Subsidies, toepasbaar in het automotive bedrijfsleven

Transcriptie

1 Subsidies, toepasbaar in het automotive bedrijfsleven In 2010 zijn bij verschillende overheidsorganisaties nieuwe subsidieregelingen geopend en bestaande regelingen verruimd ter stimulering van innovatie, samenwerking en internationalisatie binnen de automotive industrie. In veel gevallen geldt wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Oriënteer u daarom vroegtijdig op de mogelijkheden. Hieronder vindt u een selectie van een aantal interessante regelingen. Overzicht actuele subsidies juni 2010: Regionale subsidies: Subsidie elektrische auto's voor ondernemers Subsidieregeling sterktes in de regio (voorheen: Pieken in de Delta) Verbeteren luchtkwaliteit in Brabant SLIM-ERB Nationale subsidies: Adviesregeling BBMKB: Besluit Borgstelling MKB Kredieten EIA: Energie-investeringsaftrek HTAS Innovation Program - Doorbraakprojecten Innovatie Prestatie Contracten Innovatiekrediet Innovatieregeling Innovatievoucher of octrooivoucher Innovation Officer Kennischeques MIA en de VAMIL OP Zuid Persoonlijke Trainings Toelage (PTT) Private voucher WBSO: Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (Fiscale stimulering van R&D) Internationale subsidies: 2g@there 7e Kaderprogramma CIP CPA ESF: European Social Fund Eurostars HTAS Innovation Program - Internationale projecten Internationaal innoveren Interreg IV Prepare2start PSI: Private Sector Investment Programme

2 Regionale subsidies: Subsidie elektrische auto's voor ondernemers Ondernemers in Amsterdam kunnen subsidie aanvragen als zij overstappen op elektrische bestel- of vrachtauto's. Binnen het plan Amsterdam Elektrisch' is 3 miljoen euro gereserveerd voor de subsidieregeling. De subsidieregeling vergoedt tot maximaal 50 procent van de meerkosten voor een elektrische (bedrijfs) auto voor Amsterdamse ondernemers. De meerkosten bestaan uit de aanschafprijs van een elektrische auto minus de aanschafprijs van een vergelijkbare auto. De subsidie bedraagt maximaal: voor een aan te schaffen elektrische personenauto; voor een aan te schaffen elektrische bestelauto; voor een aan te schaffen elektrische vrachtauto, of taxi. De subsidie bedraagt maximaal voor de aanschaf van maximaal 20 e-auto s. Open vanaf januari Subsidieregeling sterktes in de regio (voorheen: Pieken in de Delta) De Subsidieregeling sterktes in de regio is een regeling van het ministerie van Economische Zaken. Het doel van de regeling is het versterken van de Nederlandse economie. Via de Subsidieregeling sterktes in de regio kunnen (samenwerkingsverbanden van) bedrijven en onderzoeksinstellingen subsidie aanvragen voor een groot aantal activiteiten die het ondernemers- en vestigingsklimaat in de volgende zes Nederlandse regio s versterken: 1. Noordvleugel van de Randstad: gericht op de versterking van internationale dienstverlening in de Noordvleugel van de Randstad 2. Zuidvleugel van de Randstad: gericht op de versterking van het Haven en Industrie Complex, de glastuinbouw, het life science cluster en Den Haag internationaal 3. Noord-Nederland: gericht op de ontwikkeling van Noord-Nederland naar een kenniseconomie 4. Oost-Nederland: gericht op de versterking van de kennisconcentraties Food & Nutrition, Health en Technologie 5. Zuidoost-Nederland: gericht op de ontwikkeling van Zuidoost-Nederland tot een toptechnologie-regio 6. Zuidwest-Nederland: gericht op de versterking van de strategische positie van Zuidwest- Nederland tussen twee wereldhavens. Voorjaarstender: Begindatum indieningstermijn 15 maart 2010; Einddatum indieningstermijn 27 april 2010 (17.00 uur). Najaarstender in september-oktober In totaal is voor deze tender ruim 26 mln beschikbaar. Verbeteren luchtkwaliteit in Brabant Voor de verbetering van de luchtkwaliteit is vanuit het NSL subsidie beschikbaar. Daarnaast is er provinciale subsidie om bedrijven en gemeenten extra te stimuleren de luchtkwaliteit te verbeteren. Deze subsidieregeling, Verbeteren luchtkwaliteit in Brabant, is sinds april 2008 van kracht. Deze regeling is gericht op het stimuleren van het gebruik van alternatieve brandstoffen, door het stimuleren en ondersteunen van technische innovaties in vervoermiddelen en door bewuster en efficiënter vervoer. Voor projecten die vallen binnen de subsidieregeling voor schoon, zuinig en efficiënt vervoer is een budget beschikbaar van 3,2 miljoen. Onder dit project vallen: - Multi-fuel tankstations - Schoner en efficiënter rijden - Onderzoek en ontwikkeling - Organiseren en faciliteren Aanvragen tot en met 31 december Afhankelijk van project, max. kosten van 25k, 30k, 40k euro waarvan 50% subsidiabel. Maximum budget beschikbaar van 3,2 miljoen.

3 SLIM-ERB De provincie Noord Brabant stimuleert Brabantse bedrijven nieuwe technologieën en markten voor elektrisch rijden en slimme netwerken te ontwikkelen. Zij stelt 2,8 miljoen beschikbaar voor een stimuleringsregeling voor projecten van bedrijven en kennisinstellingen. Hiermee stimuleert de provincie innovatie in de hightech- en automotive-sector en bevordert ze de werkgelegenheid in Brabant. Met de regeling Elektrisch Rijden en slimme decentrale netwerken kunnen 10 innovatieve projecten ervaring opdoen met elektrische voertuigen in een pilotsetting of ontwikkeling van componenten en systemen voor elektrische voertuigen. De subsidie wordt zowel verleend aan doorbraaktechnologieën als aan praktijkproefprojecten die in een samenwerkingsverband worden uitgevoerd. Dit samenwerkingsverband moet bestaan uit minimaal 2 ondernemingen waarvan een MKB. Hiervan moeten minimaal 2 deelnemers uit de provincie Noord Brabant komen. Daarnaast moet minimaal 75% van de totale begrote subsidiabele kosten gemaakt worden door deelnemers uit de provincie. Eerste tender loopt van 19 mei 2010 t/m 1 juli De tweede tender loopt van 1 oktober 2010 t/m 1 december Uiterlijke einddatum is 31 december Het totale budget is 2,8 mln waarvan 1 mln voor de eerste tender en 1,8 mln voor de tweede.

4 Nationale subsidies: Adviesregeling Stimuleren van innovaties bij MKB-ondernemers ten aanzien van producten, processen, markten of diensten. De innovatie moet zijn gericht op het versterken van de positie op bestaande markten, dan wel de entree in nieuwe combinaties van product / markt / technologie. Subsidie kan worden gevraagd voor externe kosten voor: het doorvoeren van technische en commerciële implementatiestudies ( haalbaarheidsonderzoeken ), als onderdeel van een breder innovatieproject, prototyping, octrooiering, of certificering voor toelating van een product op een markt Beperkt beschikbaar, zie OP Zuid regeling voor meer informatie. De subsidie bedraagt 35% van de in aanmerking komende kosten, tot een maximum bedrag van aan subsidie. Minimale projectomvang is (subsidie 5.000) BBMKB: Besluit Borgstelling MKB Kredieten U kunt van de borgstellingsregeling (BBMKB) gebruik maken als u een lening wilt afsluiten, maar de bank te weinig zekerheden kunt bieden ( onderpand, zoals gebouwen of machines). Het Min. van EZ kan zich dan borgstellen voor dat deel van de lening waarvoor u een tekort aan zekerheden heeft. Zo kan het krediet toch verleend worden. In een aantal situaties kunt u rekenen op extra steun: als u starter bent, als uw investering zich richt op technologische innovatie en en als u een krediet wilt afsluiten voor de bodemsanering van uw bedrijfsterrein. In de regel dient u het krediet in zes jaar terug te betalen Maximaal 1,5 miljoen borgstellingkrediet EIA: Energie-investeringsaftrek Een fiscale regeling van de ministeries: als u investeert in energiebesparende bedrijfsmiddelen of duurzame energie, kunt u via de EIA 44% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst van uw onderneming. U kunt EIA aanvragen voor de aanschaf- en voortbrengingskosten van (onderdelen van) bedrijfsmiddelen die aan de energieprestatie-eisen voldoen, inclusief voorzieningen die technisch noodzakelijk zijn voor deze bedrijfsmiddelen en die alleen daarvoor gebruikt worden. Begindatum indieningstermijn ; Einddatum indieningstermijn Het budget voor 2010 is 150 miljoen aan fiscaal voordeel. Het directe financiële voordeel is afhankelijk van het belastingpercentage en bedraagt ongeveer 11% van de goedgekeurde investeringskosten. HTAS Innovation Program - Doorbraakprojecten Programma richt zich op MKB- en grote ondernemingen en onderzoeksinstellingen die zich op bezig houden met onderzoek en ontwikkeling in de Automotive sector gericht op de focusgebieden Driving Guidance en Vehicle Efficiency. Het doel van de doorbraakprojecten is het ondersteunen en versnellen van projecten van strategische belang voor het bereiken van de doelen van het programma HTAS. Daarnaast is samenwerking tussen grote en kleine ondernemingen en kennisinstellingen van groot belang om toegang tot markten en technologieën te krijgen. De samenwerking tussen MKB-ondernemingen onderling, met grote bedrijven en kennisinstellingen is nu onvoldoende. De regeling wil een aanjaageffect hebben met dit innovatieprogramma. Basis voor het programma HTAS is de opzet van brede consortia waarin op gemeenschappelijke basis R&D wordt uitgevoerd. De doorbraakprojecten moeten leiden tot concepten die uiteindelijk industrieel toepasbaar zijn. De projecten dienen zich te richten op het realiseren van een doorbraak op het gebied van de HTAS-prioriteiten voor het betreffende jaar. Voor 2010 zijn dit: Efficient Powertrain Light Constructions Connected Car

5 Vehicle Dynamics Control De indieningstermijn opent op 1 februari 2010 en sluit op 1 oktober De subsidie wordt toegekend op basis van het eerst-komt eerst-maalt principe. Maximale subsidie per project is euro. Voor de doorbraakprojecten is jaarlijks 4 miljoen euro beschikbaar. Innovatie Prestatie Contracten De subsidieregeling InnovatiePrestatieContracten (IPC) is bedoeld voor meerjarige innovatietrajecten van groepen mkb-ondernemers, onder begeleiding van een penvoerder. Centraal in de IPC-regeling staat samenwerking en kennisoverdracht. De regeling is bedoeld voor groepen van 15 tot 35 bedrijven met een inhoudelijke samenhang, bijvoorbeeld omdat ze werken in dezelfde keten, regio of branche. Deze bedrijven voeren een meerjarig innovatietraject uit. Zij geven zelf aan op welk terrein zij willen innoveren. Het kan gaan om producten, diensten, processen of een combinatie daarvan. Een deel van de subsidie moet worden besteed aan gezamenlijke projecten. Een mkborganisatie zonder winstoogmerk, bijvoorbeeld een branche-organisatie, treedt op als penvoerder. Ter voorbereiding op een IPC kan een pre-ipc worden uitgevoerd. De subsidieregeling IPC kent twee fasen, die apart worden aangevraagd: Pre-IPC: Voor deze fase kan alleen subsidie worden aangevraagd door een penvoerder. In het pre IPC wordt de penvoerder gefaciliteerd om voorbereidingen van een IPC-aanvraag te treffen, waaronder het verzamelen van MKB-ondernemers met eigen en collectieve innovatieplannen. De subsidie dekt 50% van de kosten die de penvoerder maakt, met een maximum van euro. IPC: Voor de IPC-fase wordt er subsidie aangevraagd door een groep MKB-ondernemers. In deze fase voeren de bedrijven hun individuele en collectieve innovatieplannen uit (onder regie van een penvoerder) door gebruikmaking van externe kennis en door samenwerking. De IPC-subsidie bedraagt maximaal euro per onderneming voor een periode van drie jaar ter dekking van de kosten verbonden aan individuele én collectieve projecten. De kosten mogen voor maximaal 40% van de projectkosten bestaan uit interne loonkosten van de ondernemer. Minimaal 60% van de projectkosten moet bestaan uit kosten derden. Daarnaast ontvangt iedere deelnemer een bijdrage van SenterNovem van euro om samen met andere IPC-deelnemers de penvoerder in te huren. De looptijd van een IPC is 3 jaar. Indienen vanaf 11 januari Het totale IPC-budget voor 2010 is 40 miljoen. Reeds ingediend: 49 IPC aanvragen ter waarde van Innovatiekrediet Het Innovatiekrediet is een risicodragend krediet voor de financiering van ontwikkelingsprojecten met veel commerciële potentie maar nog grote technische risico s. De projecten zijn gericht op de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten. Het Innovatiekrediet vermindert het financiële risico voor de ondernemer: mislukt het project, dan hoeft het Innovatiekrediet niet te worden terugbetaald. Zowel voor starters als gevestigde mkb ers. Sinds De maximale projectduur is vier jaar. De aflossing vindt plaats in maximaal zes jaar. De minimale projectomvang bedraagt 300k. Het maximale krediet bedraagt vijf miljoen euro. Het Innovatiekrediet bedraagt maximaal 35% van de totale projectkosten. Voor de overige 65% dient u dus andere financiering te voorzien. U komt alleen voor het Innovatiekrediet in aanmerking als u uw project niet uit eigen middelen kunt financieren. Als het project is afgerond en de commerciële fase aanbreekt, begint u met de aflossing van het krediet. Uiteraard blijft het mogelijk dat uw project weliswaar in technische zin de eindstreep haalt, maar u er niet in slaagt er een commercieel succes van te maken. In dat geval dient u de lening wél af te lossen. Innovatieregeling Bedrijven in staat stellen innovatieve en risicovolle ontwikkelingsprojecten door te voeren die leiden tot een betere concurrentiepositie, versterking van het innovatiepotentieel en een structurele

6 toename van de bedrijfsactiviteit. Projecten leiden tot nieuwe, breed vermarktbare producten / diensten / processen, welke tevens leiden tot (productie-) werkgelegenheid in de regio. Dus primair zijn gericht op experimentele ontwikkeling. Hierbij is een deel industrieel onderzoek mogelijk, mits van ondergeschikt belang. Fundamenteel onderzoek is uitgesloten van deze regeling Beperkt beschikbaar, zie OP Zuid regeling voor meer informatie. De subsidie bedraagt een percentage van de projectkosten, tot een maximum bedrag van: a. voor projecten zonder daadwerkelijke samenwerking (zie artikel 5) EUR per project, b. voor projecten met daadwerkelijke samenwerking (zie artikel 5) EUR per project. Het subsidiepercentage wordt als volgt opgebouwd cq. bepaald, per deelnemer: - 25% basissubsidie, te vermeerderen met - 15% in geval van daadwerkelijke samenwerking (zie artikel 5), en te vermeerderen met - 10% voor MKB-ondernemer Innovatievoucher of octrooivoucher De regeling heeft als doel MKB-ondernemers in contact te brengen met kennisinstellingen, om de reeds bestaande kennis te benutten ter verbetering van hun product, productieproces of dienst. Daarnaast kan een innovatievoucher ingezet worden voor het aanvragen van een octrooi. Voor 2010 zijn er 3143 grote en 3142 kleine innovatievouchers beschikbaar. De grote innovatievoucher heeft een waarde van waarbij de ondernemer eenderde deel bij dient te dragen. De kleine innovatievoucher heeft een waarde van Innovation Officer De regeling stimuleert de inzet van pas afgestudeerde kenniswerkers of kenniswerkers afkomstig van OEM-ers, innovation officers die als aanjager tot innovatie gaan functioneren binnen een onderneming. Het belangrijkste aandachtspunt ligt hierbij op het detecteren van innovatiekansen en het daadwerkelijk implementeren van innovatie. De Innovation Officer moet hiertoe kennis van veranderingsprocessen en kennis van innovatieprocessen inbrengen Beperkt beschikbaar, zie OP Zuid regeling voor meer informatie. 35% van de loonkosten, tot een maximum bedrag van Kennischeques De kennischeques zijn bedoeld voor MKB-ondernemers. Het doel van de kennischeque is het verkrijgen van meer kennis die leidt tot een vergroting van het innovatievermogen en versterking van de concurrentiepositie van een onderneming. De cheque is bedoeld voor het aankopen van bestaande kennis en/of expertise bij publieke en/of private kennisinstellingen/bedrijven. De kennis die een MKB-ondernemer met de cheque inkoopt moet bijdragen aan het verbeteren van bestaande en/of ontwikkelen van concrete innovatieve producten, processen en diensten. Met deze kennischeques kunnen MKB-ondernemers kennis of technologie inkopen. De kennis moet nieuw zijn voor de ondernemer en gericht zijn op ontwikkeling. De cheque levert kennisvermeerdering die direct in het bedrijf toegepast kan worden Beperkt beschikbaar, zie OP Zuid regeling voor meer informatie. De waarde van de Kennischeque bedraagt 6.500, zonder eigen bijdrage. MIA en de VAMIL De MIA en Vamil zijn twee verschillenden fiscale aftrekregelingen, maar worden vaak gecombineerd. Beide regelingen maken gebruik van een gezamenlijke lijst, de zogenaamde Milieulijst. Op deze lijst staan alle bedrijfsmiddelen genoemd die in aanmerking komen voor MIA en/of Vamil. De MIA biedt ondernemers die investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen de mogelijkheid tot 40% van het

7 investeringsbedrag in mindering te brengen op de fiscale winst. Het percentage van de aftrek is afhankelijk van de milieueffecten en de gangbaarheid van het bedrijfsmiddel. De Vamil biedt een liquiditeits- en rentevoordeel. Ondernemers die Vamil voor een bedrijfsmiddel toepassen mogen dit bedrijfsmiddel willekeurig ofwel vrij afschrijven. Geheel 2010, Aanvragen moeten worden ingediend tot uiterlijk drie maanden na de datum van investeringsverplichting (orderdatum). Voor MIA is EUR 113 miljoen voor 2010 beschikbaar en voor Vamil EUR 55 miljoen. Persoonlijke Trainings Toelage (PTT) voor bedrijven in de metaalsector OOM is het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Metaalbewerking. OOM biedt alle financiële regelingen en diensten aan die voor medewerker en bedrijf noodzakelijk zijn om zich te ontwikkelen. De Persoonlijke Trainings Toelage (PTT) is één van deze regeling van OOM. De PTT biedt bedrijven in de metaalindustrie de mogelijkheid een bijdrage aan te vragen voor werknemers die een cursus of opleiding willen volgen. Opleidingen die de innovatieve kracht van bedrijven versterken, kunnen rekenen op een relatief hogere bijdrage dan (wettelijk) verplichte cursussen of cursussen in de categorie arbo, veiligheid en milieu. De bijdrage is maximaal 375 euro per persoon per jaar. Open vanaf december Private voucher Private vouchers kunnen worden ingezet voor specifieke kennisvragen bij private kennisleveranciers. Het doel van een kennisoverdrachtproject dient altijd te zijn om tot een verbetering te komen van product, proces of dienst. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een haalbaarheidstudie, marktonderzoeken of projecten waarbij het doel is om de organisatiestructuur te verbeteren. Maar ook projecten die zich richten op een betere informatiestroom tussen productie en verkoopafdelingen of door middel van ICT of internet een procesverbetering nastreven zijn mogelijk. Voor 2010 zijn er 1000 grote en 1000 kleine private vouchers beschikbaar. De grote private voucher heeft een waarde van waarbij de ondernemer zelf 50% bij dient te dragen. De kleine private voucher heeft een waarde van OP Zuid De kerndoelstelling van het OP-Zuid programma is het versterken van Zuid-Nederland als toptechnologische regio. Zuid-Nederland wil dit realiseren door de reeds aanwezige sterke vermogens verder te ontwikkelen en zich als kenniseconomie te profileren. Bevordering van innovatie en ondernemerschap staan in het OP-Zuid programma voorop. Dit wordt onder meer gerealiseerd door het stimuleren van onderzoek & ontwikkeling (met name in de private sector) en het ondersteunen van het traject kennis-kunde-kassa. Daarnaast is er in het programma veel aandacht voor de ontwikkeling van een aantrekkelijk woon-, werk- en leefomgeving. Het Operationeel Programma Zuid-Nederland (OP-Zuid) is een gezamenlijk subsidieprogramma van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland, samen met de steden Breda, Tilburg, 's- Hertogenbosch, Eindhoven, Helmond, Venlo, Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht voor activiteiten die medegefinancierd worden uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Subsidieprogramma OP-Zuid is vanaf 17 mei weer open voor de onderdelen kenniseconomie, ondernemerschap, innovatie (prioriteit 1), attractieve regio s (prioriteit 2) en stedelijke dimensie (prioriteit 3). Een overzicht van de beschikbare budgetten per regio: - Zeeland: budget beschikbaar in prioriteit 1 en 2. - Limburg: budget beschikbaar in prioriteit 1 (met uitzondering van de Innovatieregeling) en in prioriteit 2. - West-Brabant: budget beschikbaar in prioriteit 1 (met uitzondering van de Innovatieregeling) en in prioriteit 2. - Oost-Brabant: geen budget meer beschikbaar in prioriteit 1 en 2.

8 - In prioriteit 3 is ook budget beschikbaar. WBSO: Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (Fiscale stimulering van R&D) De WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) is een fiscale stimuleringsregeling waarmee de Nederlandse overheid een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk, vergelijkbaar met Research and Development, compenseert. Eén van de afwegingen die u maakt wanneer u van plan S&O bent te gaan verrichten, zijn de kosten van uw project. De WBSO helpt u bij de financiering van uw project. De WBSO kent drie faciliteiten, te weten: Een tegemoetkoming in de loonkosten die gemoeid zijn met S&O in de vorm van een vermindering van de af te dragen loonheffing. Een aftrek S&O voor zelfstandige ondernemers. Een extra tegemoetkoming voor startende ondernemers of ondernemingen heden. Indienen kan meerdere keren per jaar. Maximaal 3 aanvragen per jaar met min. 3 kalendermaanden en max. 6. Voor inhoudingsplichtige ondernemingen (S&O-inhoudingsplichtigen) biedt de WBSO een vermindering van de af te dragen loonheffing over de loonkosten van S&O-medewerkers. In 2010 bedraagt deze zogenaamde S&O-afdrachtvermindering 50% van de eerste aan S&Oloonkosten. Voor de resterende S&O-loonkosten is dit 18%. Voor starterde ondernemingen bedraagt het percentage van de eerste %. De aftrek S&O voor zelfstandige ondernemers (S&Obelastingplichtigen) bedraagt in met een extra aftrek van voor starters.

9 Internationale subsidies: Nederlandse ondernemers die in het buitenland kansen zien waar samenwerking met collegaondernemers essentieel is. China, India, Oekraïne, Rusland, Turkije, Westelijke Balkan. Denk aan aanpassingen aan het Panamakanaal, achterlandverbindingen in China en infrastructuur in de Balkan. Via kunnen deze partijen bij NL EVD Internationaal meerjarige steun krijgen die bestaat uit financiële instrumenten en andere NL EVD Internationaal-producten (denk bijvoorbeeld aan missies, G2G, economische diplomatie en matchmaking). Hierbij is ook een eigen bijdrage verschuldigd als cluster. staat open voor projecten in alle landen en alle sectoren, waar Nederlandse ondernemers internationaal onderscheidend kunnen zijn. wordt in opdracht van EZ uitgevoerd door NL EVD Internationaal. Het bedrijvencluster ontwikkelt een programma voor twee à drie jaar. Ideeën voor gezamenlijk internationaal zakendoen kunnen op elk moment kenbaar worden gemaakt bij NL EVD Internationaal. Een jaarlijks budget is beschikbaar, bij uitputting van dit budget is de honorering van nieuwe aanvragen niet meer mogelijk. 7e Kaderprogramma In 2007 is het Zevende Kaderprogramma (kortweg KP7) voor onderzoek en technologische ontwikkeling van start gegaan. KP7 loopt tot en met In die periode trekt de Europese Commissie ruim 50 miljard euro uit voor het stimuleren van innovatie. Met KP7 wil de Europese Commissie de wetenschappelijke en technologische basis van de Europese industrie verbeteren en de Europese concurrentiepositie versterken. Daarnaast dient het programma een maatschappelijk doel. Met KP7 wil de Europese Commissie de wetenschap en de industrie uitdagen om oplossingen te bedenken voor belangrijke Europese vraagstukken. Bijvoorbeeld op het terrein van milieu, vergrijzing, duurzame energie en volksgezondheid. Het geld binnen KP7 wordt besteed in de vorm van subsidies. Bijna altijd zijn deze gericht op het stimuleren van de internationale samenwerking tussen bedrijven en wetenschappelijke instellingen, in Europa en erbuiten. Er zijn subsidies voor onder-zoek, technologische ontwikkeling en demonstratieprojecten. Doorgaans zijn er minimaal drie partners uit verschillende EU-lidstaten of geassocieerde landen nodig om aan een project deel te nemen. Circa 50 miljard euro. Het subsidiepercentage is afhankelijk van het financieringssysteem, de wettelijke status van de deelnemer en het type activiteit en varieert van 50 tot 100% CIP Het Competitiveness and Innovation Programme (CIP) is een Europees programma voor het stimuleren van innovatie en concurrentievermogen. Dit programma richt zich op MKB-bedrijven in Europa. Het CIP kent drie verschillende pijlers: - Entrepreneurship and Innovation Programme (EIP); - Information Communication Technologies Policy Support Programme (ICT PSP); - Intelligent Energy-Europe Programme (IEE II). Het totale budget is 3,6 miljard euro met een verdeling van 2,17 miljard euro voor EIP, 0,73 miljard euro voor ICT PSP en 0,73 voor IEE II. De hoogte van het subsidiepercentage is afhankelijk van het programma en kan oplopen tot maximaal 75%. :

10 CPA Doel van het programma CPA is het bevorderen van handel, investeringen en samenwerking van Nederlandse bedrijven op buitenlandse markten door hen de gelegenheid te bieden deel te nemen aan collectieve promotionele activiteiten. De collectieve activiteiten worden primair door (organisaties van) het bedrijfsleven uitgevoerd. Geïnteresseerden kunnen - in twee (Europese) tenderrondes per jaar - projectvoorstellen indienen. De doelgroep zijn Nederlandse en EUondernemingen en organisaties die inkomende en uitgaande handelsmissies, collectieve beursinzendingen en andere collectieve promotionele activiteiten voor Nederlandse bedrijven op het buitenland kunnen en willen organiseren. Op 16 december 2009 is de eerste algemene tender voor het jaar 2010 van het programma CPA geopend. De inschrijving voor deze tender sluit op 26 februari 2010 om 12:00 uur. De tweede tender zal in augustus-september 2010 plaats vinden. Voor de eerste tender 2010 is 2 miljoen euro beschikbaar. ESF: European Social Fund Het Europees Sociaal Fonds, dat werd opgericht in 1957, is het voornaamste financiële instrument van de Europese Unie om in mensen te investeren. Het ondersteunt de werkgelegenheid en helpt mensen nieuwe kennis en vaardigheden te verwerven. Hierdoor verbeteren hun arbeidskansen. Alleen interessant voor de grotere bedrijven zoals DAF (maken daar al gebruik van), NedCar e.a Jaarlijks is er zo'n 100 miljoen euro beschikbaar Eurostars Eurostars is een Europees subsidieprogramma en onderdeel van Eureka. Een groot aantal Eurekalanden en de Europese Commissie stellen geld beschikbaar om projecten te ondersteunen die het MKB heeft geïnitieerd. Een Eurostars project is een Europees R&D project en wordt geleid door een high-tech MKB. Een high-tech MKB besteedt 10% van de omzet of FTE's aan R&D. Aan een project doen tenminste twee partijen uit verschillende Eurostars landen mee, die gezamenlijk aan de ontwikkeling van een nieuw product, proces of een dienst werken. De deelnemende high-tech MKB's nemen tenminste 50% van de R&D kosten voor hun rekening. Het project duurt maximaal 3 jaar en binnen 2 jaar na afloop van het project wordt een marktintroductie voorzien. Er is een evenwichtige verdeling in de samenwerking, waarbij een land of projectdeelnemer niet meer dan 75% van het project op zich neemt. Het subsidiepercentage is 35% voor onderzoeksactiviteiten en 25% voor ontwikkelingsactiviteiten. Voor MKB worden deze percentages verhoogd met 10%. De maximale subsidie is euro voor de gezamenlijke kosten van de Nederlandse deelnemers. Sluitingsdatum is op 30 september HTAS Innovation Program - Internationale projecten Het doel van de internationale projecten is het verbreden en met name versterken van de technologische basis van de HTAS-focusgebieden, en tegelijkertijd het stimuleren van excellente internationale samenwerking. Het tweede doel is de Nederlandse deelname aan internationale innovatieprojecten, te weten Eureka projecten en projecten met Geïndustrialiseerde Landen, financieel te ondersteunen. Het project moet gericht zijn op onderzoek en ontwikkeling dat duidelijk bijdraagt aan innovatie in de focusgebieden van het HTAS-programma. De indieningstermijn opent op 1 februari en sluit op 11 september 2010 Maximale subsidie per project is euro. Voor de internationale projecten is in miljoen euro beschikbaar.

11 Internationaal innoveren De subisidie staat open voor projecten, waarin een nieuwe technologie wordt ontwikkeld bedoeld voor een product, proces of dienst. Er moet dus sprake zijn van technologische innovatie, waarbij de stand van zaken wereldwijd als uitgangspunt geldt. De regeling staat open voor internationale innovatieprojecten, waarbij het Nederlandse bedrijf samenwerkt met: Minimaal één buitenlandse partner uit een Eureka-lidstaat of Minimaal één buitenlandse partner uit een geïndustrialiseerd land: Canada, Japan, Singapore en VS of Minimaal één buitenlandse partner uit een opkomende markt: Brazilië, China, India, Indonesië, Maleisië, Thailand, Zuid-Afrika, Zuid-Korea. Eventueel samen met Nederlandse partners en/of derde(n). Het subsidiepercentage is 35% voor onderzoeksactiviteiten en 25% voor ontwikkelingsactiviteiten. Voor MKB worden deze percentages verhoogd met 10%. De maximale subsidie is euro voor een project met een opkomende markt en euro voor een project met een Eureka-lidstaat of geïndustrialiseerd land. Alleen de kosten van de Nederlandse deelnemers zijn subsidiabel. Sluitingsdatum is nog niet bekend. Interreg IV De landen van de Europese Unie willen dat het Europese territoir zich duurzaam en kwalitatief aantrekkelijk verbetert. Daarvoor is het programma INTERREG opgezet, dat subsidies verleent aan creatieve, vernieuwende projecten op het gebied van Europese samenwerking aan duurzame, ruimtelijke en regionale ontwikkeling. INTERREG samenwerkingsprojecten zijn meestal meerjarig en kunnen 50-75% van de kosten vergoed krijgen uit het Europees fonds voor de Regionale Ontwikkeling (EFRO) van de Europese Unie. INTERREG is ingedeeld in drie verschillende vormen van samenwerking, grensoverschrijdende samenwerking (INTERREG A), Transnationale samenwerking (INTERREG B) en interregionale samenwerking (INTERREG C). Ter ondersteuning van de Europese INTERREG IV B en C programma's voert Agentschap NL namens het ministerie van VROM twee regelingen uit: de Projectstimuleringsregeling (PSR) en Cofinancieringsregeling (CETSI). Deze regelingen zijn bedoeld voor Nederlandse INTERREG-subsidieaanvragers. Projecten worden uitgevoerd door partners uit minstens twee verschillende landen en kunnen 50 tot 75 procent van de kosten vergoed krijgen door de Europese Unie. Totale budget Interreg IV is 7,8 miljard euro Prepare2start Voorheen de PSB regeling. Advies en begeleiding voor het MKB bij het opstellen en uitvoeren van een internationaliseringsplan. Doel is ondersteuning bieden bij het betreden van een (praktisch) nieuwe buitenlandse markt. Prepare2start is van toepassing op alle landen in de wereld heden; 18 maanden Bijdrage van 50 procent van de kosten tot maximaal euro voor de uitvoering van een aantal activiteiten naar keuze (binnen negen subsidiabele activiteiten). PSI: Private Sector Investment Programme PSI: Private Sector Investment Programme is de opvolger van het PSOM programma. Het Private Sector Investeringsprogramma (PSI) is een programma van de Nederlandse overheid voor de ondersteuning van vernieuwende investeringsprojecten in opkomende markten in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en Midden- en Oost-Europa. Een PSI-project is een investeringsproject dat wordt uitgevoerd door een Nederlands (of buitenlands) bedrijf in samenwerking met een lokale partner in een van de landen waarvoor PSI is opengesteld. Als de investering voldoet aan de criteria, kan deze in aanmerking komen voor een PSI-subsidie. De subsidie bestaat uit een bijdrage in de investeringskosten. De eerste tender voor 2010 voor 50 landen is gesloten op 8 februari. Voor Afghanistan, Burundi, Palestijnse Autoriteit, Sierra Leone en zuidelijk Sudan is een apart PSI-deelprogramma, genaamd PSI Plus, met ruimere voorwaarden beschikbaar.

12 De PSI-bijdrage in de investeringskosten is 50 procent, met een maximum van EUR Het maximale projectbudget bedraagt dus EUR 1,5 miljoen. Dit overzicht is opgesteld door FIER Automotive. FIER is een adviesbureau - gespecialiseerd in de automotive industrie - en helpt u graag met het bekijken van de mogelijkheden voor uw onderneming. Voor meer informatie: FIER Automotive Office: Steenovenweg 1, Helmond Mail: PO Box 1015, 5700 MC Helmond Phone: +31 (0) info@fier.net Web: