenlijst december 2005 Hanze Groningen/Windesheim Groningen/Zwolle Jan Kamphorst en Pieter Jansen 6 juni 2006 1 Inhoud Samenvatting...

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse). pagina: 1 (v6) Nummer instelling Naam instelling Plaats instelling : 21CW : HAS Hogeschool : S HERTOGENBOSCH Aantal opleidingen vt/dt/du, aantal unieke opleidingen, aantal hoofd- en neveninschrijvingen

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse). pagina: 1 (V10) Nummer instelling Naam instelling Plaats instelling : 21CW : HAS Hogeschool : S HERTOGENBOSCH Aantal opleidingen vt/dt/du, aantal unieke opleidingen, aantal hoofd- en neveninschrijvingen

Nadere informatie

Rapportage bij HBO-aansluitingsmonitor 2014-2015

Rapportage bij HBO-aansluitingsmonitor 2014-2015 Rapportage bij HBO-aansluitingsmonitor 2014-2015 speciaal rapport: havisten en mbo-ers studiejaar: 2014-2015 1 COLOFON In de HBO Aansluitingsmonitor geven eerstejaarsstudenten afkomstig van toeleverende

Nadere informatie

Relatie intake - studiesucces

Relatie intake - studiesucces Relatie intake - studiesucces Opleiding S&B cohort 2009 Relatie intake - studiesucces November 2010 Beleidsdienst: Rutger Kappe, Margo Pluijter 0 Inhoudsopgave De inhoudsopgave van de resultaatevaluatie

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Factsheet Toelatingstoets PABO

Factsheet Toelatingstoets PABO Pabo-opleidingen zitten in de lift De pabo s hebben de afgelopen jaren veel stappen gezet om de kwaliteit verder te versterken, onder meer door de invoering van de toelatingstoetsen. Deze maatregelen betalen

Nadere informatie

Aansluitingsmonitor 2008 2009. Juni 2009. Jan Kamphorst (HG) Pieter Jansen (CHW) m.m.v. Paul Dulfer

Aansluitingsmonitor 2008 2009. Juni 2009. Jan Kamphorst (HG) Pieter Jansen (CHW) m.m.v. Paul Dulfer Aansluitingsmonitor 2008 2009 Juni 2009 Jan Kamphorst (HG) Pieter Jansen (CHW) m.m.v. Paul Dulfer 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 1 Doel en opzet van de aansluitingsmonitor... 16 1.1 Inleiding... 16

Nadere informatie

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013 FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten

Nadere informatie

Doorstroom mbo-hbo: studenten aan het woord over studiekeuze, verwachtingen en beleving NRO-onderzoek doorstroom mbo-hbo

Doorstroom mbo-hbo: studenten aan het woord over studiekeuze, verwachtingen en beleving NRO-onderzoek doorstroom mbo-hbo Doorstroom mbo-hbo: studenten aan het woord over studiekeuze, verwachtingen en beleving NRO-onderzoek doorstroom mbo-hbo Deze publicatie is onderdeel van een grootschalig onderzoek dat loopt naar de doorstroom

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2010 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs mei 2010 1 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie

Nadere informatie

Als studenten na één jaar studie niet meer staan ingeschreven in het bekostigd hoger onderwijs worden zij gerekend tot de groep van uitvallers.

Als studenten na één jaar studie niet meer staan ingeschreven in het bekostigd hoger onderwijs worden zij gerekend tot de groep van uitvallers. Uitval studenten... 2 Hbo ers in vallen minder uit... 3 Uitval in technische wo-masters lager... 5 Studenten met mbo-vooropleiding vallen minder uit... 6 Als studenten na één jaar studie niet meer staan

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2011

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2011 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2011 2 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Meer dan zeven op de tien studenten

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2009

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. mei 2009 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs mei 2009 1 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2008 Meer gedetailleerde informatie kunt u vinden op de website www.hbo-raad.nl, via Feiten en Cijfers. Deze webpagina

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. juni 2008 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs juni 2008 1 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie

Nadere informatie

Gebruik en invloed Studie in Cijfers Eindrapportage op basis van Startmonitor t/m

Gebruik en invloed Studie in Cijfers Eindrapportage op basis van Startmonitor t/m Gebruik en invloed Studie in Cijfers Eindrapportage op basis van Startmonitor 2013-2014 t/m 2015-2016 Onderzoek in opdracht van Ministerie van OCW Jules Warps ResearchNed februari 2017 2017 ResearchNed

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 Ten opzichte van 2009 is de instroom stabiel: -0,3 procent

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Samenvatting. resultaten Aansluitingsmonitor havisten en mbo ers in noordoost Nederland 2004-2005. Vragenlijst december 2004

Samenvatting. resultaten Aansluitingsmonitor havisten en mbo ers in noordoost Nederland 2004-2005. Vragenlijst december 2004 Samenvatting resultaten Aansluitingsmonitor havisten en mbo ers in noordoost Nederland 2004-2005 Vragenlijst december 2004 Pieter Jansen Jan Kamphorst Zwolle/Groningen, 31 mei 2005 Samenvatting resultaten

Nadere informatie

Stoppen met de tweedegraads lerarenopleiding

Stoppen met de tweedegraads lerarenopleiding Stoppen met de tweedegraads lerarenopleiding Een analyse van verschillen tussen allochtone en autochtone stakers Stoppen met de tweedegraads lerarenopleiding Een analyse van verschillen tussen allochtone

Nadere informatie

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour In deze bijlage zijn feiten en cijfers opgenomen over het hoger onderwijs die illustratief kunnen zijn voor de discussies in de

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Nominaal is Normaal bij FSW

Nominaal is Normaal bij FSW Faculteit der Sociale Wetenschappen Nominaal is Normaal bij FSW Tweede rapportage met resultaten over studiekeuze, instroom, studieresultaten en gerapporteerde zelfstudietijd Datum: Maart 2012 Auteurs:

Nadere informatie

Analyse van instroom en rendement in hogescholen in de GS5 en in de overige Nederlandse hogescholen

Analyse van instroom en rendement in hogescholen in de GS5 en in de overige Nederlandse hogescholen Bijlage bij hoofdstuk 2 Analyse van instroom en rendement in hogescholen in de GS en in de overige Nederlandse hogescholen Instroom, uitval- en rendementcijfers In figuur 1 is te zien hoe groot het aandeel

Nadere informatie

Outcomes Intake

Outcomes Intake Outcomes Intake 2012 2015 pagina 2 van 23 1 Inleiding In dit rapport over de outcomes van Intake komen de volgende onderwerpen aan bod: Aard advies Intake Welk aandeel van de deelnemers aan Intake krijgt

Nadere informatie

Benchmark Axisopleidingen

Benchmark Axisopleidingen Benchmark Axisopleidingen In opdracht van: Platform Bèta Techniek In samenwerking met Ministerie van OCW HBO-raad Project: 2008.104 Datum: Utrecht, 22 december 2008 Auteurs: Guido Ongena, MSc. drs. Rob

Nadere informatie

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo) Analyse: mannelijke studenten op de pabo Mannelijke studenten zijn ondervertegenwoordigd op de pabo s. Bovendien vallen relatief meer mannen uit dan vrouwen. In 2009 was ongeveer 13 procent van de gediplomeerde

Nadere informatie

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt Hbo als emancipatiemotor Onderzoek met impact Hbo in vogelvlucht #hbocijfers Februari 2018 Hbo als emancipatiemotor 453.354 Ingeschreven studenten in studiejaar

Nadere informatie

1,4% ten opzichte van studiejaar

1,4% ten opzichte van studiejaar 1 februari 2018 Feiten & Cijfers Stijgende lijn in instroom, inschrijvingen en aantal gediplomeerden hbo houdt stand. Grote toename instroom associate degrees. De instroom in het hbo in studiejaar 2017-2018

Nadere informatie

OW 10.2440. Nameting project Studiekeuzegesprekken NHTV Opleiding International Game Architecture and Design

OW 10.2440. Nameting project Studiekeuzegesprekken NHTV Opleiding International Game Architecture and Design OW 10.2440 Nameting project Studiekeuzegesprekken NHTV Opleiding International Game Architecture and Design Bij de opleiding International Game Architecture and Design zijn de studenten die gestart zijn

Nadere informatie

Vervroegde aanmelding, matching en studiekeuzecheck. Eerste resultaten Startmonitor VSNU-conferentie Matcht het?

