jaar verslag Stop Kindermisbruik

Transcriptie

1 2010 jaar verslag Stop Kindermisbruik

2 Jaarverslag bestuur 5 Voorwoord 7 1. Inleiding 8 2. Doel en doelgroepen Doelstelling Doelgroepen Strategie Missie en visie Interventiestrategieën 12 voorkomen 12 bestrijden 13 reintegreren Projecten Partnerorganisaties Partnerorganisaties Evaluatie projecten Projectbeheer Projecten Stop Kindermisbruik Voorlichting Maatschappelijk debat Regeringsbeleid Communicatie en marketing Mediaaandacht Donateurs Sponsoring Subsidies Acties derden Strategie Organisatie Directie Raad van Toezicht Werkorganisatie Vrijwilligers Transparantie MVO Financiën Resultaten Projecten partnerorganisaties Projecten Stop Kindermisbruik Communicatie en marketing Organisatie Beleid Meerjarenbeleidsplan Beleidsplan Beleidsstukken Jaarplan Jaarverslag Raad van toezicht 55 Jaarrekening balans per 31 december 2010 (na resultaatbestemming) Staat van baten en lasten Toelichting op de balans Algemeen Grondslagen voor waardering van activa en passiva Grondslagen voor bepaling van het resultaat Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten Ttoelichting op de staat van baten en lasten Specificatie en verdeling kosten naar bestemming Het resultaat Fiscale positie Gemiddeld aantal werknemers Specificatie directiebezoldiging Begrotingsvergelijking Toelichting op de begrotingsvergelijking 76 Beoordelingsverklaring 79 3

3 5

4 In 2008 namen Arjan Erkel en Yolanthe Sneijder Cabau het initiatief om stichting Stop Kindermisbruik op te richten, om zoveel mogelijk kinderen, waar ook ter wereld, te helpen ontsnappen aan kindermisbruik. In de eerste tweeënhalf jaar zijn door de steun van Stop Kindermisbruik meer dan meisjes uit bordelen gered. Ook hebben we drie opvanghuizen kunnen uitbreiden en hebben we geïnvesteerd in het verbeteren van de zorg voor, de begeleiding van en het onderwijs aan deze meisjes. 7 We zijn nieuwe partnerschappen aangegaan met organisaties in Azië en met een Afrikaanse en Nederlandse organisatie die steun verdienen in de strijd tegen kinderprostitutie. In 2010 heeft Stop Kindermisbruik samengewerkt met organisaties in India, Nepal, Bangladesh, Thailand, Cambodja, de Filippijnen, Kameroen en Nederland. In 2010 hebben onze partnerorganisaties 500 meisjes bevrijd en 900 meisjes opgevangen en begeleid bij het starten van een nieuwe toekomst. De eerste projecten, die in 2008 en 2009 zijn gestart, zijn afgerond en we zijn met nieuwe projecten gestart waarvan het resultaat in 2011 en daarna zichtbaar zal worden. In dit jaarverslag vindt u een beschrijving van die activiteiten. We richten ons op concrete activiteiten, met een direct resultaat. Wij geven vertrouwen aan onze partners en financieren de projecten die zij uitvoeren. Stop Kindermisbruik concentreert zich op het monitoren en evalueren van de projecten, het werven van fondsen, het geven van voorlichting en het beïnvloeden van het beleid van de Nederlandse regering. En dit alles tegen zo laag mogelijke kosten. Wij kijken tevreden terug op het afgelopen jaar. Evelien Hölsken en Roelof van Laar Bestuur Stop Kindermisbruik

5 9 Kindermisbruik en kinderhandel komen in alle landen ter wereld voor. Op de kleinste eilandenrijkjes in ZuidoostAzië worden minderjarige meisjes door passerende vissers misbruikt en verkracht tegen betaling van een klein bedrag of een vis. In de kinderbordelen van New Delhi hoeven tienduizenden minderjarige meisjes niet lang te wachten op een volgende verkrachter. Zij moeten 10 tot 30 klanten per dag bedienen. Er zijn ook veel kinderen die verdwijnen. Tegen kindersmokkelaars wordt, door onmacht, onkunde of corruptie, vaak nauwelijks opgetreden. De handel in kinderen is zeer lucratief. Eén gesmokkeld kind levert een kinderhandelaar minstens enkele honderden euro s op, sommige meisjes die verkocht worden aan de seksindustrie zijn pooiers duizenden euro s waard. Zij verdienen vervolgens tienduizenden euro s aan deze meisjes. Armoede is de belangrijkste oorzaak van kinderhandel. Ouders staan hun kinderen tegen betaling af aan familieleden of (vage) kennissen die hen een betere toekomst in de stad beloven. Zij doen dat om hun schulden af te lossen of om simpelweg te overleven. Die betere toekomst wacht de kinderen echter niet. Elk jaar sterven duizenden kinderen zonder ooit echt kind te zijn geweest. Hun leven stond in het teken van uitbuiting, mishandeling en misbruik. Kinderen die op straat werken en leven lopen een extreem hoog risico om slachtoffer te worden van kindersmokkelaars en uitbuiters, als ze niet al slachtoffer zijn. Alleen al in Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja, leven en werken meer dan kinderen op straat. Dat terwijl de stad slechts 1,3 miljoen inwoners heeft. Alleen al in India werken volgens officiële schattingen 1,2 miljoen meisjes in de seksindustrie. Kinderhandel en kindermisbruik komen echter in alle landen van de wereld voor. Ook in Nederland belanden naar schatting ongeveer minderjarige meisjes per jaar gedwongen in de prostitutie. Soms zijn ze nog maar 12 of 13 jaar oud. Door chantage, geweld of bedreiging worden zij gedwongen seks te hebben met wildvreemde mannen. Het geld dat die mannen betalen zien zij nooit. Dat maken hun pooiers op. Stop Kindermisbruik wil dat slachtoffers van kindermisbruik en kinderhandel uit hun situatie gered worden en de hulp krijgen die ze verdienen. Alleen door daders te arresteren en te berechten kunnen we een einde maken aan de gruwelijke handel in kinderen.

6 2.1 Doelstelling 2.2 Doelgroepen In artikel 2 van de statuten van Stop Kindermisbruik zijn de doelen van de stichting geformuleerd, evenals de manieren waarop de stichting deze doelen wil bereiken. 1. De stichting heeft ten doel: a. Kindermisbruik waar ook ter wereld te voorkomen en bestrijden, zulks in de meest uitgebreide zin, met nadruk op de ergste vormen van misbruik, zoals commercieel seksueel kindermisbruik; b. Het bewustzijn onder de Nederlandse bevolking over het bestaan van kindermisbruik en de schaal waarop dit wereldwijd nog altijd voorkomt te bevorderen. 2. De stichting tracht haar doel te bereiken met alle mogelijke wettige middelen en voorts door: a. Het oprichten en in stand houden van een fondsenwervende voorlichtingsorganisatie in Nederland en eventueel gelijksoortige organisaties in andere landen; b. Het aangaan van duurzame partnerschappen met organisaties in doellanden, die te ondersteunen in hun ontwikkeling en bij de uitvoering van projecten; c. Het geven van voorlichting aan het Nederlandse publiek. Stop Kindermisbruik is een kinderrechtenorganisatie. We maken scherpe keuzes in de doelgroepen die we steunen. Zeker omdat de middelen die we ter beschikking hebben, beperkt zijn. Onze belangrijkste doelgroep is meisjes die het slachtoffer zijn van kinderprostitutie. Deze meisjes worden door klanten en uitbuiters dagelijks meerdere keren verkracht en emotioneel en lichamelijk mishandeld. Ze zitten vaak onder erbarmelijke omstandigheden gevangen in bordelen. Secundaire doelgroepen zijn meisjes die het slachtoffer zijn van kinderhandel en/of seksueel misbruik, zoals dienstmeisjes en incestslachtoffers. Het risico dat zij in de kinderprostitutie terecht komen is groot. Tertiaire doelgroepen zijn straatkinderen, weeskinderen en kinderen die in diepe armoede opgroeien, omdat ook zij veel risico lopen om commercieel en/ of seksueel uitgebuit te worden. Een deel van de projecten die we steunen komt ook ten goede aan jongeren boven de 18 jaar. Jongeren die misbruikt worden, werden dat vaak al toen ze nog kind waren. Als ze toen niet geholpen zijn, is dat geen reden om dat alsnog niet te doen. Ook moeders, vrouwen, gezinsleden en anderen zullen profiteren van de projecten die Stop Kindermisbruik uitvoert, ook al zijn zij niet onze directe doelgroepen DOEL & doelgroepen

7 3.strategie 3.1 Missie en visie 3.2 Interventiestrategieën Stop Kindermisbruik streeft een wereld na waarin kinderen niet langer slachtoffer zijn of worden van kinderhandel en seksueel misbruik. We staan een allesomvattende, holistische, aanpak voor. Investeren in gedragsverandering van (potentiële) daders en slachtoffers, juridische en economische maatregelen tegen uitbuiters en smokkelaars, goede opvang en begeleiding van slachtoffers en ondersteuning van kinderen die extreem veel risico lopen om uitgebuit te worden, zijn voorbeelden van de interventies die Stop Kindermisbruik steunt. Alleen door op alle fronten de strijd met kindermisbruik aan te gaan, kunnen stappen worden gezet. Dat bereikt Stop Kindermisbruik door projecten te ondersteunen die tot doel hebben kinderhandel en seksueel misbruik te voorkomen of te bestrijden. Die projecten worden uitgevoerd door lokale partnerorganisaties over de hele wereld. Onze partnerorganisaties steunen we ook bij het (verder) ontwikkelen van hun organisatie, zodat hun capaciteit om projecten te initiëren, realiseren en in stand te houden, toeneemt. Dit doen we door specialistische kennis op het gebied van communicatie, fondsenwerving, (project)management en organisatieontwikkeling voor hen te ontsluiten. Daarnaast wil Stop Kindermisbruik het bewustzijn onder de Nederlandse bevolking van het bestaan van kinderhandel en kinderprostitutie en de schaal waarop dit, wereldwijd, nog altijd voorkomt vergroten. Dit doet Stop Kindermisbruik door gerichte voorlichting te geven op scholen en via de media. Stop Kindermisbruik gebruikt drie verschillende strategieën om kinderprostitutie te bestrijden. We investeren in het voorkomen en bestrijden van kinderprostitutie, en in de reintegratie van slachtoffers. Deze strategieën worden tot uitvoer gebracht door onze partnerorganisaties, waarbij Stop Kindermisbruik zich concentreert op het monitoren van projecten en partnerorganisaties die zij steunt. Voorkomen Kinderprostitutie is alleen te voorkomen door een geïntegreerde aanpak die leidt tot het weerbaarder maken van de doelgroep en het verkleinen van het aantal mensen dat kinderen commercieel seksueel misbruikt of daaraan direct of indirect een bijdrage levert. Het weerbaarder maken van de doelgroep kan door te investeren in het toekomstperspectief van gezinnen en kinderen. Kinderen die niet naar school gaan, op straat leven en werken en kinderen die geen toekomstperspectief hebben, zijn extra kwetsbaar. Door deze kinderen scholing en begeleiding aan te bieden, gezinnen bij te staan bij het ontwikkelen van inkomensgenererende activiteiten en het bewustzijn te vergroten over de rechten van kinderen en vrouwen, kan de kans dat die kinderen slachtoffer worden van misbruik drastisch worden verkleind. Als tegelijkertijd echter de vraag naar kinderen om commercieel seksueel te misbruiken even groot blijft, zal kinderprostitutie op dezelfde schaal blijven voorkomen. Daarom moet ook geïnvesteerd worden in het veranderen van opvattingen en ideeën binnen samenlevingen die kinderprostitutie in de hand werken. Mythes over de versterkende of zelfs helende werking van seks met maagden werkt bijvoorbeeld de steeds verdergaande verjonging van de meisjes in de kinderprostitutie in de hand. Stop Kindermisbruik zal in de toekomst ook projecten steunen die kinderprostitutie verminderen door gedragsverandering te bewerkstelligen. Bestrijden Door kinderhandelaren en misbruikers stevig aan te pakken en hen zo nodig en mogelijk juridisch en economisch te raken, wordt de drempel om kinderen commercieel seksueel te gaan misbruiken verder verhoogd. Mensensmokkelaars in heel Azië weten dat de pakkans zeer gering is, en de mensen bovenin het circuit worden vaak beschermd door de politieke elite. Onderin het circuit leidt corruptie ertoe dat politie en justitie hun ogen gesloten houden voor het misbruik dat plaatsvindt en/of dat daders snel vrijkomen met een lichte straf. Door het bevrijden van kinderen uit situaties van uitbuiting, vervolging van daders en het bijstaan van slachtoffers in die procedures, kan kinderprostitutie worden bestreden. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan het versterken van de capaciteit van politie en justitie, en wordt druk uitgeoefend op de politiek om effectief ingrijpen mogelijk te maken en/of af te dwingen. Als pooiers merken dat ze grote kans lopen hun bordeel kwijt te raken en voor lange tijd in de gevangenis te belanden als ze kinderprostituees in hun bordelen laten werken, zullen velen ervoor kiezen de risico s te verkleinen en legale of gedoogde activiteiten te ontplooien. Zo leidt het bestrijden van kinderprostitutie er ook toe dat kinderprostitutie voorkomen wordt. Reintegreren Kinderen die eenmaal het slachtoffers zijn geworden, verdienen onze steun om een nieuw leven op te bouwen. Deze kinderen kampen met trauma s, ziekten en stigmatisering in de gemeenschap waar ze vandaan komen. We investeren daarom maximaal in het herenigen van misbruikte kinderen met hun familie. Dat lukt in de meeste gevallen. Voormalige kinderprostituees zijn echter, zeker als ze besmet zijn met HIV/AIDS, soms niet welkom in de gemeenschap waar ze vandaan komen. Anderen zijn door hun ouders bewust verkocht aan een bordeel, en kunnen daarom niet terug. Door opleiding en begeleiding, gecombineerd met een liefdevolle gezinsvervangende situatie, krijgen deze kinderen een nieuwe kans en kunnen ze zelfstandig een nieuw leven opbouwen. 13

8 4.projecten partner organisaties 4.1 Partnerorganisaties Stop Kindermisbruik realiseert haar doelstellingen via partnerorganisaties. Deze organisaties zijn vaak al jaren actief bezig en willen het aantal projecten uitbreiden of hebben financiële problemen door het afhaken van andere donoren. Samen met die partnerorganisaties realiseren we projecten die passen binnen ons streven naar een wereld zonder kinderhandel en seksueel misbruik van kinderen. Bij de ontwikkeling van opvanghuizen of het helpen van straatkinderen kunnen er ook projecten gefinancierd worden die op het eerste gezicht weinig te maken lijken te hebben met Stop Kindermisbruik, zoals de bouw van een biogasinstallatie of het starten van een restaurant. Deze projecten zijn echter altijd bedoeld om de doelgroep beter te kunnen helpen of om winst te genereren na een eenmalige investering, zodat de organisatie in de jaren die komen minder afhankelijk wordt van hulp van buitenlandse donoren. Stop Kindermisbruik werkt op basis van gelijkwaardigheid samen met partnerorganisaties. Wij kunnen onze doelen niet zonder hen bereiken, en zij niet zonder ons. We hebben elkaar dus nodig. Toch is Stop Kindermisbruik eindverantwoordelijk voor de besteding van donaties, en leggen wij daarover verantwoording af aan onze donateurs en donoren. Daarom maken we afspraken over de controle van uitgaven (zie 4.2). Het begint echter met de selectie van goede partnerorganisaties op basis van criteria die zijn vastgelegd:. zich expliciet (mede) richten op het voorkomen en/of bestrijden van kindermisbruik. een bewezen staat van dienst hebben bij het voorkomen en/of bestrijden van kindermisbruik. Wanneer mogelijk erkend zijn door de lokale overheid. een professionele boekhouding voeren die gecontroleerd wordt door een bevoegde accountant. Jaarplannen en jaarverslagen publiceren/ beschikbaar stellen. ervaring hebben met het verzorgen van projectplannen en rapportages. Ttransparant werken en openstaan voor audits en evaluaties. De capaciteit hebben om projecten effectief, efficiënt en duurzaam vorm te geven en uit te voeren. Niet gelieerd zijn aan een specifieke politieke, culturele of religieuze stroming. Zo mogelijk samenwerken met de overheid om de capaciteit van de overheid te vergroten. 15 Stop Kindermisbruik werkte in 2009 al samen met partnerorganisaties in India, Cambodja, en Thailand. In 2010 zijn daar partnerorganisaties uit Nepal, Bangladesh, de Filippijnen, Kameroen en Nederland bijgekomen.

9 India Rescue Foundation De Rescue Foundation heeft bevrijdingsteams in Mumbai, Pune en New Delhi (India). Zij redden jaarlijks honderden meisjes uit de prostitutie. Wat Stop Kindermisbruik betreft, is de organisatie een voorbeeld voor alle organisaties in de regio, en is het opvanghuis in Boisar een voorbeeldproject. Zo zouden opvanghuizen er overal uit moeten zien en worden geleid. De Rescue Foundation is de belangrijkste partner van Stop Kindermisbruik. Projecten afgerond in Aaanleg biogas en compostinstallatie bij opvanghuis, Boisar. Doorlopende projecten. Bevrijdingsteams, Mumbai en Pune. verbetering kwaliteit opvang, zorg en onderwijs Mumbai, Pune en Boisar Projecten gestart in Bevrijdingsteam,New Delhi. Bouw trainingscentrum, Boisar. Uitbreiding opvanghuis, Boisar Nepal Shakti Samuha Shakti Samuha is een kleine organisatie in Nepal, die is opgezet door meisjes die zelf bevrijd zijn uit Indiase bordelen. Zij hebben een opvanghuis voor 25 meisjes die zij helpen een nieuwe toekomst in Nepal, hun moederland, op te bouwen. Project gestart in Beroepstrainingen slachtoffers kinderprostitutie. Bangladesh BNWLA (Bangladesh National Woman Lawyers Association) Als coalitie van ruim vrouwelijke advocaten is BNWLA een belangrijke organisatie op het gebied van vrouwen en kinderrechten in Bangladesh. Zij voeren rechtszaken en lobbyen. Daarnaast hebben ze een opvanghuis voor vrouwen en kinderen, waar ook de Bengaalse meisjes, die in India bevrijd zijn, worden opgevangen. Project gestart in bouw nieuw opvanghuis slachtoffers kinderprostitutie. Cambodja AFESIP Cambodja (Agir pour les Femmes en Situation Precaire) AFESIP Cambodja richt zich op vrouwen en kinderen in de prostitutie in Cambodja. Door meisjes die in de prostitutie hebben gewerkt op te vangen en onderwijs, zorg en begeleiding te geven kunnen ze werken aan een nieuwe toekomst. Projecten afgerond in Uitbreiding opvanghuis Kampong Cham. Bouw trainingscentrum bij opvanghuis Phnom Penh Doorlopend project. Opvang slachtoffers kinderhandel/kinderprostitutie. SISHA (South East Asia Investigations into Social and Humanitarian Activities)SISHA is een bevrijdingsorganisatie in Cambodja. Zij werken nauw samen met AFESIP. De meisjes die SISHA red worden bijvoorbeeld door AFESIP opgevangen. Project gestart in Bevrijdingsteam (werkt landelijk). SSF (Sao Sari Foundation) SSF werkt in Kampong Speu, een provincie nabij Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Door projecten met straatkinderen en gemarginaliseerde gemeenschappen voorkomen zij de smokkel, uitbuiting en het misbruik van kinderen. Stop Kindermisbruik heeft in december 2009 het eerste project gestart, gericht op een gemarginaliseerde gemeenschap van waaruit veel kinderen naar Thailand verdwijnen. Doorlopende projecten. Ttrajecten voor meisjes die slachtoffer zijn van kinderhandel en/of seksueel misbruik of een groot risico lopen dit te worden. Inkomensgenererende activiteiten voor families in gemarginaliseerde gemeenschappen. Thailand AAT (Alliance Anti Trafik) aat is een regionale organisatie in ZuidoostAzië, die actief is in Thailand, Laos, Vietnam en Cambodja. Zij bevrijden in Thailand meisjes en begeleiden ze terug naar hun land van herkomst. Project gestart in 2010 Bevrijdingsteam (werkt landelijk). De Filippijnen Let s Care Ook op de Filippijnen worden veel meisjes 17

10 19 slachtoffer van kinderhandel en seksueel misbruik. Let s Care is bezig met de realisatie van een opvanghuis speciaal voor deze meisjes, zodat ook zij de zorg en aandacht krijgen die ze verdienen. Project gestart in Ttrajecten voor meisjes die slachtoffer zijn van kinderhandel en/of seksueel misbruik of een groot risico lopen dit te worden. Project gestart in Bouw nieuw opvanghuis San Jose de Buenavista. Kameroen ASSEJA (Association enfants, jeunes et avenir) ASSEJA begon als een organisatie die zich specialiseerde in kinderrechten. Doordat veel problemen die zij bestreden veroorzaakt werden door armoede en onderontwikkeling in gemeenschappen is ASSEJA zich ook daar op gaan richten. De strijd voor kinderrechten staat echter centraal. Elk jaar geven zij tientallen minderjarige slachtoffers van mensenhandel en seksueel misbruik de kans een opleiding te volgen en een eigen bedrijfje te beginnen. In de toekomst willen ze meer meisjes uit situaties van seksuele uitbuiting gaan bevrijden. Daarbij wil Stop Kindermisbruik hen steunen. Nederland Fier Fryslân Fier is gevestigd in Leeuwarden, maar vangt meisjes uit het hele land op die gedwongen in de prostitutie hebben gewerkt of die te maken hebben met eergerelateerd geweld. Fier is wat ons betreft een voorbeeldorganisatie in Nederland en Europa vanwege de passie waarmee ze hun werk doen en de manier waarop ze de zorg voor deze meisjes vormgeven. Ze werken op dit moment aan een nieuw opvanghuis voor deze meisjes, vlak naast het politiebureau van Leeuwarden. Project gestart in Realisatie nieuw opvanghuis in Leeuwarden.

11 4.2 evalutatie projecten 21 Afgeronde projecten Aanleg biogas en compostinstallatie (Rescue Foundation, India) De aanleg van de compostinstallatie is in december 2010 voltooid. Het zal een half jaar duren voordat de opbrengsten van de installatie in kaart kunnen worden gebracht. De verwachting is nog steeds dat deze installatie aan netto inkomsten per jaar zal genereren. Deze kosten zijn gelijk aan de opvangkosten van 36 meisjes 1. Door de aanleg van de biogasinstallatie stoot het opvanghuis jaarlijks kilo minder CO2 uit. De Rescue Foundation hoeft geen gas meer in te kopen (terwijl in het projectvoorstel nog werd uitgegaan van 50% minder gasinkoop). Meer dan 100 meisjes hebben uitleg gekregen over de werking van de biogasinstallatie. Mede doordat is gekozen voor een biogasinstallatie die ook elektriciteit op kan wekken, zijn de besparingen veel groter dan voorzien, namelijk 26 per dag, ofwel per jaar. Deze kosten zijn gelijk aan de opvangkosten van 22 meisjes 1. Uitbreiding opvanghuis Kampong Cham (AFESIP, Cambodja) Op twee uur rijden van de hoofdstad Phnom Penh staat een opvanghuis van meisjes tot zestien jaar die bevrijd zijn uit Cambodjaanse bordelen. Dit opvanghuis was te klein voor het aantal meisjes dat er werd opgevangen. Een uitbreiding van het opvanghuis was nodig om de meisjes meer ruimte te geven voor lessen, trainingen en ontspanning. Er zijn ook een gespreksruimte en een onderzoeksruimte voor de dokter en psycholoog gerealiseerd. De bijdrage van Stop Kindermisbruik aan dit project was Deze bijdrage werd mede mogelijk gemaakt door de Nationale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NCDO). De uitbreiding is gerealiseerd binnen de gemaakte planning en volgens de opgestelde plannen. De evaluatie en projectrapportage zijn begin 2011 goedgekeurd door de NCDO. Trainingscentrum Phnom Penh (AFESIP, Cambodja) Begin 2010 heeft Stop Kindermisbruik de bouw van een nieuw trainingscentrum in Phnom Penh mogelijk gemaakt. Dit centrum is gerealiseerd op een nog braakliggend stukje grond bij een bestaand opvanghuis. Hier krijgen 90 meisjes per jaar een training tot kapster of kleermaker en werken zij onderwijsachterstanden weg. Het centrum is in november 2010 binnen de planning en het beschikbare budget voltooid. Doorlopende projecten Bevrijdingsteams in Mumbai en Pune (Rescue Foundation, India) De bevrijdingsteams in Mumbai en Pune hebben in meisjes kunnen redden uit de bordelen. Dit is meer dan in 2009 (toen 200 meisjes werden gered), toen er een aantal maanden geen bevrijdingen konden plaatsvinden in verband met de verkiezingen. Verbetering kwaliteit opvang, zorg en onderwijs (Rescue Foundation, India) In totaal zijn in meisjes opgevangen (tegenover 339 in 2009). Hierdoor waren de opvanghuizen voor een groot deel van het jaar overbezet. In de zomer van 2010 is daarom besloten om zes extra personeelsleden aan te nemen om alle meisjes de noodzakelijke aandacht en begeleiding te kunnen geven. Stop Kindermisbruik betaalt de salariskosten van deze medewerkers. Daarnaast maakt Stop Kindermisbruik de bouw van personeelsverblijven in Boisar mogelijk, zodat er gemakkelijker personeel gevonden kan worden. Begin 2011 zal het nieuwe trainingscentrum in Boisar gereed zijn, daardoor worden er meer verschillende lessen tegelijk mogelijk. Opvang slachtoffers kinderhandel/kinderprostitutie (AFESIP, Cambodja) AFESIP heeft in 2010 meer dan 300 meisjes opgevangen. 144 van hen zijn in 2010 toegelaten (waarvan 120 meisjes zijn gered uit de seksindustrie). 89 meisjes verlieten de opvang. 32 van hen startten hun eigen bedrijfje, 57 zijn herenigd met hun familie. Trajecten voor slachtoffers kinderhandel/seksueel misbruik (SSF, Cambodja) In 2010 kon SSF ruim 70 meisjes ondersteunen die groot risico liepen om slachtoffer van kinderhandel en/of seksueel misbruik te worden of dat al waren. 23 meisjes zijn opgevangen in het opvanghuis van de organisatie. Alle meisjes zijn terug naar school gegaan en begeleid bij het opbouwen van een nieuw sociaal vangnet, zodat zij veel minder risico lopen (opnieuw) slachtoffer te worden. Inkomen genererende activiteiten voor families (SSF, Cambodja) Ruim 100 families, met in totaal 570 kinderen, profiteren van het gemeenschapsontwikkelingsprogramma van SSF. Deze kinderen gaan nu naar school, hebben toegang tot schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen en het inkomen van de families is toegenomen. In de komende jaren wordt duidelijk of dit effect duurzaam is, kinderen daadwerkelijk hun opleiding afmaken en daardoor beter terecht komen. Tot nu toe is dit project zeer succesvol. 1 De opvangkosten zijn gemiddeld 70 per maand per meisje (inclusief eten, drinken, begeleiding, traumabehandeling, onderwijs, trainingen, sport, spel en medische zorg). Meisjes verblijven gemiddeld zes maanden in het opvanghuis.

12 4.3 projectbeheer Projecten worden in ieder geval jaarlijks ter plekke gecontroleerd door of namens Stop Kindermisbruik. Door foodbasketresearch, inspecties en controle van de boeken verzekert Stop Kindermisbruik zich ervan dat er een stevige basis is en blijft voor het vertrouwen dat Stop Kindermisbruik in haar lokale partners stelt. Voor projecten met een budget van meer dan vraagt Stop Kindermisbruik een accountantsverklaring door een erkende accountant. Voor kleinere projecten volstaat een afrekening met bewijsstukken. Naast projectfinanciering draagt Stop Kindermisbruik ook bij aan de financiering van organisaties als geheel. De verantwoording over de besteding van deze middelen wordt afgelegd in hun jaarrekening, die ook door een erkende accountant wordt gecontroleerd. Stop Kindermisbruik beoordeelt projectaanvragen aan de hand van een logisch raamwerk, waarbinnen de nadruk ligt op de verhouding tussen input, output, outcome en effect van projecten. Oftewel, of de verwachtte uitkomst van een project de gevraagde investering rechtvaardigt. Daarbij is een voorwaarde dat het behaalde resultaat duurzaam is. Voor het ter plekke controleren van de projecten heeft Stop Kindermisbruik een reisbeleid opgesteld, met soberheid als uitgangspunt. Medewerkers van de stichting vliegen bijvoorbeeld alleen economy class. Vluchten met een overstap zijn vaak goedkoper, daaraan geven we dus de voorkeur. Verder zijn er bepalingen opgenomen over de kosten die lokaal gemaakt mogen worden voor overnachtingen, eten en dergelijke. In 2010 zijn drie reizen naar partnerorganisaties gemaakt en heeft één partnerorganisatie Stop Kindermisbruik in Nederland bezocht. In januari bezocht de Rescue Foundation Nederland. Samen met deze partnerorganisatie hebben we verschillende organisaties in Nederland bezocht die een bijdrage hebben geleverd of kunnen leveren aan de Rescue Foundation. Hier zijn helaas geen nieuwe fondsen door vrijgekomen. Daarnaast hebben we twee grote voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. (zie hoofdstuk 5). In maart en april 2010 bezocht Evelien Hölsken, directeur communicatie en fondsenwerving, onze partnerorganisaties in Cambodja en Thailand. De uitbreiding van het opvanghuis in Kampong Cham, een project van Stop Kindermisbruik, was toen net voltooid en zag er prachtig uit. Met de (toen nog) drie partnerorganisaties in de regio zijn gesprekken gevoerd over de voortgang van de huidige projecten en financiering van nieuwe projecten. Daarnaast heeft Evelien met Hair Heroes ambassadeur Andy Uffels en voorzitter Penny Slaney enkele opvanghuizen bezocht waar Andy Uffels de meisjes een training heeft gegeven in het kappersvak. In de zomer 2010 heeft Roelof van Laar, directeur organisatie en projecten, de Rescue Foundation in India bezocht. Daar heeft hij samen met Charlotte Kok, medewerker communicatie en fondsenwerving, een aantal gasten rondgeleid langs alle projecten. Daarnaast heeft hij enkele weken bij een van de opvanghuizen gewoond en is hij een week in Mumbai geweest om alle lopende en geplande projecten helemaal door te spreken. In oktober 2010 is Roelof van Laar naar Kameroen gereisd om kennis te maken met een nieuwe partnerorganisatie, ASSEJA. Zij hadden, net als SISHA, gereageerd op een oproep voor nieuwe partnerorganisaties en hun reactie gaf genoeg aanleiding om een bezoek af te leggen. ASSEJA blijkt een grote, gedreven organisatie die met energie en overtuiging jongeren (vooral meisjes) in moeilijke omstandigheden helpt een nieuwe toekomst te starten. Veel van de meisjes die zij onderwijs, training en hulp bij het starten van een eigen bedrijf aanbieden zijn slachtoffer van kinderhandel en/of seksuele uitbuiting. 23

13 5.projecten stop kindermisbruik Naast projecten van partnerorganisaties zijn er ook projecten die Stop Kindermisbruik zelf uitvoert. De activiteiten die hier onder vallen zijn het geven van voorlichting, deelname aan het maatschappelijk debat en het beïnvloeden van het regeringsbeleid. 5.1 Voorlichting Stop Kindermisbruik vindt het belangrijk dat mensen weten hoeveel kinderen er nog altijd slachtoffer worden van kinderhandel en kinderprostitutie in Nederland, en daarbuiten. Daarom geeft Stop Kindermisbruik voorlichting. Via scholen en de media bereiken we jongeren en volwassenen. Onze zeven ambassadeurs spelen daarbij een hoofdrol. Kind aan de ketting Stop Kindermisbruik is in 2009 een samenwerking aangegaan met het NiNsee, het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis, dat de tentoonstelling Kind aan de ketting organiseerde. Deze tentoonstelling is tot augustus 2010 te zien geweest. In totaal hebben 5740 mensen de tentoonstelling bezocht. De ambassadeurs van Stop Kindermisbruik, Arjan Erkel, Yolanthe Sneijder Cabau, John Ewbank en Vivian Reijs, hebben de tentoonstelling bezocht. Scholen Op enkele tientallen scholen is aandacht besteed aan het werk van Stop Kindermisbruik. We hebben leerlingen ondersteund die een profielwerkstuk of spreekbeurt over Stop Kindermisbruik wilden houden en hebben ook enkele scholen bezocht. In januari hebben we samen met Triveni Acharya en Mahesh Ruparelia (de directrice en projectcoördinator van de Rescue Foundation) een middelbare school in Wassenaar bezocht en daar alle leerlingen tegelijkertijd toegesproken in de aula. Roelof van Laar gaf meer uitleg over de activiteiten van Stop Kindermisbruik en Triveni Acharya vertelde over hoe de Rescue Foundation meisjes uit bordelen bevrijden. De leerlingen kregen ook een voorproefje van wat er in de uitzending van de TROS TV Show te zien zou zijn. TROS TV Show In januari 2010 was ambassadrice Yolanthe Sneijder Cabau te gast bij de TROS TV Show. Tijdens de uitzending is 12 minuten aandacht besteed aan het werk van Stop Kindermisbruik. 2,4 miljoen mensen hebben die uitzending gezien. Dit heeft een grote bijdrage geleverd aan het bevorderen van het bewustzijn van de Nederlandse bevolking over het bestaan van kinderprostitutie en de schaal waarop dit wereldwijd voorkomt. Subsidie Eind 2010 hebben we een subsidieaanvraag ingediend om een grote campagne vorm te geven rond het thema Jongeren stoppen kinderhandel. Deze aanvraag is begin 2011 afgewezen. In mei 2011 zal Stop Kindermisbruik, samen met Fier Fryslân en andere partners, een nieuwe aanvraag indienen. Overig Stop Kindermisbruik geeft ook voorlichting via haar website, folders en via gratis publiciteit. Zo zijn er in 2010 in tientallen kranten en tijdschriften artikelen en interviews verschenen over het werk van Stop Kindermisbruik. Daarnaast zorgt Stop Kindermisbruik ervoor dat alle fondsenwervende activiteiten ook bijdragen aan onze doelstelling om mensen ervan te doordringen op welke schaal kinderprostitutie nog altijd voorkomt. 25

14 5.2 Maatschappelijk debat 5.3 Regeringsbeleid Stop Kindermisbruik wil een rol spelen in het maatschappelijk debat over commerciële seksuele uitbuiting van kinderen. We willen commerciële seksuele uitbuiting van kinderen, in binnen en buitenland, hoog op de agenda van journalisten, politici en ambtenaren houden. We willen daar samen met andere organisaties en door de inzet van onze ambassadeurs een bijdrage aan leveren. Petitie Eind 2010 zijn we een eerste campagne gestart. Onze ambassadeurs hebben samen met de directie en andere betrokkenen gepleit voor uitbreiding van het aantal opvangplekken voor slachtoffers in Nederland. Hiervoor is een petitie opgesteld, waarmee we druk willen uitoefenen op de politiek. We hopen dat deze campagne in 2011 het gewenste resultaat heeft. Kosten fondsenwerving Eind 2010 heeft Roelof van Laar ook een opiniestuk geschreven over de manier waarop goede doelen fondsen werven. Dit stuk is onder andere geplaatst op joop.nl en viceversaonline.nl. Naar aanleiding van dit stuk is hij op Radio1 in discussie gegaan met Gosse Bosma, directeur van de Vereniging van Fondsenwervende Instellingen (VFI). In 2011 zal Roelof van Laar een vervolg geven aan zijn inzet om de kosten die gemaakt worden voor fondsenwerving te verlagen. Stop Kindermisbruik maakt zich hard voor een herwaardering voor organisaties die concrete initiatieven ondersteunen en daarbij concrete resultaten boeken. De trend binnen de ontwikkelingssamenwerkingsector is dat organisaties zich steeds meer toeleggen op capaciteitsversterking en beleidsbeïnvloeding. Hoewel relevant, staat Stop Kindermisbruik zich erop voor dat dat niet het belangrijkste deel van haar activiteiten is. Nieuw IS Stop Kindermisbruik is actief lid van Nieuw IS, een vereniging van kleine en middelgrote organisaties die zich (mede) richten op internationale samenwerking. Roelof van Laar is voorzitter van Nieuw IS. In 2010 heeft Nieuw IS twee trainingen en drie uitwisselingsbijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast is er actief gelobbyd om de positie van kleine en middelgrote organisaties binnen de sector te verbeteren. Helaas heeft deze lobby in 2010 geen (meetbaar) effect gehad. MFS In april 2010 heeft Roelof van Laar een opiniestuk geschreven over de gevolgen van het besluit van de minister om maar weinig jonge en vernieuwende organisaties door te laten naar de tweede ronde van MFS II. MFS II is het nieuwe medefinancieringsprogramma van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Doordat een aantal jonge en vernieuwende organisaties hun subsidie kwijtraken, wordt de vernieuwing van de ontwikkelingssamenwerkingsector de nek omgedraaid. Deze organisaties, die twee jaar eerder door lobbywerk van de voorloper van Nieuw IS net waren toegelaten tot MFS I, komen door het stoppen van de subsidie in grote problemen. Stop Kindermisbruik heeft overigens zelf geen aanvraag gedaan voor een MFS II subsidie. 27

15 6. communicatie & marketing 6.1 Mediaaandacht In 2010 heeft Stop Kindermisbruik drie nieuwe ambassadeurs aangetrokken: Froukje de Both, Glennis Grace en Wesley Sneijder. Samen met de al eerder betrokken ambassadeurs (Arjan Erkel, John Ewbank, Vivian Reijs en Yolanthe Sneijder Cabau) genereren zij gratis publiciteit voor Stop Kindermisbruik. Ook in 2010 heeft Stop Kindermisbruik niet betaald voor mediaaandacht. In 2010 is Stop Kindermisbruik in 267 geschreven publicaties genoemd. Gezamenlijk vertegenwoordigen die publicaties een advertentiewaarde van 1,3 miljoen euro en hadden zij een oplage van 20 miljoen stuks (zie bijlage 1). Ook op televisie is er aandacht geweest voor de stichting. Zo zijn onze activiteiten en evenementen een aantal keer genoemd in RTL Boulevard en SBS Shownieuws (beide rond de 1 miljoen kijkers per uitzending), gaf Froukje de Both een interview aan Omrop Fryslân en werd er in de TV Show (2,4 miljoen kijkers) uitgebreid aandacht besteed aan de stichting. De OHM (Organisatie voor Hindoe Media) heeft, naar aanleiding van de persconferentie over de uitzending van de TV Show, een special uitgezonden over het werk van de Rescue Foundation in India, inclusief een interview met directrice Triveni Acharya. Daarnaast is de TVcommercial gratis uitgezonden door diverse zenders en zijn er heel veel publicaties op internet verschenen. Audax Sinds 2009 werkt Stop Kindermisbruik samen met Audax Publishing BV. Audax heeft in verschillende bladen aandacht besteed aan Stop Kindermisbruik en gratis advertentieruimte ter beschikking gesteld. Eind 2010 is Audax mediapartner van Stop Kindermisbruik geworden. Dat betekent dat Stop Kindermisbruik in alle bladen gratis advertenties en redactionele aandacht krijgt en er acties om donateurs te werven zullen plaatsvinden. Stop Kindermisbruik heeft als tegenprestatie hiervoor toegezegd Audax te vermelden als mediapartner en de bij Audax aangesloten bladen als eerste uit te nodigen voor belangrijke interviews met en reizen van onze ambassadeurs. 6.2 Donateurs Stop Kindermisbruik had eind 2010 ruim donateurs. Dit vooral vanwege het grote succes van de smsoproep tijdens de TV Show om donateur te worden. Deze donateurs krijgen elke maand een bericht van een van onze ambassadeurs over een project of actie van Stop Kindermisbruik. Van de smsdonateurs die zich in januari aangemeld hadden, waren er in december nog altijd donateur (ruim 89%). Dit is een bijzonder laag verloop. De ervaring van de aanbieder van de SMSdienst is dat na enkele maanden een kwart van de donateurs opzegt. Stop Kindermisbruik is hierop dus een uitzondering. Begin 2011 heeft Stop Kindermisbruik de samenwerking met de smsaanbieder stopgezet. De aanbieder heeft zich niet aan de gemaakte afspraken gehouden en tenminste twee te dure smsberichten (3 euro i.p.v. 1,50 euro) en één ongevraagd bericht (van 3 euro) verstuurd. De opbrengst van deze berichten is niet bij Stop Kindermisbruik terecht gekomen. We gaan de donateurs telefonisch benaderen om hun donatie voort te zetten door het afgeven van een machtiging. De overige donateurs zijn voor de helft donateurs die een periodieke machtiging hebben afgegeven. De overige donateurs maken hun bijdrage zelf over naar Stop Kindermisbruik. Van deze laatste groep zijn vaak geen gegevens bekend. Onze periodieke donateurs zijn het fundament van de stichting. Zonder donateurs zouden we geen vaste inkomsten hebben en zou het veel moeilijker zijn om de stichting draaiende te houden. Stop Kindermisbruik maakt geen gebruik van straatwervingsbureaus of andere dure manieren van donateurswerving. We werven donateurs via gratis publiciteit en bannering op websites (affiliate marketing). Voor banners betalen we 10% van een eenmalige bijdrage of 5 euro voor een periodieke donateur. Ook over donaties via Geef Gratis betaalt Stop Kindermisbruik 10% kosten. Stop Kindermisbruik voldoet aan de eisen die door het CBF gesteld worden aan communicatie over de stichting. We gebruiken geen misleidende informatie en vergelijken onszelf niet met andere organisaties. Stop Kindermisbruik heeft dan ook geen klachten ontvangen over onze methode van fondsenwerving. Zowel in 2009 als in 2010 bleken evenementen bepalend voor het succes van Stop Kindermisbruik bij de werving van (grote) eenmalige donaties. Twee events in THE RED SUN hebben aan donaties opgebracht. Dit is ruim een derde van de totale inkomsten van de stichting. THE RED SUN heeft eind 2010 aangegeven ook in 2011 met Stop Kindermisbruik samen te willen werken. 6.3 Sponsoring De kredietcrisis heeft invloed op de bereidheid van het bedrijfsleven aan goede doelen te geven. Een samenwerking met het bedrijfsleven dient steeds vaker een gemeenschappelijk voordeel te hebben. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is hiermee onderdeel van de marketingstrategie van een bedrijf. Sinds de start van Stop Kindermisbruik in 2008 zijn er diverse grote en kleine bedragen gedoneerd door het bedrijfsleven. De aantrekkingskracht van de aan Stop Kindermisbruik verbonden ambassadeurs is hier zeker debet aan. In 2010 heeft het babyartikelenbedrijf Difrax samen met drogisterijketen DA ingezameld met de verkoop van fopspenen ontworpen door bekende Nederlandse moeders zoals Vivian Reijs en Froukje de Both. Ook weten veel kleine bedrijven die geïnteresseerd zijn in joint promotions Stop Kindermisbruik te vinden. Zo heeft I love Fashion News een heart bracelet ontwikkeld waarvan 1 van de verkoopprijs naar Stop Kindermisbruik gaat. Er is een indeling gemaakt van verschillende sponsorniveaus en de daarmee verbonden bedragen. Op basis van dit overzicht (Ondernemers stoppen kindermisbruik) zijn tegenprestaties geformuleerd. STOP Kindermisbruik heeft de wens meer te doen met bedrijfssponsoring, te meer omdat structurele sponsors een vaste basis aan inkomsten kunnen bieden, waar Stop Kindermisbruik behoefte aan heeft. In 2010 heeft Stop Kindermisbruik van verschillende bedrijven producten en diensten ontvangen. Deze zijn in de jaarrekening opgenomen als sponsoring in natura. Stop Kindermisbruik neemt alleen die sponsoring in natura op voor producten en diensten die Stop Kindermisbruik ook had afgenomen als ze niet gratis of met korting beschikbaar waren gesteld. Stop Kindermisbruik heeft in aan sponsoring in natura ontvangen. De samenwerking met Stop Kindermisbruik wordt altijd vastgelegd in een contract waarbij het bedrijf verklaart niet in strijd te handelen met de missie en visie van Stop Kindermisbruik. In 2010 heeft Stop Kindermisbruik aan sponsoring ontvangen. (incl. sponsoring in natura) 29

16 6.4 Subsidies 6.6 Strategie Stop Kindermisbruik is uniek In 2010 heeft Stop Kindermisbruik ontvangen aan subsidies. De Eureko Achmea Foundation heeft de uitbreiding van een opvanghuis in Boisar (India) mogelijk gemaakt ( ). Books4Life heeft een subsidie gegeven voor de projecten van de Sao Sary Foundation in Cambodja ( 2.734). Een aantal subsidieaanvragen is, om heel verschillende redenen, afgewezen. Een subsidieaanvraag aan de NCDO werd onder andere niet toegewezen door het uitlopen van het eerste gesubsidieerde project dat de NCDO steunde, waardoor de afrekening niet op tijd binnen was. Hier zullen we in de toekomst alerter op zijn. Subsidieverstrekkers zijn tot nu toe (zeer) tevreden over de uitvoering van projecten. Stop Kindermisbruik heeft bijvoorbeeld nog geen (delen van) subsidies hoeven terugbetalen of anderszins opmerkingen gekregen over de uitgevoerde projecten en de verantwoording daarover. Wel is de helft van een in 2009 toegezegde subsidie door miscommunicatie niet toegewezen ( 3.750). 6.5 Acties derden Acties die door derden voor Stop Kindermisbruik zijn georganiseerd hebben opgebracht. Stichting Hair Heroes heeft een nationale salonactie en een event georganiseerd (opbrengst ). Daarnaast zijn nog enkele kleinere acties georganiseerd. Eind 2010 is besloten om een duidelijke keuze en focus aan te houden in de marketing en communicatieaanpak van Stop Kindermisbruik. De werkwijze tot dan toe is hierbij als uitgangspunt genomen en aangescherpt ten aanzien van doelgroepen en campagneplanning. Op deze manier moet het mogelijk zijn nog meer groepen in de samenleving aan te spreken en deze groepen op een nog indringendere wijze te bereiken. Hierbij houden we vast aan de insteek om niet of nauwelijks te betalen voor de gehanteerde wervingsmethoden. Voor 2011 is een marketing en communicatiestrategie opgesteld. De stukken daaruit die we openbaar willen maken zijn in dit hoofdstuk opgenomen. Boodschap Bij de start van Stop Kindermisbruik is een duidelijk handschrift gekozen in de communicatie die tot doel heeft naamsbekendheid te genereren voor Stop Kindermisbruik, het merk te laden en donateurs te werven. Centrale campagneboodschap:. Kinderen (jonge meisjes) worden misbruikt, hier moet een einde aan komen. Stop Kindermisbruik onderneemt actie De volgende eigenschappen maken Stop Kindermisbruik uniek en onderscheidend van anderen:. Kleine slagvaardige organisatie. Eén duidelijke prioriteit: kinderprostitutie stoppen. Kleine partnerorganisaties, waar kleine bijdragen veel verschil maken. gekozen strategie waar niet betaald wordt voor publiciteit. veel bekende ambassadeurs die gratis publiciteit genereren. Aambassadeurs, medewerkers, vrijwilligers en partnerorganisaties zijn emotioneel betrokken bij de problematiek en halen hun voldoening uit het feit dat ze zoveel verschil kunnen maken in de levens van duizenden meisjes. Dit is een inspiratie voor anderen. Deze eigenschappen blijven centraal staan in onze communicatie en marketing. Kosten fondsenwerving Aan het uitgangspunt van de marketing en communicatiestrategie dat de activiteiten in Nederland eigenlijks niets mogen kosten, wordt niets veranderd. Het is en blijft belangrijk om te communiceren dat bijna al het geld dat Stop Kindermisbruik van donateurs, bedrijven, stichtingen en scholen ontvangt, direct ten goede komt aan meisjes die dagelijks verkracht werden of worden. De gratis publiciteit die ambassadeurs Yolanthe Sneijder Cabau, Vivian Reijs, John Ewbank, Arjan Erkel, Froukje de Both, Wesley Sneijder en Glennis Grace voor het werk van de stichting generen, blijft centraal staan. De komende jaren kunnen nieuwe ambassadeurs worden aangetrokken om nog meer doelgroepen te bereiken. In plaats te trachten om het hele jaar door aandacht van de media te krijgen, werkt het veel effectiever om twee keer per jaar op grotere schaal onder de aandacht van het publiek te komen. Op deze manier worden mensen van verschillende kanten overtuigd kindermisbruik te stoppen. Met deze gebundelde aandacht is het tevens goed mogelijk om de huidige strategie om niet te betalen voor publiciteit vol te houden. Ook zal er gezocht worden naar sponsors op bijvoorbeeld het vlak van buitenreclame. Hen zal heel concreet gevraagd worden om twee maal per jaar hun stopperplekken voor stichting Stop Kindermisbruik te reserveren; een overzichtelijke tegenprestatie. Tot slot zal er gewerkt worden met exclusieve mediaaandacht rond bezoeken van ambassadeurs aan projecten. 31

17 Stop Kindermisbruik is binnen enkele jaren uitgegroeid tot een middelgrote ontwikkelingsorganisatie. Eind 2010 heeft Stop Kindermisbruik naamsbekendheid, en de organisatie achter die naam is degelijk en professioneel. Stop Kindermisbruik wil een compacte organisatie zijn, en maximaal gebruik maken van de ervaring, capaciteit en inzet van anderen om de organisatie bij te staan. We worden daarom bijgestaan door een zeer diverse groep gespecialiseerde bedrijven, die gratis of tegen kostprijs diensten en producten leveren. 2 In juni 2010 is Stop Kindermisbruik verhuisd naar een kantoor in het FigeeCenter in Haarlem. Door de ingebruikname van het kantoor konden we ook vrijwilligers werven en hen een werkplek op kantoor aanbieden. 33 De werkorganisatie wordt aangestuurd door een directie, die tevens het bestuur van de stichting vormt. De controle op de directie is neergelegd bij een Raad van Toezicht (RvT). 2 Zie

18 7.1 directie 2010 De directieleden vormen samen het bestuur van de stichting. De directie bestaat uit twee leden. De leden van de directie zijn gelijkwaardig en nemen besluiten gezamenlijk. Elk directielid heeft een eigen portefeuille. De directie wordt benoemd door de Raad van Toezicht. De directieleden zijn parttime bij Stop Kindermisbruik in dienst. In 2010 besloeg de directie 1,45 fte. 35 Evelien Hölsken directeur marketing & communicatie Met ruim tien jaar ervaring binnen grote en kleine ontwikkelingsorganisaties en het bedrijfsleven is Evelien de aangewezen persoon om Stop Kindermisbruik op de kaart te zetten en haar rol in Nederland vorm te geven. Evelien is sinds september 2008 directeur marketing en communicatie. Naast directeur van Stop Kindermisbruik is zij eigenaar van Bluzip VOF, een PR & communicatiebureau voor de modeindustrie. Roelof van Laar directeur projecten & organisatie De verantwoordelijkheid voor alle projecten in de doellanden en de interne organisatie ligt bij Roelof. Hij is al tien jaar actief betrokken bij diverse kinderrechtenorganisaties en gebruikt die ervaring dagelijks om ervoor te zorgen dat geworven fondsen goed besteed worden. Naast directeur van Stop Kindermisbruik is hij gemeenteraadslid in Leiden, voorzitter van Nieuw IS (waar Stop Kindermisbruik lid van is) en bestuurslid van de Stichting Vriendschapsband Leiden Juigalpa. Bezoldiging De Raad van Toezicht heeft (op advies van de remuneratiecommissie) het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloning en de hoogte van andere bezoldigingscomponenten vastgesteld. Het beleid wordt periodiek geactualiseerd. De laatste evaluatie was in Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloning volgt Stop Kindermisbruik de Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van VFI en de Code Wijffels (zie De Adviesregeling geeft aan de hand van zwaartecriteria een maximumnorm voor het jaarinkomen. De weging van de situatie bij Stop Kindermisbruik vond plaats door de remuneratiecommissie. Dit leidde tot een zogenaamde BSDscore van 318 punten met een maximaal jaarinkomen van (1 fte/12 mnd). De voor de toetsing aan VFImaxima relevante werkelijke jaarinkomens van de directie bedroegen (2010 in EUR) voor Evelien Hölsken (0,67 fte/12 mnd): , voor Roelof van Laar (0,78 fte/12 maanden): Deze beloningen bleven ruim binnen de VFImaxima. De hoogte en samenstelling van de bezoldiging wordt in de jaarrekening toegelicht in de toelichting op de staat van baten en lasten. Naast het jaarinkomen maken ook betaalde sv en pensioenpremies, belaste vergoedingen en een uitkering bij beëindiging van het dienstverband deel uit van de bezoldiging. Het beloningsbeleid en de arbeidsvoorwaarden van de stichting zijn vastgelegd in een eigen arbeidsvoorwaardenpakket. Dit pakket is ook van toepassing op de directie. In 2010 was er nog geen pensioenregeling, deze zal er in 2011 wel komen. Halverwege 2010 zijn de salarissen van de directie aangepast aan het al in 2008 vastgelegde beloningsbeleid. Vanwege de opstart van de stichting en een onzekere inkomstenstroom waren de salarissen tot juni 2010 lager dan daarin vastgelegd. De leden van de directie ontvangen geen andere vergoedingen. Een lid maakt gebruik van een (deels gesponsorde) leaseauto. Hiervoor houden we een maandelijkse eigen bijdrage in. Hierdoor is Stop Kindermisbruik goedkoper uit dan wanneer dit directielid aanspraak zou maken op een vergoeding per gereden kilometer.