Beleidsvisie pediatrische intensive care units. 18 november 2002

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidsvisie pediatrische intensive care units. 18 november 2002"

Transcriptie

1 Beleidsvisie pediatrische intensive care units 18 november 2002

2 1 Beleidsvisie van november 2002 /nr.csz/iz/ Juridische grondslag: artikel 8 WBMV Hierbij zet ik mijn beleid voor intensive care voor kinderen uiteen in een beleidsvisie op grond van artikel 8 van de Wet op de bijzondere medische verrichtingen, ten behoeve van het aanwijzen van instellingen die zich in het bijzonder richten op intensive care voor kinderen, de pediatrische intensive care units (PICU s). Samenvatting Met de beleidsvisie PICU zal de pediatrische intensive care zorg onder artikel 8 van de WBMV worden geplaatst. Academische ziekenhuizen kunnen een aanvraag indienen om aangewezen te worden als PICU. Redenen om deze vorm van zorg onder artikel 8 te brengen zijn: - pediatrische intensive care betreft een zorgaspect van een hoog gespecialiseerd karakter met aanzienlijke meerkosten ten opzichte van reguliere zorg; - zonder bevordering van concentratie in aangewezen centra bestaat het risico van verschraling en een gebrekkige continuïteit van zorg, zo blijkt uit onderzoek; - er is sprake van een specifiek bestaand aanbod van academische pediatrische intensive care units dat op zeer korte termijn kan voorzien in het (boven)regionale landelijke aanbod; - artikel 8 van de WBMV voorziet in de kennisopbouw die is vereist om de organisatie en inrichting van het aanbod van pediatrische intensive care eenduidig in beeld te brengen en voor transmissie naar algemene ziekenhuizen geschikt te maken op basis van een samenhangend en landelijk aanbod tussen de centra. De meerwaarde van een aanwijzing ex artikel 8 en de hieraan verbonden specifieke bekostiging is vooral gelegen in een snelle en geconcentreerde kennisopbouw rond inhoud en organisatie van intensive care voor kinderen. Over vijf jaar moet de overdracht van kennis naar algemene ziekenhuizen een feit zijn, zodat het landelijk aanbod gespreid en kwalitatief verantwoord vorm kan krijgen en de continuïteit van zorg gewaarborgd is, ook in algemene ziekenhuizen die een PICU (gaan) exploiteren. Inleiding Pediatrische intensive care units (PICU s) zijn afdelingen in (academische) ziekenhuizen waar intensieve zorg voor kinderen plaatsvindt. 1 In Nederland is in de afgelopen 20 jaar geleidelijk een aantal pediatrische intensive care afdelingen ontstaan. Voordien waren de medisch technologische voorzieningen nog te beperkt en een goede beademingstechniek voor kinderen ontbrak. Medisch technologische ontwikkelingen en nieuwe inzichten hebben de overlevingskansen van ernstig zieke kinderen doen toenemen. Het zorgaanbod voor ernstig zieke kinderen heeft daardoor in haar relatief korte geschiedenis een enorme vooruitgang laten zien. In 1989 bleek de vraag naar intensive care voor kinderen sneller toe te nemen dan het aanbod. Een capaciteitstekort gaf problemen in de opvang van ernstig zieke kinderen. De capaciteit is sindsdien toegenomen. De directe beschikbaarheid van IC- bedden voor kinderen is desondanks een probleem. De toenmalige minister heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg daarom in 2000 opdracht gegeven onderzoek te doen naar de behoefte aan IC voor kinderen. De huidige capaciteit en capaciteitsbenutting, de organisatie en kwaliteit van zorg, de organisatie van het interklinisch transport van ernstig zieke kinderen en het mogelijk optreden van 1 De acht academische centra gelden als PICU totdat de gewenste schaalgrootte en minimale kwaliteitseisen voor verantwoorde zorg zo zijn vastgesteld dat transmissie van pediatrische intensive care naar reguliere ziekenhuiszorg kan plaatsvinden. Vooralsnog is de CTG bekostiging alleen voor de acht academische centra in voorbereiding.

3 2 problemen bij dit transport zijn in het onderzoek opgenomen. Uit het onderzoek blijkt dat het onvoldoende beschikbaar zijn van IC- capaciteit voor kinderen voortkomt uit onvoldoende capaciteitsbenutting door tekorten in de personeelsformatie, problemen die verband houden met de financiering en kwaliteitsproblemen. 2 Intensive care voor kinderen Op de PICU s worden kinderen opgenomen in de leeftijd van vier weken tot achttien jaar. Het indicatiegebied behelst in globale termen dreigende of manifeste verstoring van de vitale functies. Respiratoire en circulatieproblemen komen het meest voor, naast andere aandoeningen als postoperatieve complicaties. Er zijn 107 plaatsen bouwkundig beschikbaar in de academische ziekenhuizen. 3 De patiëntenpopulatie is divers en omvat het scala van ziektebeelden die tot een IC- behoefte op de kinderleeftijd leiden. Op pediatrische intensive care afdelingen worden hoge eisen gesteld aan de opleiding en ervaring van medische en verpleegkundige medewerkers en aan de uitrusting van de afdeling. Daarom zijn, aldus de Inspectie, alleen in de acht academische ziekenhuizen voldoende levensvatbare PICU s ontstaan. De medischspecialistische bezetting van de PICU s bestaat onder meer uit kinderarts-intensivisten en kinderartsen in opleiding tot kinder-intensivist. De verpleegkundige bezetting bestaat uit gespecialiseerde kinder- IC verpleegkundigen en leerlingen. In de meeste PICU s zijn daarnaast ook kinderanesthesiologen werkzaam, die hun werktijd verdelen over de PICU en de operatieafdeling. Eén van de kenmerkende organisatieaspecten van de intensive care is de inbedding in het ziekenhuis en in het bredere netwerk van ziekenhuizen. Samenwerking speelt nagenoeg altijd een rol doordat IC- afdelingen een centrale positie innemen en nauwe banden onderhouden met een groot aantal afdelingen. De samenwerking met de afdelingen van het moederspecialisme, met de andere intensive care afdelingen (voor neonaten en volwassenen) en de samenwerking met verwijzende ziekenhuizen en de andere PICU s is van belang voor meerdere zorgaspecten. Daarbij kan men denken aan het hanteren van aansluitende protocollen, het opname- en ontslagbeleid, het beleid bij einde-van-leven beslissingen (ook bij wilsonbekwame patiënten) en de registratie en evaluatie van de behandeling. De positionering van de PICU s in het ziekenhuis is ook van belang bij de mogelijkheid tot overplaatsing van patiënten bij acuut plaatsgebrek, bij uitwisseling van apparatuur, bij uitwisseling van voldoende geschoold personeel wanneer acute personeelskrapte bestaat en bij de samenwerking met arts-assistenten en medisch specialisten van andere afdelingen. De samenwerking met andere ziekenhuizen in regionaal en landelijk verband is belangrijk, vooral met het oog op de seizoensfluctuaties en piekperioden, maar ook voor (wetenschappelijk) onderzoek en kwaliteitsontwikkelingen. De lokale, regionale en landelijke afspraken spelen bijvoorbeeld bij de mogelijkheid tot overplaatsing naar een high care voorziening en de beperking van de opnameduur. Samenwerking vergroot de flexibiliteit van de opnamecapaciteit en ook de mogelijkheden tot gezamenlijke opleiding van verpleegkundigen en medisch specialisten, jobrotation, gezamenlijke aanschaf en onderhoud van apparatuur en gemeenschappelijke ondersteuning zoals registratie, automatisering en communicatietechnologie. De stand van zaken 2 Pediatrische intensive care in Nederland, Den Haag Daarnaast zijn er twee algemene ziekenhuizen (Tilburg en Den Haag) die ook enkele IC plaatsen voor kinderen gebruiken. In Tilburg beschikt het Elisabethziekenhuis over één plaats (1 tot 2 opnamemogelijkheden) en het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag beschikt over drie plaatsen (door personeelsproblemen met regelmaat niet beschikbaar). De Inspectie stelt dat de medische bezetting en de specifieke deskundigheid in principe te kwetsbaar zijn op deze kleine afdelingen en spreekt daarom alleen van de 107 (academische) plaatsen. Beide afdelingen onderhouden nauwe banden met een PICU in een academisch ziekenhuis en behandelen in principe alleen kinderen met minder uitgebreide problematiek. Deze afdelingen zouden als high care of step down voorziening kunnen worden gekwalificeerd, aldus de Inspectie.

4 3 De Inspectie heeft op basis van onderzoek de huidige stand van zaken beschreven. Het personeelsprobleem vormt een belangrijk knelpunt in de intensive care voor kinderen. Er blijken andere eisen aan de formatie op een PICU te worden gesteld dan in het algemeen werd aangenomen. De PICU s lijken feitelijk meer op de afdelingen voor neonatale intensive care (NICU s) dan op de IC- afdelingen voor volwassenen, terwijl hiermee in de organisatie van de zorg in ziekenhuizen onvoldoende rekening wordt gehouden. Naast een personeelsprobleem is er onderbenutting van de capaciteit. Ten tijde van het Inspectieonderzoek waren 107 plaatsen bouwkundig mogelijk, maar zijn slechts 91 plaatsen als PICU ingericht in de ziekenhuizen. Dit laatste hangt onder meer samen met het feit dat de PICU s geen aparte budgetparameter kennen, terwijl de plaatsen meer geld kosten dan andere functies. Het gewenste effect van deregulering en toenemende zelfregulering door het toekennen van een algemeen budget aan ziekenhuizen is gepaard gegaan met een onvoorzien neveneffect: bij de interne afweging over de aanwending van beschikbare middelen binnen het ziekenhuis kent het ziekenhuisbestuur een relatief lage prioriteit toe aan de zeer kostbare PICU-plaatsen. Van de 91 plaatsen waren er 12,3 gesloten door een direct gebrek aan formatie. Ook het interklinisch transport doet een substantieel beroep op de formatie op een PICU. Het is bijna altijd vereist dat een specialist (kinderintensivist) meegaat op klinisch transport wanneer een kind niet op de eigen afdeling van een ziekenhuis kan worden opgenomen. Dit drukt op de formatie van PICU s. Gemiddeld wordt twee maal per dag ergens in Nederland een kinderarts geconfronteerd met een ernstig ziek kind dat acuut intensieve zorg nodig heeft. Bijna altijd wordt gevraagd om een overplaatsing naar een PICU. Het aantal acute overplaatsingen komt hiermee op circa 1000 transfers per jaar, aldus de Inspectie. Het vervoer van een ernstig ziek kind is een precaire zaak en tijdens het transport kan de toestand van het kind achteruit gaan. Op organisatorisch gebied blijken er aanzienlijke verschillen te bestaan tussen de ziekenhuizen wat betreft samenwerking en aansluiting bij (interklinische) kwaliteitsprojecten. De verschillen zijn historisch gegroeid. Soms kan de samenhang met de IC- afdelingen voor volwassenen worden vergroot, elders valt juist de aansluiting bij de kindergeneeskunde te verbeteren. Door deze verschillen varieert ook de mate van samenwerking, zowel in het medisch beleid als bij de mogelijkheid tot uitwisseling van personeel en apparatuur. De samenwerking met de neonatale intensive care units (NICU s) is in ziekenhuizen niet gelijk, terwijl goede samenwerking veel mogelijkheden tot kwaliteitsverbetering biedt. Ook de samenwerking met de kinderchirurgische IC s is niet gelijk, waardoor in sommige gevallen capaciteits- en kwaliteitswinst kan worden behaald. De gezamenlijke aanschaf van apparatuur, de inzet en uitwisselbaarheid van personeel en de aansluiting bij registratie en automatisering zijn hiervan voorbeelden. Vrijwel in alle PICU s is een inhaalslag op het gebied van de automatisering ter ondersteuning van de kliniek wenselijk. De noodzakelijke levering van vergelijkbare gegevens voor onderzoek en kwaliteitsverbetering krijgt hiermee een impuls. Advies van de Inspectie voor de Gezondheidszorg De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft op basis van haar onderzoek acht aanbevelingen geformuleerd. Kort samengevat adviseert de Inspectie: (1) De intensive care voor kinderen onderbrengen in de WBMV (centrale sturing, stimulering onderzoek en samenwerking tussen de aangewezen centra). (2) Het direct ophogen van de beschikbare capaciteit met ten minste 23 plaatsen die nodig zijn om aan de patiëntaanvraag te voldoen. 4 De formatie van de PICU s moet worden uitgebreid op basis van de normen die de Gezondheidsraad heeft opgesteld voor de NICU s. 4 In het onderzoeksjaar van de Inspectie (2001) heeft een behoeftemeting een tekort van 23 plaatsen uitgewezen (tot 102 bedden). In de bouw is een capaciteit tot 107 geraamd en daarom wordt in deze beleidsvisie uitgegaan van 28 bedden die gerealiseerd moeten worden (zodat een zekere mate van overcapaciteit de beschikbaarheid van spoedeisende zorg garandeert).

5 4 (3) Het nemen van een aantal organisatorische maatregelen om de capaciteitsproblemen (ook op korte termijn) aan te pakken, waaronder het planningsbeleid van PICU s voor niet acute opnamen, voor niet patiëntgebonden activiteiten en voor het openstellen van bedden rekening houdend met seizoensgebonden piekperioden en maatregelen om de sluiting van PICU- plaatsen als gevolg van een epidemische verheffing te voorkomen door preventie van pathogene of resistente micro-organismen. (4) Omdat de zorg voor het ernstig zieke kind een continuüm moet zijn vanaf het moment dat de behoefte aan intensive care is vastgesteld tot het moment dat de behandeling is afgerond moet de zorg per regio worden georganiseerd. (5) Het interklinisch transport moet naar voorbeeld van de NICU s worden opgezet. Regionalisatie, een overzicht van de bedbezetting per regio, een aanpassing van de formatie zodat begeleiding op transport gewaarborgd is en landelijke en regionale afspraken zijn hiervan onderdeel. (6) Er dient een betrouwbare landelijke registratie van direct beschikbare PICU- plaatsen te worden opgezet en onderhouden. Aansluiting bij het bestaande systeem van de NICU is gewenst. (7) Een landelijke registratie en evaluatie van de werkwijze en uitkomsten van de PICUbehandeling is nodig. De implementatie en verdere ontwikkeling van de landelijke registratie (PICE) is noodzakelijk om onderzoek en kwaliteitsverbetering te bevorderen. Ook follow up onderzoek van de PICU behandeling is aangewezen. De formatie en capaciteit dienen zodanig te zijn dat ook aan onderzoek en kwaliteitsontwikkeling voldoende aandacht kan worden gegeven. (8) In het kader van de kwaliteit van zorg moeten de afspraken over het handelen bij einde-van-leven vragen op schrift aanwezig en toetsbaar worden gemaakt. Het beleid ten aanzien van orgaandonatie dient te worden geoptimaliseerd. De aanbevelingen van de Inspectie heb ik in mijn beleid in verband gebracht met de aanbevelingen van de Gezondheidsraad inzake de NICU s (Intensive care rond de geboorte; Gezondheidsraad, 2000). De beleidsvisie Met mijn beleid wil ik de direct beschikbare capaciteit vergroten, de continuïteit en beschikbaarheid van zorg garanderen, en onderzoek en kwaliteitsontwikkeling stimuleren. Het meest nijpende knelpunt in de zorg voor ernstig zieke kinderen is het tekort aan beschikbare bedden, als gevolg van een tekort aan personeel. De realisatie van beschikbare bedden in lijn met de huidige planning (91 plaatsen) moet daarom zo spoedig mogelijk plaatsvinden. Daarnaast streef ik naar uitbreiding conform de bouwkundig aanwezige plaatsen (107), zodat in de feitelijke behoefte aan intensive care voor kinderen wordt voorzien. 5 Door uit te gaan van het optimaal mogelijke aantal plaatsen wil ik een zekere mate van overcapaciteit aanhouden die past bij het spoedeisende karakter van de intensive care. De direct beschikbare capaciteit wordt verhoogd door een gerichte bekostiging, waardoor de opleiding en formatie op peil kunnen worden gebracht. Ook wordt een concentratie van de instroom van gespecialiseerde verpleegkundigen voorgestaan, omdat spreiding buiten het huidige aanbod van 91 plaatsen (bijvoorbeeld door de opzet van nieuwe PICU s in algemene ziekenhuizen) een vertraging betekent in de ingebruikname van de direct beschikbare capaciteit. De directe toegankelijkheid en beschikbaarheid van IC zorg voor kinderen in Nederland moet op de meest kort mogelijke termijn veilig worden gesteld. 5 In lijn met het Inspectierapport is de directe uitbreiding gericht op het beschikbaar maken van de reeds fysiek aanwezige bedden (van 79 tot 91) en de verdere uitbreiding op het inrichten van 16 IC- bedden die bouwkundig mogelijk zijn (tot 107).

6 5 Gezien het feit dat de intensive care voor kinderen een relatief jonge zorgtak is, die sterk in ontwikkeling is en die een specifieke, bovenregionale functie betreft, ben ik voornemens de behandeling en de kennisopbouw in daartoe gespecialiseerde centra te stimuleren. Vooralsnog worden de acht academische centra op basis van voldoende schaalgrootte en (opleidings)capaciteit in de gelegenheid gesteld een aangewezen centrum te worden, zodat de continuïteit en beschikbaarheid van intensive care gewaarborgd is. Het Inspectieonderzoek heeft uitgewezen dat de kwaliteitseisen voor de pediatrische intensive care zodanig zijn dat een bepaalde schaalgrootte gewenst is en dat opleidingsfaciliteiten voorhanden moeten zijn. In overeenstemming met het huidige beleid van zelfregulering nemen de betrokken veldpartijen, de Vereniging Academische Ziekenhuizen (VAZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN), het initiatief bij het indienen van een verzoek bij het College Tarieven Gezondheidszorg om een bekostigingsparameter voor de PICU s op te stellen. Vooralsnog ga ik uit van de formatie (verpleegkundig en medisch specialistisch) die de Gezondheidsraad heeft berekend voor de NICU s (op 28 plaatsen 120 verpleegkundigen en 15 medisch specialisten). Nadere gegevens zijn gewenst om een actuele behoefteraming te kunnen maken waarin ook het ziekteverzuim, het zwangerschapsverlof, de uitstroom en de tijd die is gemoeid met vacaturevervulling zijn opgenomen. Deze gegevens moeten worden onderzocht in samenhang met de minimaal noodzakelijke schaalgrootte om een PICU continu open te stellen. Ik zie dit als onderdeel van de geconcentreerde kennisopbouw die door artikel 8 van de WBMV wordt beoogd. De academische ziekenhuizen zijn mede hierom aangewezen als de centra waar kennisopbouw en kennisuitwisseling plaats moet vinden, totdat transmissie van de benodigde kennis naar andere centra kan plaatsvinden. De organisatorische voorwaarden voor de doorstroming van patiënten, zoals het samenwerken met high care of step down voorzieningen, en de maatregelen ter preventie van pathogene of micro-organismen (om sluiting te voorkomen) zijn onderdeel van de beoogde kennisontwikkeling. De organisatie en opzet van de nazorg vallen onder verantwoordelijkheid van de PICU, de uitvoering van de nazorg ligt bij de algemene ziekenhuizen. Samenwerking en verantwoordelijkheidsverdeling (ook bij verwijzing en transport) bevorderen de continuïteit en beschikbaarheid van intensive care voor kinderen. Voor patiënten die niet direct op een intensive care afdeling terechtkunnen wil ik de mogelijkheid behouden om in algemene ziekenhuizen zorg te verlenen op het hoogst mogelijke niveau in samenwerking met een aangewezen centrum, totdat plaats beschikbaar is. Hierbij denk ik zowel aan de intensive care afdelingen voor volwassenen als aan de kinderafdelingen waar kinderen intensieve zorg krijgen in afwachting van een plaats op een PICU, zogenoemde overbruggingszorg. Daarom heb ik besloten om met gebruikmaking van artikel 8 van de Wet op de bijzondere medische verrichtingen de academische centra (die zich hebben toegelegd op de intensive care voor kinderen) voor die functie te faciliteren. Met deze regeling worden de behandeling en het transport van ernstig zieke kinderen onder verantwoordelijkheid van de gespecialiseerde centra uitgevoerd, na de eerste opvang onder verantwoordelijkheid van het eerst opnemende en verwijzende centrum. De regionale samenwerking wordt verbeterd met de invoering van een uniforme regio-indeling (naar voorbeeld van de NICU s). In iedere regio is het aangewezen centrum verantwoordelijk voor de eerste opvang, de overdracht en het transport van kinderen die voor intensive care worden aangeboden in de regionale ziekenhuizen en voor de zorg die na ontslag uit de PICU nog noodzakelijk is. In lijn met de uitvoeringstoets Onderzoek intensive care van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen ligt het in de rede om aan te sluiten bij de geografische verzorgingsgebieden van de academische ziekenhuizen, waarbij ook de samenwerkingsvormen met high care voorzieningen voor kinderen (zoals in Tilburg en Den Haag) in acht wordt genomen. Verzekeraars dienen op de hoogte te worden gesteld van de regioindeling ten behoeve van het maken van afspraken.

7 6 Het ontwerpen van een landelijk plan van aanpak voor de uitvoering van het PICU- transport zie ik als een verantwoordelijkheid van de academische centra, naar analogie van het NICUvervoer. Het interklinisch transport van ernstig zieke kinderen moet zodanig zijn georganiseerd dat dit transport te allen tijde met adequate middelen kan geschieden onder begeleiding van een bekwaam team. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij het aangewezen centrum in de regio, ook wanneer in deze regio geen plaats is. Dit heeft gevolgen voor de personele formatie van een PICU. Voor de beschikbaarheid en het onderhoud van de benodigde materiële voorzieningen zijn afspraken vereist tussen CPA en een aangewezen centrum. De behoefte aan intensive care voor kinderen toont seizoensgebonden fluctuaties. In de wintermaanden is de behoefte beduidend groter dan in andere maanden. Bij een bezettingsgraad van 94% bestaan er daarom toch problemen in piekperioden. Een overzicht van direct beschikbare capaciteit is tijdbesparend en hoogst noodzakelijk. Een betrouwbare landelijke registratie van (direct) beschikbare PICU- plaatsen door de academische centra is derhalve vereist. Aansluiting bij het bestaande systeem van de NICU biedt op korte termijn oplossing. De voorwaarden die in deze beleidsvisie staan verwoord ten aanzien van de PICU moeten als onderdeel van het kwaliteitsbeleid en de samenwerking tussen ziekenhuizen worden uitgewerkt. Om in aanmerking te komen voor een aanwijzing op basis van artikel 8 WBMV zijn deze zaken aanwezig of zichtbaar vergaand in ontwikkeling. De aangewezen centra nemen het voortouw in kennisontwikkeling en -verspreiding. Evaluatie en registratie kunnen binnen de aangewezen centra structureel en eenduidig plaatsvinden. Er kunnen vaste afspraken komen om alle patiënten op een uitwisselbare wijze gestructureerd na te bespreken. De dagelijkse intensieve zorg en behandeling bij een krappe bezetting aan formatie blijken nu een zodanig centrale plaats in te nemen dat aan onderzoek en kwaliteitsontwikkelingen niet voldoende wordt toegekomen. Met de inwerkingtreding van artikel 8 voor de aangewezen centra worden onderzoek en kwaliteitsontwikkelingen gestimuleerd. Met het voorbeschrevene wordt voldaan aan de belangrijkste criteria voor een besluit om medische verrichtingen onder werking van artikel 8 van de WBMV te brengen: - pediatrische intensive care betreft een zorgaspect van een hooggespecialiseerd karakter met aanzienlijke meerkosten ten opzichte van reguliere zorg als zodanig; - zonder bevordering van concentratie in aangewezen centra is verschraling een risico dat reeds aanwezig is, zo blijkt uit het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg; - daarbij is er sprake van een specifiek bestaand aanbod van academische pediatrische intensive care dat kan voorzien in het (boven)regionale en landelijke aanbod. - Artikel 8 voorziet in de noodzakelijke kennisopbouw die vereist is om de organisatie en inrichting van het aanbod eenduidig in beeld te krijgen en voor transmissie geschikt te maken op basis van samenhangend onderzoek tussen de aangewezen centra. Het onderzoeken van de minimum vereiste omvang van een PICU is hiervan onderdeel. Criteria voor het aanwijzen van artikel 8 behandelcentra voor pediatrische intensive care Voor het verwerven van een aanwijzing als PICU- behandelcentrum dient de aanvragende instelling te voldoen aan een aantal criteria voor een aanwijzing. Dit betekent dat een instelling voor het verkrijgen van een aanwijzing als PICU moet voldoen aan de volgende voorwaarden: In het centrum moeten aan formatie de medisch specialistische en verpleegkundige zorg aanwezig zijn die de Gezondheidsraad heeft opgesteld voor de NICU s (120 verpleegkundigen op 28 plaatsen en 15 plaatsen medisch specialist). Daarnaast zijn de schaalgrootte en opleidingscapaciteit voldoende om sluiting te voorkomen. De

8 7 normen van de Gezondheidsraad inzake de NICU worden vooralsnog als streefnormen gehanteerd, waarvan beargumenteerd kan worden afgeweken, zoals onder verwijzing naar de norm van de sectie Intensive Care Kinderen van de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde die in sommige lokale situaties wordt aangehouden. 6 De omvang van de PICU s varieert van 6 tot 13,5 plaatsen, waarbij een flexibele inzet van bedden in acht wordt genomen. De onderbouwing van de minimale omvang van een PICU moet nader worden onderzocht. Vooralsnog is een schaalgrootte rond acht bedden gewenst om de continuïteit van zorg te garanderen. Op basis van onderzoek en in onderlinge afstemming tussen de aangewezen centra zullen de normen voor de PICU ontwikkeld worden. Voortschrijdend inzicht en onderlinge vergelijking tussen de aangewezen centra moeten binnen vier jaar leiden tot formatienormen en gewenste schaalgrootte voor PICU s. Op organisatorisch gebied moet een planningsbeleid aanwezig zijn, waarin opgenomen (1) de richtlijn voor opname-indicaties/ instroomcriteria, (2) en het beleid voor niet acute opnamen. (3) Het planningsbeleid houdt rekening met de seizoensgebondenheid van de acute opnames. Op organisatorisch gebied zijn (4) ook maatregelen voor doorstroming van patiënten aanwezig. De samenwerking met high care of step down voorzieningen is hiervan onderdeel. Deze maatregelen zijn op schrift gesteld en onderdeel van een kwaliteitssysteem (periodieke en systematische controle en bijstelling). Iedere PICU ontwikkelt aantoonbaar communicatiebeleid met ouders/ wettelijk vertegenwoordigers van kinderen die op een PICU verblijven. Binnen vier jaar moeten eenduidige landelijke in- en uitstroomcriteria zijn opgesteld door de aangewezen centra. Om de sluiting van PICU- plaatsen als gevolg van epidemische verheffing te voorkomen, zijn maatregelen voorhanden ter preventie van overdracht van pathogene of resistente micro-organismen. Deze maatregelen zijn op schrift gesteld en zijn onderdeel van een kwaliteitssysteem (periodieke en systematische controle en bijstelling). De samenwerking tussen de PICU s inzake de capaciteit, bereikbaarheid en transport (regio-indeling, aansluiting bij CPA- registratiesysteem en digitale informatie over direct beschikbare plaatsen) is geregeld. De samenwerkingsovereenkomsten zijn aanwezig. Het PICU-transport wordt naar analogie van het NICU/PICU/MICU-project uitgevoerd. Hierbij wordt samenwerking en afstemming gezocht door gebruik te maken van kennis, kunde en ervaring die er op de verschillende terreinen bestaat. Iedere PICU is primair verantwoordelijk voor de intensive care voor kinderen in de regio en heeft een plaats in landelijke regio-indeling die door de centra wordt opgesteld. Er zijn afspraken over de verantwoordelijkheid voor de eerste opvang, de overdracht en het transport van kinderen die voor IC worden aangeboden in de regionale ziekenhuizen, voor de zorg die na ontslag uit de PICU noodzakelijk is, en de overdracht van kennis in de regio. Iedere PICU is aangesloten bij een landelijke registratie en evaluatie van de PICUbehandeling teneinde een continue bewaking van de effectiviteit en doelmatigheid van deze bijzondere zorgvorm mogelijk te maken. Hier wordt de aansluiting bedoeld bij de ontwikkeling en implementatie van PICE (landelijke PICU database). Ik ben bereid de ontwikkeling ervan te financieren, na afloop dient de financiering uit het instellingsbudget plaats te vinden. 7 Geconcentreerde kennisopbouw en kwaliteitsverbetering zijn voorts zichtbaar onderdeel van het kwaliteitsbeleid dat wordt gevoerd. 6 Zie de richtlijnen van de sectie Intensive Care Kinderen van G.D. Vos, waarin wordt vastgehouden aan de norm van 0.54 fte medisch specialist met een minimum van 8 fte per centrum, exclusief ziekteverzuim en zwangerschap. 7 De financiering vindt plaats op basis van een tijdelijke subsidieverstrekking die een gezamenlijke, gelijktijdige en eenduidige ontwikkeling en implementatie van PICE mogelijk maakt.

9 8 Ieder jaar wordt een voortgangsverslag per centrum verzonden aan de Minister van VWS. In dit verslag wordt informatie gegeven over de voortgang in de beschikbare capaciteit, de regio-indeling, het interklinisch transport, de samenwerking met andere PICU s, de samenwerking met algemene ziekenhuizen en de kwaliteitsontwikkelingen bij de registratie en evaluatie van de behandeling. Ook het voortschrijdend inzicht over de minimaal noodzakelijke schaalgrootte en de personele behoefte is hiervan onderdeel (met inbegrip van opleiding en instroom). Op basis van deze informatie kan de gewenste voortzetting van de werking van artikel 8 van de WBMV voor de PICU s worden gevolgd. Ook is een tijdige beleidswijziging gewaarborgd, wanneer de informatie daartoe aanleiding geeft. Bekostiging Voor de ingebruikname van de 91 aanwezige bedden ligt de eerste prioriteit in het opleiden van personeel. In het kader van het Schaarste offensief heb ik hiervoor middelen beschikbaar gesteld om gespecialiseerde verpleegkundigen op te leiden. Om van de huidige 91 8 naar de bouwkundig aanwezige 107 plaatsen te komen is een beleidsregel opgesteld in 2002 door het College Tarieven Gezondheidszorg en door mij goedgekeurd. Deze beleidsregel geldt voorlopig voor de acht academische ziekenhuizen. Hiermee is de bekostiging van de benodigde plaatsen op korte termijn gewaarborgd, zodat direct gewerkt kan worden aan het bewerkstelligen en waarborgen van een voldoende aanbod van intensive care plaatsen voor kinderen in Nederland. Na definitieve vaststelling van deze Beleidsvisie biedt het CTG mij een nieuwe beleidsregel aan, die geldt voor instellingen die zijn aangewezen als PICU conform de Beleidsvisie PICU ex artikel 8 WBMV. Voorts is voor het jaar 2001 de academische component opgehoogd, mede ter bekostiging van de stap van 91 naar 107 PICUbedden. De bekostiging van de Pediatrische Intensive Care Evaluatie (PICE) wordt in de ontwikkeling en implementatie ondersteund door een tijdelijke subsidie van het Ministerie van VWS (vijf jaar). De toekomstige bekostiging na die periode zal onderdeel zijn van de beleidsregel PICU. De bekostiging van het transport van ernstig zieke kinderen is deels in de bestaande beleidsregel opgenomen, in die zin dat in de huidige beleidsregel voor de pediatrische intensive care de personeelsnormen gebaseerd zijn op die van de neonatale intensive care. In deze normen zijn de formatieve eenheden voor begeleiding tijdens transport verwerkt. Daarnaast loopt er een onderzoek geïnitieerd door de landelijke stuurgroep IC die zich onder meer bezighoudt met knelpunten in het transport van patiënten. Dit onderzoek bevindt zich ten tijde van het opstellen van deze Beleidsvisie in een inventariserend stadium en daarom zijn in deze Beleidsvisie geen verdere voorstellen rond de regeling van het transport opgenomen. Reacties van de ziekenhuizen met een pediatrische intensive care unit De academische ziekenhuizen hebben instemmend gereageerd. Naast de academische ziekenhuizen bestaan er twee kleine units in Tilburg en Den Haag waar intensive care voor kinderen wordt geboden, die volgens de Inspectie de minder gecompliceerde patiënten betreft. Het Inspectierapport kwalificeert deze kleine afdelingen als high care. In de toekomst kunnen deze voorzieningen uitgroeien tot PICU. Vooralsnog bieden de beperkte schaalgroottes van deze afdelingen niet voldoende waarborg voor continuïteit van het zorgaanbod in 8 De 91 plaatsen zijn in de ziekenhuisbudgetten opgenomen op basis van het lokale overleg tussen ziekenhuizen en verzekeraars. De uitbreiding van 91 budgettaire naar de 107 bouwkundig aanwezige plaatsen wordt hier bedoeld. De zorgverzekeraars en academische ziekenhuizen kunnen deze uitbreiding afhankelijk van beschikbaar personeel realiseren zonder tussenkomst van VWS, de bouwkundige plaatsen zijn immers al toegestaan.

10 9 samenhang met de benodigde ruimte voor geconcentreerde kennisopbouw die wordt beoogd op basis van artikel 8 van de WBMV. Het Juliana Kinderziekenhuis stelt in haar reactie op de concept Beleidsvisie PICU voor om een aparte prestatiegerichte financiering voor high care voor kinderen te bewerkstelligen. Dit voorstel, in lijn met de organisatie en bekostiging van de neonatale intensive care, valt echter buiten het kader van deze beleidsvisie, die specifiek de intensive care voor kinderen betreft. De Beleidsvisie PICU beperkt zich verder tot de pediatrische IC zorg. Het St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg onderschrijft het uitgangspunt van de Beleidsvisie, met dien verstande dat de regio-indeling rond de acht academische centra in de regio Noord- Brabant problematisch is. Daarom wordt een samenwerkingsverband voorgesteld tussen het Elisabeth Ziekenhuis en de afdeling PICU van het academische ziekenhuis in Nijmegen. Het ziekenhuis neemt zich voor om zijn huidig bescheiden initiatief uit te laten groeien tot een volwaardige PICU. Dit initiatief zal in samenhang met voornoemde voorstel tot specifieke prestatiefinanciering van de high care voor kinderen worden beoordeeld en opgepakt, buiten het directe kader van de Beleidsvisie PICU, die uitgaat van academische centra die reeds over een bepaalde schaalgrootte en organisatievorm beschikken. De Isala klinieken te Zwolle hebben ook gereageerd op de beleidsvisie. Zij staan niet genoemd in het Inspectierapport omdat dit ziekenhuis momenteel geen PICU heeft, maar wijzen op hun functie als traumacentrum. Het initiatief om naast de traumafunctie een specifieke PICU in te richten past in het kader van traumabehandeling. Deze beleidsvisie beperkt zich echter tot die PICU- afdelingen die nu reeds beschikken over een voldoende schaalgrootte om naast de continuïteit van zorg ook de geconcentreerde kennisopbouw binnen vijf jaar beschikbaar te hebben. Ten slotte wijst de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) op het belang van goede regionale spreiding en een goede inbedding in bestaande netwerken van ziekenhuizen. De NVZ noemt deze zorginhoudelijke redenen als argument om de PICU s niet alleen in academische ziekenhuizen te concentreren. In navolging van het NICU beleid, zal ook voor PICU s worden nagegaan wat de mogelijkheden zijn om in samenwerking tussen academische centra en algemene ziekenhuizen high care afdelingen voor kinderen te organiseren, die op termijn kunnen uitgroeien tot PICU. Dit vereist wel een zichtbare afstemming van zorg en vergaande samenwerking, verankerd in het kwaliteitsbeleid van de betrokken instellingen, die nog van de grond moet komen. Daarnaast wordt gewezen op het specifieke doel dat wordt beoogd met artikel 8: geconcentreerde kennisopbouw, opdat transmissie van kennis op termijn verantwoord kan plaatsvinden naar reguliere zorgcentra. De algemene ziekenhuizen worden daarom niet buiten dit beleid gesteld, in tegendeel, door samenwerking en kennisoverdracht wordt uitbreiding van deze functie beoogd, maar op termijn en nadat de directe continuïteit van deze functie voor Nederland is veilig gesteld. In dit verband wordt tevens gewezen op het huidige tekort aan gespecialiseerde verpleegkundigen, dat vraagt om concentratie bij de instroom van nieuw opgeleide mensen, zodat de instroom wordt benut om de huidige capaciteit direct in gebruik te nemen. Een bredere spreiding van de instroom over Nederlandse ziekenhuizen betekent een vertraging in de directe ingebruikname van bestaande capaciteit. Reactie van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) In haar reactie op de Beleidsvisie PICU wijst de NPCF (sectie Landelijke Vereniging Kind en Ziekenhuis) op twee belangrijke elementen die niet specifiek aan bod zijn geweest. Het eerste betreft de noodzaak in de formatie rekening te houden met pedagogisch medewerkers als aanvullende discipline naast de medisch inhoudelijke disciplines. In de directe oplossing van

11 10 het geconstateerde tekort aan zorg is deze discipline niet opgenomen, maar de opmerking van de NPCF is belangrijk en wordt daarom genoemd. Er zijn PICU s die experimenteren met de inzet van pedagogisch medewerkers, deze experimenten kunnen als onderdeel van de kennisopbouw worden opgenomen, die wordt beoogd met artikel 8. Vervolgens wijst de NPCF op kwaliteitsnormen inzake de communicatie met ouders, ouderparticipatie en facilitaire voorzieningen die het ouders mogelijk maken bij hun kind te zijn. Deze opmerking heeft ertoe geleid het communicatiebeleid met de ouders als onderdeel van de criteria op te nemen. Reactie van de beroepsgroepen De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Sectie Intensive Care Kinderen, heeft instemmend gereageerd op de Beleidsvisie PICU. Daarbij wijst de sectie op de mogelijkheid af te wijken van de formatieve normen die de Gezondheidsraad heeft opgesteld voor de NICU op grond van de eigen van de normen van de beroepsgroep. In de criteria wordt nu ook verwezen naar deze norm. Ook wijst de sectie op het belang van adequate training en oefening van personeel in algemene ziekenhuizen voor de eerste opvang van ernstig zieke kinderen. Zij wijst in dit verband op de zogenoemde APLS training, die kinderartsen kunnen volgen. Vooralsnog valt dit aspect buiten het kader van de beleidsvisie. Het verdient aanbeveling deze training als verplicht onderdeel van de nascholing op te nemen, zodat certificering en herregistratie in het kader van de Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg zorgdragen voor kwaliteitsborging. Op deze wijze kan scholing een onderdeel worden van kwaliteit van zorg. Procedure Op grond van artikel 8, tweede lid, van de WBMV kan een instelling mij verzoeken haar aan te wijzen voor de uitvoering van pediatrische intensive care. Het gaat om een aanwijzing als academische pediatrische intensive care unit zoals in deze beleidsvisie bedoeld. In verband hiermee zal ik de bestaande 8 PICU s in de gelegenheid stellen een verzoek tot aanwijzing in te dienen. De criteria die zijn genoemd in deze Beleidsvisie vormen het beoordelingskader, naast een advies van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Zorgverzekeraars Nederland heeft in haar reactie op de Beleidsvisie PICU onder meer uitgesproken er groot belang aan te hechten om daadwerkelijk binnen vier jaar te beschikken over landelijke normen ten aanzien van de formatie, minimale schaalgrootte en in- en uitstroomcriteria (zie de criteria voor het aanwijzen van artikel 8 behandelcentra). 9 Vier jaar na inwerkingtreding van deze beleidsvisie zal een evaluatie in het vijfde jaar plaatsvinden op grond waarvan de resultaten van dit beleid in kaart worden gebracht en de voortzetting van dit artikel zal worden overwogen. 9 Ook het College bouw ziekenhuisvoorzieningen en het College Tarieven Gezondheidszorg hebben geadviseerd en gereageerd op de Beleidsvisie PICU. Dit commentaar is verwerkt. De colleges stemmen in belangrijke mate in met het beleid, en daarom is dit niet specifiek uitgewerkt.

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 14 januari 2000 Onderwerp: Beleidsvisie landelijk kennis/behandelcentrum eetstoornissen Hierbij doe ik u een mijn «beleidsvisie voor

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

Zorg voor zeer zieke kinderen sterk verbeterd. Follow-up onderzoek pediatrische intensive care

Zorg voor zeer zieke kinderen sterk verbeterd. Follow-up onderzoek pediatrische intensive care Zorg voor zeer zieke kinderen sterk verbeterd Follow-up onderzoek pediatrische intensive care Den Haag, juni 2009 Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Dit inspectierapport laat zien

Nadere informatie

Planningsbesluit bijzondere perinatologische

Planningsbesluit bijzondere perinatologische VWS Planningsbesluit bijzondere perinatologische zorg 6 juli 2001/CSZ/ZT/2192014 Welzijn en Sport; Gelet op artikel 5 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen en op artikel 1, onder b, van het Besluit

Nadere informatie

Samenvatting Beleidsplan Kwaliteit 2015-2017

Samenvatting Beleidsplan Kwaliteit 2015-2017 Samenvatting Beleidsplan Kwaliteit 2015-2017 Inleiding De Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU) heeft als doel kwaliteitsverbetering te bewerkstelligen bij iedere uroloog ten gunste van iedere patiënt.

Nadere informatie

LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN

LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN 2007 Deze notitie is tot stand gekomen vanuit een samenwerkingsverband tussen onderstaande verenigingen en secties: NVKCh SKAZ SCK

Nadere informatie

LEIDRAAD. Verantwoordelijkheid medisch specialist bij aanschaf, ingebruikname en gebruik van medische apparatuur

LEIDRAAD. Verantwoordelijkheid medisch specialist bij aanschaf, ingebruikname en gebruik van medische apparatuur LEIDRAAD Verantwoordelijkheid medisch specialist bij aanschaf, ingebruikname en gebruik van medische apparatuur 1 Januari 2014 1 INLEIDING Medisch specialisten zijn voor een goede en veilige uitoefening

Nadere informatie

Behandeld door adres Kenmerk directie Zorgmarkten Cure JKUK/mbrd/CI/08/01c

Behandeld door  adres Kenmerk directie Zorgmarkten Cure JKUK/mbrd/CI/08/01c Aan de besturen van: - Algemene ziekenhuizen (010) - Academische ziekenhuizen (020) - Ambulancediensten (240) - CPA s (810) en zorgverzekeraars Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht

Nadere informatie

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg Nieuwsflits Inhoud Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg 1. Adviesrapport bureau HHM is openbaar gemaakt Pagina 1 2. Conclusies en advies HHM voor toekomst Pagina 1 3. Kamerbrief

Nadere informatie

Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit

Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit Bijlage Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit 1 Achtergrond De casus van de heer W., beter bekend als de casus

Nadere informatie

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg. BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure -ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009)

ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009) ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009) DEFINITIES A Kind WGBO (bijlage 1): Kinderen tot 12 jaar hebben geen recht te beslissen over medische handelingen die henzelf aangaan.

Nadere informatie

Toetsingscriteria ZKN-Keurmerk

Toetsingscriteria ZKN-Keurmerk Toetsingscriteria ZKN-Keurmerk Toelichting opzet van het toetsingsmodel. Indien wordt verwezen naar het aanwezig zijn van een procedure, dan wordt deze geacht te zijn opgesteld, ingevoerd en intern getoetst.

Nadere informatie

Maatschappelijk Domein De gemeenteraad van Purmerend. ons kenmerk

Maatschappelijk Domein De gemeenteraad van Purmerend. ons kenmerk gemeentebestuur PURMEREND Maatschappelijk Domein De gemeenteraad van Purmerend uw brief van uw kenmerk ons kenmerk 1471985 datum 21 maart 2019 onderwerp Brief minister Bruins Geachte leden van de raad,

Nadere informatie

CHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND. Nederlandse Vereniging voor Intensive Care

CHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND. Nederlandse Vereniging voor Intensive Care CHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND Nederlandse Vereniging voor Intensive Care 1 Inhoudsopgave Blauwdruk Zorgbeleidsplan... 3 De IC- patiënt... 4 Hoe werken de professionals op de IC?...

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

SGE70\'DHEID ^ SEP.20B SCANPLAZA

SGE70\'DHEID ^ SEP.20B SCANPLAZA Nederlandse Zorgautoriteit Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mevrouw drs. E.L Schippers Postbus 20350 W 0 L K SGE70\'DHEID ^ SEP.20B Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 253 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten in verband met het tijdig signaleren

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16992 23 juni 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 juni 2015, kenmerk 776212-137548-MC,

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de dialyse

Nadere informatie

Voorwaarden voor vergoeding

Voorwaarden voor vergoeding Voorwaarden voor vergoeding Introductie in de procedures voor de aanvraag van een DBC. Mr. Ron de Graaff 12 maart 2008 Vergoeding medische technologie Extramuraal (Regeling Hulpmiddelen) AWBZ gefinancierde

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 16811 9 november 2009 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 oktober 2009, nr. CZ/TSZ-2963442,

Nadere informatie

Op 4 juli 2000 ontving de Gezondheidsraad van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het volgende verzoek (brief kenmerk CSZ/ZT 2081765):

Op 4 juli 2000 ontving de Gezondheidsraad van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het volgende verzoek (brief kenmerk CSZ/ZT 2081765): Bijlage A De adviesaanvraag Op 4 juli 2000 ontving de Gezondheidsraad van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het volgende verzoek (brief kenmerk CSZ/ZT 2081765): Hierbij doe ik u een ontwerp

Nadere informatie

Psychiatrie en somatiek erkennen noodzaak tot samenwerking bij psychiatrische patiënten met somatische comorbiditeit

Psychiatrie en somatiek erkennen noodzaak tot samenwerking bij psychiatrische patiënten met somatische comorbiditeit Psychiatrie en somatiek erkennen noodzaak tot samenwerking bij psychiatrische patiënten met somatische comorbiditeit De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft in 2012 tot begin 2013 een thematoezicht

Nadere informatie

Programma Intensive Care

Programma Intensive Care Programma Intensive Care Aanpak van de problemen in de Intensive Care in Nederland Stuurgroep Intensive Care Den Haag, september 2002 Colofon Stuurgroep Intensive Care Voorzitter: drs. J.H.M.A. Römgens

Nadere informatie

Overplaatsen van IC patienten tijdens de behandeling naar een andere IC. Erwin J.O. Kompanje Erasmus MC Rotterdam, Intensive Care

Overplaatsen van IC patienten tijdens de behandeling naar een andere IC. Erwin J.O. Kompanje Erasmus MC Rotterdam, Intensive Care Overplaatsen van IC patienten tijdens de behandeling naar een andere IC Erwin J.O. Kompanje Erasmus MC Rotterdam, Intensive Care Essentie van het probleem 1. Tekort aan IC bedden voor de behandeling van

Nadere informatie

NOTA ORGANISATIE VAN DE VOORTPLANTINGSGENEESKUNDE. Versie 1.0

NOTA ORGANISATIE VAN DE VOORTPLANTINGSGENEESKUNDE. Versie 1.0 NOTA ORGANISATIE VAN DE VOORTPLANTINGSGENEESKUNDE Versie 1.0 Datum Goedkeuring 15-11-2002 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inhoudsopgave Aanleiding...1 Uitgangspunten...2

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 juni 2014 Betreft Spreiding algemene ziekenhuizen

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 juni 2014 Betreft Spreiding algemene ziekenhuizen > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Q&A over het Capaciteitsorgaan en Fonds Ziekenhuisopleidingen

Q&A over het Capaciteitsorgaan en Fonds Ziekenhuisopleidingen Q&A over het Capaciteitsorgaan en Fonds Ziekenhuisopleidingen (FZO) Wat is het Capaciteitsorgaan? Het Capaciteitsorgaan is in 1999 opgericht door universitaire medische centra, algemene ziekenhuizen, beroepsbeoefenaren

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel BBVnr: 2016/324154

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel BBVnr: 2016/324154 Haarlem Raadsstuk Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel 2017-2020 BBVnr: 2016/324154 1. Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is de taak beschermd wonen door het Rijk gedecentraliseerd naar de (centrum)gemeenten.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 25424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 599 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

KINDERGENEESKUNDE IN HET FRANCISCUS GASTHUIS

KINDERGENEESKUNDE IN HET FRANCISCUS GASTHUIS KINDERGENEESKUNDE IN HET FRANCISCUS GASTHUIS FRANCISCUS GASTHUIS Kindergeneeskunde in het Franciscus Gasthuis Het Franciscus Gasthuis heeft deze folder over de gang van zaken op de polikliniek en kliniek

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 23 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 23 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Verbeteren logistiek rondom acute problematiek moeder & kind zorg

Verbeteren logistiek rondom acute problematiek moeder & kind zorg Verbeteren logistiek rondom acute problematiek moeder & kind zorg Lillian van Zanten Adviseur/Onderzoeker divisie III 6 oktober 2008 1 Persoonlijke achtergrond september 1995 augustus 2001 Atheneum, Han

Nadere informatie

Position paper ziekenhuis Lelystad 8 februari 2019

Position paper ziekenhuis Lelystad 8 februari 2019 Position paper ziekenhuis Lelystad 8 februari 2019 Het wegvallen van een volwaardig ziekenhuis in Lelystad: wat is de situatie nu? Het plotseling wegvallen van een volwaardig ziekenhuis in Lelystad geeft

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) BOB 14/001 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) Aan de raad, Voorgeschiedenis / aanleiding Per 1 januari 2015 worden de volgende taken vanuit het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd:

Nadere informatie

Visie document Zelfstandige behandelcentra zijn de logische speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen

Visie document Zelfstandige behandelcentra zijn de logische speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen Visie document Zelfstandige behandelcentra zijn de logische speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen Leidschendam februari 2011 Zelfstandige behandelcentra als speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Beoogd effect Een adequate, professionele en efficiënte organisatie voor de gemeentelijke informatie- en communicatietechnologie.

Beoogd effect Een adequate, professionele en efficiënte organisatie voor de gemeentelijke informatie- en communicatietechnologie. Portefeuillehouder Datum raadsvergadering A.J. Gerritsen 26 januari 2012 Datum voorstel 13 december 2011 Agendapunt Onderwerp Samenwerking op het vlak van automatisering De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Nadere informatie

Samenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn

Samenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn Definitief Rapport Samenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn Bezoek aan Ziekenhuis Tjongerschans

Nadere informatie

Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot verslavingsarts KNMG

Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot verslavingsarts KNMG Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot verslavingsarts KNMG Versie 5, 6 juni 2017 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Voorwaarden per betrokken partij

Nadere informatie

Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008

Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 0018 00 EA Den Haag Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 008 Hierbij

Nadere informatie

Samen werken aan betere geboortezorg voor moeder en kind!

Samen werken aan betere geboortezorg voor moeder en kind! Samen werken aan betere geboortezorg voor moeder en kind! Samen verder, samen beter! Iedere vrouw heeft recht op professionele geboortezorg die haar en haar gezin in het proces van kinderwens, zwangerschap,

Nadere informatie

Wet toelating zorginstellingen

Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Tweede, herziene druk Mr. dr. J.J.M Linders Gezondheidswetgeving in de praktijk Redactie: Mr. R.N. van Donk Mr. dr. H.E.G.M. Hermans Mr. dr.

Nadere informatie

BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING

BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING Toelichting bij het gebruik van het beoordelingskader: Het beoordelingskader is een werkdocument voor opleidingscommissies om zo op

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor: Inleiding Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk behandeld. In het verleden is verschillende malen geconstateerd dat de onderlinge verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Datum 24 mei 2019 Betreft Aanbieding onderzoek Regionale balans in vraag en aanbod naar medisch specialisten

Datum 24 mei 2019 Betreft Aanbieding onderzoek Regionale balans in vraag en aanbod naar medisch specialisten > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

In de Gemeente Marum

In de Gemeente Marum In de Gemeente Marum Gezamenlijk Plan van aanpak ondersteuning mantelzorg en vrijwillige thuishulp van de gemeenten Marum, Grootegast en Leek 27 april 2006 Projectbureau WWZ Mw. H.J. Vrijhof J.J. de Jong

Nadere informatie

CHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND

CHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND CHECKLIST ZORGBELEIDSPLAN IC-AFDELINGEN IN NEDERLAND Nederlandse Vereniging voor Intensive Care 1 Inhoudsopgave Blauwdruk Zorgbeleidsplan... 3 De IC-patiënt... 4 Hoe werken de professionals op de IC?...

Nadere informatie

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012. BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

NOTA ORGANISATIE 2E EN 3E LIJNS VERLOSKUNDIGE ZORG. Versie 1.0

NOTA ORGANISATIE 2E EN 3E LIJNS VERLOSKUNDIGE ZORG. Versie 1.0 NOTA ORGANISATIE 2E EN 3E LIJNS VERLOSKUNDIGE ZORG Versie 1.0 Datum Goedkeuring 22-03-2006 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording NVOG Algemeen Deze nota is opgesteld door vertegenwoordigers

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Vermindering bijvoeding bij neonaten SAMENVATTING

Vermindering bijvoeding bij neonaten SAMENVATTING Vermindering bijvoeding bij neonaten SAMENVATTING 1) Dit project zorgt ervoor dat minder neonaten onterecht post partum bijvoeding krijgen. Hiermee gaan meer neonaten met volledig borstvoeding naar huis

Nadere informatie

Toelichting Kom Verder aanvraag Voor implementatie van ondersteunde zelfzorg

Toelichting Kom Verder aanvraag Voor implementatie van ondersteunde zelfzorg Toelichting Kom Verder aanvraag Voor implementatie van ondersteunde zelfzorg Sinds 2016 kunnen eerstelijns samenwerkingsverbanden via een Scan & Plan traject een aanpak ontwikkelen om hun volgende stap

Nadere informatie

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007. BELEIDSREGEL Beleidsregel investeringen 2007 academische ziekenhuizen 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) en

Nadere informatie

VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC)

VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC) VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC) A Inleiding Artikel 1 Onder visitatie van IC-afdelingen verstaat de Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care

Nadere informatie

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, - 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2012, nr. JOZ/378065, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging ten behoeve van het stimuleren

Nadere informatie

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2014 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2014 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2014 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten 1. Inleiding Algemeen Voor 2014 zijn voor de opleiding tot Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG), die is ondergebracht

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Zaaknummer: OWZDB28. nazorg ex-gedetineerden

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Zaaknummer: OWZDB28. nazorg ex-gedetineerden Zaaknummer: OWZDB28 Onderwerp nazorg ex-gedetineerden Collegevoorstel Inleiding In juni 2011 heeft u besloten voor een aantal taken aan te sluiten bij het Bureau Nazorg s-hertogenbosch voor de nazorg van

Nadere informatie

Deel II. De PM-posten

Deel II. De PM-posten Deel II De PM-posten Stap 1: reikwijdte PM-posten In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de PM-posten die leiden tot additionele ruimtebehoefte bovenop het gebruikelijke functiepakket van

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

BELEIDSREGEL AL/BR-0021 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2038

BELEIDSREGEL BR/CU-2038 BELEIDSREGEL Concept Beleidsregel Beschikbaarheidbijdrage 2012 De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft het voornemen om een beleidsregel vast te stellen die inhoudelijk overeenkomt met hetgeen in dit

Nadere informatie

Facilitair accountmanager

Facilitair accountmanager Facilitair accountmanager Doel Inventariseren en analyseren van de wensen en ervaringen van klanten van de dienst ten aanzien van de dienstverlening en het uitzetten van daaruit voorvloeiende activiteiten,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2877/17 Betreft zaak: Sint

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding 2

Hoofdstuk 1 Inleiding 2 Gesprekscyclus Scholengroep Rijk van Nijmegen Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 2 Hoofdstuk 2 Gesprekscyclus Opbouw De tweejarige scyclus van SGRvN - Het voortgangs - Het beoordelings 4 4 4 5 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Fellowonderwijs: Transporten

Fellowonderwijs: Transporten Fellowonderwijs: Transporten 06-11-2014 Jeroen Verwiel, internist-intensivist Afdeling Intensive Care Transport van IC-patiënten Vraagt om speciale expertise van arts/verpleegk. Vraagt om speciale aparatuur

Nadere informatie

Raadscommissievoorstel

Raadscommissievoorstel Raadscommissievoorstel Status: Voorbereidend besluitvormend Agendapunt: 4 Onderwerp: Transformatie jeugdzorg Regionaal projectplan Datum: 10 december 2012 Portefeuillehouder: Jhr. M.R.H.M. von Martels

Nadere informatie

Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval

Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval Lunteren, 22 april 09 Presentatieronde 1: Flex College het Nijmeegse model in de strijd tegen voortijdig schoolverlaten. Presentator Jeroen Rood, directeur

Nadere informatie

Inspectierapport Gastouderbureau Gemoede(r)lijk (GOB) den Dam 43B 7084 BL Breedenbroek

Inspectierapport Gastouderbureau Gemoede(r)lijk (GOB) den Dam 43B 7084 BL Breedenbroek Inspectierapport Gastouderbureau Gemoede(r)lijk (GOB) den Dam 43B 7084 BL Breedenbroek Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente: Oude IJsselstreek Datum inspectie: 15-12-2016

Nadere informatie

Voorschriften Radboudumc 5.13 versie 5 Definitief / okt Opname- en ontslagcriteria voor volwassenen op IC/MCafd.

Voorschriften Radboudumc 5.13 versie 5 Definitief / okt Opname- en ontslagcriteria voor volwassenen op IC/MCafd. Documentgebied: Document: Status: Titel: Voorschriften Radboudumc 5.13 versie 5 Definitief / okt 2016 Autorisator: Beheerder Auteur: Beheerder Opname- en ontslagcriteria voor volwassenen op IC/MCafd. En

Nadere informatie

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake Lokaal en regionaal beleidskader voor jeugdzorg. Samenvatting Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Inleiding Op 1 januari 2015

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 8 oktober 2015 Betreft Bekostiging intensieve kindzorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 8 oktober 2015 Betreft Bekostiging intensieve kindzorg > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Dit wil overigens niet zeggen dat dit project volledig en definitief van tafel is. Met de ICF¹ in gedachten kan het nu eenmaal niet anders dat er een

Dit wil overigens niet zeggen dat dit project volledig en definitief van tafel is. Met de ICF¹ in gedachten kan het nu eenmaal niet anders dat er een Waarom CLIQ Mail Ron Legerstee Ik ga er vooralsnog vanuit dat de behoefte aan een classificatie van hulpmiddelen bestaat. Of CLIQ daarop hét antwoord is en zal blijven weet ik niet. Wel denk ik dat enige

Nadere informatie

Samenvatting rapport 'De brede betekenis van acute zorg' 5 augustus 2013 Pagina 1/4

Samenvatting rapport 'De brede betekenis van acute zorg' 5 augustus 2013 Pagina 1/4 Samenvatting rapport 'De brede betekenis van acute zorg' NVZ 5 augustus 2013 Bram den Engelsen Hein Abeln Maret van der Wees Meer nuance en inzicht rond concentratie en spreiding van acute zorg Over concentratie

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST INZAKE HET HEMOFILIEBEHANDELCENTRUM

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST INZAKE HET HEMOFILIEBEHANDELCENTRUM SAMENWERKINGSOVEREENKOMST INZAKE HET HEMOFILIEBEHANDELCENTRUM De Raad van Bestuur van het UMC St Radboud, gevestigd te Nijmegen, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door Drs. E.A.R.J. Lohman, voorzitter

Nadere informatie

Samenwerking op terrein van IC-zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost- Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn

Samenwerking op terrein van IC-zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost- Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn Vastgesteld Rapport Samenwerking op terrein van IC-zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost- Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn Bezoek aan Antonius Zorggroep te

Nadere informatie

Beleidsbrief Integrale geboortezorg 28 oktober 2015

Beleidsbrief Integrale geboortezorg 28 oktober 2015 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mevrouw drs. E.I. Schippers postbus 20350 2500 EJ S-GRAVENHAGE Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296

Nadere informatie

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen De opleiding tot intensivecareverpleegkundige In dit deskundigheidsgebied wordt de specifieke intensive care zorg van de intensivecareverpleegkundige, de intensivecare-kinderverpleegkundige en de intensivecareneonatologieverpleegkundige

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige

Nadere informatie

Visie Preall Auteur: Kerngroep/MR januari 2016 Definitief 1.0

Visie Preall Auteur: Kerngroep/MR januari 2016 Definitief 1.0 Visie op integrale geboortezorg in Almere Aanleiding Met het verschijnen van het Stuurgroep rapport Een goed begin is de organisatie van de verloskundige zorg in Nederland in de aandacht komen te staan.

Nadere informatie

DOT honorariumcomponent medisch specialisten

DOT honorariumcomponent medisch specialisten DOT honorariumcomponent medisch specialisten Presentatie 1 ste klankbordgroep Datum 19-01-2011 Agenda Welkom Presentatie Proces Inhoud Consultatievragen & vervolg Mogelijkheid voor reacties op presentatie

Nadere informatie

In dit reglement staat beschreven wat de opdracht van de adviescommissie is, hoe de commissie is samengesteld en welke werkwijze ze hanteert.

In dit reglement staat beschreven wat de opdracht van de adviescommissie is, hoe de commissie is samengesteld en welke werkwijze ze hanteert. Reglement adviescommissie add-on Geneesmiddelen Versie 1.0: 20 november 2014 1. Inleiding De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ),

Nadere informatie

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en

Nadere informatie

Evaluatie locatieprofiel ziekenhuislocatie Den Helder. Continu op zoek naar de meest optimale zorg voor iedere patiënt

Evaluatie locatieprofiel ziekenhuislocatie Den Helder. Continu op zoek naar de meest optimale zorg voor iedere patiënt Evaluatie locatieprofiel ziekenhuislocatie Den Helder Continu op zoek naar de meest optimale zorg voor iedere patiënt 1 januari 2015 implementatie locatieprofiel ziekenhuislocatie Den Helder: behouden

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

BELEIDSREGEL BR/CU-2018 BELEIDSREGEL BR/CU-2018 Weesgeneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Inspectierapport Kombinocare (KDV) Raadhuisstraat NA Hoogerheide Registratienummer

Inspectierapport Kombinocare (KDV) Raadhuisstraat NA Hoogerheide Registratienummer Inspectierapport Kombinocare (KDV) Raadhuisstraat 17 4631NA Hoogerheide Registratienummer 120768525 Toezichthouder: GGD West-Brabant In opdracht van gemeente: Woensdrecht Datum inspectie: 09-02-2017 Type

Nadere informatie

Collegevoorstel 193/2002. Registratienummer 2.51404. Fatale datum raadsbesluit 18 december 2002

Collegevoorstel 193/2002. Registratienummer 2.51404. Fatale datum raadsbesluit 18 december 2002 Collegevoorstel 193/2002 Registratienummer 2.51404 Fatale datum raadsbesluit 18 december 2002 Opgesteld door, telefoonnummer L. Deurloo, 2230 en O. van Dijk, 2452 Programma Openbare gezondheid Portefeuillehouders

Nadere informatie

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Aan de raad Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel 14 0113 Fax (0113) 377300 No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Onderwerp: Voorstel/alternatieven

Nadere informatie

Resultaten van de multidisciplinaire proefimplementatie van de conceptrichtlijn Preventie en aanpak van borstvoedingsproblemen

Resultaten van de multidisciplinaire proefimplementatie van de conceptrichtlijn Preventie en aanpak van borstvoedingsproblemen Resultaten van de multidisciplinaire proefimplementatie van de conceptrichtlijn Preventie en aanpak van borstvoedingsproblemen C.I. Lanting J.P. van Wouwe September 2011 1 1.1 Kader In 2011 zijn de teksten

Nadere informatie

Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp

Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp S T A T E N V O O R S T E L Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp Titel : Overdracht functie

Nadere informatie

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service April 2011

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service April 2011 Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service April 2011 Inleiding De missie van de RSS is Het realiseren van de best mogelijke kwaliteit van leven voor iedere CVA-patiënt binnen de regio Rotterdam, uitgaande

Nadere informatie

Consortiavorming: kader voor samenwerking EPZ - IKNL netwerken palliatieve zorg

Consortiavorming: kader voor samenwerking EPZ - IKNL netwerken palliatieve zorg MEMO Aan: Betreft: consortiavorming en samenwerking EPZ, IKNL en netwerken palliatieve zorg Van: Karin van der Rijt, voorzitter EPZ en Jeroen Hasselaar, projectleider NFU Peter Huijgens, directeur IKNL

Nadere informatie

Leden van de Stuurgroep IC t.a.v. D. Gommers, voorzitter Stuurgroep IC

Leden van de Stuurgroep IC t.a.v. D. Gommers, voorzitter Stuurgroep IC > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Leden van de Stuurgroep t.a.v. D. Gommers, voorzitter Stuurgroep Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl

Nadere informatie

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2015 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2015 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2015 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten 1. Inleiding Algemeen Voor 2015 zijn voor de opleiding tot Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG), die is ondergebracht

Nadere informatie