Vervroegde aanmelding, matching en studiekeuzecheck. Eerste resultaten Startmonitor VSNU-conferentie Matcht het? Vervroegde aanmelding, matching en studiekeuzecheck Eerste resultaten Startmonitor 2014-2015 VSNU-conferentie Matcht het? Vandaag Kort: Startmonitor Achtergronden studieuitval Vervroeging aanmelding en

Nadere informatie

Selectie en intake lerarenopleidingen kwantitatief onderzoek

Selectie en intake lerarenopleidingen kwantitatief onderzoek Selectie en intake lerarenopleidingen kwantitatief onderzoek Presentatie deelstudie 2 op werkconferentie Amsterdam, 23 november 2016 Arjan Heyma www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Onderwerpen

Nadere informatie

Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO

Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO ROA-R-2005/8 Robert de Vries Rolf van der Velden Researchcentrum

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het

Nadere informatie

Propedeuserapport 2012-2013 Hbo Fryslân

Propedeuserapport 2012-2013 Hbo Fryslân Propedeuserapport 2012-2013 Hbo Fryslân Studieresultaten Friese eerstejaars Hbo-studenten. Bert Jan Flim en Jelle Nauta Coördinatoren Aansluitingsnetwerk Vo-Ho Fryslân September 2014 Inhoud Voorwoord...

Nadere informatie

Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs

Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs Robert Tholen Mark van Hees Nijmegen, ResearchNed augustus 2015 2015 ResearchNed

Nadere informatie

Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie

Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie Lex Borghans, Johan Coenen, Bart Golsteyn, Timo Huijgen, Inge Sieben Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie Onderzoek uitgevoerd door Researchcentrum

Nadere informatie

Studenten worden tot de groep uitvallers gerekend als zij na 1 jaar studie niet meer staan ingeschreven in het bekostigd hoger onderwijs.

Studenten worden tot de groep uitvallers gerekend als zij na 1 jaar studie niet meer staan ingeschreven in het bekostigd hoger onderwijs. Grote verschillen tussen subsectoren... 2 Meeste uitval bij maatschappelijke hulp en dienstverlening... 3 Studenten met mbo-vooropleiding vallen vaker uit... 4 Mbo ers vallen minder uit bij -... 5 Meeste

Nadere informatie

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen De hoofdlijnen Na een jarenlange daling stabiliseert de totale doorstroom vanuit

Nadere informatie

Gap year, buitenlandse contacten en belangstelling voor buitenlandverblijf bij startende ho-studenten

Gap year, buitenlandse contacten en belangstelling voor buitenlandverblijf bij startende ho-studenten Gap year, buitenlandse contacten en belangstelling voor buitenlandverblijf bij startende ho-studenten Analyses op basis van de Startmonitor 2008-2009 t/m 2017-2018 Voorlopig rapport Onderzoek in opdracht

Nadere informatie

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting Studiejaar 2-2 Inhoudopgave Inleiding Samenvatting De enquete vragen De resultaten 7 2 Inleiding De Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE)

Nadere informatie

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten

Nadere informatie

Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities. 19 februari 2015

Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities. 19 februari 2015 Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities 19 februari 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Basisgegevens hbo-bacheloropleidingen 4 2.1 Voltijd hbo-ba 4 2.2 Deeltijd en duaal hbo-ba 5 3 Basisgegevens

Nadere informatie

OW Resultaten Nameting Go no go cohort 2009/ 2010 Hogeschool Windesheim School of Education

OW Resultaten Nameting Go no go cohort 2009/ 2010 Hogeschool Windesheim School of Education OW 10.2546 Resultaten Nameting Go no go cohort 2009/ Hogeschool Windesheim School of Education Auteur: Carlo van Varsseveld Datum: 15 november Herziene versie 25 nov. Inhoudsopgave - Inleiding 3 - Resultaten

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Benchmark Hogescholen In opdracht van Platform Bètatechniek Ten behoeve van bestuurlijk overleg met hogescholen

Benchmark Hogescholen In opdracht van Platform Bètatechniek Ten behoeve van bestuurlijk overleg met hogescholen Benchmark Hogescholen In opdracht van Platform Bètatechniek Ten behoeve van bestuurlijk overleg met hogescholen Auteur: ir.ing. R.M.F. Brennenraedts Datum: mei 2007 Projectnummer: 2007.039 Achtergrond

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

De hbo er aan het werk

De hbo er aan het werk De hbo er aan het werk Hogescholen leiden op voor de arbeidsmarkt. Dat doen zij met succes. Het overgrote deel van de studenten vindt binnen 3 maanden een baan op minimaal hbo-niveau. Beroepen en functies

Nadere informatie

INTRODUCTIE & STUDIESUCCES

INTRODUCTIE & STUDIESUCCES INTRODUCTIE & STUDIESUCCES DEELRAPPORT STUDENT ANALYTICS 201 1 AUGUSTUS 201, V1 INHOUD CONTEXT ONDERZOEK: STUDENT ANALYTICS Dit deelrapport van het project Student Analytics 201 behandelt de relatie tussen

Nadere informatie

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Veranderen van opleiding Veel hbo-psychologie studenten door naar een wo-opleiding... 2 Havisten in Gedrag & Maatschappij stappen vaker over naar wo... 3 Mbo ers en havisten in psychologie-opleidingen

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Bijlage 4: Pabo-specifieke Kenmerken van studiesucces en studie-uitval in beeld

Bijlage 4: Pabo-specifieke Kenmerken van studiesucces en studie-uitval in beeld Bijlage 4: Pabo-specifieke Kenmerken van studiesucces en studie-uitval in beeld In deze bijlage worden theoretische aanknopingspunten voor de inzet en inrichting van studiekeuze gesprekken binnen dit project

Nadere informatie

De Studiekeuzecheck: voor wie werkt het?

De Studiekeuzecheck: voor wie werkt het? De Studiekeuzecheck: voor wie werkt het? Onderzoek naar SKC bij de Randstad hogescholen Dr. F. Rutger Kappe 17 maart, Utrecht rutger.kappe@inholland.nl Opzet Landelijk overzicht SKC in het hbo Resultaten

Nadere informatie

Nadere analyses studentenmonitor 2002; Studeren met een handicap en Studieverloop in het algemeen

Nadere analyses studentenmonitor 2002; Studeren met een handicap en Studieverloop in het algemeen Stichting voor Economisch Onderzoek Beleidsgerichte studies Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek 101 Nadere analyses studentenmonitor 2002; Studeren met een handicap en Studieverloop in het algemeen

Nadere informatie

Gap year, buitenlandse contacten en belangstelling voor buitenlandverblijf bij startende ho-studenten

Gap year, buitenlandse contacten en belangstelling voor buitenlandverblijf bij startende ho-studenten Gap year, buitenlandse contacten en belangstelling voor buitenlandverblijf bij startende ho-studenten Analyses op basis van de Startmonitor 2008 t/m 2015 Onderzoek in opdracht van EP-Nuffic Jules Warps

Nadere informatie

Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken

Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken Doorstroom mbo-studenten naar lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam: de stand van zaken Factsheet september 2009. Contactpersoon: Daphne Hijzen, onderzoeker en lid van de Kenniskring beroepsonderwijs

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

STUDENTENPARTICIPATIE

STUDENTENPARTICIPATIE STUDENTENPARTICIPATIE Een beschrijvend onderzoek naar studentenparticipatie binnen Fontys Lieke van Berlo onderzoeker Dienst Studentenvoorzieningen INLEIDING OP STUDENTENPARTICIPATIE In de hedendaagse

