Het effect van lage rentevoeten op het management van erkende sociale secretariaten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het effect van lage rentevoeten op het management van erkende sociale secretariaten"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Het effect van lage rentevoeten op het management van erkende sociale secretariaten Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen Megan Claeys onder leiding van Prof. Dr. Johan Christiaens

2

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Het effect van lage rentevoeten op het management van erkende sociale secretariaten Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen Megan Claeys onder leiding van Prof. Dr. Johan Christiaens

4 Vertrouwelijkheidsclausule Permission: Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Megan Claeys II

5 Woord vooraf Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn vierjarige opleiding tot Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen, afstudeerrichting Accountancy. Het was een grote uitdaging die ik met heel veel goesting en interesse heb aangenomen. Het harde werk heeft uiteindelijk tot dit resultaat geleid. Ik heb echter veel hulp en medewerking gekregen. Bij deze wil ik graag enkele mensen bedanken die mij in deze periode gesteund en begeleid hebben. Als eerste wil ik graag mijn promotor bedanken, Prof. Dr. Johan Christiaens, om mij de kans te geven dit onderwerp uit te werken. Hij nam ook de tijd en moeite om naar mij te luisteren, mijn vragen te beantwoorden en feedback te geven. Daarnaast wil ik ook enkele mensen bedanken die mij geholpen hebben meer inzicht te krijgen in en voeling te krijgen met het onderwerp van mijn masterproef, namelijk Thierry Jacobs, Kurt Serruys en Gwendoline Hoorelbeke. Mijn dank gaat ook uit naar alle mensen die hun medewerking verleend hebben aan mijn empirisch veldonderzoek. Tenslotte wil ik ook mijn mama, papa, broer en zus heel hard bedanken. In het bijzonder wil ik mijn papa bedanken die, naast mijn klankbord, ook diegene was die telkens feedback gaf en mijn masterproef kritisch nakeek. Megan Claeys Oostkamp, 18 mei 2015 III

6 Inhoudsopgave Vertrouwelijkheidsclausule Woord vooraf Lijst van gebruikte afkortingen Lijst van grafieken Lijst van tabellen Lijst van figuren Inleiding... 1 Hoofdstuk 1: Afbakening van het onderwerp Erkende sociale secretariaten Omschrijving Ontstaan en evolutie Diensten Erkenning Plichten Rechten Financiële opbrengsten van erkende sociale secretariaten Bancaire behoeften Lage rentevoeten Management van erkende sociale secretariaten Hoofdstuk 2: Onderzoeksmethodologie Kwantitatief onderzoek Gegevensverzameling Gegevensverwerking en -analyse Kwalitatief onderzoek Gegevensverzameling Gegevensverwerking en -analyse IV

7 Hoofdstuk 3: Financiële sectoranalyse Resultatenrekening Financiële opbrengsten en resultaten Bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten Literatuur Inkomsten in de non-profit sector Rentegevoelige inkomsten van financiële instellingen Balans Ratio-analyse Toegevoegde waarde Rendabiliteit Solvabiliteit Liquiditeit Hoofdstukbesluit Hoofdstuk 4: Empirisch veldonderzoek Enkele verduidelijkingen Tijdstip en omvang van de facturatie door erkende sociale secretariaten Financiële opbrengsten Bespreken en verklaren van de resultaten van de financiële sectoranalyse Het stijgend belang van het bedrijfsresultaat Het stijgende bedrijfsresultaat Bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten Beperkingen in de bedrijfsvoering als gevolg van de erkenning Toekomst van de sector Hoofdstukbesluit Algemeen besluit Lijst van geraadpleegde werken V

8 Bijlagen Bijlage 1: Lijst van erkende sociale secretariaten op 6 augustus Bijlage 2: Te onderzoeken populatie Bijlage 3: Vragenlijst Bijlage 4: aan respondenten Bijlage 5: Lijst van respondenten Bijlage 6: Verklaring van vertrouwelijkheid Bijlage 7: Interviews Bijlage 8: Horizontale analyse van de resultatenrekening Bijlage 8.1: Financiële opbrengsten en resultaten (sector) Bijlage 8.2: Bedrijfsresultaat (sector) Bijlage 8.3: Bedrijfsresultaat (VOL) Bijlage 8.4: Bedrijfsresultaat (VKT) Bijlage 9: Verticale analyse van de resultatenrekening Bijlage 9.1: Resultaten (sector) Bijlage 9.2: Bedrijfsopbrengsten (VOL) Bijlage 10: Horizontale analyse van de balans Bijlage 10.1: Activa (sector) Bijlage 10.2: Passiva (sector) Bijlage 11: Ratio-analyse VI

9 Lijst van gebruikte afkortingen CBN DmfA Eonia Esv Euribor FOD Financiën FOD Sociale Zaken KBO RSZ Sicav SZ USS WIB VTE Vzw Commissie voor Boekhoudkundige Normen Déclaration multifonctionnelle - multifunctionele Aangifte Euro Overnight Average Economisch samenwerkingsverband Euro Interbank Offered Rate Federale Overheidsdienst Financiën Federale Overheidsdienst Sociale Zaken Kruispuntbank van Ondernemingen Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid Société d investissement à capital variable Sociale Zekerheid Unie van erkende Sociale Secretariaten Wetboek van de Inkomstenbelastingen Voltijdse equivalenten Vereniging zonder winstoogmerk VII

10 Lijst van grafieken Grafiek 1: Euribor rentetarief op één week (NBB, 2015) Grafiek 2: Financiële opbrengsten (sector) Grafiek 3: Bedrijfsresultaat en resultaat van het boekjaar (sector) Grafiek 4: Omzet (VOL) Grafiek 5: Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (sector) Grafiek 6: Afschrijvingen, waardeverminderingen en andere bedrijfskosten (sector) Grafiek 7: Bestemde fondsen (sector) Grafiek 8: Bruto toegevoegdewaardemarge (%) Grafiek 9: Aandeel van de personeelskosten in de bruto toegevoegde waarde (%) Grafiek 10: Bruto- en nettorendabiliteit van het totaal van de activa vóór Grafiek 11: Bruto- en nettorendabiliteit van de bedrijfsactiva vóór belastingen (%) Grafiek 12: Bruto- en nettorendabiliteit van het eigen vermogen na belastingen (%) Grafiek 13: Lange termijnschuldgraad (%) en dekking totaal vreemd vermogen Grafiek 14: Liquiditeitsratio in ruime zin of de current ratio Grafiek 15: Werkgevers (in de private sector) aangesloten bij een erkend Lijst van tabellen Tabel 1: Erkende sociale secretariaten die behoren tot een groep Tabel 2: Structuur van de vragenlijst Tabel 3: Lijst van erkende sociale secretariaten op 6 augustus 2014 (B.S. 25 augustus 2014) Tabel 4: Te onderzoeken populatie Tabel 5: Financiële opbrengsten en resultaten (sector) Tabel 6: Bedrijfsresultaat (sector) Tabel 7: Bedrijfsresultaat (VOL) Tabel 8: Bedrijfsresultaat (VKT) Tabel 9: Resultaten (sector) Tabel 10: Bedrijfsopbrengsten (VOL) Tabel 11: Activa (sector) Tabel 12: Passiva (sector) Tabel 13: Ratio-analyse VIII

11 Lijst van figuren Figuur 1: Tijdlijn eerste kwartaal met uiterste betaaldata per kwartaal voor de sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing Figuur 2: Tijdlijn eerste kwartaal met uiterste betaaldata per maand voor de sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing IX

12 Inleiding De focus van deze masterproef ligt op de erkende sociale secretariaten. Zij zijn opgericht als antwoord van de werkgevers op de uitgebreide en ingewikkelde sociale reglementeringen in België (Cootjans, & Dillemans, 1991). Maar liefst 91,34% van de werkgevers was in 2014 aangesloten bij een erkend sociaal secretariaat (Dhr. Gijbels, persoonlijke communicatie, 27 maart 2015). De hoofdopdracht van een erkend sociaal secretariaat is het uitvoeren van de loonberekeningen voor de aangesloten werkgevers, het ontvangen van de sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing en het doorstorten van deze gelden naar de RSZ en de FOD Financiën (infra, p. 5). Tot een aantal jaren terug was deze opdracht erg winstgevend. Dit omdat de erkende sociale secretariaten de ontvangen bedragen een periode mogen bijhouden alvorens door te storten (infra, p. 13). Tijdens deze periode worden de gelden belegd waardoor financiële opbrengsten gegenereerd worden. Sinds de financiële crisis in 2008 uitbrak zijn de rentevoeten drastisch gedaald waardoor de financiële opbrengsten van de erkende sociale secretariaten geslonken zijn (infra, p. 28). Halverwege 2010 werd de problematische situatie van de sector een eerste keer publiekelijk aangekaart. Dalende financiële inkomsten, steeds terugkerende zware investeringen en een verzadigde markt zetten de grote spelers blijkbaar aan tot overnames, fusies, allianties en besparingen (Mouton, 2010). Eind 2011 verklaarde de Unie van de erkende Sociale Secretariaten (USS) dat het water aan de lippen stond (USS, 2012). De operationele verliezen konden immers niet langer volledig gecompenseerd worden door de financiële opbrengsten. De USS verklaarde toen dat er extra kosten zouden doorgerekend worden aan de werkgevers. Het effect van de dalende rentevoeten op de financiële situatie van de erkende sociale secretariaten blijkt nu pas goed duidelijk te worden. Tijdens het schrijven van deze masterproef is de financiële malaise een feit verklaart de voorzitter van de USS (Rasking, 2015). Volgens de voorzitter is het aandeel van de financiële inkomsten in de omzet gedaald van 33% in 2008 naar amper 9% in 2013 en draaide één derde van de erkende sociale secretariaten verlies in Daarnaast is het volgens hem commercieel onmogelijk geworden de steeds stijgende werkingskosten door te rekenen aan de werkgevers, waar deze vroeger gecompenseerd werden door de beleggingswinsten op de sociale bijdragen en de bedrijfsvoorheffing. Het actuele karakter van deze problematiek en bovenstaande uitlatingen hebben geleid tot de volgende onderzoeksvraag: Wat is het effect van lage rentevoeten op het management van erkende sociale secretariaten? 1

13 Deze masterproef heeft de mogelijkheid om bij te dragen tot de literatuur op twee manieren. Ten eerste worden erkende sociale secretariaten bestudeerd in deze masterproef. Onder meer door het actuele karakter van deze problematiek is er weinig tot geen literatuur over deze instellingen. Ten tweede, gaat dit onderzoek na hoe organisaties of ondernemingen, die sterk afhankelijk zijn van financiële opbrengsten, omgaan met dalende rentevoeten. Om een antwoord te formuleren op bovenstaande onderzoeksvraag worden er zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden gebruikt, namelijk documentenanalyse en semigestructureerde interviews. De sector van de erkende sociale secretariaten wordt financieel doorgelicht over de periode Dit d.m.v. horizontale en verticale analyse van de resultatenrekening en de balans van de sector en de analyse van relevante ratio s. Via semigestructureerde interviews met leidinggevenden van een aantal erkende sociale secretariaten worden de resultaten van het kwantitatief onderzoek verder uitgediept. Deze masterproef is als volgt gestructureerd. Het eerste hoofdstuk omschrijft het onderwerp van deze masterproef waarbij elk element van de onderzoeksvraag nader beschreven wordt. Eerst wordt het begrip erkend sociaal secretariaat omschreven. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op de financiële opbrengsten die een erkend sociaal secretariaat genereert. Tenslotte wordt het management van erkende sociale secretariaten behandeld. Het tweede hoofdstuk behandelt de onderzoeksmethodologie. Hierin wordt telkens de aard van het onderzoek, de gegevensverzameling, -verwerking en -analyse beschreven. Het derde en vierde hoofdstuk omvat de analyse en resultaten van het empirisch onderzoek. Deze masterproef sluit af met een algemeen besluit waarin de resultaten en conclusies worden samengevat. Tenslotte worden er ook enkele aanbevelingen gegeven voor verder onderzoek. 2

14 Hoofdstuk 1: Afbakening van het onderwerp Dit hoofdstuk omschrijft het onderwerp van deze masterproef waarbij elk element van de onderzoeksvraag nader beschreven wordt. Eerst wordt het begrip erkend sociaal secretariaat omschreven. Elementen die hierbij aan bod komen zijn het ontstaan en hun taken, de erkenningsvoorwaarden, hun rechten en plichten. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op de financiële opbrengsten die een erkend sociaal secretariaat genereert. Belangrijk hierbij zijn hun bancaire behoeften en de evolutie van de van toepassing zijnde rentetarieven. Tenslotte wordt het management van erkende sociale secretariaten behandeld. 1.1 Erkende sociale secretariaten Omschrijving Ontstaan en evolutie De voorlopers van de erkende sociale secretariaten bestonden reeds vóór de tweede wereldoorlog en dus vóór de uitwerking van het sociale zekerheidsstelsel in 1945 (Cootjans, & Dillemans, 1991; Reynders, 2007). In de jaren 20, toen bepaalde verplichtingen opgelegd werden aan de werkgevers, ontstonden de eerste sociale diensten opgericht voor en door werkgevers. De haven van Antwerpen was pionier op dit vlak (Cootjans, & Dillemans, 1991; Reynders, 2007). Het complexe karakter van de tewerkstelling van personeel in de haven en de grote mobiliteit van de arbeidskrachten zorgden al snel voor een patronale en sociale dienstverlening. In 1937 drong koninklijk commissaris voor de Middenstand, Fernand Collin, aan op de oprichting van instellingen die de zelfstandigen zouden kunnen helpen bij het vervullen van hun verplichtingen als werkgever (Cootjans, & Dillemans, 1991; Reynders, 2007). De toenemende omvang en complexiteit van de sociale wetgeving versterkten de behoefte aan deze instellingen. De intrede van de Sociale Zekerheid (SZ) zorgde voor een aanzienlijke verzwaring van de sociale administratie voor de werkgevers (Cootjans, & Dillemans, 1991; Reynders, 2007). Om dit alles met succes te kunnen invoeren werd de rol van sociale secretariaten als essentieel beschouwd. De besluitwet van 28 december bepaalde uiteindelijk de erkenning van instellingen, sociale secretariaten, die werkgevers bijstaan in het vervullen van hun sociale verplichtingen. In 1945 werd ook de beroepsvereniging van de sociale secretariaten opgericht, genaamd Vereniging der erkende sociale secretariaten van werkgevers (Reynders, 2007). 1 Besluitwet 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 3

15 Na 1945 kenden de sociale secretariaten een toenemend succes (Reynders, 2007). Het aantal erkende sociale secretariaten steeg van 28 in 1946 naar 50 in ,41% van de werkgevers had zich op dat moment aangesloten bij een erkend sociaal secretariaat. De organisatie van de SZ was helaas onsamenhangend en de reglementaire voorschriften zeer ingewikkeld volgens de beroepsvereniging van de sociale secretariaten (Reynders, 2007). De nood aan een duidelijker raamwerk drong zich op. De RSZ-wet 2 herzag het statuut van de erkende sociale secretariaten. Nadien herzag het RSZ-besluit 3 het statuut van de erkende sociale secretariaten opnieuw. Deze herziening verhoogde het gezag en het prestige van de erkende sociale secretariaten (Cootjans, & Dillemans, 1991; Reynders, 2007). Terwijl het aantal bijkantoren steeg van 59 naar 184 tijdens de periode , daalde het aantal erkende sociale secretariaten van 50 naar 45 (Reynders, 2007). In 1998 werden de erkenningsvoorwaarden verder verfijnd via een koninklijk besluit (KB van 20 juli ). In 2003 was 87% van de werkgevers aangesloten bij een erkend sociaal secretariaat (Reynders, 2007). In 2007 verandert de beroepsvereniging haar naam in Unie van erkende Sociale Secretariaten. Deze vereniging heeft als doel de activiteit van haar voorganger verder te zetten, namelijk het bestuderen, bevorderen en verdedigen van de beroepsbelangen van haar leden (Reynders, 2007, p. 76). Het aantal erkende sociale secretariaten is ondertussen verder gedaald naar 38 in Bijlage 1 geeft een overzicht van de erkende sociale secretariaten op dat ogenblik. Volgens de meest recente cijfers, die de USS in haar bezit heeft, was 91,34% van de werkgevers aangesloten bij een erkend sociaal secretariaat in 2014 (Dhr. Gijbels, persoonlijke communicatie, 27 maart 2015). Erkende sociale secretariaten zijn dus opgericht als antwoord van de werkgevers op de uitgebreide en ingewikkelde sociale reglementeringen in België (Cootjans, & Dillemans, 1991). Dit is dan ook de reden waarom erkende sociale secretariaten een exclusief Belgisch fenomeen zijn. Dit betekent echter niet dat er geen soortgelijke ondernemingen bestaan in het buitenland. Ondernemingen in het buitenland kiezen er steeds meer voor om bepaalde activiteiten uit te besteden aan derden (Gilley, Greer, & Rasheed, 2004; Belcourt, 2006; Stroh, & Treehuboff, 2008). De loonadministratie is, volgens deze studies, één van de activiteiten die het vaakst wordt uitbesteed. Dit omdat die meestal niet tot de kernactiviteiten behoort van een onderneming. 2 Wet 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 3 Koninklijk besluit 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 4 Koninklijk besluit 20 juli 1998 van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 5 Lijst van de erkende sociale secretariaten van werkgevers en hun bijkantoren op datum van 6 augustus

16 Diensten Werkgevers in België kunnen er voor kiezen om een zogenaamde mandataris aan te stellen in het kader van hun sociale administratie (Algemene Beginselenwet 6, art. 31ter., 1). Er zijn twee types mandatarissen (Algemene Beginselenwet, art. 31ter., 2), namelijk sociale dienstverrichters en erkende sociale secretariaten. Een werkgever is echter niet verplicht zich aan te sluiten bij één van beide (Belgische Overheidsdiensten, 2012). Sociale dienstverrichters is een verzamelnaam voor dienstverleners gaande van boekhouders tot grote HRM-kantoren die technisch in staat zijn elektronische berichten te versturen aan de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid (RSZ) in het voorgeschreven formaat, die zich als dusdanig hebben geïdentificeerd bij de RSZ en die de instructies van de administratie naleven (De Sociale Zekerheid, 2015, p. 1). Centraal in deze masterproef staan echter de erkende sociale secretariaten. Een erkend sociaal secretariaat heeft als (statutair) doel in naam en voor rekening van zijn aangeslotenen de wettelijke en reglementaire formaliteiten te vervullen waartoe deze in hun hoedanigheid van werkgevers gehouden zijn, alsmede het verlenen van de nodige informatie en bijstand ter zake (RSZ-besluit, art. 44, 1). Bij deze hebben ze de bevoegdheid om de aangesloten werkgevers te vertegenwoordigen bij de bevoegde instanties. Deze instanties zijn instellingen die belast zijn met het beheer van de sociale wetgeving en de administratie van de directe belastingen. Het erkend sociaal secretariaat vervult alle formaliteiten, doet de nodige aangiftes en doorstortingen in naam en voor rekening van de aangeslotenen (Cootjans, & Dillemans, 1991). Hoewel deze laatste opdracht centraal staat in deze masterproef is dit slechts een basisopdracht van een erkend sociaal secretariaat. Door de toenemende omvang en complexiteit van de sociale reglementeringen is de omvang en de diversiteit van het dienstenaanbod van erkende sociale secretariaten toegenomen (Reynders, 2007). Reynders (2007, p. 8-9) deelt de werkzaamheden van erkende sociale secretariaten als volgt in: Administratieve bijstand voor de werkgever bij het vervullen van patronale formaliteiten; Hulp m.b.t. aanwerving en ontslag: Arbeidsovereenkomst, inschrijving in het personeelsregister, aanvraag voor kinderbijslag, aanvraag voor medisch onderzoek, arbeidsreglement, premie-aanvraag, aangifte aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de verwerkingen van persoonlijke gegevens, schorsing of beëindiging van de arbeidsovereenkomst, stopzetting van de activiteit,... 6 Wet 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. 5

17 Dienstverlening in loonadministratie en bedrijfsvoorheffing, zoals berekening van lonen per loonperiode, van bruto naar netto of omgekeerd, met afgifte van alle loondocumenten en statistieken, tot en met het geven van betaalopdrachten aan de bankinstellingen van de werkgevers, rekening houdend met alle paritaire comités; Het geven van strategisch advies en de koppeling van het personeelsbeheer aan het bedrijfsbeleid; Omzetten van wetswijzigingen in termen van personeelsbeheer; Het uitgeven van een informatieblad. De werkzaamheden van een erkend sociaal secretariaat worden wel, in geringe mate, beperkt door de wetgever (KB van 20 juli 1998). Activiteiten die geen verband vertonen met de wettelijke formaliteiten inzake tewerkstelling behoren niet tot de opdracht van een sociaal secretariaat. Voorbeelden die worden aangehaald zijn o.a. personeelsselectie, -beheer en -training, boekhouding en verzekeringen. Tussen de werkgever en het erkend sociaal secretariaat wordt een schriftelijke overeenkomst gesloten waarin bepaald wordt welke taken en verplichtingen de mandataris zal vervullen (Algemene Beginselenwet, art. 31quater, 1). De tussenkomst van een erkend sociaal secretariaat heeft voor de drie betrokken partijen voordelen (Cootjans, & Dillemans, 1991; Reynders, 2007; USS, 2015a). Volgens Cootjans en Dillemans (1991), Reynders (2007) en de USS (2015a) is de overheid verzekerd van een correcte toepassing van de wetten en reglementeringen waardoor ook de kwaliteit van de aangiften verhoogd wordt. Daarnaast geniet de overheid een hoge inningsgraad zonder extra kosten zoals personeel. De werkgever wordt dan weer (gedeeltelijk) ontlast van de steeds terugkerende administratieve verplichtingen waardoor hij meer tijd kan besteden aan zijn kerntaak als ondernemer (Cootjans, & Dillemans, 1991; Reynders, 2007, USS, 2015a). Het erkend sociaal secretariaat bezorgt de werknemer duidelijke informatie over zijn loon en waarborgt hem een accurate gegevensoverdracht zodat hij kan genieten van zijn rechten m.b.t. de SZ (Cootjans, & Dillemans, 1991; Reynders, 2007, USS, 2015a). Erkende sociale secretariaten onderscheiden zich van het andere type mandataris, de sociale dienstverrichters, door hun erkenning. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om erkend te kunnen worden, worden hierna omschreven. 6

18 1.1.2 Erkenning Art. 44 van het RSZ-besluit omschrijft de erkenningsvoorwaarden. Het voldoen aan deze voorwaarden is noodzakelijk, maar geen garantie dat de overheid het sociaal secretariaat effectief erkent. De voorwaarden (RSZ-besluit, art. 44, 1, 1-3) luiden als volgt: Het sociaal secretariaat moet opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw); De Raad van Bestuur van het sociaal secretariaat telt minstens twee vertegenwoordigers van een representatieve werkgeversorganisatie; Het sociaal secretariaat moet minstens 300 aangesloten werkgevers groeperen of minstens 100 aangesloten werkgevers groeperen die samen minstens werknemers in dienst hebben. Een representatieve werkgeversorganisatie wordt in art. 3 van de wet van 5 december gedefinieerd. Dit zijn interprofessionele organisaties van werkgevers die voor het gehele land zijn opgericht en die in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en in de Nationale Arbeidsraad zijn vertegenwoordigd. Vakorganisaties die deel uitmaken van deze interprofessionele organisaties en vakorganisaties die erkend worden door de koning als representatief in een bepaalde bedrijfstak, worden ook als representatieve werkgeversorganisaties gezien. De sociale secretariaten worden erkend door de minister van Sociale Zaken (RSZ-besluit, art. 45). Op basis van een gezamenlijk verslag met daarin het advies van de Sociale Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en de Inspectie van de RSZ wordt een beslissing genomen. De erkenning kan ingetrokken worden op basis van een gezamenlijk verslag van dezelfde diensten om volgende redenen (RSZ-wet, art. 27, 3, 1-3): Het sociaal secretariaat overtreedt wettelijke of reglementaire bepalingen of houdt zich niet aan de opgelegde verplichtingen (infra, p. 8); Het aantal van de aangesloten werkgevers of van de door hen tewerkgestelde werknemers is gedurende een ononderbroken periode van vier kwartalen lager dan de minima die zijn vastgelegd in de erkenningsvoorwaarden (supra, p. 7); 7 Wet 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. 7

19 Uit de resultaten van de kwaliteitsbarometer (infra, p. 10) blijkt dat er een blijvend gebrek is aan kwaliteit. Wanneer de erkenning wordt verleend of ingetrokken, wordt dit bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad (RSZ-besluit, art. 47). Daarnaast wordt elk jaar, in het vierde kwartaal, een lijst gepubliceerd met alle erkende sociale secretariaten. Eenmaal een sociaal secretariaat erkend is, moet het ook voortdurend voldoen aan een aantal verplichtingen. Deze worden in de volgende sectie beschreven Plichten Een eerste verplichting is een gevolg van de erkenningsvoorwaarden (supra, p. 7). Zo moet de Raad van Bestuur ten allen tijde minstens twee vertegenwoordigers van een representatieve werkgeversorganisatie tellen (RSZ-besluit, art. 48, 1). Daarnaast dient er bij de Nationale Bank van België of bij de Deposito- en Consignatiekas een waarborg gestort te worden. De hoogte van de waarborg wordt elk jaar op 1 januari aangepast en is afhankelijk van het aantal werknemers dat de aangesloten werkgevers tewerkstellen op 30 juni van het vorige jaar. De waarborgsom is bestemd tot gehele of gedeeltelijke dekking van de schuldvorderingen welke de bij het erkend sociaal secretariaat aangesloten werkgevers zouden kunnen laten gelden uit hoofde van de schade die zij hebben geleden als gevolg van het niet overdragen of betalen, door dit erkend sociaal secretariaat, van de aan de RSZ verschuldigde bedragen. (RSZ-besluit, 1, 2). Deze waarborg is geld van de erkende sociale secretariaten dat zij niet in de eigen organisatie kunnen investeren of optimaal kunnen laten renderen via financiële beleggingsinstrumenten. Vervolgens is een erkend sociaal secretariaat ook verplicht een boekhouding te voeren en een jaarrekening op te stellen (RSZ-besluit, art. 48, 2). De rekeningklassen één tot en met zeven geven de gewone bedrijfsuitvoering weer d.m.v. een balans en resultatenrekening. De boeking van verrichtingen van hun aangesloten werkgevers t.o.v. de overheid moet ten allen tijde gecontroleerd kunnen worden door de bevoegde ambtenaren. Als gevolg moeten erkende sociale secretariaten hun jaarrekening aanpassen door volgende rekeningen op te maken, zoals die bepaald zijn door de wetgever (RSZ-besluit, art. 48, 2): KLASSE 4 REKENINGEN VORDERINGEN SCHULDEN OP TEN HOOGSTE 1 JAAR 400 Aangeslotenen 460 Goedgekeurde betalingen 461 Voorziene betalingen RSZ 8

20 462 Voorziene betalingen BV 463 Voorziene betalingen Sociale Fondsen 4800 Toe te wijzen stortingen KLASSE 5 FINANCIELE REKENINGEN 52 Termijnrekeningen op ten hoogste één maand 55 Kredietinstellingen KLASSE 7 OPBRENGSTREKENINGEN 700 Beheersbijdragen KLASSE 9 ORDERREKENINGEN 9010 Aangeslotenen: Gefactureerde bedragen 931 RSZ-bijdragen 932 Bedrijfsvoorheffing 934 Sociale Fondsen 939 Beheersbijdragen 9100 Stortingen aangeslotenen 9210 Aangeslotenen: Toe te wijzen stortingen De doelstellingen van dit boekhoudkundig plan zijn de volgende (Instituut van de Bedrijfsrevisoren, 2013, p. 3): Nagaan of de geldmiddelen bij de erkende sociale secretariaten steeds beschikbaar zijn; Weergeven van de mutaties van de derdengelden en deze onderscheiden van de eigen middelen; Inzicht krijgen in de vorderingen en schulden van de erkende sociale secretariaten t.a.v. de aangesloten werkgevers; Opsplitsen in het vrije eigen vermogen en het gebonden eigen vermogen; Opsplitsen van liquide middelen in geldbeleggingen in eigen gelden en derdengelden; Weergeven van de correlatie tussen intresten samen met andere financiële opbrengsten en de belegde eigen gelden en de belegde derdengelden. 9

21 Dit boekingsschema is echter niet meer aangepast aan de huidige technische context. De orderrekeningen zijn in principe overbodig geworden aangezien alle verrichtingen geregistreerd worden op een grootboekrekening (Buffel, 2009). De RSZ moet op de hoogte gebracht worden van dit boekhoudkundig plan dat betrekking heeft op de boeking van de verrichtingen in het kader van de sociale zekerheidswetgeving (RSZ-besluit, 1, 5). Wanneer de RSZ-inspectie of de sociale inspectie van de FOD SZ dit vraagt moet men de volledige jaarrekening tonen (RSZ-besluit, 1, 10). Er moet ook beroep gedaan worden op een erkende bedrijfsrevisor die onafhankelijk handelt t.a.v. het erkend sociaal secretariaat en die toezicht uitoefent op de goede afhandeling van alle financiële verrichtingen van het erkend sociaal secretariaat (RSZ-besluit, 1, 4). 60 dagen na de goedkeuring van het jaarverslag moet de bedrijfsrevisor een schriftelijk verslag indienen bij de Minister van Sociale Zaken en bij de RSZ. Tenslotte worden nog volgende diverse verplichtingen opgelegd: Voor elke werkgever die aangesloten is bij het erkend sociaal secretariaat moet een volledig dossier samengesteld en bijgehouden worden op de plaats waar de maatschappelijke zetel is gevestigd of op het dichtst bij de werkgever gelegen bijkantoor (RSZ-besluit, 1, 3). Een erkend sociaal secretariaat moet zich houden aan de onderrichtingen van de betrokken administraties (RSZ-besluit, 1, 6). Wanneer een werkgever ontslag neemt of geschrapt wordt, dan moet het erkend sociaal secretariaat binnen de vijftien dagen na de gebeurtenis de Sociale Inspectie van de Federale Overheidsdienst Sociale Zaken (FOD Sociale Zaken) en de RSZ hiervan op de hoogte stellen (RSZ-besluit, 1, 9). Wijzigingen in de statuten van het sociaal secretariaat en in de samenstelling van de Raad van Bestuur dienen bekend gemaakt te worden in het Belgisch Staatsblad (RSZ-besluit, art. 49). Binnen acht dagen na deze publicatie moet dit ook meegedeeld worden aan het ministerie van Sociale Zaken. Opdat deze verplichtingen zouden worden nageleefd, worden de erkende sociale secretariaten sterk en intensief gecontroleerd (Belgische Federale Overheidsdiensten, 2012). De Sociale Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en de inspectie van de RSZ zijn belast met deze taak. (RSZ, 2015a). Wanneer de bevoegde administraties dit vragen moet men alle inlichtingen en relevante documenten doorgeven (RSZ-besluit, 1, 8). In 2009 zijn de controles geconcretiseerd door de invoering van de zogenaamde kwaliteitsbarometer (RSZ-wet, art. 27bis). Deze heeft als doel de kwaliteit te verbeteren van de gegevens en de gegevensuitwisseling met de instellingen van de SZ door de prestaties 10

22 van de erkende sociale secretariaten op een objectieve manier te evalueren. De kwaliteitsbarometer bestaat uit de volgende deelcontroles: Stilzwijgerscontroles, technische controles, financiële controles, systeemcontroles op prioritaire anomalieën in de multifunctionele aangifte (DmfA), systeemcontroles op niet-prioritaire anomalieën in de DmfA en crosscontroles. De RSZ (2015a) geeft meer uitleg bij enkele controles. Zo wordt er met technische controles nagegaan of de erkende sociale secretariaten de gegevens van de werkgevers correct gebruiken tijdens het opstellen van de sociale documenten en aangiften. Via financiële controles wordt nagegaan of de bedragen die de werkgever betaald heeft aan zijn erkend sociaal secretariaat door hen tijdig en correct zijn overgemaakt aan de bevoegde instellingen. Wanneer een aangifte niet ontvangen is, wordt via een stilzwijgerscontrole de oorzaak hiervan opgezocht. Tenslotte brengt de erkenning ook enkele rechten met zich mee. Deze worden hierna beschreven Rechten Het eerste recht dat de erkenning met zich meebrengt, is dat van de benaming. Erkend sociaal secretariaat van werkgevers is enkel voorbehouden aan de sociale secretariaten die erkend zijn (RSZ-besluit, art. 50). Op alle documenten (d.i. akten, aankondigingen, publicaties, ) moet de sociale benaming vermeld worden voorafgaand of gevolgd door de aanduiding Vereniging zonder winstoogmerk - Erkend sociaal secretariaat van werkgevers. Daarnaast moet ook het erkenningsnummer en de datum van het ministerieel besluit dat de erkenning verleent, vermeld worden (RSZ-besluit, 1, 7). Dit moet verwarring tussen erkende sociale secretariaten en sociale dienstverrichters voorkomen en het onderscheid tussen beiden duidelijker maken (Reynders, 2007). Het tweede recht heeft betrekking op de bevoegdheid van een erkend sociaal secretariaat om in naam en voor rekening van de aangeslotenen aangiften en doorstortingen uit te voeren (supra, p. 5). Erkende sociale secretariaten krijgen geen overheidssubsidies. De termijnen toegekend aan de erkende sociale secretariaten om de sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing, de zogenaamde derdengelden, door te storten naar de betreffende instellingen zijn wel langer dan de termijnen die zijn toegekend aan werkgevers (Cootjans, & Dillemans, 1991). Om het voordeel voor de erkende sociale secretariaten te illustreren, worden eerst de verplichtingen van de werkgever in dit kader omschreven. Deze zijn van toepassing op werknemers die in België in dienst zijn van een in België gevestigde werkgever of verbonden zijn aan een in België gevestigde exploitatiezetel (RSZ-wet, art. 3). Werkgevers moeten voor elke werknemer die ze tewerkstellen sociale bijdragen betalen aan de RSZ. De werkgever moet de bijdragen die de werknemer verschuldigd is, van zijn brutoloon inhouden (RSZ-wet, art. 23, 1). Dit ingehouden bedrag wordt verhoogd met de werkgeversbijdrage die de werkgever zelf moet betalen. Het totale bedrag wordt uiteindelijk overgemaakt aan de RSZ (RSZ-wet, art. 23, 2). 11

23 Art. 33, 34 en 35bis van het RSZ-besluit bepalen de timing van de aangifte en de betaling van de sociale bijdragen. Elke werkgever moet elk kwartaal een aangifte aan de RSZ overmaken. Deze aangifte heeft als doel het vaststellen van de sociale zekerheidsbijdragen die de werkgever moet betalen voor zijn personeel aan de RSZ en het eenmalig meedelen van de loon- en prestatiegegevens van alle werknemers aan de overheid (RSZ, 2015b). Door middel van deze aangifte kent de werkgever het bedrag dat hij verschuldigd is aan de RSZ op het einde van elk kwartaal d.i. op 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december (RSZbesluit, art. 34). De betaling ervan moet uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op dit kwartaal gebeuren d.i. op 30 april, 31 juli, 31 oktober en 31 januari (RSZ-besluit, art. 33, 2). De meeste werkgevers zijn echter verplicht om maandelijks voorschotten te betalen. Dit is het geval wanneer de werkgever in het voorlaatste kwartaal minstens euro aan sociale bijdragen verschuldigd was aan de RSZ (RSZ-besluit, art. 34). Deze worden berekend als een percentage op de verschuldigde bijdragen van het overeenkomstige kwartaal van het voorafgaande jaar (RSZ, 2015c). De voorschotpercentages voor de eerste, tweede en derde maand van het kwartaal zijn respectievelijk 30%, 30% en 25%. Voor het vierde kwartaal gelden er andere percentages, namelijk 30%, 35% en 15%. De voorschotten moeten uiterlijk de vijfde dag volgend op elke maand van het lopende kwartaal betaald zijn. Het openstaande saldo op het einde van het kwartaal moet uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal betaald zijn. Naast de sociale bijdragen zijn ondernemingen ook bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de lonen die zij betalen of toekennen aan hun werknemers en bedrijfsleiders volgens art. 270 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB). De werkgever moet de bedrijfsvoorheffing van het loon van de werknemer inhouden na aftrek van de sociale bijdragen en betalen aan de Federale Overheidsdienst Financiën (FOD Financiën). WIB, art. 412 bepaalt de timing van de betaling van de bedrijfsvoorheffing. De bedrijfsvoorheffing dient betaald te worden binnen de vijftien dagen volgend op de maand waarin de inkomsten werden betaald of toegekend. Indien de bedrijfsvoorheffing in het vorige jaar minder dan euro (niet geïndexeerd) bedroeg, dan dient de bedrijfsvoorheffing uiterlijk vijftien dagen na het einde van het trimester waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend betaald te zijn. Uiterlijk op 15 december dient de werkgever een voorschot op de bedrijfsvoorheffing van het vierde trimester betaald te hebben. Dit voorschot is gelijk aan de werkelijke verschuldigde bedrijfsvoorheffing voor de maanden oktober en november van het betreffende jaar. Indien de bedrijfsvoorheffing in het voorgaande jaar meer dan euro bedroeg, dan dient de bedrijfsvoorheffing die betrekking heeft op de inkomsten die zijn betaald of toegekend in de eerste vijftien dagen van december uiterlijk op 24 december betaald te zijn. Als werkgevers deze verplichtingen niet zelf vervullen, maar uitbesteden aan een erkend sociaal secretariaat, dan betaalt de werkgever de sociale bijdragen en de bedrijfsvoorheffing aan het erkend sociaal secretariaat. De uiterlijke betaaldata hierboven beschreven blijven van toepassing. Als gevolg van de 12

24 erkenning beschikken de erkende sociale secretariaten wel over extra termijnen om de doorstorting uit te voeren naar de RSZ en de FOD Financiën. Art. 33, 34 en 35bis van het RSZ-besluit bepalen de extra termijnen m.b.t. de sociale bijdragen. Erkende sociale secretariaten beschikken over een extra termijn van veertien werkdagen die begint te lopen vanaf de uiterlijke betaaldatum voor werkgevers m.a.w. de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal waarvoor de sociale bijdragen aan de RSZ verschuldigd zijn (RSZ-besluit, art 33). Vóór 2012 bedroeg deze extra termijn twintig werkdagen 8. Er geldt een extra termijn van zes werkdagen wanneer het gaat om maandelijkse voorschotten (RSZ-besluit, art. 34). Deze termijn begint te lopen vanaf de uiterlijke betaaldatum voor werkgevers m.a.w. de vijfde dag volgend op elke maand van het lopende kwartaal. Erkende sociale secretariaten beschikken dus over minstens veertien werkdagen (d.i. zes werkdagen in het geval van maandelijkse voorschotten) tussen het innen van de sociale bijdragen en de doorstorting ervan naar de RSZ op voorwaarde dat de werkgever zijn sociale bijdragen op tijd betaalt aan het erkend sociaal secretariaat. Voor de betaling van de bedrijfsvoorheffing gelden gelijkaardige regels (WIB, art ). Het is bij administratieve toegeving toegestaan dat de erkende sociale secretariaten de bedrijfsvoorheffing betalen uiterlijk de voorlaatste dag van de maand volgend op de maand of het kwartaal waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend. De bedrijfsvoorheffing die betrekking heeft op de maand november moet uiterlijk op 24 december betaald worden. De uiterste betaaldatum voor het voorschot op de bedrijfsvoorheffing die betrekking heeft op het vierde kwartaal en de bedrijfsvoorheffing die betrekking heeft op de inkomsten die zijn betaald of toegekend tijdens de eerste vijftien dagen van de maand december, blijft geldig, namelijk 24 december. Figuur 1 en 2 tonen een tijdlijn waarin de uiterlijke betaaldata respectievelijk per kwartaal en per maand worden weergegeven en dit voor het eerste kwartaal. De groene lijnstukken geven de minimumperiode aan waarin de erkende sociale secretariaten over de bedrijfsvoorheffing kunnen beschikken alvorens deze door te storten naar de FOD Financiën. De rode lijnstukken geven de minimumperiode aan waarin ze over de sociale bijdragen kunnen beschikken alvorens deze door te storten naar de RSZ. 8 Koninklijk besluit 2 juli 2012 tot vermindering van de termijnen waarover de erkende sociale secretariaten beschikken om bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de aangiften te doen van hun aangeslotenen en om de bijdragen van de aangeslotenen te storten. 13

25 BEGIN 1STE KWARTAAL BEGIN 2DE KWARTAAL SB: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR WG SB: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR ESS 1/01/2015 1/02/2015 1/03/2015 1/04/2015 1/05/2015 BV: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR WG BV: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR ESS Figuur 1: Tijdlijn eerste kwartaal met uiterste betaaldata per kwartaal voor de sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing BEGIN 1STE MAAND BEGIN 2DE MAAND BEGIN 3DE MAAND BEGIN 4DE MAAND SB JAN: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR ESS SB FEB: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR ESS SB MAA: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR ESS SB SALDO: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR ESS SB JAN: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR WG SB FEB: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR WG SB MAA: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR WG SB SALDO: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR WG 1/01/2015 1/02/2015 1/03/2015 1/04/2015 1/05/2015 BV JAN: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR WG BV FEB: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR WG BV MAA: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR WG BV JAN: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR ESS BV FEB: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR ESS BV MAA: UITERLIJKE BETAALDATUM VOOR ESS Figuur 2: Tijdlijn eerste kwartaal met uiterste betaaldata per maand voor de sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing In 2014 ontvingen en stortten de erkende sociale secretariaten 32 miljard euro sociale bijdragen aan de RSZ en 19 miljard euro bedrijfsvoorheffing aan de FOD Financiën (USS, 2015b). Erkende sociale secretariaten maken van deze extra termijnen gebruik om deze gelden, de ontvangen sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing, te beleggen. Op die manier genereren de erkende sociale secretariaten financiële opbrengsten. Zoals in de inleiding werd aangehaald zijn deze sterk gedaald als gevolg van de dalende rentevoeten. Deze masterproef wil nagaan wat het effect is van deze lage rentevoeten op het management van de erkende sociale secretariaten. Daarom wordt er in de volgende secties enerzijds dieper ingegaan op hoe de financiële opbrengsten gerealiseerd worden. Belangrijk hierbij zijn de bancaire behoeften en de evolutie van de van toepassing zijnde rentetarieven. Anderzijds wordt beschreven wat het management van een erkend sociaal secretariaat kan betekenen. 14

26 1.2 Financiële opbrengsten van erkende sociale secretariaten Bancaire behoeften De hoofdopdracht van een erkend sociaal secretariaat is het uitvoeren van de loonberekeningen voor de aangesloten werkgevers, het ontvangen van de sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing en het doorstorten van deze gelden naar de RSZ en de FOD Financiën. Het erkend sociaal secretariaat heeft hierbij nood aan bancaire diensten. De eerste dienstverlening waarop erkende sociale secretariaten beroep doen, is de operationele organisatie van het betalingsverkeer tussen het erkend sociaal secretariaat, de werkgever, de werknemer, de RSZ en de FOD Financiën. Een eerste taak van erkende sociale secretariaten is het uitvoeren van de loonberekeningen. Eenmaal deze berekeningen zijn gedaan, heeft de werkgever twee mogelijkheden (T. Jacobs, persoonlijke communicatie, 30 oktober 2014). Enerzijds kan de werkgever beslissen om de lonen zelf uit te betalen op basis van de berekeningen van het erkend sociaal secretariaat. Anderzijds kan de werkgever beslissen om het sociaal secretariaat een volmacht te verlenen voor de uitbetaling van de lonen. In dit geval stuurt het sociaal secretariaat, na de loonberekeningen, het loonbestand naar de bank van de werkgever en worden de transacties onmiddellijk uitgevoerd. Volgens schattingen verlenen 80% van de werkgevers een volmacht aan hun erkend sociaal secretariaat (T. Jacobs, persoonlijke communicatie, 30 oktober 2014). Een tweede taak van erkende sociale secretariaten is het ontvangen van de sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing en het doorstorten van deze gelden aan de RSZ en de FOD Financiën. De werkgever heeft na de berekening van de verschuldigde bedragen opnieuw twee mogelijkheden (T. Jacobs, persoonlijke communicatie, 30 oktober 2014). Enerzijds kan de werkgever beslissen om de bedragen zelf over te maken aan het erkend sociaal secretariaat d.m.v. een overschrijving. Anderzijds kan de werkgever beslissen om gebruik te maken van een domiciliering ten gunste van het erkend sociaal secretariaat. In dit geval zal het verschuldigde bedrag ongeveer twee dagen voor de uiterste betaaldatum voor werkgevers van de rekening van de werkgever gehaald worden. In beide gevallen worden de bedragen uiteindelijk gecentraliseerd op één rekening van het erkend sociaal secretariaat (T. Jacobs, persoonlijke communicatie, 30 oktober 2014; K. Serruys, persoonlijke communicatie, 12 december 2014). De tweede dienstverlening waarop erkende sociale secretariaten beroep doen, is het optimaal laten renderen van de ontvangen sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing tijdens de extra termijnen waarover ze beschikken. Op deze manier worden de financiële opbrengsten gerealiseerd. Het aantal mogelijke beleggingsinstrumenten is echter beperkt aangezien de termijnen zeer kort zijn. Daarnaast kunnen erkende sociale secretariaten het zich niet veroorloven risico s te nemen. De derdengelden moeten immers correct en tijdig doorgestort worden. Het meest gebruikte en risicovrije beleggingsinstrument waarvan erkende 15

27 sociale secretariaten gebruik maken is een lopende zichtrekening, al dan niet gekoppeld aan een extra vergoeding (T. Jacobs, persoonlijke communicatie, 30 oktober 2014; G. Hoorelbeke, persoonlijke communicatie, 21 november 2014; K. Serruys, persoonlijke communicatie, 12 december 2014). Aangezien erkende sociale secretariaten vzw s zijn en bijgevolg geen aandeelhouders hebben, blijft de winst in de onderneming. Naargelang de mogelijkheden van de erkende sociale secretariaten kunnen ze er voor kiezen om ook de beschikbare eigen middelen te beleggen. Met deze middelen kan er op langere termijn belegd worden. In dit geval is het gamma aan beleggingsinstrumenten groter met o.a. spaarrekeningen, termijnrekeningen, overheidsobligaties, sicavs (Société d investissement à capital variable), (T. Jacobs, persoonlijke communicatie, 30 oktober 2014; G. Hoorelbeke, persoonlijke communicatie, 21 november 2014). De omvang van de financiële opbrengsten is afhankelijk van de wettelijke doorstortingstermijnen en het rendement van de beleggingen. Naast de inkorting van de doorstortingstermijn van de sociale bijdragen heeft vooral de daling van de rentetarieven een grote impact op de omvang van de financiële opbrengsten van de erkende sociale secretariaten. De van toepassing zijnde rentevoeten worden hierna beschreven Lage rentevoeten Bij het bepalen van de rente, die een erkend sociaal secretariaat ontvangt bij de belegging van de derdengelden, zal de bank zich vooral baseren op de Euribor rentetarieven of op het Eonia rentetarief. De Euribor rentetarieven (Euro Interbank Offered Rate) zijn de gemiddelde rentetarieven waartegen een groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro s verstrekken (Global-rates, 2015a). Deze tarieven gelden als maatstaf voor diverse (afgeleide) renteproducten zoals spaarrekeningen en hypotheken. Er zijn verschillende looptijden mogelijk gaande van 1 week tot 12 maanden. De hoogte van deze rentevoeten wordt beïnvloed door diverse factoren, o.a. vraag en aanbod, groei van de economie, hoogte van de inflatie, kredietwaardigheid van de banken, consumentenvertrouwen, (Global-rates, 2015a). Het Eonia rentetarief (Euro Overnight Average) is het eendaagse interbancaire rentetarief voor de eurozone m.a.w. het rentetarief waartegen een groep van Europese banken elkaar leningen verstrekken in euro s met een looptijd van één dag (Global-rates, 2015b). Het Eonia rentetarief wordt momenteel minder gebruikt als basis voor de vergoeding wegens zijn negatieve waarde (G. Hoorelbeke, persoonlijke communicatie, 21 november 2014; K. Serruys, persoonlijke communicatie, 12 december 2014). Hoewel de vergoeding, die gekoppeld is aan een zichtrekening, meestal variabel is, melden enkele banken dat het ook mogelijk is om de rente voor een bepaalde periode, 16

28 bijvoorbeeld voor drie maanden, vast te leggen (G. Hoorelbeke, persoonlijke communicatie, 21 november 2014; K. Serruys, persoonlijke communicatie, 12 december 2014). Grafiek 1 toont het verloop van het Euribor rentetarief op één week tijdens de periode (NBB, 2015). Deze periode van één week ligt het dichtst bij de extra termijnen waarover de erkende sociale secretariaten beschikken tussen het ontvangen en doorstorten van de derdengelden. Het Euribor rentetarief bereikt zijn hoogtepunt eind 2008 met een waarde van 5,019%. Daarna breekt de financiële crisis los waardoor het rentetarief een duik neemt. Het rentetarief piekt nog eens in 2011 op 1,473%, maar bereikt nooit meer het niveau van vóór Op het einde van 2014 is de rente zelfs negatief, -0,015%. Grafiek 1: Euribor rentetarief op één week (NBB, 2015) Deze daling van de rentetarieven heeft vanzelfsprekend een grote impact op de omvang van de financiële opbrengsten die de erkende sociale secretariaten kunnen genereren via de belegging van de derdengelden en eventueel eigen middelen. De daling van deze financiële opbrengsten zal ongetwijfeld een effect hebben op het management van de erkende sociale secretariaten. In de volgende sectie wordt dieper ingegaan op wat het management van erkende sociale secretariaten kan betekenen. 1.3 Management van erkende sociale secretariaten Daft (2004, p. 4) definieert management als volgt: The attainment of organizational goals in an effective and efficient manner through planning, organizing, leading and controlling organizational resources. Een organisatie streeft dus naar maximale realisatie van haar ondernemingsdoelstellingen door zo weinig mogelijk middelen te gebruiken. De doelstellingen van erkende sociale secretariaten zijn in eerste instantie 17

29 bepaald door de wetgever. De uitbreiding van de daaruit vloeiende diensten en zodoende een product van het management van erkende sociale secretariaten werd bestudeerd in enkele studies. Het (statutair) doel van een erkend sociaal secretariaat is als volgt: In naam en voor rekening van zijn aangeslotenen de wettelijke en reglementaire formaliteiten vervullen waartoe deze in hun hoedanigheid van werkgevers gehouden zijn, alsmede het verlenen van de nodige informatie en bijstand ter zake (RSZbesluit, art. 44, 1). Dit doel resulteert in diverse diensten (supra, p. 5). Cootjans en Dillemans (1991), Delmotte en Sels (2005) en Reynders (2007) spreken echter van een gevoelige uitbreiding van het dienstenaanbod sinds het ontstaan van de erkende sociale secretariaten. Voorbeelden die zij aanhalen zijn o.a. werving en selectie, opleiding en ontwikkeling, HR-consulting, Een eerste reden voor deze uitbreiding is de toenemende omvang en complexiteit van de sociale reglementeringen (Cootjans, & Dillemans; Reynders, 2007). Wijzigende reglementering, onduidelijke teksten, bijzondere en tijdelijke maatregelen zijn enkele voorbeelden die worden aangehaald. Een tweede reden volgens Cootjans en Dillemans (1991) is het feit dat erkende sociale secretariaten willen inspelen op alle mogelijke noden en behoeften van de werkgevers m.b.t. het sociaal recht. Delmotte en Sels (2005) en Vervoort (2007) halen nog twee andere redenen aan, namelijk de verzadiging van de markt en de kleine vergoeding die ze ontvangen voor de loonverwerking van de werkgevers. Erkende sociale secretariaten vragen immers een bijdrage voor hun geleverde diensten. De bijdrage voor een loonberekening is echter gelimiteerd (Reynders, 2007). Een ministeriële omzendbrief van 1945 bepaalt dat deze bijdrage niet hoger mag zijn dan 1% van het brutoloon. Het is echter niet waarschijnlijk dat de bovenvermelde extra diensten in het erkend sociaal secretariaat worden opgenomen. Activiteiten die geen verband vertonen met de wettelijke formaliteiten inzake tewerkstelling behoren immers niet tot de opdracht van een sociaal secretariaat volgens de wetgever (supra, p. 6). Daarnaast zijn erkende sociale secretariaten vzw s. Een vzw is die, welke niet nijverheids- of handelszaken drijft en welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan haar leden te verschaffen (Nieuwe vzwwet 9, art. 1). Deze definitie houdt in dat de vereniging commerciële activiteiten mag uitvoeren, maar dat die ondergeschikt moeten zijn aan de (statutaire) doelstelling van de vzw. Winstmaximalisatie mag, in tegenstelling tot in andere vennootschapsvormen, niet de primaire doelstelling zijn. Dit betekent echter niet dat er geen winst gemaakt mag worden. Deze winst moet gebruikt worden om het doel te bereiken en mag in geen geval uitgekeerd worden aan de vennoten (Demeyere, Govers, Poppe, Van Hecke, & Vincke, 2002; Matheï, 2005). 9 Wet 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen 18

30 Erkende sociale secretariaten behoren vaak, dus niet altijd, tot een groep en/of werken nauw samen met andere organisaties die HR-diensten aanbieden (Cootjans, & Dillemans, 1991; Reynders, 2007). Tabel 1 geeft een overzicht van een aantal erkende sociale secretariaten die opgenomen zijn in een groep van dienstverlenende organisaties met afzonderlijke entiteiten opgemaakt op basis van hun websites en jaarverslagen. Vaak voorkomende organisaties in deze groepen zijn o.a. ondernemingsloketten, verzekeringsfondsen, kinderbijslagfondsen, Deze hebben in veel gevallen dezelfde naam als het erkend sociaal secretariaat. Het is echter vaak, voor een buitenstaander, niet duidelijk welke diensten tot welke organisaties behoren. Erkenningsnummer Erkend Sociaal Secretariaat Groep 100 Group S Group S 110 Attentia, sociaal secretariaat Attentia 120 Securex sociaal secretariaat Securex 200 UCM, sociaal secretariaat UCM 250 Acerta sociaal secretariaat Acerta 290 Sociaal secretariaat van de gemiddelde klassen van de UCM provincie Luik 300 Partena, sociaal secretariaat voor werkgevers Partena 322 Acerta sud, sociaal secretariaat Acerta 510 Sociaal bureau ADMB Groep 600 Sociaal secretariaat Easypay Easypay Group 640 SD Worx SD Worx 810 Sociaal secretariaat voor handel en ambacht Easypay Group 910 Centrum voor loonbeheer CLB Group 920 SSE Easypay Group Tabel 1: Erkende sociale secretariaten die behoren tot een groep Op deze manier evolueren sommige erkende sociale secretariaten van een loutere loonberekenaar naar een globale HR-dienstverlener, een zogenaamde one-stop-shop-leverancier (Vervoort, 2007). Deze trend werd al opgemerkt door Martens, Timmermans, & Sels in 1994 toen ze het aanbod van diensten m.b.t. het personeelsbeleid onderzochten. Zij concludeerden dat erkende sociale secretariaten op zoek gingen naar mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen. Twee trends die opgemerkt werden waren specialisatie in bepaalde deelmarkten en het aanbieden van meerdere diensten. Vervoort onderzocht in zijn studie het bestaan van het laatste fenomeen en gaf het de naam, one-stop-shopping. Hij onderzocht de opkomst van dit fenomeen in Vlaanderen, alsook de bijhorende voor-en nadelen. Hij deed dit door o.a. interviews met enkele erkende sociale secretariaten en interimkantoren. Vervoort formuleert het begrip als volgt: De klant 19

31 kan met verschillende behoeften rond HR terecht bij één leverancier (2007, p. 92). Deze definitie veronderstelt een totaaloplossing. Uit dit onderzoek blijkt dat vooral erkende sociale secretariaten en uitzendbedrijven hun dienstenaanbod verbreden. Dit impliceert echter niet dat alle mogelijke HR-diensten worden aangeboden, het aantal blijft eerder beperkt. One-stop-shopping brengt zowel voor-als nadelen met zich mee (Vervoort, 2007). De leverancier, in dit geval het erkend sociaal secretariaat, kan genieten van schaalvoordelen. Daarnaast kan het erkend sociaal secretariaat zich differentiëren van de anderen op basis van dienstverlening. Een laatste voordeel volgt uit het opbouwen van een langdurige relatie met de klant. Met de kennis die de leverancier heeft over de klant, kan hij nog andere diensten trachten te verkopen aan de klant. Belangrijke mogelijke nadelen zijn de moeilijke coördinatie tussen de verschillende diensten en gebrek aan kwaliteit door een gebrek aan kennis van de verschillende dienstverleningen. Volgens Heselmans en Van Peteghem (2007) kan dit ook leiden tot een beknotting van de autonomie van het management van de verschillende entiteiten omdat de (algemene) strategie vaak boven hun hoofd geformuleerd wordt. De vaststelling dat, volgens de literatuur, een aantal erkende sociale secretariaten ondergebracht worden in een groep, is slechts één voorbeeld van hoe het management van erkende sociale secretariaten hun ondernemingsdoelstellingen proberen te bereiken. 20

32 Hoofdstuk 2: Onderzoeksmethodologie Dit hoofdstuk beschrijft de onderzoeksmethodologie. Om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag worden er zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden gebruikt. Eerst wordt het kwantitatief onderzoek omschreven en vervolgens het kwalitatief onderzoek. Telkens wordt de aard van het onderzoek en de gegevensverzameling, -verwerking en -analyse omschreven. 2.1 Kwantitatief onderzoek Gegevensverzameling Het eerste deel van het onderzoek is descriptief en kwantitatief van aard. Kwantitatief onderzoek heeft volgens Creswell (2009) in de eerste plaats de bedoeling een veralgemeenbaar kwantitatief inzicht te krijgen. De doelstelling van dit kwantitatief onderzoek is tweevoudig. Enerzijds wordt getracht een algemeen beeld te verkrijgen van de evolutie van de financiële situatie van de te onderzoeken populatie. Vandaar het descriptieve karakter van het onderzoek. Anderzijds wordt getracht een cijfermatig zicht te krijgen op het effect van de lage rentevoeten op het management van erkende sociale secretariaten. Er werd gekozen om de jaarrekeningen van de erkende sociale secretariaten als onderzoeksinstrument te gebruiken voor een financiële sectoranalyse. De jaarrekeningen geven een getrouw beeld en objectief beeld van de financiële positie van de vereniging (Ooghe, Vander Bauwhede, & Van Wymeersch, 2012). Op basis van de individuele jaarrekeningen wordt een balans en een resultatenrekening van de sector opgemaakt. De balans is echter een momentopname van de bronnen en aanwendingen van vermogen (De Lembre, Everaert, & Verhoeye, 2010). Vandaar is de balans minder dan de resultatenrekening geschikt om trends vast te stellen. Tenslotte worden diverse ratio s berekend en geëvalueerd die betrekking hebben op toegevoegde waarde, rendabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. Deze analyse laat toe een beter inzicht te verkrijgen in de absolute waarden van de bedragen van de verschillende componenten van de balans en de resultatenrekening (Ooghe, Vander Bauwhede, & Van Wymeersch, 2012). Het kwantitatief onderzoek omvat een periode van vijf jaar, gaande van 2008 tot Het Euribor rentetarief op één week bereikt zijn hoogtepunt eind 2008 met een waarde van 5,019%. Daarna breekt de financiële crisis los waardoor het rentetarief een duik neemt. Het rentetarief piekt nog eens in 2011 op 1,473%, maar bereikt nooit meer het niveau van vóór Verwacht wordt dat het effect van de dalende rentevoeten in deze periode duidelijk zal zijn vanwege de sterke evolutie. 21

33 Het onderzoek richt zich op de sector van de huidige bestaande erkende sociale secretariaten. Om de populatie te specifiëren, wordt het Belgisch Staatsblad geraadpleegd. Elk jaar, in het vierde kwartaal, wordt daarin een lijst gepubliceerd met alle erkende sociale secretariaten (supra, p. 8). Volgens de meest recente lijst van 6 augustus 2014 zijn er 38 erkende sociale secretariaten. Het vergelijken van deze lijst met eerder gepubliceerde lijsten leidt tot de vaststelling dat één sociaal secretariaat pas erkend is in Omdat de financiële analyse betrekking heeft op de periode , wordt deze vanzelfsprekend niet opgenomen in de analyse. Wanneer de ondernemingsnummers worden opgezocht via de databank van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) blijkt dat twee erkende sociale secretariaten op de lijst reeds ontbonden zijn. Zo is het sociaal secretariaat Cepa vrijwillig ontbonden sinds 3 april 2014 na de overname door Acerta. Daarnaast is sociaal secretariaat Caritas overgenomen door het erkend sociaal secretariaat SD Worx (sluiting van vereffening sinds 22 december 2010). Omdat deze twee zijn opgeslorpt door andere erkende sociale secretariaten worden deze niet opgenomen in het onderzoek. Bijlage 1 geeft een overzicht van de erkende sociale secretariaten op 6 augustus De te onderzoeken populatie bestaat uit deze die bestaan op deze datum én tijdens de periode m.a.w. de financiële sectoranalyse heeft betrekking op 35 erkende sociale secretariaten. Deze zijn terug te vinden in Bijlage 2. De financiële gegevens van de erkende sociale secretariaten werden verkregen via de database Bel-First. Aan de hand van de ondernemingsnummers werden telkens de jaarrekeningen (incl. de toelichtingen), de sociale balansen en de financiële ratio s van de professoren Hubert Ooghe en Charles Van Wymeersch opgevraagd. Deze gegevens werden vanuit de database geëxporteerd naar een Excel-document om zo de data te verwerken. Hoe deze data verwerkt en geanalyseerd is, wordt in de volgende sectie behandeld Gegevensverwerking en -analyse De financiële gegevens van de erkende sociale secretariaten zijn de basis voor de balans en de resultatenrekening van de sector, alsook voor de ratio-analyse. Alvorens over te gaan naar de effectieve analyse, werd er eerst gecontroleerd of de gegevens compleet waren. Daarna werden de gegevens getransformeerd. Eerst werd de balans van de sector opgesteld. Hierbij werden de bedragen van gelijknamige rubrieken uit de individuele balansen per jaar geglobaliseerd. Hetzelfde werd gedaan voor de resultatenrekening van de sector. De cijfers die worden vermeld in de jaarverslagen zijn afgerond tot op de eenheid. Daardoor kan er een klein verschil voorkomen tussen de waarde van een totaalrubriek en de som van de betreffende detailrubrieken. De ratio-analyse werd in Excel d.m.v. diverse formules uitgevoerd. De balans en de resultatenrekening worden voornamelijk horizontaal geanalyseerd. Er wordt gewerkt met tijdindexen omdat de evolutie in de tijd onderzocht wordt (Ooghe, Vander Bauwhede, & Van Wymeersch, 2012). Het basisjaar is telkens Daarnaast wordt de resultatenrekening, indien relevant, verticaal geanalyseerd. Zo worden o.a. de algemene componenten (d.i. het bedrijfsresultaat, het financieel en 22

34 uitzonderlijk resultaat) uitgedrukt als percentage van het resultaat van het boekjaar. In de ratio-analyse wordt telkens het sectorgemiddelde berekend op basis van de individuele waarden. Op basis van dit gemiddelde kan er echter geen uitspraak gedaan worden omdat het niet duidelijk is of dit gemiddelde kenmerkend is voor de sector of bepaald wordt door uitschieters. Om deze reden worden telkens volgende beschrijvende statistieken berekend: Minimum, maximum, mediaan, standaardafwijking en kwartielen. Hoewel alle bestaande erkende sociale secretariaten verplicht zijn hun jaarrekening neer te leggen bij de Nationale Bank, gebruiken ze niet allemaal het volledige model van de jaarrekening. De grootte van de vzw bepaalt immers het model dat gebruikt moet worden. Art. 17 van de Nieuwe vzw-wet bepaalt de groottecriteria voor verenigingen en stichtingen. Men maakt een onderscheid tussen kleine, grote en zeer grote verenigingen en stichtingen. Zeer grote verenigingen en stichtingen moeten het volledige model gebruiken, terwijl grote verenigingen en stichtingen het verkorte model mogen gebruiken. Een vereniging is zeer groot als het bij de afsluiting van het boekjaar een jaarlijks gemiddeld personeelsbestand (VTE) heeft van minstens 100 (Nieuwe vzw-wet, art. 17, 5) of het minstens twee van de volgende drie drempels overschrijdt (Nieuwe vzw-wet, art. 17, 5, 1-3): Een jaarlijks gemiddeld personeelsbestand (VTE): 50; Jaarlijkse ontvangsten excl. uitzonderlijke ontvangsten (excl. btw): euro Balanstotaal: euro. Wanneer de vereniging niet zeer groot is, dan kan het groot zijn als het bij de afsluiting van het boekjaar minstens twee van de volgende drie drempels overschrijdt (Nieuwe vzw-wet, art. 17, 3, 1-3): Jaarlijks gemiddeld personeelsbestand (VTE): 5; Jaarlijkse ontvangsten excl. uitzonderlijke ontvangsten (excl. btw): euro; Balanstotaal: euro. In 2008 en 2009 gebruikten 13 van de 35 erkende sociale secretariaten het volledige model. Vanaf 2010 zijn er dit 14. Het gebruik van de verkorte jaarrekening leidt tot het ontbreken van financiële gegevens bij een aantal erkende sociale secretariaten waardoor niet alle relevante financiële kengetallen kunnen berekend worden, bijvoorbeeld vzw s die het verkorte model gebruiken zijn niet verplicht om het omzetcijfer bekend te maken. Om deze reden is er in de analyse, waar nodig en relevant, een opsplitsing gemaakt tussen de erkende sociale secretariaten die verkort (VKT) rapporteren en diegene die volledig (VOL) rapporteren waarbij de groep VOL beperkt wordt tot de 13 die over de ganse periode volledig rapporteren. De groep VKT betreft de 22 andere erkende sociale secretariaten. 23

35 Naast een kwantitatief onderzoek, wordt er ook een kwalitatief onderzoek gevoerd. Dit wordt hierna beschreven. 2.2 Kwalitatief onderzoek Gegevensverzameling Het tweede deel van het onderzoek is exploratief en kwalitatief van aard. Een tweetal redenen liggen aan de basis voor deze keuze. Een eerste reden is het actuele karakter van het onderwerp. Halverwege 2010 werd de problematische situatie van de sector een eerste keer publiekelijk aangekaart. Dalende financiële inkomsten, steeds terugkerende zware investeringen en een verzadigde markt zetten de grote spelers aan tot overnames, fusies, allianties en besparingen (Mouton, 2010). Eind 2011 verklaarde de Unie van de erkende Sociale Secretariaten (USS) dat het water aan de lippen stond (USS, 2012). Dit was op het moment dat de wettelijke doorstortingstermijn voor de sociale bijdragen werd ingekort en de overheid een bijzondere bijdrage oplegde aan de erkende sociale secretariaten 10. De operationele verliezen konden niet langer volledig gecompenseerd worden door de financiële opbrengsten. Het effect van de dalende rentevoeten op de financiële situatie van de erkende sociale secretariaten blijkt nu pas goed duidelijk te worden. Tijdens het schrijven van deze masterproef is de financiële malaise een feit volgens de voorzitter van de USS (Rasking, 2015). Onder meer door het actuele karakter van deze problematiek is er weinig tot geen literatuur over dit onderwerp. Vandaar het exploratief, verkennend karakter van dit onderzoek en een goede reden om dit onderwerp kwalitatief te benaderen (Yin, 2011). Een tweede reden is het aanvullen en verklaren van de resultaten van het kwantitatief onderzoek. Door middel van dit kwalitatief onderzoek wordt nagegaan wat het verhaal is achter de cijfers (Yin, 2011). Door de combinatie van gegevens van verschillende bronnen, triangulatie, wordt de betrouwbaarheid van de resultaten ook verhoogd (Yin, 2011). Een vaak gehoorde kritiek op kwalitatief onderzoek is het gebrek aan het kunnen veralgemenen van de resultaten naar de volledige populatie (Bryman, & Bell, 2007; Yin, 2011). Een reden die hiervoor aangegeven wordt is de kleine steekproef. Er is echter heel veel discussie omtrent deze problematiek (Creswell, 2009). Het doel van dit kwalitatief onderzoek is het verklaren en aanvullen van de resultaten van de financiële sectoranalyse. Er werd gekozen om semigestructureerde interviews te gebruiken als onderzoeksinstrument voor dit empirisch veldonderzoek. Bryman en Bell (2007, p. 213) definiëren dit als volgt: Een interview waarin de interviewer een lijst met vooraf bepaalde vragen overloopt. Tijdens het interview is er ruimte om de 10 Wet 27 december 2012 tot wijziging van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, met het oog op het opleggen van een bijzondere bijdrage in 2012 ten laste van de erkende sociale secretariaten. 24

36 volgorde van de vragen aan te passen, dieper in te gaan op bepaalde aspecten en bijkomende vragen te stellen als reactie op antwoorden van de respondent. Het is belangrijk om tijdens de interviews een neutrale, maar kritische houding aan te nemen (Yin, 2011). De lijst met vragen werd pas opgesteld na de literatuurstudie, na een verkennend gesprek met de USS en een expert uit de financiële wereld en na de financiële sectoranalyse. Op die manier konden er gerichte vragen gesteld worden. De vragenlijst is terug te vinden in Bijlage 3. Onderstaande tabel geeft de structuur weer van de vragenlijst. Als voorbereiding op elk interview werd tevens een fiche opgemaakt met daarop achtergrondinformatie over en financiële gegevens van het betreffende erkend sociaal secretariaat. Te onderzoeken elementen Relevante vragen Bespreken en verklaren van de resultaten van de Vragen 1.1 t.e.m. 1.3 en 2.1 t.e.m. 2.9 financiële sectoranalyse Beperkingen in de bedrijfsvoering als gevolg van Vragen 3.1 en 3.2 de erkenning Toekomst van de sector Vragen 4.1 en 4.2 Tabel 2: Structuur van de vragenlijst In het begin van het empirisch veldonderzoek werden twee verkennende interviews afgenomen. Dit om meer inzicht in en voeling te krijgen met de sector en zijn werking en om het perspectief op het onderwerp te verruimen. Het eerste interview is met een persoon die buiten de sector van de erkende sociale secretariaten actief is. Hij is een expert uit de financiële wereld die vaak in contact komt met erkende sociale secretariaten. In het tweede interview werd de voorzitter van de USS een eerste keer bevraagd. Deze gesprekken verhogen de kwaliteit van de studie, aangezien dit gezien kan worden als triangulatie van onderzoeksbronnen (Yin, 2011). Daarnaast hebben acht leidinggevenden van erkende sociale secretariaten deelgenomen aan het empirisch veldonderzoek. De steekproefprocedure die werd toegepast is de sneeuwbalsteekproef. Dit is een nietprobabilistische restrictieve steekproefprocedure (Hair, et al., 2007). Dit betekent dat niet elk erkend sociaal secretariaat een gekende a-priorische kans had om gekozen te worden. De personen die geïnterviewd werden, hadden bij voorkeur een goed beeld van de strategie, werking en financiële situatie van het erkend sociaal secretariaat. Het merendeel van de respondenten had een functie in het topmanagement. Omdat het niet evident is om deze mensen direct aan te spreken en te overhalen tot medewerking, werden de coördinaten van deze personen verkregen via diverse contactpersonen binnen een netwerk van familie, vrienden en kennissen waaronder enkele contactpersonen uit de bankensector. Vandaar het restrictieve karakter van de gekozen procedure (Hair et al., 2007). Desondanks omvat de steekproef drie grote, twee middelgrote en drie kleine erkende sociale secretariaten. Deze indeling werd meerdere malen aangehaald tijdens enkele interviews en is gebaseerd op het marktaandeel van de erkende sociale secretariaten. De helft 25

37 van de erkende sociale secretariaten die deelgenomen hebben rapporteert via het volledig model van de jaarrekening, de andere helft gebruikt het verkort model. Op het einde van het onderzoek vond opnieuw een gesprek plaats met de voorzitter van de USS om de voorlopige resultaten af te toetsen aan zijn kennis en ervaringen. De respondenten werden gecontacteerd via . Hiermee werden ze op de hoogte gebracht van het onderzoek en het doel ervan. De die naar de leidinggevenden van de erkende sociale secretariaten gestuurd werd, is terug te vinden in Bijlage 4. De elf interviews vonden steeds plaats op een dag en plaats gekozen door de respondent. Bijlage 5 geeft een overzicht van de respondenten, hun functie, de datum en duur van het interview. Voor de start van het interview werd hen een verklaring van vertrouwelijkheid overhandigd (Bijlage 6). Dit houdt in dat de interviews anoniem verwerkt worden. Erkende sociale secretariaten en hun leidinggevenden die hebben deelgenomen worden niet vermeld of herkenbaar gemaakt. Alle interviews werden, met toestemming van de respondent, opgenomen met een dictafoon. Het kortste interview duurde 19 minuten, het langste 1 uur en 39 minuten. De audio-opnames werden nadien gebruikt om de interviews te transcriberen (Bijlage 7). Dit betekent dat alle interviews woordelijk werden uitgeschreven. Een maand na het interview werd de respondenten een gestuurd om hen nog eens te bedanken voor hun medewerking. Daarnaast werd hen ook een exemplaar van de transcriptie toegestuurd. Dit gaf de respondenten de kans om de inhoud te controleren en eventueel nog bijkomende opmerkingen te geven. Tenslotte werd hen ook informatie over de timing van het indienen van de masterproef gegeven. Dit om hen een indicatie te geven van wanneer ze een exemplaar van de masterproef konden ontvangen. Hoe de informatie uit de interviews verwerkt en geanalyseerd is, wordt in de volgende sectie behandeld Gegevensverwerking en -analyse De verwerking en vooral de analyse in kwalitatief onderzoek ligt niet zo voor de hand als in kwantitatief onderzoek (Hair et al., 2007). De verzamelde gegevens zijn echter gesprekken i.p.v. kwantitatieve eenheden. De analyse en interpretatie van de verzamelde data is afhankelijk van de persoonlijkheid van de onderzoeker (Yin, 2011). Er werd dus getracht zo objectief mogelijk te blijven tijdens dit proces. Het verwerkings- en analyseproces bestond uit een aantal stappen, gedeeltelijk gebaseerd op het stappenplan van Creswell (2009). Een eerste stap in het verwerkingsproces was het transcriberen van de interviews (supra, p. 26). De volgende stap was het doorlezen van deze transcripties om zo een algemeen beeld van de informatie te verkrijgen. De derde stap was het coderen. De informatie werd gestructureerd en relevante zinnen en/of alinea s werden een code gegeven. De codes werden met behulp van de vragenlijst gecreëerd. Op die manier werden linken gelegd tussen de codes en werd er een hiërarchie aangebracht in 26

38 de codes. De vierde stap was de analyse. Met behulp van het programma Dedoose werden de interviews geanalyseerd. Op deze manier konden de interviews niet enkel individueel geanalyseerd worden, maar konden de interviews ook vergeleken worden met elkaar. Tijdens de analyse werden verbanden gelegd tussen de financiële sectoranalyse en de informatie uit de interviews. Hoewel elke leidinggevende, die geïnterviewd werd, grotendeels vanuit de eigen individuele context vertrok en sprak, worden met hun informatie vooral de krijtlijnen binnen de volledige sector uitgetekend en dit in het kader van het beantwoorden van de onderzoeksvraag. 27

39 Hoofdstuk 3: Financiële sectoranalyse Dit hoofdstuk omvat de analyse en resultaten van het kwantitatief onderzoek, een financiële sectoranalyse over de periode Eerst wordt de resultatenrekening van de sector geanalyseerd. Deze analyse wordt aangevuld met relevante bevindingen in de literatuur. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op de balans van de sector. Tenslotte wordt de evolutie van de financiële situatie van de erkende sociale secretariaten geëvalueerd aan de hand van diverse ratio s m.b.t. toegevoegde waarde, rendabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. 3.1 Resultatenrekening Financiële opbrengsten en resultaten De daling van de rentetarieven heeft een grote impact op de omvang van de financiële opbrengsten van de erkende sociale secretariaten. Dit blijkt uit grafiek 2. Deze toont de evolutie van de financiële opbrengsten die de erkende sociale secretariaten hadden tijdens de periode In de jaren 2008, 2009, 2010 en 2011 hebben enkel de dalende rentevoeten een effect op de financiële opbrengsten. In 2012 wordt dit effect versterkt door de vermindering van de wettelijke doorstortingstermijn voor de sociale bijdragen die per kwartaal geïnd en doorgestort worden (supra, p. 13). De financiële opbrengsten kennen bijna hetzelfde verloop als de rentetarieven. De financiële opbrengsten bereiken hun hoogtepunt in In dat jaar breekt de financiële crisis los waarna de opbrengsten een duik nemen. De opbrengsten kennen een lichte stijging in 2011 t.o.v. 2010, net zoals de rentevoeten. In 2012 bedragen de financiële opbrengsten van de sector nog slechts euro. Dit is een daling van 52,72% t.o.v Grafiek 2: Financiële opbrengsten (sector) 28

40 Opmerkelijk detail: In 2008 en 2012 genereerden dezelfde zeven erkende sociale secretariaten 85% van de financiële opbrengsten van de sector. De financiële opbrengsten die worden weergegeven geven echter de opbrengsten uit financiële vaste activa, opbrengsten uit vlottende activa én de andere financiële opbrengsten weer. Dit betekent dat deze opbrengsten groter zijn dan enkel de opbrengsten van de beleggingen van de derdengelden. Of dit zo is en wat de verhoudingen eventueel zijn tussen de verschillende soorten opbrengsten wordt onderzocht in het empirisch veldonderzoek. De dalende rentevoeten en de daarmee gepaard gaande dalende financiële opbrengsten hebben ook een impact op de resultaten van de sector. Grafiek 3 toont de evolutie van het bedrijfsresultaat en het resultaat van het boekjaar. Het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening wordt niet weergegeven aangezien het saldo van de uitzonderlijke kosten en opbrengsten te verwaarlozen is. Het resultaat van het boekjaar kent bijna hetzelfde verloop als de rentevoeten en de financiële opbrengsten. In 2009 daalt het resultaat sterk met maar liefst 64,97% t.o.v Nadien heeft het resultaat een stabiel verloop met een lichte stijging in 2011 t.o.v De sector sluit het boekjaar 2012 af met een positief resultaat van euro. Dit is een daling van 57,34% t.o.v Ondanks het dalende verloop van het sectorresultaat, blijft dit wel steeds positief. De individuele waarden van de erkende sociale secretariaten geven aan dat er elk jaar vier à zes erkende sociale secretariaten verlies realiseerden. Wanneer de situatie in 2008 vergeleken wordt met 2012, dan valt op dat het steeds om andere erkende sociale secretariaten gaat. Grafiek 3: Bedrijfsresultaat en resultaat van het boekjaar (sector) Hoewel het resultaat van de sector steeds positief is, is dit niet het geval voor het bedrijfsresultaat. Het bedrijfsresultaat blijft steeds negatief, maar kent wel een stijgend verloop. In 2008 bedraagt het bedrijfsresultaat nog euro, maar stijgt nadien tot euro in Dit is een stijging van 43,39% t.o.v Wanneer er een onderscheid gemaakt wordt tussen de erkende sociale secretariaten 29

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 januari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 januari A D V I E S Nr. 2.021 ------------------------------ Zitting van dinsdag 24 januari 2017 ----------------------------------------------- Gevolggeving aan het advies nr. 1.713 van 25 november 2009 over

Nadere informatie

BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010

BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010 ONDERRICHTING AAN DE WERKGEVERS 2010-2 BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010 Ingevolge het K.B. van 29/03/2010 B.S. 31/03/2010 tot uitvoering van het

Nadere informatie

JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2013 FLUXYS BELGIUM

JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2013 FLUXYS BELGIUM JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2013 FLUXYS BELGIUM STATUTAIRE JAARREKENING VAN FLUXYS BELGIUM NV VOLGENS DE BELGISCHE NORMEN 04 I. Balans... 255 II. Resultatenrekening... 256 III. Resultaatverwerking...

Nadere informatie

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981)

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Gewijzigd bij : (1) Programmawet van 22 december 2003 (BS 31.12.2003) Gewijzigd bij : (2) Programmawet

Nadere informatie

{DE DIENSTEN VAN HET SOCIAAL SECRETARIAAT

{DE DIENSTEN VAN HET SOCIAAL SECRETARIAAT { DE DIENSTEN VAN HET SOCIAAL SECRETARIAAT { INHOUDSOPGAVE EDITORIAAL... 3 U WORDT WERKGEVER... 4 U WERFT PERSONEEL AAN... 6 SOCIALE FORMALITEITEN... 7 DAGELIJKSE FORMALITEITEN TIJDENS DE TEWERKSTELLING

Nadere informatie

Technische fiche looncorrectie (IPA) Art , WIB 92

Technische fiche looncorrectie (IPA) Art , WIB 92 Technische fiche looncorrectie (IPA) Art. 275 7, WIB 92 Wettelijke basis I WIB 92 Art. 275 7, WIB 92 - Wet van 17.05.2007 (art. 28 en 29) (BS 19.06.2007) - Wet van 27.03.2009 (art. 18 en 19) (BS 07.04.2009)

Nadere informatie

Personeelskosten. Handboek p. 143 tot 173 ANDERE VERRICHTINGEN PERSONEELSCYCLUS INVESTERINGEN FINANCIERINGEN

Personeelskosten. Handboek p. 143 tot 173 ANDERE VERRICHTINGEN PERSONEELSCYCLUS INVESTERINGEN FINANCIERINGEN Personeelskosten Handboek p. 143 tot 173 ANERE VERRIHTINGEN PERSONEELSYLUS INVESTERINGEN FINANIERINGEN 1 ANERE VERRIHTINGEN (vervolg) Betreft verrichtingen die niet uit een wel bepaalde courante transactie

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE VAN HET SOCIAAL FONDS VOOR DE UITZENDKRACHTEN ---------------------------------------------

Nadere informatie

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016 Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2016 1. Welke instellingen komen tussen in het beheer van uw aanvullend pensioen? De

Nadere informatie

BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm "Rendementsgarantie+ fonds"

BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm Rendementsgarantie+ fonds BEHEERSREGLEMENT beleggingsvorm "Rendementsgarantie+ fonds" INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 2. INTRESTVOET... 3 3. WINSTDELING... 3 3.1. Jaarlijkse winstdeling... 4 3.2. "Interim"-winstdeling... 4 4. BELEGGINGSDOELEINDEN...

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

FAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN

FAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN Page 1 of 10 Home > FAQ - Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing - Startende ondernemingen FAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN Opgelet:

Nadere informatie

Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2016

Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2016 Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2016 1. Welke instellingen komen tussen in het beheer van uw aanvullend pensioen? De inrichter van het sociaal sectoraal pensioenstelsel

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010 NIEUWSBRIEF JANUARI 2010 DE ANTI-CRISISMAATREGELEN VOOR DE BEDIENDEN WORDEN VERLENGD De anti-crisismaatregelen, die eerst maar liepen tot 31 december 2009, zijn zoals verwacht verlengd met zes maanden

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag ingediend door de RKW bij brieven van 28 februari 1995 en 15 juni 1995;

Gelet op de aanvraag ingediend door de RKW bij brieven van 28 februari 1995 en 15 juni 1995; TC/95/24 BERAADSLAGING Nr. 95/48 VAN 12 SEPTEMBER 1995 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VAN DE RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS (RKW) TOT MACHTIGING, ALSOOK VOOR ALLE KINDERBIJSLAGFONDSEN, VOOR HET

Nadere informatie

Algemene Vergadering van 20 april 2013. Jaarrekening op 31 december 2012. Verslag van de Secretaris Penningmeester

Algemene Vergadering van 20 april 2013. Jaarrekening op 31 december 2012. Verslag van de Secretaris Penningmeester Algemene Vergadering van 20 april 2013 Jaarrekening op 31 december 2012 Verslag van de Secretaris Penningmeester Ledenbijdragen 2013 Geachte Confraters, Dames en Heren, Ik heb de eer u verslag uit te brengen

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING

TOELICHTING BIJ DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING RESULTAATVERWERKING (in duizenden EUR) Boekjaar Vorig A. Te bestemmen winstsaldo 8.211 12.282 Te verwerken verliessaldo (-) 1. Te bestemmen winst van het -3.578 9.842 Te verwerken verlies van het (-) 2.

Nadere informatie

Nieuwsbrief Arbeidsrecht APRIL 2012 DE SOCIALE VERKIEZINGEN KOMEN DICHTERBIJ

Nieuwsbrief Arbeidsrecht APRIL 2012 DE SOCIALE VERKIEZINGEN KOMEN DICHTERBIJ Nieuwsbrief Arbeidsrecht APRIL 2012 DE SOCIALE VERKIEZINGEN KOMEN DICHTERBIJ Terwijl de sociale verkiezingen dichterbij komen en de meeste procedurestappen die de sociale verkiezingen voorafgaan reeds

Nadere informatie

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN.

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN. 57.620/PC4/VK Brussel, 3 december 1992. MEDEDELING D. 104. Betreft :Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN. I. INLEIDING. In het raam van de a posteriori controle, is het van

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1/6 Advies 30/2016 van 8 juni 2016 Betreft: Advies uit eigen beweging over de mededeling door de Kruispuntbank van Ondernemingen van gegevens betreffende de functies die een persoon uitoefent binnen een

Nadere informatie

[2010-03-12] CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS KAN TOT EEN BIJKOMENDE KOST VAN 1.666 EUR LEIDEN

[2010-03-12] CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS KAN TOT EEN BIJKOMENDE KOST VAN 1.666 EUR LEIDEN [2010-03-12] CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS KAN TOT EEN BIJKOMENDE KOST VAN 1.666 EUR LEIDEN Indien u tussen 1 januari 2010 en 30 juni 2010 een arbeider ontslaat, kan dit tot een bijkomende kost

Nadere informatie

Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990

Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990 Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990 rechtsbron bron/reg.nr. rechtsbrondatum publicatiedatum pagina Wet - 22.12.1989 K.B. - B.S. - 30.12.1989 21382 Wet - 29.03.2012 B.S. - 06.04.2012

Nadere informatie

Geldigheidsdatum: 01/01/2016 Laatste aanpassing: 22/09/ Paritair Comité voor de handel in brandstoffen

Geldigheidsdatum: 01/01/2016 Laatste aanpassing: 22/09/ Paritair Comité voor de handel in brandstoffen 1270000 Paritair Comité voor de handel in brandstoffen Eindejaarspremie... 1 Ecocheques... 1 Hospitalisatieverzekering... 1 Aanvullend pensioen... 2 Premie bij pensionering... 4 Forfaitaire A.R.A.B. -vergoeding...

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZ/14/183 BERAADSLAGING NR. 14/101 VAN 4 NOVEMBER 2014 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 SEXIES VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TYPE-ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR UITZENDARBEID,

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 SEXIES VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TYPE-ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR UITZENDARBEID, COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 SEXIES VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TYPE-ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR UITZENDARBEID, SOCIALE DOCUMENTEN EN DEFINITIEVE AFREKENING VAN DE BELONING GEWIJZIGD BIJ

Nadere informatie

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam Europese Vereniging voor het Bank- en Financieel Recht Belgium, verkort : E.V.B.F.R.-Belgium, internationale vereniging AEDBF-EVBFR B E U M Identificatienummer : 14916/91 Gecoördineerde statuten per 12

Nadere informatie

Overeenkomst tussen Blienberg Advocaten en cliënt. Blienberg Advocaten met maatschappelijke zetel aan de Brusselstraat 7 te 2018 Antwerpen

Overeenkomst tussen Blienberg Advocaten en cliënt. Blienberg Advocaten met maatschappelijke zetel aan de Brusselstraat 7 te 2018 Antwerpen Overeenkomst tussen Blienberg Advocaten en cliënt Tussen : Blienberg Advocaten met maatschappelijke zetel aan de Brusselstraat 7 te 2018 Antwerpen hierna te noemen het advocatenkantoor en hierna te noemen

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xv xix xxi HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 1.1. Onderneming, toegevoegde waarde en belanghebbenden... 2 1.2. Rol van de financiële

Nadere informatie

Sociaal sectoraal pensioenstelsel Transparantieverslag 2008

Sociaal sectoraal pensioenstelsel Transparantieverslag 2008 Sociaal sectoraal pensioenstelsel Transparantieverslag 2008 1. Welke instellingen komen tussenbeide in het beheer van uw aanvullend pensioen? De inrichter van het sociaal sectoraal pensioenstelsel voor

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2019/XX Neerlegging van de enkelvoudige jaarrekening bij de Nationale Bank van België: nieuwe modellen van de jaarrekening Ontwerpadvies van 5 juni 2019

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/13/255 BERAADSLAGING NR. 13/122 VAN 3 DECEMBER 2013 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

BEGROTING CANARA VOOR HET BOEKJAAR 2015

BEGROTING CANARA VOOR HET BOEKJAAR 2015 BEGROTING CANARA VOOR HET BOEKJAAR 2015 KOSTEN Administratiekosten 60.913 60.913 OPBRENGSTEN Overige opbrengsten 60.913 60.913 12 BIJLAGEN (De onnuttige rubrieken van het wettelijke schema werden weggelaten)

Nadere informatie

JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG

JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG Versterking rol Fluxys-net als draaischijf van de West-Europese aardgasstromen 198 miljoen investeringen in infrastructuur Waaier bijkomende diensten voor netgebruikers 92 nieuwe personeelsleden 52,5 nettodividend

Nadere informatie

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1 Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1 Tussen : hierna te noemen de advocaat (of het advocatenkantoor) en hierna te noemen de cliënt(en) 2 Wordt het volgende overeengekomen : 1. Voorwerp van

Nadere informatie

DE CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS

DE CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS DE CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS Sinds het begin van 2010 kan het ontslag van een arbeider tot betaling van een crisispremie aanleiding geven, die voor de onderneming tot een bijkomende kost kan

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

Technische fiche startende ondernemingen Art , WIB 92

Technische fiche startende ondernemingen Art , WIB 92 Wettelijke basis I WIB 92 Technische fiche startende ondernemingen Art. 275 10, WIB 92 Art. 275 10, WIB 92 - programmawet van 10.08.2015 (art. 58 en 59) (BS 18.08.2015 Ed. 2) - programmawet (I) van 26.12.2015

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Erkende ondernemingslokketten verrichten zowel taken van openbare dienst of van algemeen belang als een aantal adviserende

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Toegenomen verlies Airolux Verder verhoging dividend Kerncijfers

Nadere informatie

De volledige CLB Group wenst u een gezond en succesvol 2016!

De volledige CLB Group wenst u een gezond en succesvol 2016! Nr. 213 24 december 2015 De volledige CLB Group wenst u een gezond en succesvol 2016! Belgisch Staatsblad Vermindering loonbeslag bij kinderen ten laste: bedragen in 2016 Vorige week informeerden wij u

Nadere informatie

Universitair Ziekenhuis Gent Jaarrekening 2014

Universitair Ziekenhuis Gent Jaarrekening 2014 Universitair Ziekenhuis Gent Jaarrekening 2014 Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen Codering Afdeling 1. 2014 2013 BALANS VOOR VERWERKING ACTIVA VASTE ACTIVA

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 93 VAN 20 DECEMBER 2007 TOT INSTELLING EN VASTSTELLING, VOOR 2007 EN 2008, VAN DE PROCEDURE VAN TENUITVOERLEG-

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 93 VAN 20 DECEMBER 2007 TOT INSTELLING EN VASTSTELLING, VOOR 2007 EN 2008, VAN DE PROCEDURE VAN TENUITVOERLEG- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 93 VAN 20 DECEMBER 2007 TOT INSTELLING EN VASTSTELLING, VOOR 2007 EN 2008, VAN DE PROCEDURE VAN TENUITVOERLEG- GING EN VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van FOPAS. Hoofdstuk I Zetel van FOPAS Art. 2

Huishoudelijk reglement van FOPAS. Hoofdstuk I Zetel van FOPAS Art. 2 Huishoudelijk reglement van FOPAS Hoofdstuk I Zetel van FOPAS Art. 2 Hoofdstuk II Beheerscomité Opdracht Art. 3 Samenstelling Art. 4 Stemming Art. 5 Voorzitter- en ondervoorzitterschap Art. 6 Secretariaat

Nadere informatie

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd...

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd... SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Werking in de tijd... 2 3 Aansluiting... 2 4 De solidariteitsinstelling

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Nr. 204 22 oktober 2015

Nr. 204 22 oktober 2015 Nr. 204 22 oktober 2015 Informatief Een (gewijzigd) arbeidsreglement is niet onmiddellijk van toepassing! Bij de opmaak en wijziging van het arbeidsreglement dient een specifieke procedure te worden gevolgd.

Nadere informatie

Oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid demografie voor de sector van de chemie, kunststoffen en life sciences

Oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid demografie voor de sector van de chemie, kunststoffen en life sciences Oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid demografie voor de sector van de chemie, kunststoffen en life sciences CAO gesloten op 18 oktober 2016 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ DE MEDEDELING F.2 VAN

BIJLAGE 1 BIJ DE MEDEDELING F.2 VAN 5112/PC/MS BIJLAGE 1 BIJ DE MEDEDELING F.2 VAN AANSTELLING VAN EEN COMMISSARIS BIJ EEN MAATSCHAPPIJ VOOR ONDERLINGE BORGSTELLING De maatschappij voor onderlinge borgstelling...... (statutaire benaming).........

Nadere informatie

en laatste punt wordt nagegaan hoe een erkenning als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering kan bekomen worden.

en laatste punt wordt nagegaan hoe een erkenning als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering kan bekomen worden. Hoofdstuk VII Activerend beleid bij herstructureringen 273 en laatste punt wordt nagegaan hoe een erkenning als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering kan bekomen worden. A. Onderneming in

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Grindfonds - Fonds gravier Instelling van openbaar nut Adres: Koning Albert II laan Nr: 20 Bus: 8 Postnummer: 1000 Gemeente: Brussel Land: België Rechtspersonenregister

Nadere informatie

Bijzondere jeugdbijstand

Bijzondere jeugdbijstand Bijzondere jeugdbijstand Financiële analyse 2009-2011 21 januari 2013 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail contact@zorginspectie.be web www.zorginspectie.be

Nadere informatie

I. De lesgever / sporttechnische of sport(para)medische medewerker wordt aangesteld met een arbeidsovereenkomst

I. De lesgever / sporttechnische of sport(para)medische medewerker wordt aangesteld met een arbeidsovereenkomst Toelichting in verband met de tewerkstelling, de uitbetaling en de subsidiëring van de occasionele sporttechnische en sport(para)medische medewerkers binnen de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

Opgesteld te Halle op 7 september 2009. De Raad van bestuur, Bijlage: Staat van activa en passiva per 31/07/2009. Piet Colruyt), bestuurder

Opgesteld te Halle op 7 september 2009. De Raad van bestuur, Bijlage: Staat van activa en passiva per 31/07/2009. Piet Colruyt), bestuurder Verslag van de Raad van Bestuur van Etn. Fr. Colruyt NV aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 16 oktober 2009 inzake doelwijziging De Raad van Bestuur verklaart te zijn samengekomen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/005 BERAADSLAGING NR 09/004 VAN 13 JANUARI 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit. KONINKLIJK BESLUIT van 24 JUNI 1998 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen,

Nadere informatie

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag; COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 128 VAN 27 NOVEMBER 2018 TOT INSTELLING EN VASTSTELLING, VOOR 2017 EN 2018, VAN DE PROCEDURE VAN TENUITVOERLEGGING EN VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN BEDRIJFSTOESLAG

Nadere informatie

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder bedienden verstaan: de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder bedienden verstaan: de mannelijke en vrouwelijke bedienden. CAO van 5 augustus 2010 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid voor het sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden

Nadere informatie

VOLMACHT. Federale Overheidsdienst FINANCIEN. Sector BTW

VOLMACHT. Federale Overheidsdienst FINANCIEN. Sector BTW Federale Overheidsdienst FINANCIEN Sector BTW OM UW BTW-TERUGGAAF VAN HET CREDITSALDO VAN UW REKENING-COURANT TE ONTVANGEN DIENT DIT FORMULIER, BEHOORLIJK INGEVULD, TE WORDEN AFGEGEVEN AAN DE POST OF AAN

Nadere informatie

Versie DEEL VIII Maaltijdcheques (oud statuut) Inhoudstafel

Versie DEEL VIII Maaltijdcheques (oud statuut) Inhoudstafel Versie 04-03-2011 DEEL VIII Maaltijdcheques (oud statuut) Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire grondslagen 3. Begunstigden 4. Bedrag 5. Kenmerken van de maaltijdcheques 5.1

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van Augutus. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Augustus. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van Augutus. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Augustus. Solutions for Human Resources. 2013 Solutions for Human Resources. Newsletter Sociale actualiteit van Augutus PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met

Nadere informatie

Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen

Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen Afdeling 1. BALANS NA VERDELING ACTIVA 2008 2007 VASTE ACTIVA 20/28 84.160 78.075 I. Oprichtingskosten..... 20 II. Immateriële

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/048 BERAADSLAGING NR. 08/017 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 28 juni

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 28 juni A D V I E S Nr. 2.041 ------------------------------ Zitting van woensdag 28 juni 2017 ------------------------------------------------ Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk 3 HOOFDSTUK I De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk AFDELING 1 Inleiding Doelstelling Achtergrond Sinds 1 juli 2005 geldt een fiscale lastenverlaging voor

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZ/14/102 BERAADSLAGING NR. 14/054 VAN 1 JULI 2014 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS MET

Nadere informatie

Directeur van het Werkloosheidsbureau Adviescommissie erkenningen. Directie Reglementering tijdskrediet en Buurtdiensten Afdeling Buurtdiensten

Directeur van het Werkloosheidsbureau Adviescommissie erkenningen. Directie Reglementering tijdskrediet en Buurtdiensten Afdeling Buurtdiensten Directie Reglementering tijdskrediet en Buurtdiensten Afdeling Buurtdiensten Directeur van het Werkloosheidsbureau Adviescommissie erkenningen Uw nota van Uw kenmerk Ons kenmerk 32030/AMM/130432 Contactpersoon

Nadere informatie

I. De lesgever / sporttechnische medewerker wordt aangesteld met een arbeidsovereenkomst

I. De lesgever / sporttechnische medewerker wordt aangesteld met een arbeidsovereenkomst Toelichting in verband met de tewerkstelling, de uitbetaling en de subsidiëring van de occasionele sporttechnische medewerkers binnen de facultatieve opdracht jeugdsport Wie kan lesgever / sporttechnische

Nadere informatie

Stichting Warmte voor de Kinderen T.a.v. de heer R. Schellekens Lorentzkade 37 2313 GD Leiden. Pag.

Stichting Warmte voor de Kinderen T.a.v. de heer R. Schellekens Lorentzkade 37 2313 GD Leiden. Pag. JJJJ JJJJ JJJJ JJJJ ADMINISTRATIEKANTOOR Jacob Mosselstraat 35 2595 RE Den Haag Tel 070-3156050 Fax 070-3819554 E-mail in(o@administratiekanfooraro.nl K.v.K. 27107255 BTW nr. NL00686 1 2 1 080 1 Rabo NL69RAB0

Nadere informatie

Toelichting 3. TOELICHTING

Toelichting 3. TOELICHTING 70 3. TOELICHTING III. STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA (post 22 tot 27 van de activa) codes terreinen installaties, meubilair leasing en overige activa in aanen gebouwen machines en en rollend soortgelijke

Nadere informatie

EUR JAARREKENING IN EURO

EUR JAARREKENING IN EURO 40 EUR JAARREKENING IN EURO (2 decimalen)... zijn / zijn niet VERKLARING BETREFFENDE EEN AANVULLENDE OPDRACHT VOOR NAZICHT OF CORRECTIE werd XXX / werd niet * BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA

Nadere informatie

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%)

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%) Groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 6% zorgt voor toename Ebitda met 4.4% Extra netto resultaat van 40 miljoen door verkoop joint venture Airolux Kerncijfers 2016 ten opzichte

Nadere informatie

Net omdat het nettoloon verschilt, wordt er in loonsonderhandelingen altijd over brutolonen gesproken.

Net omdat het nettoloon verschilt, wordt er in loonsonderhandelingen altijd over brutolonen gesproken. Loon berekening Deel 1 : De periodieke Bezoldiging basis berekening 0 Inleiding Niet iedereen die hetzelfde brutoloon heeft, houdt netto hetzelfde bedrag over. Indien je bvb. kinderen ten laste hebt, worden

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van de RVA ingediend op de Kruispuntbank op 4 juli 1997;

Gelet op de aanvraag van de RVA ingediend op de Kruispuntbank op 4 juli 1997; TC/97/82 BERAADSLAGING Nr. 97/49 VAN 11 SEPTEMBER 1997 BETREFFENDE EEN MACHTIGINGSAANVRAAG VAN DE RIJKSDIENST VOOR ARBEIDS- VOORZIENING TOT HET RAADPLEGEN VAN HET WERKGEVERS- REPERTORIUM VAN DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

Arbeidsovereenkomst voor voltijdse werknemers tewerkgesteld in de ambassades en diplomatieke missies

Arbeidsovereenkomst voor voltijdse werknemers tewerkgesteld in de ambassades en diplomatieke missies Arbeidsovereenkomst voor voltijdse werknemers tewerkgesteld in de ambassades en diplomatieke missies Tussen de Staat (naam van het land), vertegenwoordigd door de heer XXXX, Ambassadeur van xxxxxxx te

Nadere informatie

De aangifte. H o o f d s t u k I V

De aangifte. H o o f d s t u k I V 91 H o o f d s t u k I V De aangifte 154. De verzekeringsplichtige werkgever moet zich niet enkel inschrijven bij de RSZ: hij moet de RSZ eveneens op de hoogte brengen van elke aanwerving en uitdiensttreding

Nadere informatie

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2015

Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2015 Sectoraal pensioenstelsel voor de sector van het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Transparantieverslag 2015 1. Welke instellingen komen tussenbeide in het beheer van uw aanvullend pensioen?

Nadere informatie

3. OPDRACHTBRIEF. Tussen de ondergetekenden: Danielle Arijs BIBF Ondernemingsnummer 0478.319.767. Als mandataris van A & D BOEKHOUDASS GCV

3. OPDRACHTBRIEF. Tussen de ondergetekenden: Danielle Arijs BIBF Ondernemingsnummer 0478.319.767. Als mandataris van A & D BOEKHOUDASS GCV 3. OPDRACHTBRIEF Tussen de ondergetekenden: Danielle Arijs BIBF Ondernemingsnummer 0478.319.767 Kantoor houdende te KLAPSTRAAT 58 1790 AFFLIGEM Als mandataris van A & D BOEKHOUDASS GCV Met zetel te KLAPSTRAAT

Nadere informatie

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1. 1. Voorwerp van de dienstverlening en taak van de advocaat 3

Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1. 1. Voorwerp van de dienstverlening en taak van de advocaat 3 Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1 Tussen : hierna te noemen de advocaat (of het advocatenkantoor) en hierna te noemen de cliënt(en) 2 Wordt het volgende overeengekomen : 1. Voorwerp van

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S

Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S. 06.08.2004) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van [28 maart 2007 tot

Nadere informatie

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

DECREET. inzake sociale werkplaatsen VLAAMS PARLEMENT DECREET inzake sociale werkplaatsen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2015

Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2015 Sociaal sectoraal pensioenstelsel van de elektriciens Transparantieverslag 2015 1. Welke instellingen komen tussenbeide in het beheer van uw aanvullend pensioen? De inrichter van het sociaal sectoraal

Nadere informatie

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18.

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18. bij oprichting Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal Kapitaal volgens oprichtingsstatuten Minimum inbreng in speciën jaar 1 18.550,00

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: FONDS VOOR SCHEEPSJONGENS ANDERE Adres: Vrijhavenstraat Nr: 5 Bus: Postnummer: 8400 Gemeente: Oostende Land: België Rechtspersonenregister (RPR) - Rechtbank van Koophandel

Nadere informatie

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9) 28 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de medische verkiezingen zoals bedoeld in artikel 211, 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige

Nadere informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Administrative bron KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen Algemene informatie De Kruispuntbank van Ondernemingen is een register dat binnen de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Overeenkomst tussen advocaat en cliënt 1

Overeenkomst tussen advocaat en cliënt 1 Overeenkomst tussen advocaat en cliënt 1 Tussen : Meester Dimitri Vantomme, advocaat met kantoor te 8500 Kortrijk, Beheerstraat 32. hierna te noemen de advocaat (of het advocatenkantoor), en hierna te

Nadere informatie

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%) Hogere volumes zorgen voor stijging toegevoegde waarde en ebitda met meer dan 10% Resultaat Resilux na belasting stijgt met meer dan 25% Resultaat JV Airolux blijft voorlopig nog negatief Kerncijfers eerste

Nadere informatie

OPDRACHTGEVEND BESTUUR. Gemeente Lint Koning Albertstraat Lint. BRANDVEILIG MAKEN ontmoetingscentrum De Witte Merel FASE 4

OPDRACHTGEVEND BESTUUR. Gemeente Lint Koning Albertstraat Lint. BRANDVEILIG MAKEN ontmoetingscentrum De Witte Merel FASE 4 OPDRACHTGEVEND BESTUUR Gemeente Lint Koning Albertstraat 41 2547 Lint BRANDVEILIG MAKEN ontmoetingscentrum De Witte Merel FASE 4 INSCHRIJVINGSBILJET. Gebruikte eenheid in het inschrijvingsbiljet: EURO.

Nadere informatie

WETGEVER TREEDT OP TEGEN VOORDELEN IN DE VORM VAN AANDELEN DIE EEN BUITENLANDSE VENNOOTSCHAP TOEKENT AAN WERKNEMERS IN BELGIE

WETGEVER TREEDT OP TEGEN VOORDELEN IN DE VORM VAN AANDELEN DIE EEN BUITENLANDSE VENNOOTSCHAP TOEKENT AAN WERKNEMERS IN BELGIE WETGEVER TREEDT OP TEGEN VOORDELEN IN DE VORM VAN AANDELEN DIE EEN BUITENLANDSE VENNOOTSCHAP TOEKENT AAN WERKNEMERS IN BELGIE An De Reymaeker fiscaal advocaat-vennoot Vandendijk & Partners Ondernemingen

Nadere informatie

algemene boekhouding Periodieke bezoldiging Hoe boeken? Uitzendarbeid 617 Zaakvoerders, bestuurders 618

algemene boekhouding Periodieke bezoldiging Hoe boeken? Uitzendarbeid 617 Zaakvoerders, bestuurders 618 Periodieke bezoldiging Hoe boeken? K.B. van 12 september 83 - MAR 620 Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen 6200 Bestuurders of zaakvoerders 6201 Directiepersoneel 6202 Bedienden 6203 Arbeiders

Nadere informatie

1 Wettelijke grondslagen

1 Wettelijke grondslagen Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Boek 2 Hoofdstuk 7.3 : Inhouding voor bijdrage aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging Inhoudstafel 1 Wettelijke grondslagen 2 Onderworpen

Nadere informatie

Boekhouding OFP / IBP

Boekhouding OFP / IBP Boekhouding OFP / IBP 27 maart 2014 Harold François Agenda Algemene boekhouding Boekhouding OFP/IBP 2 Agenda Algemene boekhouding Boekhouding OFP/IBP 3 Boekhoudkundige verplichtingen Wet dd. 17/07/1975

Nadere informatie

SOLVAY NV Maatschappelijke zetel : Ransbeekstraat 310,1120 Brussel RPR Brussel 0403.091.220 VERDUIDELIJKENDE NOTA

SOLVAY NV Maatschappelijke zetel : Ransbeekstraat 310,1120 Brussel RPR Brussel 0403.091.220 VERDUIDELIJKENDE NOTA SOLVAY NV Maatschappelijke zetel : Ransbeekstraat 310,1120 Brussel RPR Brussel 0403.091.220 VERDUIDELIJKENDE NOTA BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 13 MEI 2014 Deze nota werd opgesteld in toepassing

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector openbare instelling Adres: vrijhavenstraat Nr: 5 Bus: Postnummer: 8400 Gemeente: Oostende Land:

Nadere informatie