Kwalitatief onderzoek naar hoe jongens in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwalitatief onderzoek naar hoe jongens in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven."

Transcriptie

1 Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode Kwalitatief onderzoek naar hoe jongens in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven. Masterproef ingediend tot het behalen van de graad van Master in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek Door Lotte Verschuere ( ) Promotor: Prof. Dr. Stijn Vandevelde

2

3 Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste examenperiode Kwalitatief onderzoek naar hoe jongens in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven. Masterproef ingediend tot het behalen van de graad van Master in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek Door Lotte Verschuere ( ) Promotor: Prof. Dr. Stijn Vandevelde

4 Ondergetekende, Lotte Verschuere, geeft de toestemming tot het raadplegen van de masterproef door derden.

5 Naam: Lotte Verschuere Afstudeerrichting: Pedagogische Wetenschappen, optie Orthopedagogiek Academiejaar: Titel: Kwalitatief onderzoek naar hoe jongens in een gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven. Promotor: Prof. Dr. Vandevelde Stijn SAMENVATTING Inleiding: Deze Masterproef richt zich op jongeren die geplaatst zijn in een gemeenschapsinstelling (GI). Jongeren in een GI worden vaker geconfronteerd met complexe situaties en problemen op verschillende levensdomeinen. Er is meer onderzoek nodig naar jongeren in een gedwongen opname vanuit een strength-based perspectief. Het Good Lives Model (GLM) is een strength-based model dat is ontwikkeld in functie van de rehabilitatie van jonge delict-plegers. Het model onderscheid 11 primary human goods waar naar wordt gestreefd voor een toenemen van het eigen welzijn. Het positief vervullen van deze primary human goods draagt positief bij tot de ervaren QoL van de persoon. Deze verwijst naar het algemeen gevoel van welzijn en tevredenheid over verschillende levensdomeinen. Doel: Allereerst wordt in deze masterproef onderzocht hoe jongens die geplaatst zijn in een gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven, en in welke mate de omschrijving overeenstemt met de 11 primary goods van het Good Lives Model. Vervolgens wordt onderzocht hoe jongens in een gemeenschapsinstelling het belang inschatten van de 11 primary human goods in functie van een goede Quality of Life en hoe zij deze concreet invullen. Methode: De steekproef van dit onderzoek bestaat uit 16 jongens (14-17 jaar) die geplaatst zijn in de gemeenschapsinstelling De Zande. In deze masterproef staat het perspectief van de jongeren centraal, waardoor gekozen wordt voor kwalitatief onderzoek. De data wordt verzameld aan de hand van semi-gestructureerde interviews. Voor het analyseren van de data werd gebruik gemaakt van thematische analyse, met behulp van Nvivo11. Resultaten: Het merendeel van de thema s en stellingen die de jongens spontaan vermelden bij de omschrijving van QoL kan verbonden worden met de primary en secondary goods van het GLM. Het merendeel van de participanten vindt de primary goods van het GLM belangrijk in functie van hun QoL, met uitzondering van de primary good gemeenschap. Bij de concrete invulling van de primary goods verwijzen participanten vaak naar andere primary goods. Ook bepaalde secondary goods worden bij meerdere primary goods vermeld. De primary good

6 vriendschap scoort het hoogst, waarbij de participanten voornamelijk verwijzen naar het belang van familiale ondersteuning. Bij de primary human goods kennis, spiritualiteit, gemeenschap en creativiteit geven een aantal participanten aan dat ze nauwelijks of moeilijk kunnen antwoorden op de vraag wat ze voor de primary goods als belangrijk beschouwen in functie van een goede QoL. Conclusie: Het GLM kan een meerwaarde bieden om de QoL van de jongens in de GI De Zande in kaart te brengen en kan bijgevolg geïntegreerd worden in het werkveld, mits aanpassingen in functie van bruikbaarheid van het model bij jongeren. De jongens in de GI De Zande hechten voornamelijk veel belang aan familiale ondersteuning, die bijgevolg een belangrijke invloed kan uitoefenen op de QoL van de jongere.

7 VOORWOORD Deze masterproef was een grote uitdaging. Het was een periode waarin ik veel heb geleerd, op wetenschappelijk gebied, maar ook op persoonlijk vlak. Vele mensen hebben meegeholpen aan de totstandkoming van deze Masterproef. Daarom wil ik in dit onderdeel enkele personen expliciet bedanken die me de afgelopen periode enorm hebben geholpen en gesteund. Allereerst wil ik mijn promotor Prof. Vandevelde en Nele Van Hecke bedanken voor de mogelijkheid van het uitvoeren van dit onderzoek en het schrijven van deze scriptie. Ik kan jullie niet genoeg bedanken voor jullie advies en de vele hulp het afgelopen jaar. Jullie bezorgden telkens een uitgebreide feedback en stonden altijd klaar voor het beantwoorden van vragen. Ook een welgemeende dank je wel directieleden van De Zande, die dit onderzoek mee mogelijk maakten. Bedankt Mike Gerry voor de samenwerking. Bedankt aan alle jongeren die deelnamen aan dit onderzoek voor jullie inzit. Daarnaast wil ik mijn ouders in het bijzonder bedanken. Bedankt voor de vele kansen die jullie mij hebben gegeven en voor de steun van de afgelopen vijf jaar. Jullie zijn altijd in mij blijven geloven. Moeilijke periodes of niet, jullie stonden altijd voor mij klaar. Ook wil ik mijn zus en broer bedanken voor de steun en het vertrouwen in jullie kleine zus. Robbe, ik heb het je niet altijd gemakkelijk gemaakt de afgelopen periode. Als ik het even moeilijk had, kreeg jij het vaak te verduren. Toch bleef jij mij altijd steunen. Bij jou kon ik mijn gedachten eventjes verzetten. En als ik er eventjes tussen uit wilde, nam jij mij mee op weekend naar de zee. Ook bedankt aan jouw familie voor de steun en motivatie. Margot, Lisa, Emma en Laura, bedankt voor jullie steun. Als ik eventjes de moed verloor, waren jullie er om mij terug te motiveren. Als ik er eventjes tussen uit wilde, waren jullie er om mijn gedachten te verzetten. Ook bedankt aan alle pedwetters-vriendinnen, jullie hebben mijn studententijd gekleurd. Huilend lachen van plezier, elkaar steunen in moeilijke periodes, elkaar helpen waar het niet lukt, dat is echte vriendschap! Bedankt Loïc voor de motivatie de afgelopen periode en voor het vakkundig nalezen van mijn masterproef. Tot slot wil ik Marijke in het bijzonder bedanken voor de fijne samenwerking. Het was niet altijd even gemakkelijk, maar samen stonden we sterk!

8

9 INHOUD SAMENVATTING... VOORWOORD... INHOUD... INLEIDING... 1 HOOFDSTUK I. LITERATUURSTUDIE EN PROBLEEMSTELLING Jongeren in een gemeenschapsinstelling Gemeenschapsinstellingen in Vlaanderen Jongeren in een gedwongen opname Het Good Lives Model (GLM) Conceptuele omschrijving De primary human goods en secondary goods Het Good Lives Model als conceptuele basis voor onderzoek Het concept Quality of Life (QoL) Conceptuele omschrijving Kenmerken Onderzoek naar Quality of Life bij jongeren in een gedwongen opname De relatie tussen Quality of Life en het Good Lives Model Probleemstelling HOOFDSTUK II. METHODOLOGIE Kwalitatief onderzoek Setting en participanten Procedure Meetinstrument Kwalitatief, semigestructureerd interview Opbouw interview Data-analyse Boomstructuur data-analyse voor onderzoeksvraag Boomstructuur data-analyse voor onderzoeksvraag Kwaliteitscriteria Ethische aspecten... 22

10 HOOFDSTUK III. RESULTATEN Hoe omschrijven jongens in een gemeenschapsintelling Quality of Life en in welke mate sluit deze omschrijving aan bij de primary human goods van het Good Lives Model? Hoe omschrijven jongens in een gemeenschapsinstelling Quality of Life en wat vinden zij belangrijk om te kunnen spreken van een goed leven? In welke mate kunnen deze elementen verbonden worden aan de primary human goods en de secondary goods van het Good Lives Model? Hoe schatten jongens in een gemeenschapsinstelling het belang in van de verschillende primary human goods van het Good Lives Modelen hoe vullen ze deze concreet in? In welke mate zijn de primary human goods voor jongens in een gemeenschapsinstelling belangrijk in functie van een goede Quality of Life? Wat is voor de jongens belangrijk om voor de primary goods van een goede QoL te kunnen spreken? HOOFDSTUK IV DISCUSSIE EN CONCLUSIE Discussie Hoe omschrijven jongens in een gemeenschapsinstelling Quality of Life en in welke mate sluit deze omschrijving aan bij de primary human goods van het Good Lives Model? Hoe schatten jongens in een gemeenschapsinstelling het belang in van de verschillende primary human goods van het good lives model en hoe vullen ze deze concreet in? Implicaties voor beleid en praktijk Beperkingen van het onderzoek Aanbevelingen voor verder onderzoek Conclusie REFERENTIES LIJST MET AFKORTINGEN LIJST MET TABELLEN BIJLAGES Bijlage 1: Opbouw interview en interviewvragen Bijlage 2: Informed Consent participanten Bijlage 3: Informatiebrief ouders Bijlage 4: Samenwerkingsovereenkomst... 61

11 INLEIDING Deze masterproef richt zich op jongeren die geplaatst zijn in een gemeenschapsinstelling (GI). GI zijn residentiële centra die hulp bieden aan minderjarigen in een verontrustende opvoedingssituatie (VOS) en aan jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd (Christiaens, Dumortier, Enhus & Geluychens, 2009). De plaatsing in een GI is een maatregel uitgesproken door de jeugdrechter en de jongere is verplicht deze maatregel uit te voeren (Ackaert et al., 2010). Dit wijst op het dwangmatig karakter van het verblijf in een GI. Jongeren die geplaatst zijn in een GI worden vaker geconfronteerd met complexe situaties en problemen op diverse levensdomeinen (Christiaens et al., 2009). De begeleiding in de GI moet daarom multimodaal zijn en inhaken op elk domein waar de jongere in kwestie problemen ondervindt (Christiaens et al., 2009). Verschillende onderzoekers (Barendregt et al., 2012; Van Damme, 2012; Barton, 2006) geven aan dat meer onderzoek moet worden gevoerd naar jongeren in een gedwongen opname, vanuit een strength-based perspectief dat de nadruk legt op het werken aan de sterktes en de toekomst van de jongere (Barton, 2006). Het Good Lives Model (GLM) is een strength-based model dat is ontwikkeld in functie van de rehabilitatie van volwassen delict-plegers (Ward, Mann, & Gannon, 2007). Het model richt zich voornamelijk op het bevorderen van het welzijn van de delinquent en stelt de sterktes en de capaciteiten van het individu centraal (Pomp, 2009). Het model onderscheidt 11 primary human goods die verwijzen naar gemoedstoestanden, persoonlijke kenmerken, activiteiten of ervaringen waar naar wordt gestreefd voor het eigen belang en voor het toenemen van het eigen psychisch welbevinden (Ward, Mann, & Gannon, 2007). Het positief vervullen van de primary goods draagt positief bij tot de ervaren Quality of Life (QoL) van de persoon (Barendregt et al. 2012; Van Damme, 2015). Deze verwijst naar het algemeen gevoel van welzijn en tevredenheid over verschillende levensdomeinen (Barendregt et al., 2012) Allereerst wordt in deze masterproef onderzocht hoe jongens die geplaatst zijn in een gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven en in welke mate deze omschrijving overeenstemt met de 11 primary goods van het Good Lives Model. Vervolgens wordt onderzocht hoe jongens in een gemeenschapsinstelling het belang inschatten van de 11 primary human goods in functie van een goede Quality of Life en hoe zij deze concreet invullen. In hoofdstuk I volgt een literatuurstudie die is opgedeeld in vier delen. In het eerste deel wordt een kort overzicht gegeven over de gemeenschapsinstellingen. In het tweede deel wordt de terminologie en het onderzoeksveld omschreven met betrekking tot het Good Lives Model. Vervolgens worden in het derde deel de terminologie en het onderzoeksveld omschreven met 1

12 betrekking tot het concept Quality of Life en op welke manier het concept gerelateerd kan worden met het Good Lives Model. Tot slot wordt in het vierde deel op basis van de voorgaande literatuur een probleemstelling geformuleerd met de daarbij horende onderzoeksvragen. Hoofdstuk II beschrijft de methodologie van dit onderzoek. In deze masterproef staat het perspectief van de jongeren centraal. Daarom wordt geopteerd voor een kwalitatieve onderzoeksmethode. De data worden verzameld aan de hand van semi-gestructureerde interviews. Voor de analyse van de data wordt gebruik gemaakt van thematische analyse, met behulp van het software programma Nvivo11. Tot slot wordt aandacht besteed aan de kwaliteitscriteria en de ethische aspecten van het onderzoek. Hoofdstuk III geeft een overzicht weer van de voornaamste resultaten van het onderzoek. In hoofdstuk IV worden de resultaten geïnterpreteerd en bediscussieerd. Op basis hiervan worden enkele implicaties voor beleid en praktijk en aanbevelingen voor verder onderzoek geformuleerd. Ten slotte worden de belangrijkste bevindingen weergegeven in een conclusie. Deze masterproef sluit aan bij de doctoraatstudie van Nele Van Hecke. Deze studie gaat in op Quality of Life en andere protectieve factoren en hun relatie tot recidive bij adolescenten in gemeenschapsinstellingen. Verder is deze masterproef geassocieerd met de masterproef geschreven door medestudent Marijke Mussche, die onderzoek voert naar hoe meisjes in een gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven. Beide masterproeven hanteren dezelfde onderzoeksvragen. Voor de onderdelen methodologie en resultaten werd er samen gewerkt aan eenzelfde boomstructuur; dit houdt in dat de data van beide onderzoeken op eenzelfde manier werd geanalyseerd en gepresenteerd. De rapportage van beide masterproeven verliep onafhankelijk van elkaar. Voor alle verwijzingen en de literatuurlijst wordt gebruik gemaakt van de zesde editie van de APA-normen (American Psychological Association, 2010). 2

13 HOOFDSTUK I. LITERATUURSTUDIE EN PROBLEEMSTELLING Deze masterproef richt zich op jongeren die geplaatst zijn in een gemeenschapsinstelling. In wat volgt wordt eerst een kort overzicht gegeven van de gemeenschapsinstellingen in Vlaanderen. Vervolgens staan het Good Lives Model (GLM) en het concept Quality of Life (QoL) centraal in deze masterproef. Eerst wordt de terminologie en het onderzoeksveld omschreven met betrekking tot het GLM. Nadien volgt de terminologie en het onderzoeksveld met betrekking tot het concept QoL en op welke manier het concept gerelateerd kan worden met het GLM. Tot slot wordt op basis van de voorgaande literatuur een probleemstelling geformuleerd met de daarbij horende onderzoeksvragen Jongeren in een gemeenschapsinstelling Gemeenschapsinstellingen in Vlaanderen De gemeenschapsinstellingen (GI) in Vlaanderen zijn residentiële centra voor minderjarigen en vormen een aparte categorie binnen de jeugdhulpverlening. GI bieden hulp aan jongeren in een verontrustende opvoedingssituatie (VOS) en aan jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd (Christiaens, Dumortier, Enhus, & Geluychens, 2009). GI hebben een dubbele finaliteit (Bouverne-De Bie & Roose, 2010; Agentschap Jongerenwelzijn, 2011). Enerzijds hebben ze een beveiligende functie met als doelstelling de vrijheid te benemen van de jongere, in kader van de veiligheid van de maatschappij en van de jongere zelf. Anderzijds hebben ze een hulpverlenende functie met als pedagogische doelstelling de re-integratie van de jongere in de samenleving. De plaatsing van een jongere in een GI is door de jeugdrechter bepaald en bij wet geregeld. Volgens de interne regelgeving betreffende de Integrale Jeugdhulp moet een jeugdrechter bij de keuze van een maatregel rekening houden met het subsidiariteitsprincipe (Vlaams Parlement, 2013). Volgens dit principe moet voorkeur worden gegeven aan de minst ingrijpende maatregel. Bij de keuze tussen twee maatregelen moet er gekozen worden voor de minste vrijheid rovende maatregel (Ackaert et al, 2010). Bij de plaatsing van een jongere in een GI geldt het principe van de uiterste maatregel (Ackaert et al, 2010). Alternatieven moeten eerst worden overwogen voordat een jongere geplaatst wordt. GI zijn voor jongeren voor wie vrijheidsinperking en een structuur verlenend aanbod noodzakelijk is (Agentschap Jongerenwelzijn, 2011). 3

14 Gemeenschapsinstellingen vormen een uitzondering in vergelijking met andere landen omdat zowel MOF- als VOS-jongeren kunnen worden opgenomen, zelfs in dezelfde leefgroepen (Van Welzenis & Lemmens, 1997). Instellingen ervaren druk op de werking door deze heterogeniteit en complexiteit van problematieken (Christiaens et al, 2009). Zowel de gemeenschapsinstellingen, onderzoekers, de Verenigde Naties, als het Kinderrechtencommissariaat ijveren voor een scheiding van de trajecten (Agentschap Jongerenwelzijn, 2011; Christiaens et al, 2009; Ackaert et al, 2010). Dit wil zeggen dat MOF- en VOS-jongeren gedifferentieerd moeten worden in afzonderlijke afdelingen De gemeenschapsinstellingen in Vlaanderen bestaan uit drie instellingen ( S. Staes, persoonlijke communicatie, 24 maart 2016). De eerste is de GI De Kempen die is onderverdeeld in campus De Markt (72 plaatsen voor jongens en 10 time-outplaatsen voor meisjes) en campus De Hutten (40 plaatsen voor jongens). De tweede is de GI De Zande die bestaat uit campus Ruiselede (54 plaatsen voor jongens en 10 time-out plaatsen voor meisjes), campus Wingene (36 gesloten plaatsen voor jongens) en campus Beernem (46 plaatsen voor meisjes tussen). De derde is de GI De Grubbe in Everberg met een capaciteit van 40 plaatsen voor jongeren die verdacht worden van een MOF Jongeren in een gedwongen opname De plaatsing van een minderjarige in een GI is de meest ingrijpende maatregel die de Jeugdrechter, naar aanleiding van een VOS en/of MOF, kan opleggen (Christiaens et al., 2009). Ackaert et al. (2010) wijzen op het dwangmatig karakter van een verblijf in een GI: de jongere is verplicht om de maatregel, uitgesproken door de jeugdrechter, uit te voeren. Uit onderzoek (Christiaens et al, 2009) blijkt dat jongeren in een GI vaker geconfronteerd worden met complexe situaties en problemen op diverse levensdomeinen. Gezinsdynamieken kunnen daarbij een belangrijke invloed uitoefenen maar we zien dat deze jongeren vaker opgroeien in onevenwichtige, conflictueuze gezinnen (Christiaens et al., 2009). Binnen een residentiële setting moeten interventies toegepast worden en moet er ingespeeld worden op de persoonsgebonden kenmerken van de individuele jongere, om zo het maximaal effect van de plaatsing te bereiken (Cottle, Lee, & Heilburn, 2001). Men dient het welzijn van de jongere aan te ondersteunen (Ackaert et al, 2010). Volgens Christiaens et al (2009) moet de begeleiding in de GI multimodaal zijn en inhaken op elk domein waar de jongere in kwestie problemen ondervindt. De onderzoekers wijzen er echter op dat interveniëren op alle probleemgebieden van de individuele jongere moeilijk is in de context van een (gesloten) plaatsing. 4

15 Volgens verschillende onderzoekers (Barendregt et al., 2012; Van Damme, 2012; Barton, 2006) moet er meer onderzoek worden gevoerd naar jongeren in een gedwongen opname vanuit een strength-based perspectief. Een strength-based benadering legt de nadruk niet op het reduceren van de problemen van de adolescent en zijn of haar problemen, maar legt de nadruk op het werken aan de sterktes en de toekomst van de adolescent (Barton, 2006) Het Good Lives Model (GLM) Conceptuele omschrijving Het Good Lives Model (GLM) is een benadering geïnspireerd door de positieve psychologie, die werd ontwikkeld in kader van de rehabilitatie van volwassen delict-plegers (Ward, Mann, & Gannon, 2007). Het GLM is een aanvulling op het Risk Need Responsivity (RNR) model. Dit model wordt algemeen beschouwd als het belangrijkste model voor de begeleiding en de behandeling van delinquenten (Andrews, Bonta, & Wormith, 2011). Voorlopig empirisch onderzoek suggereert dat het GLM de RNR-benadering kan versterken, door de betrokkenheid van de cliënt centraal te stellen (Willis, Yates, Gannon, & Ward, 2012). Volgens het GLM leidt het verbeteren van het welzijn van de persoon tot een vermindering van criminogene behoeften, terwijl de RNR-benadering uitgaat van de tegenovergestelde richting (Andrews, Bonta, & Wormith, 2011). Het GLM werd ontwikkeld om toe te passen bij alle typen van delinquenten, maar in de praktijk zien we dat het voornamelijk wordt toegepast bij behandelingsprogramma s voor seksuele delinquenten (Whitehead, Ward, & Collie, 2007). The GLM is a strength-based rehabilitation framework that is responsive to offenders particular interests, abilities, and aspirations. It also directs practitioners to explicitly construct intervention plans that help offenders acquire the capabilities to achieve things and outcomes that are personally meaningful to them. It assumes that all individuals have similar aspirations and needs and that one of the primary responsibilities of parents, teachers, and the broader community is to help each of us acquire the tools required to make our own way in the world. (Purvis, Ward & Willis, 2011). Het GLM wordt gekenmerkt door een strenght-based benadering (Whitehead, Ward, & Collie, 2007). Het model vertrekt vanuit de sterktes van het individu en heeft aandacht voor wat het individu zelf belangrijk vindt. Het GLM richt zich voornamelijk op het bevorderen van het welzijn van de delinquent en stelt de sterktes en capaciteiten van het individu centraal (Pomp, 2009). 5

16 Het GLM heeft een dubbele finaliteit (Pomp, 2009; Ward & Stewart, 2003; Ward & Brown, 2004). Enerzijds ligt de nadruk op het beheersen en verminderen van de risico s en gevaren op recidive en anderzijds ligt de nadruk op het bevorderen van het welzijn van de delinquent door ondersteuning bij het bereiken van zijn of haar levensdoelen De primary human goods en secondary goods Een kerngedachte van het GLM is dat delinquentie het resultaat is van de directe en/of indirecte manier waarop individuen streven naar primaire levensbehoeften of primary goods (Willis et al, 2012; Prescott, n.d.). Het direct traject verwijst naar het streven naar de primary goods via crimineel gedrag en het indirect traject verwijst naar het ontstaan van een opeenvolging van gebeurtenissen, door bijvoorbeeld een conflict tussen twee primary goods (Willis et al., 2012). Primary goods zijn gemoedstoestanden, persoonlijke kenmerken, activiteiten of ervaringen waar naar wordt gestreefd voor het eigen belang en voor het toenemen van het eigen psychisch welbevinden (Ward, Mann & Gannon, 2007). Deze primary goods worden beïnvloed door en zijn afhankelijk van zowel interne factoren (vaardigheden en capaciteiten) als externe factoren (mogelijkheden en ondersteuning) (Ward & Brown, 2004). Purvis (2010) voerde empirisch onderzoek uit naar het GLM en kwam tot de conclusie dat er 11 primary human goods bestaan. Deze domeinen worden gehanteerd in het voorliggend onderzoek. De 11 primary human goods en hun omschrijving worden gepresenteerd in Tabel 1. De primary goods zijn vertaald naar het Nederlands door Pomp (2009). Verder onderscheidt het GLM Instrumental of secondary goods die verwijzen naar concrete manieren voor het beveiligen van de primary goods (Ward, Mann, & Gannon, 2007; Ward & Brown, 2004). Bijvoorbeeld, deelnemen aan een sportclub zou kunnen bijdragen tot de primary good gemeenschap. Deelnemen aan de sportclub wordt in dit voorbeeld gezien als secondary good (Purvis, Ward, & Willis, 2011). De criminogene behoeften van een persoon kunnen een invloed uitoefenen op de keuze van secondary goods, waardoor de secondary goods kunnen leiden tot crimineel gedrag (Ward, Yates, & Willis, 2012). Bijvoorbeeld, het beroep doen op antisociale leeftijdsgenoten om op die manier de primary good vriendschap te beveiligen. Een ander voorbeeld is het gebruik van drugs voor het beveiligen van de primary good innerlijke vrede. Het is bijgevolg belangrijk dat er sociaal aanvaardbare secondary goods worden gehanteerd voor het verzekeren van de primary goods (Ward, Yates, & Willis, 2012). Het GLM is voornamelijk gefocust op het streven naar die primary en secondary goods op een positieve, sociale en aanvaardbare manier (Barendregt et al., 2012). Een belangrijk doel van het GLM is om waarden, attitudes en middelen aan te reiken bij de delict-pleger die nodig zijn om 6

