Instroom in de huisartsenopleiding: geen verband met aandacht voor de eerste lijn in het basiscurriculum
|
|
- Siebe de Winter
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Onderzoek Instroom in de huisartsenopleiding: geen verband met aandacht voor de eerste lijn in het basiscurriculum Tanja A. Maiorova, Fred C.J. Stevens, Lud F.J. van der Velden, Jouke van der Zee, Paul J. Zwietering en Albert J.J.A Scherpbier doel opzet methode resultaten conclusie Onderzoeken van verschillen tussen faculteiten in het aandeel basisartsen dat doorstroomt naar de huisartsenopleiding en analyseren of dit verband houdt met de mate waarin de Nederlandse medische basiscurricula zijn gericht op de huisartsgeneeskunde. Cohortonderzoek, retrospectief. Met behulp van diverse gegevensbestanden werd berekend welk percentage basisartsen per faculteit in de periode de huisar tsenopleiding is gaan volgen. De 8 vakgroepcoördinatoren van het huisar tsgeneeskundig onderwijs in het basisartscurriculum vulden een vragenlijst in over de inbreng van huisartsgeneeskunde in het curriculum en de mate waarin geneeskundestudenten in contact komen met de eerstelijnszorg. Het aantal afgestudeerde basisartsen per universiteit varieerde in de periode tussen 1682 en Hiervan begon gemiddeld 23,5 % aan de huisartsenopleiding. De basisartsopleidingen in Maastricht, Nijmegen en aan de Vrije Universiteit waren het sterkst gericht op de huisartsgeneeskunde. Die van Leiden, de Universiteit van Amsterdam en Groningen waren het minst gericht op de huisartsgeneeskunde en Utrecht en Rotterdam scoorden daar tussenin. Er was geen duidelijk verband tussen gerichtheid op de huisartsgeneeskunde en de instroom in de huisartsenopleiding. In een periode van 10 jaar vertoonde de instroom in de huisartsenopleiding vanuit de verschillende faculteiten geen grote verschillen. Wel verschilde de huisartsgerichtheid van de basiscurricula, maar dit had weinig of geen invloed op het aantal instromers in de huisartsenopleiding. Factoren zoals de persoonlijke voorkeuren en de arbeidsmarktsituatie spelen vermoedelijk een belangrijkere rol. Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Huisartsopleiding, Utrecht. Universiteit Maastricht, Maastricht. Huisartsopleiding Maastricht: dr. T.A. Maiorova, huisarts in opleiding. Afd. Onderwijsontwikkeling en -Research: dr. F.C.J. Stevens, medisch socioloog. Onderzoeksinstituut CAPHRI: prof.dr. J. van der Zee, medisch socioloog. Onderwijsinstituut FHML: prof.dr. A.J.J.A. Scherpbier, directeur. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL), Utrecht. Dr. L.F.J. van der Velden, socioloog. Inspectie voor de Volksgezondheid, s-hertogenbosch. Dr. P.J. Zwietering, huisarts (tevens universitair docent huisartsgeneeskunde). Contactpersoon: dr. F.C.J. Stevens (fred.stevens@educ.unimaas.nl). Zijn er verschillen tussen de 8 Nederlandse faculteiten geneeskunde in het aantal studenten dat succesvol instroomt in de vervolgopleiding huisartsgeneeskunde? Zo ja, is er dan een verband met de kenmerken van het basiscurriculum? Het is bekend dat de keuze om huisarts te willen worden voor een belangrijk deel wordt bepaald door loopbaanoverwegingen, de arbeidsmarkt en de inhoud van het vak. Daarnaast spelen factoren als flexibele werktijden, werkbelasting, de mogelijkheid om parttime te kunnen werken en persoonlijkheidskenmerken een rol. 2,3 Minder weten we over de invloed van het basiscurriculum, in het bijzonder de aandacht voor eerstelijnszorg en de inbreng van het vak huisartsgeneeskunde. 4,5 Internationaal is hier weliswaar onderzoek naar gedaan, maar empirische toetsing was tot nu toe moeilijk omdat longitudinale gegevens over de instroom in de huisartsenopleiding veelal ontbraken. 6 Ook aan de Nederlandse geneeskundefaculteiten is onderzoek gedaan naar beroepskeuzes en carrièrevoorkeuren van medische studenten. Maar niet eerder is onderzocht of er verschillen tussen faculteiten zijn in de instroom in de huisartsenopleiding en de succesvolle afronding daarvan, en of er een verband is met de huisartsgeneeskundige inbreng in het basiscurriculum. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B426 1
2 Inzicht hierin is niet alleen wetenschappelijk interessant maar ook belangrijk, omdat aan de hand van dergelijke inzichten de instroom in de vervolgopleiding beter voorspeld en wellicht zelfs beïnvloed kan worden. De specifieke onderzoeksvragen die we willen beantwoorden zijn: Welke verschillen zijn er tussen faculteiten in de aantallen afgestudeerden die aan de huisartsenopleiding zijn begonnen en deze ook hebben afgerond? Is er tussen de medische faculteiten in het basiscurriculum verschil in opzet en aandacht voor het vak huisartsgeneeskunde? Houdt een eventueel verschil verband met de instroom in de huisartsenopleiding? Methode Dataverzameling in- en uitstroom huisartsenopleiding Om de in- en uitstroom van de huisartsenopleidingen te analyseren gebruikten we 3 gegevensbestanden. Gegevens over het aantal afgestudeerden per jaar per universiteit in de periode waren afkomstig uit overzichten van de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU) en van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Voor het aantal basisartsen per universiteit dat jaarlijks instroomt in de huisartsenopleiding en het aantal dat deze opleiding vervolgens afrondt gebruikten we gegevens van de Huisarts- en Verpleeghuis Registratie Commissie (HVRC). Zo verkregen wij gegevens over de periode 2007 van alle studenten die tussen en het basisartsdiploma behaalden en daarna instroomden in de huisartsenopleiding. De gegevens van de HVRC betreffen onder meer het jaar waarin een huisarts-in-opleiding het basisartsdiploma behaalde en aan welke faculteit dit gebeurde. Door koppeling hiervan aan het aantal afgestudeerde basisartsen per jaar per faculteit berekenden wij per faculteit het percentage afgestudeerde basisartsen dat jaarlijks aan de huisartsenopleiding begon. We gebruikten hiervoor de volgende formule, waarin BA XY staat voor de basisartsen die in jaar X aan faculteit Y zijn afgestudeerd en de toevoeging HAIO voor de BA XY die zijn ingestroomd in de huisartsenopleiding: aantal BA % BA xy HAIO = xy HAIO 100 alle BA xy Analyse huisartsgeneeskundige inbreng in curriculum Omdat een betrouwbare meting van de huisartsgeneeskundige inbreng in het basiscurriculum voor de periode niet meer mogelijk was, gebruikten wij als benadering de inbreng in het huidige basiscurriculum, vastgesteld aan de hand van de mening van 8 experts. Deze experts waren allen coördinator van het huisartsgeneeskundig onderwijs in het basiscurriculum van hun respectievelijke faculteit. Zij waren bij uitstek op de hoogte van de huisartsgeneeskundige inbreng in het curriculum en kwamen op regelmatige basis bijeen voor landelijk overleg. Begin 2008 kregen deze coördinatoren een lijst voorge- TABEL 1 Percentages basisartsen per geneeskundefaculteit die begonnen aan de huisartsenopleiding aantal afgestudeerde basisartsen per tijdvak percentage basisartsen die aan de huisartsenopleiding begonnen jaar van afstuderen totaal totaal universiteit Maastricht ,6 (77) 30,4 (108) 26,2 (122) 24,2 (122) 25,5 (429) Nijmegen ,3 (140) 30,8 (118) 26,6 (136) 24,4 (137) 25,8 (531) A dam VU ,7 (111) 22,2 (125) 21,8 (142) 22,7 (144) 21,4 (522) Rotterdam ,0 (98) 27,3 (134) 27,9 (175) 26,8 (149) 25,1 (556) Utrecht ,3 (101) 24,3 (124) 25,3 (127) 17,5 (87) 22,4 (439) Leiden ,1 (96) 24,4 (96) 22,0 (109) 22,1 (97) 20,7 (398) A dam UvA ,9 (122) 23,0 (127) 22,4 (129) 25,2 (151) 21,9 (529) Groningen ,2 (119) 28,2 (146) 30,1 (198) 22,8 (156) 25,8 (619) totaal ,8 (864) 26,0 (978) 25,4 (1.138) 23,3 (1.043) 23,5 (4.023) VU = Vrije Universiteit; UvA = Universiteit van Amsterdam. 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B426
3 TABEL 2 Geneeskundefaculteiten gerangschikt naar de gerichtheid op de huisartsgeneeskunde, aan de hand van kenmerken van het basiscurriculum en meningen van experts. parameter meest gericht op HAG gemiddeld gericht op HAG minst gericht op HAG Maastricht Nijmegen VU Rotterdam Utrecht Leiden UvA Groningen kenmerken basiscurriculum HAG-onderwijs per student* duur coassistentschap HAG in weken aantal plaatsen voor keuze-activiteiten bij HAG aantal weken voor keuze activiteiten bij HAG aantal dagen praktijkcontact in de eerste 3 jaar mening van experts inbreng van HAG in het curriculum actieve vs. passieve participatie in het coassistentschap HAG 2, ,9 0,3 1,3 0,008 0,8 0, ,5 4 4,6 4,25 2,6 3,6 3,4 2, gemiddelde rangorde (1= hoog; 8 = laag) 2,6 3,1 3,7 4,5 4,6 5,3 5,6 6,6 HAG = huisartsgeneeskunde; VU = Vrije Universiteit; UvA = Universiteit van Amsterdam. *Berekend als: (het aantal fte s voor onderwijs in de HAG / het aantal eerstejaarsstudenten) 100. Gemiddelde score op een schaal van 1 = laag tot 5 = hoog voor een aantal items. 1 = alleen passieve participatie; 10 = alleen actieve participatie. De gemiddelde rangorde werd berekend door per parameter de rangorde te bepalen (1 = hoogste inbreng; 8 = laagste inbreng) en vervolgens per faculteit het gemiddelde van alle rangordecijfers te berekenen. legd met vragen over de inbreng van de huisartsgeneeskunde in het basiscurriculum en de mate waarin studenten in aanraking komen met de eerstelijnsgeneeskunde. 10 Daarnaast vroegen we naar een subjectieve beoordeling van de inbreng van hun vak in het curriculum. Voordat zij de vragenlijst invulden werd deze eerst tijdens een gezamenlijk overleg met alle experts doorgenomen, om mogelijke verschillen in interpretatie te voorkomen. Over het curriculum verzamelden wij de volgende gegevens: duur van het coschap huisartsgeneeskunde; aantal fte s voor onderwijs in de huisartsgeneeskunde in het basiscurriculum gedeeld door het aantal eerstejaarsstudenten; aantal dagen in de bachelorfase van het basiscurriculum waarop studenten praktijkcontacten hebben in de huisartsgeneeskunde; mogelijkheden om huisartsgeneeskundig keuzeonderwijs te volgen (aantal studentenplaatsen en weken per keuzeactiviteit); actieve ( actief meedoen ) versus passieve participatie ( alleen toekijken ) van studenten in het coschap huisartsgeneeskunde; inbreng van de vakgroep huisartsgeneeskunde in het basiscurriculum, gebaseerd op een oordeel over (a) de inbreng in het onderwijs, (b) aandacht voor huisartsgeneeskundige onderwerpen, (c) invloed via de facultaire organisatie op de inbreng, (d) tevredenheid over de inbreng, (e) participatie vanuit de huisartsgeneeskunde in facultaire onderwijsgremia. Per parameter werd de rangorde van de faculteiten bepaald (1 = hoogste inbreng; 8 = laagste inbreng). De uiteindelijke rangorde werd vastgesteld door per faculteit het gemiddelde van alle rangordecijfers te berekenen en de faculteiten ver- NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B426 3
4 30 begonnen aan huisartsopleiding (in %) jaar basisartsexamen FIGUUR 1 Percentages basisartsen die begonnen aan de huisartsenopleiding, onderverdeeld naar de mate waarin hun basisartsopleiding was gericht op de huisartsgeneeskunde (HA) ( meest op HA-gericht; gemiddeld op HA-gericht; minst op HA-gericht). volgens te rangschikken van laagste gemiddelde (hoogste inbreng van huisartsgeneeskunde in het curriculum) naar hoogste gemiddelde (laagste inbreng). Resultaten In- en uitstroomgegevens huisartsenopleiding Tabel 1 laat zien dat het aantal basisartsen dat tussen 1989 en 2001 afstudeerde per faculteit in absolute aantallen varieerde tussen 1682 en Hiervan begon gemiddeld 23,5 % aan de huisartsenopleiding. In de periode begonnen gemiddeld de laagste percentages basisartsen aan de opleiding. In de daarop volgende periode, , was dit percentage het hoogst. De geneeskundefaculteiten in Groningen, Nijmegen, Maastricht en Rotterdam hadden de hoogste percentages basisartsen die begonnen aan de huisartsenopleiding. De laagste percentages troffen we aan in de opleidingen van Leiden en Amsterdam (Vrije Universiteit (VU) en Universiteit van Amsterdam (UvA)). Utrecht zat daar tussenin. Het percentage basisartsen dat tussen 1991 en 2001 met de huisartsenopleiding begon, varieerde per universiteit waar de basisartsopleiding werd gevolgd (zie tabel 1) en per instituut voor de huisartsenopleiding (niet in de tabel). Tussen de 90 en 99% voltooide de opleiding. Huisartsgeneeskunde in het basiscurriculum Rangordening volgens 7 verschillende parameters laat zien dat de curricula van de artsopleidingen van Maastricht, Nijmegen en de Vrije Universiteit de meeste ruimte geven aan de huisartsgeneeskunde, terwijl de curricula van Leiden, de UvA en Groningen het minst op de huisarts gericht lijken te zijn (tabel 2). Die van Rotterdam en Utrecht zitten daar tussenin. Figuur 1 laat zien dat het percentage studenten dat tussen en afstudeerde en aan de huisartsenopleiding begon, iets hoger is bij de meest huisartsgerichte faculteiten dan bij de minst huisartsgerichte faculteiten (21% versus 19% en 27% versus 25%). De gemiddeld huisartsgerichte faculteiten laten voor beide periodes een gemiddelde doorstroom naar de huisartsenopleiding zien. Bij basisartsen die in de leerjaren afstudeerden was deze samenhang geheel verdwenen. Verder valt op dat er wel een systematische variatie in de doorstroom naar de huisartsenopleiding lijkt te bestaan binnen de 3 groepen faculteiten met verschillende huisartsgerichtheid (zie ook tabel 1). Zo had de VU in beide periodes een lagere doorstroom dan Nijmegen en Maastricht en valt Groningen op in de groep minst huisartsgerichte faculteiten door een relatief hoge doorstroom naar de huisartsenopleiding. De verschillen zijn echter klein. We komen hier in de beschouwing nog uitgebreider op terug. Gemiddeld 96% van de basisartsen rondde de huisartsopleiding met succes af (figuur 2). Dit percentage lijkt alleen in de periode 1991 t/m 1993 hoger te zijn voor basisartsen die waren afgestudeerd aan de meest huisartsgerichte faculteiten, namelijk 99,4%, vergeleken met 98,8% voor de minst huisartsgerichte faculteiten. Voor degenen die tussen 1994 en 1999 waren afgestudeerd ligt het gemiddelde percentage geslaagde huisartsen zelfs iets lager voor de meest huisartsgerichte faculteiten dan voor de minst huisartsgerichte faculteiten. De faculteiten met een gemiddelde huisartsgerichtheid hadden in die periode het laagste slagingspercentage. Ook hier is het verband echter zwak. Beschouwing Bevindingen In deze studie brachten wij allereerst in kaart in hoeverre geneeskundefaculteiten onderling verschilden in het aandeel afgestudeerden dat later de huisartsenopleiding afrondde. Gemeten over ruim één decennium ( ) bleken de verschillen tussen de faculteiten klein 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B426
5 100 huisartsopleiding succesvol afgerond (in %) jaar basisartsexamen FIGUUR 2 Percentages basisartsen die succesvol de huisartsopleiding afrondden, onderverdeeld naar de mate waarin hun basisartsopleiding was gericht op de huisartsgeneeskunde (HA) ( meest op HA-gericht; gemiddeld op HA-gericht; minst op HA-gericht). (maximaal 5%); zij varieerden ook door de jaren heen. Onze belangrijkste conclusie is dan ook dat er weinig tot geen substantiële verschillen zijn, gegeven de grote aantallen artsen die zijn geanalyseerd. De verschillen tussen de lichtingen basisartsen zijn groter dan tussen de faculteiten. Vooral aan het begin van de jaren 90 groeide bij de meeste faculteiten het aandeel basisartsen dat aan de huisartsenopleiding begon. De meest voor de hand liggende verklaring hiervoor is de toename van het aantal opleidingsplaatsen. De keuze om al dan niet met de huisartsenopleiding te beginnen hing niet samen met de huisartsgerichtheid van de basisartsopleiding. Alleen aan het begin van de jaren 90 volgden de afgestudeerden van faculteiten met de meest huisartsgerichte curricula vaker de huisartsenopleiding dan die van faculteiten met de minst huisartsgerichte curricula. Op basis hiervan konden we vaststellen dat er in de jaren 90 enig verband bestond tussen de curricula en de keuze voor huisartsgeneeskunde als vervolgopleiding, maar in de jaren daarna niet. Leerpunten De keuze voor een specialisatie na de basisartsopleiding wordt onder andere bepaald door loopbaanoverwegingen, de arbeidsmarkt en de inhoud van het vak. De vraag is of aandacht voor huisartsgeneeskunde in het basiscurriculum invloed heeft op een keuze voor de opleiding tot huisarts. Tussen 1990 en 1995 steeg aan de meeste faculteiten het percentage basisartsen dat aan de huisartsenopleiding begon. Deze stijging is te verklaren door een toename in het aantal opleidingsplaatsen. De invloed van het basiscurriculum op het percentage basisartsen dat kiest voor de huisartsopleiding is verwaarloosbaar. Beperkingen van het onderzoek Dit onderzoek heeft een aantal beperkingen. De belangrijkste daarvan is dat we niet konden meten in hoeverre het curriculum in de periode gericht was op de huisartsgeneeskunde. Uit die periode waren gegevens beschikbaar over het afstuderen van basisartsen en de instroom in de huisartsopleiding, terwijl de huisartsgerichtheid van het basiscurriculum pas recent gemeten werd. Wij verwachten overigens niet dat de rangorde van de faculteiten op basis van gerichtheid op de huisartsgeneeskunde indertijd anders was. De 3 faculteiten die in onze meting als meest huisartsgericht uit de bus kwamen, stonden twee decennia geleden ook al om hun gerichtheid op de eerste lijn bekend. Nijmegen is van oudsher bekend als belangrijk centrum voor de huisarts- en gezinsgeneeskunde. Aan de universiteit van Maastricht maakte bij de oprichting in 1974 de gerichtheid op de eerste lijn deel uit van de basisfilosofie. De VU en de toenmalige Rijksuniversiteit Limburg kregen in de jaren 80 speciale fondsen ter versterking van onderzoek in de eerste lijn. De relatief hoge staf/studentratio s van deze 3 instellingen zijn, naar wij aannemen, hier nog steeds op terug te voeren. Een tweede beperking hangt samen met het aantal beschikbare plaatsen per instituut voor de huisartsenopleiding. Dit aantal houdt niet rechtstreeks verband met de uitstroomcijfers uit de basisopleiding. Het is namelijk bekend dat de meeste basisartsen gemiddeld pas 3 jaar na hun afstuderen instromen in de huisartsenopleiding. Deze periode varieert per individu. Bovendien worden geschikte kandidaten vaak wel aangenomen als er onvoldoende plaatsen zijn, maar moeten zij vervolgens een half jaar wachten voordat zij met de opleiding kunnen starten. Tenslotte solliciteert nog een deel van de basisartsen bij een ander opleidingsinstituut dan in de plaats van hun basisartsopleiding. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B426 5
