SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar SPECIFIEK GEDEELTE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar SPECIFIEK GEDEELTE"

Transcriptie

1 SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: Graad: Jaar: Studiegebied: Optie(s): BSO derde graad eerste en tweede leerjaar Personenzorg VERZORGING SPECIFIEK GEDEELTE Vak(ken): PV Praktijk huishoudkunde PV Praktijk verzorging PV/TV Stage huishoudkunde PV/TV Stage opvoedkunde/ verzorging/huishoudkunde PV/TV Stage verzorging TV Huishoudkunde TV Opvoedkunde/verzorging/ huishoudkunde TV Verzorging 2/2 lt/w 2/2 lt/w 2/2 lt/w 2/2 lt/w 6/6 lt/w 1/1 lt/w 4/4 lt/w 5/5 lt/w Leerplannummer: 2006/075 (vervangt 2002/038) Nummer inspectie: 2006 / 34 // 1 / O / SG / 1 / III / / V/08 (vervangt 2002/226/1/O/SG/1/III/ /D/)

2 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 1 INHOUD 1. VISIE BEGINSITUATIE ALGEMENE DOELSTELLINGEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN EVALUATIE BIBLIOGRAFIE... 78

3 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 2 1. VISIE Het leerplan Verzorging 3e graad BSO is opgebouwd rond competenties die beschreven worden in het Beroepsprofiel Verzorgende door de Sociaal- Economische Raad voor Vlaanderen (maart 2003). In het leerplan van de 3e graad BSO Verzorging zijn die competenties opgenomen die voorbereiden op het werken met zorgvragers 1 in de Welzijnssector. Op die manier houdt het leerplan rekening met de opsplitsing die het beroepsprofiel maakt tussen enerzijds de Verzorgende 2 (Welzijnssetting) en anderzijds de Zorgkundige (die ook in ziekenhuissetting kan tewerkgesteld worden) en de Begeleider in de Kinderopvang'. Zo vinden we in dit leerplan wel de eenvoudige zorghandelingen terug en niet de complexe - die voorbehouden worden voor het 3e jaar van de 3e graad Thuis -en Bejaardenzorg (specialisatiejaar zorgkunde ). Toch zullen, waar het kan, voorbereidende basisvaardigheden aangeleerd worden die aansluiten bij de handelingen opgenomen in de bijlage van het KB 78. Overigens zal de vakgroep zelf bepalen welke competenties (met afgeleide leerplandoelstellingen en leerinhouden) in de verschillende vakken en lesuren (zoals opgegeven in de lessentabel) aan de orde zijn. Centraal staan de zorgvraag en de competenties die nodig zijn om op de zorgvraag het gepaste zorgantwoord te kunnen geven in teamverband. Het is immers het lerarenteam dat bestaat uit huishoudkundigen, opvoedkundigen en verpleegkundigen dat zal bepalen wie welke doelstellingen realiseert van de verschillende basiscompetenties die nodig zijn voor de verschillende zorgvragen. Een competentie kan omschreven worden als de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagelijkse en veranderende (werk)situatie én in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten 3. In het leerplan wordt uitgegaan van het standpunt dat een verzorgende een polyvalente basismedewerker is, die als lid van een gestructureerd team werkt en vanuit zijn deskundigheid, hulp- en dienstverlening verstrekt aan zorgvragers. De zorgvraag heeft betrekking op: de persoonsverzorging, de huishoudelijke dienstverlening, de psychologische ondersteuning en de algemene pedagogische ondersteuning van de zorgvrager. De verzorgende (na het 2e jaar van de 3e graad BSO Verzorging) zorgt voor mensen die tijdelijk of permanent hulp nodig hebben met betrekking tot alle activiteiten van het dagelijks leven. Zij/hij vangt hiermee tijdelijke en permanente tekorten in de zelfzorg op. Het is de opdracht van de verzorgende (en van de opleidingsverstrekker, de leraar) hiervoor aandacht te hebben en te zorgen voor de totale, unieke persoon. De verzorgende waarborgt de maximale zelfredzaamheid van de zorgvrager. In de opdracht van de verzorgende onderscheidt de SERV vijf grote taakcategorieën: 1. persoonsgerichte zorg: dit houdt de activiteiten van het dagelijkse leven in met betrekking tot de zorgvrager zelf; 2. zorg voor het algemeen functioneren op lichamelijk vlak: hier gaat het om het ondersteunen door de verzorgende van de algemene gezondheidsopvoeding en voorlichting, het begeleiden van de zorgvrager in de dagelijkse medicatieinname, het toezien op een (normale) uitscheiding, het toepassen van EHBO, het observeren en rapporteren; 3. zorg voor het algemeen functioneren op sociaal en psychisch vlak: de verzorgende communiceert met de zorgvrager en zijn omgeving. Hij bouwt op een professionele manier een vertrouwensrelatie op met de zorgvrager. De verzorgende onderhoudt 1 Met zorgvrager bedoelen we zowel kind als volwassene. 2 Met verzorgende bedoelen we zowel man als vrouw. 3 Vanhoren, I.

4 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 3 functionele contacten met het sociale netwerk van de zorgvrager en staat in voor de psychosociale begeleiding van de zorgvrager. Hij ondersteunt het dagprogramma van de zorgvrager, observeert en rapporteert; 4. zorg voor woon- en leefklimaat: de verzorgende helpt mee om een aangenaam woon- en leefklimaat te creëren waarin de zorgvrager zich goed voelt; 5. functioneren binnen de organisatie: hier gaat het om taken ten aanzien van de organisatie waarin gewerkt wordt, meer bepaald m.b.t. de interne communicatie, het opbouwen van eigen deskundigheid, de administratie en de kwaliteitszorg. Deze vijf taakcategorieën komen in verschillende zorgsettings geïntegreerd voor. De kerntaken van de verzorgende (3e graad BSO Verzorging) moeten altijd worden gezien vanuit het perspectief van de verzorgende die de zorgvrager ondersteunt bij activiteiten van het dagelijkse leven in een welzijnssituatie. De zorgkundige (zie leerplan 3e specialisatiejaar, 3e graad Thuis- en bejaardenzorg) verwerft specifieke kwalificaties opgelegd in het kader van de uitvoering van de bepalingen van KB 78 t.a.v. de beroepsuitoefening van zorgkundige in gezondheidssituaties. De competenties binnen de 5 taakcategorieën worden gerealiseerd binnen de vakken van het specifiek gedeelte. Het gaat om de vakken zoals ze vermeld staan in de lessentabel Verzorging 3e graad BSO. vakbenaming lestijden/w 1e jaar lestijden/w 2e jaar PV Praktijk huishoudkunde 2 2 PV Praktijk verzorging 2 2 PV/TV Stage huishoudkunde 2 2 PV/TV Stage opvoeding/verzorging/huishoudkunde 2 2 PV/TV Stage verzorging 6 6 TV Huishoudkunde 1 1 TV Opvoedkunde/verzorging/huishoudkunde 4 4 TV Verzorging 5 5

5 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 4 2. BEGINSITUATIE Tot het eerste leerjaar van de derde graad BSO worden toegelaten: de regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van de tweede graad BSO met vrucht hebben beëindigd; de regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van de tweede graad ASO of TSO met vrucht hebben beëindigd: deze leerlingen zijn meestal voor het ASO en TSO geclausuleerd; de houders van het getuigschrift tweede graad van het S.O. uitgereikt door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap, onder de volgende voorwaarde: gunstig advies van de toelatingsklassenraad over de keuze van de studierichting. De normale onderbouw voor de studierichting verzorging van de derde graad BSO is: tweede graad BSO Personenzorg; tweede graad TSO Sociale en Technische Wetenschappen. Deze leerlingen bezitten een voorkennis, die na een korte opfrissing als basis moet dienen om nieuwe en verdiepende leerinhouden snel en efficiënt bij te brengen. Toch kan de leerlingengroep Verzorging een behoorlijk heterogene groep zijn. Daarom is het wenselijk om de leerlingen die uit andere studierichtingen van het tweede leerjaar van de tweede graad komen, op hun interesse en motivatie te toetsen. Hierbij is het nodig om te peilen naar elementaire attitudes zoals: empathie, discretie, geduld, uitstraling van menselijke warmte. Beginnende leerlingen moeten weten dat de verzorgende fysiek geschikt moet zijn voor de uitoefening van het beroep.

6 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 5 3. ALGEMENE DOELSTELLINGEN - zijn gericht op de zorgvrager; - tonen respect voor de zorgvrager, zijn wensen en gewoonten, zijn waarden en normen, zijn levensbeschouwelijke achtergronden, zijn emoties en gevoelens; - zijn er op ingesteld de autonomie van de zorgvrager te bevorderen; - kunnen vooroordelen bij zichzelf herkennen en kunnen zich bijsturen; - nemen een professionele houding aan; - kunnen omgaan met nabijheid en met afstand; - zijn gericht op animatie; - kunnen omgaan met moeilijke situaties; - kunnen sturend optreden zonder directief te zijn; - zijn communicatief vaardig; - zijn luisterend ingesteld en hebben aandacht voor wat de ander te zeggen heeft; - zijn sociaal vaardig; - zijn in staat een constructieve relatie op te bouwen en te onderhouden, ook in moeilijke omstandigheden; - zijn empathisch ingesteld; - kunnen een luisterende en begrijpende houding aannemen; - zijn discreet; - zijn geduldig en kunnen het eigen tempo aanpassen aan het ritme van de zorgvragers; - kunnen doelgericht, systematisch en procesmatig werken; - kunnen teamgericht werken; - kunnen organiseren; - zijn flexibel, kunnen inspelen op de noden die er zijn; - zijn stipt en kunnen zich houden aan de afspraken die in de organisatie gelden; - kunnen zelfstandig werken; - kunnen hygiënebewust werken; - kunnen milieubewust handelen; - houden rekening met ergonomische principes; - kunnen veiligheidsbewust werken en zijn in staat om actief en pro-actief in te staan voor de veiligheid; - hebben verantwoordelijkheidszin; - zijn kritisch ingesteld ten opzichte van eigen houding en handelen in functie van het welzijn van de zorgvrager; - kunnen economisch werken; - hebben voldoende zelfvertrouwen; - kennen hun eigen grenzen; - zijn assertief

7 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 6 4. EN 4.1 TAAKCATEGORIE PERSOONSGERICHTE ZORG Competenties m.b.t. hygiënische verzorging 1 1 Hulp bij een goede lichaams- en huidverzorging Kunnen het belang verwoorden van de zorg voor de huid. Kunnen veel voorkomende problemen in verband met lichaamshygiëne herkennen. Kunnen de noodzaak aantonen van een dagelijks toilet, bad, stortbad. Kunnen het belang verwoorden van een goede mondverzorging door problemen aan te geven die zich kunnen voordoen bij gebrek aan mondzorg. Kunnen in concrete situaties het belang aantonen van een goede hand- en voetverzorging met aandacht voor het optreden van schimmels, zweetvoeten en voetwratten. Kunnen de vereisten van een goed schoeisel aantonen. 1.1 Algemene zorgen belang van een goede lichaamsverzorging; zorgen aan de huid; mond- en tandverzorging; zorg voor de haren; zorg voor de handen; zorg voor de voeten; zorg voor de zintuigen; zorg voor intieme hygiëne. Kunnen het belang omschrijven van de zorg voor de zintuigen en een aantal vaak voorkomende aandoeningen beschrijven met speciale aandacht voor preventie. Kunnen het belang verwoorden van een goede intieme hygiëne. Hebben aandacht voor de problematiek rond SOA. 1.2 Bijzondere zorg

8 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 7 Kunnen de kenmerken van intertrigo aangeven en preventieve maatregelen voorstellen in opgegeven situaties. Kunnen een beschrijving geven van het begrip decubitus en de verschillende stadia ervan herkennen. Kunnen specifieke hulpmiddelen aanwijzen en gebruiken in de preventie op decubitus. Kunnen aangeven wanneer het aanbrengen van warmte/koude van toepassing is. 2 Kunnen de huid observeren en veranderingen rapporteren. Kunnen materieel steriel hanteren. Kunnen een steriele kleine wondverzorging toepassen. Kunnen zalven, crèmes en bedekkende verbanden correct aanbrengen. Kunnen warmte en koude op een correcte manier aanwenden. 3 Kunnen huidproblemen herkennen. Kunnen met voorbeelden aangeven dat resistentie optreedt bij langdurig en agressief ontsmetten. 4 Kunnen in zorgsituaties de verzorgingsbenodigdheden correct benoemen en bij het gebruik ervan een verantwoording formuleren m.b.t. de hygiënische verzorging. Kunnen verzorgingsbenodigdheden aanpassen aan specifieke behoeften. smetten en decubitus begripsomschrijving; stadia; oorzaken; plaatsen; preventieve maatregelen; warmte en koude. 2 Verzorgen van de huid aanbrengen van warmte/koude 3 Huidproblemen: irritatie, zona, jeuk probleem van de resistentie; gebruik van wegwerpmaterialen. 4 Verzorgingsbenodigdheden

9 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 8 5 Bezitten een basishouding in verband met het wassen van de handen 5 Verantwoord wassen en ontsmetten van de handen gericht op hygiëne. onderscheid tussen wassen en ontsmetten. Kunnen het onderscheid maken tussen wassen en ontsmetten. Kunnen verantwoorden waarom de handen moeten ontsmet worden in opgegeven situaties. Kunnen handen op een correcte manier wassen en ontsmetten. 6 6 Uitvoeren van een correcte huid- en lichaamsverzorging Kunnen naargelang de toestand van de huid een verantwoorde stuitverzorging onder verschillende vormen toedienen. Herkennen huidirritaties en kunnen de nodige zorgen bieden binnen de grenzen van het zorgplan en de bevoegdheid. Kunnen op een logisch-praktische en vlotte manier een kinderbad toedienen. Kunnen de logische volgorde van een bedbad, stortbad en ligbad uitvoeren met aandacht voor de specifieke zorgbehoeften. Kunnen de verschillende detailverzorgingen uitvoeren. Kunnen voetbaden en haarwassingen op een correcte manier uitvoeren. Kunnen eenvoudige schoonheidszorgen uitvoeren binnen een zorgplan. (U) 6.1 Het kind stuitverzorging: algemene en speciale verzorging; het kinderbad met detailverzorging van ogen, oren, neus, navel, nagels, haren. 6.2 De volwassen zorgvrager dagelijks toilet; bedbad, stortbad, ligbad; detailverzorging van mond, tanden, neus, ogen, oren, nagels haren, baard (scheren met de hand); voetbad; haarwassing; eenvoudige schoonheidszorgen (U).

10 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Uitvoering van bijzondere huidzorgen Kunnen tijdig alarmsignalen in verband met doorligwonden opmerken en een preventieve actie ondernemen. Kunnen maatregelen nemen om intertrigo en decubitus (1e graad) te voorkomen en te verzorgen. 1.1 Competenties m.b.t. helpen bij aan- en uitkleden preventieve huidzorgen op smetten en decubitus; zorg bieden in het 1e stadium. 8 8 Zorg voor de kleding Kunnen de specifieke behoeften van de zorg formuleren op het gebied van onderkleding, bovenkleding, schoeisel en hulpmiddelen. Kunnen de zorgvrager stimuleren zelfstandig kleding te kiezen en zich aan en uit te kleden. Stimuleren de interesse voor het uiterlijk. 8.1 Kenmerken van een aangepaste kleding (bij kinderen en bij volwassen zorgvrager) hulpmiddelen bij aan- en uitkleden. 8.2 Het stimuleren van zelfstandigheid aandacht voor zelfstandigheid bij keuze en bij het aan en uitkleden; aandacht voor het uiterlijk. 9 9 Hulp bij de zorg voor de kleding Kunnen de zorgvrager stimuleren zelfstandig kleding te kiezen en zich zelfstandig aan- en uit te kleden. 9.1 Aan- en uitkleden van een kind/een volwassen zorgvrager Kunnen de zorgvrager, afhankelijk van de ontwikkelingsfase en het dagprogramma, op een doeltreffende manier aan- en uitkleden. Houden er rekening mee dat de zorgvrager zich behaaglijk voelt in zijn kleding. Kunnen aangepaste hulpmiddelen bij aan- en uitkleden hanteren. 9.2 Hulpmiddelen bij aan- en uitkleden; Kunnen het persoonlijke linnen van de zorgvrager en het linnen van de voorziening sorteren en ordenen. 9.3 Sorteren en wegbrengen van linnen in de voorziening.

11 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Competenties m.b.t. mobiliseren en positioneren Zorg voor een goede houding en beweging Kunnen verklaren waarom een goede houding en beweging belangrijk zijn. Kunnen voorstellen formuleren om een verkeerde houding te corrigeren. Kunnen het belang aantonen van sport en beweging. Doen voorstellen voor het aanpassen van een concrete huiskamer/woning aan de beperkingen van de zorgvrager in functie van een maximale autonomie. Kunnen uit een concrete situatie afleiden hoe het bewegingsapparaat functioneert. Kunnen de gevolgen van een verminderde mobiliteit voor de levenskwaliteit in concrete situaties verklaren en waar mogelijk preventieve maatregelen voorstellen De houding correcte houding; verkeerde gewoonten; preventie; comfortabele houding (liggend, staan, zittend); fixeren Beweging normale werking van het bewegingsapparaat; ondersteunen van de mobiliteit van de oudere zorgvrager; gebruik van hulpmiddelen. Sporen de oudere zorgvrager aan tot meer lichaamsbeweging. Kunnen hulpmiddelen aanwijzen in functie van de mogelijkheden van de zorgvrager. Kunnen bij concrete zorgvragen hulpmiddelen bij tillen en verplaatsen passend formuleren. Kunnen het toepassen van til- en verplaatstechnieken voor de zorgverlener verantwoorden Preventieve maatregelen voor de zorgverlener rugsparend werken. In concrete situaties voorstellen formuleren voor een aangepaste tilen verplaatstechniek en het gebruik van passende hulpmiddelen. Kunnen de problemen i.v.m. de beweging verwoorden Problemen i.v.m. beweging: osteoporose, reuma, artrose, vallen, ziekte van Parkinson

12 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Hulp bij het geven van een goede houding Kunnen, met aandacht voor veiligheid en comfort, de zorgvrager helpen bij het zoeken naar een aangepaste houding. Kunnen de zorgvrager op een veilige en juiste manier installeren in bed, zetel en rolstoel. Kunnen de zorgvrager op een deskundige manier fixeren conform de wetgeving en in samenspraak met de familie. Kunnen in samenspraak met de zorgvrager aanpassingen voorstellen aan de woonkamer/woning in functie van een maximale autonomie van de zorgvrager. Kunnen de principes van het tillen en verplaatsen correct uitvoeren. Kunnen gevaren bij verminderde mobiliteit opsporen en ongevallen voorkomen. Kunnen zorgen voor het transport van de zorgvrager (binnen en buiten de voorziening) Installeren van de zorgvrager in bed; in de zetel; in de rolstoel; ergonomisch werken Tillen en verplaatsen 11.3 Transport van de zorgvrager 1.4 Competenties m.b.t. zorgen voor voeding en vocht Zorg voor de voeding Houden rekening met principes van leren en van zelfredzaamheid het aanleren van zelfredzaamheid bij de jonge zorgvrager; Kunnen hulpmiddelen aanwijzen in eetsituaties het gebruik van hulpmiddelen om de zelfredzaamheid te ondersteunen; Herkennen problematiek in verband met de maaltijden in concrete situaties. Kunnen de zorgvraag formuleren en oplossingen voorstellen specifieke behoeften en problemen bij de volwassen zorgvrager: thuis en in de voorziening.

13 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Hulp bij de voeding Kunnen hulpmiddelen gebruiken om efficiënt op- en af te dienen algemene richtlijnen bij op- en afdienen; Kunnen principes i.v.m. hygiëne toepassen bij het aanbieden en toedienen van de maaltijden. Kunnen de zelfredzaamheid ondersteunen door gebruik te maken van aangepaste hulpmiddelen voorbereiding van de verzorgende; 13.3 voorbereiding zorgvrager en omgeving; Kunnen de eetsituatie van de zorgvrager doeltreffend voorbereiden hulp bij maaltijden (kinderen en personen met een handicap); Onderkennen de problematiek in verband met de maaltijden en kunnen passende hulp bieden. 1.5 Competenties m.b.t. zorgen voor rust en slaap 13.5 Problemen bij de voeding: slikproblemen, vergiftiging, reflux; 13.6 observeren en rapporteren Zorg voor rust en slaap Kunnen methodes aanreiken die het dagritme ondersteunen in opgegeven situaties. Kunnen voorstellen formuleren om concrete ruimten geschikt te maken voor een goede rust en/of slaap. Kunnen het aangepast meubilair in de rust- en slaapruimte juist benoemen. Kunnen de benodigdheden om bedtechnieken op een correcte manier uit te voeren aanwijzen in situaties zowel voor de jonge als voor de oudere zorgvrager. Kunnen in opgegeven situaties de voornaamste problemen in verband met rust en slaap aanduiden. Kunnen voorstellen formuleren om op die problemen passend te reageren Organisatie van de rust en de slaap voorwaarden voor een goede rust en slaap bij kinderen en bij oudere zorgvragers; vermijden van irriterende prikkels; inrichting van de rust- en slaapruimte; kenmerken van een goed bed Problemen in verband met rust en slaap spanning; ontspanning; draagkracht en draaglast.

14 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging De bedtechnieken Kunnen een bed op een aangepaste manier opmaken, rekening houdend met de persoonlijke behoeften van de zorgvrager. Respecteren de privacy van de zorgvrager in het bed door het aanbrengen van een afdekdeken. Kunnen de zorgvrager doelmatig in bed installeren rekening houdend met zijn persoonlijke behoeften. 1.6 Competenties m.b.t. oppassen en ondersteuning bieden 15.1 Bed afhalen en opmaken (zorgvrager in en uit het bed) 15.2 Aanleggen en verwijderen van een afdekdeken 15.3 Verwisselen van bedlinnen 15.4 Installeren van de zorgvrager 15.5 Afhalen en opmaken van een kinderbed 16 Kunnen een houding bepalen tegenover specifieke zorgvragers. 16 Specifieke zorgvragers o.m. rusteloze, aandachtzoekende, apathische, jaloerse zorgvrager 17 Kunnen signalen m.b.t. rustverstoring in de situatie signaleren. 17 Zorgverstorende factoren in de situatie o.m.: omgevingslawaai, onaangepaste omgevingstemperatuur

15 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging TAAKCATEGORIE ZORGEN VOOR HET ALGEMEEN FUNCTIONEREN OP LICHAMELIJK VLAK 2.1 Competenties m.b.t. algemene gezondheidsopvoeding en voorlichting Zorgbehoeften Kunnen verantwoorden dat alle zorgactiviteiten gericht zijn op de totale persoon met al zijn behoeften binnen de verschillende ontwikkelingsgebieden. Kunnen de zorghandelingen binnen een zorgplan motiveren vanuit het belang voor de handhaving en vermeerdering van de zelfzorg van de zorgvrager. Basisbehoeften situeren van de zorgvrager met zijn lichamelijke, geestelijke en sociale behoeften; totaalzorg: omschrijving, belang; zelfzorg: belang in deze tijd. Kunnen aangeven hoe een sfeer van geborgenheid en veiligheid belangrijke hefbomen zijn in het stimuleren van de zelfzorg. Kunnen binnen het zorgplan hun zorghandelingen verantwoorden i.f.v. het stimuleren van de zelfzorg van de zorgvrager Gezondheid Kunnen een omschrijving geven van het begrip gezondheid, W.G.O., G.V.O. Kunnen in de werking van een opgegeven zorgsetting aangeven waar de doelstellingen van G.V.O. herkenbaar nagestreefd worden Begripsomschrijving het begrip gezondheid; W.G.O., G.V.O. Kunnen voor de eigen schoolsituatie voorstellen formuleren op basis van de doelstellingen van G.V.O. (U)

16 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 15 Kunnen met voorbeelden aantonen dat gezondheid nagestreefd wordt zowel op lichamelijk als op psychisch en sociaal gebied. Kunnen in concrete situaties aangeven in welke mate de gezondheid bevorderd en/of bedreigd wordt door erfelijke, omgevings- en gedragsfactoren. Geven in hun gedrag aan positief te staan tegenover gezonde leefregels Gezondheid op lichamelijk gebied; psychisch gebied; sociaal gebied Beïnvloedende factoren erfelijke factoren; omgevingsfactoren; gedragsfactoren (o.m. voedingsgewoonten, beweging en sport, alcohol- en rookmisbruik, risicogedrag op verschillende gebieden). Kunnen het begrip gezondheidszorg in eigen bewoordingen verklaren. Kunnen actuele zorgsettings en hulpverlening in de eigen regio situeren vanuit de soort zorg en vanuit de mate van professionalisering van de zorg. Kunnen een sociale kaart hanteren Gezondheidszorg begripsomschrijving; Ziekte Kunnen een genuanceerde visie formuleren omtrent ziekte. Kunnen in opgegeven situaties gevolgen aangeven van ziek-zijn voor de persoon zelf en voor de samenleving. soorten (preventief, curatief, palliatief); organisatie van de zorg (nuldelijns-, eerstelijns-, tweedelijns-, derdelijnszorg, vierdelijnszorg). begripsomschrijving volgens W.G.O. gevolgen van de ziekte voor de persoon en voor de samenleving. 21 Kunnen in opgegeven situaties algemene kenmerken van het ouder worden aanduiden. 21 Algemene kenmerken van aandoeningen bij de ouder wordende zorgvrager multipathologie; aspecifiek verloop.

17 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Preventie van besmettingen Kunnen in concrete voorbeelden verantwoorden dat een besmetting rechtstreeks of onrechtstreeks kan tot stand komen. Kunnen de besmettingswegen situeren. Kunnen verwoorden wat micro-organismen zijn. Kunnen in opgegeven voorbeelden de belangrijkste kenmerken en levensvoorwaarden van micro-organismen omschrijven. Kunnen het schadelijk effect van micro-organismen onderkennen. Kunnen in opgegeven voorbeeldsituaties de schadelijke gevolgen van macro-organismen onderkennen. Kunnen de nodige maatregelen nemen inzake preventie van de besproken macro-organismen. Kunnen de begrippen asepsis en antisepsis omschrijven. Kunnen het doel van efficiënte verdedigingsmiddelen verwoorden. Kunnen courante middelen gebruiken om te ontsmetten en te desinfecteren. Kunnen middelen aangeven die geschikt zijn om te steriliseren. Kunnen bij bepaalde ziektebeelden het onderscheid verantwoorden in het gebruik van antibiotica, sulfamiden en antivirale middelen. Kunnen aantonen dat deze medicatie bijwerkingen kunnen hebben. Kunnen de betekenis, de voor- en de nadelen van de vaccinatie onderkennen De besmetting omschrijving; soorten; besmettingswegen Micro-organismen als ziekteverwekkers kenmerken; levensvoorwaarden; indeling: bacteriën, virussen, schimmels, protozoa; effecten Macro-organismen als ziekteverwekkers kenmerken; soorten: lintworm, aarsmade, schurftmijt, luizen, vlooien, toxoplasmose Verdediging tegen besmetting asepsis/antisepsis; sterilisatiemethoden; ontsmettingsmiddelen; medicatie (o.m. sulfamiden, antibiotica, antivirale middelen); gevaar voor resistentie; vaccinatie; verdediging van de zorgverstrekker tegen besmetting bijspecifieke risico s o.m. Aids, MRSA, hepatitis, rota-virus,

18 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 17 Kunnen aangeven voor welke kinderziekte vaccinatie verplicht is en kinderziektes waarvoor de ouders de keuze hebben. Kunnen preventie-acties nemen en verantwoorden bij specifieke beroepsrisico s. scabies, tbc, huidaandoeningen, eczeem, allergie; gebruik van maskers, handschoenen, bijkomende schort, wegwerpmateriaal Oefeningen in de strijd tegen besmetting 23.1 Het maken van verdunningen Kunnen middelen gebruiken die geschikt zijn om te steriliseren 23.2 Het ontsmetten van sanitair materieel en materiaal Kunnen op een veilige manier besmet linnen en materieel behandelen Behandelen van besmet linnen/materieel Zorg voor de zintuigen Kunnen een omschrijving geven van de herkenbaarheid van de aandoeningen bij kinderen en bij oudere zorgvragers. Kunnen de oorzaken situeren en er de gevolgen voor de zorgdrager bij formuleren Gezicht herkenbaarheid in het gedrag van o.m. verziendheid, bijziendheid, glaucoom, cataract, blindheid, slechtziendheid; oorsprong situeren (erfelijk/aangeboren, verworven). Kunnen de eigen houding in de communicatie met de zorgvrager verantwoorden Gehoor herkenbaarheid in het gedrag van o.m. doofheid, slechthorendheid Hulp bij de zorg voor de zintuigen Kunnen hulp bieden bij indruppelen van ogen en oren. inbrengen van oog- en oordruppels; Kunnen brillen, contactlenzen aanbrengen, verwijderen en onderhouden. Kunnen een gehoorapparaat aanbrengen, verwijderen en onderhouden. onderhoud van bril en contactlenzen; onderhoud van het hoorapparaat.

19 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Competenties m.b.t. begeleiden van de zorgvrager in de dagelijkse medicatie-inname Geneesmiddelen Kunnen geneesmiddelen sorteren naar opgegeven criteria op basis van de lectuur van de bijsluiter en de verpakking. Kunnen de gebruiksaanwijzing van een opgegeven medicament opzoeken. Kunnen de bijwerkingen herkennen in opgegeven situaties en hun verantwoordelijkheid bij het observeren van bijwerkingen verantwoorden. Kunnen het belang van het bewaren van medicatie in zijn juiste vorm verklaren. 27 Kunnen in opdracht van de geneesheer of de verplegende medicatie correct toedienen. Kunnen met de medicatiedoos werken Soorten (curatief/preventief, manier van toediening, doel, dosering) 26.2 Gegevens op de verpakking en de bijsluiter 26.3 Bijwerkingen 26.4 Bewaren van geneesmiddelen 27 Toedienen van geneesmiddelen in opdracht van de arts, de verplegende oraal; rectaal; via de huid; via de ademhaling; via de slijmvliezen. 2.3 Competenties m.b.t. toezien op een (normale) uitscheiding Zorg voor de uitscheiding Kunnen in opgegeven situaties de gebruikte zindelijkheidstechniek beoordelen. Kunnen in opgegeven situaties voorstellen formuleren om problematische zindelijkheidstraining bij te sturen kinderen zindelijkheidstraining bij het kind; begrip; tijdstip;

20 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 19 Kunnen normale faeces/urine en verandering ervan observeren. leerproces; houding van de zorgverlener; observeren van urine en faeces. Kunnen aangeven hoe de intieme hygiëne bij oudere zorgvragers kan bevorderd worden met aandacht voor de incontinentieproblematiek. Kunnen de invloed van de voeding en de vochtopname op de uitscheiding uitleggen en maatregelen adviseren bij obstipatie en diarree. Hebben aandacht voor incontinentieproblemen Ouderen aandachtpunten bij het ondersteunend toiletbezoek (kleding, omgeving, geregelde tijdstippen ); problematiek; aambeien/aarskloven; obstipatie; diarree; prostaatvergroting; houding van de zorgbieder t.a.v. de zorgvrager Hulp bij de zorg voor uitscheiding Kunnen mictietraining toepassen in een positief stimulerende sfeer. Kunnen het kind passend verluieren. Kunnen een niet-steriel urinestaal/faeces opnemen bij kinderen Hulp bij kinderen verluieren; linnen luiers; wegwerpluiers; niet-steriel staal urine/faeces opnemen.

21 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 20 Respecteren de algemene richtlijnen m.b.t. de privacy van de zorgvrager. Kunnen een bedpan en een urinaal op de juiste manier aanbieden of plaatsen. Kunnen het passende incontinentiematerieel aanbrengen. Kunnen op een correcte en doeltreffende manier een niet-steriel urinestaal en een staal van faeces opnemen. Kunnen het stomazakje vervangen. 2.4 Competenties m.b.t. toepassen van E.H.B.O Hulp bij oudere zorgvrager mictietraining uitvoeren; plaatsen van urinecollector (bedpan en urinaal); installatie van de zorgvrager op de toiletstoel; aanbrengen van incontinentiemateriaal; niet-steriel staal urine/faeces opnemen; vervangen van stomazakje E.H.B.O Belang Kunnen eigen verantwoordelijkheden omschrijven Eigen verantwoordelijkheid/inschakelen van hulpdiensten Kunnen bij noodsituatie of ongeval de hulpdiensten oproepen. 31 Kunnen diverse verbanden aanleggen. 31 Verbanden soorten; techniek; toepassingen. 32 Kunnen een huisapotheek samenstellen: geneesmiddelen, verbandmiddelen en instrumenten. 33 Kunnen in opgegeven noodsituaties de aard van de noodsituatie aanduiden en voorstellen voor EHBO formuleren. 32 Huisapotheek inhoud; bewaren. 33 Noodsituaties beoordelen

22 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Kunnen EHBO toepassen. Kunnen signalen die kunnen wijzen op een hart- en ademhalingsstilstand 34 Toepassen van EHBO zoals dat van elke burger mag verwacht worden, ongeacht de ernst van de situatie omschrijven en de gevaren ervan toelichten. eenvoudige wonden; Kunnen een eenvoudige wonde verzorgen. brandwonden; Kunnen de oorzaken van brandwonden onderkennen. vergiftiging; Kunnen de kenmerken van de verschillende graden bij brandwonden insecten- en dierenbeten; beschrijven, er de ernst van inschatten en passende E.H.B.O. toepassen. verstikking; Kunnen de symptomen onderkennen die op een vergiftiging wijzen bloedingen; en passend hulp kunnen bieden. breuken; Kunnen het gevaar onderkennen van insecten- en dierenbeten en kunnen hulp bieden. verstuikingen en ontwrichting; Kunnen hulp bieden bij verstikking. C.P.R. Kunnen de soorten bloedingen onderscheiden en passend hulp bieden. Kunnen n concrete situaties de kenmerken van breuken, verstuiking en ontwrichting aanduiden en er de eerste zorgen bij toepassen. 35 Kunnen i.f.v. de probleemsituaties hulpdiensten verwittigen. 35 Hulpdiensten verwittigen 2.5 Competenties m.b.t. observeren en rapporteren Ontwikkelingsfase: kinderen Kunnen het belang verwoorden van de kinderzorg in het kader van de opleiding. Kunnen met eigen woorden de lichamelijke, psychische en sociale noden van het gezonde kind omschrijven in de verschillende ontwikkelingsfasen Algemeen omschrijving van ontwikkelen en ontwikkelingsfasen; basisbehoeften.

23 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 22 Kunnen de pasgeborene qua leeftijd situeren op een ontwikkelingsas. Kunnen een beschrijving geven die een pasgeborene typeert. Kunnen de aanduiding op een grafiek zoals gebruikt door Kind en Gezin interpreteren als communicatiemiddel naar de omgeving van het kind. Kunnen de zuigeling qua leeftijd situeren op een ontwikkelingsas. Kunnen een beschrijving geven die een zuigeling typeert. Kunnen parameters observeren. Kunnen afwijkende ontwikkeling en situaties herkennen en passend signaleren. Kunnen de peuter qua leeftijd situeren op een ontwikkelingsas. Kunnen een beschrijving geven die een peuter typeert in zijn lichamelijke ontwikkeling. Kunnen parameters observeren. Kunnen afwijkende ontwikkeling en situaties herkennen en passend signaleren 36.2 De pasgeborene situering; aspecten: geboortegewicht, lengte, schedelomtrek, reflexen, uitscheiding, lichaamstemperatuur De zuigeling situering; algemeen uitzicht: lengtegroei, gewichtstoename, schedelomtrek, fontanellen, tanden, uitscheiding, werking van het hart, ademhaling, temperatuur; koorts, koortsstuipen; pijn De peuter situering; omschrijving: lichamelijke ontwikkeling, werking van het hart, de ademhaling, temperatuur. Kunnen de kleuter qua leeftijd situeren op een ontwikkelingsas. Kunnen een beschrijving geven die een kleuter typeert in zijn lichamelijke ontwikkeling De kleuter situering; lichamelijke ontwikkeling;

24 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 23 Kunnen afwijkende ontwikkeling en situaties herkennen en passend signaleren m.b.t. het voorbereiden op de kleuterschool. 37 Kunnen de parameters opnemen. Kunnen de gegevens over de parameters registreren en rapporteren rekening houdend met de ontwikkelingsfase van het kind. Kunnen correct wegen en meten. Kunnen de thermometer op een correcte manier aanbrengen. Kunnen een percentielblad invullen. 38 Kunnen de typische kinderziektes onderscheiden wat betreft de mogelijke symptomen en de besmettingswijze. Kunnen maatregelen voorstellen om complicaties bij kinderziektes te voorkomen. voorbereiding op de kleuterschool. 37 Observatie- en rapportering bij kinderen gewicht; lengte; schedelomtrek; lichaamswarmte; wegen; plaatsen van een thermometer; hartslag; ademhaling; uitscheiding; percentielblad. 38 Besmettelijke kinderziekten mazelen; rode hond; roodvonk; windpokken; bof; kinkhoest; polio.

25 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Ontwikkelingsfase: de ouderen Kunnen het oud-zijn als een ontwikkelingsfase aangeven met kansen en risico s. Kunnen op basis van cijfergegevens de wijzigende zorg aan bejaarden genuanceerd bespreken. Kunnen het begrippenkader in verband met bejaardenzorg passend gebruiken in concrete situaties. Kunnen in een opgegeven zorgvraag de principes van A.D.L. aanwenden. Kunnen de lichamelijke ontwikkeling tijdens het verouderen beschrijven. Kunnen het verband tussen de lichamelijke veroudering en de andere ontwikkelingsgebieden herkennen. Kunnen stoornissen in het verouderingsproces herkennen en gepast signaleren. Kunnen in concrete situaties de functie van de parameters voor de zorg verantwoorden. Kunnen in concrete situaties en op stage passend reageren bij waargenomen problemen Algemeen situering; begrippen: gerontologie, geriatrie, autonomie, zelfzorg, mantelzorg, professionele zorg, validiteit en semi-validiteit, invaliditeit, A.D.L., PDL, chronische en acute aandoeningen Het verouderingsproces op fysiek vlak lichamelijke verouderingsverschijnselen Parameters bij oudere zorgvragers gewicht, hartslag, lichaamswarmte, pijn, uitscheiding Problemen pijn, koorts, griep, ademhaling (bronchitis, CARA); problemen i.v.m. circulatie: varices, koude voeten, hoge bloeddruk, oedeem.

26 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Kunnen de parameters aflezen van een verpleegplan. Kunnen de parameters bij de oudere zorgvrager opnemen. Kunnen, in geval van vastgestelde afwijking van de parameter(s), passend rapporteren. Kunnen de verschillende methodes van temperatuuropname toepassen. Kunnen koortsverschijnselen herkennen. Kunnen nagaan wat de oorza(a)k(en) van koorts zijn in een concrete situatie. Kunnen pijnreacties observeren en daarbij rekening houden met de persoonlijkheid van de zorgvrager. 40 Observatie en rapportering bij oudere zorgvragers gewicht; lengte; hartslag; lichaamswarmte (koorts); pijn; uitscheiding Veel voorkomende aandoeningen Kunnen symptomen herkennen bij vaak voorkomende aandoeningen. Kunnen dit rapporteren m.b.t. de ademhaling o.m.: kortademigheid, hyperventileren, cyanose, hoesten, fluimen 41.2 m.b.t. de bloedsomloop o.m.: koude voeten, koude/klamme handen, misselijkheid, kleur van de huid, angorpijn

27 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging TAAKCATEGORIE ZORGEN VOOR HET ALGEMEEN FUNCTIONEREN OP SOCIAAL EN PSYCHISCH VLAK 3.1 COMPETENTIES M.B.T. COMMUNICEREN MET DE ZORGVRAGER OF FAMILIELEDEN OF BELANGRIJKE DERDEN OF ANDERE HULPVERLENERS Gedrag Kunnen gedrag omschrijven als een reactie op een prikkel waarbij kenmerken van de persoon én kenmerken van de situatie het gedrag mee bepalen. Kunnen de begrippen uiterlijk waarneembaar gedrag en uiterlijk nietwaarneembaar gedrag uitleggen a.d.h.v. voorbeelden en de wederzijdse wisselwerking ervan aantonen. Kunnen in een opgegeven gedragsbeschrijving persoonskenmerken aanduiden die het gedrag beïnvloeden. Kunnen in een opgegeven gedragsbeschrijving situatiekenmerken aanduiden die het gedrag beïnvloeden begripsomschrijving; 42.2 de begrippen uiterlijk waarneembaar/uiterlijk niet waarneembaar gedrag; 42.3 persoonskenmerken die het gedrag beïnvloeden; 42.4 situatiekenmerken die het gedrag beïnvloeden Communicatie als interactie in de zorgverlening Kunnen eenvoudige, herkenbare communicatiesituaties schematisch voorstellen. Kunnen het onderscheid verwoorden tussen verbale en non-verbale communicatie. Kunnen non-verbaal gedrag interpreteren. Kunnen in zorgsituaties het belang aantonen van non-verbale communicatie Het communicatieproces (uitdieping 2e graad) schema van het communicatieproces Verbale en non-verbale communicatie (o.m. gelaatsuitdrukking, lichaamshouding, aanraken, oogcontact, sociale afstand)

28 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 27 Kunnen in zorgsituaties mogelijke analyses maken van binnenkant en buitenkant van zorgvrager en zorgverlener. Kunnen in opgegeven voorbeelden aantonen dat het eigen verbale en non-verbale gedrag een effect heeft op de binnenkant en de buitenkant van de andere. Kunnen in opgegeven zorgsituaties inhoudsniveau en betrekkingsniveau onderscheiden Binnenkant en buitenkant 43.4 Inhoudsniveau en betrekkingsniveau 44 Kunnen in rollenspelen letten op de eigenheid van de zorgvrager. 44 Communicatieve en sociale vaardigheden in zorgsituaties met diverse doelgroepen Kunnen een gepaste keuze maken in wat men van zichzelf meedeelt i.f.v. de situatie. Kunnen zichzelf voorstellen op verschillende manieren, van afstandelijk/formeel tot persoonlijk/informeel. Kunnen een gesprek aangaan en afronden over alledaagse onderwerpen, aangepast aan de situatie. Kunnen een gesprek voeren met het oog op het inwinnen van informatie in het kader van een doelgerichte observatie. Kunnen op een relatiebevorderende manier vragen stellen aan gelijken en meerderen. Kunnen op een eenvoudige vraag correct en bondig informatie geven, aangepast aan de vraagsteller. Kunnen aangeven dat ze geen antwoord weten op een gestelde vraag. Kunnen in concrete situaties inschatten of een verontschuldiging nodig is en hoe men die correct formuleert Zich voorstellen in zorgsituaties begroeten en kennismaken; 44.2 Een gesprek voeren (o.m. begin, einde, luisteren) 44.3 Een doelgericht gesprek 44.4 Een informatieve vraag stellen 44.5 Een antwoord geven op een vraag 44.6 Zich verontschuldigen Kunnen eigen grenzen afbakenen en toepassen in concrete situaties 44.7 Grenzen stellen bij gedrag dat men niet accepteert neen zeggen op bepaalde vragen.

29 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 28 Kunnen onderscheid maken tussen informeel gebruik van communicatiemiddelen en het professioneel gebruik ervan. 3.2 Competenties m.b.t. psychosociale begeleiding 44.8 professioneel taalgebruik bij (nieuwe) communicatiemiddelen: , voic , sms, telefoon Basiscompetenties in sociale contacten Kunnen de vier basiscompetenties herkennen en toepassen in concrete situaties bij verschillende doelgroepen Empathie 45.2 Echtheid 45.3 Onvoorwaardelijke acceptatie 45.4 Warmte Normale psychische verouderingsprocessen Kunnen verklaren dat ouderdom geen synoniem is voor ziek zijn of hulpeloosheid. Kunnen aantonen dat de ouderdom een levensloopfase is met eigen mogelijkheden en ontwikkelingen. Kunnen verantwoorden dat de houding die men aanneemt tegenover de bejaarde een invloed heeft op zijn zelfbeeld Kunnen bij observatie van oudere zorgvragers signalen van veroudering rapporteren wat betreft de waarneming, het geheugen, het denken, het gevoelsleven en de reacties tegenover anderen De bejaarde als levensloopfase vooroordelen tegenover ouderdom (economische positionering, lichamelijke conditie, toenemende hulp- en zorgvragen); het zelfbeeld van de bejaarde; verouderingsprocessen op het gebied van de waarneming, het geheugen, het denken, het gevoelsleven, de omgang met anderen

30 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 29 Kunnen aangeven waardoor eenzaamheid bij oudere zorgvragers wordt veroorzaakt en hoe men daar kan mee omgaan. Kunnen omstandigheden herkennen die de relatie met de partner positief en negatief kunnen beïnvloeden. Kunnen voorbeelden aanhalen van de sociale veranderingen tijdens de ouderdom. Kunnen voorzieningen aanreiken om de vrije tijd bij ouderen zinvol in te vullen Sociale en maatschappelijke gevolgen van het ouder worden eenzaamheid en isolement; gevolgen van pensionering voor de relatie met de partner, financiële gevolgen; de bejaarde en zijn sociaal netwerk; omgaan met tijd Omgaan met de oudere zorgvrager Kunnen in eigen bewoordingen omschrijven wat zelfzorg inhoudt. Kunnen aangeven waar, op de verschillende gebieden, hulpbehoevendheid bij bejaarden tot uiting komt. Kunnen de effecten aangeven van veranderingen van één gebied op de andere gebieden. Kunnen voorbeelden aangeven waaruit de afname van zelfzorg en de toename van afhankelijkheid blijkt op psychisch gebied. Kunnen uit uitspraken en gedrag van de oudere zorgvrager de mogelijke onderliggende behoefte afleiden 47.1 Wegvallen van zelfzorg en verminderde zelfredzaamheid op lichamelijk gebied; op sociaal gebied; op economisch gebied; op psychisch gebied Basisbehoeften van de bejaarde (Maslow) lichamelijke behoeften; behoefte aan veiligheid en zekerheid; behoefte aan liefde en genegenheid; behoefte aan erkenning en waardering; behoefte aan zelfverwezenlijking.

31 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 30 Kunnen het klimaat omschrijven waarin de basisbehoeften van de zorgvragende oudere tot hun recht te laten komen. Kunnen voorstellen formuleren bij zichzelf en in de voorziening om een positief klimaat te helpen realiseren. Kunnen in opgegeven situaties aantonen waar de basishouding in de omgang met ouderen de kwaliteit van de zorg verhoogt. Kunnen voorbeelden uit de stage aanhalen waar de beroepshoudingen positief of negatief worden ingevuld. Kunnen signalen herkennen die wijzen op beginnende vragen om zorg. Kunnen afwijkend gedrag observeren en de signalen passend rapporteren. Kunnen in een opgegeven concrete situatie voorstellen formuleren om te reageren Specifieke beroepshouding in de omgang met ouderen o.m.: beschouwen van de bejaarde als een gelijkwaardige partner; positieve ingesteldheid hebben tegenover de oudere zorgvrager; privacy respecteren/discreet zijn; communicatie (verbaal/non-verbaal); lichamelijk contact; structureren en veiligheid bieden Signalen van psychisch/sociale moeilijkheden en hun benaderingswijzen bij de communicatie (o.m. woordvindingsproblemen); bij het handelen (o.m. onrustig, bewegingsdrang, decorumverlies, apraxie); bij de waarneming (o.m. agnosie, illusies, hallucinaties); bij het geheugen (o.m. amnesie, confabulaties); bij het denken (o.m. wantrouwen, obsessies, perseveratie); bij het gevoelsleven (o.m. depressie, agressie, apathie, labiliteit, angsten); bij het bewustzijn (o.m. desoriëntatie, somnolentie, verwardheid).

32 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Omgaan met gezinsproblemen Kunnen in opgegeven situaties illustreren hoe het gezinsklimaat bevorderlijk is voor de ontwikkeling van het kind. Kunnen met eigen woorden uitleggen dat opvoedingsmiddelen invloed hebben op de ontwikkeling het kind. Kunnen een voorbereiding op een ziekenhuis uitwerken. Kunnen een Ik-boekje van een kind samenstellen. Kunnen ouders en kind bij de terugkeer van het kind naar huis bijstaan Kunnen in situaties het onderscheid aangeven tussen de verschillende vormen van verwaarlozing en mishandeling. Kunnen signalen die eventueel wijzen op verwaarlozing of mishandeling observeren en rapporteren naar het team. Kunnen aangeven welke de gevolgen zijn van kindermishandeling. Kunnen verwijzen naar aangepaste hulpverlening Het gezinsklimaat en houding t.o.v. kinderen 48.2 Opvoedingsmiddelen o.m. veiligheid bieden; sensitief en responsief reageren; bevorderen van autonomie; structureren; belonen en straffen; 48.3 Begeleiden van de ziekenhuisopname van een kind (U) de voorbereiding; rechten van het kind en de ouders bij de opname van een kind in het ziekenhuis; de terugkeer naar huis Kindermishandeling verwaarlozing (materiële verwaarlozing, affectieve verwaarlozing, pedagogische); mishandeling (lichamelijk, affectief, seksueel); signalen die kunnen wijzen op verwaarlozing of op mishandeling; gevolgen van mishandeling; professionele rol van de verzorgende.

33 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging Omgaan met diversiteit U 50 Kunnen aangeven op welke persoonlijke en maatschappelijke gebieden diversiteit tot uiting komt. Kunnen hun eigen houding verwoorden tegenover verschillende vormen van diversiteit. Kunnen het eventueel spanningsveld formuleren tussen de eigen houding en de professionele verwachtingen t.o.v. de diverse doelgroepen. Kunnen een aantal voorbeelden opsommen waaruit blijkt dat in gezinnen uit een andere cultuur andere gebruiken en gewoontes invloed hebben op de opvoeding. Kunnen eigen reacties in de omgang met kinderen met een handicap beschrijven. Kunnen uit het gedrag van de ouders van een kind met een handicap reacties onderkennen die gepaard met het feit dat ze een kind met een handicap hebben. Kunnen omgaan met kinderen met een handicap in de stageplaatsen. Kunnen criteria aangeven om het onderscheid te formuleren tussen moeilijk en onaanvaardbaar gedrag. Kunnen eigen reacties op moeilijk/onaanvaardbaar gedrag met kinderen beschrijven. Kunnen opgegeven gedragsomschrijvingen commentariëren vanuit de achterliggende risicofactoren Diversiteit in gezinnen en voorzieningen soorten diversiteit (gezinsvormen, gender, seksuele geaardheid, cultureel, sociaal-economisch); eigen houding; professionele verwachtingen Omgaan met zorgvragers uit andere culturen diversiteit in omgangsvormen, gebruiken, gewoontes; invloed van de context bij de opvoeding Omgaan met gezinnen met een kind met een handicap (U) zicht hebben op eigen reacties tegenover de verschillende categorieën handicaps reacties van de ouders op een kind met een handicap (o.m. onderkenningproces, verwerkingsproces) (U) Bespreking van de omgang met kinderen met een handicap 50 Omgaan met moeilijk/onaanvaardbaar gedrag van kinderen onderscheid tussen moeilijk en onaanvaardbaar gedrag; zicht hebben op eigen houding daarbij; risicofactoren voor moeilijk gedrag;

34 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 33 Kunnen passende opvoedingsmiddelen voorstellen bij problematische opvoedingssituaties. Kunnen in opgegeven situaties signalen herkennen die wijzen op problematische opvoedingssituaties. Kunnen omgaan met enkele veel voorkomende vormen van moeilijk gedrag. (U) 3.3 Competenties m.b.t. zorgen voor het dagprogramma van de zorgvrager opvoedingsmiddelen in de begeleiding van moeilijk en onaanvaardbaar gedrag; signalen die wijzen op nood aan hulpverlening (problematische opvoedingssituaties); enkele vaak voorkomende vormen van moeilijk gedrag en hun benaderingswijzen (o.m. plagen/pesten, woedeuitbarstingen, lusteloosheid, eetstoornissen) (U) Ontwikkelingspsychologische aspecten via spel en speelgoed Kunnen in opgegeven situaties aangeven welke functies via het spel worden gestimuleerd. Kunnen verklaren waarom geborgenheid de voorwaarde is tot experimenteren en exploreren als elementen voor een toenemende zelfstandigheid en emancipatie Betekenis van spelen voor de ontwikkeling ontwikkelingsfunctie: materiaalverkenning, begripsvorming, het ontdekken van eigen mogelijkheden en voorkeuren, socialiserende functie nabootsingfunctie (o.m. het leren kennen van de wereld van de volwassenen); emotionele functie (o.m. het verwerken van emoties via het spel); positieve stimuli voor de ontwikkeling binnen een geborgen en veilig klimaat binnen het opvoedingsmilieu, stimuleren van experimenteer- en exploratiegedrag. Kunnen de rol van aanleg, milieu en zelfbepaling verklaren en door voorbeelden illustreren De rol van aanleg, milieu en zelfbepaling in de ontwikkeling

35 BSO 3e graad Specifiek gedeelte Verzorging 34 Kunnen binnen een ontwikkelingsfase de verbanden tussen de motorische, de cognitieve, de sociale en de emotionele ontwikkeling met eigen woorden omschrijven. Kunnen de algemene kenmerken van de ontwikkeling illustreren a.h.v. voorbeelden. Kunnen de belangrijkste ontwikkelingskenmerken bespreken vanuit een ontwikkelingstabel. Kunnen passend op de ontwikkelingskenmerken van de zuigeling inspelen. Kunnen uit een tabel de belangrijkste ontwikkelingsmomenten halen en gebruiken bij het kiezen van een spel. Kunnen documentatie over spellen en speelgoed verzamelen voor zuigelingen. Kunnen de belangrijkste ontwikkelingskenmerken bespreken vanuit een ontwikkelingstabel. Kunnen passend op de ontwikkelingskenmerken van de van de peuter inspelen. Kunnen uit een tabel de belangrijkste ontwikkelingsmomenten halen en gebruiken bij het kiezen van een spel. Kunnen documentatie over spellen en speelgoed verzamelen en ze rubriceren volgens ontwikkelingsgebied en soorten spelen Essentiële kenmerken van de ontwikkeling ontwikkelingsperiodes: de zuigeling, de peuter, de kleuter; algemene ontwikkelingskenmerken: eigen tempo, gevoelige periode, innerlijke kracht, vaste volgorde; samenhang tussen ontwikkelingsgebieden: de motorische, de cognitieve, de sociale, de emotionele ontwikkeling Ontwikkelingskenmerken van de zuigeling ontwikkelingskenmerken; inspelen op de ontwikkelingskenmerken; ontwikkelingsgebonden spel Ontwikkelingskenmerken van de peuter ontwikkelingskenmerken; inspelen op de ontwikkelingskenmerken; ontwikkelingsgebonden spel.

BSO. TV Verzorging. Verzorging. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. 2/2 lt/w 2/2 lt/w 2/2 lt/w 2/2 lt/w. 6/6 lt/w 1/1 lt/w 4/4 lt/w 5/5 lt/w

BSO. TV Verzorging. Verzorging. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. 2/2 lt/w 2/2 lt/w 2/2 lt/w 2/2 lt/w. 6/6 lt/w 1/1 lt/w 4/4 lt/w 5/5 lt/w LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: PV Praktijk huishoudkunde PV Praktijk verzorging PV/TV Stage huishoudkunde PV/TV Stage opvoedkunde/verzorging/ huishoudkunde PV/TV Stage verzorging TV Huishoudkunde

Nadere informatie

Copyright Plantyn. Correct gebruik van PBM's: mondmasker, short en handschoenen 18

Copyright Plantyn. Correct gebruik van PBM's: mondmasker, short en handschoenen 18 INHOUDSTAFEL Voorwoord 9 Pictogrammen 10 Doelstellingen 11 Attitudefiche 13 Correcte handhygiëne 15 Handen wassen 17 Correct gebruik van PBM's: mondmasker, short en handschoenen 18 I HET JONGE KIND 19

Nadere informatie

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven VERZORGENDE OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven Competenties: CLUSTERS VAN COMPETENTIES De leerling kan

Nadere informatie

1 De kleine zorgen: het reinigen van neus, ogen, nagels, navel, haren Het verwisselen van een urineluier 22

1 De kleine zorgen: het reinigen van neus, ogen, nagels, navel, haren Het verwisselen van een urineluier 22 INHOUDSTAFEL Voorwoord 13 Fiche kwaliteitsbewust handelen 15 Correcte handhygiëne 17 Het jonge kind 19 1 De kleine zorgen: het reinigen van neus, ogen, nagels, navel, haren 20 1.1 Voorbereiding 20 1.2

Nadere informatie

Kerntaken. Referentiekader. Opmerking

Kerntaken. Referentiekader. Opmerking DBSO-opleidingskaarten 17 juni 2008 Verzorgende Kerntaken De verzorgende zorgt voor mensen die tijdelijk of permanent hulp nodig hebben met betrekking tot alle activiteiten in het dagelijks leven. Hij/zij

Nadere informatie

Begeleider in de kinderopvang

Begeleider in de kinderopvang DBSO-opleidingskaarten Administratieve groep 37701 Rubriek: Personenzorg 9/06/2011 Begeleider in de kinderopvang Kerntaken De begeleider in de kinderopvang begeleidt en verzorgt baby s, peuters, kleuters

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL I ONTWIKKELEN: EEN LEVENSLANG PROCES 19. Voorwoord 13. Pictogrammen 14. Doelstellingen 15

INHOUDSTAFEL I ONTWIKKELEN: EEN LEVENSLANG PROCES 19. Voorwoord 13. Pictogrammen 14. Doelstellingen 15 INHOUDSTAFEL Voorwoord 13 Pictogrammen 14 Doelstellingen 15 I ONTWIKKELEN: EEN LEVENSLANG PROCES 19 A Wat is ontwikkeling? 21 1 Definitie en kenmerken 21 1.1 Definitie 21 1.2 Algemene kenmerken van ontwikkeling

Nadere informatie

De verpleegkundige eerbiedigt de culturele en ideologische opvattingen van de bewoner.

De verpleegkundige eerbiedigt de culturele en ideologische opvattingen van de bewoner. 1/5 3.1.2.4 Verpleegkundige 3.1.2.4.1 Verpleegkundige van het woonzorgcentrum A. OPDRACHT De verpleegkundige zal aan het leven van de oudere een meerwaarde geven door zorg en aandacht te besteden aan het

Nadere informatie

De verpleegkundige eerbiedigt de culturele en ideologische opvattingen van de bewoner.

De verpleegkundige eerbiedigt de culturele en ideologische opvattingen van de bewoner. 1/5 3.1.2.4 Verpleegkundige 3.1.2.4.1 Verpleegkundige van het woonzorgcentrum A. OPDRACHT De verpleegkundige geeft aan het leven van de oudere in H. Catharina een meerwaarde door zorg en aandacht te besteden

Nadere informatie

3.1.2.5 Zorgkundige/verzorgende A. OPDRACHT

3.1.2.5 Zorgkundige/verzorgende A. OPDRACHT 1/5 3.1.2.5 Zorgkundige/verzorgende 3.1.2.5.1. Zorgkundige A. OPDRACHT De zorgkundige is specifiek opgeleid om de verpleegkundige onder zijn/haar toezicht bij te staan inzake zorgverstrekking, gezondheidsopvoeding

Nadere informatie

1. Verzorgende taken. De verzorgende in de ouderenzorg staat in voor een aantal basiszorgen.

1. Verzorgende taken. De verzorgende in de ouderenzorg staat in voor een aantal basiszorgen. O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: WOONZORGCENTRUM DIENST: VERZORGING/VERPLEGING / FUNCTIEBENAMING: Verzorgende in de ouderenzorg 1. Plaats in de organisatie De verzorgende in de ouderenzorg

Nadere informatie

Stagedoelstelling exploratiestage

Stagedoelstelling exploratiestage Stagedoelstelling exploratiestage 2018-2019 1 Zorgverlener: verlenen verpleegkundige zorg/technische vaardigheden volgens de verpleegkundige basisprincipes Werkt systematisch en gestructureerd. Besteedt

Nadere informatie

IMK Dilsen-Stokkem. Imk Lanklaar Rotem. Verzorging-voeding, 2 de graad Verzorging, 3 de graad

IMK Dilsen-Stokkem.  Imk Lanklaar Rotem. Verzorging-voeding, 2 de graad Verzorging, 3 de graad www.instituutmariakoningin.be Imk Lanklaar Rotem IMK Dilsen-Stokkem Verzorging-voeding, 2 de graad Verzorging, 3 de graad Specialisatie Kinderzorg Specialisatie Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige Eerste

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

Traject Dienstverlening; Helpende zorg en welzijn CONCEPT. Traject Dienstverlening, Helpende zorg en welzijn ThiemeMeulenhoff 1

Traject Dienstverlening; Helpende zorg en welzijn CONCEPT. Traject Dienstverlening, Helpende zorg en welzijn ThiemeMeulenhoff 1 Traject Dienstverlening; Helpende zorg en welzijn Traject Dienstverlening, Helpende zorg en welzijn 24-11-16 ThiemeMeulenhoff 1 Dienstverlening; Helpende zorg en welzijn Inhoudsopgave(concept) THEMA 1

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA HOE TE GEBRUIKEN Als leerkracht kun je kiezen hoe je dit lespakket gebruikt in de klas. Je kunt de verschillende delen los van elkaar gebruiken, afhankelijk van de beschikbare

Nadere informatie

O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING VERZORGING/VERPLEGING. 1. Plaats in de organisatie

O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING VERZORGING/VERPLEGING. 1. Plaats in de organisatie O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING: WOONZORGCENTRUM VERZORGING/VERPLEGING Verzorgende in de ouderenzorg 1. Plaats in de organisatie De verzorgende in de ouderenzorg

Nadere informatie

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING, Vlaamse Regering Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van

Nadere informatie

Opleiding: LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN

Opleiding: LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN Opleiding: LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN Als logistiek helper ga je vooral werken in rust - en verzorgingstehuizen. Het is dus heel belangrijk dat je goed kan omgaan met bejaarden en gehandicapten.

Nadere informatie

E.M. Sesink Drs. J.A.M. Kerstens. Basisverpleegkunde. Niveau 4

E.M. Sesink Drs. J.A.M. Kerstens. Basisverpleegkunde. Niveau 4 E.M. Sesink Drs. J.A.M. Kerstens Basisverpleegkunde Niveau 4 V Voorwoord In de basisverpleegkunde wordt de basiszorg op systematische wijze uitgewerkt. Er is aandacht voor de verschillende rollen van de

Nadere informatie

Jaarplan. Naam: Elisa Vossen Serge Vrancken Studierichting en jaar: 2de jaar derde graad BSO Schooljaar: Schooljaar 2007-2008

Jaarplan. Naam: Elisa Vossen Serge Vrancken Studierichting en jaar: 2de jaar derde graad BSO Schooljaar: Schooljaar 2007-2008 Jaarplan Vak: Verzorging Naam: Elisa Vossen Serge Vrancken Studierichting en jaar: de jaar derde graad BSO Schooljaar: Schooljaar 007-008 Leerplannummer: D/999/079/03 Werkboek: Cursus Verzorging van VVKSO

Nadere informatie

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK ASSISTENT IN DE ZIEKENHUIZEN 12 maanden

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK ASSISTENT IN DE ZIEKENHUIZEN 12 maanden Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK ASSISTENT IN DE ZIEKENHUIZEN 12 maanden Toelichting: Op dit formulier worden de competenties hernomen die binnen de opleiding tot logistiek assistent

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

WAT BLIJFT IN DE SCHEMERZONE en onrechtstreeks via Vlaams Statuut?

WAT BLIJFT IN DE SCHEMERZONE en onrechtstreeks via Vlaams Statuut? WAAROM DE WET OP DE ZORGKUNDIGEN? Om de verzorgenden toe te laten hun job legaal te laten uitoefenen en dus vervolging te vermijden omwille van het onwettig uitvoeren van verpleegkundige taken, is op federaal

Nadere informatie

Ontwikkelen: een levenslang proces 11

Ontwikkelen: een levenslang proces 11 INHOUDSTAFEL Ontwikkelen: een levenslang proces 11 A Wat is ontwikkeling? 13 Doelstellingen 13 1 Inleiding 14 2 Definitie en kenmerken 15 2.1 Definitie 15 2.2 Algemene kenmerken van ontwikkeling 15 2.3

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN 12 maanden

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN 12 maanden Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN 12 maanden Toelichting: Op dit formulier worden de competenties hernomen die binnen de opleiding tot logistiek helper

Nadere informatie

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn Leerplanschema Helpende zorg/ welzijn BBL-traject 2010-2011 Thema 1 Basiszorg 10 weken Leer loopbaan en burgerschapscompetenties LLB Kerntaak 1 Benoemt de eigen ontwikkeling en kiest middelen en wegen

Nadere informatie

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. STER opdracht ADL Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. In de eerste 10 weken van je opleiding heb je

Nadere informatie

Inhoud Basisverpleegkunde niveau 4. Voorwoord. Redactionele verantwoording

Inhoud Basisverpleegkunde niveau 4. Voorwoord. Redactionele verantwoording Inhoud Basisverpleegkunde niveau 4 Voorwoord Redactionele verantwoording 1 Zorgvuldig en verantwoord handelen in de basiszorg 1.1 Basisverpleegkunde en basiszorg 1.1.1 Zorgfuncties 1.1.2 Waar verleen je

Nadere informatie

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 12 maanden

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 12 maanden LOGISTIEK HELPER in de verzorgingssector OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW DUUR: 12 maanden COMPETENTIES CLUSTERS VAN COMPETENTIES De leerling kan de organisatie en doelgroepen van een zorginstelling verduidelijken;

Nadere informatie

Profielmodule: Mens en gezondheid (Deel)taken en eindtermen 1

Profielmodule: Mens en gezondheid (Deel)taken en eindtermen 1 Profielmodule: Mens en gezondheid (Deel)taken en eindtermen Taak: : P/ZW/. : P/ZW/. : P/ZW/.3. ondersteunen bij keuzes voor een gezonde leefstijl informatie geven over een gezonde leefstijl. Leerweg Basis

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Moderne Talen AO AV 006 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 28 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5

Nadere informatie

IMK Verzorging-voeding, 2 de graad

IMK Verzorging-voeding, 2 de graad 1 IMK Verzorging-voeding, 2 de graad Belangstellingsgebied Welzijn en sociale wetenschappen leertraject praktisch De opleiding Verzorging-voeding (VV) is gesitueerd in de 2 de graad van het beroepssecundair

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige

Nadere informatie

ALGEMENE FUNCTIEGEGEVENS. Kinderbegeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang. Functiebeschrijving

ALGEMENE FUNCTIEGEGEVENS. Kinderbegeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang. Functiebeschrijving ALGEMENE FUNCTIEGEGEVENS Dienst : Afdeling : Functie : Niveau : Weddenschaal : HUIS VAN HET KIND ZIBO Kinderbegeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang C C1C2 Functiebeschrijving Situering van het ZIBO

Nadere informatie

Sociale vaardigheden: Partners in het leerproces

Sociale vaardigheden: Partners in het leerproces Sociale vaardigheden: Partners in het leerproces OMGAAN MET DE ZORGVRAGER 1 Attitudes 12 1.1 Attitude 13 1.2 De specifieke beroepsattitudes van de verzorgende 14 1.2.1 De specifieke beroepsattitudes van

Nadere informatie

Omgang en communicatie. Huishoudzorg. Gezondheid en welzijn. Tweede graad Verzorging voeding. Schooljaar 2010-2011. Verzorging-voeding

Omgang en communicatie. Huishoudzorg. Gezondheid en welzijn. Tweede graad Verzorging voeding. Schooljaar 2010-2011. Verzorging-voeding KIJK WIJZER VV Tweede graad Verzorging voeding Schooljaar 2010-2011 Verzorging - voeding Basiszorg Omgang en communicatie Wie ben ik? Zelfbeeld Ik in omgang met de ander Omgang Verzorging-voeding Ik =

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Leefgroepmedewerker. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Leefgroepmedewerker. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie Functie: Leefgroepmedewerker FUNCTIEPROFIEL A. Functiebeschrijving 1. Doel van de functie Hij/zij staat in voor de dagelijkse, continue ondersteuning van de bewoners van de leefgroep met een meervoudige

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Wiskunde AO AV 007 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1: Opleiding...

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wiskunde AO AV 010 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5

Nadere informatie

k j J K R D J M C D R D J M

k j J K R D J M C D R D J M Koppeling leereenheden Nuzorg aan de Fase-indeling de opleiding Verpleegkundige KD 2011 en 2012 van Consortium Beroepsonderwijs Fase 1 Beroepsprestaties Werkprocessen Competenties Leereenheden NUzorg Verwerken

Nadere informatie

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen Infofiche Helpertje 1. Praktische gegevens + Werkboek: Helpertje (CN0618) + Handleiding: Eerstehulpcursussen Helpertje en Junior Helper (CN0617) + Doelgroep: 10 tot 12 jaar + Duur: 16 uur + praktijktest

Nadere informatie

Algemene competentiebeschrijving van de functie verpleegkundige

Algemene competentiebeschrijving van de functie verpleegkundige 1 Algemene competentiebeschrijving van de functie verpleegkundige Algemeen: De verpleegkundige van NivoZorg heeft uiteraard een grote affiniteit met onze doelgroep in de thuissituatie namelijk langdurige

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING/PROFIEL OCMW SINT NIKLAAS 1. ALGEMENE GEGEVENS Naam van de functie: VERZORGENDE (niveau D niveau C) Dienst en/ of sectie: Residentiële seniorenzorg of dienst voor gezinszorg Code: SEN-RS-7

Nadere informatie

Functie en competentieprofiel GEGRADUEERD VERPLEEGKUNDIGE

Functie en competentieprofiel GEGRADUEERD VERPLEEGKUNDIGE Functie en competentieprofiel GEGRADUEERD VERPLEEGKUNDIGE 1. Situering van de functie Naam van de functie Dienst Niveau Functionele loopbaan Evaluator procesbewaker Gegradueerd verpleegkundige Woonzorgcentrum

Nadere informatie

Beroepscompetentieprofiel gastouder

Beroepscompetentieprofiel gastouder Beroepscompetentieprofiel gastouder Het voorliggende beroepscompetentieprofiel is vastgesteld door de Convenantpartijen op 29 mei 2009. In het kader van de uitvoering van kinderopvang zoals bedoeld in

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...

Nadere informatie

Unit beschrijving: Extra leerresultaten

Unit beschrijving: Extra leerresultaten Unit beschrijving Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie (DE/13/LLP-LdV/TOI/1763). De verantwoordelijkheid voor deze publicatie (mededeling) ligt uitsluitend bij de auteur;

Nadere informatie

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn Leerplanschema Helpende zorg/ welzijn BBL-traject 2009-2010 Thema Basiszorg 10 weken LLB Kerntaak 1 Benoemt de eigen ontwikkeling en kiest middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken Werkproces

Nadere informatie

VOET EN STUDIEGEBIED PERSONENZORG

VOET EN STUDIEGEBIED PERSONENZORG Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED PERSONENZORG Elementen van de Stam Alle elementen van de stam zijn fundamenteel in de vorming van

Nadere informatie

Profieldelen BB KB GL. 1. Profiel: Zorg en welzijn Profieldeel: Mens en gezondheid

Profieldelen BB KB GL. 1. Profiel: Zorg en welzijn Profieldeel: Mens en gezondheid Profieldelen Kenmerkend voor de beroepen in Zorg en Welzijn (Z&W) is het werken met en voor mensen gericht op fysiek, psychisch en sociaal welbevinden waarbij de beroepsbeoefenaar zelf het belangrijkste

Nadere informatie

Begeleiding Jeugdwet. Omschrijving voorzieningen. Ons kenmerk: Datum: Juni 2015 Contactpersoon: Contractbeheer E-mail: contractbeheer@regiogenv.

Begeleiding Jeugdwet. Omschrijving voorzieningen. Ons kenmerk: Datum: Juni 2015 Contactpersoon: Contractbeheer E-mail: contractbeheer@regiogenv. Begeleiding Omschrijving voorzieningen Ons kenmerk: Datum: Juni 2015 Contactpersoon: Contractbeheer E-mail: contractbeheer@regiogenv.nl INHOUD 1 33101 Begeleiding individueel... 3 2 33102 Module Ondersteuning

Nadere informatie

E Q L R T D J M E F J R C D R D J M

E Q L R T D J M E F J R C D R D J M Koppeling leereenheden Nuzorg aan de Fase-indeling de opleiding Verzorgende-IG KD 2011 en 2012 van Consortium Beroepsonderwijs Fase 1 Beroepsprestaties Werkprocessen Competenties Leereenheden NUzorg Verzamelen

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Copyright Plantyn. A Visie op gezondheid en ziekte 17 1 Begrippen gezondheid, ziekte, preventie en GVO 17

Copyright Plantyn. A Visie op gezondheid en ziekte 17 1 Begrippen gezondheid, ziekte, preventie en GVO 17 INHOUDSTAFEL Woord vooraf 9 Pictogrammen 10 Doelstellingen 11 I OVER ZORG 15 A Visie op gezondheid en ziekte 17 1 Begrippen gezondheid, ziekte, preventie en GVO 17 1.1 Gezondheid 17 1.2 Ziekte 18 1.3 Preventie

Nadere informatie

Overzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen.

Overzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen. Overzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen. Inhoud Ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs Impliciet Wereldoriëntatie

Nadere informatie

Traject Welzijn; Persoonlijke verzorging MZ. Inhoudsopgave (concept)

Traject Welzijn; Persoonlijke verzorging MZ. Inhoudsopgave (concept) Traject Welzijn; Persoonlijke verzorging MZ Inhoudsopgave (concept) 1 Traject Welzijn; Persoonlijke verzorging MZ Inhoudsopgave (concept) THEMA 1 Beperkingen en aandoeningen Hoofdstuk 1 Beperkingen en

Nadere informatie

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ...

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ... P1 VOORBEELD OBSERVATIE-INSTRUMENT GROEP klantgerichtheid klanteninzicht groepsdynamica omgaan met diversiteit PRESENTATIE stemgebruik taalvaardigheid non-verbaal communiceren professionele houding PERSOON

Nadere informatie

Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE

Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE 1. Situering van de functie Naam van de functie Dienst Niveau Functionele loopbaan Evaluator procesbewaker Zorgkundige Woonzorgcentrum C C1 C2 Hoofdverpleegkundige/Zorgcoördinator

Nadere informatie

Ondersteunen bij persoonlijke verzorging. niveau 2

Ondersteunen bij persoonlijke verzorging. niveau 2 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging niveau 2 2 Inhoud 1 Thema Schoon en verzorgd 6 1.1 Micro-organismen 7 1.2 Infecties voorkomen 9 1.3 Vaardigheid Handen wassen 11 1.4 Toets jezelf 13 2 Thema Zorg

Nadere informatie

FAQ ZORGKUNDIGE. 1. Welke verpleegkundige handelingen kunnen worden gedelegeerd aan de zorgkundige sinds de lijst van 12 januari 2006?

FAQ ZORGKUNDIGE. 1. Welke verpleegkundige handelingen kunnen worden gedelegeerd aan de zorgkundige sinds de lijst van 12 januari 2006? 1. Welke verpleegkundige handelingen kunnen worden gedelegeerd aan de zorgkundige sinds de lijst van 12 januari 2006? 2. Wat is er veranderd met de publicatie van het KB van 27 februari 2019? 3. Om welke

Nadere informatie

Beroepsopdracht Beroepstaak B Helpende Beginner niveau

Beroepsopdracht Beroepstaak B Helpende Beginner niveau Beroepsopdracht Beroepstaak B Helpende Beginner niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak B heeft 3 niveaus! Helpen waar

Nadere informatie

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn. BBL-traject 2012

Leerplanschema. Helpende zorg/ welzijn. BBL-traject 2012 Leerplanschema Helpende zorg/ welzijn BBL-traject 2012 Leerplanschema / cohort 2012 / opleiding HZW BBL / KD 2012 / M.Bolt Thema 1 Basiszorg 10 weken Loopbaan en Burgerschap LB 1: Loopbaan Kennismaking

Nadere informatie

Algemeen. Titel Functieomschrijving verpleegkundige in R&MSC Versie 1 Status Gepubliceerd. Auteurs: Driesen, Nancy

Algemeen. Titel Functieomschrijving verpleegkundige in R&MSC Versie 1 Status Gepubliceerd. Auteurs: Driesen, Nancy Algemeen Titel Functieomschrijving verpleegkundige in R&MSC Versie 1 Status Gepubliceerd Auteurs: Driesen, Nancy Beoordelaar: Driesen, Nancy Autorisator: Driesen, Nancy Documentbeheerders: Keim, Ulrike

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27) ~ 1 ~ Functionele taalvaardigheid/ tekstgeletterdheid Eindtermen (P)AV voor 2 de graad SO 3 de graad SO 3 de jaar 3 de graad SO DBSO niveau 2 de graad DBSO niveau 3 de graad DBSO niveau 3 de jaar 3 de

Nadere informatie

zorgkundige woonzorgcentrum hoofdverpleegkundige

zorgkundige woonzorgcentrum hoofdverpleegkundige Zorgkundige FUNCTIEBESCHRIJVING EN COMPETENTIEPROFIEL 1 IDENTIFICATIEGEGEVENS Functietitel Niveau zorgkundige VC1 VC2 Competenties 1/2/3/4/7/15/17/20 2 PLAATS IN HET ORGANOGRAM (situatie op 01/09/2010)

Nadere informatie

Functiebeschrijving: zorgkundige (m/v/x)

Functiebeschrijving: zorgkundige (m/v/x) Functiebeschrijving: zorgkundige (m/v/x) Graad Deskundig zorgmedewerker (m/v/x) Functietitel Zorgkundige (m/v/x) Doelstelling van de functie Instaan voor de optimale en de totale zorg voor de bewoner in

Nadere informatie

Begeleid(st)er buitenschoolse opvang

Begeleid(st)er buitenschoolse opvang FUNCTIEBESCHRIJVING BEGELEID(ST)ER BUITENSCHOOLSE OPVANG Algemene informatie Functietitel Cluster Dienst Plaats in de organisatie Niveau Weddeschaal Statuut Doel van de functie Begeleid(st)er buitenschoolse

Nadere informatie

Functiebeschrijving: gegradueerde verpleegkundige/ bachelor verpleegkunde (m/v)

Functiebeschrijving: gegradueerde verpleegkundige/ bachelor verpleegkunde (m/v) bachelor verpleegkunde (m/v) Graad Gegradueerde verpleegkundige/bachelor verpleegkunde (m/v) Functietitel Gegradueerde verpleegkundige/bachelor verpleegkunde (m/v) Doelstelling van de functie De optimale

Nadere informatie

Secundair na secundair: Internaatswerking

Secundair na secundair: Internaatswerking Secundair na secundair: Internaatswerking Omschrijving Hier word je opgeleid tot opvoeder in een internaat. Als internaatsopvoeder zal je doorgaans met leerlingen van het lager en/of het secundair onderwijs

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker)

Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker) Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp:

Nadere informatie

Voorlichting, advies en instructie Niveau 3

Voorlichting, advies en instructie Niveau 3 Antwoorden stellingen Voorlichting, advies en instructie Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Preventief werken 1. Preventie is: gezondheidsproblemen voorkomen en gezond gedrag stimuleren.

Nadere informatie

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen Infofiche Helpertje 1. Praktische gegevens Werkboek: Helpertje (CN0618) Handleiding: Eerstehulpcursussen Helpertje-Junior Helper (CN0617) Doelgroep: 10 tot 12 jaar Duur: 16 uur + praktijktest Lesgever:

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter)

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter) ndersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter) De diagnose kanker kan grote impact op u en uw naaste(n) hebben. De ziekte en de behandeling kunnen niet alleen lichamelijke klachten met zich meebrengen,

Nadere informatie

Opdracht 2: Oefen het afstemmen van de persoonlijke verzorging met naastbetrokkenen

Opdracht 2: Oefen het afstemmen van de persoonlijke verzorging met naastbetrokkenen VZ-B-K1-W4-C Biedt persoonlijke verzorging Verzorgende-IG-basisdeel kerntaak 1 werkproces 4 oefenopdracht C Je bent al behoorlijk vaardig in het ondersteunen bij de persoonlijke verzorging. Je hebt geoefend

Nadere informatie

Slecht nieuws goed communiceren

Slecht nieuws goed communiceren Slecht nieuws goed communiceren M A N U K E I R S E F A C U L T E I T G E N E E S K U N D E, K U L E U V E N Waarheid is een van de meest krachtige medicamenten waarover men beschikt, maar men moet nog

Nadere informatie

Inhoudsopgave basiswerk Geriatrie (niveau 4) Voorwoord. Redactionele verantwoording. Over de auteur

Inhoudsopgave basiswerk Geriatrie (niveau 4) Voorwoord. Redactionele verantwoording. Over de auteur Inhoudsopgave basiswerk Geriatrie (niveau 4) Voorwoord Redactionele verantwoording Over de auteur 1 Geriatrie 1.1 Wat is oud? 1.2 Steeds meer ouderen tot 2040 1.3 Geriatrische patiënten, wie zijn dat?

Nadere informatie

Pedagogisch Werkplan gastouder

Pedagogisch Werkplan gastouder Pedagogisch Werkplan gastouder Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. PERSOONLIJKE GEGEVENS GASTOUDER... 3 2. EMOTIONELE VEILIGHEID... 3 2.1. Vertrouwen... 3 2.2. Veilige opvangomgeving... 3 2.3. Spel, speelgoed

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument betreffende relatie ZorgPad, editie 2017 en Prove2Move, mei 2016 Niveau 3 Verzorgende (IG)

Verantwoordingsdocument betreffende relatie ZorgPad, editie 2017 en Prove2Move, mei 2016 Niveau 3 Verzorgende (IG) Verantwoordingsdocument betreffende relatie ZorgPad, editie 2017 en Prove2Move, mei 2016 Niveau 3 Verzorgende (IG) Gebaseerd op: Prove2Move, mei 2016, ISBN 978-94-6224-115-2, Kwalificatiedossier Verzorgende-IG,

Nadere informatie

Onderwijskundige doelen

Onderwijskundige doelen Onderwijskundige doelen Het materiaal van Dit Ben Ik in Brussel beoogt vooral het positief omgaan met diversiteit. Daarom is het ook logisch dat heel wat doelen van het Gelijke Onderwijskansenbeleid aan

Nadere informatie

Dinsdag 27 september 2011 Ingrid Molein Annick Van der Stricht. DPB Gent

Dinsdag 27 september 2011 Ingrid Molein Annick Van der Stricht. DPB Gent Dinsdag 27 september 2011 Ingrid Molein Annick Van der Stricht DPB Gent Zorg en begeleiding bieden aan kinderen en volwassenen Vanuit een holistische, emancipatorische en dynamische visie Functioneren

Nadere informatie

Wat moet je kennen en kunnen? (deel)taken. Herkan sing. Wijze van herkansing. Periode. Toets-vorm Duur Weging

Wat moet je kennen en kunnen? (deel)taken. Herkan sing. Wijze van herkansing. Periode. Toets-vorm Duur Weging Kennemer College Beroepsgericht Programma van Toet en Afsluiting schooljaar 2017 2018 Profielmodule (1): Mens en Gezondheid ondersteunen bij keuzes voor een gezonde leefstijl Basis herkan 1.1 Informatie

Nadere informatie

Infomoment INLEIDING STRUCTUUR VAN DE OPLEIDING. zaterdag 21 januari van 10.00u tot 14.00u KTA1 Vildersstraat Hasselt

Infomoment INLEIDING STRUCTUUR VAN DE OPLEIDING. zaterdag 21 januari van 10.00u tot 14.00u KTA1 Vildersstraat Hasselt Infomoment zaterdag 21 januari van 10.00u tot 14.00u KTA1 Vildersstraat 28 3500 Hasselt Inschrijvingsmomenten van maandag 9 januari tot 27 januari 2017 Genkerbaan 84, 3520 Zonhoven T 011 82 48 66 infotko@cvo-step.be

Nadere informatie

O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING VERZORGING /VERPLEGING. 1. Plaats in de organisatie

O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING VERZORGING /VERPLEGING. 1. Plaats in de organisatie O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING: WOONZORGCENTRUM VERZORGING /VERPLEGING Verpleegkundige (gediplomeerd) 1. Plaats in de organisatie De verpleegkundige werkt onder

Nadere informatie

Urologie Lastmeter Inleiding Hulpverleningsmogelijkheden

Urologie Lastmeter Inleiding Hulpverleningsmogelijkheden 1/5 Urologie Lastmeter Inleiding Tijdens of na uw ziekte kunt u te maken krijgen met situaties waar u geen raad mee weet, ook wanneer de behandeling al langer geleden is. U kunt problemen ondervinden op

Nadere informatie

PROTOCOL ZIEKTE EN ALLERGIE

PROTOCOL ZIEKTE EN ALLERGIE PROTOCOL ZIEKTE EN ALLERGIE Inleiding Als ouder kies je onder andere voor een kinderdagverblijf, omdat de opvang voor je kind gegarandeerd is. Een uitzondering is echter een ziek kind. Zieke kinderen kunnen

Nadere informatie

Functiebeschrijving Kraamverzorgende

Functiebeschrijving Kraamverzorgende Functiebeschrijving Kraamverzorgende Algemene informatie Organisatie: BTKzorg Functie: Kraamverzorgende Datum: Maart 2012 Status: Functiebeschrijving FWG-schaal: 35 Kern en doelstelling van de functie

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning STER opdracht ADL Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. In de eerste 10 weken van je opleiding heb je

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Functiebeschrijving Verzorgende

Functiebeschrijving Verzorgende Functiebeschrijving Organisatie: Regionale Thuiszorg Oude en Nieuwe Land Afdeling: Eenheid Zorg Functie: Integraal manager: Regiomanagers Zorg Vastgesteld door directeur d.d.: 14 oktober 2003 Peildatum:

Nadere informatie

Functiebeschrijving: gebrevetteerd/gediplomeerd verpleegkundige (m/v)

Functiebeschrijving: gebrevetteerd/gediplomeerd verpleegkundige (m/v) verpleegkundige (m/v) Graad Gebrevetteerd/gediplomeerd verpleegkundige (m/v) Functietitel Gebrevetteerd/gediplomeerd verpleegkundige (m/v) Doelstelling van de functie De optimale en de totale zorg voor

Nadere informatie

TRAJECT WELZIJN; ONTWIKKELING EN OPVOEDING_9789006815627_INHOUD_KORT

TRAJECT WELZIJN; ONTWIKKELING EN OPVOEDING_9789006815627_INHOUD_KORT TRAJECT WELZIJN; ONTWIKKELING EN OPVOEDING_9789006815627_INHOUD_KORT Thema 1 Inleiding op ontwikkeling en opvoeding 1 Begeleiden bij ontwikkeling 1.1 Begeleiden als kerntaak 1.2 Begeleiden bij ontwikkeling

Nadere informatie

Conceptoverzicht. Niveau Boektitel ISBN Thematitel Artikel

Conceptoverzicht. Niveau Boektitel ISBN Thematitel Artikel Conceptoverzicht 1 Het zorgplan 978900692916 Als je zorg nodig hebt Ondersteunen bij basiszorg en huishoudelijke zorg Verschillende vormen van zorg Zelfredzaamheid in kaart brengen Drie methoden voor systematische

Nadere informatie

Nr Naam informatie-item Verplicht Type Lengte Invulkolom Codering Opmerkingen. 1.01 Naam X Alfanumeriek 40. X Alfanumeriek 40

Nr Naam informatie-item Verplicht Type Lengte Invulkolom Codering Opmerkingen. 1.01 Naam X Alfanumeriek 40. X Alfanumeriek 40 1 Blok 1 : PATID Algemene administratieve gegevens van de patiënt 1.01 Naam X Alfanumeriek 40 1.02 Voornaam X Alfanumeriek 40 1.03 Straat X Alfanumeriek 40 1.04 Nummer X Alfanumeriek 8 1.05 Postnummer

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie