Kruisbandreconstructie. Orthopedie

Transcriptie

1 Kruisbandreconstructie Orthopedie

2 Inleiding De behandelend arts heeft met u afgesproken dat u binnenkort wordt opgenomen voor een operatie aan de kruisband. De arts heeft u al informatie gegeven over deze ingreep. In deze folder kunt u het nog eens rustig nalezen. Waarom een kruisbandreconstructie? Kruisbanden dragen in belangrijke mate bij aan de stabiliteit van het kniegewricht. Ze vormen een diagonale verbinding tussen het dijbeen en het scheenbeen. De voorste en achterste kruisband kruisen elkaar binnen in de knie. Tekening 1: De positie van de kruisbanden (vooraanzicht rechterknie). Instabiliteit ontstaat wanneer één of beide kruisbanden beschadigd of doorgescheurd zijn. Acute instabiliteit kan ontstaan als gevolg van bijvoorbeeld een ongeval of een sportblessure. Bij chronische instabiliteit ontstaat een onvast gevoel bij het lopen en bij onverwachte bewegingen gaat men 'door de knie'. Vaak kan de stabiliteit van het kniegewricht weer sterk verbeterd worden met een revalidatieprogramma onder leiding van een fysiotherapeut. Wanneer u hier niet bij gebaat bent en de stabiliteitsklachten uw functioneren in het dagelijks leven belemmeren, dan is een kruisbandreconstructie nodig. Dit is een operatieve ingreep waarbij meestal de voorste kruisband wordt vervangen en waarbij soms andere kniebanden weer op spanning worden gebracht. Op die manier ontstaat er weer een stabiele knie en wordt verdere schade en slijtage aan de knie (als gevolg van het telkens 'door de knie gaan') voorkomen. De stabiliteit verbetert altijd na een kruisbandreconstructie, maar soms wordt niet de maximale stabiliteit van een gezonde knie bereikt. Het resultaat is vrijwel altijd van dien aard dat u in het dagelijks leven weer een betrouwbare knie heeft. In uw geval heeft de specialist besloten tot een ingreep. De opname De ziekenhuisopname duurt ongeveer 2 tot 4 dagen. Voor informatie over de algemene gang van zaken in het ziekenhuis verwijzen wij u naar de Patiëntengids en p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

3 de folder die u op de verpleegafdeling krijgt. Op de verpleegafdeling wordt u de weg gewezen en naar uw kamer gebracht. Een verpleegkundige zal een kort gesprek met u voeren, nagaan of u nog vragen heeft en controleren of alle voorbereidingen zijn verricht. In de loop van de dag krijgt u een injectie om trombose tegen te gaan. Voorbereiding op de operatie Voor de operatie krijgt u een operatiejasje om aan te trekken. Daarnaast krijgt u een tabletje om te ontspannen. U mag protheses (contactlenzen, gebit) inlaten tenzij u volledige narcose krijgt. Als u gekozen heeft voor plaatselijke verdoving kunt u een deel van de operatie op een tv-scherm volgen. Als u een videoband meeneemt, kan dat deel van de operatie voor u opgenomen worden. De kruisbandreconstructie Tijdens de operatie wordt er een snede van ongeveer zes centimeter gemaakt net onder de knie. Via deze snede worden een of twee buigpezen uit het bovenbeen weggehaald. Deze buigpezen (het zogenaamde 'transplantaat') gaan de beschadigde kruisband vervangen. De rest van de ingreep vindt plaats via een inkijkoperatie (arthroscopie). Dit kunt u eventueel volgen op een tv-monitor. De oude kniebandresten worden nu verwijderd en een eventueel beschadigde meniscus wordt weggehaald of gehecht. Er wordt voldoende ruimte voor de 'nieuwe' kruisband vrijgemaakt. De specialist boort daarna een tunneltje door de onderkant van het dijbeen en de kop van het scheenbeen. Hierdoor wordt het transplantaat in het gewricht gebracht. Op die manier komt het transplantaat precies op de plaats te liggen waar eerst de kruisband liep. (zie tekening 2) De buigpezen worden met schroeven stevig in de tunnels verankerd. Na een zorgvuldige revalidatie gaat het transplantaat langzaam maar zeker de functie van de kruisband overnemen. Het duurt ongeveer een jaar voordat de nieuwe kruisband weer vitaal en betrouwbaar is, en voldoende is vastgegroeid in de boortunnels. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 3