Nadere informatie

Ondernemerschap binnen Avans Hogeschool. Collegejaar

Ondernemerschap binnen Avans Hogeschool. Collegejaar Ondernemerschap binnen Avans Hogeschool Collegejaar 2016-2017 Pagina: 2 van 30 Colofon datum 7-11-2016 auteur versie 1.0 status Definitief Pagina: 3 van 30 Inhoudsopgave Samenvatting 4 1 Inleiding 5 2

Nadere informatie

Kwantitatieve gegevens examenkandidaten t/m Informatietechnologie voor vmbo TL (ITTL)

Kwantitatieve gegevens examenkandidaten t/m Informatietechnologie voor vmbo TL (ITTL) Kwantitatieve gegevens examenkandidaten 2008-2009 t/m 2012-2013 Informatietechnologie voor vmbo TL (ITTL) Carla van den Brandt Martine Hoefeijzers Wendy Albers Hans Plomp 1 TOTALE AANTAL EXAMENKANDIDATEN

Nadere informatie

nadruk gelegd op het belang van discipline en

nadruk gelegd op het belang van discipline en Bijlage IV bij Praktijkbeschrijving Liberal Arts and Sciences: de nameting Opgesteld door: Steven Dijkstra Projectleider Studiekeuzegesprekken Liberal Arts and Sciences Universiteit Utrecht Ter inleiding

Nadere informatie

Studiekeuze, entree en studiesucces in het hoger onderwijs

Studiekeuze, entree en studiesucces in het hoger onderwijs Studiekeuze, entree en studiesucces in het hoger onderwijs Een selectie van resultaten uit de Startmonitor 15 oktober 2010 SURF Academy: Masterclass studiekeuzegesprekken Jules Warps, ResearchNed De Startmonitor:

Nadere informatie

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949 Onderwijs & Kwaliteit Eerste rapportage HBO-Monitor 2013 Op 3 april 2014 zijn de resultaten van de jaarlijkse HBO-monitor (enquête onder afgestudeerden) over 2013 binnengekomen. Het onderzoek betreft studenten

Nadere informatie

Studiekeuzecheck Rapportage

Studiekeuzecheck Rapportage Studiekeuzecheck Rapportage Vertrouwelijk School Naam E-mail Demo School Demo NOA Demo@NOA.nl Geboortedatum 1-3 - 1989 Datum assessment 1-9 - 2016 Inleiding Sterke punten Je hebt meegedaan aan de studiekeuzecheck

Nadere informatie

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt Facts & Figures Aansluiting arbeidsmarkt 1 De Nationale Alumni Enquête (NAE, voorheen WO-Monitor) wordt tweejaarlijks afgenomen onder de afgestudeerden van de ruim 800 masteropleidingen aan de Nederlandse

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2018 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2016-2017 centraal. Eind 2018,

Nadere informatie

*Inkomende post 3368 %PAGE%

*Inkomende post 3368 %PAGE% studiejaar 2011-2012 Inhoud Irll i i () Afnames studiejaar 201 1-2012 Kandidaten studiejaar 201 1-2012 Trends tot en met studiejaar 201 1-2012 2 3 7 9 pagina 1 / 1 1 Inleiding In deze rapportage zal worden

Nadere informatie

Toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor mbo 4-gediplomeerden De rol van inkomen en andere achtergrondkenmerken

Toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor mbo 4-gediplomeerden De rol van inkomen en andere achtergrondkenmerken Toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor mbo 4-gediplomeerden De rol van inkomen en andere achtergrondkenmerken Caroline van Weert Rosa Meijer Karlijn Bakker Sita Tan projectnummer 3.3.4 SQS-Onderwijs

Nadere informatie

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s Instroom, inschrijvingen en diploma s 2018/19 De instroom in het hbo is dit studiejaar toegenomen met 3,4% tot 110.307 eerstejaars aan een associate degree, bachelor of masteropleiding. Dit is de hoogste

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie