VERSO NOTA SOCIAL PROFIT MACRO-ECONOMISCH BEKEKEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSO NOTA SOCIAL PROFIT MACRO-ECONOMISCH BEKEKEN"

Transcriptie

1 VERSO NOTA SOCIAL PROFIT MACRO-ECONOMISCH BEKEKEN 10 November

2 INHOUD KRACHTLIJNEN... 5 BELGIË... 6 VLAAMS GEWEST... 9 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST WAALS GEWEST NOTA INLEIDING BELGIË SOCIAL PROFIT GLOBAAL VERGELEKEN Output Intermediair verbruik Toegevoegde waarde Beloning werknemers Werkgelegenheid SOCIAL PROFIT MEER IN DETAIL Output Intermediair verbruik Toegevoegde waarde Beloning werknemers Werkgelegenheid MACRO-ECONOMISCHE SYNTHESE VAN DE SOCIAL PROFIT IN BELGIË Social profit globaal Gezondheidszorg Maatschappelijke dienstverlening Creatieve activiteiten Sport en recreatie VLAAMS GEWEST SOCIAL PROFIT GLOBAAL VERGELEKEN Output

3 Intermediair verbruik Toegevoegde waarde Beloning van werknemers Werkgelegenheid SOCIAL PROFIT MEER IN DETAIL Output Intermediair verbruik Toegevoegde waarde Beloning werknemers Werkgelegenheid MACRO-ECONOMISCHE SYNTHESE VAN DE SOCIAL PROFIT IN VLAANDEREN Social profit globaal Ziekenhuizen (NACE 86A) Praktijken van artsen (NACE 86B) Praktijken van tandartsen (NACE 86C) Overige menselijke gezondheidszorg (NACE 86D) Maatschappelijke dienstverlening met huisvesting (NACE 87) Maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting (NACE 88) Creatieve activiteiten, kunst en amusement (NACE 90) Bibliotheken, archieven, musea en overige culturele activiteiten (NACE 91) Sport, ontspanning en recreatie (NACE 93) WAALS GEWEST SOCIAL PROFIT GLOBAAL VERGELEKEN Toegevoegde waarde Werkgelegenheid SOCIAL PROFIT MEER IN DETAIL Toegevoegde waarde Werkgelegenheid MACRO-ECONOMISCHE SYNTHESE VAN DE SOCIAL PROFIT IN WALLONIË BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

4 SOCIAL PROFIT GLOBAAL VERGELEKEN Toegevoegde waarde Werkgelegenheid SOCIAL PROFIT MEER IN DETAIL Toegevoegde waarde Werkgelegenheid MACRO-ECONOMISCHE SYNTHESE VAN DE SOCIAL PROFIT IN BRUSSEL BIJLAGE WERKGELEGENHEID LIJST VAN FIGUREN LIJST VAN TABELLEN

5 Krachtlijnen Hoe zou de samenleving eruit zien bij afwezigheid van een performante social profit? Het antwoord op deze vraag vertoont meerdere dimensies. In de eerste plaats zouden belangrijke manifeste maatschappelijke noden onbeantwoord blijven. De primordiale maatschappelijke meerwaarde of opbrengst van de social profit ligt in het beantwoorden van deze behoeften. Hier bewijst de social profit zijn intrinsieke relevantie. Dit aspect, inclusief zijn indiceerbaarheid, behoeft een grondige eigenstandige en genuanceerde analyse. Immers, een meermaals vastgestelde eenzijdige focus op de maatschappelijke kosten van de social profit vertroebelt het globaal beeld en laat de maatschappelijke baten of de output van de social profit onverdiend in de schaduw. Elk initiatief om de intrinsieke relevantie van de social profit beter meetbaar en vergelijkbaar te maken kan helpen om de impact van (deelaspecten van) de social profit te objectiveren. Verso zal hier blijvend voor ijveren. De voorliggende nota gaat echter in op een andere belangrijke dimensie. Immers, de social profit heeft - net als andere bedrijfstakken - een impact op de economische bedrijvigheid. Vanuit dit perspectief wordt de social profit nader geanalyseerd en gepositioneerd binnen het geheel van de economie. De analyse van het Vlaams Gewest wordt op een groter detail gevoerd dan de overige gewesten en dan op niveau van het Rijk. HET KADER Hierna worden de kernelementen van de economische ontwikkeling gedocumenteerd in hun evolutie en binnen een macro-economisch kader geplaatst. De wisselwerking tussen de grootheden, die steeds in monetaire waarden worden uitgedrukt, kan hierbij vanuit meerdere invalshoeken worden benaderd. Vanuit de invalshoek Productie: De social profit zorgt voor de realisatie van een reeks goederen en diensten. De verkoopwaarde van de geproduceerde goederen en diensten stemt overeen met de output. De output komt tot stand door de combinatie van de productiefactoren (arbeid, kapitaal) en de aanwending door de social profit van grondstoffen en hulpmiddelen die vanuit andere bedrijfstakken worden betrokken, het zogenaamde intermediair verbruik of intermediaire aankopen. Het verschil tussen de output en het intermediair verbruik komt overeen met de bruto toegevoegde waarde. In de context van de economische impact van de social profit vormt het intermediair verbruik, als graadmeter van de economische interdependenties met andere bedrijfstakken, een belangrijk gegeven. Vanuit de invalshoek Bestedingen: De door de social profit voortgebrachte goederen en diensten worden uiteraard aangewend. De vergoeding van de aanwending vormen de ontvangsten van de social profit. Een deel van de output van de social profit vindt zijn weg als levering voor het productieproces in andere bedrijfstakken. Deze fractie vormt de intermediaire leveringen door de social profit. Daarnaast wordt een deel van de output rechtstreeks geconsumeerd door de burgers. De burgers betalen zelf een deel van de consumptie, bv. via remgelden (consumptie huishoudens). Verder financieren de overheid, (consumptie overheid) respectievelijk de instellingen zonder winstoogmerk (consumptie IZW s 1 ), de social profit voor geleverde goederen en diensten die zij ter beschikking stellen van de burgers. De output van de social profit vindt ook zijn aanwending in 1 Instellingen zonder winstoogmerk 5

6 investeringen. Voor een deel wordt de output afgezet in het buitenland onder de vorm van uitvoer van goederen en/of diensten. Met de ontvangsten uit de aanwending van de output worden de intermediaire aankopen vereffend alsook de componenten van de toegevoegde waarde vergoed. Dit vormt de volgende invalshoek. Vanuit de invalshoek Inkomen: De toegevoegde waarde die binnen de social profit wordt gecreëerd biedt de mogelijkheid om de aangewende productiefactoren te vergoeden. De beloning van werknemers vormt hierin een belangrijke component naast het netto-exploitatieresultaat. Daarnaast kunnen uit de toegevoegde waarde investeringen worden verricht en belastingen voldaan, weliswaar na saldering met de ontvangen subsidies. Deze laatste post is niet onbelangrijk voor de social profit. KERNCIJFERS Uit de macro-economische analyse blijkt algemeen dat de social profit in vergelijking met de totaliteit van de economie en de onderliggende grote bedrijfstakken zich manifesteert als een sterke groeisector. Deze vaststelling geldt onverkort voor het land en de gewesten. Alle figuren die de social profit in vergelijking brengen met andere vertonen dan ook de typische krokodilvorm, waarbij alleen de grootte van de bek varieert en de social profit veelal voor de bovenkaak tekent. Specifiek de positie van het intermediair verbruik verdient bijzondere aandacht. Immers, de sociaaleconomische betekenis van de social profit wordt in niet onbelangrijke mate bepaald door de hoegrootheid en spreiding van het intermediair verbruik. Het intermediair verbruik vormt de katalysator van een directe en indirecte wisselwerking met, en impact op andere bedrijfstakken, en bij veralgemening op de gehele economie. De vastgestelde snelle groei van het intermediair verbruik door de social profit verhoogt zijn verwevenheid met andere bedrijfstakken en onderstreept zijn economische relevantie. In 2013 kende de social profit op niveau van het Rijk een intermediair verbruik van 22,2 mld. euro (of 43,4% van de output), waarvan volgens een voorzichtige inschatting ongeveer de helft van dit bedrag aan de social profit in Vlaanderen kan worden toegerekend. Dit betekent concreet dat andere bedrijfstakken, onverkort het intermediair verbruik intern de social profit, voor een niet-onaanzienlijk (en groeiend) volume een afzetmarkt vinden in de social profit. De soms gehoorde bemerking dat de social profit nagenoeg uitsluitend toegevoegde waarde creëert vanuit de beloning van werknemers of de inkomenscreatie bij zelfstandigen (nettoexploitatieresultaat), dient dan ook te worden genuanceerd. BELGIË EVOLUTIE Zowel de output, het intermediair verbruik als de toegevoegde waarde stijgt tussen 2000 en 2013 in quasi geen enkele andere bedrijfstak sneller dan in de social profit. Bovendien is de stijging ononderbroken in tegenstelling tot de totaliteit van de Belgische economie, die een terugval kent in

7 De social profit kent een uitgesproken forsere groei dan het gemiddelde van Belgische economie wat betreft intermediair verbruik, output en ook wat betreft werkzame Output totale economie Intermediair verbruik totale economie Toegevoegde waarde totale economie Werkzame personen totale economie Output social profit Intermediair verbruik social profit Toegevoegde waarde social profit Werkzame personen social profit Output De output van de social profit bedraagt in ,2 mld. euro, waarvan 29 mld. euro toegevoegde waarde en 22,2 mld. euro intermediair verbruik. Het aandeel van de social profit in de output van de totale economie loopt gestaag op tot 6,2% in 2013, wat overeenkomt met een groei van 25% ten opzichte van In 2013 bedraagt de verhouding toegevoegde waarde (resp. intermediair verbruik) op de totale output 56,6% (resp. 43,4%). De output van Belgische economie als geheel bestaat voor 42,8% uit toegevoegde waarde en voor 57,2% uit intermediair verbruik. Toegevoegde waarde De social profit situeert zich binnen de geglobaliseerde bedrijfstakken als tweede snelste groeier (na de zakelijke dienstverlening) tussen 2000 en 2013 op het vlak van toegevoegde waarde (in lopende prijzen). Dit betekent meteen een fors hoger groeiritme dan het gemiddelde van de economie. Het aandeel van de social profit in de toegevoegde waarde van de totale economie loopt op tot 8,3% in 2013 wat een groei met 20% inhoudt ten aanzien van het jaar Indien de toegevoegde waarde wordt uitgedrukt in volume blijkt de social profit echter over dezelfde periode na te hinken op de evolutie in de totale economie. Het aandeel van de maatschappelijke dienstverlening in de toegevoegde waarde van de social profit (35%) bedraagt een veelvoud van de zijn betekenis in het intermediair verbruik van de social profit (15%). Intermediair verbruik De social profit profileert zich over de periode als snelste groeier van de geglobaliseerde bedrijfstakken, met meer dan een verdubbeling van het intermediair verbruik in lopende prijzen. Het aandeel van de social profit in het intermediair verbruik van de totale economie stijgt in 2013 tot 4,7%, oftewel een groei met 35% ten aanzien van het jaar Wanneer de evolutie van het intermediair verbruik in volume wordt vergeleken over de beschouwde periode tekent de divergentie in ontwikkeling tussen de social profit en 7

8 de totale economie zich nog meer uitgesproken af. In volume uitgedrukt groeit het intermediair verbruik in de social profit met meer dan 55%, ten opzichte van 10% groei voor het geheel van de economie. Het aandeel van het intermediair verbruik in de output van de social profit stijgt over de periode onafgebroken van 40,3% naar 43,4%. In alle componenten van de social profit ligt dit aandeel hoger dan het social-profitgemiddelde met uitzondering van de maatschappelijke dienstverlening waar het ongeveer een kwart bedraagt. Ongeveer 26% van het intermediair verbruik van de social profit is intern (d.i. binnen de social profit zelf) te situeren. Werkgelegenheid Het aantal werkzame personen in de Belgische social profit groeit tussen 2000 en 2014 met meer dan 40%, terwijl de totaliteit van de economie slechts een 10%-groei realiseert. In 2014 zijn 13,6% van de werkzame personen in België werkzaam in de social profit tegenover 10,6% in 2000 (groei: 29%). Bij de werknemers kan een nog sterker groeiend aandeel worden vastgesteld: van 10,4% in 2000 naar 14,1% in 2014 (groei: 36%). Bij de zelfstandigen blijft het aandeel van de social profit in de totale economie nagenoeg stabiel op 11,5%. FOTO 2010 Op basis van input-outputtabellen 2010 kan volgende synthese van de macro-economische grootheden in de social profit worden voorgesteld: Social profit - België 2010, mln. euro Invalshoek Productie Invalshoek Bestedingen Invalshoek Inkomen Toegevoegde waarde Intermediaire aankopen Output Totaal intermediaire leveringen Consumptie huishoudens Consumptie IZW's Consumptie overheid Investeringen Voorraadwijzigingen Uitvoer eurozone Overige uitvoer Beloning werknemers in % output Niet-productgebonden belastingen ,59% Niet-productgebonden subsidies Netto-exploitatieoverschot Verbruik vaste activa Bron: Federaal Planbureau, bewerking Verso 8

9 Vanuit de productiezijde bekeken bestaat de output van de social profit in 2010 voor 43,6% uit intermediaire aankopen en voor 56,4% uit toegevoegde waarde. De toegevoegde waarde binnen de social profit vloeit voor 75,7% naar de beloning van werknemers en is voor net geen 20% terug te vinden in het nettoexploitatieresultaat. De social profit ontvangt 2,2 mld. euro aan niet-productgebonden subsidies en financiert ten belope van 3,2 mld. euro zijn verbruik aan vaste activa. Vanuit bestedingsstandpunt blijkt dat het leeuwenaandeel van de output van de social profit (86,7%) finaal wordt geconsumeerd door de burgers en de overheid. De consumenten vergoeden rechtstreeks 28% van de output. De overheid financiert de productie van de social profit voor 55%. De intermediaire leveringen vanuit de social profit bedragen globaal slechts 12,4% van het totaal gebruik of de totale output. De input-outputtabellen voor België zijn gebaseerd op de ESR2010-methodologie, terwijl de interregionale input-outputtabellen volgens de ESR1995-methode zijn opgesteld. Dit verklaart in hoofdorde waarom de grootheden van de gewesten niet sommeren tot de totaliteit van het Rijk (cf. infra). VLAAMS GEWEST EVOLUTIE De evolutie van twee kernelementen van de economische ontwikkeling binnen de social profit met name de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid kenmerkt zich door een groei die fors uitsteekt boven het gemiddelde van de Vlaamse economie Vlaams Gewest De groei van de toegevoegde waarde in de Vlaamse social profit verloopt gestaag en is fors hoger dan het gemiddelde van de Vlaamse economie, zo wat betreft de werkzame personen Werkzame personen totale economie Toegevoegde waarde totale economie Werkzame personen social profit Toegevoegde waarde social profit Toegevoegde waarde In 2013 bedraagt de toegevoegde waarde die binnen de social profit in Vlaanderen wordt gerealiseerd 16,4 mld. euro. Het aandeel van de social profit in de toegevoegde waarde van de Vlaamse economie stijgt tussen 2003 en 2013 van 6,9% naar 8% (groei: 16%). De sterke stijging van de toegevoegde waarde in de maatschappelijke dienstverlening (+80%) draagt hiertoe bij. Een derde van de toegevoegde waarde van de social profit komt tot stand binnen de maatschappelijke dienstverlening. Bovendien kent de maatschappelijke dienstverlening een hoge multiplicator van de toegevoegde waarde (0,90 in de sector met huisvesting, 0,91 in 9

10 de sector zonder huisvesting). Dit betekent dat de toename met 1 mln. euro van het finaal gebruik gericht aan de productie in de maatschappelijke dienstverlening in Vlaanderen leidt tot een toename van de toegevoegde waarde in alle bedrijfstakken en alle gewesten - met andere woorden binnen de Belgische economie - met (resp ) euro. Werkgelegenheid In de periode neemt het aantal werkzame personen in de social profit in Vlaanderen toe van tot eenheden, of een toename met 34 %. Daarmee sluit de Vlaamse social profit nauw aan bij de top-groeisectoren op dit vlak (de zakelijke dienstverlening met 46%; de informatie en communicatie met 40%). Voor het geheel van de Vlaamse economie groeit het aantal werkzame personen slechts met 10%. In 2014 zijn 13,6% van de werkzame personen in Vlaanderen actief in de social profit tegenover 11,2% in 2003 (groei: 21%). Bij de werknemers is het groeiend aandeel nog meer uitgesproken: van 11,3% in 2003 naar 14,1% in 2014 (groei: 25%). Naast de werkgelegenheid in de Vlaamse social profit zorgt de output van de Vlaamse social profit ook direct, zijnde in eerste instantie, en indirect, zijnde in afgeleide stappen, voor de creatie van arbeidsplaatsen in andere bedrijfstakken in België ten belope van ongeveer eenheden. In alle componenten van de Vlaamse social profit liggen de werkgelegenheidsmultiplicatoren boven het gemiddelde van de Vlaamse economie. Zo zal een toename van het finaal gebruik gericht op de output met 1 mln. euro binnen om het even welke component van de Vlaamse social profit aanleiding geven tot een toename van de werkgelegenheid van alle overige bedrijfstakken op Belgisch niveau met meer dan 8,98 personen, zijnde het gemiddelde voor de Vlaamse economie. De maatschappelijke dienstverlening met huisvesting kent bijvoorbeeld een werkgelegenheidsmultiplicator (22,8) die een veelvoud bedraagt van het gemiddelde. De maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting noteert zelfs als hoogste van alle bedrijfstakken een werkgelegenheidsmultiplicator van 33,3. 10

11 FOTO 2010 Als synthese worden de macro-economische grootheden van de Vlaamse social profit in verband geplaatst in volgend stramien. cial profit - Vlaams Gewest 2010, mln. euro Invalshoek Productie Invalshoek Bestedingen Invalshoek Inkomen Toegevoegde waarde Intermediaire aankopen Output Totaal intermediaire leveringen Consumptie huishoudens Consumptie IZW's Consumptie overheid Investeringen Voorraadwijzigingen Uitvoer van goederen Uitvoer van diensten , , , , ,6 804, ,4 110,2 0,1 25,0 250,1 Beloning werknemers ,5 in % output Niet-productgebonden belastingen 85,9 40,6% Niet-productgebonden subsidies -697,1 Netto-exploitatieoverschot 2.868,0 Verbruik vaste activa 1.647,9 Bron: RIOT (SERV), bewerking Verso In 2010 bedraagt de output van de Vlaamse social profit 24,4 mld. euro, waarvan 14,5 mld. euro toegevoegde waarde en 9,9 mld. euro intermediair verbruik. Terzijde: indien het intermediair verbruik tussen 2010 en 2013 had geëvolueerd aan het ritme van de toegevoegde waarde zou in 2013 een bedrag van 11,2 mld. euro worden bereikt (versus 16,4 mld. euro toegevoegde waarde). Vanuit de productiezijde bekeken bestaat de output 2010 van de Vlaamse social profit voor 40,6% uit intermediaire aankopen en voor 59,4% uit toegevoegde waarde. In de totaliteit van de Vlaamse economie vertegenwoordigt het intermediair verbruik 57% van de output, de toegevoegde waarde 43%. De beloning van werknemers vormt de belangrijkste component (73,1%) van de toegevoegde waarde. Het aandeel van het netto exploitatieoverschot in de toegevoegde waarde beloopt 19,8%. Waar de maatschappelijke dienstverlening binnen de social profit verhoudingsgewijs sterk presteert op het vlak van de toegevoegde waarde, vormt in deze bedrijfstak het intermediair verbruik logischerwijze de keerzijde van de medaille. Het aandeel van het intermediair verbruik in de output ligt in de maatschappelijke dienstverlening (23% in diensten met huisvesting, respectievelijk 28% in diensten zonder huisvesting) sterk 11

12 beneden het gemiddelde van de social profit (40,6%). Bij de componenten van de gezondheidszorg schommelt het aandeel van het intermediair verbruik rond de 45%-grens. De creatieve activiteiten en sport en recreatie kennen een intermediair verbruik dat hoger ligt dan de helft van de output. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 76,58% 72,45% 66,85% 58,22% 55,66% 54,93% 52,44% 48,09% 43,58% 40,79% Voor het geheel van de Vlaamse economie bedraagt het aandeel van het intermediair verbruik in de output 57%, voor het geheel van 23,42% 27,55% 33,15% 41,78% 44,34% 45,07% 47,56% 51,91% 56,42% 59,21% D 86B 86A 86C Aandeel intermediair verbruik in output Aandeel toegevoegde waarde in output Bron: RIOT (SERV), bewerking Verso De intermediaire aankopen van de social profit in Vlaanderen zijn voor 60% toewijsbaar aan twee componenten, met name de ziekenhuizen (NACE 86A, 41%) en de praktijken van artsen (NACE 86B, 19%). Vanuit de invalshoek van het intermediair verbruik en het potentieel economisch impact ervan, zijn de ziekenhuizen de belangrijkste component binnen de social profit. De intermediaire aankopen van de maatschappelijke dienstverlening als geheel (NACE 87-88) vertegenwoordigen 15,5% van de totaliteit van de social profit. Vanuit bestedingsstandpunt blijkt dat de afzet van de social profit in Vlaanderen in hoofdorde (87,4%) is gericht op de private en publieke consumptie. De huishoudens vergoeden rechtstreeks 27,5% van de productie (6,7 mld. euro). De overheid financiert daarnaast 56,6% van de output voor een bedrag van 13,8 mld. euro. De intermediaire leveringen vertegenwoordigen amper 11% van de totale output. BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Ook in Brussel groeit de toegevoegde waarde in de social profit (2013: 4,2 mld. euro) tussen 2003 en 2013 opmerkelijk sneller (+51%) dan in de totale economie (+34%). Hierdoor stijgt het aandeel van de social profit in de toegevoegde waarde van de Brusselse economie van 5,7% in 2003 naar 6,5% in 2013 (groei: 14%). 12

13 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Werkzame personen totale economie Werkzame personen social profit Toegevoegde waarde totale economie Toegevoegde waarde social profit In de periode neemt het aantal werkzame personen in de social profit in Brussel toe van tot eenheden, of een toename met 21%. Binnen de Brusselse economie als geheel groeit het aantal werkzame personen slechts met 5%. Het aandeel van de social profit in de totaliteit van de werkzame personen te Brussel neemt toe van 9,5% in 2003 tot 10,9% in 2014 (groei: 15%). De social profit te Brussel genereert bovenop een directe werkgelegenheid in de social profit een afgeleide werkgelegenheid in België van ongeveer personen in andere bedrijfstakken. Als synthese worden hierna de macro-economische componenten van de Brusselse social profit in hun verband weergegeven. 13

14 Social profit Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2010, mln. euro Invalshoek Productie Invalshoek Bestedingen Invalshoek Inkomen Toegevoegde waarde Intermediaire aankopen Output Totaal intermediaire leveringen Consumptie huishoudens Consumptie IZW's Consumptie overheid Investeringen Voorraadwijzigingen Uitvoer van goederen Uitvoer van diensten 3.644, , , , ,0 313, ,0 57,1 0,5 24,4 157,9 Beloning werknemers 2.729, 4 in % output Niet-productgebonden belastingen 72,8 44,0% Niet-productgebonden subsidies -188,4 Netto-exploitatieoverschot 597,9 Verbruik vaste activa 432,9 Bron: RIOT (SERV), bewerking Verso 14

15 WAALS GEWEST Waals Gewest Toegevoegde waarde totale economie Werkzame personen totale economie Toegevoegde waarde social profit Werkzame personen social profit De stijging tussen 2003 en 2013 van de toegevoegde waarde (2013: 8,4 mld. euro) in de Waalse social profit (+62%) is vergelijkbaar met de social profit in Vlaanderen. De kloof met de evolutie van de toegevoegde waarde in de Waalse economie is echter nog meer uitgesproken. Mede als gevolg hiervan stijgt het aandeel van de social profit in de toegevoegde waarde van de Waalse economie van 8,7% in 2003 naar 10,3% in 2013 (groei: 18%). In de periode stijgt het aantal werkzame personen in de social profit in Wallonië met 30% van tot eenheden. Voor het geheel van de Waalse economie bedraagt de toename 10%. In 2013 zijn van alle werkzame personen in Wallonië 15,2% werkzaam in de social profit, tegenover slechts 12,9% in 2003 (groei: 18%). Het aantal personen dat direct en indirect werkt voor de Waalse social profit bedraagt ligt eenheden hoger dan de directe werkgelegenheid in de Waalse social profit. De verhouding van de verschillende macro-economische grootheden van de Waalse social profit ziet eruit als volgt: 15

16 Social profit Waals Gewest 2010, mln. euro Invalshoek Productie Invalshoek Bestedingen Invalshoek Inkomen Toegevoegde waarde Intermediaire aankopen Output Totaal intermediaire leveringen Consumptie huishoudens Consumptie IZW's Consumptie overheid Investeringen Voorraadwijzigingen Uitvoer van goederen Uitvoer van diensten 7.758, , , , ,0 369, ,6 36,3 0,1 7,3 102,4 Beloning werknemers 5.643, 6 in % output Niet-productgebonden belastingen 55,7 41,0% Niet-productgebonden subsidies -367,3 Netto-exploitatieoverschot 1.553, 4 Verbruik vaste activa 872,7 Bron: RIOT (SERV), bewerking Verso 16

17 Nota INLEIDING De betekenis van de social profit in Vlaanderen kan op meerdere aspecten worden beoordeeld. De maatschappelijke meerwaarde of de opbrengsten van de social profit komt hierbij op de eerste plaats. In welke mate en op welke wijze slaagt de social profit erin een antwoord te bieden op de maatschappelijke vragen binnen zijn beleidsdomein? In het beantwoorden van de maatschappelijke behoeften bewijst de social profit zijn intrinsieke relevantie. De monitoring van deze centrale doelstelling behoeft een grondige eigenstandige en genuanceerde analyse. Immers, een meermaals vastgestelde eenzijdige focus op de maatschappelijke kosten van de social profit vertroebelt het globaal beeld en laat de maatschappelijke opbrengsten of de output van de social profit onverdiend in de schaduw. Elk initiatief om de maatschappelijke relevantie van de social profit beter meetbaar en vergelijkbaar te maken kan helpen om de maatschappelijke impact van (deelaspecten van) de social profit verder te objectiveren. Vooralsnog laten een reeks aanbod- en outputindices toe - zij het soms benaderend of partieel - de impact van (deelaspecten van) de social profit in beeld te brengen 2. De breed maatschappelijke betekenis van de social profit beperkt zich evenwel niet tot deze ene dimensie. Zo heeft ook de social profit - net als andere bedrijfstakken - een impact op de sociaal-economische bedrijvigheid in de eigen regio, in het eigen land en daarbuiten. Vanuit dit perspectief wordt de social profit in de nota nader geanalyseerd en gepositioneerd binnen het geheel van de Belgische economie. Als zodanig wordt de sociaal-economische betekenis van de social profit gedocumenteerd binnen een macro-economisch kader. De nationale en regionale rekeningen bieden de inhoudelijk relevante macro-economische kerngegevens van de economische ontwikkeling op het niveau van de bedrijfstak of groepering van bedrijfstakken. De nationale en regionale rekeningen bieden eveneens gegevens met betrekking tot de werkgelegenheid. Deze werkgelegenheidscijfers worden in het rapport louter aangewend om de positie en evolutie van de werkgelegenheid in de social profit af te zetten tegenover andere bedrijfstakken. Verso presenteert systematisch, op basis van meerdere databronnen, een meer fijnmazig inzicht in de evolutie van de werkgelegenheid binnen de geledingen van de social profit. De nationale 3 en de interregionale input-outputtabellen voor de Belgische gewesten (RIOT) voor het jaar bieden binnen een uniform analysekader een gedetailleerd zicht op de sociaal-economische impact van de Zie onder meer: Studiedienst van de Vlaamse regering (2015), Kernindicatoren Pact 2020, Brussel; Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (2011), Ontwikkeling van indicatoren in het kader van doelstelling 12 Zorg van het Pact 2020, Leuven. Federaal Planbureau (2015), Input-outputtabellen 2010, Brussel. Federaal Planbureau (2016), Interregionale input-outputtabel voor de Belgische gewesten 2010 (RIOT), Brussel. De RIOT werd opgesteld door het Federaal Planbureau in samenwerking met de gewesten. De RIOT is gedetailleerder dan de input-outputtabel op Belgisch niveau omdat elke bedrijfstak in elk van de drie gewesten afzonderlijk wordt gedocumenteerd. Tussen de SERV en de Studiedienst van de Vlaamse Regering werd een overeenkomst gesloten over het gebruik van de RIOT-data. Volledig conform de beschikkingen over de bescherming van de gegevens heeft de SERV de data 17

18 bedrijfstakken, zo ook de social profit. Een input-outputtabel (IOT) beschrijft op gedetailleerde wijze de monetaire stromen binnen een economie die voortvloeien uit goederen- en dienstenstromen. Voorafgaandelijk aan de voorstelling van de cijfers dient erop te worden gewezen dat om een tweevoudige methodologische reden de input-outputresultaten van Rijk verschillen van de sommatie van inputoutputresultaten van de gewesten: - (a) De gehanteerde nationale input-outputtabellen zijn gebaseerd op de recentste ESR 2010-methodologie terwijl de interregionale input-outputtabellen steunen op de ESR 1995-methodologie 5. Bij toepassing van de ESR 1995 methodologie op de nationale data worden de verschillen met de geaggregeerde data voor de gewesten grotendeels opgeheven. Aangezien de eigenstandigheid van analyse voor het Rijk, respectievelijk de gewesten voorop staat en niet zozeer de regionale verhoudingen in Belgisch verband, wordt de voorkeur gegeven aan het hanteren van de meest recent toegepaste methodologie. - (b) De nationale input-outputtabellen zijn gestructureerd als product x product tabellen. Een product x product-tabel beschrijft de productiestructuur van productgroepen. In het intermediaire deel bevinden zich de producten die in de productie worden verbruikt, onafhankelijk van de bedrijfstak waar die werden geproduceerd. De interregionale input-outputtabel is van het type bedrijfstak x bedrijfstak. Een bedrijfstak x bedrijfstak-tabel beschrijft de relaties tussen bedrijfstakken. In het intermediaire deel wordt voor elke bedrijfstak het verbruik van de productie van de andere bedrijfstakken weergegeven zonder een onderscheid te maken naar het verbruikte product. Op basis van de input-outputdata ontwikkelde het Federaal Planbureau multiplicatoren in verband met de productie, het inkomen en de werkgelegenheid 6. Bij de detailanalyse van de social profit wordt nader ingegaan op de resultaten hiervan. Het SERV-secretariaat heeft in twee nota s 7 de mogelijkheden tot analyse van het basismateriaal van de RIOT verduidelijkt. Gelet op het detail van het gehanteerde bronnenmateriaal wordt de social profit hierna afgebakend als de groepering van volgende activiteiten: Menselijke gezondheidszorg (NACE 86) Maatschappelijke dienstverlening met huisvesting (NACE 87) Maatschappelijke dienstverlening en zonder huisvesting (NACE 88) Creatieve activiteiten, kunst en amusement (NACE 90) Bibliotheken, archieven, musea en overige culturele activiteiten (NACE 91) Kansspelen en loterijen (NACE 92) Sport, ontspanning en recreatie (NACE 93) opgenomen in dit rapport toegeleverd. De verwijzing naar de RIOT-gegevens als bronmateriaal gebeurt verder als volgt: RIOT (SERV). 5 In september 2014 werd de nieuwe Europese standaard voor de opstelling van de nationale rekeningen van kracht, het "Europees Systeem van Rekeningen - ESR 2010". Het ESR 2010 is de opvolger van het ESR 1995 als referentiemethodologie. Hoewel het de grondslagen en algemene principes van het vorige stelsel overneemt, bevat het ESR 2010 een aantal wijzingen om beter te beantwoorden aan de nieuwe economische omgeving en aan de veranderingen die de economieën de afgelopen twintig jaar hebben ondergaan. 6 Federaal Planbureau (2016), Interregionale input-outputtabel: Multiplicatoren 2010, Brussel 7 SERV (2016) De interregionale input-outputtabel 2010: Een analyse voor Vlaanderen, Brussel en SERV (2016) Het sociaaleconomisch belang van de social profit in Vlaanderen en België, Brussel (auteur van beide nota s: Tim Buyse) 18

19 In de nationale en regionale rekeningen worden vermelde activiteiten gegroepeerd weergegeven in vier categorieën:(a) de gezondheidzorg (NACE 86); (b) de maatschappelijke dienstverlening (NACE 87 en 88); (c) cultuur en ontspanning (NACE 90 tot 92); (d) sport en ontspanning (NACE 93). De RIOT onderscheidt 122 bedrijfstakken wat toelaat de Menselijke gezondheidszorg (NACE 86) verder op te splitsen in Ziekenhuizen (86A), Praktijken van artsen (86B), Tandartspraktijken (86C) en Overige menselijke gezondheidszorg (86C). RIOT documenteert de maatschappelijke dienstverlening met huisvesting, (NACE 87) afzonderlijk van de maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting (NACE 88). De RIOT laat ook een aparte analyse toe op niveau van de onderscheiden bedrijfstakken 90 tot en met 93 in tegenstelling tot de nationale en regionale rekeningen die met twee clusters werken (NACE 90-92, respectievelijk NACE 93). De relevante gegevens voor een analyse zijn in de nationale rekeningen uitvoeriger voorhanden dan in de regionale rekeningen. Mede gelet hierop ligt de focus bij de analyse van de gewesten op twee kerncomponenten van de economische ontwikkeling: enerzijds de toegevoegde waarde en anderzijds de werkgelegenheid. Wat Vlaanderen betreft wordt de analyse op beide aspecten op een groter detail gevoerd dan in de overige gewesten. Bovendien worden voor elk van de componenten van de social profit in Vlaanderen de betreffende macro-economische grootheden in verband gebracht. De (evolutie van) output en zijn samenstellende elementen kunnen zowel in lopende prijzen als in volume worden uitgedrukt. Aangezien de klemtoon in de nota ligt op de positionering van de social profit in de totale economie en dus vooral op het vergelijkend karakter ervan ten aanzien van andere bedrijfstakken, biedt de weergave in volume (gezuiverd van inflatie) geen evident voordeel. Bovendien bestaan er voor België wel nationale deflatoren per beschikbare bedrijfstak, maar geen regionale deflatoren. De weergave van de vermelde componenten in lopende prijzen maakt daarentegen de concordantie met de input-output analyses voor het jaar 2010 duidelijk zichtbaar. Hierna zullen dan ook, tenzij anders vermeld, de economische grootheden in lopende prijzen worden uitgedrukt. In een eerste luik van de nota wordt de positionering van de social profit op niveau van het Rijk gedocumenteerd. In een tweede luik wordt de analyse voorgesteld op niveau van de gewesten. Zowel voor het Rijk als de gewesten wordt telkens in een eerste deel de social profit in globo vergeleken met de totale economie en andere bedrijfstakken. In een tweede deel worden de evoluties in de componenten van de social profit geanalyseerd. 19

20 BELGIË SOCIAL PROFIT GLOBAAL VERGELEKEN Als algemene situering van de globale evolutie van de output van de social profit en zijn onderliggende elementen in de tijd wordt in onderstaande figuren hun verloop zowel in lopende prijzen als in volume weergegeven. De bespreking van de grootheden gebeurt verder in de nota. Hierbij slechts de vaststelling dat de gestage groei van de output van de social profit vooral tot stand kwam door de toename (in volume) van het intermediair verbruik. Figuur 1 Economische indicatoren social profit, in lopende prijzen (mld. euro), België ,25 49,54 47,43 45,48 43,46 41,20 38,40 36,01 34,39 32,82 30,93 29,28 27,88 28,21 29,02 26,51 26,80 24,90 25,59 23,81 22,17 19,88 20,62 21,33 22,23 19,15 19,99 20,98 18,56 17,39 15,83 16,52 17,17 18,04 16,23 10,69 11,36 12,11 12,88 13,68 14,40 15, output (P.1) intermediair verbruik (P.2) toegevoegde waarde (B1.g) Figuur 2 Economische indicatoren social profit, in volume (mld. euro, prijzen 2013), België ,49 40,41 40,61 41,12 41,68 42,29 42,99 44,59 46,28 48,54 49,12 49,53 50,61 51, ,15 25,97 25,92 25,44 25,43 25,92 25,99 26,06 26,53 27,14 27,90 27,75 28,09 29,02 20,65 21,38 21,44 21,48 22,23 19,19 18,14 14,33 15,19 15,64 16,17 16,18 16,56 17, output (P.1) intermediair verbruik (P.2) toegevoegde waarde (B1.g) 20

21 Figuur 3 Aandeel social profit in de totale economie (%), lopende prijzen, België 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 6,87 6,92 6,96 5,27 4,98 5,03 3,91 3,53 3,60 7,51 7,11 7,17 7,18 7,19 7,20 5,51 5,49 5,47 5,35 5,37 5,49 4,19 4,14 4,12 3,94 3,99 4,02 7,97 6,23 4,82 7,84 7,89 6,05 5,85 4,67 4,37 8,14 6,01 4,47 8,26 6,24 4,73 3, output (P.1) intermediair verbruik (P.2) toegevoegde waarde (B1.g) Figuur 4 Aandeel social profit in de totale economie (%), in volume (prijzen 2013), België 10,0 9,0 8,0 8,89 8,76 8,45 8,37 8,27 8,12 7,95 7,83 7,91 8,32 8,07 8,00 8,29 8,26 7,0 6,0 5,49 5,46 5,55 5,63 5,52 5,52 5,41 5,44 5,57 6,23 6,06 5,89 6,09 6,24 5,0 4,0 3,34 3,41 3,63 3,79 3,66 3,72 3,66 3,77 3,94 4,66 4,58 4,38 4,48 4,73 3, output (P.1) intermediair verbruik (P.2) toegevoegde waarde (B1.g) De nationale rekeningen geven naast een opsplitsing van output, intermediair verbruik en toegevoegde waarde naar bedrijfstak eveneens een weergave naar groepering van bedrijfstakken. Het is deze indeling die hierna wordt gehanteerd bij de positionering van de social profit ten aanzien van andere bedrijfstakken (de zogenaamde S11-indeling in de nationale rekeningen). In de S11-indeling van de nationale rekeningen komt een rubriek social profit niet voor. Bepaalde onderdelen van de social profit worden opgenomen onder de S11- rubriek Gezondheids- en welzijnszorg (NACE ). Andere onderdelen worden gerubriceerd onder Cultuur, recreatie en overige diensten, met name de activiteiten die vallen onder NACE-codes 90 tot en met 93. Om de eenduidigheid met hierboven vermelde omschrijving van de social profit te bewaren worden de 21

22 gegevens van de activiteiten onder NACE-codes 90 tot en met 93 gevoegd bij de rubriek Gezondheids- en welzijnszorg. het zijn deze samengevoegde data die hierna worden opgenomen als social profit. Dit betekent omgekeerd dat de S11-rubriek Cultuur, recreatie en overige diensten wordt teruggebracht tot Overige diensten en hierna ook zo benoemd, na vermelde overheveling. OUTPUT De output of productie in lopende prijzen van de Belgische economie groeit tussen 2000 en 2013 van 532,8 mld. euro naar 821,7 mld. euro. De social profit kent een quasi verdubbeling van zijn productie van 26,5 mld. euro in 2000 tot 51,3 mld. euro in Tabel 1 Output, België, in lopende prijzen (mld. euro) Totaal economie 532,80 628,34 752,27 811,34 823,69 821,72 Totaal social profit (NACE 86-88/90-93) 26,51 34,39 45,48 47,43 49,54 51,25 AANDEEL SOCIAL PROFIT IN OUTPUT Het aandeel van de social profit in de output van de totale economie steeg gestaag van 4,98% in 2000 tot 6,24% in Deze stijging - met meer dan een kwart - is meteen de sterkste in vergelijking met andere bedrijfstakken. Het aandeel van de landbouw, de industrie en de handel liep achteruit in vergelijking met de waarde in het jaar Tabel 2 Aandeel output bedrijfstakken in de totale economie, België (in %) Landbouw en bosbouw en visserij 1,38 1,18 1,19 1,15 1,25 1,24 Nijverheid en energie 34,25 31,40 30,01 31,37 30,88 30,22 Bouwnijverheid 6,98 6,82 7,91 8,14 8,01 7,95 Handel en vervoer en horeca 20,64 21,17 19,40 19,16 18,87 18,58 Informatie en communicatie 3,61 3,66 4,10 3,90 3,97 3,94 Financiële dienstverlening 5,05 4,86 5,39 5,21 5,15 5,10 Verhuur en handel van onroerend goed 5,01 5,18 5,36 5,16 5,31 5,44 Zakelijke dienstverlening 9,56 11,23 11,25 11,05 11,28 11,73 Overheid en onderwijs 7,35 7,83 7,92 7,69 7,90 8,17 Social profit 4,98 5,47 6,05 5,85 6,01 6,24 Overige diensten 1,17 1,21 1,43 1,33 1,36 1,40 22

23 Tabel 3 Evolutie aandeel output in de totale economie, België (index, 2000=100) Landbouw en bosbouw en visserij 100,00 85,05 86,26 83,33 90,16 89,26 Nijverheid en energie 100,00 91,67 87,64 91,60 90,17 88,24 Bouwnijverheid 100,00 97,71 113,36 116,55 114,69 113,82 Handel en vervoer en horeca 100,00 102,56 93,98 92,82 91,40 89,99 Informatie en communicatie 100,00 101,20 113,45 107,88 109,96 109,09 Financiële dienstverlening 100,00 96,19 106,67 103,10 101,83 100,86 Verhuur en handel van onroerend goed 100,00 103,27 106,85 102,94 106,04 108,53 Zakelijke dienstverlening 100,00 117,43 117,61 115,57 118,00 122,67 Overheid en onderwijs 100,00 106,54 107,67 104,54 107,47 111,15 Social profit 100,00 110,00 121,49 117,47 120,87 125,34 Overige diensten 100,00 102,70 121,50 112,97 116,03 119,48 EVOLUTIE OUTPUT SOCIAL PROFIT Figuur 5 Evolutie output in lopende prijzen, België, (index, 2000=100) , , ,91 171,53 178, ,40 144,85 152,28 154,60 154,23 135,84 129,73 140,80 141,19 123,80 134,17 130,91 116,65 126,42 110,42 117,93 105,17 100,00 112,20 103,96 104,35 105, Output totale economie #VERW! Bron: Belgostat, bewerking: Verso De output van de totale economie in lopende prijzen groeide over de periode met iets meer dan de helft. De output van de social profit daarentegen kende bijna een verdubbeling. Het is opmerkelijk dat in de crisisjaren na 2008 de groei in de social profit zich gestaag verderzet, in tegenstelling tot de totale economie die in 2009 een forse terugval kent met 10 procentpunt en in de jaren stabiliseert op een lager groeipad dan de social profit. In ffiguur 6 wordt de evolutie in volume van de output weergegeven. De output in volume groeit in de social profit met 30% over de beschouwde periode, tegenover een groei van 14% voor de totale economie. De 23

24 divergentie vindt zijn oorsprong in de economische crisis van 2008 die een absolute terugval in de productie in de totale economie met zich bracht, terwijl de output van de social profit op hetzelfde ogenblik gestaag en zelfs nog iets versneld, bleef toenemen. Figuur 6 Evolutie output in volume, België, (index, 2000=100) ,16 129,77 125,41 124,38 122, ,19 112,90 113,98 115,44 116,88 115,45 114,19 107,07 108,85 112,72 105,55 110,52 104,12 102,31 102,84 105,00 106,41 108,23 100,00 102,91 101,61 101, Output totale economie Totaal output social profit (nace 86-88/90-93) Bron: Belgostat, bewerking: Verso In vergelijking met andere bedrijfstakken is de toename van de output van de social profit tussen 2000 en 2013 het meest uitgesproken en bovendien aanhoudend. We illustreren dit in Figuur 7. De industrie bijvoorbeeld blijft steken op een niveau dat in % hoger ligt dan in 2000, bovendien sedert 2011 in een dalende beweging. Alleen de zakelijke dienstverlening kent een toename vergelijkbaar met de social profit, zij het na een terugval in

25 Figuur 7 Evolutie output in lopende prijzen, België (index, 2000=100) , , ,53 178, , , , , ,80 129,73 136, ,00 105,17 110,42 116, Totaal Landbouw en bosbouw en visserij Nijverheid en energie Bouwnijverheid Handel en vervoer en horeca Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Zakelijke dienstverlening Overheid en onderwijs Social profit Bron: Belgostat, bewerking: Verso Op basis van bovenstaande cijfers kan geconcludeerd worden dat de social profit op vlak van bijdrage aan de output van de totale economie zich sedert de eeuwwisseling als een sterke groeier profileert. De zakelijke dienstverlening, waarvan het aandeel in de output weliswaar hoger ligt dan dit van de social profit, kent een vergelijkbare evolutie. Landbouw, nijverheid en handel verliezen aandeel in de globale output. De output omvat twee bestanddelen: (a) het intermediair verbruik en (b) de toegevoegde waarde die gegenereerd wordt. Het aandeel van het intermediair verbruik in de output bedraagt in ,25% voor de totale economie en 43,38% in de social profit (cf. figuur 8). Binnen de gezondheidszorg (NACE 86) bedraagt het aandeel van het intermediair verbruik in de output 47,7%. Binnen de activiteiten van de maatschappelijke dienstverlening (NACE 87-88) daarentegen wordt de output slechts voor een kwart gevormd vanuit het intermediair verbruik. De creatieve activiteiten en sport en recreatie zetten een score neer die vergelijkbaar is met het gemiddelde van de economie. Figuur 9 toont het aandeel van de toegevoegde waarde in de output en vertoont het spiegelbeeld van bovenstaande: 56,6% in de social profit ten opzichte van 42,8% voor de totale economie. 25

26 Figuur 8 Aandeel intermediair verbruik in totale output, België, % 60% 57,25% 56,56% 58,04% 50% 40% 43,38% 47,68% 30% 25,68% 20% 10% 0% Bron: Belgostat, bewerking: Verso Figuur 9 Aandeel toegevoegde waarde in totale output, België, % 74,32% 70% 60% 56,62% 52,32% 50% 42,75% 43,44% 41,96% 40% 30% 20% 10% 0% Bron: Belgostat, bewerking: Verso 26

27 Tussen 2000 en 2010 kan in Figuur 10 een constante toename van het aandeel van het intermediair verbruik in de output van de social profit geobserveerd worden, waarna een kleine terugval en vervolgens stabilisatie kan worden vastgesteld. Over het geheel van de periode is er wel een groei met meer dan 3%-punt. Figuur 10 Aandeel toegevoegde waarde en intermediair verbruik in output, social profit, België 60% 58% 56% 54% 52% 50% 48% 46% 44% 42% 40% Intermediair verbruik Toegevoegde waarde Bron: Belgostat, bewerking: Verso INTERMEDIAIR VERBRUIK Het intermediair verbruik in de Belgische economie kende tussen 2000 en 2013 een toename van 302,3 mld. euro in 2000 naar 470,4 mld. euro in De social profit noteerde verhoudingsgewijze een veel snellere groei: van 10,7 mld. euro in 2000 naar 22,2 mld. euro in Tabel 4 Intermediair verbruik, België, in lopende prijzen, België, (mld. euro Totaal economie 302,31 349,84 425,74 471,69 477,05 470,42 Totaal intermediair verbruik social profit (NACE 86-88/90-93) 10,69 14,40 19,88 20,62 21,33 22,23 Bron: Belgostat, bewerking VERSO AANDEEL INTERMEDIAIR VERBRUIK SOCIAL PROFIT Over de periode 2000 tot 2013 groeit het aandeel van de social profit in het intermediair verbruik van de totale economie van 3,53% tot 4,73%, of met andere woorden: een toename met 1/3. Na de bedrijfstakken die uit hun aard een belangrijk aandeel intermediair verbruik aanwenden in hun productieproces (nijverheid, handel, zakelijke dienstverlening, bouw) positioneert de social profit zich in 2013 op dit vlak als belangrijkste van de overige bedrijfstakken. De vastgestelde evolutie wordt verklaard door de combinatie van de forse groei van het aandeel van de social profit in de output van de totale economie (+ 25,3%, cf. tabel 3) 27

28 Tabel 3) en de toename van het aandeel van het intermediair verbruik in de output van de social profit (+ 7,6%, cf. Figuur 9). Tabel 5 Aandeel intermediair verbruik per bedrijfstak in de output van de totale economie, België (in %) Landbouw en bosbouw en visserij 1,44 1,37 1,46 1,47 1,52 1,57 Nijverheid en energie 43,07 40,31 39,52 41,52 41,12 40,35 Bouwnijverheid 8,40 8,35 9,72 9,87 9,71 9,74 Handel en vervoer en horeca 22,00 21,11 18,62 18,38 18,06 17,61 Informatie en communicatie 3,46 3,33 3,97 3,67 3,71 3,78 Financiële dienstverlening 4,22 4,28 4,80 4,42 4,29 4,37 Verhuur en handel van onroerend goed 1,71 2,18 2,70 2,59 2,88 3,03 Zakelijke dienstverlening 8,59 11,00 10,31 9,77 10,13 10,52 Overheid en onderwijs 2,73 3,05 2,92 2,77 2,89 3,04 Social profit 3,53 4,12 4,67 4,37 4,47 4,73 Overige diensten 0,85 0,90 1,32 1,17 1,22 1,27 28

29 Tabel 6 Evolutie aandeel intermediair verbruik per bedrijfstak in de output van de totale economie, België (index, 2000=100) Landbouw en bosbouw en visserij 100,00 93,18 100,72 104,22 107,43 109,67 Nijverheid en energie 100,00 91,85 91,52 98,79 97,47 94,53 Bouwnijverheid 100,00 97,57 115,52 120,45 118,02 117,00 Handel en vervoer en horeca 100,00 94,16 84,42 85,63 83,78 80,75 Informatie en communicatie 100,00 94,64 114,42 108,70 109,70 110,35 Financiële dienstverlening 100,00 99,54 113,60 107,49 103,92 104,65 Verhuur en handel van onroerend goed 100,00 125,22 157,31 155,27 171,53 178,48 Zakelijke dienstverlening 100,00 125,63 119,64 116,49 120,25 123,45 Overheid en onderwijs 100,00 109,56 106,49 103,84 108,00 112,48 Social profit 100,00 114,28 131,77 126,73 129,14 134,91 Overige diensten 100,00 103,68 154,51 139,87 146,38 150,52 Bovenstaande cijfers bevestigen het groeiend belang van het intermediair verbruik door de social profit, niet alleen in absolute getallen, maar ook zeer duidelijk in verhouding tot de totale output in de economie. 29

30 EVOLUTIE INTERMEDIAIR VERBRUIK SOCIAL PROFIT Figuur 11 Evolutie intermediair verbruik in lopende prijzen, België (index, 2000=100) , ,06 192,99 199, ,65 162,77 156,03 157,80 155,61 151,89 143,29 140,67 140,83 134,77 134,60 127,99 126,28 127,31 120,57 113,32 115,72 109,40 106,35 100,00 102,35101,77 104, Intermediair verbruik totale economie Totaal intermediair verbruik social profit (nace 86-88/90-93) Over de periode noteert de social profit meer dan een verdubbeling van het intermediair verbruik in lopende prijzen, langs een ononderbroken groeilijn. In de totale economie loopt de groeicurve tussen 2003 en 2008 nagenoeg parallel, zij het op een lager niveau. Na de terugval in 2009 gevolgd door een korte groeiperiode, tekent zich een stabilisatie af. Wanneer de evolutie van het intermediair verbruik in volume wordt vergeleken over de beschouwde periode, tekent de divergentie in ontwikkeling tussen de social profit en de totale economie zich nog sterker af. In volume uitgedrukt groeit het intermediair verbruik in de social profit met meer dan 55%, ten opzichte van 10% groei voor het geheel van de economie. De divergentie tekent zich reeds af van bij het begin van de periode met een steile toename binnen de social profit, vooral nadrukkelijk tussen 2006 en 2010, gevolgd door een stabilisatie. Het intermediair verbruik in het geheel van de economie kent in vergelijking een veel kleinere groei met in 2009 een terugval die bijna reikt tot de situatie in het beginjaar. 30

De social-profitsectoren in macro-economisch perspectief: productie, bestedingen en inkomen

De social-profitsectoren in macro-economisch perspectief: productie, bestedingen en inkomen De social-profitsectoren in macro-economisch perspectief: productie, bestedingen en inkomen VERSO-CAHIER 5/ inhoud 2 3 3 5 9 9 14 26 INLEIDING Maatschappelijk belang en macro-economische waarde Wat u vooraf

Nadere informatie

VERSO-Cahier. De toegevoegde waarde van de social profit nader ontleed

VERSO-Cahier. De toegevoegde waarde van de social profit nader ontleed VERSO-Cahier De toegevoegde waarde van de social profit nader ontleed 12 maart 2018 INHOUD Inhoud Situering...0 Afbakening...1 A. Gegevens voor België...2 1. Evolutie...2 2. Aandeel in totale economie...4

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Economie Samenvatting 14,75 miljard euro aan waardecreatie (BBP) BBP per inwoner net boven Vlaamse

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

Informatieve nota. Nationale Rekeningen 2008: overzicht van de belangrijkste elementen

Informatieve nota. Nationale Rekeningen 2008: overzicht van de belangrijkste elementen Brussel, 7 oktober 2009 091007_Informatieve_nota_nationale_rekeningen_2008 Informatieve nota Nationale Rekeningen 2008: overzicht van de belangrijkste elementen 1. Achtergrond Deze nota verduidelijkt kort

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2007-2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende het arbeidsvolume en de inkomensrekeningen van de huishoudens voor

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, december 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de houtindustrie (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, november 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De van de bedrijfstak gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de bedrijfstak post en telecommunicatie (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, januari 2005 2 Brussel, januari 2005

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de bedrijfstak banken en financiële dienstverlening (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm. Economisch Belang van de Horeca

HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm. Economisch Belang van de Horeca HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Economisch Belang van de Horeca 1 Synthese 2 Bronnen 3 Definities 4 Economisch belang van de horecasector 5 1 Toegevoegde waarde 5 1.1 Situatie 2013 5 1.2

Nadere informatie

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Seminarie voor leerkrachten economie van het middelbaar onderwijs Brussel, 11 oktober 2017 Departement Algemene Statistieken Hans De Dyn 2 / 24 Inhoud

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Rapport. De interregionale input-outputtabel Een analyse voor Vlaanderen. Brussel, 12 september 2016 SERV_ _RIOT_RAP

Rapport. De interregionale input-outputtabel Een analyse voor Vlaanderen. Brussel, 12 september 2016 SERV_ _RIOT_RAP Rapport De interregionale input-outputtabel 2010 Een analyse voor Vlaanderen Brussel, 12 september 2016 SERV_20160912_RIOT_RAP Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid

Nadere informatie

Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën

Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën Frédéric Caruso, IWEPS 20 november 2018 Studiedag : de modellering van de regionale economieën in België Sessie 1 : Het HERMREG-project Verschillende

Nadere informatie

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Nationale Bank van België (2004). De sociale balans 2003, Economisch Tijdschrift 4-2004. Voor het eerst heeft de Nationale Bank van België de sociale balansen

Nadere informatie

Rapport Pag. MACRO-ECONOMISCHE INDICATOREN VAN DE HORECA

Rapport Pag. MACRO-ECONOMISCHE INDICATOREN VAN DE HORECA Rapport 2017 61 Pag. MACRO-ECONOMISCHE INDICATOREN VAN DE HORECA 2017 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Tweede kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied Brussels Observatorium voor de Oktober 2013 FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied De arbeidsmarkten van de 3 gewesten in België zijn erg verschillend en hebben elk hun eigen specificiteit,

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017 07/03/2017 SYNTHESE: Er is een opmerkelijke versnelling van de omzetgroei in het derde kwartaal bij restaurants en drinkgelegenheden. Hotels en catering kennen nog steeds een dalende omzet. De horecaprijzen

Nadere informatie

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-047 20 april 2005 9.30 uur Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger Het bruto binnenlands product (BBP) van 2001 is door herziening van definities

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten

Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten Sessie 2: Opmaak van de regionale economische middellangetermijnprojecties Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten Vincent Frogneux, FPB 20 november 2018 Overzicht Historiek Economische en

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de horeca (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, november 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

Vergelijking tussen sectoren (In (Aandeel procenten) arbeidsplaatsen in procenten)

Vergelijking tussen sectoren (In (Aandeel procenten) arbeidsplaatsen in procenten) Staat van 2014 Sectorstructuur In welke sectoren is sterker vertegenwoordigd dan het s gemiddelde? Zakelijke diensten (16,5%), Informatie en Communicatie (6,5%), Financiële instellingen (4,5%) Vergelijking

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Deel 1 Raming van de jaarlijkse aggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Deel 1 Raming van de jaarlijkse aggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Deel 1 Raming van de jaarlijkse aggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2013 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd Steunpunt WAV en VIONA SSA De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarreeks 2000, Deel III: De Sociale Balans, een aal-regionale analyse. In de sociale balansen brengen

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de verdeling van de Belgische

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de bedrijfstak weg- en treinvervoer (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid

Nadere informatie

Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel

Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel Sessie 3: Analyse van de impact van economische beleidsmaatregelen Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel Didier Baudewyns, FPB 20 november 2018 Plan van de uiteenzetting Waarom een bottom-up

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Regionale economische groei, 2012

Regionale economische groei, 2012 Indicator 15 juli 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De Nederlandse economie kromp in

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2003-2012 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2004 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Studie (BRUGEL-STUDIE-20171208-25) Betreffende de OBERVATORIUM VAN DE PRIJZEN PROFESSIONELE KLANTEN 2009-2016-Executive summary Opgesteld

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2008 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, december 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de bouwnijverheid (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, december 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte

Nadere informatie

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Publicatiedatum CBS-website 9 mei 2005 Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Enkele belangrijke uitkomsten revisiejaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Periode 2008-2017 Directie Statistieken, budget en studies Stat@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING

Nadere informatie

Economie groeit met 0,7 procent

Economie groeit met 0,7 procent Persbericht PB14 010 14 februari 08.30 uur Economie groeit met 0,7 procent Economie groeit in vierde kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het derde kwartaal 8 duizend banen minder dan in het derde

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2003 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2013 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

Regionale economische groei, 2011

Regionale economische groei, 2011 Indicator 27 maart 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2011 groeide de Nederlandse

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2018 Deze kustbarometer geeft een inzicht in de evolutie van de vastgoedactiviteit en de prijzen voor appartementen aan de kust. In deze barometer bekijken

Nadere informatie

Resultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)

Resultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR) Resultaten werkgelegenheidsonderzoek Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR) 2013 Maarten Bergmeijer Provincie Utrecht afdeling MEC, team Economie par@provincie-utrecht.nl www.provincie-utrecht.nl/par

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse aanbod en gebruikstabellen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 9 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2014-I Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Regionale economische prognoses 2016

Regionale economische prognoses 2016 Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2018-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2018-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2018-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017 Graydon studie Faillissementen oktober 2017 3 november 2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D n 1 Juli - september Trimester 3-211 Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid?

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? vbo-analyse Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? September 2014 I Raf Van Bulck 39,2% II Aandeel van de netto toegevoegde waarde gegenereerd door bedrijven dat naar

Nadere informatie

Conjunctuur - nulgroei in 2015

Conjunctuur - nulgroei in 2015 Conjunctuur - nulgroei in 2015 De cijfers die wijzen op een groei van meer dan 3 % in 2014 en een aantal vergunde woningen dat 10 % hoger ligt, geven de illusie van een stevig herstel voor de bouw. Maar

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de metaalnijverheid (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, februari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

Brussel,10 mei Synthesenota. Werkgelegenheidscreatie in België en Vlaanderen sinds 1995, met focus op de indirecte werkgelegenheid

Brussel,10 mei Synthesenota. Werkgelegenheidscreatie in België en Vlaanderen sinds 1995, met focus op de indirecte werkgelegenheid Brussel,10 mei 2006 Synthesenota Werkgelegenheidscreatie in België en Vlaanderen sinds 1995, met focus op de indirecte werkgelegenheid Synthesenota Werkgelegenheidscreatie in België en Vlaanderen na 1995,

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie