Kwalitatief onderzoek naar hoe meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwalitatief onderzoek naar hoe meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven"

Transcriptie

1 Academiejaar Tweedesemesterexamenperiode Kwalitatief onderzoek naar hoe meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek Promotor: Prof. Dr. Stijn Vandevelde Begeleiding: Nele Van Hecke Marijke Mussche

2

3 Academiejaar Tweedesemesterexamenperiode Kwalitatief onderzoek naar hoe meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek Promotor: Prof. Dr. Stijn Vandevelde Begeleiding: Nele Van Hecke Marijke Mussche

4 Ondergetekende, Marijke Mussche, geeft de toestemming tot het raadplegen van de masterproef door derden.

5 ABSTRACT Introductie: Het Good Lives Model (GLM) is een sterktegericht model in de forensische zorg met aandacht voor zowel risicomanagement als het ondersteunen van een goed leven bij personen die criminele feiten hebben gepleegd. Een goed leven wordt in het GLM omschreven op basis van de mate waarin personen levensbehoeften op 11 domeinen ( primary goods ) op een niet-criminele manier kunnen nastreven, met name: (1)het leven, (2)kennis, (3)voortreffelijkheid in spel, (4)voortreffelijkheid in werk, (5)zelfstandigheid, (6)innerlijke vrede, (7)vriendschap, (8)gemeenschap, (9)spiritualiteit, (10)geluk en (11)creativiteit. Het is evenwel nog weinig onderzocht hoe het goede leven, in de betekenis van het GLM, kan worden geoperationaliseerd. Eén van de mogelijke concepten die in recent onderzoek wordt gehanteerd om het goede leven te vatten is Quality of Life (kwaliteit van leven). Doel: Het doel van dit onderzoek is om na te gaan in welke mate Quality of Life (QoL) een bruikbaar concept is om het Good Lives Model (GLM) te operationaliseren bij meisjes in een Gemeenschapsinstelling (GI). Elementen die door meisjes als belangrijk worden ervaren voor een kwaliteitsvol leven, worden verbonden aan de 11 primary goods die in het GLM onderscheiden worden. Methode: Er werden in het totaal 17 open interviews afgenomen, bij meisjes van 14 tot 18 jaar uit GI De Zande campus Beernem. Aan de hand van de interviews werd nagegaan hoe Quality of Life wordt ingevuld door meisjes in de GI en hoe dit in relatie staat tot de primary human goods van het GLM. De resultaten werden geanalyseerd aan de hand van softwareprogramma Nvivo 11 (2015). Resultaten: Participanten in deze studie hechten, in functie van een goed leven, het meeste waarde aan het sociale domein. Hierbij komt het familiale aspect, meer dan het vriendschappelijke, het meeste aan bod. De mate waarin participanten waarde hechten aan bepaalde primary human goods ( belangrijke levensbehoeften ), hangt echter af van hun identiteit, beleving en ervaring. Conclusie: Het gebruik van een sterktegericht model, zoals het Good Lives Model, kan een mogelijke meerwaarde bieden in het werken met jongeren in gedwongen residentiële opname. Aangezien het model oorspronkelijk werd ontwikkeld voor volwassen delinquenten, dienen bevindingen met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Verder onderzoek kan nog meer inzetten op de beleving van jongeren in gedwongen opname en het verbeteren van de levenskwaliteit.

6

7 DANKWOORD Gedurende het schrijven van deze masterproef heb ik dikwijls beroep gedaan op de mening en expertise van anderen. Graag zou ik daarom een woord van dank willen uitspreken aan de mensen die mij afgelopen periode gesteund hebben in het vervolledigen van deze masterproef. Allereerst graag een woord van dank aan mijn promotor, Prof. Dr. Stijn Vandevelde, voor het ondersteunen van dit onderzoek, geven van feedback en beantwoorden van de vele mails. Graag zou ik Nele Van Hecke willen danken om mij de kans te geven deel te nemen aan haar doctoraatsstudie omtrent protectieve factoren; waaronder QoL, in lijn met deze masterproef, een onderdeel is. Ze heeft mij met de nodige raad een duwtje in de juiste richting gegeven. Met nadruk zou ik graag de participanten, professionele hulpverleners en netwerkleden willen danken voor het vrijmaken van hun tijd en het oprecht beantwoorden van de vragen. Desondanks de moeilijkheidsgraad van bepaalde vragen waren zij steeds bereid hun verhaal te delen. Mijn dank gaat tevens uit naar Lotte Verschuere, die samen met mij haar schouders onder de doctoraatsstudie van Nele Van Hecke heeft gezet. Onze masterproef werd individueel geschreven, maar samen beleefd. Ook Laura Thomas, collega-studente orthopedagogiek, zou ik graag willen danken voor het zorgvuldig nalezen van de tekst en de oprechte interesse in mijn onderzoek. Tenslotte bedank ik graag mijn moeder en zus, voor hun geduld, naleeswerk en onvoorwaardelijke steun gedurende afgelopen periode. Bedankt dat ik de kans kreeg om verder te studeren en dat jullie steeds zijn blijven geloven in mij. Dankjewel! Marijke

8

9 LIJST MET AFKORTINGEN GI Gemeenschapsinstelling GLM Good Lives Model GRT Geïndividualiseerd Residentieel Traject IC Informed Consent MOF Een (als) Misdrijf (Omschreven Feit) POS Problematische Opvoedingssituatie RNR-model Risk Need Responsivity model SD Standaarddeviatie QoL Quality of Life VOS Verontrustende Opvoedingssituatie

10

11 INHOUDSOPGAVE ABSTRACT... 5 DANKWOORD... 7 LIJST MET AFKORTINGEN... 9 INHOUDSOPGAVE INLEIDING HOOFDSTUK I: Theoretisch kader Jongeren in gedwongen opname Gemeenschapsinstellingen in Vlaanderen Plaatsingsgrond Organisatie en doelstelling Recidive Risico- en protectieve factoren Good Lives Model Begripsomschrijving Oorsprong en doelstelling Primary en secondary goods Quality of Life Begripsomschrijving Onderzoek naar Quality of Life bij adolescenten Quality of Life en Good Lives Model Probleemstelling en onderzoeksvragen HOOFDSTUK II: Methodologie Kwalitatief onderzoek Setting Participanten Procedure Instrumenten Kwalitatief interview Analyse Ethische aspecten... 35

12 HOOFDSTUK III: Resultaten Hoe omschrijven meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life en in welke mate sluit deze omschrijving aan bij de primary human goods van het Good Lives Model? (cf. onderzoeksvraag 1) Hoe omschrijven meisjes in een Gemeenschapsinstelling QoL en wat vinden zij belangrijk om te kunnen spreken van een goed leven? (cf. onderzoeksvraag 1a) In welke mate kunnen deze elementen verbonden worden aan de primary human goods en de secondary goods van het Good Lives Model? (cf. Onderzoeksvraag 1b) Hoe schatten meisjes in een Gemeenschapsinstelling het belang in van de verschillende primary human goods van het Good Lives Model en hoe vullen ze deze concreet in? (cf. Onderzoeksvraag 2) In welke mate zijn de primary human goods van het Good Lives Model belangrijk voor meisjes in een Gemeenschapsinstelling, in functie van een goede Quality of Life? (cf. onderzoeksvraag 2a) Wat is voor meisjes belangrijk om voor de primary human goods van een goede Quality of Life te kunnen spreken? (cf. onderzoeksvraag 2b) Het Leven Kennis Voortreffelijkheid in spel en werk Zelfstandigheid Innerlijke vrede Vriendschap Gemeenschap Spiritualiteit Geluk Creativiteit HOOFDSTUK IV: Discussie Hoe omschrijven meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life en in welke mate sluit deze omschrijving aan bij de primary human goods van het Good Lives Model? Hoe schatten meisjes in een Gemeenschapsinstelling het belang in van de verschillende primary human goods van het Good Lives Model en hoe vullen ze concreet in? Implicaties voor beleid en praktijk Beperkingen bij het onderzoek Aanbevelingen voor verder onderzoek CONCLUSIE... 61

13 REFERENTIELIJST TABELLEN BIJLAGEN Bijlage 1: Tabel 6: Belangrijke elementen bij de primary goods Bijlage 2: Interview participanten Bijlage 3: Schema Quality of Life met bijhorende domeinen volgens het Good Lives Model Bijlage 4: Geïnformeerde toestemming jongeren Bijlage 5: Informatiebrief ouders Bijlage 6: Samenwerkingsovereenkomst... 81

14

15 INLEIDING Wereldwijd gaat meer aandacht uit naar jongeren die een (als) misdrijf (omschreven feit) hebben gepleegd, zoals ook wordt aangetoond in recent onderzoek: Youth crime and violence has elicited heightened and immediate concern in many countries (Koehler, Lösel, Akoensi, & Humpreys, 2012, p.21); en A small slice of the offending population as a whole, child offenders are nevertheless tomorrow s serious, violent, and prolific lawbreakers, yet little is understood about what reduces their risk (Nee, Ellis, Morris, & Wilson, 2012, p. 1347). Uit de differentiatienota van Jongerenwelzijn (2011) blijkt dat er meer onderzoek nodig is naar de toenemende en complexe problematiek van jongeren die verblijven in een Gemeenschapsinstelling (GI) (Agentschap Jongerenwelzijn, 2011). In deze masterproef wordt aandacht besteed aan het concept Quality of Life ( Kwaliteit van Bestaan ) bij meisjes tussen 14 en 18 jaar, uit Gemeenschapsinstelling (GI) De Zande campus Beernem. Het begrip Quality of Life deed reeds vele jaren terug zijn intrede in de wetenschappelijke literatuur (Schalock, Keith, Hoffman, & Karan, 1989; WHO, 1997) en is een mogelijke manier om het goede leven, zoals omschreven in het Good Lives Model, in de praktijk te brengen (Ward & Brown, 2004). Het Good Lives Model is een recent sterktegericht model in de forensische hulpverlening (Ward & Fortune, 2013) dat sinds enige tijd ook bij jongeren wordt ingezet (zie bv. Barendregt, van der Laan, Bongers, & van Nieuwenhuizen, 2012; Van Damme, 2015). Voor deze masterproef werd bij 17 meisjes, die verblijven in GI De Zande campus Beernem, een interview afgenomen omtrent hun beleving van Quality of Life. Deze masterproef is geassocieerd met de masterproef van Lotte Verschuere, collega-studente orthopedagogiek, die 16 interviews heeft afgenomen bij jongens tussen 14 en 17 jaar in GI De Zande campus Ruiselede en campus Wingene. Het doel van deze studie is om te exploreren welke elementen jongeren in gedwongen residentiële opname belangrijk vinden wat betreft hun Quality of Life. Vervolgens wordt er nagegaan in welke mate deze elementen kunnen verbonden worden aan de 11 primary human goods ( belangrijke levensbehoeften ) die in het Good Lives Model onderscheiden worden. Hierbij komt ook de link met secondary goods ( de manier waarop primary goods worden verworven ), zoals beschreven in het GLM, aan bod. Op die manier wordt in dit onderzoek nagegaan of het GLM een bruikbaar theoretisch kader is om in te zetten bij jongeren in gedwongen hulpverlening. In overleg met Lotte Verschuere (geassocieerde masterproef) werden de onderzoeksvragen samen opgesteld; de methodologie in samenspraak behandeld; en werden voor de onderzoeksresultaten 15

16 gezamenlijke afspraken betreffende de codering gemaakt. Deze masterproef maakt deel uit van een bredere studie van Nele Van Hecke rond de invloed van Quality of Life en andere protectieve factoren op recidive bij jongeren uit een Gemeenschapsinstelling. Eén van de onderzoeksvragen, uit het doctoraat van Nele, relateert aan de wijze waarop participanten Quality of Life omschrijven. In hoofdstuk I van deze masterproef worden Quality of Life, het Good Lives Model en een aantal kenmerken van jongeren die een (als) misdrijf (omschreven feit) hebben gepleegd, nader toegelicht. In hoofdstuk II komt het methodologische opzet aan bod, met informatie omtrent de setting, participanten en onderzoeksmethoden. Nadien biedt hoofdstuk III een overzicht van de resultaten uit deze studie, waarna in hoofdstuk IV de resultaten worden bediscussieerd met aandacht voor implicaties voor de praktijk en beleid. Tot slot worden de beperkingen en aanbevelingen voor verder onderzoek nader toegelicht. Referenties in de voorliggende masterproef zijn gebaseerd op de richtlijnen van de American Psychological Association (APA), zesde editie (2010). 16

17 HOOFDSTUK I: Theoretisch kader 1. Jongeren in gedwongen opname Verschillende studies benadrukken het belang van verder onderzoek naar jongeren in gedwongen opname, en meer specifiek bij meisjes (Fontaine, Carbonneau, Vitaro, Barker, & Tremblay, 2009; Knorth, Harder, Huygen, Kalverboer, & Zandberg, 2010; Van Damme, 2015). Zo zouden volgens recent onderzoek meisjes wereldwijd 5 tot 13% van alle gedetineerde jongeren omvatten (Sheahan, 2014). Volgens Broekaert en collega s (2005) betreft detentie een manier om de maatschappij te beschermen tegen volwassenen en jongeren, die een (als) misdrijf (omschreven feit) gepleegd hebben (Broekaert et al., 2005). Elk jaar worden in Vlaanderen ongeveer jongeren in een open of gesloten Gemeenschapsinstelling (GI) geplaatst (Agentschap Jongerenwelzijn, 2012). In 2013 bedroeg het totaal aantal opnames jongeren, en in 2014 ging het om jongeren (Smolders, 2015). Jongeren uit een GI kunnen als kwetsbare jongeren worden beschouwd, omdat ze mogelijks te maken krijgen met de negatieve gevolgen van jeugdinstellingen. Het is echter van belang om deze term niet te verengen, aangezien het in bredere zin jongeren betreft met een beperkt netwerk, verontrustende opvoedingssituatie, psychische problemen of verstandelijke beperking (Nelen, Deneffe, Lemmens, Peeters, & Van Laer, 2011). Zo hebben deze jongeren dikwijls een zeer verschillende achtergrond en kampen ze zelden met dezelfde problemen (De Decker, Meeus, Pannecoucke, & Verstraete, 2014). Het opstapelen van negatieve ervaringen kan het risico op psychologisch onbehagen en antisociaal gedrag verhogen, waardoor de kans op positieve maatschappelijke ervaringen zou verkleinen (Clé, 2015). Het kan er toe leiden dat maatschappelijke kwetsbaarheid een vicieuze cirkel wordt, die van generatie op generatie wordt overgedragen (Van de Walle, Bradt, & Bouverne-De Bie, 2013). Bovendien toont onderzoek door Colins en collega s (2009) aan dat 80% van alle jongens in gedwongen opname kampt met minstens 1 psychiatrische stoornis (Colins, Vermeiren, Schuyten, & Broekaert, 2009). Recent onderzoek omtrent de psychopathologie van meisjes in gedwongen opname toont aan dat 94,9% met minstens 1 psychiatrische stoornis kampt, ze een lager zelfbeeld hebben dan jongens, en hogere prevalenties van psychopathologie vertonen (Plattner, Bessler, Vogt, Linhart, Thun-Hohenstein, & Aebi, 2016; Van Damme, 2015;). 17

18 1.1 Gemeenschapsinstellingen in Vlaanderen Alvorens over te gaan naar de finaliteit van een Gemeenschapsinstelling (GI), is het aangewezen om het begrip nader toe te lichten. Zo wordt de term Gemeenschapsinstelling voornamelijk in Vlaanderen gehanteerd, en heeft deze bovendien een pedagogische doelstelling. Het betreft de plaatsing van een jongere in een gesloten omgeving, omwille van een (als) misdrijf (omschreven feit), of omwille van een verontrustende opvoedingssituatie (Smolders, 2015). In andere landen spreekt men eerder over jongeren in detentie en gebruikt men termen als jeugdinstelling, jeugdgevangenis, of detentiecentrum voor jongeren (Parker, Meek, & Lewis, 2014; Patterson-Rose & Braverman, 2013; Whitley & Rozel, 2016). Sinds 2013 is het nieuwe decreet van Integrale Jeugdhulp in werking, wat de lange wachtlijsten en oneigenlijke plaatsingen van jongeren in gedwongen opname moet aanpakken (Cerpentier, 2013). Jongeren met psychische problemen die nood hebben aan psychiatrische zorg en hulpverlening, maar die wegens plaatsgebrek in een GI worden geplaatst, worden gedefinieerd als oneigenlijke plaatsingen (Vlaamse Vereniging Kinderpsychiaters, 2010). Bovendien wordt het hulpverleningslandschap in Vlaanderen de laatste jaren grondig hernieuwd, naar aanleiding van de implementatie van de Integrale Jeugdhulp, met daarin een aanbod van rechtstreeks en nietrechtstreeks toegankelijke hulp. De Vlaamse jeugdhulp is zeer divers, en wordt onderverdeeld in zeven verschillende sectoren, waaronder het Agentschap Jongerenwelzijn (Steunpunt Jeugdhulp, 2015). Het Agentschap Jongerenwelzijn staat onder meer in voor bijstand aan ouders wanneer zij ernstige problemen met hun kind niet langer de baas kunnen (Claes, Vandevelde, & Vanderplasschen, 2014). Als gevolg kunnen jongeren op verschillende manieren verder geholpen worden in residentiële of ambulante voorzieningen, zoals: onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra (OBC), multifunctionele centra (MFC), dagcentra, begeleidingstehuizen, etc. Er wordt gebruik gemaakt van het subsidiariteitsprincipe, waarbij de plaatsing in een publieke jeugdinstelling, of Gemeenschapsinstelling (GI), de meest ernstige maatregel is die aan een jongere kan opgelegd worden Plaatsingsgrond In Vlaanderen gebeurt de plaatsing van een jongere in een Gemeenschapsinstelling op advies van de jeugdrechter. Een dergelijke plaatsing kan gesteld worden op basis van een (als) misdrijf (omschreven feit) (MOF) ofwel vanwege een verontrustende opvoedingssituatie (VOS). In 2013 werd de term problematische opvoedingssituatie (POS), die tot dan werd gehanteerd, vervangen door het VOS-statuut (Vlaams Parlement, 2013). Een jongere kan het MOF-statuut krijgen als gevolg van 18

19 bijvoorbeeld diefstal, vechtpartij of ernstig dreigement. Bij een VOS kan het gaan over bijvoorbeeld prostitutie, misbruik, agressie of chronisch spijbelen (Claes et al., 2014; Van Damme, 2015). In 2014 werden 675 jongeren geplaatst omwille van een MOF en 479 jongeren omwille van een VOS (Smolders, 2015). Voor het merendeel (60%) van de jongeren die voor de eerste keer geplaatst worden in gedwongen opname, is het de eerste of tweede keer dat ze voor de jeugdrechter verschijnen vanwege een (als) misdrijf (omschreven feit) (Smolders, 2015). Van de jongeren die voor het eerst geplaatst worden, heeft 75% geen VOS-verleden Organisatie en doelstelling De jeugdrechter beslist, op basis van een VOS of MOF statuut, om de jongere al dan niet te plaatsen in een Gemeenschapsinstelling (Van Damme, Colins, & Vanderplasschen, 2014). Ook het gerechtelijk verleden van de jongere speelt hierbij een rol (Van Welzenis, 2003). Een verblijf kan zowel een open als gesloten beschikking kennen, waarbij een open opvoedingsafdeling voorzien is voor jongeren vanaf 12 jaar; en een gesloten afdeling voor jongeren vanaf 14 jaar (Smolders, 2015). Een jongere in gedwongen opname mag maximum 3 maanden in een gesloten GI verblijven, met eenmalig de mogelijkheid tot verlenging met 3 maanden, waarna maandelijks kan verlengd worden (Smolders, 2015). De duur van het verblijf in een GI hangt op zijn beurt af van het soort maatregel, dat bepaald wordt door de jeugdrechter. Een Gemeenschapsinstelling in Vlaanderen heeft zowel een pedagogische als vrijheidsbeperkende doelstelling; en is erop gericht om jongeren te re-integreren in een voortdurend veranderende samenleving (Agentschap Jongerenwelzijn, 2011; Lemmens & Van Welzenis, 2002; Van Damme, 2015). Onderzoek toont aan dat jongeren hun verblijf in een Vlaamse Gemeenschapsinstelling vooral als vrijheidsbeperkend beleven (Meersschaert, 2008). Bovendien is het van belang om zowel de veiligheid van de jongere als die van de samenleving te garanderen (Claes et al., 2014). 1.2 Recidive Naast het bovenvermelde is het van belang om te onderzoeken in welke mate er sprake is van recidive bij jongeren in gedwongen opname. Recidive betreft in deze context terugval, waarbij een jongere opnieuw strafrechtelijke feit(en) pleegt. Zo werd in vermeld dat het voor 60% van de jongeren in een GI, niet de eerste keer is dat ze voor de rechter verschijnen vanwege een (als) misdrijf (omschreven feit). Het betreft hier jongeren met een MOF-statuut. Bovendien loopt 41,7% van de jongeren nog minstens één veroordeling op na de meerderjarigheid en zou slechts 3,6% van deze recidiverende jongeren meisjes betreffen (Smolders, 2015). 19

20 Tot nu toe wordt er weinig onderzoek uitgevoerd naar jongeren in gedwongen opname en de aanwezigheid van een psychische stoornis (Colins et al., 2009). Nochtans kan dergelijke interventie van jongeren in gedwongen opname een positief effect hebben op het al dan niet verder plegen van feiten (Colins et al., 2009). Zo kan vroegtijdige behandeling van jongeren met een psychische stoornis de kans op criminele activiteiten beperken (Colins, Vermeiren, Vahl, Markus, Broekaert, & Doreleijers, 2011). Daarenboven heeft volgens Colins en collega s (2011) een psychische stoornis bij jongeren in gedwongen opname geen invloed op het opnieuw plegen van feiten. Daarentegen kan middelengebruik de mate van recidive wél verhogen (Colins et al., 2011). Uit onderzoek van Willis en collega s (2013) blijkt dat traumatische ervaringen bij jongeren in gedwongen opname, meer specifiek meisjes, geen verband houdt met een hogere mate van recidive. Het kan daarentegen wel een invloed hebben op jongens in gedwongen opname, al moet verder onderzoek hieromtrent duidelijkheid scheppen (Willis, Best, & Aalsma, 2013). Daarnaast zou een criminele of antisociale attitude een invloed hebben op een hogere mate van crimineel gedrag (MacKenzie, 2012). Verder werd onderzoek omtrent de behandeling van jongeren in gedwongen opname, in relatie tot recidive, door onder meer Koehler en collega s (2012) gevoerd (Koehler et al., 2012). Zij tonen aan dat behandelprogramma s, die voldoen aan de RNR-principes, een positief effect hebben op het recidiveren van jongeren in gedwongen opname, maar dat hieromtrent meer follow-up en evaluatie nodig is. Deze RNR-principes richten zich, voor de behandeling van delinquenten, voornamelijk op terugvalpreventie en het voorkomen van risicogedrag (Pomp, 2009). In Vlaams onderzoek stellen Christiaens en collega s (2009) dat in een onderzoekspopulatie van 776 geplaatste jongeren 49,7% geen delicten meer pleegt na de eerste plaatsing; dat bij 12,8% de recidive zich beperkt tot de minderjarigheid; 35,5% een veroordeling krijgt na de meerderjarigheid; en 7,6% zowel tijdens de minder- als meerderjarigheid een nieuw delict pleegt (Christiaens, Geluyckens, Enhus, & Dumortier, 2009). Verder geeft Van Damme (2015) aan dat een lage levenskwaliteit voor het verblijf in een Gemeenschapsinstelling het risico op psychopathologie zou verhogen, maar dat het geen effect zou hebben op al dan niet recidiveren van jongeren (Van Damme, 2015). Vervolgens zou het hebben van werk, na het verlaten van de Gemeenschapsinstelling, voor zowel meisjes als jongens bijdragen tot het verminderen van delinquent gedrag (Robert, Pauwels, Vander Laenen, Maes, & Vermeulen, 2015). Onderstaande paragraaf biedt een overzicht van dergelijke risico- en protectieve factoren, in relatie tot het (opnieuw) stellen van delinquent gedrag. 1.3 Risico- en protectieve factoren Risico- en protectieve factoren kunnen de kans op recidive bij jongeren verhogen dan wel verlagen. 20

21 Risicofactoren verhogen de kans dat een jongere probleemgedrag gaat vertonen, terwijl protectieve factoren als mogelijke buffer dienen (Ruijssenaars, van den Bergh, & van Drenth, 2012). Bovendien kunnen risicofactoren aanleiding geven tot een verminderd welzijn en aldus een lagere Quality of Life (Dinisman, Montserrat & Casas, 2012). Vanaf de kindertijd is het mogelijk om risicofactoren die tot recidive leiden in kaart te brengen. Een aantal belangrijke voorspellers kunnen onderscheiden worden, zoals: middelengebruik, antisociaal gedrag, aandachtsproblemen, familieconflicten en lage schoolresultaten (Herrenkohl, Lee, & Hawkins, 2012). Middelengebruik tijdens de adolescentie kan het risico op later drugsgebruik en recidive verhogen (Colins et al., 2011). Bovendien toont onderzoek aan dat de maatschappelijke kwetsbaarheid van jongeren, zoals negatieve ervaringen met het onderwijs, een belangrijke risicofactor is ten aanzien van recidive (Spruyt & Siongers, 2014; Vettenburg & Walgrave, 2002). Tegelijkertijd kan die invloed van het onderwijs ook als positieve buffer dienen (Lösel & Farrington, 2012). Volgens Lösel & Farrington (2012) zijn de belangrijkste protectieve factoren ten aanzien van recidive: individuele eigenschappen (positieve attitude, lage impulsiviteit, gemiddeld intelligentievermogen, etc.), school en gemeenschap, positieve familiale relaties, en vriendschap. Barendregt (2015) benadrukt dan weer dat een meer actieve copingstijl, zoals problemen actief aanpakken en deze niet uit de weg gaan, als protectieve factor samenhangt met het al dan niet vertonen van delinquent gedrag na het verlaten van de gesloten residentiële zorg (Barendregt, 2015). Onderzoek bevestigt dat, naarmate er meer protectieve factoren in iemands leven aanwezig zijn, de kans op recidive kleiner wordt (Lodewijks, de Ruiter, & Doreleijers, 2010). Zo is de aard van een ouder- kind relatie een belangrijke protectieve factor, en dient deze als buffer tegen tal van risicofactoren leidende tot recidive (Lösel et al., 2012). Farrington en collega s (2012) maken een onderscheid tussen protectieve en promotieve factoren. Een protectieve factor zou een specifieke voorspeller zijn voor verminderd crimineel gedrag binnen een bepaalde risicogroep; terwijl een promotieve factor een algemene voorspeller is voor verminderd crimineel gedrag. De belangrijkste protectieve factoren voor adolescente jongens zijn: discipline, ouderlijke interesse in educatie en een lage impulsiviteit; terwijl promotieve factoren volgende aspecten bevatten: academische geschooldheid, lage hyperactiviteit en betrokkenheid in gemeenschap en familiale activiteiten (Farrington & Ttofi, 2012). Onderzoek van Barendregt en collega s (2012) benadrukt het belang van een mogelijke relatie tussen risico- en promotieve factoren enerzijds en belangrijke levensgebeurtenissen anderzijds. Risico- en promotieve factoren hebben een invloed op de Quality of Life en de verschillende primary human goods van een 21

22 individu (Barendregt et al., 2012). Vervolgens worden de primary human goods en secondary goods nader toegelicht (zie punt 2.3 op p. 23). Als algemeen besluit stellen Lodewijks en collega s (2010) dat protectieve factoren een verzachtend effect hebben op risicofactoren. Het is dus raadzaam voor rehabilitatiemodellen en interventieprogramma s om deze protectieve factoren in rekening te brengen (Lodewijks et al., 2010). 2. Good Lives Model 2.1 Begripsomschrijving Het Good Lives Model (GLM) is een sterktegericht rehabilitatiekader dat de nadruk legt op iemands capaciteiten om zo risicogedrag terug te dringen, én personen die een delict hebben gepleegd te ondersteunen bij het invullen van een voor hen kwaliteitsvol leven, dat in overeenstemming is met de normen van de samenleving (een goed leven ) (Barnao, Ward, & Casey, 2016; Ward, Mann, & Gannon, 2007). Het is ontstaan als aanvulling op het dominante Risk-Need-Responsivity (RNR) model en wint de laatste jaren steeds meer aan invloed (Vandevelde, De Smet, Vanderplasschen, & Wing, 2013). Het RNR is wereldwijd gekend als een traditioneel model voor de behandeling van delinquenten, het focust zich op terugvalpreventie, en onderzoek heeft de effectiviteit tot op heden uitgebreid onderzocht (Andrews, Bonta, & Wormith, 2011; Pomp, 2009). Het GLM gaat als rehabilitatiemodel uit van iemands sterktes, terwijl het RNR, of in elk geval de implementatie ervan in vele gevallen eerder focust op iemands risico s tot het stellen van criminogeen (misdaad bevorderend) gedrag (Andrews et al., 2011). Het GLM hecht dus meer belang aan individuele keuzes en aanwezige krachten van de mens (Barendregt et al., 2012; Ward & Gillis, 2016). Bovendien zouden volgens het GLM jongeren met een lage Quality of Life meer risico lopen op het stellen van delinquent gedrag (Van Damme, 2015). 2.2 Oorsprong en doelstelling Het GLM werd oorspronkelijk ontwikkeld als rehabilitatiemodel voor volwassen seksuele delinquenten (Purvis, Ward, & Willis, 2011). Tot enkele jaren terug werd er slechts in beperkte mate onderzoek verricht naar de toepassing van het GLM bij jonge delinquenten, maar is er recent meer onderzoek beschikbaar. Onder meer onderzoek door Nee en collega s (2012) dat de nadruk legt op het responsiviteitsprincipe als interventie voor jongeren die een (als) misdrijf (omschreven feit) gepleegd hebben, aan de hand van het Good Lives Model (Nee et al., 2012). Ook Barendregt en collega s (2012) voerden onderzoek uit naar de indeling van het Good Lives Model en in welke mate 22

23 deze de levenskwaliteit van jongeren in detentie kan beïnvloeden (Barendregt et al., 2012). In Vlaams onderzoek door Van Damme (2015) naar de QoL bij meisjes in gedwongen opname, wordt het GLM ingezet als een sterktegericht kader, om de relatie tot psychische problemen en delinquent gedrag te onderzoeken. Het GLM gaat uit van een dubbele doelstelling. Het model tracht enerzijds het welzijn van een persoon die feiten gepleegd heeft te bevorderen; en anderzijds het risico op recidive te verminderen (Pomp, 2009; Purvis et al., 2011). Het holistische perspectief van het Good Lives Model is volgens Barendregt en collega s (2012) essentieel voor de ondersteuning bij het nastreven van belangrijke doelen voor een individu, alsook het verminderen van recidive. Criminogene behoeften worden in het GLM gezien als risico s of obstakels die het verwerven van een goed leven in de weg staan (Vandevelde et al., 2013). In volgende paragraaf worden de primary human goods en daaraan verbonden secondary goods nader toegelicht. 2.3 Primary en secondary goods Primary goods omvatten bepaalde ervaringen of activiteiten die het welzijn van iemand dienen te bevorderen en die nagestreefd worden uit eigen belang (Pomp, 2009; Purvis, n.d.). Onderzoek door Purvis en collega s (2011) wijst uit dat er 11 primary human goods kunnen onderscheiden worden, met name: (1)leven, (2)kennis, (3)voortreffelijkheid in spel, (4)voortreffelijkheid in werk, (5)zelfstandigheid, (6)innerlijke vrede, (7)vriendschap, (8)gemeenschap, (9)spiritualiteit, (10)geluk en (11)creativiteit. Deze primary human goods werden door Pomp (2009) vertaald naar het Nederlands. Naast deze primary human goods zijn er ook secondary goods, die omschreven kunnen worden als de concrete middelen die ingezet worden om primary human goods te beveiligen (Chu, Koh, Zeng, & Teoh, 2015; Purvis et al., 2011). De primary human goods en de secondary goods, volgens Purvis (n.d.) en Ward (2004), worden nader toegelicht in tabel 1. Tabel 1 Primary goods van het Good Lives Model. (Vertaling door Pomp, 2009) TABEL 1: PRIMARY GOODS VAN HET GOOD LIVES MODEL PRIMARY GOOD OMSCHRIJVING SECONDARY GOODS (voorbeelden) 1. HET LEVEN ( life ) Algemene gezondheid Basisbehoeften (water, eten, onderdak, etc.) Fysieke activiteit Gezond voedingspatroon 23

24 Tabel 1 (vervolg). 2. KENNIS ( knowledge ) Zelfkennis Kennis over anderen Intelligentievermogen Vragen stellen Studeren Nieuwe vaardigheden 3. VOORTREFFELIJKHEID IN SPEL ( excellence in play ) 4. VOORTREFFELIJKHEID IN WERK ( excellence in work ) 5. ZELFSTANDIGHEID ( excellence in agency ) Een zekere bekwaamheid in spel, sport en vrijetijdsactiviteiten Een zekere bekwaamheid in werkervaringen Sluit aan bij iemands interesses, vaardigheden, voorkeuren, etc. Eigen keuzes maken Autonomie Onafhankelijk zijn Individuele- of teamsport Sociale aangelegenheden Vrijwilligerswerk Een goede job Professionele bijscholing Zelfreflectie Nemen van assertieve beslissingen 6. INNERLIJKE VREDE ( inner peace ) 7. VRIENDSCHAP ( relatedness ) 8. GEMEENSCHAP ( community ) Vrij zijn van stress en emotionele opschudding Sociale relaties met partner, vriend of familie Ergens bij willen horen Zich verbonden voelen Muziek Meditatie Fysieke activiteit Praten, etc. Intense relaties aangaan, zoals: - Hetero- of homoseksuele relaties - Sterke familieband - Goede vriendschap Vereniging (bv. leefgroep, sportclub, bepaalde partij, etc.) 9. SPIRITUALITEIT ( spirituality ) Zoeken naar (levens)doelen om betekenis te geven aan het leven Geloof Filosofie Gedachtengoed 10. GELUK ( pleasure ) Tevredenheid in het hier en nu Plezier hebben in dingen, zoals: - Sport - Lekker eten, etc. 11. CREATIVITEIT ( creativity ) Zoektocht naar zichzelf De manier waarop iemand zichzelf uitdrukt (zelfexpressie) Muziek (instrument, zang, dans,..) Kunst (tekenen, schilderen,..) Inrichting van huis/kamer Kledij Volgens Barendregt en collega s (2012) zouden deze primary en secondary goods kunnen bijdragen aan een hoger welzijn en aldus een hogere Quality of Life (QoL) (Barendregt et al., 2012). Zo zouden, 24

25 volgens de principes van het GLM, risico- en/of promotieve factoren in wisselwerking met belangrijke levensgebeurtenissen, een invloed kunnen hebben op iemands levenskwaliteit, met mogelijks een vermindering van de kans op recidive tot gevolg. Daarnaast is er, volgens het GLM, een direct effect van QoL op het opnieuw plegen van strafrechtelijke feiten ( reoffending ) (Barendregt et al., 2012). Het GLM is oorspronkelijk ontworpen als model voor volwassen delinquenten (Ward et al., 2004; Ward et al., 2007). Daarom wordt in de studie van Barendregt en collega s (2012) de levensloop ( life course ) van adolescenten aan het kader toegevoegd. Het conceptueel kader biedt op die manier een verklaring voor het opnieuw stellen van criminogeen gedrag (figuur 1). Figuur 1. Conceptueel kader voor de ontwikkeling van criminogeen gedrag bij adolescenten. (Barendregt et al., 2012, p. 416) Het concept QoL wordt in onderstaande paragraaf nader toegelicht, met aansluitend QoL bij adolescenten. Vervolgens volgt een korte beschrijving van QoL in relatie tot het GLM. 3. Quality of Life 3.1 Begripsomschrijving Gedurende voorbije decennia werd Quality of Life (QoL) steeds meer onderwerp van wetenschappelijke studie. Quality of Life kent vele synoniemen zoals kwaliteit van bestaan, kwaliteit van leven, levenskwaliteit, etc. Het betreft een vrij algemene term die verwijst naar het totale welzijn van een individu (De Maeyer, Vanderplasschen, & Broekaert, 2009). Mensen lijken intuïtief wel aan te voelen wat het betekent, maar het blijkt een moeilijk te definiëren concept. 25

26 Volgens The World Health Organization (WHO, 1997) wordt Quality of Life als volgt gedefinieerd: It is defined as an individual s perception of their position in life in the context of the culture and value systems in which they live and in relation to their goals, expectations, standards and concerns. It is affected in a complex way by the persons physical health, psychological state, level of independence, social relationships, and their relationship to salient features of their environment. (p. 1) Naast deze definiëring is er ook de invulling volgens Schalock, die het begrip Quality of Life sinds de jaren 80 geïntroduceerd heeft in de ondersteuning voor personen met een verstandelijke beperking. Volgens Schalock bestaat QoL uit acht kerndomeinen, die beïnvloed worden door persoonlijke kenmerken en omgevingsfactoren (Schalock, 2004). Deze worden volgens Schalock als volgt vooropgesteld: (1)persoonlijke ontplooiing, (2)zelfbepaling, (3)interpersoonlijke relaties, (4)sociale inclusie, (5)rechten, (6)emotioneel welbevinden, (7)lichamelijk welbevinden en (8)materieel welbevinden (Morisse, Vandemaele, Claes C., Claes L., & Vandevelde, 2013). Schalock (2004) poneert dat we elk van deze factoren van kwaliteit van bestaan nodig hebben om tegemoet te komen aan iemands wens en op die manier een onafhankelijk leven kunnen leiden (Moonen, 2011). Volgens Pomp (2009) zou het versterken van iemands mogelijkheden leiden tot een beter welzijn en een betere kwaliteit van bestaan (Pomp, 2009). Daarnaast blijkt uit onderzoek dat het tegemoet komen aan individuele behoeften in positieve mate zou bijdragen aan iemands QoL (Vandevelde et al., 2013). Voor de behandeling van patiënten in een gesloten (forensische) setting is QoL een belangrijke variabele om op te nemen (De Maeyer et al., 2009; Van Damme, 2015). QoL heeft een verschillende invulling voor ieder van ons en is een multidimensioneel concept met diverse criteria en definities (Koot & Wallander, 2001). Het onderzoeksveld heeft zich aangaande dit concept enorm uitgebreid, maar het is ook van belang om QoL bij adolescenten nader te bekijken. Onderstaande paragraaf biedt alvast een korte schets. 3.2 Onderzoek naar Quality of Life bij adolescenten Eerder onderzoek naar QoL werd al voor verscheidene onderzoekspopulaties gevoerd. Dit onderzoek gaat na hoe jongeren een kwaliteitsvol leven zouden definiëren en wat QoL precies betekent voor hen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat de QoL van jongeren uit zorginstellingen en/of jongeren van gescheiden ouders, beduidend lager ligt dan bij jongeren die thuis wonen (Dinisman et al., 2012). In onderzoek naar de verschillen in subjectief welbevinden van Spaanse jongeren in verscheidene woonsituaties, vonden Dinisman en collega s (2012) dat jongeren uit een gesloten jeugdinstelling een 26

27 minder stabiel leven zouden hebben en dat verder onderzoek hieromtrent noodzakelijk is (Dinisman et al., 2012; Tomyn, Norrish, & Cummins, 2013). Daarnaast toont onderzoek aan dat psychiatrische stoornissen een belangrijke voorspeller zijn voor een lage QoL bij adolescenten (Becker, Curry, & Yang, 2009); en dat socio-economische problemen een negatief effect hebben op iemands QoL (De Maeyer et al., 2011). In Nederland voerden Barendregt en collega s (2012) onderzoek uit naar de QoL van jongeren in een forensische setting. Zo blijkt dat jongeren met een hogere QoL minder snel geneigd zijn te recidiveren, dan jongeren wiens QoL beduidend lager is (Barendregt et al., 2012). In Vlaanderen is onderzoek door Van Damme (2015) omtrent QoL van adolescenten in gedwongen opname, te vinden. Zo deed ze onderzoek naar de QoL van meisjes uit een Gemeenschapsinstelling (Van Damme, 2015). Volgens Van Damme (2015) kan het gebruik van het Good Lives Model in een dergelijke voorziening een positief resultaat als gevolg hebben. Zo moet er uitgegaan worden van het perspectief van de jongere en moeten interventies de focus leggen op het verhogen van protectieve factoren. Hierbij is het, in lijn met het GLM, van belang om de QoL van jongeren te gaan verhogen en het risico op antisociaal gedrag terug te dringen (Van Damme, 2015). Van Damme (2015) deed onderzoek naar de relatie tussen de levenskwaliteit en de kans op recidive (figuur 2). Het is opmerkelijk dat de psychopathologie van meisjes een invloed heeft op de verschillende domeinen van QoL (bv. gezondheid, sociale relaties), en dat psychosociale en socio-economische problemen iemands QoL belemmeren. Meisjes in de GI zijn meer tevreden over het domein sociale relaties, dan hun leeftijdsgenoten die niet in een GI verblijven. Verder werd de direct negatieve route van QoL op recidive niet aangetoond, maar zou er wel een effect zijn van QoL via de indirecte route ( mental health problems ) op recidive (figuur 2). Dus, een lage QoL kan bij meisjes in gedwongen opname het risico op mentale problemen verhogen, wat op zijn beurt het risico op recidive zou verhogen. Figuur 2. De (in)directe routes van het GLM, van Quality of Life (via mental health problems ) tot het plegen van een misdrijf ( offending ). (Purvis, 2010, gepubliceerd in Van Damme, 2015, p. 106). 27

28 Als aanvulling op bovenstaand onderzoek, wordt in deze masterproef nagegaan hoe meisjes die geplaatst zijn in een GI een kwaliteitsvol leven zouden definiëren en wat daarin belangrijke componenten zijn voor hen. Er wordt nagegaan of het GLM, zoals eerder vermeld, een geschikt theoretisch kader is om te gebruiken bij jongeren in gedwongen opname. 3.3 Quality of Life en Good Lives Model Het is van belang te duiden dat de indicatoren van het concept Quality of Life en de primary human goods van het Good Lives model, geen synoniemen zijn. Om een conceptuele verwarring te vermijden is het raadzaam om beide concepten, in relatie tot elkaar, nader toe te lichten. Zo zijn er studies te vinden waarin QoL als indicator wordt opgenomen, en als centraal concept van het Good Lives Model wordt beschouwd (Barendregt et al., 2012; Bouman, De Ruiter, & Schene, 2010; Van Damme, 2015). In dit onderzoek wordt er gericht ingezet op de indicatoren van Quality of Life, in relatie tot de primary human goods van het Good Lives Model. Onderzoek toont aan dat het een meerwaarde is om een sterktegerichte benadering zoals het GLM gericht in te zetten, om zo de toepasbaarheid van het GLM bij jongeren in gedwongen opname te bestuderen en evalueren (Van Damme, 2015). Het concept Quality of Life is mogelijks niet ideaal in te passen in het Good Lives Model, dus enige voorzichtigheid omtrent interpretaties is aangeraden (Van Damme, 2015). Verder bevestigt onderzoek vanuit de forensische hulpverlening dat belangrijke levensdomeinen zoals diegene die in het GLM vermeld worden, wel degelijk een invloed hebben op iemands QoL, en dat het gunstig is om de indicatoren van QoL te integreren in het GLM (Bouman et al., 2010; Cummins, 1996; Ward et al., 2007). Als tegemoet gekomen wordt aan deze levensdomeinen, dan zou dit resulteren in een hogere QoL. Zo zouden de primary goods van het GLM een manier zijn om personen die feiten hebben gepleegd te motiveren, met een positief behandelresultaat tot gevolg (Ward et al., 2004). Volgens Barendregt en collega s (2012) is er niet één manier om een goede QoL te verkrijgen, maar wordt iedereen gestuurd door een eigen Good Lives Model. Daarenboven omschrijft het GLM de primary goods als persoonlijke eigenschappen en belevingen, waardoor men een hoger welzijn en aldus een hogere Quality of Life verkrijgt (Barendregt et al., 2012). 28

29 4. Probleemstelling en onderzoeksvragen Aan de hand van open interviews wordt nagegaan wat Quality of Life precies betekent voor jongeren in gedwongen opname. Er wordt getoetst naar hoe zij een kwaliteitsvol leven definiëren, en wat voor hen belangrijke componenten zijn. Vervolgens wordt afgestemd in welke mate de domeinen die door jongeren aangehaald werden als belangrijk voor een goede kwaliteit van leven overeenstemmen met de 11 primary goods, die in het Good Lives Model onderscheiden worden. Op die manier kan nagegaan worden of het Good Lives Model als theoretisch kader een mogelijke meerwaarde zou kunnen hebben voor de behandeling van jongeren in een gesloten jeugdinrichting, én of de indeling van het GLM kan helpen om het begrip Quality of Life in de context van een gedwongen opname te operationaliseren. De onderzoeksvragen worden als volgt gedefinieerd: 1. Hoe omschrijven meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life en in welke mate sluit deze omschrijving aan bij de primary human goods van het Good Lives Model? a) Hoe omschrijven meisjes in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life en wat vinden zij belangrijk om te kunnen spreken van een goed leven? b) In welke mate kunnen deze elementen verbonden worden aan de primary human goods en de secondary goods van het Good Lives Model? 2. Hoe schatten meisjes in een Gemeenschapsinstelling het belang in van de verschillende primary human goods van het Good Lives Model en hoe vullen ze deze concreet in? a) In welke mate zijn de primary human goods van het Good Lives Model belangrijk voor meisjes in een Gemeenschapsinstelling, in functie van een goede Quality of Life? b) Wat is voor meisjes belangrijk om voor de primary human goods van een goede Quality of Life te kunnen spreken? 29

30 HOOFDSTUK II: Methodologie 1. Kwalitatief onderzoek Er wordt gekozen voor kwalitatief onderzoek met gebruik van semi-gestructureerde interviews. Een semi-gestructureerd interview bestaat uit een algemeen interviewschema met vooropgestelde vragen, waarvan men kan afwijken (Van Hove & Claes, 2011). Onderzoek toont aan dat het van belang is om de waarneming, communicatie, interpretatie en persoonlijke kwaliteiten van elke participant gericht in te zetten, om zo informatie te verzamelen (van Zwieten & Willems, 2004). Het perspectief van de participanten vormt het uitgangspunt van deze studie. 2. Setting De Vlaamse hulpverlening kent drie verschillende Gemeenschapsinstellingen. Er is de Gemeenschapsinstelling (GI) De Kempen in Mol, onderverdeeld in campus De Markt (72 jongens en 10 meisjes in time-out) en campus De Hutten (40 jongens). Vervolgens is er GI De Zande, bestaande uit 3 verschillende campussen, met name: Ruiselede (54 jongens en 10 meisjes in timeout), Beernem (46 meisjes) en Wingene (36 jongens). Tot slot is er campus De Grubbe in Everberg, een GI voor jongeren (40 jongens) met een MOF-statuut (Smolders, 2015). Deze studie vond plaats in Gemeenschapsinstelling De Zande campus Beernem. Zoals eerder vermeld heeft de campus een capaciteit van 46 plaatsen (40 open en 6 gesloten) voor meisjes van 12 tot 18 jaar, met 5 verschillende leefgroepen. De voorbije jaren vonden er in de GI veel veranderingen plaats, en ook komende maanden zal de campus verder uitbreiden. Het programma dat de meisjes in de GI doorlopen, verloopt volgens een gefaseerd systeem. Bij aanvang is er de onthaalleefgroep met een volledig individueel programma, waarbij alle meisjes hetzelfde uniform dragen. Nadien gaan ze over naar een opvoedingsleefgroep, waar ze terug hun persoonlijke kledij dragen en waarbij het aantal kamermomenten afneemt. Verder kunnen jongeren doorstromen naar het GRT (Geïndividualiseerd Residentieel Traject), waar ze aan de hand van toenemende vrijheden en verantwoordelijkheden voorbereid worden op een verblijf buiten de instelling; zoals begeleid zelfstandig wonen (Claes et al., 2014; Smolders, 2015). Tijdens het verblijf op de campus is het van belang dat jongeren deelnemen aan het huisonderwijs en dergelijke leefgroepprogramma s binnen de instelling, aangezien de schoolloopbaan van deze jongeren doorbroken wordt en onderwijs van cruciaal belang is. Het onderwijs in de GI wordt georganiseerd in functie van bepaalde leerdoelstellingen, met name: schoolloopbaan, zelfstandigheid, alternerend leren en werken, groep met nood aan specifieke aandacht, etc. (Smolders, 2015). 30

31 3. Participanten In januari 2016 werden er gedurende twee weken interviews afgenomen bij jongeren in gedwongen opname. De onderzoekspopulatie bestond uitsluitend uit meisjes, die aan volgende inclusiecriteria dienden te voldoen: Meisjes uit GI De Zande campus Beernem Bij afname interviews, minimum 1 maand residentieel verblijf Beheersen van de Nederlandse taal, voor het voeren van een regulier gesprek Geen verstandelijke beperking Gedurende dit onderzoek werden in het totaal 17 interviews afgenomen. De onderzoekspopulatie betrof meisjes tussen 14 en 18 jaar, uit 5 verschillende leefgroepen van de GI. Bij iedere participant werden persoonlijke gegevens en vragen omtrent socio-demografische gegevens, bevraagd (tabel 2). Tabel 2. Overzicht gegevens participanten TABEL 2: GEGEVENS PARTICIPANTEN Participant Statuut Leeftijd Participant 1 VOS 17 Participant 2 MOF 16 Participant 3 VOS 14 Participant 4 MOF 16 Participant 5 MOF 16 Participant 6 VOS 16 Participant 7 VOS 15 Participant 8 MOF 14 Participant 9 MOF 18 Participant 10 MOF 14 Participant 11 VOS 15 Participant 12 VOS 15 Participant 13 MOF 14 Participant 14 VOS 15 Participant 15 VOS 16 31

32 Tabel 2 (vervolg). Participant 16 MOF 14 Participant 17 VOS 16 De gemiddelde leeftijd van de onderzoekspopulatie was 15 jaar (SD= 1.13) en de gemiddelde verblijfsduur ongeveer 4 maanden (SD= 4.44). Er is 1 uitschieter in deze steekproef, participant 2, met een verblijf van 20 maanden omwille van meerdere aanmeldingen; en 3 jongeren met een verblijfsduur van 1 maand. In deze onderzoekspopulatie wordt vastgesteld dat vrijwel evenveel jongeren over een VOS- als MOF-statuut beschikken, al lijkt de grens van de plaatsingsgrond eerder een subjectief gegeven. De definiëring van een VOS of MOF kan voor de jongere tot onduidelijkheid leiden (Danckaerts, z.d.) Zo had participant 2 een VOS-statuut dat later veranderd werd naar een MOF; participant 7 een MOF-dossier met een VOS-beschikking; en participant 16 een MOF-dossier dat naar eigen zeggen een VOS-beschikking betreft. Tot slot hebben 13 van de 17 participanten gescheiden ouders. 4. Procedure Participanten werden geselecteerd via medewerkers van GI De Zande campus Beernem. Van het totaal aantal geselecteerde participanten, konden er twee niet deelnemen. Participant A wenste liever niet deel te nemen aan het onderzoek en participant B kon niet deelnemen wegens ontvluchting uit de GI. De vooropgestelde criteria, zoals eerder beschreven in bovenstaande paragraaf, dienden als uitgangspunt voor het selecteren van jongeren in gedwongen opname. Zo is het van belang dat de interviews voor jongeren voldoende verstaanbaar zijn en dat ze reeds enige tijd in de GI verblijven. Er werd gebruik gemaakt van het principe van de vrijwillige toestemming, waarbij participanten expliciet de toestemming gaven om mee te werken. Het interview duurde gemiddeld een 30-tal minuten. Elke participant werd éénmalig, in een afzonderlijke ruimte, geïnterviewd. Er werd gebruik gemaakt van een dictafoon, om nadien de audioopnames te transcriberen. De bandopnames werden letterlijk getranscribeerd, zodat er geen informatie verloren kon gaan (Van Hove et al., 2011). Omwille van praktische redenen diende het gesprek met de participant plaats te vinden tijdens het gedifferentieerd aanbod van de GI. Dit aanbod omvat een gevarieerd programma, voor een bijzonder heterogene groep, dat tegemoet komt aan de noden van de jongere (Agentschap Jongerenwelzijn, 2011). 32

33 De introductie bij ieder interview ging als volgt: onderzoeker stelt zichzelf voor, licht kort het doel van het onderzoek toe, waarborgt de anonimiteit van het interview, vraagt toestemming om het gesprek op te nemen, geeft aan dat de participant op ieder moment mag stoppen met het gesprek. Vooraf werd er met GI De Zande campus Beernem een samenwerkingsovereenkomst (bijlage 6) opgesteld, in overleg met de pedagogisch directeurs. 5. Instrumenten Kwalitatief interview Alvorens de eigenlijke interviews van start gingen, werden een aantal proefinterviews afgenomen, op basis waarvan de interviewleidraad werd verfijnd. Tijdens het onderzoek werd gebruik gemaakt van semi-gestructureerde interviews met open vragen. De keuze voor een semi-gestructureerd interview is gebaseerd op de flexibiliteit ervan, aangezien een gestructureerd interview meer vertrekt vanuit gesloten vragen met een vaste structuur. Het gebruik van kwalitatief onderzoek bij een concept als QoL met bijhorende subjectieve invulling, is te verkiezen boven het gebruik van kwantitatief onderzoek (Vanderplasschen & Broekaert, 2009). De opbouw en structuur van ieder interview waren gelijkaardig, met dezelfde interviewvragen (bijlage 2). De interviewvragen zijn gebaseerd op wetenschappelijke literatuur van Purvis et al. (2011) en Barendregt et al. (2012). Het interview werd opgedeeld in 4 verschillende fasen. Bij fase 1 werd gestart met een korte voorstelling van de onderzoeker en een beknopte omschrijving van het onderzoeksopzet. Vervolgens werden in fase 2 algemene vragen betreffende persoonlijke, familiale en socio-demografische gegevens van de participanten bevraagd. Nadien werd er in fase 3 gevraagd wat de participanten als belangrijk beschouwen voor een goed leven, welke elementen ze daarvoor nodig hebben, en welke betekenis levenskwaliteit voor hen heeft. Waarna in fase 4 de elementen die door jongeren als belangrijk bevonden werden, gekoppeld worden aan de primary goods die in het GLM onderscheiden worden. Tijdens het interview werd elk van de primary goods met de jongere overlopen, en werd er gevraagd wat belangrijk is om voor een specifiek domein te kunnen spreken van een goede levenskwaliteit. Bovendien werd nagegaan in welke mate jongeren elk van deze domeinen als belangrijk achten, en welke drie domeinen ze achteraf als meest belangrijk beschouwen. 33

Kwalitatief onderzoek naar hoe jongens in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven.

Kwalitatief onderzoek naar hoe jongens in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2015-2016 Eerste examenperiode Kwalitatief onderzoek naar hoe jongens in een Gemeenschapsinstelling Quality of Life omschrijven. Masterproef

Nadere informatie

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische PVT Steven Degrauwe U.P.C. Sint- FRT, een visie gebaseerd op rehabilitatie

Nadere informatie

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inhoudsopgave Overzicht tabellen en figuren 19 Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inleiding 21 1 Situering van het onderzoek 21 1.1 Onderzoek in detentie 21 1.2 Vrouwelijke gedetineerden 22 1.3 Internering

Nadere informatie

PERS MAP. Jongerenwelzijn

PERS MAP. Jongerenwelzijn PERS MAP Jongerenwelzijn INHOUD PERSMAP Jongerenwelzijn begeleidt jongeren in een problematische opvoedingssituatie (POS) en jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd. WAT IS

Nadere informatie

Hoe brengen we probleemjongeren op de voor hen beste plaats?

Hoe brengen we probleemjongeren op de voor hen beste plaats? Hoe brengen we probleemjongeren op de voor hen beste plaats? Stef Decoene V.U.Brussel, Vakgroep Criminologie Stijn Vandevelde U.Gent, Vakgroep Orthopedagogiek 1 inhoud Straf doelen zinvol sterktegericht

Nadere informatie

VR DOC.0238/2BIS

VR DOC.0238/2BIS VR 2019 2202 DOC.0238/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot inrichting van de gemeenschapsinstellingen en tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Terugkoppeling onderzoek: Vroegtijdige afsluiting van poliklinische behandeling Madicken Jellema

Terugkoppeling onderzoek: Vroegtijdige afsluiting van poliklinische behandeling Madicken Jellema Terugkoppeling onderzoek: Vroegtijdige afsluiting van poliklinische behandeling Madicken Jellema Binnen stichting Transfore wordt wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd. In 2015 en 2016 is een onderzoek

Nadere informatie

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 1 meisjes 6.1. Organigram van JEZ11 6.. Statistische gegevens JEZ11 88 6.1. Organigram van JEZ11 Directie Verantwoordelijke JEZ11 1 Hoofdbegeleider

Nadere informatie

Yvonne H.A. Bouman, Pompestichting Symposium Kwaliteit van leven in de GGz: verleden, heden en toekomst 29 november 2007

Yvonne H.A. Bouman, Pompestichting Symposium Kwaliteit van leven in de GGz: verleden, heden en toekomst 29 november 2007 Kwaliteit van Leven in de ambulante psychiatrie Een vergelijking tussen patiënten met een psychotische stoornis en patiënten met een persoonlijkheidstoornis Yvonne H.A. Bouman, Pompestichting Symposium

Nadere informatie

Kinderrechten achter de muren : decreet rechtspositie minderjarigen en/in de Gemeenschapsinstelling 02/05/2017

Kinderrechten achter de muren : decreet rechtspositie minderjarigen en/in de Gemeenschapsinstelling 02/05/2017 Kinderrechten achter de muren : decreet rechtspositie minderjarigen en/in de Gemeenschapsinstelling 02/05/2017 GI DE KEMPEN CAMPUS DE HUTTEN - DE MARKT De Hutten - Focus op beleving van jongeren rond hun

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Recht op een menswaardige behandeling

Recht op een menswaardige behandeling Recht op een menswaardige behandeling De Gemeenschapsinstellingen Chris Smolders stafmedewerker hoofdbestuur GI Patrick Defoor algemeen directeur GI De Zande Geert Bots pedagogisch directeur GI De Kempen

Nadere informatie

- Samenvatting - Kies voor Verandering

- Samenvatting - Kies voor Verandering - Samenvatting - Kies voor Verandering Evaluatie van de theoretische onderbouwing, de uitvoering en uitkomsten van de training voor volwassen gedetineerden Janine Plaisier Daniëlle Bouma Allard Feddes

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief Annelies Somers i.s.m. Prof. Hilde Colpin Prof. Karine Verschueren ~ Centrum voor Schoolpsychologie

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Het aanbod van de gemeenschapsinstellingen. In het kader van het decreet jeugddelinquentierecht

Het aanbod van de gemeenschapsinstellingen. In het kader van het decreet jeugddelinquentierecht Het aanbod van de gemeenschapsinstellingen In het kader van het decreet jeugddelinquentierecht Een andere aanpak (1) Duidelijkheid Snelheid Herstelgericht Constructief Een andere aanpak (2) Een andere

Nadere informatie

Outreach: ja hallo 19/05/2016

Outreach: ja hallo 19/05/2016 Outreach: ja hallo 19/05/2016 Inhoud 1. Visie 2. Quality of Life 3. Quickscan 4. De cirkel Visie? Visie geeft denken en handelen vorm Mens-en maatschappijvisie Ruimer dan outreach alleen Iedereen heeft

Nadere informatie

Basiscursus Outreach voor leidinggevenden. Marie Van der Cam Sandra Beelen Cis Dewaele 21/04/2016

Basiscursus Outreach voor leidinggevenden. Marie Van der Cam Sandra Beelen Cis Dewaele 21/04/2016 Basiscursus Outreach voor leidinggevenden Marie Van der Cam Sandra Beelen Cis Dewaele 21/04/2016 Inhoud 1. Kennismaking 2. Waarom outreach 3. Quickscan 4. Definitie 5. Visie en doel 6. Doelgroep 7. Houding

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Project D: Recover. De Schone en het Beest. Persoonlijk herstel binnen een forensische context

Project D: Recover. De Schone en het Beest. Persoonlijk herstel binnen een forensische context Project D: Recover De Schone en het Beest Persoonlijk binnen een forensische context Doctoranda: Natalie Aga Promotor: Prof. dr. Wouter Vanderplasschen Co-promotor: Prof. dr. Freya Vander Laenen 1. De

Nadere informatie

Jongerenwelzijn: Gemeenschapsinstelling De Zande

Jongerenwelzijn: Gemeenschapsinstelling De Zande Jongerenwelzijn: Gemeenschapsinstelling De Zande Campus Bernem: Sint-Andreaslaan 5 8730 Beernem Campus Ruiselede: Bruggesteenweg 130 8755 Ruiselde Contactpersoon Patrick Defoor Telefoonnummer (051) 65

Nadere informatie

Project C: Desist. Desistance bij wetsovertreders met een psychiatrische problematiek Verkennende focusgroepen

Project C: Desist. Desistance bij wetsovertreders met een psychiatrische problematiek Verkennende focusgroepen Project C: Desist Desistance bij wetsovertreders met een psychiatrische problematiek Verkennende focusgroepen Sofie Van Roeyen Promotor: Prof. dr. Freya Vander Laenen Co-promotor: Prof. dr. Eric Broekaert

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

Verpleegkundige interventies bij suïcidale patiënten

Verpleegkundige interventies bij suïcidale patiënten Verpleegkundige interventies bij suïcidale patiënten Tine Maes Hoofdverantwoordelijke De Fase 4 PZ Duffel Tine.Maes@emmaus.be Prof. Dr. B. Sabbe Prof. Dr. D. Schrijvers Prof. Dr. G. Vanaerschot Introductie

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

4. Wat is de totale kostprijs per dag voor een plaats in Mol, Ruislede, Everberg en Tongeren?

4. Wat is de totale kostprijs per dag voor een plaats in Mol, Ruislede, Everberg en Tongeren? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 227 van LORIN PARYS datum: 5 januari 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Gesloten jeugdinstellingen - Personeels- en veiligheidsproblematiek

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Bijlage 6: Artikels. Artikel 1: Meer strafzaken voor rookverbod

Bijlage 6: Artikels. Artikel 1: Meer strafzaken voor rookverbod Bijlage 6: Artikels Artikel 1: Meer strafzaken voor rookverbod Bespreking artikel (Bron: Vandenreyt, C. (3 april 2015). Meer strafzaken voor rookverbod. Het belang van Limburg, p. 17.) Dit artikel werd

Nadere informatie

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Herstel en sanctie als constructieve reacties op delicten gepleegd door minderjarigen 29 mei 2018 Inspiratiedag Werkzame Forensische

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Burn-out: een uitslaande brand?

Burn-out: een uitslaande brand? Burn-out: een uitslaande brand? Maar liefst 84 % van de Limburgers kent iemand die een burn-out had. Dit blijkt uit een grootschalige bevraging die ACV Limburg in november en december van het voorbije

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Onderzoek naar vrijwilligerswerk in de sport voor jongeren die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties. Kansen tot ontwikkeling?

Onderzoek naar vrijwilligerswerk in de sport voor jongeren die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties. Kansen tot ontwikkeling? Onderzoek naar vrijwilligerswerk in de sport voor jongeren die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties. Kansen tot ontwikkeling? Doctoraatproefschrift Evi Buelens, onderzoeksgroep Sport & Society,

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

Project E Include. De ervaringen van familieleden van personen die geïnterneerd zijn (geweest): een kwalitatief onderzoek. Drs.

Project E Include. De ervaringen van familieleden van personen die geïnterneerd zijn (geweest): een kwalitatief onderzoek. Drs. Project E Include De ervaringen van familieleden van personen die geïnterneerd zijn (geweest): een kwalitatief onderzoek Drs.: Sara Rowaert Promotor: Prof. Dr. Stijn Vandevelde Co-promotor: Prof. Dr. Kurt

Nadere informatie

Deel 3: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Deel 3: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes Deel 3: JEZ residentiële voorziening bis Capaciteit 0 meisjes 3.. Organigram van JEZ 3.2. Statistische gegevens JEZ 59 3.. Organigram van JEZ 60 3.2. Statistische gegevens JEZ 3.2.. Bezettingsgraad Tabel

Nadere informatie

Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen)

Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen) Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen) Vragen samenlevingsverbanden (en handicap) naadloos samenwerken hulpcoördinatie Exclusie(f) Inclusie(f) De insluiting in de samenleving van achtergestelde

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/53232 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hill, J.M. Title: On the road to adulthood. Delinquency and desistance in Dutch

Nadere informatie

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Dr. Hanneke van Gestel-Timmermans Dr. Evelien Brouwers Dr. Marcel van Assen Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen Herstellen doe je zelf Ontwikkeld

Nadere informatie

nr. 723 van LORIN PARYS datum: 16 juni 2015 aan JO VANDEURZEN Gemeenschapsinstellingen - Onderwijsaanbod

nr. 723 van LORIN PARYS datum: 16 juni 2015 aan JO VANDEURZEN Gemeenschapsinstellingen - Onderwijsaanbod SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 723 van LORIN PARYS datum: 16 juni 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Gemeenschapsinstellingen - Onderwijsaanbod Jongeren in een gemeenschapsinstelling

Nadere informatie

Doelgroep VoZs. Vlaamse Ouderen Zorg Studie. Screening. 8 regio s. Cijfers niet veralgemenen naar alle ouderen! Studiedag SWVG Leuven, 2 december 2010

Doelgroep VoZs. Vlaamse Ouderen Zorg Studie. Screening. 8 regio s. Cijfers niet veralgemenen naar alle ouderen! Studiedag SWVG Leuven, 2 december 2010 Doelgroep VoZs VoZs bevraagt kwetsbare ouderen die thuiszorg gebruiken Vlaamse Ouderen Zorg Studie Bram Vermeulen Bert Emmers Prof. dr. Anja Declercq Studiedag SWVG Leuven, 2 december 21 Selectiecriteria:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken

Nadere informatie

Deel 1: Positieve psychologie

Deel 1: Positieve psychologie Deel 1: Positieve psychologie Welkom bij: Positieve gezondheid. Jan Auke Walburg 2 Carla Leurs 3 4 Bloei Bloei is de ontwikkeling van het fysieke en mentaal vermogen. Welbevinden en gezondheid Verschillende

Nadere informatie

Jaarverslag P

Jaarverslag P Jaarverslag 2011 WWW.JONGERENWELZIJN.BE P DE CIJFERS WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 1. Onze missie en visie In een evoluerend Vlaanderen heeft élke jongere het recht om kansrijk mee te groeien. Is er een ongebreidelde

Nadere informatie

Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel

Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel Residentieel Jongerenprogramma (RKJ) Zuidmoerstraat 165 9900 Eeklo T 09-377 25 26 E-mail rkj.info@fracarita.org www.desleutel.be 2 Inleiding Het jongerenprogramma

Nadere informatie

BASISBEHOEFTEN VOLGENS HET GOOD LIVES MODEL BIJ MEISJES IN DETENTIE

BASISBEHOEFTEN VOLGENS HET GOOD LIVES MODEL BIJ MEISJES IN DETENTIE BASISBEHOEFTEN VOLGENS HET GOOD LIVES MODEL BIJ MEISJES IN DETENTIE Een kwalitatieve follow-up studie met focus op (sociale) relaties Aantal woorden: 18 886 (inleiding t.e.m. discussie) Marie Crombez Studentennummer:

Nadere informatie

For k what is in a name?

