[PROFESSIONEEL HANDELEN & ONDERZOEK]

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "[PROFESSIONEEL HANDELEN & ONDERZOEK]"

Transcriptie

1 Hogeschool Arnhem en Nijmegen Robert-jan Greup [PROFESSIONEEL HANDELEN & ONDERZOEK] Samenvatting van onderzoeksmethode voor sportstudies.

2 Inhoud Wat is onderzoek?... 2 De definitie van onderzoek... 2 Kenmerken van onderzoek... 2 Waarom doen we onderzoek?... 3 Verschillende typen onderzoek... 3 Fundamenteel en toegepast onderzoek... 4 Primair en secundair onderzoek... 4 Theoretisch en empirisch onderzoek... 4 Hoe moet je een onderzoek lezen?... 5 Onderzoekstradities... 5 Kwantitatief en kwalitatief... 6 Deductief en inductief onderzoek... 7 Het onderzoeksproces... 8 Onderzoeksvragen, doelen en doelstellingen... 9 Wat komt er kijken bij een onderzoeksonderwerp?... 9 Het aanscherpen van je onderzoeksvraag Het schrijven van een onderzoeksvoorstel Literatuuronderzoek Theorieën, concepten en variabelen in sportonderzoek Theorieën en theoretische raamwerken Concepten en conceptuele raamwerken Betrouwbaarheid en validiteit Betrouwbaarheid Validiteit Het verband tussen betrouwbaarheid en validiteit Onderzoeksontwerpen voor sportstudies Verschillende steekproeven Non waarschijnlijkheid methoden Welke methoden moet ik gebruiken om gegevens te verzamelen vanuit mijn steekproef? Het verzamelen van gegevens de enquête Het verzamelen van gegevens interviews Verzamelen van gegevens onopvallende methoden, observatie en inhoudsanalyse Voordelen en nadelen van observatie methoden... 19

3 Inhoudsanalyse Analyseren van gegevens kwantitatieve data-analyse Wat is onderzoek? Onderzoek kan op vele manieren, maar wat is nu onderzoek eigenlijk? Onderzoek houdt in een zorgvuldige en systematische manier van het oplossen van problemen (Thomas en Nelson 2001). Wat je terug kan zien is een trend als overgewicht, er komen vervolgens verschillende onderzoeken met verschillende variabelen zoals, relatie, verschil enzovoorts. Het hoeft niet altijd met gezondheid te maken te hebben, het kan ook gaan om sport en de economische waarde. Denk maar eens aan het organiseren van olympische spelen, hoeveel kost dat en wat levert het op. De definitie van onderzoek Onderzoek is een systematisch proces van ontwikkeling en bevordering van menselijke kennis. Er zijn misschien nog wel meerdere definities te vinden over onderzoek, maar deze wordt gehanteerd door de schrijver van het boek. Kenmerken van onderzoek Een onderzoek heeft een aantal kenmerken volgens Leedy(1985) en Walliman(2001) zien de kenmerken er zo uit. Onderzoek is gebaseerd op een specifieke onderzoeksvraag, hypothese of probleem. Onderzoek volgt een specifiek plan of procedure het onderzoeksproces Onderzoek heeft als doel het vergroten van kennis door het interpreteren van feiten en het trekken van conclusies gebaseerd op deze feiten Onderzoek vereist goed doordachte argumenten om de conclusies te ondersteunen Onderzoek is gebaseerd op bestaande kennis en wil deze verbeteringen en/of aanvullen, maar ook verdere onderzoeksvragen ontwikkelen. Zoals in de kenmerken beschreven komt het naar voren dat een onderzoek bestaat uit meerdere punten. Het zoeken naar alleen maar feiten is niet voldoende, het is een geheel proces en dat bestaat uit verschillende fasen. Vijf belangrijkste fasen: 1) Voorafgaand de gegevensverzameling, waarin de onderzoeker beslist welke onderzoeksvraag, welk doel, welke deelvragen en welk theoretisch kader hij of zij gaat gebruiken. 2) Ontwerp waarin wordt aangegeven hoe de gegevens verzameld worden om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 3) Verzamelen van gegevens, waarbij je gebruik maakt van een of meerdere onderzoeksmethoden. 4) Analyseren van de gegevens waarin verbanden worden gelegd met het theoretisch kader. 5) Rapporteren van het onderzoek om anderen te informeren over de resultaten.

4 Waarom doen we onderzoek? Er zijn verschillende doelen achter een onderzoek, belangrijk is dat je voor jezelf als onderzoeker een doel kiest dat jou interesseert. Dit bevorderd je kans op carriere of andere ambities. De doelen die volgens Hussey en Hussey(1997) gelden binnen onderzoek: Het onderzoeken van een bestaande situatie of probleem Het aandragen van oplossingen voor een probleem Het ontdekken en analyseren van algemene kwesties Het bedenken en creëren van een nieuwe procedure of een nieuw systeem Het uitleggen van een nieuw fenomeen Het genereren van nieuwe kennis Een combinatie van twee of meer bovengenoemde doelen Verschillende typen onderzoek De basis van het onderzoek is gelegd het is nu kiezen welk typen onderzoek je wil gaan hanteren er zijn vier algemene typen, namelijk: 1) Verkennend onderzoek a. Wanneer er weinig tot geen kennis is van een verschijnsel. Daarom is er behoefte aan een verkenningstocht, voordat er meer specifiek onderzoek gedaan kan worden. Bij dit type onderzoek ben je op zoek naar aanwijzing over het verschijnsel en relevante concepten. Een onderzoek die bijvoorbeeld onderzoek doet naar effecten van het internet met betrekking tot sportorganisaties kan verkennend onderzoek uitvoeren, omdat er nog weinig over te vinden is. 2) Beschrijvend onderzoek a. Beschrijven van een verschijnsel en vertellen wat er gebeurd is in plaats van waarom er iets is gebeurd. Deze onderzoeken worden gebruikt om te kijken hoeveel mensen ergens zijn geweest. Bijvoorbeeld om te onderzoeken hoeveel mensen olympische spelen 2012 in Londen hebben meegemaakt en of dat meer mannen of vrouwen waren. 3) Verklarend onderzoek a. Gaat om waarom iets gebeurt en zoekt naar relaties tussen variabelen. Een onderzoek dat zicht bezig houd met waarom er meer mannen dan vrouwen aanwezig waren bij het olympische spelen van 2012 in Londen. Dit onderzoek type heeft een theoretisch raamwerknodig voor uitleg, dit is een schematische tekening je kan het vergelijken met een organogram wat dus relaties aangeeft in dit geval. 4) Voorspellend onderzoek a. Voorspellen van toekomstige verschijnselen gebaseerd op interpretaties die zijn voorgekomen uit verklarend onderzoek. In dit geval kan er dus een voorspelling gedaan worden op het aantal mannen en vrouwen die bij het olympische spelen in 2016 aanwezig zijn in RIO.

5 Fundamenteel en toegepast onderzoek De basis onderzoek typen die in het vorige kopje voorbij zijn gekomen, kunnen een vervolgonderzoek tot stand brengen. Dit vervolg onderzoek kan fundamenteel worden uitgevoerd of door een toegepast onderzoek. De verschillen tussen deze twee staan hieronder vermeld. Fundamenteel Een beter begrip en betere kennis krijgen van algemene concepten. Zonder dat er oog is op een specifiek probleem. Heeft geen directe waarde behalve dan een toevoeging aan algemene kennis. Voorbeeld: Het onderzoeken van een model op het gebied van ontwikkelingen over coachgedrag Toegepast Oplossen van een specifiek probleem of oplossingen aandragen voor een praktische vraag. Voorbeeld: Een onderzoek om er achter te komen waarom mensen al na korte tijd stoppen met een bepaald fitnessprogramma Primair en secundair onderzoek Dit onderdeel is voorgericht op het verzamelen van gegevens, denk daarbij aan het verzamelen door middel van een enquête te voeren. Dit is vooral primair gegevens verzamelen en secundair is het tegenovergestelde, hier ga je uit van bestaande gegevens. Bestaande informatie uit voorgaande onderzoeken of databases van de overheid. Primair Verzameling van oorspronkelijke gegevens die voor dat bepaalde onderzoeksproject zijn. (interviews en vragenlijsten) Voorbeeld: Onderzoek doen waarbij je gegevens gaat verzamelen door middel van een vragenlijst/enquêtes of interviews Secundair Verzameling van gegevens uit bestaande of (secundaire) informatiebronnen. (gemeentelijke gegevens) Voorbeeld: Onderzoek doen waarbij je gegevens gaat verzamelen door middel van bestaande rapporten of resultaten uit voorgaande onderzoeken te gebruiken Theoretisch en empirisch onderzoek Bij dit onderscheid dat gemaakt kan worden wordt er gekeken naar hoe de gegevens getest worden of niet. Bij een theoretisch onderzoek wordt er vooral gekeken uit de bevindingen vanuit bestaand werk om nieuwe ideeën te ontwikkelen. Deze gegevens worden niet getest om dat deze vaak uit de theorie komen en zijn dus voorafgaand al getest. Bij empirisch onderzoek wordt er juist op eigen gegevens te onderzoeken. Deze gegevens moeten wel getest worden, gezien het vaak gebaseerd is op een observatie of een meting in plaats van theoretische beredenering. Theoretisch Bevindingen uit bestaand werk om nieuwe ideeën te ontwikkelen door het analyseren van bestaande theorieën en verklaringen. Voorbeeld: Empirisch Ontwikkeling van nieuwe ideeën door het verzamelen van eigen gegevens. (Meer gebaseerd op observatie of meting, op dan theorie) Voorbeeld:

6 Onderzoeker die een theorie ontwikkelt over supportersgeweld door het bezoeken van een bibliotheek en een eigen theorie formuleert op basis van het lezen van bestaand werk, doet theoretisch onderzoek. Onderzoeker die een verklaring wil testen over het eetgedrag van kinderen op basisschool, door te observeren van kinderen en eigen gegevens verzamelt doet aan een empirisch onderzoek Hoe moet je een onderzoek lezen? Het lezen van een onderzoek is niet altijd even makkelijk, daarom is er een stappenplan ontwikkeld hoe je gemakkelijker een onderzoek kan lezen. Thomas en Nelson(2001) en Baker(1994) noemen een aantal punten: 1) Zoek en lees een aantal artikelen binnen een gebied waar jeje thuis voelt. 2) Lees onderzoeken die jou interesseren 3) Lees eerst de samenvatting 4) Identificeer de onderzoeksvraag en doelen 5) Waarom heeft de onderzoeker voor een bepaalde setting enen steekproef gekozen 6) Wat zijn de gegevensverzamelingstechnieken? 7) Wat zijn de meest belangrijke bevindingen? 8) Wees niet overbezorgd wat betreft statische analyse 9) Wees kritisch maar objectief Onderzoekstradities Als we het hebben over tradities dan wordt er teruggekeken naar de filosie van onderzoek. De studie van de filosofie van kennis wordt ontologie genoemd. Hoe zulke kennis wordt verkregen wordt dan ook wel epistemologie genoemd. De keuze van de onderzoeker op deze twee termen heeft gevolgen van de manier waarop het onderzoek benaderd wordt. Ontologie Ontologie verwijst naar de filosofie van het bestaan en de aard van verschijnselen Epistemologie Epistemologie is de tak van de filosofie die behandelt hoe kennis van zulke verschijnselen wordt verkregen De twee benaderingen van kennis staan bekend als; Positivisme Refereert naar de leerschool de enig echte of geldige vorm van kennis is dat wat wetenschappelijk is. Bij onderzoek gaat de positivisten ervan uit dat de sportomgeving relatief stabiel is. Hierdoor krijg je precieze metingen, analyses en feiten waarop de theorie gebaseerd is. Interpretivisme Met deze gedachte ben je van mening dat niet altijd X Y kan veroorzaken, de omgeving is dan dus niet stabiel. Hiermee gaat het vaak om meningen en niet cijfers.

7 Kwantitatief en kwalitatief Aansluitend op positivisme en interpretivisme komen we uit op kwantitatief of kwalitatief onderzoek voeren. Her verschil tussen deze twee onderzoeken is dat de een gaat over cijfers en de ander over meningen. Het is afhankelijk van de onderzoeksvraag en de doelen van het onderzoek, als je iets wil meten ga je voor een kwantitatief onderzoek. Ben je juist meer geïnteresseerd in de gevoelens en gedachte van de persoon dan ga je voor een kwalitatief onderzoek. Kenmerken van een kwantitatief en kwalitatief onderzoek zijn hieronder aangegeven.

8 Deductief en inductief onderzoek Het laatste onderscheid dat gemaakt kan worden in onderzoek is het deductief en inductief. Over het algemeen gesproken zit er bij een keuze van een onderzoek een ketting reactie wat het beste waar bij past. Deductief pas namelijk het beste bij positivistisch en kwantitatief onderzoek. Het heeft te maken met het ontwikkelen van een idee of hypothese vanuit een bestaande theorie en die vervolgens testen aan de hand van de gevonden informatie. Deductief kent een stappenplan; 1) Een verklaring betreffende de gebruikte theorie om het onderzoek te ondersteunen. 2) Een verklaring, herleid uit die theorie die een relatie aantoont tussen twee of meer variabelen: je hypothese 3) Het verzamelen van gegevens om je hypothese te testen 4) Het gebruiken van de resultaten om de theorie, die is gebruikt om je hypothese te ontwikkelen te bevestigen, aan te passen of te verwerpen. *hypothese is een voorspeling van een verband tussen twee variabelen die empirisch getest kan worden. (kinderen met ouders die regelmatig sporten hebben meer kans om een positieve houden te ontwikkelen ten opzichte van hun eigen sportparticipatie) Inductief onderzoek wordt vaak gebruikt bij een interpretatief, kwalitatief onderzoek. Het gaat hier om gegevens verzamelen en om die gegevens te analyseren om een theorie, model of verklaring te ontwikkelen. * Een overzicht van de onderzoek stromingen.

9 Het onderzoeksproces Het onderzoek doorlopen doe je volgens een bepaald proces, deze is verdeeld in verschillende fasen. Fasen 1 t/m 3 nemen vaak veel tijd in beslag dan gepland, dit komt dan door een onderwerp dat je gekozen heb waar veel over te vinden is dus wees daarin zeer concreet. Weet wat je wilt dat zorgt dat de trechter niet te groot wordt en daardoor veel sneller door kan gaan met het onderzoek. Fasen Toelichten 1. Een onderwerp kiezen Essentieel weet wat je wil en waar je interesse ligt, dit zorgt ervoor dat je een concreet onderzoek krijgt 2. Bestuderen van de literatuur Ga op zoek naar bronnen die van belang zijn voor je onderzoek en ook samengaan met het onderwerp dat je gekozen hebt 3. Ontwikkelen van theoretische en Het maken van een theoretisch raamwerk waar conceptuele raamwerken je verwijst naar de onderliggende theorie die gebruikt wordt voor het onderzoek. 4. Opstellen van de onderzoeksvraag Onderzoeksvraag opstellen waarbij je moet denken aan de SMART, het raamwerk, de variabelen en complexiteit. 5. Onderzoeksontwerp Vraag is duidelijk wat heb je nodig om de vraag te beantwoorden en wat is de meest efficiënte manier of gegevens te verzamelen. Denk dan aan cross-sectioneel, experimenteel of longitudinaal ontwerp. 6. Gegevensverzameling Welke methode ga je hanteren om gegevens te verzamelen. Welke meetmethode ga je gebruiken en wat voor protocollen horen hierbij? 7. Analyse van de gegevens en bespreking van de bevindingen De stap waar de gegevens verzameld zijn bekeken worden en gediscussieerd wordt hoe deze verzameld zijn of de juist manier gehanteerd is en rekening is gehouden met

10 beperkingen 8. Conclusies trekken Terugkoppelen van de uitkomst naar de onderzoeksvraag. Hier kan ook geëvalueerd worden hoe het verlopen is en of het correct is uitgevoerd. Misschien dat eruit een vervolg onderzoek uitkomt. Onderzoeksvragen, doelen en doelstellingen Het vaststellen van ene onderzoeksonderwerp kost enorm veel tijd bij een slechte onderzoeksvraag. Zorg daarom dat je zo concreet mogelijk voor jezelf moet zijn, gezien dan de trechter waar alle informatie ingaat stuk kleiner is en dat scheelt een hoop tijd. Ambitieuze onderzoekers die iets geheel nieuws willen onderzoeken zijn veel tijd kwijt. Meeste onderzoek bouwen voort uit oudere onderzoeken binnen het gekozen onderwerp. Wat komt er kijken bij een onderzoeksonderwerp? Het formuleren van een duidelijke onderzoeksvraag voor de eerste keer is erg lastig, dit komt omdat je onervaren bent en dus snel in fouten terecht komt. Om dit te voorkomen hebben Veal(1997) en Saunders(2000) een aantal handvaten opgesteld om rekening mee te houden binnen je onderzoek. 1) Bestaande literatuur a. Bij het kiezen van een onderwerp is het handig om te kijken of er al iets te vinden is over wat je in gedachte hebt. 2) Sociale kwesties a. Misschien dat je een bepaald probleem of sociale gebeurtenis wil onderzoeken ga dan na of het uit te drukken is in getallen of misschien wel meningen 3) Populaire kwesties a. Opzoek gaan naar recente gebeurtenissen die bijvoorbeeld in kranten of tijdschriften vermeld staan. 4) Je eigen persoonlijke karakteristieken a. Kijken naar wat jou sterke punten en interesses zijn binnen jou vakgebied. Als je veel kennis al bezit en weet te vinden ben je in staat sneller door de stappen heen te gaan. 5) Brainstormen a. Praten en discussiëren over het onderzoeksonderwerp zorgt ervoor dat andere misschien tips geven waar je iets aan kan hebben. 6) Je begeleiders a. Informeer bij je begeleiders zoals je zal doen bij het opstellen van je onderzoek in blok 2 van PHO. Handig om het plan dat je hebt te laten beoordelen en te zorgen dat hij het proces kan volgen. Het kan dus voorkomen dat je een onderzoek gaat uitvoeren waar al veel onderzoek naar gedaan is. Dan valt jou originaliteit en niet voort uit het generen van nieuwe ideeën, maar in het gebruik van die bestaande theorieën en ideeën op een originele manier. Veal(1997) geeft een aantal voorbeeld hoe je dit zou kunnen doen:

11 1) Geografisch a. Het kan zijn dat bepaalde theorieen in een ander land zijn ontwikkeld en getest, dit kan je gebruiken als basis van het onderzoek om het bijvoorbeeld in Nederland uit te kunnen voeren. 2) Sociaal a. Het kan zijn dat een bepaalde sociale groep niet veel aandacht heeft gekregen als de ander. Bijvoorbeeld dat een onderzoek vooral gericht is op mannen en vrouwen buitenwegen. 3) Tijdsgebonden a. Het onderzoek kan bestaan uit misschien uit gegevens die jaren geleden zijn gevonden, zoek dan naar een actueel onderzoek in hetzelfde onderwerp. 4) Contextueel a. Een onderzoek kan uit een andere context komen en eventueel gekoppeld worden aan jou context. 5) Methodologisch a. Je kunt verschillende gegevens verzamelen om een verschijnsel te onderzoeken. Door bijvoorbeeld kwantitatief ook kwalitatief te testen denk daarbij aan het cijfer geven aan de opleiding en vervolgens vragen waarom je dat vindt. Het aanscherpen van je onderzoeksvraag Om je onderzoek aan te scherpen kan je het beste de volgende stappen volgen, hierdoor kan je het concretiseren. 1) Definieer je kernconcepten a. (wat bedoel je met participatie? Sport deelname of iets anders?) 2) Wat is jouw tijdhorizon? a. (tijdelijk of veranderingen over een bepaalde periode) 3) Wat is de geografische locatie? a. (een gemeenschap, voorziening, sportteam of twee groepen) 4) Wat zijn de aspecten van het onderwerp waar je geïnteresseerd bent? a. (economie, gezondheid, duurzaamheid etc) 5) Wat is de eenheid van analyse? a. (persoon, ding, organisatie, evenement) Er is ook een alternatief proces dat eventueel de uitkomst bied voor het formuleren van je onderzoeksvraag. 1) Schrijf je tijdelijke onderzoeksvraag op 2) Identificeer de belangrijkste termen 3) Kijk of je elk van die termen kunt opbreken in een gespecialiseerde categorieën 4) Dan kun je een aantal alternatieve onderzoeksvragen opstellen Heb je inmiddels je onderzoeksvraag compleet dan is het niet altijd mogelijk om deze uit te voeren. Belangrijk dat je even stil staat bij het volgende woord TIME, deze staat namelijk voor: toegang, ingewikkeldheid, middelen en expertise.

12 TIME(Clarke et al. 1998) Toegang: hoe makkelijk is het voor jou om aan gegevens te komen voor je onderzoek? Is het realistisch wat je wil bereiken, dat je niet met een vragenlijst via de mail een clubeigenaar denkt te interviewen bijvoorbeeld. Vaak zijn de onderzoekers te optimistisch in het verzamelen van informatie/gegevens. Ingewikkeldheid: heb jij de bekwaamheid om het onderzoek uit te voeren in het gekozen gebied? Dat je niet voor jezelf in een gebied gaat zitten waar je eigenlijk te weinig vanaf weet en veel moet uitzoeken dat belemmert het proces van je onderzoek. Middelen: Heb je de middelen en financiën om een onderzoek uit te voeren, kan je veel op en neer reizen om interviews af te nemen? Heb je de mogelijkheid om specialistische bronnen aan te schaffen? Expertise: Ben je in staat om een onderzoeksproject te starten waar je veel complexe en veelzijdige analyse uit moet voeren? Bij het schrijven van een scriptie is het een onderdeel van je opleiding en kan het raadzaam zijn om kennis van je begeleiders te raad plegen. Het schrijven van een onderzoeksvoorstel Om te voldoen aan een aantal zaken is het gebruikelijk om een aantal vragen los te laten op hetgene waarvoor jij gekozen hebt. Is er een duidelijke verklaring van het algemene doel en de bijbehorende doelstellingen van het onderzoek? Is er een overzicht van de originaliteit, relevantie en belang van het onderzoek? Is er een korte beschrijving van bestaand werk in het gebied? Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd? Hoe gaat het onderzoeksontwerp eruit zien? Is er een onderzoeksmethoden en een schatting van de grootte van de steekproef? Hoe worden de verzamelde gegevens geanalyseerd? Wat is de tijdslijn van het onderzoek? Wat is de hypothese van het onderzoek? Heb je stil gestaan bij de TIME kenmerken? Literatuuronderzoek Het doel weten van een literatuur onderzoek maakt het voor jezelf makkelijker om dingen te identificeren. Je vertrouwdheid met en je kennis van het onderwerp bewijzen

13 Een overzicht geven de relevantie theorieën en concepten die belangrijk zijn voor jouw onderzoeksproject. Het formuleren van de onderzoeksvraag Vaststellen in welke mate er onder is gedaan binnen het gekozen onderwerpen Het ontwikkelen van een hypothese Methodologieen en methoden opsporen die succesvol gebruikt zijn in het verleden Ervoor te zorgen dat alle relevante variabelen zijn geïdentificeerd De mogelijkheid geven om jouw bevindingen te vergelijken met bevindingen van anderen Theorieën, concepten en variabelen in sportonderzoek Raamwerken zijn essentieel binnen je onderzoek, hiermee vorm je de fundering van ieder onderzoek. Er zijn verschillende raamwerken binnen het onderzoeken, zo zijn er theoretische raamwerken en conceptuele raamwerken. Het verschil tussen deze twee raamwerken is dat de een gebaseerd is op gevonden theorie en de ander is gebaseerd op concepten die vertegenwoordigen een object, eigenschap of gedrag. Theorieën en theoretische raamwerken Zoals in voorgaande hoofdstukken kwam naar voren dat het onderzoek afhankelijk is van zijn raamwerk. Dit zorgt voor een stevige fundering en dat maakt het onderzoek sterk binnen de onderzoekswereld. Met de juiste artikelen kan er een voorspelling gedaan worden op je eigen onderzoek. Sommige onderzoeken worden ook wel intelligence gathering (Philips en Pugh,1994) genoemd. Deze onderzoeken bevatten veel gegevens, maar er wordt totaal niet gerefereerd aan de opgenomen artikelen in het raamwerk. Concepten en conceptuele raamwerken Zoals in het begin gesproken wordt over concepten die vertegenwoordigen van een object, eigenschap of gedrag is het een raamwerk die concepten beschrijft en verklaart die gebruikt zijn in de studie. Een conceptueel raamwerk moet aan vijf belangrijke stappen voldoen, namelijk: 1) Belangrijke concepten identificeren uit de vraagstelling a. Voorbeeld: hoe beïnvloed de leiderschapsstijl van een sportcoach de prestatie van zijn team? i. Leiderschapsstijl, sportcoach, prestatie en team 2) Deze concepten definiëren a. Deze termen gaat je definiëren wat ermee bedoelt wordt in het onderzoek 3) Deze concepten operationaliseren a. Op welke manier ga je de concepten meten b. Na de meting wordt het concept een variabele 4) Het identificeren van terzake doende en beïnvloedende variabelen a. Bepalen van de belangrijkste variabele b. Houd hier rekening mee met storende variabele zoals een tegenstander die doet niet altijd hetzelfde trucje 5) De relatie tussen de variabelen opsporen

14 a. Bij de identificering van de variabelen kan er een verband worden gelegd. Betrouwbaarheid en validiteit Om een onderzoek kwaliteit te geven moet het voldoen aan twee eisen namelijk de betrouwbaarheid en validiteit. Hier wordt ieder onderzoek op beoordeeld en daarmee waarheidsgetrouw getest. Betrouwbaarheid Refereert naar de consistentie/rechtlijnigheid van de behaalde resultaten. Dat wil zeggen als je iets vraagt of je steeds hetzelfde antwoord krijgt. Een aantal vormen van betrouwbaarheid zijn belangrijk voor een onderzoeker en drie in het bijzonder: - Onderzoeker onafhankelijkheid o Verschillende waarnemers hetzelfde gedrag meten of dat het gedrag dezelfde score zal opleveren. - Test- hertest betrouwbaarheid o Geef de test dezelfde uitkomst wanneer het meerdere keren herhaald wordt? - Interne consistentie o Verwijst naar de mate waarin elke vraag binnen een meting daadwerkelijk hetzelfde verschijnsel meet. Betrouwbaarheid is een eerste vereiste voor elke succesvol onderzoek. Een mogelijke bedreiging oor een betrouwbaar onderzoek is: - Subject error o De respondent kan verschillend antwoorden dat heeft te maken met tijdstip, plaats of een andere situatie. - Researcher error o Twee onderzoekers met een andere aanpak waardoor gegevens niet kunnen kloppen - Subject bias o Anonimiteit is belangrijk, anders gezien de deelnemers een antewoord waarvan ze denken dat de onderzoeker wil horen of ze proberen het juiste antwoord te geven. Betrouwbaarheid verhogen: - Meet onder dezelfde omstandigheden zelfde schoenen zelfde zaal zelfde publiek je moet er voor zorgen dat de omstandigheden het zelfde zijn. Moet je in je methode goed bedenken en beschrijven. Vermijd dus storingen. - Gebruik heldere instructies wat zeg je wel tegen een proefpersoon en wat zeg je niet. Bijv. aanmoedigen bij een harvard step test. Maakt een verschil. - Test je meetinstrument als je niet weet of er een leer effect inzit of geheugen test in zit dan moet je het testen dus nog eens testen als je ziet dat het verschil te groot is moet je er rekening mee houden.

15 Validiteit Hiermee ga je kijken of je de methode die je hebt gebruikt daadwerkelijk meet met wat je wil dat het meet en zijn de conclusies die je hebt getrokken geldig of niet. Zo zijn er verschillende onderdelen in validiteit. - Face validity o Aan een steekproefpersoon uit de populatie vragen of de methode die je gebruikt meet met wat je wilt - Content validity o Een deskundige na laten kijken of er een fout in zit of dat je overal mee rekening hebt gehouden - Predictive validity o Kun je toekomstig gedrag meten? - Construct validity o Komen jouw gegevens overeen met andere metingen? Validiteit testen: Je kunt altijd zeggen, als je zelf een vragenlijst maakt dan zal hij niet valide zijn. Regel 1 is dan, gebruik zoveel mogelijk bestaande meetinstrumenten. Is hij niet goed moet je hem ook niet gebruiken. - Vergelijk de scoren van een IQ test met een andere IQ test. Je hoopt dat je dan even goed scoort, want dan weet je dat de test valide is. - Vergelijken met een andersoortig instrument: sociaal wenselijk en IQ test of sociaal wenselijk en persoonlijkheidstest. Geven mensen die antwoord omdat hij denkt dat jij dit antwoord wilt horen Het verband tussen betrouwbaarheid en validiteit Betrouwbaarheid en validiteit zijn misschien losse onderdelen ze kunnen wel samen gaan. Zoals in de volgende situaties. 1. De meting is noch betrouwbaar noch geldig a. Het gebrek aan betrouwbaarheid betekend soms dat de meting correct is gedaan maar op andere momenten een andere score is behaald 2. De meting is betrouwbaar maar niet geldig a. De meting kan meerdere keren het concept incorrect meten, dus de betrouwbaarheid is bereikt maar de scores zijn ongeldig 3. De meting is geldig maar niet betrouwbaar a. Hoewel dit vrij onwaarschijnlijk is, is het mogelijk dat de spreiding van onbetrouwbare scores toch geheel geldige score weergeeft voor de gehele populatie Onderzoeksontwerpen voor sportstudies Verzamelen van gegevens voor het onderzoek kan op twee verschillende manieren, zoals we weten kan dat door bestaande informatie te verzamelen en te gebruiken voor het onderzoek. Als manier heb je ook om een onderzoeksontwerp te ontwikkelen waarmee je systematisch gegevens kan

16 verzamelen en de betrouwbaarheid en validiteit verhoogt. Er zijn zeven onderzoeksontwerpen die behandeld worden: 1. Experimenteel a. X1 behandeling X2 hiermee ga je kijken wat het effect is van de behandeling dus X2 X1 = effect van behandeling. Dit kan ook door twee groepen te gebruiken de een wel een behandeling en de ander niet ook wel een controle groep. Dit onderzoeksontwerp is toepasbaar in een gecontroleerde omgeving(laboratorium) of een natuurlijke omgeving. 2. Cross-sectioneel a. Een van de meest voorkomende onderzoeksontwerpen binnen de sociale wetenschappen. Steekproef vanuit een complete populatie, gegevens worden vaak verzameld door interviews of enquêtes. Voorbeeld van dit onderzoek is het verschil tussen man en vrouw in sportdeelname. 3. Tijdreeks a. Hierbij ga je kijken naar de afhankelijke variabele over een bepaalde periode voor en na het effect van de onafhankelijke variabele. Bijvoorbeeld of er een grotere deelname aan golf is zodra er een groot golf toernooi op televisie is geweest. Je meet dan dus voor het toernooi en daarna. 4. Longitudinaal a. Een ontwerp waarbij je een onderzoek over een langere periode uitsmeert. Je kan dan denken aan een leerlingvolgsysteem, waarbij je het gedrag van het kind volgt over een aantal weken of jaren. Kost over het algemeen veel tijd en kan gaan vervelen daarom wordt er vaak aangeraden om een cross-sectioneel onderzoek te gebruiken ipv longitudinaal. 5. Case studie a. Het onderzoeken van een case over een bepaalde tijd. Dit kan in verschillende sitauties bijvoorbeeld: een organisatie, sportteam, school, individu. Denk maar aan een persoon en waarom hij een groot fan is van een sportteam bijvoorbeeld. b. Kenmerken van een case studie Gall et al. (1996) 1. Verschijnselen worden onderzocht door zicht te richten op specifieke gebieden 2. Elke case wordt uitgebreid onderzocht 3. Verschijnselen worden onderzocht in hun natuurlijke context 4. Casestudies gaan uit van het perspectief van de personen in de case in plaats van het perspectief van de onderzoeker Yin(1994) 1. Je theorie suggereert bepaalde uitkomsten in een bepaalde context dus moet je een case kiezen die een geschikte context biedt 2. Wanneer je een unieke of zeldzame situatie wilt beschrijven en verklaren 3. Wanneer je een case wilt beschrijven en verklaren die nog niet tot in detail is bestudeerd 6. Grounded theory a. Een inductieve manier van onderzoek doen waarbij er gekeken wordt naar het algemeen idee van de onderzoeker. Er zal dan geen vooraf gestelde theorieën en of ideeën van de onderzoeker toegepast worden. Theorie is wel belangrijk maar deze wordt ontwikkeld tijdens het verzamelen van gegevens.

17 7. Etnografie a. Cultuur gericht onderzoek, waar gekeken wordt naar de meningen van deze groep. Het doel is om het gedrag of de cultuur van die groep te begrijpen door het te zien door de ogen van de groep zelf. Verschillende steekproeven Als je besloten hebt welke informatie je nodig hebt en ook de manier waarop je deze gegevens gaat verzamelen. Er zijn verschillende steekproeven die ja kan gebruiken bij het onderzoek in het boek worden er vier genoemd namelijk: 1. Willekeurige steekproef a. Hiermee heeft iedereen van de populatie evenveel kans om uitgekozen te worden. 2. Gecontroleerde willekeurig steekproef a. Hiermee wordt eerst de populatie verdeeld over twee subgroepen bijvoorbeeld man en vrouw, vervolgens wordt er dan een willekeurige steekproef gedaan 3. Cluster steekproef a. In plaats van individuen willekeurig onderzoeken kan je als onderzoeker ook ervoor kiezen hele teams binnen een competitie willekeurig te ondervragen 4. Systematische steekproef a. Hierbij wordt er systematisch iemand geselecteerd, als voorbeeld denk aan de oude televisiespelletjes waarbij de 10 e beller door gaat naar de volgende ronde Non waarschijnlijkheid methoden Er zijn verschillende non waarschijnlijkeids methoden te benoemen, deze zijn er om je onderzoek dat je vanuit een interpretatief oogpunt uitvoert. We zullen zeven methoden kort behandelen. 1) Sneeuwbal: Je selecteert je eerste respondenten en deze respondenten selecteren zelf een potentiele andere respondenten. 2) Theoretisch Je selecteert gevallen die heel goed een bepaalde theorie ondersteunen. 3) Typische gevallen Jouw steekproef is gekozen op basis van een typisch geval van een bepaalde theorie. 4) Extreme gevallen Je selecteert gevallen die extreme voorbeelden zijn van een theorie. 5) Opportunistisch Je selecteert steekproeven als ze zich voordoen en je profiteert van onverwachte mogelijkheden 6) Gemakshalve De steekproef is gekozen op basis van handigheid op het gebied van locatie, toegankelijkheid, etc.

18 7) Sleutelinformant techniek individuen die worden gekozen op basis van specifieke kennis die zij hebben, ze hebben bijvoorbeeld een bepaalde rol of verantwoordelijkheid binnen en organisatie Welke methoden moet ik gebruiken om gegevens te verzamelen vanuit mijn steekproef? Er zijn verschillende methoden die je kan gebruiken om gegevens te verzamelen voor je onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan een interview of een enquête, maar er zijn er nog een aantal. Hieronder staan de belangrijkste methoden. Enquêtes (kwantitatief onderzoek) Interviews (kwalitatief onderzoek) Observatie en respondent observatie (concepten onderzoek zelfstandig) Inhoudsanalyse (analyse onderzoek van teksten, bronnen etc) Etnografie (diepgaand onderzoek cultuur of groep) Het verzamelen van gegevens de enquête Er zijn drie verschillende soorten enquêtes die gebruikt kunnen worden in een kwantitatief onderzoek namelijk: 1. Schriftelijke enquête 2. Telefonische enquête 3. Persoonlijke enquête Wanneer gebruik je een enquête of wanneer is deze nu geschikt? Dat kan je bepalen door drie verschillende vragen te stellen en te beantwoorden. 1. Kan ik de informatie die ik nodig heb verkrijgen uit een enquête? 2. Is een enquête de beste of meest geschikte methode of zijn er andere methoden meer geschikt om deze gegevens te verzamelen? 3. Zijn andere methoden uitgesloten, bijvoorbeeld interviews, door tijd en geldbeperkingen? Welke vragen moet ik stellen voor het ontwerp van de enquête? Een enquête kan je zo maken maar zijn de vragen dan correct en sluiten die dan aan bij wat je wil onderzoek? Door deze drie vragen te gebruiken bij het opstellen van je enquête zorgt ervoor dat je ontwerp kloppend is. Gezien een enquête uit open en gesloten vragen kan bestaan. 1. Welke informatie heb ik nodig om mijn onderzoeksvraag te beantwoorden? 2. Welke vragen kan ik stellen die me deze informatie opleveren na analyse van de antwoorden? 3. Hoe ga ik die gegevens analyseren om een antwoord te krijgen op mijn onderzoeksvraag? Voordelen van een enquête 1. Toegankelijkheid 2. Potentiele vermindering van vertekening 3. Anonimiteit Nadelen van een enquête 1. Potentiele problemen bij ingewikkelde vragen 2. Geen controle over wie de enquête invult

19 4. Gestructureerde gegevens 5. Tijd voor de respondenten 3. Geen mogelijkheid om verder te vragen 4. Mogelijk laag responspercentage Het verzamelen van gegevens interviews Nu weet je wanneer je een enquête gebruikt, maar wanneer gebruik je een interview? Interviews leveren vaak kwalitatieve waardes. Een kwalitatief onderzoek is een interview het meest handige, deze interviews leveren vaak gedetailleerde informatie. Veal (1997) benoemt drie situaties waarin interviews vaak worden gebruikt. 1. Wanneer er een kleine populatie is en daardoor de kwantitatieve aanpak van enquêtes ongeschikt is. 2. Wanneer je verwacht dat de informatie nogal zal verschillen onder de respondenten en wanneer je verwachte dat deze informatie complex is en daarom moeilijker te meten met andere methoden. 3. Wanneer het onderzoek verkennend is en de interviews gebruikt kunnen worden om informatie naar boven te halen die gebruikt kan worden om verder onderzoek te stimuleren. Een interview kan op vier verschillende manieren worden uitgevoerd, namelijk: 1. Gestructureerde interview (enquête waar vragen worden voorgelezen) 2. Semigestructureerd interview (aantal vragen of vraagschema) 3. Ongestructureerde interviews (algemene vragen stellen zonder enig structuur) 4. Focusgroep (een op een interactie) Voordelen interview Ervaringen over het onderwerp Meer inzicht in het onderwerp Onverwachte gegevens die naar boven komen Manier waarop iemand antwoord geeft op een vraag kan extra info geven Vertrouwensband creëren Toegang tot groepen die normaal niet zou kunnen bereiken door middel van enquêtes Vanuit een bepaalde context Nadelen interview Kost veel tijd, geld en werkzaamheden Vertekend beeld krijgen door eigen acties Dominante vertoning van de interviewer kan ongewenst resultaat opleveren Het analyseren van gegevens kost veel tijd Zelf genoteerde metingen, kunnen wel of niet eerlijk zijn Betrouwbaarheid van interviews kan worden vergroot door: - Standaard interview schema te gebruiken - Stabiele interviewomgeving te creëren - De interviews op te nemen - De opname snel om te zetten in woorden (transcriptie)

20 Verzamelen van gegevens onopvallende methoden, observatie en inhoudsanalyse Een onopvallende methoden is een methode waar geen effect plaats vindt binnen de sociale omgeving die onderzocht wordt. Er vindt dus geen interactie plaats tussen respondent en onderzoeker. Hierdoor kan er misschien invloed worden uitgeoefend op de verzamelde gegevens. Er zijn twee vormen van onopvallende methoden, namelijk: observatie en inhoudsanalyse. Voordelen van onopvallende methoden Onopvallende methoden verstoren op geen enkele manier de sociale omgeving Onopvallende methoden zijn daarom geschikter voor het meten van daadwerkelijk gedrag en dat is niet altijd hetzelfde als het gerapporteerde gedrag Het verzamelen van gegevens is vaak makkelijker Nadelen van onopvallende methoden Wanneer de onderzoeker geen interactie heeft met de respondenten kan het moeilijk zijn om het fenomeen dat onderzocht wordt te begrijpen of beschrijven Net zoals er bij interviews vertekening kan optreden van een bepaald beeld of standpunt kan dit ook gebeuren bij het verzamelen van gegevens door onopvallende methoden, vooral wanneer de respondenten op de hoogte zijn van het onderzoek Voor onopvallende methoden zoals observatie kan gegevensverzameling moeilijk zij zonder het gebruik van beeld of video materiaal Voordelen en nadelen van observatie methoden Voordelen Nadelen Directheid Het verschijnsel verkeerd begrijpen Het vindt plaats in een natuurlijke Problemen met het opnemen van de omgeving gegevens Gedrag vastleggen waarvan de Het effect van de observeerder op de respondent zich niet bewust is respondenten Gedrag vastleggen dat de respondent liever zou willen verbergen Inhoudsanalyse Een inhoudsanalyse bestaat uit verschillende fasen, namelijk: Selecteer de tekst die je wilt analyseren Selecteer de precieze bron Selecteer je categorieën of coderingen waarin je de gegevens wilt plaatsen Plaats elke relevante uitspraak/artikel/andere gegevens unit in de geschikte categorie of codering Analyseer de gevonden gegevens

21 Analyseren van gegevens kwantitatieve data-analyse Pre post test: Eerst meten dan doe je de interventie. Je laat iemand rennen je geeft iemand red bull en laat iemand nog een keer rennen. En dan ga je kijken of die sneller rent. De o staat voor de baseline de nulmeting. Probeer bij je x maar 1 ding te houden Onafhankelijke variabelen kan alleen bij een verschil. Pre-post test: test zonder controle groep uitvoeren Controlled trail: test en een controle test uitvoeren RCT: Vergelijkbare groepen? Misschien eerste groep slimmer dan andere klas. Dus: randomiseren. Times series: is verschil tussen metingen na X anders? Verschillende meetniveaus Meetniveaus: Nominaal, Ordinaal, Interval en Ratio: - Nominaal: Nominale schalen groeperen onderwerpen in verschillende categorieën. Een nominale schaal suggereert geen verband tussen de groepen. Categorieën zijn verschillende dingen als man/vrouw of gemeente. - Ordinaal: Hebben een rangorde, maar geven niet de verschillen aan tussen scores. De gegevens zijn geordend, maar er is geen indicatie hoeveel verschil er is. Dit is een niveau hoger dan nominaal. Een goed voorbeeld is de plaatsing op een squash ranglijst. De persoon bovenaan heeft beter gepresteerd dan degene die 2 de staat en zo verder. - Interval: Hebben gelijke intervals van metingen, bijvoorbeeld een turn score kaart. Er zijn gelijke intervals tussen elke score, dat wil zeggen dat er steeds hetzelfde verschil zit tussen een 8 en een 9. Het is niet zo dan een 10 2 keer zoveel waard is als een 5. - Ratio: zijn ook gebaseerd op een volgorde met gelijke meeteenheden maar ze zijn evenredig. Als een basketbalteam 50 punten heeft gescoord dan is dit 2 keer zoveel waard als een scoren van 25 punten. Ratio schalen lopen vanaf 0 naar boven en kunnen geen negatieve score hebben. Alles wat je kunt meten, in meters, kilo s zijn allemaal ratio schalen. (skill) Verschil tussen ordinaal en interval: het verschil tussen de volgende moet even groot zijn, dan is het een interval. Is dit verschillend dan is het een schaal op ordinaal niveau. Je kunt niet zeggen, havo is 2 keer zo groot als vwo dus daarom is dit ordinaal. Voorbeeld: je kunt een cijfer krijgen van 1 tot 10, 5 is gemiddeld, is de stap van 5 naar 6 naar 7 even groot, ja het is steeds + 1. Als ik cijfers geef is dan de stap van 5 naar 6 dus veel groter dan van 6 naar 7 omdat deze beide een voldoende is. Van 5 naar 6 is dus echt anders en hierdoor heb je dus een ordinale schaal. Dus interval: als de stappen precies even groot zijn. (skill) Gemiddelde bij interval en ratio

22 Modus en mediaan: Nominaal en ordinaal Als je dit hebt bepaald: dan ga je controle doen van je data: - Je mist scores - Zijn er rare scores (. En, / cm en m) - Zijn de scores normaal verdeeld (scoren de meeste mensen gemiddeld) (klokvormige tabel) Statistische termen: M -) Mean (gemiddelde) n -) Aantal mensen in een bepaalde groep N -) totaal aantal mensen wat in het onderzoek meedoet SD -) standaarddeviatie (deviatie betekent afwijking) Het analyseren van je gegevens 1 ste analyse: - Hoe hoog scoren ze op een bepaalde test. Je gaat kijken naar de gemiddelde waarden. Je gaat de getallen optellen en delen door het aantal dan heb je het gemiddelde. - Andere manier kijken naar de middelste score: dus het mediaan. Je past dit toe als er een rare waarde in de scores zitten. Dus als de getallen veel van elkaar afwijken ga je een mediaan zoeken, dus de middelste score. - Modes: meeste voorkomende score. Wanneer je de modes veel gebruikt is mij de nominale of ordinale schaal. Standaarddeviatie: Afwijking van het gemiddelde. Normaalverdeling: y-as hoe vaak het voorkomt (aantal scores) x-as de variabelen. Normaal verdeeld: toetsen van parametrisch (klokvormig) Kleinere standaarddeviatie: gemiddeldes liggen veel minder van elkaar af. Geen klokvorming: toetsen we non- parametrisch ( niet klokvormig) geen normaal verdeling Parametrische toetsen: Ratio, interval schalen, het moet continu zijn. Non parametrisch toetsen: Bij de testen kijken ze naar ranking. Dit test verschillen in een onderzoek. Mediaan: is het middelste getal in een (oplopende) getallenreeks. De mediaan van bijvoorbeeld de getallenreeks 11, 12, 13, 13, 16, 18, 19, 20, 22 is het getal 16. Dit is namelijk het middelste getal. Voor het berekenen van de mediaan geldt de voorwaarde dat de getallenreeks eerst oplopend wordt gesorteerd.

23 Modes: is het meest voorkomende getal in een getallenreeks De modus van bijvoorbeeld de getallenreeks 11, 12, 13, 13, 16, 18, 19, 20, 22 is 13. Dit getal komt namelijk twee keer voor. Alle andere getallen komen slechts één keer voor. Standaarddeviatie: is een indicator voor de spreiding van de getallen rondom het gemiddelde. De standaard deviatie wordt ook wel de spreiding genoemd, en ook wel de standaardafwijking. Gemiddelde: berekent men door alle waarden bij elkaar op te tellen en deze uitkomst te delen door het aantal getallen dat bij elkaar is opgeteld. Het gemiddelde van bijvoorbeeld de getallenreeks 11, 12, 13, 13, 16, 18, 19, 20, 22 is: = 16 9 Beslissingsschema statistiek: Hoeveel condities: mavo, havo, vwo zijn 3 condities Binnen die groepen zijn dit dezelfde proefpersonen of anderen (dezelfde shuttle run test 2 keer afnemen en 2 mensen beoordelen de studenten, verschillende proefpersonen Nederlanders en Engelsen) Welke test: - Dezelfde groep: parametisch (normaal verdeelt) dependent t-test, non-parametrisch wilcoxon test. - Verschillende gropen: parametrisch (normaal verdeelt) de independend t-test, non parametrisch mann whitney u test. Relatie (correlatie): - Parametrisch: Pearson - Non-parametrische: Spearman Het toetsen van verschillen T-toets: Een t-toets is een parametrische statistische toets die onder andere gebruikt kan worden om na te gaan of het (populatie-)gemiddelde van een normaal verdeelde grootheid afwijkt van een bepaalde waarde, dan wel of er een verschil is tussen de gemiddelden van twee groepen in de populatie.

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

INHOUDS- OPGAVE. Voorwoord 19. Voorwoord bij de nieuwe druk 20. Inleiding 23

INHOUDS- OPGAVE. Voorwoord 19. Voorwoord bij de nieuwe druk 20. Inleiding 23 5 INHOUDS- OPGAVE Voorwoord 19 Voorwoord bij de nieuwe druk 20 Inleiding 23 Ontwikkelingen in het Hoger Beroepsonderwijs 23 Praktijkgericht Onderzoek 25 De focus van ons boek 27 De structuur van dit boek

Nadere informatie

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Centrale tendentie Centrale tendentie wordt meestal afgemeten aan twee maten: Mediaan: de middelste waarneming, 50%

Nadere informatie

Overzicht van tabellen 13. Overzicht van figuren 15. Voorwoord 17. Inleiding 19

Overzicht van tabellen 13. Overzicht van figuren 15. Voorwoord 17. Inleiding 19 Inhoudsopgave Overzicht van tabellen 13 Overzicht van figuren 15 Voorwoord 17 Inleiding 19 Ontwikkelingen in het Hoger Beroepsonderwijs 19 Praktijkgericht Onderzoek 21 De focus van dit boek 23 De structuur

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,

Nadere informatie

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9 Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid

Nadere informatie

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN INHOUD Kwantitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Enquête Experiment Kwalitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Observatie Interview Kwaliteit van het onderzoek

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Leerdoelen Na het volgen van dit professionaliseringtraject: heeft u kennis en inzicht in de gehele onderzoekscyclus;

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 Meten: algemene Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 OPZET College 1: Algemene College 2: Meting van attitudes (ISSP) College 3: Meting van achtergrondvariabelen via MTMM College 4:

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een profielwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een profielwerkstuk

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

A. Week 1: Introductie in de statistiek.

A. Week 1: Introductie in de statistiek. A. Week 1: Introductie in de statistiek. Populatie en steekproef. In dit vak leren we de basis van de statistiek. In de statistiek probeert men erachter te komen hoe we de populatie het beste kunnen observeren.

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU

PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU Aan het voorstel werken helpt om na te denken over onderzoeksvragen en de focus van de studie. Onderzoeker maken verschillende beslissingen voor ze aan het veldwerk

Nadere informatie

Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7)

Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7) Zelfstudiefiches M&T: Deel 2 (H6-7) Hoofdstuk 6 1. Bekijk figuur 6.2. Het meetproces (p. 133 cursus). Dit schema en bijhorende tekst moet je heel goed begrijpen, heel vaak komen tijdens de colleges termen

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen 8.1 Non-parametrische toetsen: deze toetsen zijn toetsen waarbij de aannamen van normaliteit en intervalniveau niet nodig zijn. De aannamen zijn

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

Hoorcollege 2: Onderzoeksmethoden 08-01-13!!

Hoorcollege 2: Onderzoeksmethoden 08-01-13!! Hoorcollege 2: Onderzoeksmethoden 08-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Stap 1: Bepalen van het doel

Stap 1: Bepalen van het doel Ontwerp van een onderzoeksproject Stap 1: Bepalen van het doel Eerst en vooral moet je weten wat je te weten wil komen en waarom. Het antwoord op deze vragen bepaalt Wat je zal moeten meten en hoe (doelvariabelen

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Deelvragen hebben betrekking op het: Beschrijven, verklaren, voorspellen, waarderen en het oplossen van een probleem.

Deelvragen hebben betrekking op het: Beschrijven, verklaren, voorspellen, waarderen en het oplossen van een probleem. Samenvatting door een scholier 1356 woorden 7 oktober 2003 7,7 52 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Module 7 Hoofdstuk 1 1 Onderzoek doen: Bestaande en nieuwe informatie verzamelen

Nadere informatie

tudievragen voor het vak TCO-2B

tudievragen voor het vak TCO-2B S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

1c Relatie tussen x en y hoeft niet perfect te zijn om een oorzaak van y te laten zijn.

1c Relatie tussen x en y hoeft niet perfect te zijn om een oorzaak van y te laten zijn. MTO A tentamen 1 e gelegenheid 1c Relatie tussen x en y hoeft niet perfect te zijn om een oorzaak van y te laten zijn. 2d Stap empirische cyclus. Volgens Heiman. Afleiden van empirische predicties uit

Nadere informatie

KWANTITATIEF TESTEN. experimenteel ontwerp (MIT 14) statistische analyse (MIT 15)

KWANTITATIEF TESTEN. experimenteel ontwerp (MIT 14) statistische analyse (MIT 15) KWANTITATIEF TESTEN experimenteel ontwerp (MIT 14) statistische analyse (MIT 15) tips Google Wikipedia MIT 14, 15 stats.stackexhchange.com ander onderzoek dat lijkt op het jouwe experimenteel ontwerp kwantitatieve

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 23 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe komt het dat sommige mensen aardiger zijn dan anderen?

Nadere informatie

Statistische variabelen. formuleblad

Statistische variabelen. formuleblad Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen 5.1 Gemiddelde, variantie, standaardafwijking: De variantie is als het ware de gemiddelde gekwadrateerde afwijking van het gemiddelde. Hoe groter de variantie

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 1. De onderzoekers van een preventiedienst vermoeden dat werknemers in een bedrijf zonder liften fitter zijn dan werknemers

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling

Nadere informatie

Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas)

Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas) Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas) Bij deze activiteit wordt een enquête gehouden bij mensen in de omgeving in verband met: het gaan stemmen bij verkiezingen, de deelname van burgers aan

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

EERLIJKE MENING: ANONIMITEIT: ONDERDELEN

EERLIJKE MENING: ANONIMITEIT: ONDERDELEN Deze vragenlijst sluit aan op de vragenlijst die je eerder hebt ingevuld over wetenschap en techniek in het basisonderwijs. Door de eerste en de tweede vragenlijst van een groep leerkrachten te vergelijken

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Onderzoek. B-cluster BBB-OND2B.2

Onderzoek. B-cluster BBB-OND2B.2 Onderzoek B-cluster BBB-OND2B.2 Succes met leren Leuk dat je onze bundels hebt gedownload. Met deze bundels hopen we dat het leren een stuk makkelijker wordt. We proberen de beste samenvattingen voor jou

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen TIPS VOOR ENQUÊTES 1. Opstellen van de enquête 1.1 Bepalen van het doel van de enquête Voor je een enquête opstelt denk je eerst na over wat je wil weten en waarom. Vermijd een te ruime omschrijving van

Nadere informatie

8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën

8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën 8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een sectorwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een sectorwerkstuk

Nadere informatie

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Een vervelende ervaring of de kroon op je studie? 1.2 Hoe dit boekje te gebruiken 2. Het begin 2.1 De gouden basisregels 2.2 Het kiezen van een onderwerp 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

Toegepaste Statistiek, Week 6 1

Toegepaste Statistiek, Week 6 1 Toegepaste Statistiek, Week 6 1 Eén ordinale en één nominale variabele Nominale variabele met TWEE categorieën, 1 en 2 Ordinale variabele normaal verdeeld binnen iedere categorie? Variantie in beide categorieën

Nadere informatie

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER 2018 The Spirit Level Een authentieke toetstaak in de praktijk Niels Hoendervanger Stedelijk Gymnasium Nijmegen The Spirit Level Wat gaan we doen? Korte introductie op de taak

Nadere informatie

TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS

TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS TOETSTIP 10 oktober 2011 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouw- baarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS Wie les geeft, botst automatisch

Nadere informatie

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 Markt, trends en ontwikkelingen Amsterdam, april 2012 Ir. L. van Graafeiland Dr. P. van Gelderen Baken Adviesgroep BV info@bakenadviesgroep.nl

Nadere informatie

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport Samenvatting Onderzoeksvraag en methodebeschrijving Uit de situatieanalyses is naar voren gekomen dat er een verandering plaats vindt in het leefgedrag

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen 8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen Er bestaat een samenhang tussen twee variabelen als de verdeling van de respons (afhankelijke) variabele verandert op het moment dat de waarde

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

2) De voornaamste en meest frequente manier waarop vooruitgang gemaakt wordt in de

2) De voornaamste en meest frequente manier waarop vooruitgang gemaakt wordt in de Proefexamen wetenschappelijke methoden 1) Een intervalschaal is: a) Een absolute schaal van afstanden b) Een absolute schaal van rangordeningen c) Een verhoudingsschaal van afstanden d) Een verhoudingsschaal

Nadere informatie

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek in opdracht van Pensioenkijker.nl Projectleider Kennisgroep : Vivianne Collee : Content Unit Financiën Datum : 09-11-010 Copyright:

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie 1) Vul de volgende uitspraak aan, zodat er een juiste bewering ontstaat: De verdeling van een variabele geeft een opsomming van de categorieën en geeft daarbij

Nadere informatie

Stijn Hoppenbrouwers en Tom Heskes. Onderzoeksmethoden (vervolg)

Stijn Hoppenbrouwers en Tom Heskes. Onderzoeksmethoden (vervolg) Stijn Hoppenbrouwers en Tom Heskes Onderzoeksmethoden 1 Operationaliseren Dataverzameling Data analyse Onderzoeksplan schrijven Onderzoeksmethoden 2 Specifieke onderzoeksmethoden die ingezet (kunnen) worden

Nadere informatie

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Ben je op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk? Dan is het Woudagemaal misschien interessant voor je. Profielen Volg je het profiel Natuur & Techniek, dan zit je goed! Want in dit stappenplan

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Selectie van steekproeven

Hoofdstuk 7: Selectie van steekproeven Hoofdstuk 7: Selectie van steekproeven Inhoudsopgave 7.1. Inleiding... 2 7.1.1. Onderzoekseenheden, populatie en steekproef... 2 Onderzoekseenheden op verschillende niveaus... 2 7.1.2. Steekproeven: twee

Nadere informatie

Evidence based practice Beslissingen baseren op relevante (wetenschappelijke inzichten, theorieën, concepten en onderzokesresultaten.

Evidence based practice Beslissingen baseren op relevante (wetenschappelijke inzichten, theorieën, concepten en onderzokesresultaten. MT toets voorbereiding Evidence based practice Beslissingen baseren op relevante (wetenschappelijke inzichten, theorieën, concepten en onderzokesresultaten. Kwalitatief onderzoek (qualitative research):

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Dominique van Maas Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred Paulis Datum: 19-01-014 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies

Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies Inleiding Statistische gevolgtrekkingen worden gebruikt om conclusies over een populatie of proces te trekken op basis van data. Deze data wordt samengevat door middel

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands Taal op koers 29 oktober 2014 Cindy Poortman en Kim Schildkamp Uitdagingen in de onderwijspraktijk Voortijdige schooluitval Gebrek aan praktische

Nadere informatie

DATATEAMS VOOR ONDERWIJSVERBETERING. SOK studiedag, 6 juni 2014 Kim Schildkamp: k.schildkamp@utwente.nl

DATATEAMS VOOR ONDERWIJSVERBETERING. SOK studiedag, 6 juni 2014 Kim Schildkamp: k.schildkamp@utwente.nl DATATEAMS VOOR ONDERWIJSVERBETERING SOK studiedag, 6 juni 2014 Kim Schildkamp: k.schildkamp@utwente.nl Programma Opbrengstgericht werken Wat is het en waarom belangrijk? Datateam methode Resultaten onderzoek

Nadere informatie

Masterproef oktober 2009

Masterproef oktober 2009 Masterproef 1 29 oktober 2009 Wat is een masterproef? Beslaat +/- 50 blz (15000 woorden) Volgt de structuur van een wetenschappelijk artikel (onderzoek of literatuurstudie) Volgt de APA richtlijnen Deontologie

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2010-2011

Sectorwerkstuk 2010-2011 Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren. Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren. Bij het doen van onderzoek onderscheid je vier fasen: 1 De fase van voorbereiding 2 De fase van uitvoering 3 De

Nadere informatie

Onderzoeksboekje. Klas: Namen:

Onderzoeksboekje. Klas: Namen: Onderzoeksboekje Klas: Namen: De onderdelen van de onderzoekscyclus: 1. Introductie 2. Verkennen 3. Opzetten onderzoek 4. Uitvoeren onderzoek 5. Concluderen 6. Presenteren 7. Verdiepen/verbreden 2 Science

Nadere informatie

Meten van Resultaat. Carine van Schie 22 april 2014

Meten van Resultaat. Carine van Schie 22 april 2014 Meten van Resultaat Carine van Schie 22 april 2014 Outline 1 Onderzoek 2 Gedragsverandering 3 Resultaat en (effect) metingen 4 Vragenlijst 5 Observatie 6 Respondenten 7 Analyse Onderzoek: Wat wil je weten

Nadere informatie

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Een vervelende ervaring of de kroon op je studie? 1.2 Hoe dit boekje te gebruiken 2. Het begin 2.1 De gouden basisregels 2.2 Het kiezen van een onderwerp 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch

Nadere informatie

Aan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten

Aan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten Aan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten Geraldine Clarebout 09-09-2010 Contact: geraldine.clarebout@kuleuven-kortrijk.be Inhoud Kiezen van methoden: verschillende types Steekproeftrekking

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!! Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold

Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold Hoofdstuk 1 1. Wat is het verschil tussen populatie en sample? De populatie is de complete set van items waar de onderzoeker in geïnteresseerd

Nadere informatie

KWANTITATIEF TESTEN. experimenteel ontwerp (MIT 14) statistische analyse (MIT 15)

KWANTITATIEF TESTEN. experimenteel ontwerp (MIT 14) statistische analyse (MIT 15) KWANTITATIEF TESTEN experimenteel ontwerp (MIT 14) statistische analyse (MIT 15) tips Google Wikipedia MIT 14, 15 stats.stackexchange.com ander onderzoek dat lijkt op het jouwe experimenteel ontwerp kwantitatieve

Nadere informatie