17 een ander soort leven te leiden dat persoonlijk zinvol en bevredigend is, zonder het toebrengen van schade aan anderen (Ward, Mann, & Gannon, 2007). Tabel 1: De primary human goods volgens het GLM (Purvis, n.d.), vertaald door Pomp (2009) Primary human goods Omschrijving 1. Het leven (Life) Alle lichamelijke behoeften en factoren die van belang zijn voor een goede gezondheid en het optimaal fysiek functioneren (voedsel, onderdak, water, fysiek gezond lichaam, etc.) 2. Kennis (Knowledge) De mate waarin men zich geïnformeerd voelt over zaken die ons aanbelangen. 3. Voortreffelijkheid in spel (Excellence in play) 4. Voortreffelijkheid in werk (Excellence in work) 5. Zelfstandigheid (Excellence in agency) 6. Innerlijke vrede (Inner Peace) 7. Vriendschap (Relatedness) 8. Gemeenschap (Community) 9. Spiritualiteit (Spirituality) De wens om deel te nemen aan leuke of vrijetijdsactiviteiten die de persoon een gevoel geven van trots en tevredenheid. Iemands behoefte om zinvol tewerkgesteld te zijn, met voldoende ervaringen en uitdagingen. De wens om te functioneren als onafhankelijk individu, de wens om op eigen benen te staan en het leven vorm te geven op een manier die in overeenstemming is met de eigen waarden en normen. De emotionele zelfregulatie en de mogelijkheid om een toestand van emotioneel evenwicht te bereiken. Het natuurlijk verlangen van de mens om warme, affectieve banden te hebben met andere mensen, variërend van intieme, romantische relaties tot familierelaties. Het verlangen van de mens om deel uit te maken van sociale groepen, om zich verbonden te voelen met groepen die hun belangen, waarden en normen weerspiegelen. Het verlangen van de mens om de betekenis en het doel van het leven te ontdekken. 10. Geluk (Pleasure) Het zich emotioneel goed voelen in het hier en nu, de gehele ervaring van het tevreden zijn in het leven. 11. Creativiteit (Creativity) Het uitdrukken van jezelf op een alternatieve manier. Het verlangen naar nieuwheid en innovatie in je leven, de ervaring van dingen anders te doen, zich bezig houden met iets artistieks. 7

18 Het Good Lives Model als conceptuele basis voor onderzoek Verschillende studies (Ward & Brown, 2004; Barendregt et al., 2012; Ward & Stewart, 2003) tonen aan dat het GLM effectief is als theoretisch en conceptueel kader voor de rehabilitatie van delict-plegers. Ogloff en Davis (2004) geven echter aan dat er momenteel relatief weinig empirische evidentie bestaat betreffende het GLM. Het GLM wordt voornamelijk toegepast bij volwassen seksuele delinquenten in het VK (Wylie & Griffin, 2013). Verschillende onderzoekers (Barendregt et al., 2012; Wylie & Griffin, 2013) benadrukken het belang van de integratie van het model in de behandelingsprogramma s voor jongeren in een gedwongen opname. Ook recent onderzoek van Van Damme (2015) wijst op het belang van de integratie van het model in onderzoek naar adolescenten in een gedwongen opname en de kans op recidive. Wainwright en Nee (2012) voerden onderzoek naar de mogelijke positie van het model bij jongeren in een gedwongen opname. Volgens hen zouden de GLM principes een essentiële basis kunnen bieden voor vroegtijdige interventie evenals de rehabilitatie van de jongeren. (2013) geven aan dat het GLM een kader kan bieden dat zorgt voor flexibiliteit in het begeleiden van jongeren. Volgens Wylie en Griffin (2013) is de taal en de terminologie van het GLM meer toepasbaar en gebruikelijk bij volwassenen. Barendregt et al. (2012) geven aan dat adolescenten zich in een transitieperiode bevinden, waardoor zij andere levensveranderingen, risico en beschermingsfactoren ervaren dan volwassen. Gezien dit gegeven, wijzen de auteurs op het belang van de integratie van het levensloopperspectief en de leeftijdsspecifieke risico- en beschermingsfactoren in het GLM Het concept Quality of Life (QoL) Conceptuele omschrijving De laatste twee decennia verschijnt zowel nationaal als internationaal het concept Quality of Life (QoL) als belangrijk paradigma. Zowel empirisch als theoretisch krijgt het concept steeds meer aandacht in verschillende gebieden, waaronder economie, de geneeskunde en de sociale wetenschappen (Cummins, 2005). In de sociale wetenschappen is het concept Quality of Life de laatste jaren uitgegroeid tot een kernbegrip (Gomez, Pena, Arios, & Verdugo, 2014). Het concept wordt geïntegreerd in onderzoek over doelgroepen zoals ouderen, personen met geestelijke gezondheidsproblemen, personen met een fysieke en sensorische beperking, personen met een ontwikkelingsstoornis, etc. (Gomez et al., 2014). 8

19 Het concept QoL wordt gebruikt als (1) een sensibiliserend idee dat de focus legt op de persoon en zijn omgeving en het perspectief van het individu centraal stelt, (2) een rode draad die een kader schept voor de conceptualisering, het meten en de toepassing van het concept, en (3) een sociaal construct dat wordt gebruikt om het individueel welzijn te verbeteren en om samen te werken naar veranderingen in de praktijk en maatschappelijke veranderingen (Schalock, 2004). QoL wordt gezien als het algemeen gevoel van welzijn en tevredenheid over verschillende levensdomeinen (Barendregt et al., 2012). Er bestaat echter geen algemene consensus over de definitie en operationalisering van het concept QoL (Moonen & Pansaerts, 2009). Het concept is een sociaal construct en kan door elke persoon anders en subjectief worden ingevuld (Kober, 2010; Bruyninckx & Mortelmans, 1999). De algemene consensus is dat er vier principes zijn betreffende de conceptualisering van het concept (Cummins, 2005; Bramston, Chipuer, & Pretty, 2005): (1) QoL is multidimensionaal en wordt beïnvloed door persoonlijke- en omgevingsfactoren en hun interactie, (2) QoL heeft componenten die toepasbaar zijn voor alle mensen, (3) QoL heeft zowel subjectieve als objectieve componenten, en (4) QoL wordt versterkt door zelfbeschikking, beschikbare middelen, doelen in het leven en een gevoel van verbondenheid. In de literatuur zijn er enkele auteurs die een omschrijving geven van het concept. Schalock hanteert bijvoorbeeld de volgende definitie, die voornamelijk dominant is in de literatuur over personen met een verstandelijke beperking: Quality of Life is (a) multidimensional and (b) influenced by personal and environmental factors and their interactions, (c) has the same components for all people, (d) has both subjective and objective components and (e) is enhanced by self-determination, resources, purpose in life, and a sense of belonging (Schalock, Garder & Bradley, 2007). Voorliggend onderzoek hanteert de definitie geformuleerd door de World Health Organisation omwille van de bruikbaarheid ervan bij verschillende sectoren: An individual s perception of their position in life in the context of the culture and value systems in which they live, and in relation to their goals, expectations, standards and concerns. It s a broad ranging concept affected in a complex way by the person s physical health, psychological state, level of independence, social relationships, personal beliefs and their relationship to salient features of their environment (WHO, 1997). QoL moet bestudeerd worden vanuit het perspectief van de persoon zelf en vergt dus een diepgaande kennis van het individu (Taylor & Bogdan, 1990). Verschillende onderzoekers geven aan dat ook de sociale omgeving belangrijk is voor de invulling van QoL. Bijvoorbeeld, Gomez et 9

20 al. (2014) voerden onderzoek uit naar QoL bij personen met een verstandelijke beperking die in residentiële centra verblijven en tonen aan dat de verschillen in QoL beïnvloed zijn door omgevings- en organisatorische variabelen zoals de grootte van de organisatie, de cultuur van de organisatie, de mate van persoonlijke betrokkenheid met de cliënten, de mate van mogelijkheden tot persoonlijke groei, individuele ondersteuning, etc Kenmerken Het concept QoL is uitgewerkt in verschillende modellen (Schalock, 2004; Gomez et al., 2014). Er zijn zowel generieke modellen ontwikkeld als modellen gericht op specifieke doelgroepen (Bruyninckx & Mortelmans, 1999). Verschillende modellen werden ontwikkeld in functie van onderzoek naar de impact van individuele en omgevingsfactoren op QoL (Gomez et al, 2014). QoL is een construct met een multidimensionaal karakter dat steunt op kerndomeinen en indicatoren (Morisse et al, 2013). Ieder QoL-model onderscheidt verschillende domeinen die refereren naar een set van factoren van het persoonlijk welbevinden (Schalock et al, 2016). Daarnaast onderscheidt elk domein verschillende indicatoren; dit zijn percepties, gedragingen en condities die operationeel elk QoL-domein definiëren (Morisse et al., 2013). Volgens de meeste onderzoekers is het aantal domeinen van minder belang, zolang de domeinen streven naar het persoonlijk welbevinden alsook het volledig QoL-construct vertegenwoordigen (Schalock, 2004). Flanagan (1978) voerde onderzoek in alle regio s van de Verenigde Staten en nam interviews af van ongeveer 3000 mensen. Hij rapporteerde zes domeinen: materiële behoeften, gezondheid, werk, actieve ontspanning, leren en creatieve expressie. Schalock (2004) voerde vergelijkend onderzoek naar de verschillende QoL-modellen en kwam tot de conclusie dat er acht kerndomeinen zijn die toepasbaar zijn voor alle mensen: interpersoonlijke relaties, emotioneel welbevinden, materieel welbevinden, persoonlijke ontwikkeling, fysiek welbevinden, zelfbepaling, sociale inclusie en rechten. Het concept heeft zowel een objectief als subjectief component (Schalock, 2001; Cummins, 2005). De objectieve component verwijst naar QoL als een meetbaar en waarneembaar construct waardoor verschillende instrumenten kunnen worden ontwikkeld om QoL te meten en te evalueren (Cummins, 2005). De subjectieve component verwijst naar QoL als sociaal construct die door elk individu anders wordt geïnterpreteerd en geëvalueerd. QoL wordt verder gekenmerkt door methodologisch pluralisme (Schalock, 2004). Het concept wordt steeds meer universeel gehanteerd en kan via verschillende instrumenten gemeten worden op zowel micro-, meso- als macroniveau (Fattore 2015; Schalock, 2004). Collinge, Rüdell en Bhui (2002) waarschuwen echter voor de veralgemening van het concept. We moeten 10

21 rekening houden met culturele verschillen omdat QoL een subjectief construct is en waarden, attitudes en gedachten van het individu niet universeel zijn. Cross-culturele onderzoekers hebben daarom een onderscheid gemaakt tussen de termen etic en emic (Verdugo, Schalock, Keith, & Stancliff, 2005). Etic verwijst naar veronderstellingen of waarheden die universeel zijn, Emic naar veronderstellingen of waarheden die cultuurgebonden zijn. Zo zijn er volgens Schalock (2004) acht levensdomeinen die universeel toepasbaar zijn (etic) en zijn de indicatoren cultureel bepaald (emic) Onderzoek naar Quality of Life bij jongeren in een gedwongen opname Het bestuderen van het welzijn van kinderen en jongeren is niet nieuw (Ben-Arieh, 2008; Giannakopoulos et al., 2009). Toch zijn de studies naar QoL bij jongeren ondervertegenwoordigd in vergelijking met onderzoek naar QoL bij volwassenen (Swerts, 2013). Verschillende onderzoekers wijzen evenwel op het belang van het onderzoeken van QoL bij kinderen en jongeren (Moonen & Pansaerts, 2009; Ben-Arieh, 2008; Van Damme, 2015). Dockett & Perry (2011) stellen dat onderzoek over kinderen steeds meer de focus legt op onderzoek mét kinderen. Kinderen worden in dit perspectief gezien als personen met eigen rechten, als deskundig over hun eigen leven en competent om visies en meningen te delen. Ook volgens Swerts (2013) dient voorkeur gegeven te worden aan de individuele benadering van jongeren en hun tevredenheid met de eigen leefomstandigheden. Er moet aandacht worden besteed aan het unieke verhaal door te luisteren naar wat de jongere zelf te vertellen hebben. Een beperkt aantal studies richten zich specifiek op QoL bij jongeren in een gedwongen opname (o.a. Barendregt et al., 2012; Van Nieuwenhuizen, Bongers, & Barendregt, 2011; Van Damme, 2015; Sawyer et al., 2010). Van Nieuwenhuizen, Bongers en Barendregt (2011) geven aan dat het belangrijk is dat er meer onderzoek wordt gevoerd naar de QoL bij jongeren in een gedwongen opname. Zij suggereren, in lijn met het GLM, dat er een correlatie bestaat tussen een lage QoL en crimineel, antisociaal gedrag bij jongeren in een gedwongen opname. Volgens Barendregt et al. (2012) is QoL belangrijk voor de preventie en rehabilitatie van jongeren in gedwongen opname. Zij tonen aan dat een hoge QoL de kans op recidive vermindert. Sawyer et al. (2010) deden onderzoek naar QoL bij adolescenten in een gedwongen opname en rapporteren dat de QoL bij deze adolescenten lager is in vergelijking met de algemene populatie De relatie tussen Quality of Life en het Good Lives Model In de studies van Barendregt et al. (2012) en Van Damme (2015) wordt QoL als centraal concept gezien in het GLM. kan worden gezien als centraal concept in het GLM (Barendregt et al, 2012; Van Damme 2015). Er is een relatie tussen de tevredenheid van de vervulling van de primary 11

22 human goods die het GLM vooropstelt en de ervaren QoL (Barendregt et al., 2012; Van Damme, 2015). Het positief vervullen van de primary goods draagt positief bij tot de ervaren QoL. Het niet voldoen aan de primary goods kan een lagere QoL tot gevolg hebben en uiteindelijk leiden tot recidive (Van Damme, 2015). Volgens het GLM zoeken individuen naar verschillende secondary goods voor het vervullen van de primary human goods om zo hun QoL te kunnen verhogen (Barendregt et al., 2012). Risicofactoren kunnen echter een rechtstreekse invloed op de ervaren QoL (Barendregt et al., 2012). Bijvoorbeeld, een gedwongen opname beperkt de zelfstandigheid en het gevoel van autonomie (Barendregt et al., 2012). Dit zorgt voor een negatieve invulling van de primary good waardoor opsluiting zorgt voor een lage QoL en zo mogelijks een invloed heeft op recidive en herval. We kunnen concluderen dat het GLM uit twee belangrijke assumpties bestaat met betrekking tot QoL (Van Damme, 2015): (1) psychische problemen zijn obstakels die het streven naar een goede QoL belemmeren en (2) mensen die geconfronteerd worden met een lage QoL kunnen sneller betrokken worden in antisociale activiteiten, waardoor de kans op recidive verhoogd. Wylie en Griffin (2013) merken echter op dat de primary human goods op het eerste zicht nogal abstract omschreven zijn. De onderzoekers wijzen erop dat het GLM niet bedoeld is als een onesize-fits-all benadering maar om richting te geven aan de interventies, waarbij de nadruk ligt op de karakteristieken en de context van de persoon. Ook volgens Van Damme (2015) is het geen alles of niets verhaal. Het GLM kan een meerwaarde bieden voor de ervaren QoL van een persoon, maar is niet allesomvattend Probleemstelling Gemeenschapsinstellingen (GI) zijn residentiële centra die hulp bieden aan minderjarigen in een VOS en aan jongeren die een MOF hebben gepleegd. De plaatsing in een GI is een gedwongen opname omdat de jongeren verplicht zijn deze maatregel, uitgesproken door de jeugdrechter, uit te voeren (Ackaert et al., 2010). Jongeren in een GI worden vaker geconfronteerd met complexe situaties en problemen op verschillende levensdomeinen (Christiaens et al., 2009). Volgens verschillende onderzoekers (Barendregt et al., 2012; Van Damme, 2012; Barton, 2006) moet meer onderzoek worden gevoerd naar jongeren in een gedwongen opname vanuit een strengthbased perspectief, waarbij de nadruk ligt op het werken aan de sterktes en de toekomst van de jongeren, niet op het reduceren van de problemen (Barton, 2006). 12

23 Het GLM is een strength-based benadering die is ontwikkeld in kader van volwassen delinquenten (Ward, Mann, & Gannon, 2007). Het model stelt de sterktes en de capaciteiten van de persoon centraal en heeft aandacht voor wat het individu zelf belangrijk vindt (Whitehead, Ward, & Collie, 2007; Pomp, 2009). Het GLM onderscheidt 11 primary human goods die verwijzen naar gemoedstoestanden, persoonlijke kenmerken, activiteiten of ervaringen waar naar wordt gestreefd voor het eigen belang en voor het toenemen van het eigen psychisch welbevinden (Ward, Mann & Gannon, 2007). Het positief vervullen van de primary goods draagt positief bij tot de ervaren Quality of Life (QoL) van de persoon (Barendregt et al. 2012; Van Damme, 2015). Quality of Life verwijst naar het algemeen gevoel van welzijn en tevredenheid over verschillende levensdomeinen (Barendregt et al., 2012). Zowel het GLM (Barendregt et al., 2012) als het concept QoL (Van Nieuwenhuizen, Bongers, & Barendregt, 2011) zijn echter ondervertegenwoordigd in onderzoek naar jongeren in een gedwongen opname. De bovenstaande probleemstelling brengt ons tot de volgende onderzoeksvragen: 1. Hoe omschrijven jongens in een gemeenschapsinstelling Quality of Life en in welke mate sluit deze omschrijving aan bij de primary human goods van het Good Lives Model? 1.1. Hoe omschrijven jongens in een gemeenschapsinstelling Quality of Life en wat vinden zij belangrijk om te kunnen spreken van een goed leven? 1.2. In welke mate kunnen deze elementen verbonden worden aan de primary human goods en de secondary goods van het Good Lives Model? 2. Hoe schatten jongens in een gemeenschapsinstelling het belang in van de verschillende primary human goods van het Good Lives Model en hoe vullen ze deze concreet in? 2.1. In welke mate zijn de primary human goods voor jongens in een gemeenschapsinstelling belangrijk in functie van een goede Quality of Life? 2.2. Wat is voor jongens in een gemeenschapsinstelling belangrijk om voor de primary human good van een goede Quality of Life te kunnen spreken? 13

24 HOOFDSTUK II. METHODOLOGIE 2.1. Kwalitatief onderzoek Om zicht te krijgen op de subjectieve interpretatie en beleving van de participanten, werd er in deze studie gekozen voor een interpretatieve onderzoeksmethode. Aan de hand van deze onderzoeksmethode trachten we het perspectief van jongeren in een gemeenschapsinstelling te achterhalen. Kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn strategieën voor de systematische verzameling, organisatie, en interpretatie van tekstueel materiaal dat is verkregen door gesprekken of observaties met het doel concepten te ontwikkelen die ons helpen om sociale verschijnselen in de natuurlijke context te begrijpen met de nadruk op betekenissen, ervaringen, en gezichtspunten van alle betrokkenen (Boeije, 2014) Kwalitatief onderzoek gaat uit van een interpretatieve benadering (Glesne, 2011). Interpretatief onderzoek gaat de betekenissen van mensen hun leven in realiteit bestuderen. Het perspectief van de participanten staat hierbij centraal (Evers, 2015). De onderzoeker heeft aandacht voor de subjectieve beleving van de werkelijkheid en is geïnteresseerd in de eigen betekenis, de binnenwereld van de participant (Glesne, 2011). Participanten kunnen verschillende perspectieven of voor de onderzoeker tegenstrijdige of onbekende perspectieven hebben. Het is hierbij belangrijk dat de onderzoeker het eigen perspectief tussen haakjes plaatst (Evers, 2015), zodanig dat deze geen invloed heeft op de interpretatie van het perspectief van de participanten. De onderzoeker verzamelt data in de natuurlijke situatie van de participanten en is er om te leren, om te begrijpen wat daar gebeurt en wat er zich daar afspeelt (Evers, 2015). Als kwalitatieve onderzoeker is het hierbij belangrijk om je rol als onderzoeker goed te definiëren (Glesne, 2011). Data worden bij kwalitatief onderzoek voornamelijk verzameld via interviews en observaties. Bij kwalitatief onderzoek gaat het niet om de hoeveelheid data, maar streeft de onderzoeker naar een overzichtelijk beeld en interpretatie van de sociale werkelijkheid door de data op een transparante manier te analyseren (Evers, 2015). Bij de analyse van de data ligt de nadruk op patronen, begrippen, thema s, betekenissen, perspectieven of strategieën van de participanten. Vaak worden citaten hierbij gebruikt ter illustratie. 14

25 2.2. Setting en participanten Dit onderzoek spitst zich toe op jongens die geplaatst zijn in een gemeenschapsinstelling (GI), meer concreet in de GI De Zande. De Zande is een GI in Vlaanderen voor jongeren die geplaatst worden door de jeugdrechter omwille van een Misdrijf Omschreven Feit (MOF) en/of een Verontrustende Opvoedingssituatie (VOS). De Zande is opgesplitst in drie afdelingen (S. Staes, persoonlijke communicatie, 24 maart 2016): (1) Ruiselede met een capaciteit van 54 plaatsen voor jongens en 10 time-out plaatsen voor meisjes, (2) Wingene met een capaciteit van 36 plaatsen voor jongens en (3) Beernem met een capaciteit van 46 plaatsen voor meisjes. Elke afdeling is verder onderverdeeld in leefgroepen (met open of gesloten regime) waarbij begeleiders in staan voor de individuele begeleiding van de jongeren. De leefgroepen werken nauw samen met een team van psychologen, orthopedagogen, maatschappelijk werkers en een (para-) medische staf ( In kader van deze studie werden 16 jongens bevraagd, waarvan 10 jongens die geplaatst werden in Campus Ruiselede en 6 jongens die geplaatst werden in Campus Wingene. Deze jongeren werden geselecteerd aan de hand van volgende inclusiecriteria: (1) de jongere is van het mannelijk geslacht, (2) de jongere verblijft al minimum één maand in de GI De Zande, (3) de jongere heeft geen verstandelijke beperking en (4) de jongere is Nederlandstalig. Op het moment van het onderzoek waren de jongens gemiddeld jaar (SD=1.14). De oudste participant was op dat moment 17 jaar en de jongste deelnemer 14 jaar. De jongens verbleven gemiddeld 6.38 maanden (SD= 4.83) in de gemeenschapsinstelling. Het langste verblijf bedroeg 18 maanden en het kortste verblijf 1 maand. Tabel 2: Leeftijd participanten 14 jaar 15jaar 16 jaar 17 jaar Aantal Tijdens de interviews werd de jongere gevraagd op basis van welke plaatsingsgrond ze in De Zande verbleven. 11 jongens werden geplaatst in De Zande omwille van een MOF-statuut, 1 jongen omwille van een VOS-statuut en 4 jongens omwille van zowel een MOF- als een VOSstatuut. 15

26 2.3. Procedure Dit onderzoek werd geconcretiseerd in samenspraak met de directie van de gemeenschapsinstelling De Zande. Een psycholoog van campus Wingene fungeerde als aanspreekpunt voor de selectie van de participanten aan de hand van de vooropgestelde inclusiecriteria en voor het inplannen van de interviews. De interviews werden opgesteld in samenwerking met medestudente Marijke Mussche (in het kader van geassocieerde masterproeven) en werden aangepast op basis van feedback en overleg met de promotor en begeleider van de masterproef. De fase van de dataverzameling verliep vanaf 18/01/2016 tot en met 22/01/2016. De interviews werden afgenomen in een lokaal op de campus waar de jongere verbleef. In het lokaal waren geen derden aanwezig, enkel de onderzoeker en de participant. De interviews werden opgenomen aan de hand van een dictafoon en werden nadien getranscribeerd Meetinstrument Kwalitatief, semigestructureerd interview Via kwalitatief interviewen probeert de onderzoeker toegang te krijgen tot de gevoelens, perspectieven, ervaringen en de sociale wereld van de participant (Hewitt, 2007). Hiervoor neemt de onderzoeker een actief luisterende houding aan waarbij hij zich tegelijk concentreert op wat de geïnterviewde zegt en vragen formuleert die de geïnterviewde hielp zijn antwoord uit te breiden en te verduidelijken. De onderzoeker stuurt het gesprek richting de onderzoeksvragen en is tegelijk aandachtig voor details in het gesprek (Hewitt, 2007). Voor dit onderzoek werd gekozen voor een semigestructureerd interview. Semigestructureerde interviews worden gehanteerd voor een meer gerichte verkenning van een bepaald onderwerp, of voor het opvolgen van specifieke onderwerpen die naar voor komen tijdens het verzamelen van de data (Hewitt, 2007). De interviews in dit onderzoek peilen naar de subjectieve omschrijving en ervaringen van jongens uit een gemeenschapsinstelling betreffende een goede QoL en de 11 primary human goods van het GLM. Hiervoor werden open vragen geformuleerd zodanig dat uitgebreide en gedetailleerde antwoorden mogelijk werden gemaakt. De voorbereide vragen dienden als richtlijn, de nadruk lag voornamelijk op het vrijuit kunnen spreken van de geïnterviewde. 16

27 Opbouw interview De interviewvragen zijn terug te vinden in bijlage 1. De opbouw van het interview werd opgedeeld in vier fases. In de eerste fase stelde de onderzoeker zichzelf voor en werd de geïnterviewde uitgebreid geïnformeerd over het onderzoek. In deze fase werd de Informed Consent overlopen en ondertekend. In de tweede fase werden enkele algemene, praktische vragen gesteld die peilden naar sociodemografische kenmerken van de participant. De onderzoeker tracht in deze fase een band op te bouwen met de geïnterviewde. In de derde fase van het interview werden de open vragen wat is voor jou belangrijk in het leven? en Wat zijn voor jou belangrijke zaken om te kunnen spreken van een goed leven gesteld. Deze vragen dienden als richtlijn die verwees naar het perspectief van de geïnterviewde over wat hij als belangrijk beschouwt voor een goed leven en een goede QoL. In de vierde fase van het interview werd nagegaan hoe de jongeren QoL operationaliseren aan de hand van de primary goods van het GLM. Eerst werd het GLM kort toegelicht aan de hand van een mindmap; bij de verschillende primary goods van het GLM werden enkele trefwoorden vermeld die de geïnterviewde konden helpen deze beter te begrijpen. Aangezien het minderjarigen zijn en deze weinig tot geen werkervaring hebben, werden de primary goods voortreffelijkheid in spel en voortreffelijkheid in werk samengenomen: (1) Het leven, (2) kennis, (3) zelfstandigheid, (4) voortreffelijkheid in spel en werk, (5) spiritualiteit, (6) vriendschap, (7) geluk, (8) creativiteit, (9) gemeenschap en (10) innerlijke vrede. Vervolgens werd bij elke primary good de volgende vragen gesteld: (1) welke aspecten vindt jij belangrijk om voor deze primary good van een goede QoL te kunnen spreken?, (2) In welke mate vind je deze primary good belangrijk voor je QoL? en (3) Welke score van 1 tot 10 geef je aan deze primary good?. Op het einde van het interview werd de participant gevraagd welke drie primary goods ze als het meest belangrijk beschouwen in functie van een goede QoL. Het interview werd opgenomen vanaf de tweede fase. De gemiddelde duur van de interviews is 30 minuten en 47 seconden (range: 46 minuten en 22 seconden - 19 minuten en 34 seconden). 17

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische PVT Steven Degrauwe U.P.C. Sint- FRT, een visie gebaseerd op rehabilitatie

Nadere informatie

Kwalitatief onderzoek naar hoe meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven

Kwalitatief onderzoek naar hoe meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven Academiejaar 2015 2016 Tweedesemesterexamenperiode Kwalitatief onderzoek naar hoe meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad

Nadere informatie

Hoe brengen we probleemjongeren op de voor hen beste plaats?

Hoe brengen we probleemjongeren op de voor hen beste plaats? Hoe brengen we probleemjongeren op de voor hen beste plaats? Stef Decoene V.U.Brussel, Vakgroep Criminologie Stijn Vandevelde U.Gent, Vakgroep Orthopedagogiek 1 inhoud Straf doelen zinvol sterktegericht

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Outreach: ja hallo 19/05/2016

Outreach: ja hallo 19/05/2016 Outreach: ja hallo 19/05/2016 Inhoud 1. Visie 2. Quality of Life 3. Quickscan 4. De cirkel Visie? Visie geeft denken en handelen vorm Mens-en maatschappijvisie Ruimer dan outreach alleen Iedereen heeft

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU

PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU Aan het voorstel werken helpt om na te denken over onderzoeksvragen en de focus van de studie. Onderzoeker maken verschillende beslissingen voor ze aan het veldwerk

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach

De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach Programma Even voorstellen SWPBS als methodiek Het pedagogische doel van onderwijs Pedagogische Kwaliteit SWPBS met pedagogische kwaliteit

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Het Pedagogische Raamwerk en implicaties voor de opleiding van kinderbegeleiders

Het Pedagogische Raamwerk en implicaties voor de opleiding van kinderbegeleiders Vakgroep Sociale Agogiek UGent ECEGO KU Leuven Het Pedagogische Raamwerk en implicaties voor de opleiding van kinderbegeleiders Prof. dr. Ferre Laevers K.U. Leuven Meten en Monitoren van Kwaliteit in de

Nadere informatie

Basiscursus Outreach voor leidinggevenden. Marie Van der Cam Sandra Beelen Cis Dewaele 21/04/2016

Basiscursus Outreach voor leidinggevenden. Marie Van der Cam Sandra Beelen Cis Dewaele 21/04/2016 Basiscursus Outreach voor leidinggevenden Marie Van der Cam Sandra Beelen Cis Dewaele 21/04/2016 Inhoud 1. Kennismaking 2. Waarom outreach 3. Quickscan 4. Definitie 5. Visie en doel 6. Doelgroep 7. Houding

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag a. Reactie discuttant (Erika Frans) De resultaten van Sexpert zijn gelijklopend met eerder onderzoek: o Meer vrouwen dan mannen zijn het slachtoffer

Nadere informatie

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Herstel en sanctie als constructieve reacties op delicten gepleegd door minderjarigen 29 mei 2018 Inspiratiedag Werkzame Forensische

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief Annelies Somers i.s.m. Prof. Hilde Colpin Prof. Karine Verschueren ~ Centrum voor Schoolpsychologie

Nadere informatie

Opleiding ouderbegeleiding

Opleiding ouderbegeleiding Opleiding ouderbegeleiding me nse nkennis vanuit een visie op ouderschap in ontwikkeling Als je krachtgericht werken met het netwerk rond het kind wilt invullen, dan zit hier alles in. Vanuit een betere

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inhoudsopgave Overzicht tabellen en figuren 19 Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inleiding 21 1 Situering van het onderzoek 21 1.1 Onderzoek in detentie 21 1.2 Vrouwelijke gedetineerden 22 1.3 Internering

Nadere informatie

Dit is een verhaal in woord en beeld om uit te leggen hoe de Pas met jou en jouw gezin wil samenwerken

Dit is een verhaal in woord en beeld om uit te leggen hoe de Pas met jou en jouw gezin wil samenwerken Dit is een verhaal in woord en beeld om uit te leggen hoe de Pas met jou en jouw gezin wil samenwerken Een jeugdrechter is iemand die, wanneer hij/zij zich zorgen maakt over een minderjarige, deze minderjarige

Nadere informatie

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name?

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Stefaan Pleysier Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) Faculteit Rechtsgeleerdheid, KU Leuven Inhoud Wat voorafging Krachtlijnen van nieuw

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

VAN ZORG NAAR PREVENTIE

VAN ZORG NAAR PREVENTIE VAN ZORG NAAR PREVENTIE Jaap van der Stel Jaap van der Stel Lector GGz Hogeschool Leiden Brijder-Parnassia GGZ ingeest Legitimatie psychische gezondheidszorg Legitimiteit van de psychische gezondheidszorg

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Academiejaar Masterproef Pedagogische Wetenschappen en Sociaal Werk

Academiejaar Masterproef Pedagogische Wetenschappen en Sociaal Werk Masterproef Pedagogische Wetenschappen en Sociaal Werk Academiejaar 2016-2017 BEDOELING Doorlopen van een gericht wetenschappelijk proces Een originele probleemstelling Een persoonlijk werkstuk Binnen

Nadere informatie

Jongerenwelzijn: Gemeenschapsinstelling De Zande

Jongerenwelzijn: Gemeenschapsinstelling De Zande Jongerenwelzijn: Gemeenschapsinstelling De Zande Campus Bernem: Sint-Andreaslaan 5 8730 Beernem Campus Ruiselede: Bruggesteenweg 130 8755 Ruiselde Contactpersoon Patrick Defoor Telefoonnummer (051) 65

Nadere informatie

Kinderrechten achter de muren : decreet rechtspositie minderjarigen en/in de Gemeenschapsinstelling 02/05/2017

Kinderrechten achter de muren : decreet rechtspositie minderjarigen en/in de Gemeenschapsinstelling 02/05/2017 Kinderrechten achter de muren : decreet rechtspositie minderjarigen en/in de Gemeenschapsinstelling 02/05/2017 GI DE KEMPEN CAMPUS DE HUTTEN - DE MARKT De Hutten - Focus op beleving van jongeren rond hun

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Public Value Een introductie

Public Value Een introductie Public Value Een introductie Zwolle, 3 oktober 2018 Gerwin Nijeboer waarde creëren in het gemeenschappelijk belang voor het welzijn van het individu en de samenleving. Belangrijk: Public is NIET gelimiteerd

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Recht op een menswaardige behandeling

Recht op een menswaardige behandeling Recht op een menswaardige behandeling De Gemeenschapsinstellingen Chris Smolders stafmedewerker hoofdbestuur GI Patrick Defoor algemeen directeur GI De Zande Geert Bots pedagogisch directeur GI De Kempen

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

De goede dingen goed doen

De goede dingen goed doen De goede dingen goed doen O V E R K W A L I T E I T V A N B E S T A A N, B E L O N G I N G E N H A N D E L E N P R E S E N T A T I E V O O R H E T O N D E R Z O E K E R S P L A T F O R M D I S A B I L

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Zorg Verbeteren in Eigen Huis. Achtergrond van de methode

Zorg Verbeteren in Eigen Huis. Achtergrond van de methode Zorg Verbeteren in Eigen Huis Achtergrond van de methode Dr. W.H.E. Buntinx Buntinx Training & Consultancy www.buntinx.org Symposium De Driestroom 15 oktober 2009 Elst 1 Achtergrond van de methode voor

Nadere informatie

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 1 meisjes 6.1. Organigram van JEZ11 6.. Statistische gegevens JEZ11 88 6.1. Organigram van JEZ11 Directie Verantwoordelijke JEZ11 1 Hoofdbegeleider

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De organisatie van de geboortezorg in Nederland is gebaseerd op het principe dat zwangerschap, bevalling en kraambed fysiologische processen zijn. Het verschil met veel andere landen is de

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding en probleemstelling Hoofdstuk 1. Leerlingenbegeleiding: een exemplarisch thema in het jeugdbeleid

Inhoudstafel Inleiding en probleemstelling Hoofdstuk 1. Leerlingenbegeleiding: een exemplarisch thema in het jeugdbeleid Inleiding en probleemstelling................................... 1 1. Situering............................................... 3 2. Onderzoeken die aan de basis liggen van deze studie............ 4 2.1

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Procedure Doelstellingen en handelingsplan

Procedure Doelstellingen en handelingsplan 3.3.2.1 Procedure Doelstellingen en handelingsplan 1. Doel van de procedure De procedure Doelstellingen en handelingsplan heeft tot doel: de medewerkers van De Steiger informeren, zodat zij weten welke

Nadere informatie

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012)

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) In de periode 2008-2012 heeft het Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Samenvatting Dit proefschrift gaat over casemanagement van gezinnen binnen jeugdbescherming

Nadere informatie

Strengthening medical teachers professional identity. Understanding identity development and the role of teacher communities and teaching courses

Strengthening medical teachers professional identity. Understanding identity development and the role of teacher communities and teaching courses Strengthening medical teachers professional identity Understanding identity development and the role of teacher communities and teaching courses Thea van Lankveld Promotors: Prof.dr. J.J. Beishuizen Prof.dr.

Nadere informatie

Samenvatting. Introductie

Samenvatting. Introductie 200 Introductie Kinderparticipatie is een cruciaal aspect van kinderbescherming en jeugdhulpverlening. Sinds de jaren 90 is er vanuit het perspectief van de rechten van het kind meer aandacht voor het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Deel 1: Positieve psychologie

Deel 1: Positieve psychologie Deel 1: Positieve psychologie Welkom bij: Positieve gezondheid. Jan Auke Walburg 2 Carla Leurs 3 4 Bloei Bloei is de ontwikkeling van het fysieke en mentaal vermogen. Welbevinden en gezondheid Verschillende

Nadere informatie

Het meten van werk-capabilities

Het meten van werk-capabilities Het meten van werk-capabilities Femke Abma, PhD Universitair Medisch Centrum Groningen, Community and Occupational Medicine Startsymposium Academische Werkplaats Arbeid en Gezondheid, 17 april 2015, Tilburg

Nadere informatie

Samenvatting. Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs

Samenvatting. Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs Samenvatting Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs Monique H. R. M. A. van der Heijden Verdediging 13 juni 2017 Dit proefschrift bevat vier

Nadere informatie

Supported Employment modelgetrouwheid in Vlaamse arbeidsrehabilitatieprogramma s Knaeps J. & Van Audenhove Ch. GGZ-congres, 2012 Overzicht Inleiding Onderzoek Onderzoeksvragen Methode Analyse Resultaten

Nadere informatie

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Het belang van de relatie Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Hoe zou je in één woord werkalliantie omschrijven bij jongeren met een LVB? Programma en doelen

Nadere informatie

PERS MAP. Jongerenwelzijn

PERS MAP. Jongerenwelzijn PERS MAP Jongerenwelzijn INHOUD PERSMAP Jongerenwelzijn begeleidt jongeren in een problematische opvoedingssituatie (POS) en jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd. WAT IS

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Zelfmanagement of toch positieve gezondheid? Een dissident geluid

Zelfmanagement of toch positieve gezondheid? Een dissident geluid Zelfmanagement of toch positieve gezondheid? Een dissident geluid Dr. AnneLoes van Staa Kenniscentrum Zorginnovatie ZonMw Invitational Conference Positieve Gezondheid, Positieve psychologie en zelfmanagement

Nadere informatie

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Doel van de sessie what s in it for me? Je weet wanneer en waarom je een kwalitatieve

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum. Gein, Determinanten van Beweeggedrag. Evaluation Study on Exercise Programs in

Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum. Gein, Determinanten van Beweeggedrag. Evaluation Study on Exercise Programs in Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum Gein, Determinanten van Beweeggedrag Evaluation Study on Exercise Programs in Healthcare Centre Gein, Determinants of Physical Activity Melie

Nadere informatie

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd. Checklist Contactgegevens Onderstaand vult u de contactgegevens in van de eerste én tweede contactpersoon voor wanneer er vragen zijn over het instrument(en), de aangeleverde documentatie of anderszins.

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Kiezen voor kinderen: waarom nu?

Kiezen voor kinderen: waarom nu? Kiezen voor kinderen: waarom nu? Ontwikkeling en pilootstudie van een vragenlijst over de stap naar ouderschap Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana

Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana University of Groningen Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Tussentijds rapport september 2017 juni 2018

Tussentijds rapport september 2017 juni 2018 Tussentijds rapport september 2017 juni 2018 Commissie van Toezicht voor jeugdinstellingen Leuvenseweg 86, 1000 Brussel inge.schoevaerts@cvtj.be - 02 552 41 32 www.cvtj.be Jez11 September 2017 Kennismaking

Nadere informatie

Plannen van zorg Niveau 4

Plannen van zorg Niveau 4 Antwoorden stellingen Plannen van zorg Niveau 4 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Wanneer wordt verpleegkundige zorg gegeven? 1. In de jaren zestig was professionele zorg erg duur, daarom werd

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen Student vult deze gegevens volledig in BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN Volledige naam student i Claudia Maria Willemsen Studentnummer 1096286 Cohort 2015 Windesheim-e-mail Modulecode

Nadere informatie

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en Samenvatting Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds. In aanvulling op de bestaande literatuur over mogelijke

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Eigen regie of kansen scheppen? LUMC MOVIT MD 7 februari Prof. Dr. Joris Slaets

Eigen regie of kansen scheppen? LUMC MOVIT MD 7 februari Prof. Dr. Joris Slaets Eigen regie of kansen scheppen? LUMC MOVIT MD 7 februari 2017 Prof. Dr. Joris Slaets Simone de Beauvoir (1908-1986) ouderen worden mishandeld door systemen de beeldvorming van de economisch utilitaire

Nadere informatie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie Mentale Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie LFPZ,Zeeland, 11 juni 2009 Jan Auke Walburg Principes van positieve psychologie Bestudering positieve subjectieve ervaringen en constructieve cognities.

Nadere informatie

Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0

Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0 Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0 INTRODUCTIE Competitief voordeel Werknemers maken het verschil Innovatie Creativiteit

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20890 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Koelewijn, Hennie Title: Quality of work and well-being of health care employees

Nadere informatie

Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen)

Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen) Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen) Vragen samenlevingsverbanden (en handicap) naadloos samenwerken hulpcoördinatie Exclusie(f) Inclusie(f) De insluiting in de samenleving van achtergestelde

Nadere informatie

2. In functie van implementatie van onderzoekscompetenties in de lerarenopleiding

2. In functie van implementatie van onderzoekscompetenties in de lerarenopleiding Gebruikswijzer P- Reviews: Hoe kunnen de Reviews op een nuttige manier geïntegreerd worden in de lerarenopleiding? In deze gebruikswijzer bekijken we eerst een aantal mogelijkheden tot implementatie van

Nadere informatie

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q. INDICATORFICHE Patiëntenervaringen P4P indicatorenset 2018 Basisfiche Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q Het meten van patiëntenervaringen

Nadere informatie

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG Bij holebi s in Vlaanderen. Alexis Dewaele, Sabine Hellemans & Ann Buysse - UGent

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG Bij holebi s in Vlaanderen. Alexis Dewaele, Sabine Hellemans & Ann Buysse - UGent SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG Bij holebi s in Vlaanderen OVERZICHT De studie van SGG Sexpert-resultaten Prevalentie Meest ingrijpende gebeurtenis Komt het vaker voor bij holebi s? Wat verklaart SGG

Nadere informatie

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR) Nederlandse Samenvatting Welke mensen bekleden de top posities van professionele organisaties? In Nederland, net zoals in veel andere westerse landen, klinkt waarschijnlijk het antwoord op deze vraag ongeveer

Nadere informatie

Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge

Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge 153 Samenvatting Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge Informatica is een vak dat de laatste 20 jaar meer en meer onderwezen wordt

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Master Musicologie. Promotoren en onderwerpen masterproeven

Master Musicologie. Promotoren en onderwerpen masterproeven Master Musicologie Promotoren en onderwerpen masterproeven Academiejaar 2018-2019 De masterproef is het kroonstuk van de opleiding Musicologie. Voor het eerst schrijf je een uitgebreide en originele wetenschappelijke

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

welzijn LESBRIEF Factor-E Welzijn is een uitgave van:

welzijn LESBRIEF Factor-E Welzijn is een uitgave van: welzijn e LESBRIEF Factor-E Welzijn is een uitgave van: Lesbrief Factor-E Welzijn Kwaliteit van bestaan Illustratie: Jan Willem Klaassen Klinkt Schalock depri? Het moet juist geluk(kig) maken! INLEIDING

Nadere informatie