Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe

Transcriptie

1 Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe Gemeenschappelijke evaluatie 2017 Project screening and matching Vergunninghouders & De gestelde doelen voor 2018 DIVOSA Maart 2018

2 Inhoud blz. Inleiding 2 1. Kansrijke koppeling 3 2. Integratie en participatie vanaf dag Warme overdracht & de doorlopende lijn 5 4. Integrale trajecten 6 Inleiding In september 2017 is in onze arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe de keuze gemaakt om vanuit een sub-regionale aanpak te gaan werken. Dit vanwege de verschillen lokaal en de behoefte om hier bij aan te sluiten. Dit heeft erin geresulteerd dat er vier projectleiders aan de slag zijn gegaan in vier sub-regio s. Te benoemen; sub-regio Apeldoorn, sub-regio Deventer, sub-regio Zutphen en Lochem, de sub-regio Noord-Veluwe. Waarbij de projectleider van de Noord-Veluwe de coördinatie en aansturing van het project op zich heeft genomen voor de gehele arbeidsmarktregio vanuit het regio coördinatorschap voor Divosa. Vanuit onze arbeidsmarkregio zijn er voor deze evaluatie vier inhoudelijke verantwoordingen aangeleverd, naast deze gezamenlijke evaluatie waarin onze ervaringen en doelen voor 2018 gebundeld zijn. Wij zien er naar uit om komend jaar lokaal en met elkaar, verder vorm en inhoud te gaan geven aan het project screening & matching vergunninghouders. 2

3 1. Kansrijke koppeling Hoe merken de gemeenten in jouw regio dat er sprake is van kansrijke koppeling? Kan dit proces worden verbeterd en zo ja, hoe? Welke aanbevelingen of signalen wil je doorgegeven aan het landelijk projectteam die landelijk opgepakt moeten worden? Apeldoorn: Op dit moment is er sprake van veelal na reizigers die binnen binnenkomen. Dan is er geen sprake van kansrijke koppelingen. De aandacht is nu gericht op de reeds eerder gekoppelde statushouders om hen te begeleiden naar werk en/of participatie. Belangrijk is echter wel om een goed beeld te hebben van de competenties/ talenten/ opleiding en werkervaring van na reizigers als het om partners gaat. De AMV ers vragen om een andere aanpak en begeleiding. Zutphen en Lochem: Niet echt. De meeste asielzoekers uit het AZC Zutphen worden gekoppeld aan een gemeente in het Westen van het land. Dit komt, omdat Lochem en Zutphen al ruimschoots hebben voldaan aan hun taakstelling. De casemanagers van het AZC Zutphen maken een uitgebreid klantprofiel en vermelden daarin ook hun naam en contactgegevens. Dat zou ook bij andere AZC s navolging verdienen. Een verbetering zou zijn als dit klantprofiel als document in het TVS systeem gehangen wordt. Noord-Veluwe: Kijkend naar kansrijke koppeling zien wij in onze regio nog groeimogelijkheden. Zowel in de matching vanuit het AZC in de regio lokaal, alsook naar werk. Aan de kant van werkgevers ervaren wij nog een drempel. In onze arbeidsmarktregio willen wij een werkgeversbijeenkomst gaan organiseren waarin wij in gesprek kunnen gaan over voordelen en vooroordelen aangaande het in dienst nemen van een statushouder. In onze sub-regio worden de mogelijkheden verkend voor uitbreiding van taal op de werkvloer alsook gemeenschappelijke matching naar kansrijke beroepen. Daarnaast is het zaak de al bestaande infrastructuur op het vlak van werkgeversdienstverlening nog beter met het netwerk statushouders te gaan verbinden. Deventer: Wat er gehoord wordt is dat het TVS systeem niet voldoende werkt en niet voldoende informatie genereerd. In Deventer ondervangen we dit door wanneer een statushouder in AZC Deventer/Schalkhaar woont, een warme overdracht met Vluchtelingenwerk te doen, maar bij AZC s in andere regio s wordt dit lastiger. Wat gaan jullie concreet doen om bij te dragen aan de doelstellingen voor 2018? Gehele arbeidsmarktregio In 2018 zetten we nog intensiever in op het begeleiden van statushouders naar werk. De aanpak die ontwikkeld is in 2017 heeft lokaal zijn vruchten afgeworpen en zetten we door. Het proces van matching en screening gaan we nog verder verbeteren. De bestaande groep is in de meeste gemeenten in beeld gebracht. Echter het vraagstuk nu is hoe de informatie up to date gehouden kan worden en er opvolging komt op eerder afgesproken trajecten. Daarnaast zal er gericht actie uitgezet worden om de na- reizigers te screenen en te matchen. - Een lobby richting Divosa en COA over de kansrijke koppeling lokaal vanuit AZC - Warme overdrachten realiseren indien mogelijk (statushouders verblijft in regionaal AZC) - Vervolg geven aan de bijeenkomst in januari en februari 2018 op het AZC - In de Noord Veluwe Pilot warme overdracht draaien met drie gesprek op azc. - Werkgeversbijeenkomst organiseren - Werkgeversdienstverlening verbinden met netwerk statushouders - Vrijwilligersnetwerk aangaande taal op het azc verbinden met inburgeringspartijen 3

4 2. Integratie en participatie vanaf dag 1 Kennen de gemeenten in jouw regio de inhoud van de programma s die het COA geeft op het azc? In nog niet alle gemeenten kent men de inhoud van de programma s die het COA geeft op het azc. Op welk moment voelen de gemeenten in jouw regio zich verantwoordelijk voor de inburgering en hoe komt dat tot uiting? Is dat: A: vanaf het moment van koppeling? B: vanaf het moment van huisvesting in een gemeente en bij de start van de uitkering? C: vanaf de afronding van het inburgeringsproces? De gemeenten in de arbeidsmarktregio voelen zich verantwoordelijk vanaf A/B. Bij de uitvoeringsorganisatie begint dit vaak vanaf B. Is dat moment vervroegd in de afgelopen 2 jaar? Indien aanwezig, wat zijn de activiteiten van de gemeente in de azc-fase, waarin deze verantwoordelijkheid tot uiting komt? Is daar nog ontwikkeling in? In de regio wordt er gebruik gemaakt van een brede intake. Vluchtelingenwerk speelt hierin een verbindende rol in regio Zutphen en Deventer. Men constateert dat er nog meer ingezet kan worden op extra taalaanbod op het azc, in combinatie met vrijwilligerswerk. In de Noord-Veluwe is dit moment nu vervroegd. En wil men op moment van koppeling al actief betrokken zijn. Om dit te realiseren is er een nieuwe werkwijze geïntroduceerd waarbij er vroeg een integrale intake plaatsvindt. Daarnaast zijn er plannen om lokaal met AZC Harderwijk een pilot warme overdracht te gaan draaien, waarbij er op diverse manieren samengewerkt zal gaan worden tussen casemanagers en klantmanagers uit de subregio. Wat zijn hierbij de overwegingen van de gemeente? De gemeenten in onze arbeidsmarktregio vinden het belangrijk dat statushouders snel integreren in de samenleving, op alle leefgebieden. Zij zijn er van overtuigd dat werk (in alle vormen) bijdraagt aan een snellere integratie van de statushouder. We zien toch nog regelmatig dat de statushouders de tijd die nodig is om de inburgering te halen onderschatten. Ook blijkt dat een deel van de statushouders uiteindelijk moeite heeft om voor alle onderdelen op tijd het examen te halen. Het is een kwetsbare groep, waar we ons wel zorgen over maken. Vanuit de gemeente willen we daarom graag meer regie op de Inburgering. De gemeenten uit de arbeidsmarkregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe ondersteunt de lobby vanuit de gemeenten om hier verandering in aan te brengen. Binnen de gemeenten wordt er samengewerkt met alle ketenpartners. Als er een nieuwe werkwijze is ontwikkeld, hoe wordt die geborgd? Dit kan per gemeente in de regio verschillen. Geef daarvan een overzicht. Deventer: Convenant tussen de lokale ketenpartners; zie hiervoor ook de evaluatie vanuit Deventer. Zutphen: Geen convenant met Vluchtelingenwerk, wel regelmatig overleg en korte lijnen. Noord-Veluwe: Projectgroep waarin partners vanuit welzijn, VWNL, ROC betrokken zijn. Beleid op Integratie wordt op dit moment geschreven. Sub-regionale overlegtafel statushouders waarin beleidsmatig wordt afgestemd. Structureel overleg tussen gemeenten en locatieleiders AZC. Apeldoorn: In de periode dat er veel statushouders zijn ingestroomd hebben we voornamelijk zelf specifieke uitvraag gedaan en tijd geïnvesteerd aan de screening en matching. In die periode was er nog geen digitaal klantprofiel. Na juni 2017 hebben wij er nog niet veel gebruik van gemaakt omdat het merendeel van de statushouders in beeld is gebracht door de trajectregisseurs van de gemeente zelf. 4

5 Wat gaan jullie concreet doen om bij te dragen aan de doelstellingen voor 2018? Zutphen: Korte lijnen met AZC, bijdragen aan project Voorwerk van AZC via accountmanager Werkgeversservicepunt, die statushouders als aandachtgroep heeft. Noord-Veluwe: uitbreiden van de keten en het gemeenschappelijk eigenaarschap in de sub-regio bij gemeenten en lokale partners. Dit door nieuwe vormen van samenwerking te ontwikkelen en men bij elkaar kwaliteiten te gaan laten aansluiten. De plek van lokale vrijwilligers in te bedden in de doorgaande lijn. 3. Warme overdracht en doorlopende lijn Is er overdracht van gegevens over de activiteiten in de COA-periode aan de gemeente en hoe is dit georganiseerd? Zutphen en Lochem: Wanneer een statushouder een uitkering aanvraagt, worden de gegevens in het TVS profiel geraadpleegd. Vluchtelingenwerk voert de brede intake uit en daarna volgt er een warme overdracht van informatie naar de gemeentelijke uitvoeringsorganisatie Het Plein. Deventer: Indien lokaal geplaatst, voert VW een brede intake uit op het AZC en volgt er een warme overdracht van informatie tussen COA-VW en VW-DWT. Noord-Veluwe: Wij maken gebruik van TVS, echter wordt de informatie hierin summier bevonden. Men probeert telefonisch contact te leggen met COA waar nodig. Apeldoorn: Er zijn geen warme overdracht momenten naast de intensieve samenwerking in het kader van de koppelingen m.b.t. wonen. Deze overleggen en samenwerking aangaande wonen verloopt goed. De huidige contacten verlopen naar tevredenheid. Hebben de ontvangende klantmanagers beschikking over de gegevens in TVS (het klantprofiel) en weten ze waar ze bij het COA terechtkunnen voor meer informatie? Is dat geborgd in de reguliere processen? In zowel onze arbeidsmarktregio wordt er gebruik gemaakt van TVS echter zijn de reacties niet positief. In een aantal gemeenten bevat het TVS tot nog toe geen klantprofielen. Het is niet altijd duidelijk waar je bij het COA terecht voor meer informatie. Ook gezien de strenge privacywetgeving in het kader van het AVG, zijn is men in o.a. Zutphen en Lochem terughoudend om dit op te vragen. Er wordt door gemeenten daarom eerder geïnvesteerd in een verdere samenwerking met Vluchtelingenwerk en een warme overdracht in andere vormen. Op dit moment vindt er overdracht plaats via TVS echter is dit nog steeds erg summier. Zijn de gegevens in het klantprofiel in TVS voldoende ingevuld en wordt de informatie als waardevol gezien? De informatie wordt door klantmanagers niet als waardevol gezien. Echter heeft men wel behoefte aan informatie en erkent men dat de overdracht de doorgaande lijn bevorderd. In de bijeenkomst tussen klantmanagers en casemanagers is afgesproken dat men elkaar gaat bellen zodra er een nieuwe koppeling ontvangen is. De klantmanagers hebben niet in al de gemeenten beschikking over de gegevens van TVS. Vaak komt dit binnen bij de medewerker huisvesting en gezien de beperkte informatie wordt het profiel vaak niet doorgezet naar de klantmanager. Inmiddels hebben alle klantmanagers de beschikking over de gegevens van de casemanagers in onze regio en de telefoonnummers van alle azc locaties. En is er afgesproken dat men contact opneemt met de betreffende locatie en betrokken casemanager. Kijkend naar de vele na-reizigers kunnen wij constateren dat er bij hen nauwelijks sprake is van info in TVS. Tijdens de bijeenkomst in Zutphen met de casemanagers en klantmanagers is gebleken dat men op het azc in sommige gevallen een uitgebreid klantprofiel opstelt met de statushouder. Dit klantprofiel blijkt 5

6 echter niet als document in de TVS-module beschikbaar te zijn. Hetgeen als een gemiste kans wordt ervaren door beide partijen. Welke andere knelpunten worden hierbij ervaren of welke aanvullende wensen zijn er? Praktisch knelpunt in het realiseren van een warme overdracht naast TVS is het gebrek aan lokale koppelingen. Dit blijft een groot knelpunt. Daarnaast is de wisseling qua personeel een aandachtspunt. De bereikbaarheid van betrokkenen telefonisch is ook een knelpunt in deze om effectief af te stemmen. Alsook de manier waarop het TVS formulier is opgebouwd in combinatie met de AVG. Informatie aangaande werkhouding, karaktereigenschappen, persoonlijke interesses etc. zijn juist voor klantmanagers bruikbare informatie om een passend plan van aanpak te kunnen maken. Aspecten die nu amper benoemd worden. Wat gaan jullie concreet doen om bij te dragen aan de doelstellingen voor 2018? - Lobby richting Divosa over de kansrijke koppeling - Een steekproef bij alle 4 de grote gemeenten over de inhoud van het TVS systeem (dossiers trekken ter ondersteuning van onze constateringen) - Warme overdrachten indien mogelijk (pilot warme overdracht lokaal Noord-Veluwe) - Vervolg geven aan de bijeenkomst in januari en februari 2018 op het AZC tussen klantmanagers en casemanagers - Afstemming met COA over de inhoud en vormgeving van het TVS formulier 4. Integrale trajecten Scholing In welke mate voeren de gemeenten in de regio al regie op de inburgering? Hoe geven ze dat vorm? Deventer, Zutphen en Lochem: Wij merken dat we nog te weinig zicht hebben op de voortgang van de inburgering wanneer de statushouder hier mee gestart is. Hier willen we het komend jaar op inzetten. Zowel hoe we dit qua systemen kunnen inrichten maar ook bijvoorbeeld middels tienminutengesprekken tussen klantmanager, docent en statushouder. Dit is onderwerp van overleg met in ieder geval Aventus. Apeldoorn: Met de Inburgeringsaanbieders zijn afspraken gemaakt, met toestemmingsverklaring geregeld om info over de voortgang te delen( dit is niet met ieder aanbieder te regelen). Hier is het verbeterpunt dat de gemeenten meer regie moeten krijgen op de Inburgering aan de orde. Binnen de huidige mogelijkheden zetten we in op partnerschap en het gedeelde belang om de statushouder maximaal te ondersteunen in zijn integratie Noord-Veluwe: op de Noord-Veluwe hebben gemeentes lokaal in de dorpen en steden een start gemaakt met het leggen van de verbinding tussen de gemeente en de taalaanbieders. Dit door enerzijds regie te nemen in het bij elkaar brengen van alle taalaanbieders en anderzijds door met de taalaanbieders individueel te kijken naar waar er een intensivering plaats kan vinden in het inburgeringsprogramma. Dit kan zijn door het samen gaan faciliteren van computervaardighedentrainingen, extra taalaanbod, werk oriëntatie programma s of voorlichtingen over zelfstandig ondernemerschap in Nederland. De ervaring leert dat het gezamenlijk op trekken van de klantmanager, de taalaanbieder en vluchtelingenwerk er een completer beeld ontstaan over hoe de individuele statushouder begeleidt dient te worden richting participatie. Komend jaar willen wij met de taalaanbieders gezamenlijk afspraken gaan maken over het shopgedrag van statushouders en willen wij de monitoring vanuit de gemeente op de voortgang van de inburgering verder vorm gaan geven. 6

7 Als arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe hebben wij het volgende gemeenschappelijke doel voor het komende jaar: -Lobby regie terug bij de gemeente aangaande inburgering -Lokaal investeren in het regie voeren van de gemeenten op de inburgering Maken de gemeenten gebruik van een screeningsinstrument? Zutphen en Lochem: Het Plein maakt sinds een half jaar gebruik van het NOA-assessment. Op dit moment werken we met een light versie en daar zijn de consulenten heel tevreden over, het geeft een goed beeld van de achtergronden van de statushouder, maar ook van de interessegebieden en mogelijkheden. Deventer: Er wordt nog niet gebruik gemaakt van een screeningsinstrument. Noord-Veluwe: Men wil nu gaan starten met de Talentscan. Daarnaast wordt elke statushouder vanuit de nieuwe instroom vanaf halverwege maart 2018 gescreend op taalniveau en leerbaarheid door het ROC. Zodat er door de klantmanager van de gemeente een passend plan van aanpak gemaakt kan worden. In de gemeenten Ermelo, Zeewolde en Harderwijk wil men startten met een integrale intake op alle leefgebieden. Hier wordt op dit moment een passend screeningsinstrument bij gezocht. Daarnaast zijn wij voornemens een 0-meting te gaan houden komend halfjaar. Om zo bij alle statushouders in beeld krijgen op welk niveau men zich nu bevindt. Als doel is gesteld om voor elke statushouder een passend traject te realiseren komend jaar vanuit de parallelle aanpak. Apeldoorn: Bij de intake komen alle leefgebieden aan de orde; huisvesting, inkomen, sociaal functioneren, werkervaring en opleiding. Het is ook het moment om de info vanuit het COA beter te benutten. Belemmeringen die worden gesignaleerd wordt een passend vervolg aangeboden. Bij de eerste fase is nadrukkelijk ook Vluchtelingenwerk betrokken in het kader van de maatschappelijke begeleiding en voorlichting over Inburgeringsmogelijkheden in Apeldoorn. Er is een trajectregisseur gemandateerd om de informatie op te vragen bij het COA. In het kader van koppelingen aan Apeldoorn is er een goede werkrelatie met het COA. De Gemeente Apeldoorn heeft zichzelf als uitdaging gesteld, om in 2018, 170 statushouders uit te plaatsen naar werk, onderwijs of een leerwerktraject. Zoals eerder aangegeven hebben vele statushouders beduidend meer tijd nodig, dan gehoopt, om een plek in de Apeldoornse samenleving te verwerven. Ondanks de goede resultaten van Het merendeel is afhankelijk van een uitkering en is op grond van de Wet Inburgering inburgeringsplichtig. Op dit moment kent de Gemeente Apeldoorn 594 statushouders, de verwachting is dat er in 2018 nog 150 tot 200 statushouders bij zullen komen. De Gemeente Apeldoorn gaat hierbij niet over de inzet van inburgering echter wel over alle middelen die de Gemeente Apeldoorn inzet ten behoeve van de re-integratie en participatie van de statushouders. Hierbij dient de focus direct te liggen op werk of participatie, hetgeen in veel gevallen naast de inburgering plaats zal vinden. Gewenste resultaten: -Alle statushouders zijn in beeld sinds 2017/2018 en worden in beeld gehouden -Inburgering is onderdeel van het toekomstplan -170 statushouders stromen uit naar werk (parttime of fulltime), onderwijs of een leerwerktraject in Alle statushouders die niet aan het werk zijn hebben een activiteit naast inburgeren -Kwetsbare jongeren hebben een specifiek programma gericht op het verbeteren van hun toekomstperspectief. 7

8 Welke andere specifieke activiteiten zijn voor deze groep georganiseerd als het gaat over bemiddeling naar werk? Zutphen en Lochem: dedicated accountmanager WSP, cultuurcafé, werkprojecten, speciale toeleiding trajecten voor statushouders Deventer: Oprichting werkkamer café, website taalstages bij lokale partij. Apeldoorn: De gemeente Apeldoorn heeft afgelopen halfjaar intensief ingezet op de bemiddeling van statushouders richting werk door Lucrato. Hiervoor zijn mensen vrijgemaakt om dit te kunnen doen en is er ingezet op samenwerking lokaal. Voor het maken van het plan van aanpak en de inzet van trajecten wordt de statushouders begeleidt door een trajectregisseur van de Eenheid Activering en Inkomen of een consulent van Lucrato Werkbedrijf. Er vindt afstemming plaats met de maatschappelijke begeleiding van Vluchtelingenwerk. Een verbeterpunt is de warme overdracht en afstemming op casusniveau. Noord-Veluwe: De tafel van één is voor vrouwen georganiseerd, vanwege succes krijgt dit komend jaar een vervolg. Er is vanuit samenwerking een VIP training gegeven, Samenleving en route voor Eritreërs, er is een vacaturemarkt gehouden door de tafel werkgeversdienstverlening, vanuit factor werk Noord- Veluwe is er samen met het ROC een voltijd inburgeringsroute ontwikkeld die vanaf begin april 2018 start als pilot. Er is samen met ons werkbedrijf de Inclusief Groep een project gestart waarin 70 statushouders werknemersvaardigheden ontwikkelen. Het taal café is in samenwerking met de bibliotheek opgericht om laagdrempelig spreekvaardigheid te oefenen. Er is in 2017 gestart met de Entree opleiding waarbij een combinatie gemaakt wordt tussen inburgering en een MBO opleiding. Wie waren daar bij betrokken? WSP, Vluchtelingenwerk Oost Nederland, lokale partners, re-integratiebedrijf, ketenpartners convenant, lokaal commercieel bedrijf, Stimenz, Zorgdat, Inclusief Groep, Bibliotheek Noord-Veluwe, ROC Start College, ROC Aventus, Meerinzicht Sociaal Domein, Het Plein, Factor Werk Noord-Veluwe, UWV, Gemeenten. Worden er op dit moment verdere specifieke activiteiten voor statushouders ontwikkeld in jouw regio? Deventer, Zutphen en Lochem: Er wordt met name nu ook meer ingezet op de samenwerking met de vrijwilligerscentrale om meer plaatsen voor statushouders te genereren. In Zutphen en Lochem wordt daarnaast een pilot ontwikkeld met een taaldocent Spreektaal op de werkvloer bij vier werkprojecten. Noord-Veluwe: Op dit moment zijn wij bezig de voltijdroute inburgering verder vorm te geven. Het doel met deze route is om mogelijk te maken om binnen 1 jaar de inburgering af te kunnen ronden. Dit door theorie en praktijk te combineren. Dit door onder andere de taalaanbieders samen te laten werken met het werkbedrijf aangaande ONA. Wegens het succes van het taal café dienen wij uit te breiden, dit zal verder vorm krijgen. Ook willen wij samen met ons werkbedrijf een project gaan starten met taalmaatjes op de werkvloer. Samen met VluchtelingenWerk kijken wij naar een nieuwe vorm van begeleiding waarin wij het sociale netwerk kunnen vergroten van statushouders door leeftijdsgroepen aan elkaar te verbinden i.p.v. individuele vrijwilligers. De Noord-Veluwe wil ook in gaan zetten op kansrijke beroepen en gemeenschappelijke bemiddeling richting o.a. zorg, ICT, chauffeursopleidingen en de bouw. Apeldoorn: Om een nog beter resultaat te bereiken van 2017 willen we De Werkclub oprichten. De Werkclub is een netwerk samenwerking van: Werkbedrijf Lucrato, Onderwijs Aventus ( Entree, BBL en BOL opleidingen, Taalhuis Apeldoorn, Stimenz, Vluchtelingenwerk, Inburgeringsaanbieders o.a. Inburgering Apeldoorn, Inburgering Vluchtelingenwerk, Inburgering Aventus, SIPI, Activering en Inkomen. De partners zijn met elkaar verantwoordelijk om de doelstellingen te realiseren zoals verwoord in ons plan. De bedoeling is om de verschillende delen onder één geheel te plaatsen. Het geheel draagt in deze de (werk)naam de Werkclub. De werkclub is een locatie waarin een netwerk van organisaties aanwezig is. Vanuit de vastgestelde doelstellingen draagt ieder in de keten bij aan de realisatie van de doelstellingen. De kunst is om de formele en informele partners te verbinden aan het concept De Werkclub en de daarbij te boeken resultaten. Het is de bedoeling om het reeds bestaande Ketenoverleg onderdeel te laten zijn 8

9 van de Werkclub. Binnen de werkclub worden alle trajecten op weg naar werk en inburgering afgestemd. Waar nodig zal er extra taallessen gegeven worden. In principe gaat het dus om duale trajecten. -Inburgeren en intensief wekelijks programma bij de Werkclub -Inburgering en Leer- werksettingen ( met extra taal) -Inburgering en Taalstages -Inburgering en proefplaatsingen bij werkgevers -Inburgering en BOL/ BBL opleidingen en extra taal -Inburgering en entree opleidingen -Inburgering en werk -Inburgeren en intensief programma voor kwetsbare groepen -Ontwikkelen van nieuwe trajecten op basis van behoefte -Intensiveren van de werkgeversbenadering en afstemming met werkgevers wat er nodig is om statushouders de kans te geven om een arbeidsplaats te krijgen. Zijn er gegevens over aantallen deelnemers of resultaten bekend over activiteiten? Zutphen en Lochem: 40 statushouders deden mee aan het cultuurcafé in oktober 2017, daarnaast 15 bedrijven, recruiters en werkprojecten. In statushouders uitgestroomd uit de uitkering naar een betaalde baan, 10 naar een opleiding. Momenteel 7 personen werkzaam in een deeltijdbaan, 23 personen in een werkproject of werkervaringsplaats en 15 deelnemers aan een re-integratietraject. Deventer: Het werkkamer café wordt wekelijks door 5-10 statushouders bezocht, er zijn nu 5 taalstages via het lokale bedrijf ingevuld. Noord-Veluwe: Op de Noord-Veluwe zijn wij op dit moment druk met het in kaart brengen van de cijfers en het gereed maken van de systemen om op een passende manier de statushouders te kunnen monitoren. Het doen van een 0-meting is hiervan een essentieel onderdeel. Op dit moment hebben wij in onze sub-regio 720 statushouders verdeeld over 6 gemeenten. De uitstroom uit de uitkering richting duurzaam werk ligt onder de 10%, echter zetten wij in op een parallelle aanpak inburgering en passend (vrijwilligers)werk, waarbij wij veelal met behoud van uitkering statushouder begeleiden. Zo zijn er afgelopen jaar 150 mensen aan de slag geweest via een werkervaringsplaats bij ons werkbedrijf. Hebben er 35 statushouders meegedaan aan de projecten vanuit welzijn, ROC en vluchtelingenwerk. De lokale taal cafés worden wekelijks bezocht door 50 mensen waarvan een grote groep statushouder is of is geweest. Wij starten in april 2018 met een groep van 12 statushouders in de voltijdroute, hetgeen wij uit willen gaan breiden met andere maatwerkgroepen, kijkend naar taalniveau en werkambities. Hoe faciliteren de gemeenten de combinatie inburgering en beroepsopleiding? Welke knelpunten worden hierin ervaren? Stedendriehoek: In de regio Stedendriehoek is in mei 2017 gestart met een pilot Duurzaam Inburgeren, een combinatie van Inburgering en beroepsopleiding. Er nemen 13 statushouders deel. De start van een nieuwe groep in november 2017 is niet doorgegaan, vanwege te weinig geschikte kandidaten, die dit volle programma aan kunnen en de moeilijkheid om geschikte stageplekken en werkervaringsplaatsen te realiseren. De volle en inflexibele lesroosters liggen hier ook aan ten grondslag. Er is een doe-groep opgezet om te werken aan mogelijke oplossingen. Noord-Veluwe: Afgelopen september is men gestart met de Entree opleiding vormgegeven door het Start College. Hier is een klas gestart met de combinatie inburgering en doorstroommogelijkheid binnen het ROC naar een beroepsopleiding. Met name in de praktische afwikkeling zijn er een aantal knelpunten geweest. Aangaande verschil DUO en uitkering, het later binnen krijgen van de DUO gelden in verhouding tot het stoppen van de uitkering, alsook het gevolg van naast een voltijd dagbesteding nog moeten werken. Het ROC heeft zelf stageplaatsen geregeld voor de deelnemende studenten. Echter zou een samenwerking hierin met andere partijen waaronder lokale werknemers gewenst zijn. Hiervoor zijn mogelijkheden en kansen te benutten vanuit Factor Werk Noord-Veluwe. 9

10 In de overleggen met de projectleiders van onze arbeidsmarktregio is gebleken dat alle sub-regio s tegen het vinden van passende stageplekken aan lopen. Voor het regionale plan van aanpak voor 2018 is daarom afgesproken de werkgeversbenadering als een gezamenlijk actiepunt op te nemen. Hetgeen inhoudt dat wij gezamenlijk: - Een werkgeversbijeenkomst gaan organiseren om vooroordelen en voordelen aangaande statushouders zichtbaar te maken. - Een werkgeversdienstverlening willen gaan verbinden aan het netwerk statushouders. - Mogelijkheden onderzoeken om maatwerk te leveren vanuit intensievere programma s. Overige acties Stedendriehoek: Vanuit de eerder genoemde doe-groep van Aventus wordt de komende periode gewerkt aan mogelijke oplossingen voor dit probleem. De doelstelling van deze doe-groep" is 1. Ontwerp een tijdspad volgens de lijn bedrijf > inburgeraar > onderwijs waarin de vraag vanuit het bedrijfsleven het vertrekpunt is. 2. Vind kansberoepen en bedrijven die beschikken over stage/bbl-plekken. 3. Gemeentes kunnen kandidaten werven en matchen met deze plekken, en Aventus kan vervolgens na een intake aan de slag met verzorgen van het bijpassende onderwijs. Het streven is om z.s.m. te starten met de werk/leertrajecten. Het eerste kwartaal van 2018 duidelijk worden wat de (on)mogelijkheden zijn en welke concrete acties daar uit voortvloeien. Daarnaast is er afgesproken dat de projectleiders van Apeldoorn, Zutphen en Deventer op korte termijn gezamenlijk het gesprek met Aventus aangaan om dit knelpunt te bespreken en de mogelijkheden en onmogelijkheden te bespreken en concrete afspraken te maken. Deventer: Vanuit de werkgroep is het idee geopperd om met taalaanbieders (waaronder Aventus en Vluchtelingenwerk), DWT, de vrijwilligerscentrale en een aantal bedrijven/het MKB om tafel te gaan of het te realiseren is om de praktijkdag een vast onderdeel van het lesrooster te laten zijn. Apeldoorn: Er zullen ook statushouders zijn die nog niet bemiddelbaar zijn naar werk. Het doel is om statushouders dan een participatie traject aan te bieden naast Inburgering. Inburgeren en Taalstages Inburgeren en vrijwilligerswerk of een Talentplek Inburgeren en voor kwetsbare vrouwen een empowerment cursus De Gemeente Apeldoorn zet in op het verbeteren van de samenwerking met Aventus om de duale trajecten effectiever te kunnen inzetten. Zie ook inbreng Zutphen Doe groep. Apeldoorn is al vanaf vorig jaar nauw betrokken geweest met de ontwikkeling van de duale trajecten. Ook bij het vervolg zijn wij betrokken. Belangrijk hier is de relatie met werkgevers te verbeteren. Dus focus op werkgeversbenadering. Daarnaast participeren we in het Project: Samen werk maken van scholing kansberoepen. Het Ketenoverleg zoals omschreven bij de Werkclub is al sinds 2016 actief betrokken bij de ontwikkelingen van re-integratie en participatie. Weliswaar zonder convenant maar met vergelijkbare doelen. Het commitment is er zeker. Het doel is om de re-integratie en participatie te bevorderen en de inzet van de diverse betrokkenen te stroomlijnen en effectiever te maken. Het proces van intake, informatieoverdracht, diagnose en het uitvoeren van het plan van aanpak op weg naar werk en participatie kent nog een aantal knelpunten. In de voorliggende periode hebben we te maken gehad met een enorme toestroom, dit heeft er toe geleidt dat er gewerkt is aan de basis. Goede huisvesting, inkomen, zorgverzekering, huisarts en tandarts en afstemming GGD, woninginrichting, zorgdragen voor inbedding in Apeldoorn met behulp van maatschappelijke begeleiding van Vluchtelingenwerk. Bij alle intake gesprekken bij de gemeente is de begeleider van Vluchtelingenwerk aanwezig en wanneer nodig wordt een tolk of tolkendienst ingeschakeld. Na de eerste periode volgen er gesprekken met de trajectregisseur om samen met de statushouders een plan van aanpak te maken gericht op Inburgeren en trajecten gericht op werk/ onderwijs en participatie. 10

11 Dit is in principe het moment dat het ook belangrijk is om goed in beeld te hebben wat de werkervaring, opleidingsniveau en competenties zijn van de statushouders. In de eerste periode van 2016/ 2017 was het digitale dossier van de COA niet beschikbaar. Hier is gewerkt met een screeningsinstrument en trajectregisseurs met specifieke kennis. De statushouders zijn in beeld gebracht en daar waar het al mogelijk was is een traject ingezet op weg naar werk. Het is nu belangrijk om statushouders in beeld te houden en daar waar nog geen specifiek traject is ingezet dit zo snel mogelijk te doen. Het werkproces gaan we nu verbeteren om te zorgen dat informatie goed wordt overgedragen en er geen informatie opnieuw moet worden uitgevraagd. Noord-Veluwe: Komend jaar zal er een vervolg komen van de tafel van één waarbij er specifiek aandacht is voor vrouwelijke statushouders. In de regio zal er gekeken worden naar de uitbreiding van de taalcafés. Samen met ons werkbedrijf de Inclusief groep willen wij starten met het inzetten van taalmaatjes op het werk. Hierbij zullen Nederlandse en statushouder participanten bij de Inclusief Groep aan elkaar gekoppeld worden om zo de taalverwerving van de Nederlandse taal te bevorderen. Dit door de taal meer te spreken. In onze uitvoeringsorganisatie Meerinzicht sociaal domein zal er voor de gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde een 0-meeting gedaan worden. Dit zal het startpunt zijn om passende trajecten te realiseren en voor elke statushouder in het bijstandsbestand een passend plan van aanpak te maken. Door de gemeenten is uitgesproken dat men gemeenschappelijk wil optrekken in het bevorderen van de bemiddeling richting kansrijke beroepen. Het vormen van een passend opleidingsaanbod is hier onderdeel van. Lokaal zal er een vervolg gegeven worden aan het Pharos project aan de slag. Samen met vluchtelingenwerk zal er gewerkt worden aan het vinden van nieuwe vormen om het sociale netwerk van statushouders uit te gaan breiden. Waarbij er gekeken wordt naar groepsbegeleiding door leeftijdsgenoten i.p.v. individueel. Als doel voor komend jaar hebben wij gesteld dat over een jaar elke statushouder zich een traject vanuit parallelle aanpak bevindt waarin naast de inburgering actief wordt geparticipeerd in een vorm van werk. Specifiek in het omgaan met geld willen wij als sub-regio ook gaan investeren. De eerste gesprekken worden hier nu over gevoerd samen met de lokale keten. Aandachtspunt hierin is hoe wij vaardigheden en bewustwording bij statushouders kunnen bevorderen. Dit ter preventie om te voorkomen dat men vroegtijdig in de schuldsanering terecht komt. Wordt (voorbereiding op) studie in het Hoger onderwijs met behoud van uitkering toegestaan? Wat zijn daarvoor de criteria in de gemeenten van je regio? Stedendriehoek: Dit is mogelijk, wij zien dit als maatwerk. Noord-Veluwe: Dit is een aantal gemeenten op de Noord-Veluwe mogelijk, nog niet in alle zes. Is er samenwerking met het UAF? Welke knelpunten zijn er? Stedendriehoek: Er is een convenant gesloten met het UAF hetgeen door o.a. Apeldoorn geïnitieerd. Voor het convenant waren er ook al vormen van samenwerking. Er zijn nog geen knelpunten gesignaleerd. De doelgroep die hiervoor in aanmerking komt in kleiner dan het totaal. Noord-Veluwe: In een aantal gemeenten is er een samenwerking met het UAF, nog niet in alle. Gezondheid Samenwerking met de sleutelfiguren gezondheid: zijn gemeenten bekend met de ondersteuningsmogelijkheden? Is er contact gelegd? Deventer, Zutphen en Lochem: Wanneer een statushouder zich in de gemeente Zutphen of Lochem vestigt, wordt er vanuit Vluchtelingenwerk standaard een huisarts en een tandarts gezocht. Verdere begeleiding op het gebied van gezondheid is vooral op basis van signalering. Op het moment dat de 11

12 coaches merken dat iemand baat kan hebben bij psychologische hulp, fysio e.d. wordt de hij/zij doorverwezen naar de juiste instantie. Apeldoorn: Net als de andere steden worden de basis zaken geregeld. Specifiek wordt er door de GGD ingezet op kinderen. In Apeldoorn loopt ook nog een traject Cultuur sensitief werken waar veel zorgpartijen bij betrokken zijn. Noord-Veluwe: Men is bekend met de sleutelfiguren gezondheid en de ondersteuning vanuit de GGD. Er zijn groeimogelijkheden in samenwerking. Samen met de coördinatoren Statushouders van de GGD vindt er overleg plaats. Daarnaast worden bij ons ook de basale zaken geregeld en wordt er extra ingezet vanuit de signalering uit de maatschappelijke begeleiding en betrokkenheid van o.a. het Centrum Jeugd en Gezin alsook de IB ers op de scholen. Bieden gemeenten ook na reizigers, die zich voegen bij een partner, begeleiding naar werk of scholing? Gaat dit volgens dezelfde procedure als de referent, of via ander aanbod? Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe: Ja, dit gaat veelal via dezelfde procedure als de referent. Passend bij de situatie van de na reiziger en het gezin wordt er een traject op maat vormgegeven met de betrokken partners. Ten slotte Hoe zorg je ervoor dat gemeenten/arbeidsmarktregio s kennis, ervaring en werkwijzen hebben geborgd in hun reguliere processen? Zutphen en Lochem: Het borgen van de kennis, ervaringen en werkwijzen in reguliere processen is een belangrijk aandachtspunt. De uitvoeringsorganisatie voor Werk en Inkomen gaat het komende jaar wijzigen in Zutphen en Lochem. Daarom is het is niet duidelijk welke organisatie volgend jaar verantwoordelijk wordt voor de participatie en re-integratie van statushouders. Dit is nog een belangrijk aandachtspunt. Deventer: De werkwijze is vastgelegd in plan van aanpak en convenant. De ketenpartners van het convenant komen op frequente basis bij elkaar. Apeldoorn: De aanpak Werkclub Apeldoorn is een samenwerking tussen Werkbedrijf Lucrato en de ketenpartners ( waaronder de Inburgering aanbieders, Onderwijs etc.). Noord-Veluwe: De werkwijze is vastgelegd in de notitie nieuwe werkwijze statushouders waar vanuit een passende opdrachtverstrekking heeft plaatsgevonden naar alle betrokken partners. In 2017 was het hoofddoel van het sub-regionale plan van aanpak Noord-Veluwe, visievorming en afstemming onderling tussen de gemeenten over welke weg gezamenlijk te gaan bewandelen. Dit proces heeft plaatsgevonden en heeft erin geresulteerd dat er nu een structureel ambtelijk overleg is met alle betrokken beleidsmedewerkers over Statushouders. Hier wordt gezamenlijk koers uitgezet en gemonitord. Daarnaast heeft deze samenwerking als concreet product de pilot voltijdroute inburgering opgeleverd. En hebben de gemeenten benoemd graag de samenwerking op dit onderwerp komend jaar verder vorm te willen geven. Ook op lokaal niveau is er door de gemeente regie teruggepakt op dit onderwerp. En worden er verbindingen gerealiseerd met lokale partners. De ketengedachte en sluitende aanpak is hierin vormgevend. De gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde zijn voornemens om komend halfjaar een 0- meting te gaan doen. Dit is startpunt om te kunnen gaan borgen en statushouders zichtbaar te blijven houden, ook in de registratiesystemen. Gemeenschappelijk eigenaarschap en de bewustwording dat de statushouders een specifieke aanpak en gerichte aandacht vragen is het fundament voor borging. Wil men positief resultaat gaan zien in de uitstroom richting werk en verlaging van het aantal uit te keren uitkeringen, dient men actief te investeren in monitoring, samenwerking en passende trajecten richting participatie. 12