4 Tekening 2: Vooraanzicht rechterknie met daarin de positie van de boortunnel met daarin de buigpezen (het transplantaat) die de functie van de voorste kruisbanden over gaan nemen. De weggehaalde buigpezen groeien na verloop van tijd weer aan. In het operatiegebied worden 1 of 2 slangetjes (drains) aangebracht waardoor het wondvocht na de operatie wordt afgevoerd. Vervolgens worden de operatiewonden dichtgemaakt en krijgt u een drukverband om de knie. Na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer (recovery) gebracht. Als u wakker wordt, is het mogelijk dat u pijn voelt. Hiertegen kunt u een pijnstiller krijgen. Verder heeft u na de operatie: een infuus in de arm 1 of 2 plastic slangetjes uit de wond om bloed en wondvocht af te voeren een drukverband om de wond. Als de anesthesist daar toestemming voor geeft, brengt de afdelingsverpleegkundige u terug naar de afdeling. Daar worden regelmatig bloeddruk, pols en de drainafvoer, pijnervaring, houding, gevoeligheid en beweeglijkheid van het been gecontroleerd. De dag na de operatie mag u onder begeleiding van de fysiotherapeut of verpleegkundige op de stoel. De verpleegkundige helpt u bij de dagelijkse verzorging. De drains worden in principe na 24 uur uit de wond gehaald. Het infuus wordt de dag van de operatie of de dag erna verwijderd. Als u een pijnpomp heeft of als er antibiotica of medicatie tegen de misselijkheid via het infuus wordt toegediend, blijft het infuus nog zitten. De dag na de ingreep wordt het drukverband verwijderd. Daarna krijgt u een tubigrip (drukkous), die u overdag moet dragen zolang de knie nog zwelling vertoont. De verpleegkundige verzorgt nu dagelijks de wond. De hechtingen worden meestal verwijderd bij de eerste controle op de gipskamer, ongeveer veertien dagen na de operatie. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 4

5 Trombose De arts schrijft u bloedverdunnende medicijnen (Fragmin ) voor om trombose (klontering van het bloed) te voorkomen. Tijdens de opname leert u hoe u het middel zelf kunt injecteren met behulp van een kleine spuit. Na het ontslag blijft u dit middel nog zes weken gebruiken. Daarnaast is het belangrijk dat u overdag, op de momenten dat u in bed ligt, regelmatig uw voeten en tenen beweegt ter voorkoming van trombose (ieder uur ongeveer vijf minuten). Revalidatie Op aanwijzing van de arts en de fysiotherapeut wordt zo snel mogelijk gestart met revalidatie. Op de eerste dag na de operatie wordt onder begeleiding van de fysiotherapeut al begonnen met oefeningen. Het oefenprogramma wordt zo spoedig mogelijk uitgebreid met loopoefeningen met behulp van krukken. Complicaties Een kruisbandreconstructie is een vrij veel voorkomende operatie waaraan weinig risico's verbonden zijn en die zelden complicaties geven.toch dient u rekening te houden met een aantal zaken. Wanneer u ongerust bent of wanneer u een of meerdere van onderstaande symptomen krijgt, neem dan contact met ons op. De telefoonnummers vindt u op de achterkant van de folder. nabloeding: wanneer u door het drukverband vers bloed ziet komen. Infectie van de wond hoge koorts (enige dagen lichte temperatuurverhoging kan normaal zijn) continue hevige warmte of roodheid rondom de knie sterk toenemende pijn abnormaal hevige zwelling fel toenemende pijn in de kuit plotseling ontstane kortademigheid en/of pijn op de borst N.B.: lichte toename van pijn/zwelling en/of warmte is na oefenen of belasten normaal. Het gebruik van de bloeddrukband, die noodzakelijk is om de operatie 'onder bloedleegte' te kunnen uitvoeren, kan een enkele keer aanleiding geven tot klachten na de operatie. Dit kan een gevoel van kneuzing zijn van de weefsels onder deze strakke band. Deze klachten verdwijnen meestal in de loop van de tijd. Soms kunnen na drie maanden buig- en strekproblemen blijven bestaan. Mogelijk heeft zich littekenweefsel gevormd in het gewricht. Door middel van een kijkoperatie kan het gewricht dan gereinigd worden zodat de beweeglijkheid zich kan herstellen. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 5

6 Ontslag Het tijdstip van ontslag, meestal na twee tot vier dagen, wordt bepaald in overleg met de arts, fysiotherapeut en de afdeling. In ieder geval zal de knie weer voldoende moeten functioneren en moet er een voldoende en veilig looppatroon zijn. De arts verzorgt de verwijzing voor het revalidatieprogramma in de 'kniegroep' en schrijft eventueel een recept uit voor pijnstilling. De verpleegkundige zorgt ervoor dat u deze krijgt. Vervoer U dient zelf voor vervoer naar huis te zorgen. Als u daar problemen bij ondervindt, kunt u de afdelingssecretaresse of de verpleegkundigen verzoeken het vervoer naar huis eventueel voor u te regelen. Bij de ingang kunt u een rolstoel krijgen voor het vervoer van de afdeling naar de auto. Wanneer u aangewezen bent op openbaar vervoer, kunt u bij uw ontslag aan uw arts een machtiging vragen voor taxivervoer. Dit geldt ook wanneer u vervoer nodig heeft als u deel gaat nemen aan de 'kniegroep' (zie volgende paragraaf). Informeer bij uw verzekering naar een eventuele eigen bijdrage en/of het voorschieten van de kosten. Uit het ziekenhuis, in de kniegroep Een zorgvuldige revalidatie is in belangrijke mate bepalend voor het uiteindelijke resultaat van de operatie. Om de revalidatie zo optimaal mogelijk te laten verlopen, is in dit ziekenhuis de 'kniegroep' opgericht. Deze kniegroep staat onder leiding van de afdeling Fysiotherapie. U wordt er stap voor stap getraind en geïnstrueerd. Wij drukken u op het hart om de instructies nauwgezet te volgen. De behandeling in de kniegroep vindt twee keer per week plaats gedurende drie tot vier maanden. De fysiotherapeut zal u inlichten over de tijden waarop u voor behandeling verwacht wordt. Wij adviseren u om bij uw bezoek aan de kniegroep makkelijk zittende (sport)kleding en schoeisel aan te trekken of mee te nemen. Een korte broek is noodzakelijk. Kleedruimte is aanwezig. Is er na drie tot vier maanden voldoende basisherstel dan is het belangrijk dat u onder begeleiding verder gaat trainen bij u in de buurt. Bericht van verhindering Wanneer u verhinderd bent een behandeling bij te wonen wordt u verzocht dit telefonisch door te geven, zowel aan de afdeling Fysiotherapie als, wanneer u daar gebruik van maakt, aan het ziekenvervoer. De telefoonnummers vindt u achter op deze folder. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 6

7 Weer thuis Voor de periode tussen het ontslag uit het ziekenhuis en de eerste behandeling in de kniegroep dient u zich te houden aan een aantal leefregels: Zorg in deze vroege fase na de operatie voor voldoende rust. Ga niet onnodig lopen, buitenshuis, etc. Het gebruik van krukken tijdens het lopen is verplicht. Het achterwege laten van de krukken is voor eigen risico. Wij adviseren u de oefeningen, die u tijdens uw opname in het ziekenhuis zijn aangeleerd, thuis vier maal daags gedurende circa tien minuten uit te voeren. Bij toenemende pijn, zwelling, roodheid of oplopende temperatuur is het raadzaam te stoppen met het oefenprogramma, volledig rust te nemen en via de kniegroep weer contact te zoeken met uw orthopedisch chirurg. Bracegebruik Na de operatie is het bij een normaal verlopend herstel niet nodig uw knie te ondersteunen met een brace. Bij problemen tijdens het herstel of bij noodzakelijke zwaar belaste activiteiten kunt u met de specialist overleggen of een brace zinvol kan zijn. Onderzoek Het kan vóórkomen dat uw medische gegevens anoniem gebruikt worden voor onderzoek. Als u dit niet wilt kunt u dit bij ons aangeven. Tot slot In deze folder vindt u informatie over de algemene gang van zaken op afdeling Orthopedie. We doen ons best om uw verblijf zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. Heeft u daarom nog vragen of suggesties, geef het dan aan ons door. Voor u met ontslag gaat krijgt u nog een enquêteformulier en een ontslaggesprek met een verpleegkundige. De enquête kunt u anoniem invullen. Wanneer u thuis bent bestaat er de mogelijkheid om op bepaalde tijden te bellen naar de telefonische helpdesk van de verpleegafdeling. U kunt dan vragen stellen aan een verpleegkundige van de afdeling. Meer informatie over de telefonische helpdesk vindt u in de afdelingsfolder. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u contact opnemen met uw specialist via de afdeling Orthopedie. p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 7

8 Voorkom vertraging van uw onderzoek en/of operatie In het ziekenhuis krijgen we steeds meer te maken met bacteriën die ongevoelig zijn voor antibiotica. Deze bacteriën noemen we Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO). Een voorbeeld van een BRMO is de MRSA-bacterie. De bacteriën kunnen een nadelig effect hebben op uw gezondheid of de gezondheid van andere patiënten. Wij doen er in Zuyderland Medisch Centrum alles aan om te voorkomen dat deze bacteriën zich verspreiden binnen ons ziekenhuis. In onderstaande tabel staan enkele vragen. Als u één vraag met Ja beantwoordt, behoort u tot een groep die meer risico heeft een ongevoelige bacterie bij zich te dragen. Geeft u dit door aan uw behandelend arts zodra deze vaststelt dat een onderzoek of operatie noodzakelijk is. Dit voorkomt onnodige vertraging. Als namelijk pas vlak voor aanvang van onderzoek of operatie blijkt dat u het risico loopt besmet te zijn, is het mogelijk dat de arts besluit niet door te gaan, voordat onderzocht is of u een bacterie bij u draagt. Wij beseffen dat het maken van kweken en eventuele isolatiemaatregelen ingrijpend en onaangenaam zijn. Het is echter de enige manier om u zo goed mogelijk te kunnen behandelen en om andere patiënten te beschermen tegen mogelijke besmetting met resistente bacteriën. Leest u onderstaande vragen goed voordat u deze beantwoordt. Weet u een antwoord niet, vul dan Nee in. Vragen Bent u in de afgelopen 2 maanden opgenomen geweest in een buitenlandse of Nederlandse zorginstelling? (ziekenhuis, verpleeg of verzorgingshuis) Bent u langer dan 2 maanden geleden opgenomen geweest in een buitenlandse of Nederlandse zorginstelling (ziekenhuis, verpleeg of verzorgingshuis) en hebt u nog wondjes, infecties of andere gevolgen van deze opname? Komt u voor het eerst met een buitenlands adoptiekindje naar ons ziekenhuis voor onderzoek of opname? Is al bekend dat u drager bent van een BRMO (of MRSA)? Woont u samen met of verzorgt u een persoon met BRMO? Werkt u met levende varkens of vleeskalveren? Ja / Nee p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 8

9 Voorkom vertraging van uw onderzoek en/of operatie In het ziekenhuis krijgen we steeds meer te maken met bacteriën die ongevoelig zijn voor antibiotica. Deze bacteriën noemen we Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO). Een voorbeeld van een BRMO is de MRSA-bacterie. De bacteriën kunnen een nadelig effect hebben op uw gezondheid of de gezondheid van andere patiënten. Wij doen er in Zuyderland Medisch Centrum alles aan om te voorkomen dat deze bacteriën zich verspreiden binnen ons ziekenhuis. In onderstaande tabel staan enkele vragen. Als u één vraag met Ja beantwoordt, behoort u tot een groep die meer risico heeft een ongevoelige bacterie bij zich te dragen. Geeft u dit door aan uw behandelend arts zodra deze vaststelt dat een onderzoek of operatie noodzakelijk is. Dit voorkomt onnodige vertraging. Als namelijk pas vlak voor aanvang van onderzoek of operatie blijkt dat u het risico loopt besmet te zijn, is het mogelijk dat de arts besluit niet door te gaan, voordat onderzocht is of u een bacterie bij u draagt. Wij beseffen dat het maken van kweken en eventuele isolatiemaatregelen ingrijpend en onaangenaam zijn. Het is echter de enige manier om u zo goed mogelijk te kunnen behandelen en om andere patiënten te beschermen tegen mogelijke besmetting met resistente bacteriën. Leest u onderstaande vragen goed voordat u deze beantwoordt. Weet u een antwoord niet, vul dan Nee in. Vragen Bent u in de afgelopen 2 maanden opgenomen of behandeld geweest in een buitenlandse zorginstelling? Bent u langer dan 2 maanden geleden opgenomen of behandeld geweest in een buitenlandse zorginstelling en heeft u nog wondjes of infecties? Komt u voor het eerst met een buitenlands adoptiekindje naar ons ziekenhuis voor onderzoek of opname? Is al bekend dat u drager bent van een BRMO / MRSA? Woont u samen met of verzorgt u een persoon met BRMO? Werkt u met levende varkens of vleeskalveren? Ja / Nee Contact Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen of wilt u meer weten, dan kunt u bellen met onze afdeling. Wij staan u graag te woord. Orthopedie Zuyderland Medisch Centrum Afspraken polikliniek Openingstijden polikliniek Maandag t/m vrijdag van tot uur Bezoekadres polikliniek Locatie Heerlen, souterrain balie 25 Locatie Sittard-Geleen, Oost 11