For k what is in a name? For k what is in a name? Dirk Deboutte Collaborative Antwerp Psychiatric Research Institute - Department youth mental health ZNA Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Het Antwerps project 1995-2005:

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Crimineel gedrag en schoolverzuim onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG

Crimineel gedrag en schoolverzuim onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG Lectoraat LVB en jeugdcriminaliteit Factsheet 7 - december 2015 Expertisecentrum Jeugd Hogeschool Leiden Crimineel gedrag en school onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG Door: Paula

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

Impact Life Goals Programma s. Life Goals Monitor Weken 1

Impact Life Goals Programma s. Life Goals Monitor Weken 1 Impact Life Goals Programma s Life Goals Monitor Weken 1 Inleiding Eind 2016 is Life Goals Nederland gestart met het oprichten van lokale Life Goals Programma s. Sindsdien zijn er tien Life Goals programma

Nadere informatie

De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek.

De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek. De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek. Brussel, 21 2013 t. f. +32 9 264 69 71 e. Inhoud 2 A. Introductie B. Aandacht voor veroordeelde en huisgenoot

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Kwetsbare ouderen gevolgd. Een jaar later: thuis, of naar het rusthuis? Bram Vermeulen Prof. dr. Anja Declercq

Kwetsbare ouderen gevolgd. Een jaar later: thuis, of naar het rusthuis? Bram Vermeulen Prof. dr. Anja Declercq Kwetsbare ouderen gevolgd. Een jaar later: thuis, of naar het rusthuis? Bram Vermeulen Prof. dr. Anja Declercq Opzet Vlaamse Ouderen Zorg Studie VoZs bevraagt kwetsbare ouderen: - die thuiszorg gebruiken

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

$% &' (' )(' *&+&' ),-$&+&(' *' )&'

$% &' (' )(' *&+&' ),-$&+&(' *' )&' Vzw info@osbj.be www.osbj.be!""#! "# Dit onderzoek had als doel na te gaan of autochtone en allochtone jongeren met gedrags-en/of psychische problemen op een verschillende wijze opgevangen worden binnen

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling

Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling Risicofactoren voor kindermishandeling Een meta-analytisch onderzoek naar risicofactoren voor seksuele mishandeling, fysieke mishandeling en verwaarlozing

Nadere informatie

Veelgebruikte afkortingen 11

Veelgebruikte afkortingen 11 Veelgebruikte afkortingen 11 Hoofdstuk 1 Probleemstelling 15 1 Moeilijke trajecten in de Vlaamse jeugdhulpverlening 15 2 Moeilijke trajecten in de jeugdhulpverlening: niet alleen een Vlaams probleem 18

Nadere informatie

Tussentijds rapport september 2017 juni 2018

Tussentijds rapport september 2017 juni 2018 Tussentijds rapport september 2017 juni 2018 Commissie van Toezicht voor jeugdinstellingen Leuvenseweg 86, 1000 Brussel inge.schoevaerts@cvtj.be - 02 552 41 32 www.cvtj.be Jez11 September 2017 Kennismaking

Nadere informatie

FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK

FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK FACTOREN VOOR IMPLEMENTATIE VAKTHERAPIE BEELDEND IN EEN HOSPICE SETTING KWALITATIEF ONDERZOEK Dagmar Linz 1554166 Student Master of Arts Therapies Juni 2017 INLEIDING KUNSTZINNIGE THERAPIE HOSPICE ROZENHEUVEL

Nadere informatie

Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren

Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren dr. Henny Lodewijks hlodewijks@lsg-rentray.nl Kijvelanden conferentie 1-12-2011 SAVRY Historische risicofactoren: 1. Eerder gewelddadig gedrag 2. Eerder

Nadere informatie

Bloody Mary Op zoek naar Bloody Mary - studiedag forensische systeem therapie 6/21/2017

Bloody Mary Op zoek naar Bloody Mary - studiedag forensische systeem therapie 6/21/2017 Bloody Mary Vrouwen als dader Mars versus Venus of een beetje van beiden Anne-Marie Slotboom Universitair hoofddocent strafrecht en criminologie, VU 1 2 o Veel stereotypen over verschillen tussen mannen

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Gezond ouder worden: gezondheid als een multidimensioneel concept? Prof. Dr. Anja Declercq LUCAS en Centrum voor Sociologisch onderzoek, KU Leuven

Gezond ouder worden: gezondheid als een multidimensioneel concept? Prof. Dr. Anja Declercq LUCAS en Centrum voor Sociologisch onderzoek, KU Leuven Gezond ouder worden: gezondheid als een multidimensioneel concept? Prof. Dr. Anja Declercq LUCAS en Centrum voor Sociologisch onderzoek, KU Leuven Wat is gezondheid? Definities veranderen Gezondheid als

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Interventie Grip op Agressie

Interventie Grip op Agressie Interventie Grip op Agressie 1 Erkenning Erkend door deelcommissie Justitiële interventies Datum: december 2012 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Hilde Niehoff (2012). Justitieleinterventies.nl:

Nadere informatie

ACHTERGROND EN RESULTATEN WIJZER OP WEG. STUDEREN & DYSLEXIE. Een wetenschappelijk onderbouwd begeleidingsprogramma voor studenten met dyslexie

ACHTERGROND EN RESULTATEN WIJZER OP WEG. STUDEREN & DYSLEXIE. Een wetenschappelijk onderbouwd begeleidingsprogramma voor studenten met dyslexie ACHTERGROND EN RESULTATEN WIJZER OP WEG. STUDEREN & DYSLEXIE. Een wetenschappelijk onderbouwd begeleidingsprogramma voor studenten met dyslexie PROJECTTEAM Jolien De Brauwer Ellen Meersschaert Annelies

Nadere informatie

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen Jachna Beck Evelien Van Rompaye Promotor: Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

De goede dingen goed doen

De goede dingen goed doen De goede dingen goed doen O V E R K W A L I T E I T V A N B E S T A A N, B E L O N G I N G E N H A N D E L E N P R E S E N T A T I E V O O R H E T O N D E R Z O E K E R S P L A T F O R M D I S A B I L

Nadere informatie

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Beter Oud Worden in Amsterdam - 31 maart 2015 Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Dr. Machteld Huber, arts, senior-onderzoeker Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting In Nederland is het Cerebro Vasculair Accident (CVA= hersenbloeding of herseninfarct) de derde doodsoorzaak. Van degenen die getroffen worden door een CVA overleeft ongeveer 75%. Veel van

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie Mentale Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie LFPZ,Zeeland, 11 juni 2009 Jan Auke Walburg Principes van positieve psychologie Bestudering positieve subjectieve ervaringen en constructieve cognities.

Nadere informatie

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Algemene informatie Dag in dag uit geconfronteerd worden met aanhoudende

Nadere informatie

Waarden in Jongerenwelzijn MOVI colloquium

Waarden in Jongerenwelzijn MOVI colloquium Waarden in Jongerenwelzijn MOVI colloquium Stefaan Van Mulders I administrateur-generaal 3 december 2012 I Mechelen beleidsdomein welzijn, volksgezondheid en gezin Minister van Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

Psychische kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen. dra. Lieve Hoeyberghs promotor: Prof. dr. Nico De Witte

Psychische kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen. dra. Lieve Hoeyberghs promotor: Prof. dr. Nico De Witte Psychische kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen dra. Lieve Hoeyberghs promotor: Prof. dr. Nico De Witte Inhoud 1. Achtergrond 2. Psychische kwetsbaarheid: sociodemografisch profiel 3. Kwetsbaarheid i.d.

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

JIJ EN DE JEUGDRECHTBANK.

JIJ EN DE JEUGDRECHTBANK. JIJ EN DE JEUGDRECHTBANK www.jongerenwelzijn.be INHOUD Wat vind je in deze brochure? De jeugdrechter, je advocaat en je consulent Waarom kom je in contact met de jeugdrechtbank? Bij de jeugdrechter. Wat

Nadere informatie

Hoorzitting conceptnota: hulpverlening als gerechtelijke maatregel voor 18-plussers

Hoorzitting conceptnota: hulpverlening als gerechtelijke maatregel voor 18-plussers Hoorzitting conceptnota: hulpverlening als gerechtelijke maatregel voor 18-plussers Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 9 januari 2019 Bruno Vanobbergen Kinderrechtencommissaris Terechte bezorgdheid

Nadere informatie

Studie Jongeren en Gezondheid. Een Vlaamse en internationale studie

Studie Jongeren en Gezondheid. Een Vlaamse en internationale studie Studie Jongeren en Gezondheid Een Vlaamse en internationale studie Overzicht studie Internationaal netwerk van onderzoekers Gefinancierd door Vlaamse gemeenschap Samenwerking Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Eerste lijn, eerste hulp: laagdrempelige en toegankelijke psychische hulp op maat van mensen in armoede

Eerste lijn, eerste hulp: laagdrempelige en toegankelijke psychische hulp op maat van mensen in armoede Eerste lijn, eerste hulp: laagdrempelige en toegankelijke psychische hulp op maat van mensen in armoede Armoede & psychische problemen De dagelijkse overlevingsstrijd in een samenleving waarvan mensen

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

M. Helleman Rn MScN T. van Achterberg Rn PhD P.J.J. Goossens Rn PhD APRN A. Kaasenbrood, MD, PhD

M. Helleman Rn MScN T. van Achterberg Rn PhD P.J.J. Goossens Rn PhD APRN A. Kaasenbrood, MD, PhD De interventie Bed op Recept voor patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis laat patiënten groeien in autonomie, zelfmanagement en vaardigheden M. Helleman Rn MScN T. van Achterberg Rn PhD

Nadere informatie

Samenvatting. Introductie

Samenvatting. Introductie 200 Introductie Kinderparticipatie is een cruciaal aspect van kinderbescherming en jeugdhulpverlening. Sinds de jaren 90 is er vanuit het perspectief van de rechten van het kind meer aandacht voor het

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie