RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2006 (11.04) (OR. en) 7241/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0039 (CNS) FIN 87 RESPR 1 CADREFIN 60

Transcriptie

1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 maar 2006 (11.04) (OR. en) 7241/06 Inerinsiuioneel dossier: 2006/0039 (CNS) FIN 87 RESPR 1 CADREFIN 60 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 13 maar 2006 Beref: Voorsel voor een beslui van de Raad bereffende he selsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (//EG, Euraom) Werkdocumen van de Commissie inzake de berekening, financiering, bealing en opneming in de begroing van de correcie van begroingsonevenwichigheden en behoeve van he Verenigd Koninkrijk ("de Brise koring") overeenkomsig de arikelen 4 en 5 van Beslui 2006/xxx/EG, Euraom van de Raad van bereffende he selsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen Hierbij gaa voor de delegaies he voorsel van de Commissie da bij brief van de heer Jordi AYET PUIGARNAU, direceur, aan de heer Javier SOLANA, secrearis-generaal/hoge veregenwoordiger, is oegezonden. Bijlage: COM(2006) 99 definiief 7241/06 rb DG G III NL

2 COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, COM(2006) 99 definiief 2006/0039 (CNS) Voorsel voor een BESLUIT VAN DE RAAD bereffende he selsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (//EG, Euraom) (door de Commissie ingediend) Werkdocumen van de Commissie inzake de berekening, financiering, bealing en opneming in de begroing van de correcie van begroingsonevenwichigheden en behoeve van he Verenigd Koninkrijk ("de Brise koring") overeenkomsig de arikelen 4 en 5 van Beslui 2006/xxx/EG, Euraom van de Raad van bereffende he selsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen NL NL

3 TOELICHTING 1. INLEIDING De Europese Raad bereike op zijn bijeenkoms van december 2005 een poliiek akkoord over he financiële kader voor de periode Tevens verzoch de Raad aan de Commissie een nieuw eigenmiddelenbeslui op e sellen en he begeleidende werkdocumen over de Brise koring e wijzigen om zijn conclusies inzake de financiering van de Europese Unie e weerspiegelen. Pun 78 van he bij de conclusies van de Europese Raad gevoegde akkoord over he financiële kader luid als volg: "He eigenmiddelenbeslui en he begeleidende werkdocumen worden zo gewijzigd da he proces o bekrachiging van he eigenmiddelenbeslui door alle lidsaen kan worden volooid om deze uierlijk begin 2009 in werking e laen reden en de ondersaande wijzigingen aan e brengen. Deze wijzigingen zijn van oepassing vanaf 1 januari 2007 en zullen indien nodig me erugwerkende krach worden oegepas " Bovendien concludeerde de Europese Raad: da de maxima voor de eigen middelen en voor vasleggingskredieen op he huidige niveau blijven (pun 76), en da de algemene doelselling van billijkheid als leidraad voor de eigenmiddelenregelingen moe dienen. Deze regelingen moeen er derhalve voor zorgen, overeenkomsig de conclusies van de Europese Raad van Fonainebleau in 1984, da geen enkele lidsaa een begroingslas behoef e dragen die buiensporig is in vergelijking me zijn relaieve welvaar. In deze regelingen moeen er dus bepalingen voor specifieke lidsaen worden opgenomen (pun 77). He onderhavige voorsel voor een beslui van de Raad bereffende he selsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen en he begeleidende werkdocumen bereffende de Brise koring srekken eroe de besaande eigenmiddelenregelingen e wijzigen. De wijzigingen bereffen: bepalingen er uivoering van de conclusies van de Europese Raad van december 2005 inzake de eigen middelen (zie paragrafen 2 en 3 hierna); aanpassingen van besaande bepalingen er weerspiegeling van onwikkelingen die sinds de goedkeuring van he geldende eigenmiddelenbeslui door de Raad in sepember 2000 hebben plaasgevonden en er verbeering van de juridische en aalkundige samenhang van de bepalingen (zie paragrafen 3 en 4). Alle hierna volgende arikelverwijzingen hebben berekking op he onderhavige voorsel voor een beslui van de Raad bereffende he selsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen. 1 Documen 15915/05 CADREFIN 268 van NL 2 NL

4 2. UITVOERING VAN DE CONCLUSIES VAN DE EUROPESE RAAD VOORSTEL VOOR EEN NIEUW EIGENMIDDELENBESLUIT 2.1. Vas BTW-afdrachpercenage arikel 2, lid 4, eerse alinea De Europese Raad heef beslis da he afdrachpercenage van de BTW-middelen word vasgeseld op 0,30% van de afgeope BTW-grondslagen van de lidsaen. Overeenkomsig he huidige eigenmiddelenbeslui 2000/597/EG, Euraom 2 word he op de afgeope BTW-grondslagen van de lidsaen oegepase uniforme afdrachpercenage bepaald door op he maximumafdrachpercenage (momeneel 0,50%) een "bevroren percenage" in mindering e brengen, da op zijn beur word berekend volgens een complexe formule die gekoppeld is aan de grooe van de Brise koring. In he nieuwe selsel zal he afdrachpercenage een vase 0,30% bedragen, zijnde he verschil ussen he huidige maximum van 0,50% en de gemiddelde waarde van he bevroren percenage in he verleden, namelijk 0,20%. De vervanging van de huidige ingewikkelde en ondoorzichige berekeningswijze van he BTW-afdrachpercenage door een vas percenage is een welkome vereenvoudiging, die veel eerder al had moeen plaasvinden. De koppeling van he BTW-afdrachpercenage aan de Brise koring via he "bevroren percenage" is een overblijfsel van he eigenmiddelenselsel van vóór 1988, oen de Brise koring door de lidsaen werd gefinancierd naar evenredigheid van hun nie-afgeope BTW-grondslag; seder 1988 geschied die financiering naar verhouding van de naionale BNP/BNI 3 -grondslagen. De vasselling van een vas BTWafdrachpercenage (he "uniform percenage") op he huidige peil moe daarom als een logische onwikkeling worden aangemerk, aangezien he bevroren percenage geen enkel concree doel meer dien Tijdelijke verlaging van de BTW-afdrachpercenages voor sommige lidsaen arikel 2, lid 4, weede alinea De Europese Raad heef beslis da vier landen voor de periode een geringer percenage van de BTW moeen afdragen om hun begroingslasen e verlichen. He percenage zal in de berokken periode respecievelijk 0,225% bedragen voor Oosenrijk, 0,15% voor Duisland en 0,10% voor Nederland en Zweden Tijdelijke vermindering van de bijdragen op basis van he BNI voor sommige lidsaen arikel 2, lid 5 De Europese Raad heef beslis da voor de periode de jaarlijkse BNI-bijdrage van Nederland zal worden verminderd me een bruobedrag van 605 miljoen euro en die van Zweden me een bruobedrag van 150 miljoen euro, uigedruk in prijzen van Deze bruoverminderingen worden gefinancierd door alle lidsaen, me inbegrip dus van Nederland en Zweden. Zij hebben nie o doel de Brise koring e doen oenemen, noch he aandeel van Nederland en Zweden in de financiering daarvan e verkleinen. De 2 3 PB L 253 van , blz. 42. Me ingang van 2002 is he bruo naionaal produc (BNP) voor eigenmiddelendoeleinden vervangen door he bruo naionaal inkomen (BNI). NL 3 NL

5 bruoverminderingen worden daarom pas oegekend nada is vasgeseld hoeveel de Brise koring bedraag en hoe ze zal worden gefinancierd. De maaregel heef o doel de begroingslasen voor de berokken landen e verlichen Aanpassing van de Brise koring in verband me de uibreiding arikel 4, lid 1, onder f) en g), en arikel 4, lid 2 De Europese Raad heef beslis da he begroingscorreciemechanisme voor he Verenigd Koninkrijk volledig blijf gelden voor alle uigaven, behalve me berekking o de uigaven voor de lidsaen die na 30 april 2004 o de EU zijn oegereden. De uigaven in die nieuwe lidsaen, me uizondering van de markuigaven in he kader van he GLB (rechsreekse bealingen en markgerelaeerde landbouwuigaven, alsmede he gedeele van de uigaven voor plaelandsonwikkeling da afkomsig is ui he EOGFL, afdeling Garanie), worden bijgevolg voor de berekening van de Brise koring nie meegeeld bij de in oaal oegewezen uigaven. De inkrimping van de in oaal oegewezen uigaven geschied in fasen - e beginnen me de koring 2008, voor he eers in de begroing op e nemen in 2009, word de kruissnelheid bereik me de koring 2010, voor he eers in de begroing op e nemen in 2011 volgens he ondersaande ijdschema: Brise koring die voor he eers in de begroing word opgenomen in Percenage van de uigaven in verband me de uibreiding (zie omschrijving hierboven) da buien de berekening van de Brise koring word gehouden De Europese Raad heef eveneens beslis da de aanpassing van de Brise koring als gevolg van deze inkrimping van de in oaal oegewezen uigaven, over de periode nie hoger mag zijn dan 10,5 miljard euro (prijzen van 2004) in oaal. In he voorsel voor een beslui van de Raad word daarom bepaald da de diensen van de Commissie jaarlijks zullen conroleren of de gecumuleerde aanpassing van de Brise koring nie boven da bedrag uikom. Als da wel he geval is, zal de Brise begroingsbijdrage naar evenredigheid worden verminderd. Voor die berekening zal worden gebruikgemaak van de jongs beschikbare BBPdeflaor voor de EU in euro, zoals die door de Commissie word meegedeeld. He bedrag van 10,5 miljard euro zal bovendien naar boven worden aangepas in geval van een nieuwe uibreiding vóór 2013, behalve voor de oereding van Roemenië en Bulgarije. Als de fasering eenmaal volooid is en de bovengrens van 10,5 miljard euro gedurende de periode nie word overschreden, zal deze aanpassing van de Brise koring ervoor zorgen da he Verenigd Koninkrijk de uibreiding volledig meefinancier, behalve wa de bovenbedoelde landbouwuigaven beref. Overeenkomsig bijlage III van he bij de conclusies van de Europese Raad gevoegde akkoord over he financiële kader zal de in verband me de uibreiding bij he huidige NL 4 NL

6 eigenmiddelbeslui voorziene aanpassing, d.w.z. de vermindering van de in oaal oegewezen uigaven me een bedrag gelijk aan de preoeredingsuigaven voor de oeredende landen in he aan de oereding voorafgaande jaar, wegvallen vanaf de correcie 2013, voor he eers in de begroing op e nemen in Evaluaie van he selsel van eigen middelen arikel 9 De Europese Raad verzoch (pun 80) de Commissie een volledige, alomvaende en brede evaluaie e verrichen, waarin alle aspecen van de EU-inkomsen en -uigaven aan bod komen, en daarover in 2008/2009 verslag ui e brengen. In he voorsel voor een beslui van de Raad word dienovereenkomsig bepaald da de Commissie binnen he raam van die volledige evaluaie een algemeen onderzoek zal insellen bereffende he selsel van eigen middelen, zonodig vergezeld van passende voorsellen Inwerkingreding en vankrachwording arikel 10 Volgens de Europese Raad diende he nieuwe eigenmiddelenbeslui zo e worden aangenomen da he proces o bekrachiging van he beslui door alle lidsaen op ijd kan worden volooid om he beslui uierlijk begin 2009 in werking e laen reden, me erugwerkende krach vanaf 1 januari De bepalingen van vorige eigenmiddelenbesluien blijven gelden voor de berekening van de eigen middelen en de Brise koring van de jaren vóór UITVOERING VAN DE CONCLUSIES VAN DE EUROPESE RAAD VOORSTEL VOOR EEN NIEUW BEGELEIDEND WERKDOCUMENT BETREFFENDE DE BRITSE KORTING He begeleidende werkdocumen bereffende de Brise koring heef wijzigingen ondergaan die de voorgeselde wijzigingen in he eigenmiddelbeslui weerspiegelen. Deze omvaen: de daum van inwerkingreding van he werkdocumen, he wegvallen van de aanpassing in verband me de preoeredingsseun, de nieuwe aanpassing in verband me de uigaven in de nieuwe lidsaen, he maximum voor de oale vermindering van de Brise koring in verband me de nieuwe aanpassing zoals hierboven bedoeld, de aanpassing van he bovenbedoelde maximum in verband me (een) nieuwe uibreiding(en), he wegvallen van de berekening van he "bevroren percenage" en alle verwijzingen naar de impac van de Brise koring op he BTW-afdrachpercenage. Daarnaas zijn enkele wijzigingen aangebrach die de samenhang van de eks en he begrip ervan en goede moeen komen. He beref louer formele wijzigingen zonder gevolgen voor de berekeningsmehode. Deze omvaen: NL 5 NL

7 he ongedaan maken van een overbodige dubbele berekeningswijze van de financiering van de koring. In he huidige werkdocumen zijn de bepalingen van he eigenmiddelenbeslui inzake die financiering opgenomen in deel 2, punen a) en b); in pun c) word daaraan nog oegevoegd: "om di resulaa e bereiken vind een overeenkomsige aanpassing van de BNP-grondslagen plaas". Omda deze laase bepaling geen enkel prakisch nu heef, word voorgeseld de eks e vereenvoudigen en slechs de berekeningsmehode van he eigenmiddelenbeslui, die ook in de financieringsabellen van de jaarlijkse begroing word opgenomen, e houden: een beere mahemaische presenaie van de verschillende sappen van de berekening, een aanpassing van de presenaie van de oaal oegewezen uigaven aan de nomenclauur en de srucuur van he financiële kader , enkele louer aalkundige en formele verbeeringen van de eks. 4. OVERIGE AANPASSINGEN VAN HET HUIDIGE EIGENMIDDELENBESLUIT 2000/597/EG, EURATOM 4.1. Opheffing van he onderscheid ussen landbouw- en douanerechen arikel 2, lid 1, onder a) en b) Nu de ijdens de Uruguayronde van mulilaerale handelsbesprekingen gesloen overeenkomsen in he Gemeenschapsrech zijn opgenomen, is er geen wezenlijk verschil meer ussen landbouwrechen en douanerechen. He gemaake onderscheid beref nie de eigenlijke rechen, maar de aard van de producen (landbouw/andere) waarop zij worden oegepas. Om de nieuwe siuaie e weerspiegelen, worden de punen a) en b) in arikel 2, lid 1, van he huidige eigenmiddelenbeslui samengevoegd en word de formulering lichjes aangepas zoda er geen enkel explicie onderscheid ussen landbouw- en andere rechen meer word gemaak. Da heef o gevolg da de eigen middelen ui de BTW en die op basis van he BNI nu respecievelijk in arikel 2, lid 1, onder b), en arikel 2, lid 1, onder c) worden behandeld. Sommige andere heffingen, rechen e.d. die komen e vervallen, worden och nog behandeld omda de zogeheen B-rekeningen (bereffende uisaande vorderingen die worden bewis) overeenkomsige nie-voldane douaneschulden kunnen bevaen Toepassing van significane saisische veranderingen op he BNI en behoeve van he eigenmiddelenselsel arikel 2, lid 7 Arikel 2, lid 7, weede alinea, van he huidige eigenmiddelenbeslui bepaal: "Indien wijzigingen van he ESR [Europees syseem van naionale en regionale rekeningen] 1995 resuleren in significane veranderingen in he bruo naionaal inkomen, beslui de Raad, me eenparigheid van semmen of deze wijzigingen gelden voor de oepassing van di beslui". Er is echer geen reden waarom door de EU besloen wijzigingen die leiden o een verbeering van de ESR-mehodiek en o een nauwkeuriger vergelijking van de economische aciviei binnen de EU nie zouden gelden op he gebied van de eigen middelen. Anderzijds is he van belang da overeengekomen wijzigingen op een uniforme manier door alle lidsaen NL 6 NL

8 worden geïmplemeneerd voorda zij als basis voor he vassellen van hun eigenmiddelenafdrachen worden gebruik. Daarom word voorgeseld om de bovenbedoelde bepaling als volg e wijzigen:.. "Indien wijzigingen van he ESR 1995 resuleren in significane veranderingen in he bruo naionaal inkomen, beslui de Raad, me eenparigheid van semmen vanaf welk ijdsip deze wijzigingen gelden voor de oepassing van di beslui." 4.3. Maxima voor eigen middelen en vasleggingskredieen arikel 3 Naar aanleiding van de overschakeling van ESR79 op ESR95 voor begroings- en eigenmiddelendoeleinden en om de financiële middelen die er beschikking van de Gemeenschappen worden geseld op hezelfde peil e handhaven, werden de maxima voor de eigen middelen en de vasleggingskredieen (o wee decimalen) door de Commissie opnieuw berekend volgens de formules in respecievelijk arikel 3, lid 1, en arikel 3, lid 2, van he huidige eigenmiddelenbeslui 2000/597/EG. Euraom De nieuwe maxima werden in december door de Commissie aan de Raad en he Europees Parlemen meegedeeld. He maximum voor de eigen middelen bedraag 1,24% van he oale BNI van de lidsaen egen markprijzen en da voor de vasleggingskredieen 1,31% van he oale BNI van de lidsaen. De Europese Raad van december 2005 heef besloen da deze maxima op he huidige niveau moeen blijven, wa in he onderhavige voorsel voor een nieuw beslui van de Raad is erug e vinden Schrapping van verwijzingen naar reserves arikel 2, lid 6, en arikelen 6 en 7 He huidige eigenmiddelenbeslui bepaal da de onvangsen die nodig zijn om de reserves e dekken, pas bij de lidsaen worden afgeroepen wanneer de reserves worden aangelegd. Sinds 2003 besaa de moneaire reserve echer nie meer. Bovendien word in he op 1 februari 2006 door de Commissie gepreseneerde onwerp voor een nieuw inerinsiuioneel akkoord (IIA) voorgeseld om de reserve voor noodhulp als een voorziening in de begroing op e nemen en de reserve voor garanies op versreke leningen aan derde landen om e vormen o een vereenvoudigd voorzieningsmechanisme, waarbij de nodige kredieen voor he Garaniefonds zouden worden gebudgeeerd en er dus nie langer behoefe zou besaan aan een ad-hoc voorziening voor de corresponderende afroep van middelen. In he voorsel voor een beslui van de Raad zijn alle verwijzingen naar reserves bijgevolg geschrap. Een secundair effec daarvan is, da evenuele veranderingen in de besaande reserves nie langer een wijziging van he eigenmiddelenbeslui vereisen (en dus eenparigheid van semmen in de Raad en bekrachiging door de lidsaen) Precisering van de grondslag voor he vassellen van de uivoeringsbepalingen arikel 8, lid 2 In haar advies over he voorsel van de Commissie van 2004 voor een nieuw eigenmiddelenbeslui uie de Rekenkamer egen de voorgeselde formulering van 4 COM (2001) 801 def. NL 7 NL

9 bovenvermelde bepaling en egen de formulering ervan in he huidige eigenmiddelenbeslui he bezwaar da, "doorda arikel 8, lid 2, van he voorsel voor een beslui een inerpreaie geef van wa de Kamer moe nagaan en conroleren, di erop neerkom da een bepaling van he Verdrag buien de daaroe besemde procedure om word gewijzigd" 5. De Rekenkamer had er voors moeie mee da arikel 279 van he Verdrag nie werd vermeld als grondslag voor he vassellen van uivoeringsbepalingen, waardoor he advies van de Rekenkamer nie behoefde e worden gevraagd. De hans voorgeselde eks houd rekening me he fei da een verwijzing naar de bevoegdheden van de Rekenkamer op di gebied nie vereis is en me de sandaardprakijk om de Rekenkamer e raadplegen over de uivoeringsbepalingen. 5 Advies nr. 4/2005, PB C 167, blz. 1. NL 8 NL

10 2006/0039 (CNS) BESLUIT VAN DE RAAD van bereffende he selsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (//EG, Euraom) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gele op he Verdrag o opriching van de Europese Gemeenschap, en me name op arikel 269, Gele op he Verdrag o opriching van de Europese Gemeenschap voor Aoomenergie, inzonderheid op arikel 173, Gezien he voorsel van de Commissie 6, Gezien he advies van he Europees Parlemen 7, Gezien he advies van de Rekenkamer 8, Gezien he advies van he Europees Economisch en Sociaal Comié 9, Overwegende hegeen volg: (1) De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 e Brussel concludeerde onder andere da de algemene doelselling van billijkheid als leidraad voor de eigenmiddelenregelingen moe dienen. Deze regelingen moeen er derhalve voor zorgen, overeenkomsig de conclusies van de Europese Raad van Fonainebleau in 1984, da geen enkele lidsaa een begroingslas behoef e dragen die buiensporig is in vergelijking me zijn relaieve welvaar. In deze regelingen moeen er dus bepalingen voor specifieke lidsaen worden opgenomen. (2) He selsel van eigen middelen van de Gemeenschappen moe de zekerheid bieden da de middelen oereikend zijn voor een geordende onwikkeling van he beleid van de Gemeenschappen, waarbij de noodzaak van een srakke begroingsdiscipline nie ui he oog mag worden verloren. (3) Voor de oepassing van di beslui word onder bruo naionaal inkomen (BNI) versaan, he BNI voor he berokken jaar egen markprijzen, zoals bepaald door de PB C van, blz... Advies uigebrach op PB C van, blz... PB C van, blz... NL 9 NL

11 Commissie krachens he Europees syseem van naionale en regionale rekeningen (hierna "ESR 95" genoemd) overeenkomsig Verordening (EG) nr. 2223/ (4) Naar aanleiding van de overschakeling van ESR 79 op ESR 95 voor begroings- en eigenmiddelendoeleinden en om de financiële middelen die er beschikking van de Gemeenschappen worden geseld op hezelfde peil e handhaven, werden de maxima voor de eigen middelen en de vasleggingskredieen (o wee decimalen) door de Commissie opnieuw berekend volgens de formules in respecievelijk arikel 3, lid 1, en arikel 3, lid 2, van Beslui 2000/597/EG 11 van de Raad. De nieuwe maxima werden in december 2001 door de Commissie aan de Raad en he Europees Parlemen meegedeeld 12. He maximum voor de eigen middelen bedraag 1,24% van he oale BNI van de lidsaen egen markprijzen en da voor de vasleggingskredieen 1,31% van he oale BNI van de lidsaen. De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heef besloen da deze maxima op he huidige niveau blijven. (5) Om ervoor e zorgen da de financiële middelen die er beschikking van de Europese Gemeenschappen worden geseld, gelijk blijven, dienen de in percenen van he BNI uigedruke maxima e worden aangepas wanneer veranderingen in he ESR 95 resuleren in een significane verandering van he BNI-peil. (6) Nu de ijdens de Uruguayronde van mulilaerale handelsbesprekingen gesloen overeenkomsen in he Gemeenschapsrech zijn opgenomen, is er geen wezenlijk verschil meer ussen landbouwrechen en douanerechen. He is derhalve diensig da di onderscheid in he kader van de EU-begroing nie meer word gemaak. (7) De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heef besloen en behoeve van een overzichelijke en eenvoudige regeling he afdrachpercenage van de BTW-bron vas e sellen op 0,30%. (8) De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heef besloen da Oosenrijk, Duisland, Nederland en Zweden in de periode een geringer percenage van de BTW-bron mogen afdragen en da de jaarlijkse BNI-bijdragen van Nederland en Zweden in dezelfde periode me een bepaald bruobedrag worden verminderd. (9) De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heef besloen he begroingscorreciemechanisme voor he Verenigd Koninkrijk e handhaven, gekoppeld aan een verminderde bijdrage aan de financiering van de koring en voordele van Duisland, Oosenrijk, Zweden en Nederland. Na een overgangsperiode van 2009 o 2011 dien he Verenigd Koninkrijk echer volledig deel e nemen aan de financiering van de kosen voor de uibreiding, behalve als he gaa om de rechsreekse landbouwbealingen en markgerelaeerde uigaven, en om he gedeele van de uigaven voor plaelandsonwikkeling da afkomsig is ui he EOGFL, afdeling Garanie. De berekening van de koring voor he Verenigd Koninkrijk zal daaroe worden aangepas door een geleidelijke uisluiing van de uigaven die worden oegerekend aan de landen die na 30 april 2004 zijn oegereden, me uizondering van de bovenvermelde uigaven voor landbouw en plaelandsonwikkeling. Gedurende de PB L 310 van , blz. 1. Verordening laaselijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1267/2003 (PB L 180 van , blz. 1). PB L 253 van , blz. 42. COM (2001) 801 def. NL 10 NL

12 periode mag de aanvullende bijdrage van he Verenigd Koninkrijk als gevolg van de geleidelijke uisluiing van de oegerekende uigaven ui de berekening in oaal nie meer bedragen dan 10,5 miljard euro in prijzen van Bij evenuele oekomsige uibreidingen vóór 2013, die me Bulgarije en Roemenië buien beschouwing gelaen, zal voornoemd bedrag dienovereenkomsig worden aangepas. (10) De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heef besloen da de bepalingen van arikel 4, onder f), van Beslui 2000/597/EG, Euraom waarbij de jaarlijkse preoeredingsuigaven in oeredende landen van de berekening van de koring voor he Verenigd Koninkrijk worden uigesloen, vanaf de koring die voor he eers in 2014 in de begroing zal worden opgenomen, nie langer van oepassing zijn. (11) De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 verzoch de Commissie een volledige, alomvaende en brede evaluaie e verrichen, waarin alle aspecen van de EUinkomsen en -uigaven aan bod komen, en daarover in 2008/2009 verslag ui e brengen. Binnen di kader moe de Commissie derhalve een algemeen onderzoek insellen naar de werking van he selsel van eigen middelen, zo nodig vergezeld van passende voorsellen. (12) Er dienen bepalingen e worden vasgeseld die de overgang mogelijk maken van he bij Beslui 2000/597/EG, Euraom ingevoerde selsel naar he ui di beslui voorvloeiende selsel. (13) De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heef besloen da di beslui op 1 januari 2007 van krach moe worden, HEEFT DE VOLGENDE BEPALINGEN VASTGESTELD WAARVAN HIJ DE AANNEMING DOOR DE LIDSTATEN AANBEVEELT: Arikel 1 Aan de Gemeenschappen worden overeenkomsig de in de volgende arikelen vasgelegde regels eigen middelen oegekend voor de financiering van de begroing van de Europese Unie overeenkomsig arikel 269 van he Verdrag o opriching van de Europese Gemeenschap (hierna he "EG-Verdrag" genoemd) en arikel 173 van he Verdrag o opriching van de Europese Gemeenschap voor Aoomenergie (hierna he "Euraom-Verdrag" genoemd). De begroing van de Europese Unie word, onverminderd andere onvangsen, volledig ui de eigen middelen van de Gemeenschappen gefinancierd. Arikel 2 1. De op de begroing van de Europese Unie opgevoerde eigen middelen worden gevormd door de onvangsen ui: a) de heffingen, premies, exra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elemenen, rechen van he gemeenschappelijk douanearief en de overige door de insellingen van de Gemeenschappen ingevoerde of in e voeren rechen op he handelsverkeer me nie-lidsaen, de douanerechen op de onder he vervallen Verdrag o opriching van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Saal vallende producen, alsmede NL 11 NL

13 de bijdragen en andere heffingen die in he kader van de gemeenschappelijke ordening der marken in de secor suiker zijn vasgeseld; b) onverminderd he bepaalde in lid 4, weede alinea, van di arikel, de oepassing van een voor alle lidsaen geldend uniform percenage op de BTW-grondslag die op uniforme wijze is vasgeseld volgens communauaire voorschrifen. De hieroe in aanmerking e nemen grondslag mag nie meer bedragen dan 50 % van he BNI van elke lidsaa, als omschreven in lid 7; c) onverminderd he bepaalde in lid 5, weede alinea, van di arikel, de oepassing van een, me inachneming van alle andere onvangsen, in he kader van de begroingsprocedure vas e sellen uniform percenage op de som van he BNI van alle lidsaen. 2. De onvangsen ui andere belasingen die in he kader van een gemeenschappelijk beleid overeenkomsig he EG-Verdrag of he Euraom-Verdrag worden ingeseld, voorzover de procedure van arikel 269 van he EG-Verdrag of van arikel 173 van he Euraom-Verdrag is gevolgd, vormen eveneens eigen middelen die op de begroing van de Europese Unie worden opgevoerd. 3. De lidsaen houden 25 % van de in lid 1, onder a), bedoelde bedragen in als inningskosen. 4. He in lid 1, onder b), bedoelde uniforme percenage bedraag 0,30 %. He BTW-afdrachpercenage zal in de periode evenwel respecievelijk 0,225% bedragen voor Oosenrijk, 0,15% voor Duisland en 0,10% voor Nederland en Zweden. 5. He overeenkomsig lid 1, onder c), vasgeselde uniform percenage is van oepassing op he BNI van elke lidsaa. Voor de periode zal de jaarlijkse BNI-bijdrage van Nederland echer worden verminderd me een bruobedrag van 605 miljoen euro en de jaarlijkse BNI-bijdrage van Zweden me een bruobedrag van 150 miljoen euro, uigedruk in prijzen van Deze bedragen worden in acuele prijzen omgerekend door oepassing van de door de Commissie meegedeelde, mees recene BBP-deflaor voor de EU in euro, die beschikbaar is bij de opselling van he vooronwerp van begroing. Deze bruoverminderingen worden oegesaan nada overeenkomsig de arikelen 4 en 5 van di beslui de koring voor he Verenigd Koninkrijk is berekend en de financiering ervan is vasgeseld, en hebben daarop geen invloed. 6. Indien de begroing bij he begin van he begroingsjaar nie is vasgeseld, blijven de vorige BTW- en BNI-afdrachpercenages van oepassing o de inwerkingreding van de nieuwe percenages. 7. Voor de oepassing van di beslui word onder BNI versaan: bruo naionaal inkomen voor he berokken jaar egen markprijzen, zoals bepaald door de Commissie krachens he ESR 95, overeenkomsig Verordening (EG) nr. 2223/96. Indien wijzigingen van he ESR 95 resuleren in significane veranderingen in he BNI, zoals bepaald door de Commissie, beslui de Raad, op voorsel van de Commissie en na raadpleging van he Europees Parlemen, me eenparigheid van semmen vanaf welk ijdsip deze wijzigingen gelden voor de oepassing van di beslui. NL 12 NL

14 Arikel 3 1. He oale bedrag van de aan de Gemeenschappen er dekking van de bealingskredieen oegewezen eigen middelen mag nie hoger zijn dan 1,24 % van de som van de BNI's van de lidsaen. 2. De in de algemene begroing van de Gemeenschappen opgevoerde vasleggingskredieen mogen 1,31% van de som van he BNI's van de lidsaen nie e boven gaan. Er word een gepase verhouding ussen de vasleggingskredieen en de bealingskredieen in ach genomen om ervoor e zorgen da zij verenigbaar zijn en om in de volgende jaren de hand e kunnen houden aan he in lid 1 vermelde maximum. 3. Bij wijzigingen van he ESR 95 die leiden o significane veranderingen van de hooge van he BNI die voor de oepassing van di beslui relevan zijn, worden de in de leden 1 en 2 vasgeselde maxima voor vasleggingskredieen en bealingskredieen door de Commissie opnieuw berekend volgens de volgende formule: %( %) * BNI 2 + BNI 1 + BNI BNI 2 + BNI 1 + BNI ESR huidig ESR gewijzigd waarbij he laase volledige jaar is waarvoor gegevens ui hoofde van Verordening (EG, Euraom) nr. 1287/ ("de BNI-verordening") beschikbaar zijn. Arikel 4 1. Aan he Verenigd Koninkrijk word een correcie voor begroingsonevenwichigheden oegesaan. Deze correcie word bepaald: a) door he verschil in he voorafgaande begroingsjaar e berekenen ussen: - he procenuele aandeel van he Verenigd Koninkrijk in de som van de nie-afgeope BTWgrondslagen, en - he procenuele aandeel van he Verenigd Koninkrijk in de oale oegerekende uigaven; b) door he aldus verkregen verschil e vermenigvuldigen me de oale oegerekende uigaven; c) door he resulaa van b) e vermenigvuldigen me 0,66; d) door van he resulaa van c) de effecen af e rekken die de overgang naar de afgeope BTW en de in arikel 2, lid 1, onder c), bedoelde afdrachen voor he Verenigd Koninkrijk me zich brengen, da wil zeggen he verschil ussen: 13 PB L 181 van , blz. 1. NL 13 NL

15 - he bedrag da door he Verenigd Koninkrijk zou zijn afgedragen voor de bedragen gefinancierd ui de middelen bedoeld in arikel 2, lid 1, onder b) en c), indien he uniforme percenage was oegepas op de nie-afgeope BTW-grondslagen, en - de ui de oepassing van arikel 2, lid 1, onder b) en c), voorvloeiende afdrachen van he Verenigd Koninkrijk; e) door van he resulaa van d) de neovoordelen voor he Verenigd Koninkrijk af e rekken die he gevolg zijn van de verhoging van he percenage van de in arikel 2, lid 1, onder a), bedoelde middelen da door de lidsaen er dekking van hun inningskosen en verwane kosen word ingehouden; f) door bij elke uibreiding van de Europese Unie he resulaa van e) aan e passen om de Brise koring zodanig e verlagen da de uigaven waarvoor hans geen correcie geld ook na de uibreiding nie worden gecorrigeerd. De aanpassing zal geschieden door de oale oegerekende uigaven e verlagen me een bedrag da gelijk is aan de jaarlijkse preoeredingsuigaven in de oeredende landen. Alle aldus berekende bedragen worden overgedragen naar he volgende jaar en worden jaarlijks aangepas door oepassing van de door de Commissie meegedeelde, jongs beschikbare BBP-deflaor voor de EU in euro. Di pun geld nie meer vanaf de koring die voor he eers in 2014 in de begroing word opnomen. g) door de berekening aan e passen en op de oale oegerekende uigaven de oale oegerekende uigaven in de lidsaen die na 30 april 2004 o de EU zijn oegereden in mindering e brengen, behalve de rechsreekse landbouwbealingen en markgerelaeerde uigaven, alsmede he gedeele van de uigaven voor plaelandsonwikkeling da afkomsig is ui he EOGFL, afdeling Garanie. Deze vermindering word geleidelijk doorgevoerd volgens he ondersaande schema: Brise koring die voor he eers in de begroing word opgenomen in Percenage van de uigaven in verband me de uibreiding (zie omschrijving hierboven) da buien de berekening van de Brise koring word gehouden De aanpassing van de Brise koring als gevolg van de in lid 1, onder g), bedoelde vermindering van de oegerekende uigaven mag in de periode in oaal nie meer bedragen dan 10,5 miljard euro in prijzen van De Commissie zal zich er jaarlijks van vergewissen of de gecumuleerde aanpassingen van de koring nie boven da bedrag uikomen. Voor deze berekening zullen de bedragen in acuele prijzen worden omgerekend in prijzen van 2004, door oepassing van de door de Commissie meegedeelde, jongs beschikbare BBP-deflaor voor de EU in euro. Indien he maximum van 10,5 miljard euro word overschreden, word de bijdrage van he Verenigd Koninkrijk naar evenredigheid verlaagd. He bedrag van 10,5 miljard euro zal bovendien naar boven worden aangepas in geval van een nieuwe uibreiding vóór 2013, behalve voor de oereding van Roemenië en Bulgarije. NL 14 NL

16 Arikel 5 1. De financiële las van de koring word als volg door de overige lidsaen gedragen: De verdeling van de las word eers berekend volgens he aandeel van iedere lidsaa in de in arikel 2, lid 1, onder c), bedoelde afdrachen, waarbij he Verenigd Koninkrijk en de in arikel 2, lid 5, bedoelde bruoverminderingen van de bijdragen op basis van he BNI van Nederland en Zweden buien beschouwing worden gelaen; vervolgens word de verdeling zodanig aangepas da he aandeel in de financiering van Duisland, Nederland, Oosenrijk en Zweden o een vierde van hun normale aandeel word beperk. 2. De koring word aan he Verenigd Koninkrijk oegekend in de vorm van een vermindering van zijn afdrachen en gevolge van de oepassing van arikel 2, lid 1, onder b) en c). De door de overige lidsaen gedragen financiële las word oegevoegd aan hun afdrachen en gevolge van de oepassing voor elke lidsaa van arikel 2, lid 1, onder b) en c). 3. De Commissie voer de voor de oepassing van arikel 2, lid 5, arikel 4 en di arikel vereise berekeningen ui. 4. Indien de begroing aan he begin van he begroingsjaar nie is vasgeseld, blijven de koring en behoeve van he Verenigd Koninkrijk en de door de overige lidsaen gedragen financiële las van oepassing zoals zij in de laase definiief vasgeselde begroing waren opgenomen. Arikel 6 De in arikel 2 bedoelde onvangsen dienen zonder onderscheid e worden gebruik voor de financiering van alle uigaven die op de begroing zijn opgevoerd. Arikel 7 He evenuele overscho van de onvangsen van de Gemeenschappen en opziche van de oale werkelijke uigaven gedurende een begroingsjaar word naar he volgende begroingsjaar overgedragen. Arikel 8 1. De in arikel 2, lid 1, onder a), bedoelde eigen middelen van de Gemeenschappen worden door de lidsaen geïnd overeenkomsig de naionale weelijke en besuursrechelijke bepalingen, die waar nodig aan de communauaire voorschrifen worden aangepas. De Commissie onderzoek regelmaig de naionale bepalingen waarvan de lidsaen haar in kennis sellen, deel de lidsaen de aanpassingen mede die zij noodzakelijk ach om deze bepalingen in overeensemming e brengen me de communauaire voorschrifen, en breng verslag ui aan de begroingsauoriei. De lidsaen sellen de in arikel 2, lid 1, onder a) o c), bedoelde middelen er beschikking van de Commissie. NL 15 NL

17 2. De Raad sel overeenkomsig de procedure van arikel 279, lid 2, van he EG-Verdrag de bepalingen vas die nodig zijn voor de uivoering van di beslui, alsmede de bepalingen bereffende he oezich op de inning, de erbeschikkingselling aan de Commissie en de bealing van de in de arikelen 2 en 5 bedoelde onvangsen. Arikel 9 De Commissie sel binnen he kader van de volledige, alomvaende en brede evaluaie van alle aspecen van de EU-uigaven en middelen waarover zij in 2008/2009 verslag uibreng, een algemeen onderzoek in bereffende he selsel van eigen middelen, zonodig vergezeld van passende voorsellen. Arikel Di beslui word door de secrearis-generaal van de Raad er kennis van de lidsaen gebrach en word bekendgemaak in he Publicaieblad van de Europese Unie. De lidsaen sellen de secrearis-generaal van de Raad onverwijld in kennis van de volooiing van de volgens hun grondweelijke bepalingen voor de aanneming van di beslui vereise procedures. Di beslui reed in werking op de eerse dag van de maand volgende op de daum van onvangs van de laase van de in de weede alinea bedoelde kennisgevingen. He is van krach me ingang van 1 januari a) Behoudens he bepaalde onder b) word Beslui 2000/597/EG, Euraom op 1 januari 2007 ingerokken. Verwijzingen naar he beslui van de Raad van 21 april 1970 bereffende de vervanging van de financiële bijdragen van de lidsaen door eigen middelen van de Gemeenschappen 14, Beslui 85/257/EEG, Euraom van de Raad van 7 mei 1985 bereffende he selsel van eigen middelen van de Gemeenschappen 15, Beslui 88/376/EEG, Euraom 16, Beslui 94/728/EG, Euraom 17 of Beslui 2000/597/EG, Euraom worden beschouwd als verwijzingen naar he onderhavige beslui. b) De arikelen 2, 4 en 5 van Beslui 88/376/EEG, Euraom, Beslui 94/728/EG, Euraom en Beslui 2000/597/EG, Euraom blijven van oepassing op de berekening en de aanpassing van de onvangsen die voorvloeien ui de oepassing van een voor alle lidsaen geldend uniform percenage op de BTW-grondslag die op uniforme wijze is vasgeseld en beperk o 50% of 55% van he BNP of BNI van elke lidsaa, al naargelang he jaar, en op de berekening van de correcie voor begroingsonevenwichigheden en behoeve van he Verenigd Koninkrijk voor de jaren 1988 o c) Op de in arikel 2, lid 1, onder a), bedoelde bedragen die vóór 28 februari 2001 door de lidsaen beschikbaar hadden moeen worden geseld overeenkomsig de geldende communauaire voorschrifen, word door de lidsaen 10% als inningskosen ingehouden PB L 94 van , blz. 19. PB L 128 van , blz. 15. PB L 185 van , blz. 24. PB L 293 van , blz. 9. NL 16 NL

18 Gedaan e Brussel, Voor de Raad De voorzier NL 17 NL

19 WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE inzake de berekening, financiering, bealing en opneming in de begroing van de correcie van begroingsonevenwichigheden en behoeve van he Verenigd Koninkrijk ("de Brise koring") overeenkomsig de arikelen 4 en 5 van Beslui 2006/xxx/EG, Euraom van de Raad bereffende he selsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen PB L NL 18 NL

20 INLEIDING In overeensemming me de conclusies van de Europese Raad van 15 en 16 december 2005 en he Beslui van de Raad bereffende he selsel van eigen middelen van de Gemeenschappen van ( ) word werkdocumen 10646/00 19, van de Commissie van 21 sepember 2000 door he onderhavige documen vervangen. Tenzij anders bepaald, hebben alle verwijzingen naar arikelen berekking op he eigenmiddelenbeslui van ( ), hierna "EMB 2006" genoemd. In di documen worden voor de Brise koring bepalingen vasgeseld bereffende: (1) de berekening van de hooge van de koring voor jaar n, (2) de wijze waarop de koring in he daaropvolgende jaar zal worden gefinancierd, (3) de definiie van de budgeaire grooheden, (4) de opneming van de koring in de begroing. De wijzigingen van he eigenmiddelenselsel die he gevolg zijn van de conclusies van de Europese Raad van december 2005, hebben geen invloed op de Brise koring voor de jaren voorafgaand aan Gele op de inwerkingreding van he EMB 2006, word hegeen in di documen is bepaald van krach op 1 januari Da beeken da he van oepassing is op de berekening van de Brise koring voor 2007, die voor he eers in de begroing zal worden opgenomen in DE BRITSE KORTING 1.1. De berekening van de koring (arikel 4 van EMB 2006) He bedrag van de koring voor jaar word overeenkomsig arikel 4 vasgeseld: (a) door he verschil e berekenen ussen: he procenuele aandeel van he Verenigd Koninkrijk in de som van de BTWgrondslagen (nie afgeop) en he procenuele aandeel van he Verenigd Koninkrijk in de oale oegerekende uigaven; (b) door he onder a) verkregen verschil e vermenigvuldigen me de oale oegerekende uigaven; (c) door he resulaa van b) e vermenigvuldigen me 0,66; He resulaa van de bewerkingen a) o en me c) word he oorspronkelijke bedrag van de Brise koring genoemd. 19 De berekening, financiering, bealing en opneming in de begroing van de correcie van begroingsonevenwichigheden overeenkomsig de arikelen 4 en 5 van he Beslui van de Raad bereffende he selsel van eigen middelen van de EU (Raad van de Europese Unie, 10646/00 ADD 2 van 21 sepember 2000). NL 19 NL

21 (d) door van he resulaa van c) he verschil af e rekken ussen he produc van he procenueel aandeel van he Verenigd Koninkrijk in de nieafgeope BTW-grondslagen vermenigvuldigd me de in arikel 2, lid 1, onder b) en c), bedoelde oale bealingen door alle lidsaen voor he begroingsjaar (d.w.z. he bedrag da door he Verenigd Koninkrijk afgedragen zou zijn als de BNI-middelen nie hadden besaan en de BTW-middelen nie waren afgeop) voor de financiering van de oale uigaven zoals gedefinieerd in pun 3.1. hieronder; en de in arikel 2, lid 1, onder b) en c), bedoelde afdrachen van he Verenigd Koninkrijk me berekking o begroingsjaar voor de financiering van de oale uigaven zoals gedefinieerd in pun 3.1. hieronder, exclusief afdrachen er financiering van de bij arikel 2, lid 5, bepaalde bruoverminderingen van de BNIbijdragen van Nederland en Zweden; he in sap d) bedoelde verschil zal he voordeel voor he Verenigd Koninkrijk worden genoemd (omda di he voordeel is da voor he UK voorvloei ui de afopping van de BTW, de verlaging van he uniforme BTW-percenage en de invoering van de BNI-middelen); he resulaa verkregen door he voordeel voor he Verenigd Koninkrijk af e rekken van he oorspronkelijke bedrag (d.w.z. he resulaa van sap d)) zal de kernkoring worden genoemd; (e) door van he resulaa van d) de voordelen voor he Verenigd Koninkrijk af e rekken die he gevolg zijn van de verhoging van he percenage (van 10 naar 25%) van de in arikel 2, lid 1, onder a), bedoelde middelen da door de lidsaen er dekking van hun inningskosen word ingehouden. Di beeken da van he resulaa van d) word afgerokken, he resulaa van de vermenigvuldiging van: 20% van de in arikel 2, lid 1, onder a), bedoelde neo oale middelen die in de EU-begroing worden opgevoerd na afrek van de inningskosen, en he verschil ussen he aandeel van he Verenigd Koninkrijk in de in arikel 2, lid 1, onder a), bedoelde middelen en zijn aandeel in de nie-afgeope BTWgrondslag van de EU. de in sap e) bedoelde voordelen zullen de me TEM (radiionele eigen middelen) verband houdende buiengewone voordelen worden genoemd; afrek van de me de TEM verband houdende buiengewone voordelen van de kernkoring maak de berekening van de Brise koring volledig (d.w.z. he resulaa van e)). (f) Vanaf he eerse jaar van de uibreiding (i.e. 2004) worden de hierboven onder a), weede sreepje, en onder b) bedoelde oale oegerekende uigaven verlaagd NL 20 NL

22 me een bedrag da gelijk is aan de preoeredingsuigaven van he laase jaar vóór de uibreiding (i.e. 2003). Deze aanpassing zal he resulaa van c) (he oorspronkelijke bedrag) en dus he resulaa van e) veranderen. He bedrag da gelijk is aan de preoeredingsuigaven word overgedragen naar volgende jaren en jaarlijks aangepas door oepassing van de door de Commissie meegedeelde, jongs beschikbare BBP-deflaor voor de EU in euro. Bij alle oekomsige uibreidingen zal dezelfde procedure worden gevolgd. Di pun f) geld nie meer vanaf de koring 2013, voor he eers in de begroing 2014 op e nemen. (g) Me ingang van de koring 2008, voor he eers in de begroing 2009 op e nemen, zullen op de oale oegerekende uigaven de oale oegerekende uigaven in de lidsaen die na 30 april 2004 o de EU zijn oegereden in mindering worden gebrach, behalve de rechsreekse landbouwbealingen en markgerelaeerde uigaven, alsmede he gedeele van de uigaven voor plaelandsonwikkeling da afkomsig is ui he EOGFL, afdeling Garanie. Deze vermindering word geleidelijk doorgevoerd volgens he ondersaande schema: UK correcion o be budgeed for he firs ime in he year: Percenage of enlargemen-relaed expendiure (as defined above) o be excluded from he calculaion of he UK correcion: De aanpassing van de Brise koring als gevolg van de uisluiing van de uigaven in verband me de uibreiding (hierna "de aanpassing van de Brise koring" genoemd") mag in de periode in oaal nie meer bedragen dan 10,5 miljard euro in prijzen van De diensen van de Commissie zullen zich bij elke budgeering van de Brise koring ervan vergewissen of de gecumuleerde aanpassingen van de koring nie boven da bedrag uikomen. Voor deze berekening zullen de bedragen in acuele prijzen worden omgerekend in prijzen van 2004, door oepassing van de door de Commissie meegedeelde, jongs beschikbare BBP-deflaor voor de EU in euro. Indien he maximum van 10,5 miljard euro word overschreden, word de bijdrage van he Verenigd Koninkrijk naar evenredigheid verlaagd. De verlaging van de bijdrage van he Verenigd Koninkrijk vind plaas door middel van een aanpassing van he bedrag van de Brise koring. In geval van uibreiding(en) in de periode , de oereding van NL 21 NL

23 Roemenië en Bulgarije buien beschouwing gelaen, zal he maximumbedrag van 10,5 miljard euro worden verhoogd me he effec da die uibreiding(en) op de aanpassing van de Brise koring zou(den) hebben. Hoe groo da effec is, zal worden bepaald door de aanpassing van de Brise koring me en zonder de oeredende landen me elkaar e vergelijken. He verschil ussen beide zal worden omgerekend in prijzen van 2004 en bij he maximum worden opgeeld. De aanpassing van he maximum zal in elk volgend jaar worden geacualiseerd naar aanleiding van de berekening en opneming in de begroing van de Brise koring Formalisering van de berekening van de Brise koring De Brise koring voor jaar (voor he eers in de begroing van jaar +1 op e nemen) is gelijk aan: Brise koring = oorspronkelijk bedrag - voordeel voor he VK - me TEM verband houdende buiengewone voordelen Elk elemen daarvan word als volg bepaald: OORSPRONKELIJK BEDRAG (1.1, a) o en me c), plus 1.1, f) en g)) Oorspronkelijk bedrag = 0.66 * ncvat ncvat UK EU AE EU AE NAgE UK newms PAE AC INFL 1 EU newms AC *( AE NAgE PAE ) INFL 1 waarbij XX ncvat = nie-afgeope BTW-grondslag van lidsaa/groep lidsaen XX (waarbij XX = VK of EU) in jaar ; XX AE = aan XX oegerekende EU-uigaven (waarbij XX = VK of EU) in jaar ; newms NAgE = EU-uigaven, behalve landbouwuigaven (zoals gedefinieerd in pun g) hierboven), in jaar aan lidsaen die na 30 april 2004 o de EU zijn oegereden oegerekend volgens de regeling van pun 1.1, g), hierboven; PAE AC INFL 1 = preoeredingsuigaven (zoals gedefinieerd in pun 1.1, f), hierboven) oegerekend aan de oeredende landen in he jaar voor hun oereding, gezuiverd voor de inflaie in jaar -1. Di onderdeel word buien de berekening gehouden me ingang van de koring voor 2013, voor he eers in 2014 in de begroing op e nemen. He kan eveneens worden genoeerd als: AC PAEINFL 1 = Unil AC GDP 2012 * ( PAEi 1 * Deflaori 1 / 1 ) i waarbij Unil 2012 = 1 oda jaar de waarde 2012 heef, en 0 vanaf 2013; NL 22 NL

24 i = he aanal jaar (jaren) ussen 2004 en jaar in geval van uibreiding; GDP Deflaori 1/ 1 = de door de Commissie meegedeelde, jongs beschikbare BBP-deflaor voor de EU in euro, bereffende de periode i-1 o -1. MAXIMUMBEDRAG WAARMEE DE BRITSE KORTING IN MAG WORDEN AANGEPAST IN VERBAND MET DE UITSLUITING UIT DE BEREKENING ERVAN VAN DE ANDERE DAN LANDBOUWUITGAVEN VAN DE EU IN DE LIDSTATEN DIE NA 30 APRIL 2004 ZIJN TOEGETREDEN De aanpassing van de Brise koring in verband me de uisluiing ui de berekening ervan van de andere dan landbouwuigaven van de EU (zoals gedefinieerd in pun g) hierboven) die worden oegerekend aan de lidsaen die na 30 april 2004 zijn oegereden, mag in de periode in oaal nie meer bedragen dan 10,5 miljard euro in prijzen van 2004 (me dien versande da di maximumbedrag word aangepas in geval van nieuwe uibreidingen, die me Bulgarije en Roemenië buien beschouwing gelaen, ussen 2006 en 2012). Di beeken da de volgende, voor de periode oe e passen oale vermindering van de Brise koring (vermindering die geleidelijk word doorgevoerd vanaf de koring 2008, voor he eers in 2009 in de begroing op e nemen, en loop o de koring 2012, voor he eers in 2013 in de begroing op e nemen), die gelijk is aan ncvat 2012 UK 0.66 * EU = 2008 ncvat * %reduc * NAgE al ln ewms / Deflaor nie mag uikomen boven he maximum van 10,5 miljard euro, evenueel verhoogd me he volgende bedrag (in euro): 2012 UK UK allnewms 0.66* %reduc * * NAgE EU EU-27 = 2008 ncvat ncvat waarbij ncvat ncvat GDP 2004 * NAgE 12newMS / Deflaor XX ncvat = nie-afgeope BTW-grondslag van lidsaa/groep lidsaen XX (waarbij XX = VK of EU of EU-27) in jaar ; GDP 2004 al ln ewms NAgE = EU-uigaven, behalve landbouwuigaven (zoals gedefinieerd in pun g) hierboven), in jaar oegerekend aan lidsaen die na 30 april 2004 o de EU zijn oegereden; 12newMS NAgE = EU-uigaven, behalve landbouwuigaven (zoals gedefinieerd in pun g) hierboven), in jaar oegerekend aan de 10 lidsaen die op 1 mei 2004 o de EU zijn oegereden en aan Bulgarije en Roemenië. %reduc = procenuele vermindering van NagE voor jaar (namelijk 0% vóór 2008; 20% in 2008; 70% in 2009 en 100% me ingang van 2010); NL 23 NL

25 GDP Deflaor2004 = de door de Commissie meegedeelde, jongs beschikbare BBP-deflaor voor de EU in euro, bereffende de periode 2004 o jaar. Indien he aangepase maximum (in eender welk jaar o 2013) word overschreden, word de Brise koring me he berokken bedrag verhoogd. De Brise koring voor de volgende jaren zal eveneens zodanig worden aangepas da he maximum nie word overschreden, o en me de Brise koring bereffende he jaar 2012, voor he eers in 2013 in de begroing op e nemen. VOORDEEL VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK (zie pun 1.1, d), hierboven) Voordeel voor he VK = ncvat ncvat EU EU UK UK ( GNIP + cvatp ) ( GNIP cvatp ) UK * EU + waarbij XX ncvat = nie-afgeope BTW-grondslag van lidsaa/groep lidsaen XX (waarbij XX = VK of EU) in jaar ; XX GNIP XX cvatp jaar ; = Toale BNI-bijdragen van XX (waarbij XX = VK of EU) in jaar ; = Toale afgeope BTW-afdrachen van XX (waarbij XX = VK of EU) in me TEM verband houdende buiengewone voordelen (pun 1.1, e), hierboven) me TEM verband houdende buiengewone voordelen = 0.20 * EU TOR * TOR TOR UK EU ncvat ncvat UK EU waarbij XX TOR = neo radiionele eigen middelen van lidsaa/groep lidsaen XX (waarbij XX = VK of EU) in jaar ; XX ncvat = nie-afgeope BTW-grondslag van XX (waarbij XX = VK of EU) in jaar ; 2. FINANCIERING VAN DE BRITSE KORTING IN HET VOLGENDE JAAR (ARTIKEL 5 VAN HET EMB 2006) De financiële las van de Brise koring voor jaar word als volg door de overige lidsaen gedragen in jaar +1: a) De financiële las word verdeeld naar evenredigheid van he aandeel van elke lidsaa in de afdrachen als bedoeld in arikel 2, lid 1, onder c), voor jaar +1, exclusief he aandeel van he Verenigd Koninkrijk en geen rekening houdend me de NL 24 NL