6 Conclusie Ondanks deze beperkingen laat het onderzoek een goed longitudinaal beeld zien van de instroom in de huisartsenopleiding vanuit de verschillende faculteiten. Of het basiscurriculum meer of juist minder op de huisartsgeneeskunde georiënteerd is lijkt weinig invloed te hebben op het percentage basisartsen dat kiest voor de huisartsopleiding. Factoren als persoonlijke voorkeuren en de situatie op de arbeidsmarkt spelen waarschijnlijk een grotere rol. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. literatuur 1 Bland C, Meurer L, Maldonado G. Determinants of primary care specialty choice: a non-statistical meta-analysis of the literature. Acad Med. 1995;70: Dorsey E, Jarjoura D, Rutecki G. Influence of controllable lifestyle on recent trends in specialty choice by US medical students. JAMA. 2003;290: Lugtenberg M, Heiligers P, Hingstman L. Artsen en hun carrierewensen: een literatuurverkenning.: Utrecht: NIVEL; Maiorova T, Stevens F, Scherpbier A, Zee J van der. The impact of clerkships on students specialty preferences: what do graduates learn for their profession? Medical Education 2008;42: Morrison J, Murray T. Career preferences of medical students: influence of a new four-week attachment in general practice. British Journal of General Practice. 1996;46: Howe A, Ives G. Does community-based experience alter career preference? New evidence from a prospective longitudinal cohort study of undergraduate medical students. Medical Education. 2001;35: Schaapveld K, Roetman D. De beroepskeuze van in Leiden afgestudeerde artsen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148: Cohen-Schotanus J, Reinders JJ, Agsteribbe J, Meyboom-de Jong B. Tien jaar arts: een longitudinaal onderzoek naar de loopbaan van artsen die hun studie begonnen in Groningen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146: Soethout MBM, Van der Wal G, Ten Cate T. Carrièrewensen en beroepskeuze van recent afgestudeerde artsen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151: Meurer L. Influence of medical school curriculum on primary care specialty choice: analysis and synthesis of the literature. Acad Med. 1995;70 : NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B426
Hoofdstuk 1: Introductie Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek
Samenvatting Hoofdstuk 1: Introductie Basisartsen die recent zijn afgestudeerd werken meestal enkele jaren voordat zij hun vervolgopleiding starten. Hun uiteindelijke beroepskeuze wordt dus enkele jaren
Nadere informatieDe relatie tussen specialisme van keuzeco-schap en vervolgopleiding
De relatie tussen specialisme van keuzeco-schap en vervolgopleiding W.M. Molenaar, J.J. Reinders, J. Cohen-Schotanus Samenvatting Inleiding: In de Nederlandse discussie over het medisch opleidingscontinuüm
Nadere informatieToenemend percentage vrouwen in de geneeskunde: verleden, heden en toekomst
Postprint Version 1.0 Journal website http://www.ntvg.nl/publicatie/toenemend-percentage-vrouwen-de-geneeskundeverleden-heden-en-toekomst Pubmed link DOI Toenemend percentage vrouwen in de geneeskunde:
Nadere informatieWat zijn belangrijke feiten over artsen?
Toelichting Deze kaart biedt een overzicht van het vak van de arts. De kaart is gemaakt in opdracht van de Landelijke vereniging van Artsen in (LAD) en VvAA, ledenorganisatie voor zorgprofessionals. De
Nadere informatieHET MEDISCH OPLEIDINGSTRAJECT: WAAR BLIJFT DE (LEEF)TIJD
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2003. De gegevens mogen met bronvermelding ( Het medisch opleidingstraject: waar blijft de (leef)tijd, L.F.J. van der Velden, L. Hingstman) worden gebruikt.
Nadere informatieStoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de
Nadere informatieDe invloed van een korte stage op het beeld dat tweedejaars studenten geneeskunde hebben van het beroep van huisarts
Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, december 2011 Vol. 30, nr. 6, p. 324-333 De invloed van een korte stage op het beeld dat tweedejaars studenten geneeskunde hebben van het beroep van huisarts N. van
Nadere informatieOnderzoeksrapport. Commissie bachelor-master. Robel Michael
Onderzoeksrapport Commissie bachelor-master Robel Michael 1 Rogier Butter Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. KNMG Studentenplatform 3. Methode 4. Resultaten 4.1. Enquête algemeen 4.2. Bachelor-master: Wisselen
Nadere informatieOnderzoeksrapport. Ouderengeneeskunde. Maartje Conijn. Henri Boersma
Onderzoeksrapport Ouderengeneeskunde 1 Maartje Conijn Henri Boersma Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. KNMG Studentenplatform 3. Methode 4. Resultaten - Enquête algemeen - Enquête ouderengeneeskunde 5. Conclusie
Nadere informatieOnderzoeksrapport. Wachttijden 2014
Onderzoeksrapport Wachttijden 2014 Inhoudsopgave 1. Abstract 2. Inleiding 3. De Geneeskundestudent 4. Methode 5. Resultaten - Enquête algemeen - Enquête Wachttijden 6. Conclusie 7. Referenties 8. Contactgegevens
Nadere informatieSamenvatting. Carrièrewensen en beroepskeuze
Inhoudsopgave Samenvatting... 2 Man-vrouw verschillen in medische specialismen en carrièrewensen... 4 0. Algemeen... 5 1. Huisartsen... 11 1.1 Aantal geregistreerde mannelijke en vrouwelijke huisartsen...
Nadere informatieBROCHURE REGISTRATIE HUISARTSEN PEILING 1 JANUARI 2002
BROCHURE REGISTRATIE HUISARTSEN PEILING 1 JANUARI 2002 Cijfers uit de registratie van huisartsen peiling 2002 Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Cijfers uit de registratie van beroepen
Nadere informatieHarry Wagenvoort, documentalist Vrouwenstudies Medische Wetenschappen, UMC St Radboud
Feiten en cijfers over (aanstaande) artsen m/v Wij willen een woord van dank uitspreken aan allen die zijn of haar bijdrage hebben geleverd, en zonder wie deze publicatie niet tot stand had kunnen komen.
Nadere informatieAantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016
Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,
Nadere informatieDit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.
Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en
Nadere informatie5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief
5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking
Nadere informatieSBOH. Sociaal Jaarverslag Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde
SBOH Sociaal Jaarverslag 2015 Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde juni 2016 Inhoudsopgave Inleiding 3 Aantal werknemers 4 Man/vrouw-verhouding. 5 Academisering: aioto s en gepromoveerde
Nadere informatieSBOH Sociaal Jaarverslag 2017 Opleiding Huisartsen, Specialisten Ouderengeneeskunde & Artsen Verstandelijk Gehandicapten
SOCIAAL JAARVERSLAG SBOH Sociaal Jaarverslag 2017 Opleiding Huisartsen, Specialisten Ouderengeneeskunde & Artsen Verstandelijk Gehandicapten INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Aantal werknemers 4 Man/vrouw-verhouding
Nadere informatieWerkloosheid Redenen om niet actief te
Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking
Nadere informatieVan mbo en havo naar hbo
Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied
Nadere informatieCijfers uit de registratie van huisartsen peiling 2003
Cijfers uit de registratie van huisartsen peiling 2003 Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Cijfers uit de registratie van beroepen in de gezondheidszorg CIJFERS UIT DE REGISTRATIE
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieVerhuizing. Stakeholdersbijeenkomst met Raad van Toezicht
SBOH in beeld 2017 Wat doet de SBOH? De stichting SBOH financiert sinds 1989 de huisartsopleiding, sinds 2007 de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde en sinds 2016 de opleiding tot arts voor verstandelijk
Nadere informatieUtrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN
Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN 2001 CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN 2001 L. Hingstman R. Kenens November 2002 Aantal inwoners per full-time
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieSBOH. Sociaal Jaarverslag 2014. Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde. juni 2015
SBOH Sociaal Jaarverslag 2014 Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde juni 2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Aantal werknemers 4 Man/vrouw-verhouding 5 Academisering: aioto s en gepromoveerde
Nadere informatieJoost Meijer, Amsterdam, 2015
Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom
Nadere informatieDe visie van de student op het beroep van de verzekeringsarts, en de consequenties voor het
De visie van de student op het beroep van de verzekeringsarts, en de consequenties voor het onderwijs Dr. Marc Soethout, onderwijscoordinator arts Maatschappij en Gezondheid Afdeling Sociale Geneeskunde
Nadere informatiePROFESSIONELE ONTWIKKELING MET HET OOG OP EEN VERVOLGOPLEIDING
PROFESSIONELE ONTWIKKELING MET HET OOG OP EEN VERVOLGOPLEIDING een perspectief vanuit opleiders en coassistenten Suylichem JB 1, Abdi A 2, Boonstra L 3, Kuik K 4, van der Krogt C 1, Duijf I 5 1. Leids
Nadere informatieAnalyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1
Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na
Nadere informatieSubsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,
Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig
Nadere informatieIrritable Bowel Syndrome & Inflammatory Bowel Disease
Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Geneeskunde & Volksgezondheid Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Vakgroep Sociologie Irritable Bowel Syndrome & Inflammatory Bowel Disease
Nadere informatieHet arbeidsmarktperspectief van sociologie studenten in Tilburg. Matthijs Kalmijn. Beroependag April 2009
Het arbeidsmarktperspectief van sociologie studenten in Tilburg Matthijs Kalmijn April 09 2 3 Vragen Vragen > Hoe doen Tilburges afgestudeerden sociologie het op de arbeidsmarkt? > Bereidt de opleiding
Nadere informatieBaan op niveau en in richting
Baan op niveau en in richting Studenten Onderwijs meer kans op baan gemiddeld... 2 Pabo had sterkste terugloop baankansen in 2012... 3 Hbo-studenten in sector vaker baan op niveau en in richting... 4 Voltijd
Nadere informatie1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )
1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) (1978-2016) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatieCijfers uit de registratie van huisartsen peiling 2010
Cijfers uit de registratie van huisartsen peiling 2010 Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Cijfers uit de registratie van beroepen in de gezondheidszorg CIJFERS UIT DE REGISTRATIE
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieFactsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief
Factsheet Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Onderzoek naar de ervaringen en behoeften van patiënten over TIPP, het verwijsproces en de zorgaanbieders
Nadere informatieTOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017
TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een universiteit het doet in vergelijking met
Nadere informatieSuïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )
Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatieMet een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt
Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal
Nadere informatieRevisie Keuzegids Universiteiten 2015
Revisie Keuzegids Universiteiten 2015 Voor u ligt een nieuwe analyse Keuzegids 2015 d.d. 5-11-2014. Deze vernieuwde analyse is tot stand gekomen wegens een grote rectificatie op de Keuzegids 2015 d.d.
Nadere informatie1. Wetenschappers in Nederland M/V
1. Wetenschappers in Nederland M/V 14,8 procent vrouwelijke hoogleraren in 2011 In 2011 studeerden meer vrouwen (53,6%) dan mannen af aan de Nederlandse universiteiten. Het aandeel vrouwen in wetenschappelijke
Nadere informatieVan de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.
Resultaten NAE 2016 Samenvatting: De NAE is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt uitgevoerd door DESAN,
Nadere informatieLangdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
Nadere informatieCIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003
CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In
Nadere informatieStudenten aan lerarenopleidingen
Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor
Nadere informatieResultaten WO-monitor 2013
Resultaten WO-monitor 2013 Samenvatting: De WO-Monitor is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De WO-monitor wordt
Nadere informatieVeranderen van opleiding
Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer
Nadere informatieMeningen over het ideale co-assistentschap
Meningen over het ideale co-assistentschap G.R. Vink, D.R. Witte, E.J.S.M. Blenke, R.R. van Dijk Samenvatting Naar aanleiding van het nieuwe curriculum geneeskunde 1999 in Utrecht heeft de Co-raad onder
Nadere informatieA.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting
Nadere informatieROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA
Research Centre for Education and the Labour Market ROA Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2012/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt
Nadere informatieRechten in Utrecht - Rechten studeren en de rechtenfaculteit Utrecht: statistieken, cijfers en andere gegevens
Rechten in Utrecht - Rechten studeren en de rechtenfaculteit Utrecht: statistieken, cijfers en andere gegevens Rechten studeren Ter completering van deze bundel staan in deze bijdrage nog enkele statistieken,
Nadere informatieDe kwaliteit van de medische opleidingen getoetst?
De kwaliteit van de medische opleidingen getoetst? A.J.J.A. Scherpbier, R.P. Zwierstra Samenvatting Inleiding: Informatie over opleidingen, zoals de resultaten van het Elsevier/NIPO-onderzoek, moet betrouwbaar
Nadere informatieSOCIAAL JAARVERSLAG 2018
SOCIAAL JAARVERSLAG 2018 SBOH Sociaal Jaarverslag 2018 Opleiding Huisartsen, Specialisten Ouderengeneeskunde & Artsen Verstandelijk Gehandicapten INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Aantal werknemers 4 Man/vrouw-verhouding
Nadere informatieFactsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013
Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting
Nadere informatieEen effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006
Deze factsheet is geschreven door RD Friele en R Coppen van het NIVEL in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt. Versie
Nadere informatieEnquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid
Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid www.qompas.nl Januari 2015 Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid 1 Oordeel studenten/scholieren over Qompas en tevredenheid met betrekking tot
Nadere informatie7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs
7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/
Nadere informatieVrouwen in de Wetenschap 12 januari 2009
Vrouwen in de Wetenschap 12 januari 2009 Samenvatting Het aantal vrouwen in universitaire wetenschappelijke functies neemt gestaag toe. Het percentage vrouwelijke studenten, promovendi, universitair docenten,
Nadere informatiecéáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013
céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden
Nadere informatie-A.J.E. (Arjen) Edzes- Assistant professor. regionale en ruimtelijke economie Rijksuniversiteit Groningen
De vraag van Student en Stad naar herkomst en vertrek van studenten in het hoger onderwijs is relevant en actueel. Dat is ook een van de redenen dat de gemeente twee keer heeft deelgenomen (in 2011: 'Brain
Nadere informatieSterke groei aantal klinisch werkende verloskundigen
Postprint Version 1.0 Journal website http://www.nivel.nl/pdf/artikel-groei-klinische-verloskundigen.pdf Pubmed link DOI Sterke groei aantal klinisch werkende verloskundigen LAMMERT HINGSTMAN, RAYMOND
Nadere informatieFiguur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)
Analyse: mannelijke studenten op de pabo Mannelijke studenten zijn ondervertegenwoordigd op de pabo s. Bovendien vallen relatief meer mannen uit dan vrouwen. In 2009 was ongeveer 13 procent van de gediplomeerde
Nadere informatieMargriet van Iersel MSc
Margriet van Iersel MSc Kenniscentrum ACHIEVE en Opleiding verpleegkunde Faculteit Gezondheid Hogeschool van Amsterdam Prof.dr. Paul Kirschner 1, Prof. Dr. Wilma Scholte op Reimer 2, Prof. Dr. Rien de
Nadere informatieAchterblijvers in de bijstand
Achterblijvers in de Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Van de mensen die in 2001 in de kwamen, was 37 procent eind 2003 nog steeds afhankelijk van een suitkering. De helft van deze
Nadere informatieBiologie, scheikunde en medische opleidingen
Biologie, scheikunde en medische opleidingen... 2 Wiskunde, natuurkunde en informatica... 2 Bouwkunde en civiele techniek... 3 Ontwerpopleidingen... 4 Techniek en maatschappij... 4 Biologie, scheikunde
Nadere informatieCijfers uit de registratie van ergotherapeuten peiling 2002
Cijfers uit de registratie van ergotherapeuten peiling 2002 Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Cijfers uit de registratie van beroepen in de gezondheidszorg CIJFERS UIT DE REGISTRATIE
Nadere informatieVerschillen in belangstellingsprofielen van vrouwelijke en mannelijke geneeskundestudenten
Postprint Version 1.0 Journal website Pubmed link DOI Verschillen in belangstellingsprofielen van vrouwelijke en mannelijke geneeskundestudenten J.J.D.J.M. RADEMAKERS, A.L.S BLOEMEN, M.B.M. SOETHOUT, J.
Nadere informatieFACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom
FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De
Nadere informatieUitgebreide Pilot Nominaal = Normaal aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
Uitgebreide Pilot Nominaal = Normaal aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Tussenrapportage onderzoek (februari 2013) Dr. Gerard Baars Dr. Brian Godor Ing. Peter Hermus Drs. Rick Wolff In samenwerking
Nadere informatieSamenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO
Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel
Nadere informatieSURF ALLE H@NDS AAN DEK VERSLAG LIVE-EVENT
SURF ALLE H@NDS AAN DEK VERSLAG LIVE-EVENT 25 februari 2010 Partners: Universiteit van Amsterdam, ILO (Instituut voor de Lerarenopleiding; penvoerder); Vrije Universiteit, Onderwijscentrum VU; Universiteit
Nadere informatieFactsheet. Samenvatting
Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten
Nadere informatieAnalyse instroom
Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%
Nadere informatieRapportage Kunsten-Monitor 2014
Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden
Nadere informatieFactsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013
Factsheet Loonwerk 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 29 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting
Nadere informatieFeiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014
Feiten en cijfers HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2014 Honderden Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden
Nadere informatieCIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN
CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens
Nadere informatie5. Onderwijs en schoolkleur
5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 18-7-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 670 528
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 6-6-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 762 573 898
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 11-7-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 679 534
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 4-4-2016 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 779 608 940
Nadere informatieZorgCijfers Monitor. Verblijfsduur in verpleging en verzorging niet korter in de Wet langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd FEBRUARI 2018
ZorgCijfers Monitor Verblijfsduur in verpleging en verzorging niet korter in de Wet langdurige zorg FEBRUARI 2018 Van goede zorg verzekerd Dit is een uitgave van Zorginstituut Nederland Postbus 320 1110
Nadere informatieVeranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten
Postprint 1.0 Version Journal website Pubmed link DOI http://www.vvocm.nl/algemeen/vakblad-beweegreden Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten D.T.P. VAN HASSEL; R.J. KENENS Marktwerking
Nadere informatieSteeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs
Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs
Nadere informatieFactsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden
HBO-Monitor 2016 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2014/2015 centraal. Eind 2016,
Nadere informatie21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam. 21PB - Universiteit Leiden
DATUM 22-08-16 AANTAL PER OPLEIDING TELMETHODE ONGEWOGEN 21PE - Erasmus Universiteit Rotterdam Onderdeel Faculteit Opleiding Opl. vorm Gezondheidszorg Erasmus MC 56551 - B Geneeskunde Voltijd 449 361 523
Nadere informatieSchoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017
ROA Titel Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017 Per Bles Christoph Meng ROA Fact Sheet ROA-F-2018/11 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre For Education and
Nadere informatieOnderbelichte vervolgopleidingen
Onderbelichte vervolgopleidingen Abstract Introductie: Er lijkt een disbalans te bestaan tussen de beschikbare opleidingsplaatsen en de beroepsvoorkeuren van geneeskundestudenten. Er is veel interesse
Nadere informatieFactsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden
HBO-Monitor 2018 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2016-2017 centraal. Eind 2018,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.
Nadere informatieCIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn)
CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn) Peiling 1 januari 2012 D.T.P. VAN HASSEL R.J. KENENS NOVEMBER 2013 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN BEROEPEN IN DE GEZONDHEIDSZORG CIJFERS
Nadere informatieSubsector politicologie en bestuurskundige opleidingen
Subsector politicologie en bestuurskundige Samenvatting... 2 Weinig deeltijd... 2 Wo-instroom... 3 Weinig uitval iets toegenomen... 3 Veel switch... 3 Vier in herstel... 3 Veel studenten raden opleiding
Nadere informatieSalarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers
Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt
Nadere informatieCijfers uit de registratie van huisartsen Peiling 2016
Cijfers uit de registratie van huisartsen Peiling 2016 L.F.J. van der Velden A. Kasteleijn R.J. Kenens Juli 2017 Het NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg. Dat onderzoek kijkt mee met de mensen die zorg
Nadere informatieStudenten hoger onderwijs in Leiden
September 2010 ugu Studenten hoger onderwijs in Samenvatting 1. In het studiejaar 2009/10: wonen er in 1 duizend studenten hoger onderwijs, dat is 10% van de bevolking; studeren er in 25,7 duizend studenten,
Nadere informatieVoltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden
Een baan Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden... 2 Geen dip in baankansen voor wo-afgestudeerden... 3 Geen dip in kans op baan voor deeltijdstudenten... 4 Hbo bachelor
Nadere informatieFeiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs
Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 Ten opzichte van 2009 is de instroom stabiel: -0,3 procent
Nadere informatie